MagUZA 116 - april 2019

Page 1

MA G U Z A ZORGMAGAZINE VAN HET UZA

APRIL 2019 #116

Kanker aanpakken als team

Afgiftekantoor Gent X, Maguza 116, Tijdschrift – kwartaalblad, april – mei – juni 2019, v.u. Johnny Van der Straeten, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem

‘Ik had er meteen vertrouwen in’

Dossier WIJ BLAZEN 40 KAARSJES UIT!

www.maguza.be   UZAnieuws   UniversitairZiekenhuisAntwerpen

LONGZIEKTEN


Benieuwd wat een Health Mate voor jouw gezondheid kan betekenen ? Health Mate infraroodsauna’s, na 40 jaar nog steeds de nr.1 Geniet van uitzonderlijke beurscondities t.e.m. 31 maart 2019 MEER INFO BIJ ALLE VERKOOPPUNTEN | VRAAG UW GRATIS BROCHURE ANTWERPEN: Health Mate shop LIER 03 295 50 25 | Van den Berg HOOGSTRATEN 03 315 75 31 | Sanik GEEL 014 58 86 70 | Badweelde BVBA BEERSE 014 65 95 45 | Fonne Smeulders KALMTHOUT 03 62 01 620 | Health Mate SHOP SCHOTEN 03 685 44 50 | Health Mate PUURS 03 899 37 47 | Scava GROBBENDONK 0475 89 00 39 | Health Mate SHOP EKEREN 03 327 94 38 | LIMBURG: ‘t Hoveniertje WELLEN 012 74 53 60 | Varey LOMMEL 011 54 43 69 | Sleurs & Vangompel BOCHOLT 089 46 56 00 | D&A Pool Technics ZONHOVEN 011 82 37 65 | Badweelde BVBA GENK 089 35 68 30 | WEST-VLAANDEREN: Health Mate ZWEVEGEM 0477 59 58 13 | Health Mate® DC infrarood RUDDERVOORDE 050 28 07 87 | Health Mate Shop KNOKKE 0486 51 89 83 | Delaere IZEGEM 051 30 11 82 | Wellness La Rose GISTEL 059 27 61 84 | Vanderhaeghe IEPER 057 21 37 23 | Lamo RUISELEDE 051 68 82 53 | Health Mate® DC infrarood DIKSMUIDE 051 69 54 89 | Xavier Covemaeker WERVIK 056 20 01 69 | OOST-VLAANDEREN: Health Mate shop MALDEGEM 050 71 93 92 | Aquazure NINOVE 054 50 01 69 | Health Mate® DC infrarood GENTBRUGGE 09 231 25 85 | Het Buitenhuis DENDERMONDE 052 25 61 16 | Vepa ZELZATE 09 345 56 25 | Sani-en Keukendecor WAASMUNSTER 03 250 66 90 | DC Pools GAVERE 09 330 87 35 | Sterck AALST 053 70 10 05 | My Health Mate SINT-NIKLAAS 0475 275 999 | The Wellness Corner MOERBEKE WAAS 0493 19 55 58 | VLAAMS-BRABANT: Health Mate shop AARSCHOT 016 41 42 66 | Ventimec LEUVEN 016 23 39 74 | Van Diest BEERSEL 02 361 14 16 | Vanhie MEISE 02 272 01 72 | PoolPlus HAACHT 016 85 09 55 | Aquamaax KORTENAKEN 0495 35 07 13 | HENEGOUWEN: Kachels Mario (Sario) DERGNEAU 069 78 13 19 | Xavier Covemaeker KOMEN 056 20 01 69

Volledig overzicht op www.healthmate.be


WELKOM

11:00 UUR

MATERNITEIT

Nu begint ons leven met drie! GERLINDE, MAXIM EN HUN DOCHTERTJE NETTE

Onderweg naar? ‘Drie dagen geleden werd ons dochtertje Nette geboren, van­ daag gaan we samen naar huis. Best wel spannend, maar we voelen ons er klaar voor. En de vroedvrouwen hebben ons verze­ kerd dat we altijd mogen bellen als er iets is.’ Hoe gaat het? ‘Nette is ons eerste kindje. We zijn zaterdagavond naar het zieken­ huis gekomen, maar Nette is pas zondagnamiddag om half vijf geboren. De steun en hulp van de vroedvrouwen heeft ons er echt door geholpen. Ook in de dagen na de geboorte werden we goed ondersteund. We hebben bewust gekozen voor een ziekenhuis met een duidelijk borstvoedingsbeleid en we zijn heel blij met die keuze. Je merkt dat alle artsen, vroed­ vrouwen en verpleegkundigen hier op dezelfde lijn zitten. Dank­ zij hun hulp en tips drinkt Nette nu al vlot aan de borst, ook al ging dat in het begin best moeilijk. We zijn hier heel warm ontvangen, maar nu kijken we ernaar uit om thuis te beginnen aan ons leven met drie.’

03 MAGUZA MAGUZA 03


IN DIT NUMMER

VOORAAN

06

06 Focus

Teamwerk in het multi­disciplinair oncologisch consult:

Multidisciplinair oncologisch consult: het teamwerk achter de schermen

‘ Veel vertrouwen in het team dat mij behandelt’

10 Interview

40 jaar UZA: ‘De drang om

de beste te zijn, is er altijd geweest’

ZORG 14 Traject voor nierpatiënten

FOCUS

‘Mijn man wilde donor zijn’

30 Kwaliteit

4 voorbeelden van betere zorg

GEZOND 16 Pijn bij het vrijen

‘Er is altijd iets aan te doen’

32 Hoge bloeddruk

Een sluipend gezondheidsprobleem

× 4

19 Dossier Longziekten 27 Visie Johnny Van der Straeten: ‘Geen toekomst zonder universitaire ziekenhuizen’

28 Onderzoek & innovatie

Penicilline-allergie:

de allergie die er vaak geen is

36 Techno-logisch

Hightech sensor maakt

bevallen veiliger

38 Team UZA

Amélie Lyssens coördineert studies

rond geneesmiddelen

EN VERDER … 13/35 Kort 40 #UZA 40 Agenda

04

14

Voortraject nierdialyse:

‘ Wij helpen onze patiënten om de juiste keuze te maken’

30

Magnet: continu verbeteren 4 voorbeelden uit de praktijk


28

ONDERZOEK & INNOVATIE

38

Minder penicilline-allergie dan gedacht

TEAM UZA ‘Onderzoek doe je om mensen te helpen’

Alle artikels zijn te vinden op

MAGUZA.BE

Schrijf je vandaag nog in op onze e-nieuwsbrief. Ga naar www.maguza.be/­ abonnement

32

Hoge bloeddruk Bewegen en afvallen is een must

Dossier

20

Longtransplantaties: ‘We willen patiënten nog meer extra jaren geven’

23

Vijf vragen over longrevalidatie

24

Peter kreeg donorlongen:

LONGZIEKTEN

26

Nieuwe behandeling bij ernstig emfyseem

‘Wat een geschenk’

MAGUZA 05


FOCUS

Multidisciplinair oncologisch consult Dr. Geert Roeyen, kliniekhoofd hepatobiliaire, transplantatie en endocriene heelkunde

Teamwerk achter de schermen Als kankerpatiënt zie je vooral je eigen behandelend arts,

Prof. dr. Marc Peeters, diensthoofd oncologie

maar achter de schermen is het teamwerk. Dr. Geert Roeyen: ‘Via het multidisciplinair oncologisch consult overleggen we met specialisten in én buiten het ziekenhuis.’

W Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA), T 03 821 32 50 Dienst hepatobiliaire, transplantatie en endocriene heelkunde, T 03 821 41 27

e weten steeds meer over kanker, wat maakt dat diag­ nose, behandeling en opvolging complexer worden. Specialist pancreas­kanker dr. Geert Roeyen: ‘In de multidisciplinaire oncolo­ gische consults - kortweg MOC’s - ­brengen we elke week per soort kanker specialisten uit verschil­ lende disciplines samen. Zo kunnen we onze patiënten de best mogelijke zorg geven.’ Hij neemt als voorbeeld een patiënte die bij hem aanklopte voor een tweede opinie. ‘In een ander ziekenhuis was bij de dame in kwestie een pancreastumor gevonden. Ze kon de tumor laten verwijderen via een operatie in dat ziekenhuis, maar besloot om eerst een tweede opinie in te winnen.’

Een goed aanvalsplan Een tweede opinie is een veel

voorkomende vraag bij pancreas­ kanker. ‘Het is een zeldzame kanker, waardoor niet alle ziekenhuizen er evenveel ervaring mee hebben. Bovendien gaat het dikwijls om een agressieve vorm, waardoor het belangrijk is om

De multidisciplinaire aanpak verhoogt de overlevingskansen van de patiënt.

voldoende ingrijpend te opereren. Een tumor in de pancreaskop verwijderen wordt beschouwd als een van moeilijkste operaties binnen de oncologie. Als refe­ rentiecentrum voeren we in het UZA dergelijke operaties vaker uit dan de kleinere ziekenhuizen.

De multidisciplinaire aanpak van de grotere ziekenhuizen ver­ hoogt de overlevingskansen van de patiënt, blijkt uit onderzoek van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). Daarom raadt het KCE aan om de behandeling van dergelijke zeldzame kankers te centraliseren in de referentiecentra.’

Minder agressieve tumor Roeyen liet meteen extra scans uitvoeren. ‘Toen ik alle me­di­ sche beelden uit het verleden bekeek, zag ik dat de tumor vijf jaar geleden ook al aanwezig was. In die vijf jaar was de tumor vrij traag gegroeid, wat mij deed vermoeden dat het niet om een pancreastumor ging, maar om een neuro-endocriene tumor. Zo’n tumor bestaat uit hormoon­ producerende cellen en kan voorkomen in de pancreas, maar ook in het maag-darmstelsel of in


De interactie tussen de specialisten zorgt ervoor dat we de diagnose, de behandeling en de opvolging beter kunnen onderbouwen.

de luchtwegen. Een neuro-endo­ criene tumor is globaal geno­ men minder agressief dan een pancreas­tumor, wat een andere aanpak vraagt.’

