¾ Materialen die een zwakke steel (bv. Gypsophilla, Hydrangea…) hebben, kan je best eerst op draad zetten; dit vergemakkelijkt het steken. Materialen kunnen ook gestoken worden door ze op prikker of pookdraad te zetten of op te binden, bv. sierappel op prikker, dennenappel op draad zetten. 2.6.2 •
DRAADTECHNIEKEN Volgens Van Dale:
Draad: 1 lang en dun uitgesponnen of getrokken geheel van ineengedraaide vezels of een ander materiaal – 2 schroefdraad – 3 verband, samenhang tussen op elkaar volgende gebeurtenissen Technieken: 1 bewerkingen die nodig zijn om in een bepaalde tak van kunst handwerk, industrie … iets tot stand brengen •
Volgens de florist:
Het op draad zetten van natuurlijke materialen met de bedoeling om het materiaal meer stevigheid te geven zodat het voor bredere toepassingen kan gebruikt worden. Mogelijkheden: ¾ Draadtechnieken zijn niet meer weg te denken uit het hedendaagse bloemenwerk. Voor velen komt dit als geknutseld over en neemt het iets weg van de natuurlijkheid, maar aan de andere kant biedt het ook meer mogelijkheden. Het geeft het materiaal extra steun, zodat je het kan dwingen om zich in een bepaalde stand te begeven. Tips: ¾ Het gebruik van draad moet zo min mogelijk opvallen. Dat oogt niet zo mooi. ¾ Waneer je materiaal op draad zet ken er bloem- of bladbeschadiging optreden. Dit kan je vermijden door tijdens het op draad zetten met duimen wijsvinger de nodige ondersteuning te geven aan het blad op het moment dat de draad in het blad wordt gestoken. Geduld en oefening zijn hierbij belangrijk. ¾ Wil je een mooie, korte hoek maken in je draad, gebruik dan de platte kant van je aardappelmesje om de draad erover heen te plooien. ¾ Kies de juiste dikte van de draad. Dit hangt af van de zwaarte van het matriaal dat je op draad moet zetten. Hoe zwaarder he materiaal, hoe dikker de draad. Voor licht materiaal, bv. blad besjes en andere lichte vruchten of bloemen, kan gedacht worden aan corsagedraad (0,4mm). Iets minder zware bloemen, bv. trosroosjes, hebben een 0,6mm draad nodig. Voor de echte zware materialen, zoals denneappelen of andere zwaardere vruchten heb je dan weer een 1,2mm of zelfs een 1,5mm draad nodig. ¾ Een techniek die we bij de afwerking in het op draad zetten van vegetatief materiaal vaak gebruiken is de spalkmethode. Ofwel moet je in het begin het materiaal doorprikken, ofwel volstaat het een vouw of lus te maken in onze bloemendraad en die op het vegetatief materiaal te leggen waarvan de twee benen de hoofdnerf volgen. Je gaat dan als het volgt te werk: een been volgt de steel van het materiaal (het steunbeen) en met het andere been (het spalkbeen) zetten we de twee andere vast door het er in maximaal drie 39