Vermoeden bevestigd Er gebeurde een bijkomende MRI en een specifieke scan waarbij de patiënt een licht radioactief product kreeg toegediend dat zich vasthecht aan receptoren in neuro-endocriene kankercellen. Vervolgens werden de resul­ taten besproken op het MOC van digestieve oncologie. ‘De radio­ loog en de specialist nucleaire beeldvorming bevestigden mijn vermoeden: het ging inderdaad om een neuro-endocriene tumor. Met de aanwezige specialisten hebben we besproken wat de best mogelijke behandeling kon zijn.

Omdat het om een neuro-endo­ criene tumor ging, hebben we het ook op het MOC van neuro-endo­ criene tumoren besproken. Het

Via conference calls overleggen we met specialisten uit andere ziekenhuizen.

is een heel specifiek soort tumor, waardoor de expertise van de collega’s die daar vertrouwd mee zijn, goed van pas kwam.’ Het UZA werkt voor neuro-endo­ criene tumoren samen met ver­ schillende andere ziekenhuizen, het netwerk kreeg een erkenning

als Center of Excellence van de European Neuro-Endocrine Tumor Society.

Over het muurtje kijken Per discipline is er elke week een MOC. Naast experts in medische beeldvorming zitten er onder andere ook oncologen, gastro-­enterologen, chirurgen en pathologen rond de tafel. ‘Elke specialist die iets kan bijdragen, is welkom. Soms is ook de huisarts aanwezig. We werken vaak met conference calls om te kunnen overleggen met specialisten uit andere zieken­huizen.’ Dienst­ hoofd oncologie prof. dr. Marc Peeters vult aan: ‘In het MOC bekijken we elke kanker vanuit verschillende invalshoeken. De interactie tussen de specialisten zorgt ervoor dat we de diagnose, MAGUZA 07


‘Ik wil zo snel mogelijk terug aan de slag’

Als het gaat over de behandeling heeft de patiënt uiteraard het laatste woord.

08

FOCUS

de behandeling en de opvolging beter kunnen onderbouwen.’

Grondige voorbereiding Nadat in het MOC alle experts hun kennis hadden gedeeld, besprak Roeyen de aanpak met de patiënt. ‘Als het gaat over de behandeling heeft de patiënt uiteraard het laatste woord. Op basis van de meest recente wetenschappelijke kennis leggen wij de mogelijkheden uit. Maar de beslissing blijft bij de patiënt.’ In dit geval bleek een operatie de beste keuze. Met de informatie uit beide MOC’s bereidde Roeyen de operatie voor. ‘De experts medische beeldvorming toonden mij op welke plekken er tijdens de operatie problemen zouden kunnen opduiken. Dat we wisten welk soort tumor het was en

‘Het was even slikken toen ik te horen kreeg dat ik een gezwel had in mijn pancreas’, zegt patiënte Kathlijn. ‘Ik ben heel blij dat ik een tweede opinie gevraagd heb. Dr. Roeyen gaf mij al van bij de eerste afspraak een heel ­duidelijke uitleg. Dat het wellicht om een minder agressieve neuro-endocriene tumor ging, was voor mij een grote opluchting.’ Kathlijn vindt dat het systeem van de MOC’s goed werkt. ‘Je wordt geholpen door

meerdere experts, terwijl je het behandelplan bespreekt met je eigen specialist: dat vind ik een groot voordeel. Ik had meteen alle vertrouwen in dr. Roeyen en in het hele team.’ Ondertussen herstelt Kathlijn van de operatie. ‘Het was een zware dobber, maar ik ben blij dat alles nu achter de rug is. Hopelijk zijn de resultaten van de onderzoeken goed en kan ik vlot herstellen. Ik heb mijn eigen honden­trimsalon, ik wil graag zo snel mogelijk opnieuw aan de slag.’

waar hij precies zat, heeft ervoor gezorgd dat we tijdens de operatie niet voor verrassingen kwamen te staan.’

worden met de drukke agenda’s van de specialisten. Peeters: ‘Toch is het noodzakelijk dat we elke week samenkomen. We moeten snel kunnen handelen, we kunnen onze patiënten niet laten wachten op een beslissing. In het UZA lopen er in totaal 11 verschillende MOC’s. Dat is een hele organisatie, maar het biedt veel voordelen. Naast overleggen over diagnose, behandeling en opvolging houden we via de MOC’s ook de nodige gegevens bij in onze eigen databank en in het nationale kankerregister, dat de aard en de omvang van kanker in België in kaart brengt. Dankzij die gegevens weten we beter welke types kanker in welke mate voorkomen en welke behandelingen de beste uitkomsten geven.’

Stap voor stap Tijdens de operatie werd de tumor met omliggende organen verwijderd. ‘De tumor liep vrij ver door, waardoor we zoals verwacht niet alleen de pancreasstaart moesten verwijderen, maar ook de milt, de bijnier en een stukje van de maag. Het is nu wachten op de resultaten van het weefsel. Eens die binnen zijn, zullen we de volgende stappen in de behandeling bespreken met de patholoog op het volgende MOC.’ Snel handelen Om een MOC te kunnen organiseren, moet er dikwijls gepuzzeld


FOCUS

Multidisciplinair overleg in elke fase Tijdens elke fase van een kankerbehandeling overleggen specialisten in het multidisciplinair oncologisch consult − kortweg MOC.

1

2

Raadpleging bij de specialist

Medische beeldvorming

3 Multidisciplinair oncologisch consult (MOC) Voorbeeld: kanker van het spijsverteringsstelsel

Radioloog

Gastro-enteroloog

bespreekt de algemene medische beelden zoals CT-scan of MRI

geeft meer informatie over de werking van de tumor binnen het maag-darmstelsel en de aard van de diagnose

Specialist nucleaire beeldvorming Chirurg

geeft meer details over de aard en de locatie van de tumor op basis van scans waarbij lage dosissen radioactieve stoffen worden geïnjecteerd

bespreekt wat de plaats is van een eventuele operatie in de behandeling, belicht kort hoe de ingreep zal gebeuren

Radiotherapeut bekijkt of het een optie is om bepaalde tumoren te bestralen

Oncoloog bespreekt mogelijke behandelingen en de plaats van chemo in het traject

4

5

Bespreking met patiënt

Behandeling

Specialist bespreekt met de patiënt de informatie uit het multidisciplinair oncologisch consult (MOC) en legt de mogelijkheden uit, zodat de patiënt een beslissing kan nemen.

Patholoog bespreekt de aard van het gevonden weefsel na een biopsie of operatie

6 Tussentijdse resultaten … van onderzoeken en behandelingen worden steeds besproken in het multidisciplinair oncologisch consult (MOC), zodat de behandeling indien nodig kan bijgestuurd worden.

7 In het MOC wordt de patiënt opgevolgd tijdens het hele verdere traject.

De specialist bespreekt de resultaten met de patiënt

MAGUZA 09


Johnny Van der Straeten, gedelegeerd bestuurder

INTERVIEW

‘ Patiënten wegwijs maken in de gezondheidszorg van de toekomst’ ‘We waren het jongste en kleinste universitaire ziekenhuis, maar de drang om de beste te zijn, hebben we altijd gehad.’ Het UZA bestaat 40 jaar, maar de pioniersgeest van toen werkt nog altijd door. Een interview met gedelegeerd bestuurder Johnny Van der Straeten, medisch directeur prof. dr. Guy Hans en directeur patiëntenzorg Paul Van Aken.

Hoe komt het dat er pas in 1979 een universitair ziekenhuis openging in het Antwerpse? Johnny Van der Straeten: ‘Voor de oprichting van de Univer­ siteit Antwerpen had Antwerpen drie kleinere universitaire instellingen. De toenmalige Universitaire Instelling Antwer­ pen (UIA) heeft aansluitend op de kandidaatsopleiding in het Rijksuniversitair Centrum Antwerpen (RUCA) in 1973 de geneeskunde­faculteit opgericht, maar een eigen ziekenhuis bouwen was een te groot financieel risico. In de plaats wilden ze universitaire diensten aanbieden in de algemene zieken­ huizen. Toen dat niet bleek te werken, is beslist om toch een eigen ziekenhuis te bouwen. Daardoor zijn wij het jongste universitaire ziekenhuis van België.’ Paul, jij bent er van in het eerste werkjaar bij. Hoe waren die beginjaren? Paul Van Aken: ‘Er heerste een echte pioniersgeest. Iedereen 10

gaf het beste van zichzelf om dat nieuwe ziekenhuis op de kaart te zetten. We waren de jongste en de kleinste, maar de drang om de beste te zijn, hebben we altijd gehad. Van in het begin waren we mee op het vlak van technologie. Toen ik verpleeg­kundige was op intensieve zorg gingen we in ziekenhuizen in heel Vlaanderen anderen aanleren hoe hemodynamische monitoring werkte – een techniek om met een katheter de druk in het hart en de longcirculatie te meten. We hadden de nieuwste appara­ tuur en we hebben ze ook altijd op tijd kunnen vernieuwen.’

Hoe is het UZA dan uitgegroeid tot wat het vandaag is? Johnny Van der Straeten: ‘In het begin lag de focus op het klinische werk. We moesten patiënten aantrekken en een reputatie opbouwen. Tegelijk was het financiële beleid heel strak: de kosten waren natuurlijk heel hoog in vergelijking met de inkomsten. Pas in 1992 hebben we champagne gedron­ ken omdat de verliezen van de beginjaren eindelijk terugbe­ taald waren. Vanaf dan was er ruimte voor groei, met nieuwe investeringen in technologie, en konden artsen steeds verder gaan specialiseren. Toen kwam de focus ook meer te liggen


Paul Van Aken, directeur patiëntenzorg

op het academische werk: wetenschappelijk onderzoek en de opleiding van artsen.

Ook de zorg voor patiënten toen en nu is niet meer te vergelijken? Johnny Van der Straeten: ‘Onze patiëntenzorg is veranderd onder invloed van maatschappelijke evoluties, met veel kor­ tere verblijven in het ziekenhuis, meer daghospitalisaties en een grote technologische evolutie. Vanaf 2010 zijn we dan als een van de eerste ziekenhuizen heel sterk beginnen focussen op kwaliteitszorg, met kwaliteitssystemen zoals JCI en de Magnet-erkenning.’ Guy Hans: ‘Juist doordat we niet te groot zijn, zijn we wend­ baar en hebben we altijd heel snel nieuwe projecten kunnen realiseren. Tot op vandaag willen we zoveel mogelijk het voortouw nemen.’ Hoe zouden jullie het UZA vandaag positioneren ten opzichte van andere ziekenhuizen? Johnny Van der Straeten: ‘We behoren tot de top drie in België wat betreft complexiteit van de zorg, professionaliteit van de

Prof. dr. Guy Hans, medisch directeur en medisch coördinator pijncentrum

verpleegkundigen, wetenschappelijke output, financiële perfor­ mantie en management. Op de weinige kwaliteitsindicatoren die in Vlaanderen openbaar zijn, scoren we altijd zeer hoog.’ Paul Van Aken: ‘Waar we ons zeker mee onderscheiden is onze multidisciplinaire aanpak. Uit interviews die we afnemen van patiënten om onze zorg te verbeteren, blijkt dat toch een groot verschil te zijn ten opzichte van andere ziekenhuizen. Patiënten ondervinden dat er in het UZA echt wordt samenge­ werkt en dat ze op een coherente manier informatie krijgen.’ Guy Hans: ‘Dat zit in onze cultuur. Hier heb je niet de hiërar­ chie van artsen boven verpleegkundigen, maar wel een geza­ menlijk team van professionals rond de patiënt, die dezelfde weg bewandelen, met hetzelfde doel.’

En hoe ziet de toekomst eruit? Johnny Van der Straeten: ‘We willen blijven inzetten op kwali­ teit. Nog meer dan vroeger gaan we daar de patiënten intensief bij betrekken. We gaan hen nog meer bevragen over hoe zij zelf de kwaliteit van wat wij doen, ervaren en hun ervaringen als parameter gebruiken in onze kwaliteitsprojecten. Daarnaast is het belangrijk om de transmurale gezondheidszorg goed MAGUZA 11


Door ons te meten met ziekenhuizen in het buitenland, tonen we zwart op wit aan dat we excellente zorg bieden aan onze patiënten.

We investeren in een nieuwbouw voor het OK en een clinical trial centre vorm te geven: steeds meer patiënten worden ambulant opge­ volgd of herstellen thuis na een kort verblijf in het ziekenhuis. We moeten dat zien te organiseren, met dezelfde kwaliteit, samen met de andere schakels in de zorgketen.’ Guy Hans: ‘We blijven verder innoveren: met nieuwe medische technologie, maar ook met mobile health en e-ge­ zondheid, juist om de overdracht van informatie in die hele zorgketen mogelijk te maken. Als eerste in de regio komen wij tegen 2020 naar buiten met een volledig geïntegreerd elektronisch patiëntendossier, voor iedereen die betrokken is bij de zorg voor onze patiënten. Daarnaast blijven ook weten­ schappelijk onderzoek en opleiding een belangrijke focus. Zo hebben we twee jaar geleden samen met de universiteit het Instituut voor Ziekenhuisopleiding (IZO) opgericht.’

Die prioriteiten zien we weerspiegeld in de nieuwe gebouwen die gepland zijn? Johnny Van der Straeten: ‘In de toekomst zal in ons ziekenhuis de hoogcomplexe zorg het zwaartepunt vormen: operaties, intensieve zorg, hoogtechnologische handelingen. We inves­ teren daarom in een nieuwbouw voor het operatiekwartier, de dienst intensieve zorg en aanverwante diensten. Begin 2023 zal 12

INTERVIEW

dat opengaan. Tegelijk bouwen we tegen maart 2021 een clinical trial centre voor fase 1 wetenschappelijk onderzoek, in samen­ werking met een privé-partner.’

Mogen we zeggen dat het sleuteljaren zijn voor het UZA? Johnny Van der Straeten: ‘Zeker. Al die projecten moeten ons in staat stellen om de komende tien jaar te blijven groeien en innoveren.’ Welke uitdagingen zien jullie verder nog voor het UZA? Johnny Van der Straeten: ‘Voldoende gekwalificeerd perso­ neel vinden voor al onze plannen wordt zeker een uitdaging. Momenteel lukt dat nog, omdat we een goed imago hebben als werkgever, maar de arbeidsmarkt wordt heel krap.’ Paul Van Aken: ‘Kwaliteit zichtbaar maken voor de patiënt is nog een uitdaging. Patiënten vragen om transparant te communiceren over onze resultaten, maar in België zijn er weinig andere ziekenhuizen die dat doen. Daarom vergelijken wij onze zorg, via onze kwaliteitssystemen, met ziekenhui­ zen in het buitenland. Daar ligt de lat nog hoger dan hier. Zo tonen we zwart op wit aan dat we excellente zorg aanbieden en willen we maatschappelijke verantwoording geven over wat we doen.’ Guy Hans: ‘Het wordt ook meer en meer onze taak om patiënten te begeleiden: zij krijgen vandaag enorm veel informatie – correcte en minder correcte – en steeds meer verantwoordelijkheid. Wij willen hen wegwijs maken in de gezondheidszorg van de ­toekomst.’


KORT

29

en al wereldtop Het Amerikaanse zakenblad Forbes selecteert elk jaar in tien categorieën 30 beloftevolle talenten onder de dertig jaar. Op de prestigieuze lijst prijkt dit jaar ook de naam van de 29-jarige neurowetenschapper Angelique Van Ombergen, actief in het UZA en de Universiteit Antwerpen. Ze bestudeert hoe het brein van astronauten zich aanpast aan een ruimtereis, wat belangrijk is voor langere ruimtereizen, bijvoorbeeld naar Mars. Angelique werkt voor het Europees ruimteagentschap ESA maar blijft betrokken bij het onderzoek aan de Universiteit Antwerpen.

2019 is een feestjaar, want het UZA bestaat 40 jaar. De eerste steen werd gelegd in 1976, drie jaar later opende het ziekenhuis feestelijk zijn deuren - toen nog onder de naam AZA, Academisch Ziekenhuis Antwerpen. Het ziekenhuis kwam er omdat de Antwerpse geneeskundestudenten een universitair ziekenhuis nodig hadden voor hun opleiding. De pioniersgeest van toen leeft nog altijd verder. Je leest er alles over in het interview met gedelegeerd bestuurder Johnny Van der Straeten, medisch directeur prof. dr. Guy Hans en directeur patiëntenzorg Paul Van Aken op pagina 10.

www.forbes.com

Ze verdient het keihard! We love dr. Kim! Dam dam bie doebi doebi … de hang­ jongeren uit het vtm-programma Hoe Zal Ik Het Zeggen overvielen kinderarts Kim Van Hoorenbeeck op straat met een ludieke boodschap. Ze kreeg een gezongen bedanking in naam van Sien en haar dochter Nina: ‘Omdat ze dag en nacht voor ons heeft klaargestaan toen Nina een RSVinfectie had.’ Naar aanleiding van het filmpje verschenen er ook op Facebook heel wat positieve reacties.  facebook.com/UniversitairZiekenhuisAntwerpen

Bye bye

UZA-patiëntenkaart Voortaan hebben we enkel je eIDkaart nodig als je naar het UZA komt voor een raadpleging of opname. De UZA-patiëntenkaart verdwijnt dus. Wie er nog een heeft, mag de kaart doorknippen en weggooien. Werken

met de eID heeft veel voordelen: het ziekenfonds kan je vlotter terugbetalen en het is alweer een kaart minder in je portefeuille. Voor kinderen gebruik je de kids-ID of ISI+-kaart, mensen zonder eID tonen hun vreemdelingenkaart.

941

extra parkeerplaatsen zijn er in de nieuwe parkeertoren die sinds eind maart in gebruik is. Dankzij de toren met drie verdiepingen konden we ook 71 extra parkeerplaatsen voor mindervaliden creëren en 12 laadplaatsen voor elektrische wagens. Zo zijn we helemaal klaar voor de toekomst.

LEESTIP

De doden praten De moord op veearts Karel Van Noppen, de zaak Hans Van Themsche, de dossiers van seriemoordenaars Ronald Janssen en Kim De Gelder … als Vlaanderens meest prominente forensisch patholoog werkt prof. dr. Werner Jacobs mee aan alle spraakmakende zaken in Antwerpen en omstreken. Je kan de wetsgeneesheer van het

UZA aan het werk gezien hebben in ‘Misdaaddokters’ op Canvas of ‘Wetsdokters’ op vtm. Voor wie het gemist heeft of nog meer wil weten, is er nu het boek ‘De doden praten’. Daarin doet hij zelf uit de doeken hoe hij de waarheid achterhaalt na een overlijden: ‘Doden liegen nooit. Ik laat ze spreken, een laatste keer.’

De doden praten, prof. dr. Werner Jacobs, opgetekend door gerechtsjournalist José Masschelin, 192 pagina’s, uitgegeven bij Manteau MAGUZA 13


Met een brochure, een filmpje en heel wat praktische informatie kunnen patiënten zelf hun eigen keuze maken.

Traject voor nierpatiënten

‘ Genoeg tijd voor kleinkinderen door thuisdialyse’ Toen Ann ernstige nierproblemen bleek te hebben, dacht ze meteen aan dialyse in het ziekenhuis. Maar dankzij het uitgebreide voortraject in het UZA ontdekte ze de voordelen van thuisdialyse. Bovendien kan haar man zijn nier doneren als het nodig is.

A

Dienst nefrologie, T 03 821 34 35 www.uza.be/nefrologie 14

nn (70) lijdt aan een auto-immuunziekte die verschillende organen kan aan­ tasten. ‘De ziekte was lang onder controle waardoor er geen gevaar was voor mijn nieren. Maar op een bepaald moment werd ik toch ziek en uit de bloedresultaten bleek dat ook de werking van mijn nieren ernstig verstoord was. De huisarts stuurde mij onmiddellijk door naar het UZA.’ Om Anns nieren zo goed moge­ lijk te laten herstellen, startte de nefroloog in het UZA een behan­ deling op met medicatie voor haar auto-immuunziekte. Eerst hielp dat maar gedeeltelijk en dus stapte Ann alvast in het voor­traject voor nierfunctievervangende therapie. ‘De overheid stimuleert

dialyse­centra om een zogenaamd predialysetraject op te zetten’, zegt prof. dr. Mileine Couttenye, kliniek­hoofd nefrologie. ‘Zo weten patiënten beter welke behandel­ opties ze hebben en betrekken we hen actief bij de keuze voor het type dialyse dat het best bij hen past. Hier in het UZA zien we dat voortraject heel breed. We bespreken de dialyse-opties, maar bekijken ook wat de mogelijkhe­ den zijn voor transplantatie. Een donornier biedt onze patiënten nog altijd de beste kansen. Hoe sneller een patiënt een transplan­ tatie kan krijgen, hoe beter.’

In het ziekenhuis of thuis Het voorbereidende traject bestaat uit drie afspraken. Manager-­verpleegkundige Sabine ­Verhofstede begeleidt de patiën­ ten tijdens het hele traject, regelt alle afspraken en is het eerste aanspreekpunt. Na de eerste afspraak met algemene infor­ matie over de opties in het UZA kreeg Ann brochures met aanvul­ lende informatie mee naar huis. Hemodialyse verloopt via het bloed en gebeurt in het ziekenhuis

Een familielid of vriend meenemen helpt om de informatie te verwerken.

of in een low care centrum, drie keer per week een sessie van vier uur. Bij sommige patiënten kan het ook thuis. De andere optie is peritoneale dialyse. Dat ver­ loopt via het buikvlies en wordt thuis uitgevoerd, overdag of ’s nachts tijdens het slapen. ‘Ik kreeg ook meteen te horen dat ik in aanmerking kwam voor een niertransplantatie’, vertelt Ann. ‘In het begin was ik vooral bezig met de praktische kant van de zaak. Ik wilde het liefst naar het ziekenhuis komen voor de dialyse. Ik had zelfs al bedacht op welke dagen ik dat kon inplannen, zodat ik nog op mijn kleinkinderen zou kunnen passen.’ Nadat Ann thuis alle bro­chures had doorgenomen, kwam ze terug naar het ziekenhuis voor de tweede afspraak, samen met haar


man. ‘We adviseren patiënten om een familielid of goede vriend mee te brengen’, zegt Couttenye. ‘Dat helpt om de informatie te verwer­ ken en achteraf te overleggen over de opties. Mantelzorgers leveren vaak een belangrijke bijdrage in de keuze.’

Kan ik nog slapen? Praktische informatie over beide behandelingen kregen Ann en haar man van gespecialiseerde verpleegkundigen: ‘Wij gaan met de patiënt naar de dialysezalen. We tonen bijvoorbeeld in een slaapkamersetting hoe de perito­ neale dialyse thuis werkt. Omdat wij er dagelijks mee bezig zijn, kunnen we heel concrete vragen beantwoorden, bijvoorbeeld of je nog vlot kan slapen als je thuis elke nacht aan de dialyse ligt, of hoe beide vormen van dialyse in zijn werk gaan als je op vakantie bent.’ Een educatieve video (zie kader) toont hemo- en peritoneale dialyse in de praktijk. ‘Onze eigen patiënten tonen daarin hoe het werkt en delen hun ervaringen. We merken dat nieuwe patiënten zich daardoor gesteund voelen.

Ze zien dat ze met dialyse nog een waardevol leven kunnen leiden.’

Een donororgaan ontvangen Op het einde van het traject was Anns keuze gemaakt: thuisdialyse via het buikvlies. Ook de man van Ann had nagedacht. Ann: ‘Hij vertelde mij dat hij zijn nier wou doneren om mij te helpen. Ik had het hem zelf nooit durven vragen. Maar ondertussen zijn de nodige onderzoeken gebeurd en is hij goedgekeurd als donor.’ Cout­ tenye vult aan: ‘Levende donatie is geen eenvoudig thema, maar we willen onze patiënten daarin zo goed mogelijk ondersteunen. Zowel de donor, als de ontvanger. Want ook wie een orgaan ont­ vangt, zit vaak met vragen.’ Tijdens de derde afspraak werd de keuze van Ann vastgelegd en werd alle informatie doorgege­ ven aan de nefroloog. Omdat de behandeling met medicatie bij Ann aanslaat en haar nierfunctie daardoor is verbeterd, hoeft ze voorlopig nog niet aan de dialyse. Maar als het toch zover komt, weet ze wat haar opties zijn. ‘Het is een last die van mijn schouders

valt. Ik weet nu waar ik aan toe ben. Ik ben heel blij met de ondersteuning die ik in dit hele traject gekregen heb. Je krijgt alle nodige informatie, maar de keuze blijft bij jou. Je neemt zelf je eigen gezondheid in handen.’

Patiënten ondersteunen patiënten Wat zou je willen zeggen tegen een mede­patiënt die moet starten met nierdialyse? Wat wil je hem tonen? Vertrekkend vanuit die vragen maakten de medewerkers van de dienst nierdialyse samen met het communicatieteam een educatieve video voor startende patiënten. Hij toont het verloop van de dialyse

en de praktische details, en maakt de moeilijke vragen waarmee nieuwe dialyse­ patiënten geconfronteerd worden, bespreekbaar. Verteld door patiënten uit het UZA, in hun eigen woorden. Een video als praktische ondersteuning én duwtje in de rug. Om privacyredenen is de video enkel te zien in het UZA op de dienst nierdialyse.

MAGUZA 15


Pijn bij het vrijen? Blijf er niet Pijn bij het vrijen blijft een groot taboe. ‘Er is nochtans altijd iets aan te doen’, beklemtoont gynaecoloog prof. dr. Gilbert Donders. Drie vragen over een veelvoorkomend maar vaak miskend probleem. ‘Wekelijks zie ik vijf à tien nieuwe patiënten voor wie seksueel contact pijnlijk is. Daar kijken vrouwen van op. Weten dat het probleem vaker voorkomt, is meestal al een geruststelling’, zegt prof. dr. Gilbert Donders. Drie belangrijke vragen op een rijtje.

Dienst gynaecologie, T 03 821 33 50 www.uza.be/gynaecologie 16

1

Om wat voor klachten gaat het?

Naargelang de oorzaak ervaar je een ander soort ongemak. Het meest voorkomend is pijn bij het begin van de betrekkingen, aan de ingang van de vagina. Meestal concentreert de pijn zich dan specifiek op één of meerdere punten. ‘Afhankelijk van de plaats spreken we dan over centrale pijn of vulvodynie. In dat laatste geval zitten de pijnpunten meer aan de zijkant. Die pijn kan erg heftig zijn’, legt Donders uit. Ook irritatie of pijn binnenin de schede komt voor. Soms ook is er sprake van buikpijn tijdens het vrijen: dat wijst meestal op een gevoelige baarmoederhals of een probleem met een ander orgaan.

2

Vanwaar komt de pijn?

De oorzaken zijn divers. Centrale pijn, de meest voorkomende klacht, is meestal het gevolg van een te nauw maagdenvlies. Vaak optredende problemen zijn daar­ naast een infectie, zoals herpes of een schimmelinfectie, een ont­ steking in de schede, hormonale problemen of een te gespannen bekkenbodem. ‘Soms speelt er ook een blaas- of baarmoeder­ halsontsteking mee, of endo­ metriose, een ziekte waarbij het baarmoederslijmvlies zich buiten de baarmoederholte bevindt. Ook andere anatomische afwijkingen kunnen de boosdoener zijn. Maar al die zaken zijn eerder zeldzaam als oorzaak’, vervolgt Donders. Soms ook is de oorzaak psycho­ logisch van aard of komt de pijn voort uit een onverwerkt trauma. ‘Maar uiteraard gaan we altijd eerst op zoek naar een lichame­ lijke oorzaak’, aldus Donders.


mee zitten

3

Wat kun je ertegen doen?

Alles begint bij een correcte diag­ nose: daarom stap je het best eerst naar een gynaecoloog met ervaring in dit domein. Hij of zij zal luisteren naar je verhaal. Hoe lang heb je de pijn al, waar en wanneer treedt de pijn precies op, heb je meer last bij een bepaalde houding? Aarzel niet om de zaken duidelijk te benoe­ men. Daarna volgt een uitgebreid onderzoek om de oorzaak van het probleem te achterhalen. De kans dat de arts de oorzaak vindt én een effectieve behande­ ling kan voorstellen, is erg groot. Vaak volstaat het om medicatie te nemen, bijvoorbeeld als er sprake is van een infectie of ontsteking. Ook als de oorzaak hormonaal is, is dat goed te verhelpen. Donders: ‘Zo kunnen we vaginale droogte tijdens of na de menopauze, maar ook bij jongere vrouwen, heel goed behandelen met een lokale hormonentherapie.’

Als er sprake is van een te nauw maagdenvlies, zal je gynaecoloog een kleine ingreep onder plaat­ selijke verdoving voorstellen. Ook bij andere anatomische af­­ wijkingen is dat vaak de oplos­ sing. Donders: ‘Een geval apart is vulvodynie: bij die patiënten is het vaak zoeken naar de juiste behan­ deling. Dat kan bijvoorbeeld bekkenbodemtherapie of medi­ catie zijn. Chirurgisch ingrijpen is maar heel zelden nodig.’ Indien nodig kan je gynaecoloog je ook doorverwijzen naar een bekken­ bodemtherapeut, psychothera­ peut of seksuoloog. Ook dan is er bijna altijd verbetering mogelijk.

Symposium over pijn bij vrijen Het UZA organiseerde in december 2018 een symposium over pijn bij het vrijen voor artsen en zorgverleners. Dat gebeurde in samenwerking met International Society for Infectious Diseases (ISIDOG), Dienst Gynaecologie VUB Brussel, de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (VVOG) en Femicare (Klinisch Wetenschappelijk Onderzoek voor de Vrouw). Zowel diagnose als behandeling kwamen aan bod.

MAGUZA 17


Alles is relatief, behalve je nachtrust.

Einstein was een briljant uitvinder die als geen ander wist hoe krachtig de combinatie is van creativiteit en wetenschap. Equilli verbindt beide kwaliteiten in haar matrassen. Het resultaat? Een volledig gepersonaliseerde matras met unieke slaapgarantie. Je hoeft geen Einstein te zijn om te bedenken wat de voordelen voor u zijn. Want een goede nachtrust begint bij de juiste matras. Dat is een wetenschap!

ontwikkeld door wetenschappers individueel ingesteld obv Sleep Scan eenvoudig aanpasbaar na aankoop voorzien van unieke slaapgarantie

Ontdek Equilli bij de verdeler in je buurt of op onze website

Cornelis Bedding

18

Rumst Mechelsesteenweg 8 2840 Rumst T: 015 32 08 55 ma - za: 10u - 18u zo: 14u - 18u do gesloten

Wommelgem Herentalsebaan 417A 2160 Wommelgem T: 03 259 09 08 di - za: 10u - 18u zo: 14u - 18u ma gesloten

Belsele Lokersebaan 52 9111 Belsele T: 03 772 65 57 ma - za: 10u - 18u zo: 13u - 18u di gesloten

Dendermonde Mechelsesteenweg 138 9200 Dendermonde T: 052 21 45 51 di - za: 10u - 18u zo: 14u - 18u ma gesloten


MAGU Z A

Dossier LONGZIEKTEN

ZORGMAGAZINE VAN HET UZA

April 2019 #116

Totaalaanpak bij longproblemen Teamwerk is het codewoord op de dienst longziekten, om patiënten met longaandoeningen de allerbeste zorg te geven. Zeker bij een longtransplantatie, waarbij zo’n honderd zorgverleners betrokken zijn.

Peter (49) onderging een longtransplantatie

www.maguza.be   UZAnieuws   UniversitairZiekenhuisAntwerpen

‘Na de transplantatie leek mijn wereld opeens veel groter.’

19


Dossier

Prof. dr. Hanneke Kwakkel-van Erp, longarts

Dr. Suresh Krishan Yogeswaran, chirurg

Dr. Veronique Verplancke, longarts

Dienst longziekten / pneumologie T 03 821 35 39, www.uza.be/longziekten

20


DOSSIER LONGZIEKTEN

Longtransplantatie in het UZA

‘We willen patiënten nog meer extra jaren geven’ De dienst longziekten is een van de vier centra in België die longtransplantaties doen. ‘Een longtransplantatie tot een goed einde brengen is topsport voor alle betrokkenen’, zegt

I

n België vinden elk jaar zo’n 110 long­ transplantaties plaats. Als alles goed gaat, krijgen de patiënten hun leven terug. ‘Als je die mensen een jaar na hun operatie op straat tegenkomt, zou je niet zeggen dat ze zo’n zware ingreep hebben doorstaan’, zegt prof. dr. Hanneke Kwakkel-van Erp. ‘Ze zien eruit als jij en ik, kunnen weer werken, sporten, met hun kleinkinderen spelen ...’ Het UZA is een van de vier centra in België waar longtrans­ plantaties plaatsvinden. De eerste longtransplantatie in het UZA dateert van 1997. Daarnaast heeft het ziekenhuis veel ervaring met andere orgaantransplantaties. ‘Patiënten die in aanmerking komen voor een longtransplan­ tatie, zijn in de eerste plaats men­ sen met een vergevorderd stadium van mucoviscidose, chronisch obstructief longlijden (COPD) of longfibrose, een ziekte waarbij er zich uitgebreide littekens vormen in de longen’, legt Kwakkel-van Erp uit. ‘Omdat het aantal

donoren beperkt is, willen we elk orgaan goed benutten. Daarom behandelen we alleen patiënten die enerzijds zonder donorlong

Gaandeweg wordt de patiënt echt een deel van het team. niet lang meer te leven hebben, maar die anderzijds in een vol­ doende goede conditie zijn om de ingreep te doorstaan. Daarom is er ook een heel uitgebreide screening.’ Voor de patiënten is het hele traject erg intensief. ‘Die mensen kijken de dood in de ogen. Ze moeten op ons kunnen vertrouw­ ­en en vice versa. Gaandeweg worden ze echt een deel van het team’, zegt Kwakkel-van Erp.

De klok tikt Bij een longtransplantatie komen ontzettend veel zorgverleners kijken. ‘Dat zijn er gemakkelijk honderd’, schat Kwakkel-van Erp. ‘Transplantatiecoördinatoren,

longartsen, chirurgen, anesthe­ sisten, intensivisten, verpleeg­ kundigen, kinesitherapeuten, apothekers, sociaal werkers, de psychologe ... Tot en met de schoonmaakploeg die ervoor zorgt dat de patiënt met zijn of haar sterk verlaagde afweer in een kraaknette kamer ligt. Iedereen is erg betrokken.’ De ingreep zelf is erg complex. Twee à drie chirurgen, anesthe­ sisten en verpleegkundigen staan tijdens die cruciale uren zij aan zij aan de operatietafel. ‘Omdat we de donorlongen binnen de zes à acht uur moeten implanteren, tikt de klok’, zegt chirurg dr. Suresh Krishan Yogeswaran. ‘Eén team gaat de longen bij de donor verwijderen, een tweede team start al met de voorbereiding van de patiënt in het UZA en tot slot is er de transplantatie zelf. Dat is bijna altijd een dubbele long­ transplantatie. Het is een heel delicate onderneming: zo moet de patiënt tijdens de operatie een korte tijdspanne overbruggen met maar één long, met ondersteu­ ning van de beademingsmachine. Niet vanzelfsprekend voor zulke

MAGUZA

longarts prof. dr. Hanneke Kwakkel-van Erp.

21 21 21


Dossier

Nog steeds sterven er pati­ ënten terwijl ze op de wachtlijst voor donor­ longen staan.

kwetsbare patiënten. Toch is de kans op overlijden tijdens de ingreep gelukkig erg klein.’ Vooral de maand na de operatie is spannend, vanwege de relatief hoge kans op afstoting en infec­ ties. Het hele team moet dan alert zijn op problemen en indien nodig snel kunnen reageren. ‘Dat mag je gerust topsport noemen, voor alle disciplines’, zegt Kwakkel-van Erp. De behandeling is altijd maatwerk omdat elke patiënt anders reageert.

Tekort aan donoren Een heikel punt blijft het tekort aan donoren. Nog steeds sterven er patiënten op de wachtlijst. Kwakkel-van Erp: ‘Daarom trans­ planteren we vandaag ook orga­ nen waarvan we vroeger dachten dat die niet geschikt waren. Zo gebruiken we soms longen van rokers of van iets oudere dono­ ren. Intussen weten we dat ook die perfect bruikbaar zijn: die patiënten doen het vaak erg goed.’ Een andere tendens is donatie na hartstilstand: het gaat dan niet om hersendode patiënten, maar om zwaar zieke patiënten die aan de beademing liggen en voor wie behandeling geen zin meer heeft. In overleg met de familie kan de

Dienst longziekten

22

arts dan beslissen om de behan­ deling te staken en hun organen meteen na hun overlijden weg te laten nemen. Het blijft warm aanbevolen om je te laten registreren als donor. In principe is iedereen die bij leven geen verzet aantekende een mogelijke orgaandonor, maar in de praktijk houden artsen altijd reke­ ning met de wensen van de familie.

4

Patiënten overleven langer Op dit moment bedraagt de overleving na een longtransplan­ tatie gemiddeld acht à tien jaar. ‘Die relatief slechte prognose heeft onder meer te maken met het feit dat longen rechtstreeks in contact staan met de buitenlucht, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het hart. Dat verhoogt de kans op infecties’, zegt longarts dr. Vero­ nique Verplancke. Het eerste jaar overlijdt 20 % van de patiënten. Verplancke: ‘Daar staat tegenover dat patiënten die die eerste periode goed doorstaan, gemiddeld een stuk langer dan tien jaar leven. Maar dan nog: we willen die cijfers natuurlijk zien verbeteren.’ Er is zeker nog verbetering mogelijk, denkt het team. Kwakkel-van Erp: ‘Tien jaar geleden bedroeg de gemiddelde

+ Het team omvat 13 long­artsen, twee assistenten in opleiding, drie consulent-longartsen, naast kinesitherapeuten, ergotherapeuten, tabako­ logen, verpleegkundigen, longfunctie-analisten en secretariaatsmedewerkers.

overleving na een longtransplan­ tatie maar vijf à acht jaar. Zo snel gaat het. En nu al zijn er patiënten die 25 jaar of zelfs langer in leven blijven. Wij willen uiteraard weten hoe dat komt. Via onderzoek en ervaring willen we de overleving verder doen stijgen.’

De dienst werkt nauw samen met het Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA), het Slaap­centrum, de thorax­ chirurgen en intensieve zorg, maar ook met andere zorg­ verleners van het zieken­huisnetwerk Helix, dat zes ziekenhuizen in de regio groepeert.

speerpunten

Speerpunten van de dienst longziekten zijn: • niet-invasieve beademing van patiënten die thuis chronische ademhalingsondersteuning nodig hebben, onder wie ALS-patiënten • de behandeling van longkanker en longvlieskanker, onder meer met immuuntherapie, waarbij voortdurend vernieuwende klinische studies plaatsvinden • de behandeling van slaapgebonden ademhalingsstoornissen, zoals slaapapneu • longtransplantatie

? De klemtoon ligt op hoogstaande zorg, opleiding en onderzoek. Om de kwaliteit van de zorg te meten, brengt de dienst feedback van patiënten over hun behandeling en levenskwaliteit systematisch in kaart.


De longrevalidatie in het UZA schakelt een versnelling hoger. Patiënten werken niet alleen aan kracht en conditie, maar krijgen indien nodig ook ergotherapie, voedingsad­ vies of andere ondersteuning. Ze worden begeleid door een nieuw, jong team met longrevalidatiearts dr. Jo Raskin, vijf kinesitherapeuten en een ergotherapeute.

1

2

Voor welke patiënten is longrevalidatie zinvol? Raskin: ‘Onze revalidatie staat open voor alle patiënten met een chronische longziekte die recht hebben op terugbetaling ervan. Maar in de praktijk begeleiden we vooral patiënten met chronisch obstructief longlijden (COPD). Voor die groep is het nut van revalidatie ook het duidelijkst wetenschappelijk aangetoond. Velen van hen hebben immers een erg slechte conditie doordat ze zo kortademig zijn. Daardoor komen ze op de duur nog amper de deur uit. Zo dreigt een vicieuze cirkel te ontstaan, die wij proberen te doorbreken. Ook longtransplantatiepatiënten kunnen bij ons terecht.

Waaruit bestaat de longrevalidatie? Raskin: ‘Patiënten krijgen in de eerste plaats kinesitherapie, waarbij ik ze medisch opvolg. Maar we bekijken ook het bredere plaatje. Kunnen de patiënten zich thuis nog goed beredderen? Moeten we hun voeding aanpassen? Hebben ze misschien recht op een toelage? Is er nood aan psychologische steun? Zo’n 40 % van de COPD-patiënten heeft immers last van een depressie of angsten, wat begrijpelijk is gezien de ernst van hun ziekte en het sociaal isolement waarin velen verzeilen. Om dat alles in kaart te brengen, worden alle patiënten in het begin gescreend door onze ergotherapeute, de diëtiste, de psychologe en de sociaal wer­ ker. Zo kunnen we de gepaste ondersteuning aanbieden. Ook rookstopbegeleiding, het juiste gebruik van puffers en zuurstofbehandeling zijn aandachtspunten.

DOSSIER LONGZIEKTEN

over longrevalidatie aan dr. Jo Raskin (links), longrevalidatiearts en Kevin De Soomer, coördinator kinesitherapie

3 4 5

Wat houdt de kinesitherapie in? De Soomer: De klemtoon ligt op kracht- en uithoudingstraining, met oefeningen op de loopband, fiets, step, crosstrainer ... Daarnaast leren we patiënten hoe ze hun ademhalingsspieren kunnen trainen. Alle patiënten krijgen een schema op maat: het is niet de bedoeling hen af te peigeren. We wil­ len hen vooral aanmoedigen om weer actief te worden.

Hoe lang duurt zo’n revalidatieprogramma? De Soomer: ‘De meeste patiënten komen zes maanden. De eerste drie maanden trainen ze drie keer per week, daarna nog twee keer per week. Het is de bedoeling dat ze ook thuis geleidelijk meer beginnen te oefenen. Na zes maanden volgen wij hen alleen nog op en zet­ ten zij de revalidatie voort onder begeleiding van een kinesitherapeut bij hen in de buurt of in een fitnesscentrum.

Welke resultaten mogen de patiënten verwachten? Raskin: Uit onderzoek weten we dat longre­ validatie de kortademigheid vermindert en de levenskwaliteit verbetert. En vermoede­ lijk daalt ook het aantal opstoten van COPD. Schijnbaar kleine verbeteringen kunnen voor de patiënt veel betekenen: weer de trap op kunnen om boven te gaan slapen, eindelijk nog eens op familiebezoek … De Soomer: Ik sta er vaak van versteld hoe­ veel vooruitgang patiënten al na een paar weken maken. Ook het groepsgebeuren is belangrijk. Nogal wat patiënten raken door hun ziekte in een sociaal isolement. Hier leren ze elkaar op de duur kennen en gaan ze al eens samen een koffie drinken. Dat is mooi om te zien.

MAGUZA

5

vragen

23 23 23


Dossier

‘Zien dat de zon schijnt is genoeg om mij gelukkig te maken.’

Peter onderging

‘Niet iedereen Drie jaar geleden kreeg Peter (49) nieuwe longen. ‘Een mooier cadeau had ik niet kunnen krijgen. Mijn wereld leek opeens veel groter. En de ziekenhuisgangen korter’, lacht hij.

H

et was zijn werkge­ ver die hem naar de dokter stuurde. ‘Als ik nog maar opstond uit mijn stoel, moest ik daarna weer op adem komen. Met de fysieke job die ik had – het onderhoud van gebouwen – was dat natuurlijk niet meer houdbaar’, herinnert hij zich. Op de dienst longziekten viel na een reeks onderzoeken het harde verdict. Peter had een ver­ gevorderd stadium van emfyseem, een vorm van chronisch obstruc­ tief longlijden (COPD) waarbij de longblaasjes geleidelijk kapot­ gaan. ‘Ik rookte, had van nature zwakke longen en was in mijn vorige job vaak bezig met afbreken en slijpen. Dat zal allemaal wel hebben meegespeeld.’

‘UZA werd mijn tweede thuis’ Longarts dr. Veronique Verplancke schreef medicatie en pufs voor, en longrevalidatie. Aan dat laatste had hij veel. ‘Nadien voelde ik me telkens beter. Ook dankzij de longdrainage, waarbij de kinesi­therapeute mijn longen vrijmaakte van slijmen. En het was zalig om met lotgenoten te kunnen babbelen en zelfs grapjes te maken over onze ziekte. Van 24


DOSSIER LONGZIEKTEN

een longtransplantatie

krijgt zo’n geschenk’

Zes maanden op de wachtlijst Al kort na zijn diagnose viel het woord longtransplantatie. In de loop van 2015 onderging hij de screening. ‘Ze onderzoeken je dan letterlijk van top tot teen, en ook psychisch’, zegt Peter. ‘Ik had het geluk dat er verder niets aan mij scheelde. Dus mocht ik op de wachtlijst.’ Zes maanden moest hij uiteindelijk wachten. ‘Dat was kantje boordje. Op het laatst had ik een keer mijn behande­ ling met het beademingstoestel verwaarloosd. Het koolzuurge­ halte in mijn bloed was daardoor

gevaarlijk gestegen en opeens voelde ik mezelf wegzakken. Had mijn moeder me toen niet gevon­ den, ik was er niet meer geweest. Ik raakte er weer bovenop, maar daarna nam ik er vrede mee dat ik misschien zou sterven. Het was een last die van me afviel.’ Uitgerekend een week later kwam hét telefoontje: er waren donorlongen voor Peter. ‘Ik was zo van mijn melk dat ik zelfs mijn

Ik had er al vrede mee dat ik misschien zou sterven. reistas vergat’, lacht hij. Toen Peters bed naar de operatiezaal werd gereden, stonden de ver­ pleegkundigen in een haag op de gang om hem geluk te wensen. ‘Niet te beschrijven hoe dat was’ Het werd een operatie van wel twaalf uur, maar in de weken erna kwam Peter verbazend snel op krachten. ‘De revalidatie begon al op intensieve zorg. Na drie weken mocht ik naar huis.’ Het was de start van een nieuw leven. Peter: ‘Ik kan moeilijk beschrijven hoe het was om weer alles te kunnen doen, te kunnen stappen zonder zuurstof of rollator, weer ergens naartoe te kunnen ... Vrienden die hadden gedacht me nooit meer terug te zien, waren zo verrast toen ze mij na mijn operatie

weer tegenkwamen.’ Peter moest nog zeven maanden revalideren. Tot vandaag gaat alles goed, op een enkele afstotings­reactie na, die de artsen onder controle kregen. Hij staat weer actief in het leven, wandelt, fietst, is opnieuw bezig met kunst en muziek … En hij kocht een huis, dat hij eigenhandig wil verbouwen. ‘Niet iedereen krijgt een geschenk als dit’, beseft hij. ‘Ik ga daarom heel bewust om met mijn gezondheid. En ik geniet van elke dag. Zoals nu: zien dat de zon schijnt is genoeg om mij gelukkig te maken.’

Ademtest voor CurieuzeNeuzen Hebben mensen die in een straat met veel luchtvervuiling wonen, een verhoogde kans op luchtwegproblemen zoals astma of een chronische longziekte? De dienst longziekten wil dat nagaan met een nieuwe techniek waarbij uitgeademde lucht wordt onderzocht op specifieke merkers. Die stoffen weerspiegelen de toestand van de longen en luchtwegen. ‘We gaan daarvoor samenwerken met het team rond CurieuzeNeuzen en Airbezen, dat met medewerking van 20.000 Vlamingen de luchtkwaliteit in Vlaanderen in kaart bracht’, zegt prof. dr. Jan Van Meerbeeck. ‘Bij mensen die in een straat met een hoge concentratie aan vervuilende stoffen wonen, willen we via zo’n ademstaal controleren of er inderdaad schade is aan de longen of luchtwegen. In een volgende fase willen we onderzoeken in hoeverre die resultaten samenhangen met de woonomgeving of met andere factoren. Zo speelt ook de weg die mensen naar hun werk of school afleggen, allicht een grote rol.’ www.curieuzeneuzen.be

MAGUZA

elkaar konden we dat hebben’, vertelt Peter. Met de hulp van de rookstopbegeleider zwoer hij definitief het roken af. Toch ging Peters toestand achteruit. Hij werd de klok rond afhankelijk van zuurstof en daar kwam na een tijdje ook thuisbe­ ademing bij, zowel ‘s nachts als enkele uren overdag. Na verloop van tijd woog Peter nog maar krap 53 kilo, ondanks een verrijkte voe­ ding en zelfs sondevoeding. ‘Keer op keer moest ik worden opgeno­ men in het ziekenhuis. Daar voelde ik me altijd veilig en gesteund. Het werd een tweede thuis.’ Op de duur kon hij bijna niets meer. Door de kortademigheid werd zelfs praten moeilijk. ‘Er kwam soms bezoek, en verder ging ik al eens rond­ wandelen in een doe-het-zelfzaak. Leunend op mijn winkelkar, een beetje rondkijken. Ja, als technie­ ker in hart en nieren vond ik dat leuk’, glimlacht hij.

25 25 25


DOSSIER LONGZIEKTEN

Dossier

Nieuwe behandeling helpt patiënten met ernstig emfyseem Patiënten met de chronische longziekte emfyseem krijgen letterlijk meer ademruimte dankzij klepjes die de zieke longkwab afsluiten. In België passen nog maar enkele ziekenhuizen de techniek toe.

MAGUZA

V

26 26

Dienst longziekten / pneumologie T 03 821 35 39, www.uza.be/longziekten

an de patiënten met chronisch obstructief longlijden (COPD) lijdt 20 tot 25 % aan een ernstige vorm van emfyseem. ‘Eenvoudig gesteld maakt die ziekte de longblaasjes kapot’, legt longarts dr. Xiang Hua Zhang uit. ‘De zieke longblaasjes nemen nog wel lucht op, maar krijgen die er niet meer volledig uit. Daardoor rekken de aangetaste longdelen helemaal uit en raakt de ademhaling verstoord. Het zieke longweefsel neemt abnormaal veel plaats in en brengt zo het gezondere gedeelte van de longen in verdrukking.’ Emfyseempatiënten worden gaandeweg kortademig en kunnen nog maar weinig inspanningen aan. Medicatie om het ziekteproces stop te zetten, is er niet. Patiënten kunnen wel de symptomen

verlichten met pufjes. Sommigen zijn afhankelijk van extra zuurstof.

Meer ruimte voor gezond weefsel Zhang: ‘Als behandeling kan je de ziekste longkwab operatief verwijderen. Die operatie bestaat al tientallen jaren, maar niet alle patiënten komen ervoor in aanmerking. De ingreep is alleen mogelijk als de zieke longblaasjes zich op de bovenste longkwabben bevinden – dat wordt heterogeen emfyseem genoemd. Bovendien is het een nogal ingrijpende operatie.’ De dienst longziekten introdu­ ceerde nu een nieuwe techniek, waarbij de arts zogenaamde endobronchiale valves of klepjes plaatst. ‘Die brengen we aan in de luchttakken die leiden naar de meest aangetaste longkwab’, ver­ duidelijkt Zhang. ‘Het klepje is te vergelijken met een eenrichtings­ ventiel: er kan geen lucht meer in de longblaasjes, maar de lucht kan er wel nog uit. Zo sluiten we de zieke, niet meer functione­ rende longkwab af. Afhankelijk van de toestand van de lucht­ takken plaatsen we meerdere klepjes, gemiddeld een viertal. In de loop van de maanden verliest

de afgesloten longkwab zijn volume. Zo krijgt het omliggende gezondere longweefsel opnieuw meer ruimte. Patiënten knappen daardoor flink op: ze worden minder kortademig en kunnen weer meer activiteiten aan.’

Sluipwegen opsporen Een voordeel van de nieuwe tech­ niek is dat hij ook mogelijk is als de zieke longblaasjes meer verspreid zitten, wat we homogeen emfy­ seem noemen. Bovendien is er geen operatie nodig: alles gebeurt via een bronchoscopie, waarbij de arts onder algemene verdoving een dun slangetje via de mond tot in de luchtwegen brengt. ‘We kunnen de ingreep echter niet bij alle emfyseempatiënten uitvoeren: er zijn strenge selectie­ criteria’, vervolgt Zhang. ‘Boven­ dien zijn er soms ‘sluipwegen’ van lucht van de gezondere longkwab naar de zieke longkwab. Dan heeft de procedure geen zin. Daarom zijn er uitgebreide vooronder­ zoeken nodig. De plaatsing van de klepjes is een vrij eenvoudige ingreep, met een beperkt risico op complicaties. In België is er voor­ lopig geen terugbetaling. Het UZA financiert de behandeling daarom vanuit zijn Innovatiefonds.


VISIE

Geen toekomst zonder universitaire ziekenhuizen

T

oen het UZA 40 jaar geleden uit de startblokken schoot, waren universitaire ziekenhuizen ‘werkplaatsen’ van de faculteiten geneeskunde. Ze waren opleidingscentra voor jonge artsen. Wetenschappelijk onderzoek was voor de faculteiten. Tussen toen en nu is er een geweldige verschuiving gebeurd: vandaag zijn de universitaire ziekenhuizen de kraamklinieken voor onderzoek en innovatie. Daardoor creëren ze welvaart en zijn ze de motor voor de gezondheidszorg van morgen. Ze garanderen innovatie in de medische praktijk. Universitaire ziekenhuizen nemen daarvoor risico’s door te

investeren in onderzoek en nieuwe technologieën. Het UZA investeert elk jaar ongeveer 15 miljoen euro in wetenschappelijk patiëntgericht onderzoek. Onze artsen krijgen ruimte en middelen om aan onderzoek te doen omdat we ervan overtuigd zijn dat ze op die manier voor hun patiënten het verschil kunnen maken. Elke dag dienen zich nieuwe inzichten aan, de technologie evolueert razendsnel. Ziektes die 40 jaar geleden dodelijk waren, zijn nu geneesbaar of chronisch. Er ontstaan – gedragen door multidisciplinair onderzoek – nieuwe megatrends: inno­ vatie, digitalisering, artificiële intelligentie, gepersonaliseerde

geneeskunde, genetica bieden tal van nieuwe mogelijkheden. Inspelen op die nieuwe oppor­ tuniteiten en de steeds complexer wordende geneeskunde kanalise­ ren naar nieuwe kansen voor onze patiënten, dat is onze focus voor de volgende jaren. Nieuwe kennis genereren en verspreiden, transfer van technologie in de geneeskunde en economische valorisatie van onderzoek blijven meer dan ooit onze missie.

Johnny Van der Straeten Gedelegeerd bestuurder

MAGUZA 27


ONDERZOEK & INNOVATIE

FWO-onderzoek naar penicilline-allergie

De allergie die er vaak geen is Zo’n 10 % van de mensen denkt dat hij of zij allergisch is voor penicilline, ongeveer 1 % is het echt. De dienst allergologie zoekt uit hoe dat precies zit en hoe je het best tot een diagnose komt.

V Dienst allergologie T 03 821 32 99 28

an alle antibiotica schrijven artsen peni­ cilline het vaakst voor. 1 op 100 personen is er echter allergisch voor, zo’n 110.000 Belgen dus. Daarmee is het een veelvoorkomende allergie, die bovendien niet zonder risico is: het is de belangrijkste oorzaak van levensbedreigende reacties op medicatie. ‘De symptomen

treden ofwel binnen het uur op, ofwel een stuk later’, zegt UZA-­ allergologe dr. Athina Van Gasse. ‘Bij een onmiddellijke reactie gaat het vooral om netelroos, jeuk, zwellingen, braken, kortademig­ heid en zelfs bewustzijnsverlies. In geval van een laattijdige reactie is er meestal sprake van een huiduitslag die doet denken aan de uitslag bij mazelen.’


Zekere voor het onzekere De dienst allergologie startte in september 2018 met een onder­ zoek naar penicilline-allergie, gefinancierd door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). De onderzoekers gaan onder meer na hoe vaak de allergie bij ons voorkomt en hoe je het best tot een diagnose komt. ‘Het aantal mensen met een peni­cilline-allergie wordt sterk overschat’, zegt Van Gasse. ‘In het kader van ons onderzoek vragen wij aan alle patiënten op de raadpleging of ze allergisch zijn voor penicilline. Van de eerste 605 patiënten antwoordden er liefst 74 positief, wat neerkomt op 12 %. Die mensen geven we de kans om zich te laten testen.’ ‘Uit medische literatuur weten we dat van die groep vermoedelijk maar 1 op de 10 patiënten de allergie ook echt heeft’, vult prof. dr. Vito Sabato van de dienst allergologie aan. Vanwaar die grove over­ schatting? ‘Veel mensen dragen de stempel al sinds hun kinder­ tijd, bijvoorbeeld omdat ze een keer huiduitslag kregen tijdens een behandeling met penicilline’, legt Van Gasse uit. ‘Terwijl die uitslag misschien een gevolg was van de infectie waarvoor ze de medicatie kregen. Begrijpelijk genoeg hebben veel ouders niet de reflex om daarmee naar een specialist te gaan. De huisarts schrijft daarna uit voorzorg geen penicilline meer voor.’ Die systematische overschatting van het aantal personen met peni­ cilline-allergie is minder onschul­ dig dan je zou denken. Het zorgt er bijvoorbeeld voor dat velen niet

de antibiotica krijgen die voor hen het best werkt. Daardoor genezen ze minder vlot. Sabato: ‘En er is ook een economische impact, aangezien die mensen daardoor soms langer in het ziekenhuis liggen. Bovendien zijn de andere soorten antibiotica een stuk duurder.’

‘Door de overschatting van het aantal mensen met een penicillineallergie krijgen velen niet de meest geschikte antibiotica.’

Provocatietest De patiënten die deelnemen aan de studie, krijgen een huidtest en een bloedonderzoek. Ook ondergaan ze een provocatie­ test: daarbij worden ze op een gecontroleerde manier aan penicilline blootgesteld. ‘Daar­ naast voeren we een zogenaamde basofielen­activatietest uit, een gespecialiseerd bloedonderzoek waarbij we de bloedcellen in een proefbuis met het allergeen in contact breng­en. We willen name­ lijk weten in hoeverre die test kan voorspellen of een patiënt allergisch is voor penicilline of niet. Een gewoon bloedonderzoek heeft immers een lage voorspel­ lende waarde, maar een huid- en provocatietest nemen veel tijd in beslag en houden altijd een klein risico in. In die zin zou een basofielenactivatietest een grote

meerwaarde kunnen betekenen’, licht Sabato toe. De groep patiënten die mogelijk de allergie heeft, is erg groot. ‘Net daarom is het zo belangrijk dat we op een efficiënte manier tot een betrouwbare diagnose komen’, aldus Van Gasse. Ten slotte gaan de onderzoekers na in hoeverre de patiënten in kwestie ook aller­ gisch zijn voor andere, gelijk­ aardige antibiotica. Daarnaar gebeurde tot dusver maar weinig gedetailleerd onderzoek.

Nieuw dagziekenhuis kan meer patiënten aan De patiënten die deelnemen aan de penicillinestudie, ondergaan de onderzoeken in het nieuwe dagziekenhuis van de dienst immunologie. Dat heeft niet alleen meer licht en ruimte dan de vorige dagopname, maar ook meer capaciteit: het is uitgerust met acht behandelstoelen, vier bedden en twee kamers voor kin­deren. Alle patiënten kunnen nauwkeurig worden gemonitord. ‘Dankzij het nieuwe dag­ ziekenhuis kunnen nu meer patiënten tegelijk een huid- of provocatietest (zie hoofdtekst) ondergaan. Die tests nemen immers al gauw een halve dag in beslag’, zegt dr. Athina Van Gasse.

MAGUZA 29


4 × betere zorg Kwaliteit in de praktijk Kwaliteitslabels zoals Magnet en JCI zijn hulpmiddelen om onze zorg continu te verbeteren, samen met de patiënt. Vier voorbeelden uit de praktijk.

1

30

‘ Een katheter is een levenslijn’ Dr. Sabine Maes, anesthesist en voorzitter katheterteam

2

‘ Patiënt is beter op de hoogte’ Jan De Ruijter, hoofdverpleegkundige chirurgisch kortverblijf

Minder infecties door naaldloze connectoren

Verpleegkundigen briefen elkaar bij het bed

‘Als je een katheter of een infuus hebt, mogen er via die weg natuurlijk geen bacteriën in je bloedbaan komen. Dat risico stijgt naarmate een katheter langer moet blijven zitten, zoals bij patiënten met kanker of een andere zware aandoening. Om kathetergerelateerde bloedstroominfecties zo beperkt mogelijk te houden is er in het UZA een mutidisciplinair katheterteam actief. Een van onze maatregelen is de introductie van een naaldloze connector. Dat is eigenlijk een gesofisticeerd afsluitdopje dat de plaats inneemt van het klassieke kraantje. Door zijn vorm is het makkelijk schoon te maken voor injectie en zijn de leidingen nooit open naar de buitenwereld toe. Intensieve zorg zag het aantal infecties duidelijk dalen na de intrede van de naaldloze connector

‘Vorig jaar schakelden wij over op bedside briefings: de verpleeg­ kundigen van de vroege en de late shift doen de overdracht aan het bed van de patiënt. Dat heeft heel wat voordelen. Zo stelt de verpleegkundige zich automa­ tisch voor aan de patiënt en krijgt de ­patiënt bovendien meteen een overzicht van zijn situatie en van wat er nog gepland staat. Omgekeerd heeft de verpleegkun­ dige dan alle patiënten meteen al eens gezien. We winnen zo ook tijd, want vroeger kwamen alle verpleegkundigen samen voor een briefing over alle patiënten van de afdeling. Nu worden ze alleen gebriefd over de patiënten waar zij verantwoordelijk voor zijn. Nadien hebben ze dan nog tijd om samen een aantal taken af te werken. Het was wat wennen in het begin, maar nu ziet iedereen de voordelen.’

samen met andere maatregelen. Daarom voeren we de naaldloze connectoren nu ook in op de andere ziekenhuisafdelingen.’

Verbetering? Een laag aantal kathetergerela­ teerde infecties is een belangrijke kwaliteitsparameter voor een ziekenhuis. Voor zwaar zieke patiënten is een katheter boven­ dien een echte levenslijn. Minder problemen door infecties maakt voor hen een groot verschil. Reacties? ‘De patiënt merkt het niet, maar de kans op een infectie is kleiner.’

Verbetering? Betere uitwisseling van infor­ matie, persoonlijker contact en efficiënter werken. Reacties? ‘De patiënten zijn heel positief. Ze weten nu beter wie wie is en zijn beter op de hoogte van hun situatie.’


3

‘ Pijn verbijten is niet nodig’ Leo Lenaerts, hoofdverpleegkundige verpleegafdeling cardiochirurgie

4

‘ Alert blijven’ Klara Van den Ende, hoofdverpleegkundige dialyse-afdeling

Beter pijnbeleid na hartoperaties

Gewichtstoename tussen dialyses beter opgevolgd

‘Wij zijn op zoek gegaan naar een manier om de pijn van patiënten na een hartoperatie beter onder controle te krijgen. Samen met de verpleegkundigen, chirurgen en het pijncentrum hebben we een actieplan opgezet. Bij een hartoperatie komt onvermijdelijk pijn kijken, maar via doorgedreven pijnstilling kan die beperkt blijven. Een van de maatregelen is dat we de pijnmedicatie meer spreiden, om de nacht beter te kunnen overbruggen. Want uit de vooraf­ gaande bevraging was gebleken dat onze patiënten vooral ’s nachts nog te veel pijn ervaarden. De verpleegkundigen besteden nu ook meer aandacht aan educatie rond pijnstilling. Sommige patiënten proberen de pijn zoveel mogelijk te verbijten, terwijl dat nergens voor nodig is. Ook eventuele schrik voor verslaving is ongegrond bij het type pijnstillers dat we op de

‘Patiënten van wie de nieren niet goed meer functioneren, moeten aan de dialyse. Sommigen plassen nog, anderen helemaal niet meer. Tussen de dialyses door houden ze daardoor vocht vast. Als een patiënt in de dagen tussen de twee dialyses 2,5 kilo aan vocht opsta­ pelt, gaan we die 2,5 kilo tijdens de dialyse onttrekken. Te veel vocht in je lichaam is erg slecht voor je hart. Daarom wordt aan de dialysepatiënten aangeraden om per dag maximaal een liter te drinken, vermeerderd met de hoeveelheid die ze zelf nog plas­ sen. Dat valt de meeste patiënten erg zwaar. Sommigen komen tus­ sen twee dialyses tot zes kilo bij, wat de dialysesessie extra zwaar en soms langer maakt. We hebben daarom twee acties ondernomen om verpleegkundigen en patiën­ ten alert te houden. We visuali­ seren het maximale gewicht dat

afdeling geven. Patiënten krijgen nu op vaste uren medicatie en we moedigen hen aan om in de tussen­ tijd pijnstilling te vragen. Zeker ’s avonds, om te voorkomen dat de pijn hen wakker houdt.’

Verbetering? Minder pijn en meer comfort voor de patiënt. Reacties? ‘Uit een nieuwe bevraging bleek dat bij 84% van de patiënten de pijn goed onder controle was. Een jaar eerder was dat nog 62%.’

een patiënt mag bijkomen in het patiëntendossier, zodat het voor de verpleegkundigen in één oog­ opslag duidelijk is. Bij iemand van 60 kilo is dat veel minder dan bij iemand van 100 kilo. Daarnaast hebben we een infofolder gemaakt voor de patiënten met daarin een aantal tips om de vochtbeperking beter te kunnen volhouden. ’

Verbetering? Dialyse­patiënten komen minder bij en de dialysesessies kunnen beter ingepland worden. Reacties? ‘Patiënten zijn niet altijd blij als we hen erop aanspreken, omdat vochtbeperking voor hen erg zwaar kan zijn, maar ze vinden het wel positief dat we hen ondersteunen met duidelijke informatie.’ 31 MAGUZA 31


Perfect gezond en toch een hoge bloeddruk Een lagere bloeddruk? Die krijg je niet door af en toe intensief te sporten, wel door gezonder te leven en regelmatig te bewegen aan een matig tempo. Kliniekhoofd cardiologie dr. Hilde Heuten geeft meer uitleg bij vijf opmerkelijke feiten.

A

ls een arts je bloeddruk bepaalt, meet hij twee zaken: de bovendruk op het moment dat het hart samentrekt, en de onderdruk op het moment dat het hart ontspant. Vanaf een bovendruk van 140 millimeter kwikdruk (mmHg) of een onderdruk van 90 mmHg weet je dat de bloeddruk te hoog is. In de volksmond wordt de bloeddruk vaak uitgedrukt als twee getallen: 14 over 9.

Ernstige gevolgen voorkomen

Meer dan de helft van de 60-plussers

Levensstijl aanpassen

Hoge bloeddruk komt voor bij ongeveer 30 % van de volwassenen. Bij mensen ouder dan zestig jaar is dat dubbel zoveel. Je bloedvaten worden minder soepel als je ouder wordt, dat doet de bloeddruk stijgen, ook al ben je verder perfect gezond. Daarom laat je vanaf je veertigste je bloed­ druk het best elk jaar controleren door de huisarts.

32

Omdat een hoge bloeddruk vaak geen klach­ ten geeft, kan je een hoge bloeddruk hebben zonder het zelf te weten. Het is nochtans niet zonder risico: een hoge bloeddruk tast op termijn je hart en bloedvaten aan en kan bovendien je hersenen, nieren en ogen beschadigen. Rook je ook of heb je overge­ wicht, diabetes of hoge cholesterolwaarden, dan loop je een nog hoger risico op een hartinfarct of een beroerte.

Er bestaat veel medicatie om de bloeddruk naar beneden te halen, maar alleen daarop vertrouwen is geen goed idee. Je levensstijl aanpassen is vaak de beste methode, bij voorkeur zonder medicatie. Is medicatie toch noodzakelijk, dan is die aangepaste levensstijl nog steeds heel belangrijk om de medicatie beter te doen werken. Ze zorgt ervoor dat je minder medicatie nodig hebt om de bloeddruk onder controle te houden, zo vermijd je vervelende bijwerkingen.


Online shop & verkooppunt met keuze uit meer dan 10.000 Birkenstocks van maat 24 tot en met 50 Comfortabele en trendy slippers, sandalen en muilen met orthopedisch voetbed Onmiddelijk leverbaar uit voorraad! 3 à 5 kg vermageren helpt al Mensen denken vaak dat overgewicht onoverkomelijk is. Dat hoeft niet zo te zijn: door 3 à 5 kg af te vallen, kun je de bloeddruk al significant doen dalen. Andere belangrijke preventiemaatregelen zijn stoppen met roken, gezonder eten, minder zout toevoegen aan je eten, stress vermijden en alcohol beperken.

Bewegen is een must Wie zijn bloeddruk wil laten dalen, doet er goed aan om minstens vijf dagen per week dertig minuten te bewegen. Denk bijvoorbeeld aan zwemmen, fietsen, lopen, joggen of stevig door­ stappen. Je doet dat het best aan een matig tempo: als je nog makkelijk kan praten, dan zit je goed. Overdrijven met sporten is zeker niet de bedoeling want intensief sporten zorgt voor pieken in je bloeddruk.

Birkenstock Clogs voor professioneel gebruik met oog voor veiligheid en comfort: Antislip zool Zacht, schokdempend voetbed Uitneembaar voetbed Wasbaar op hoge temperatuur Vocht- en vetbestendig Antistatische eigenschappen voor gebruik in operatiekwartier

Steeds 10 tot 40% korting!

birkenshop.be Ring 35, 2200 Noorderwijk - 0472.98.98.88


Het UZA zoekt vrijwilligers Het UZA zoekt vrijwilligers met een warm hart en een luisterend oor voor patiënten. Leg je graag nieuwe contacten en heb je tijd om je in te zetten voor de medemens? Wil je helpen met transport van patiënten in rolstoel of bedlegerige patiënten van en naar onderzoeken/behandelingen? Wil je deze patiënten tijdens het vervoer bijstaan met een babbel en ondersteuning? En kan je je minimum 4 tot 8 u per week vrij maken in de voormiddag (van 9-13u)?

GROTE MATEN

DAMES■ HEREN■ KINDER■ SCHOENEN

SCHOENEN VOOR LOSSE maandag - vrijdag 10 - 18.30 u

STEUNZOLEN

zaterdag 10 - 18 u / zondag gesloten

Stel je dan kandidaat als vrijwilliger bij het UZA! Neem contact op met vrijwilligerscoördinator Nora Lens, tel. 03 821 40 11 of nora.lens@uza.be.

UZA / Wilrijkstraat 10 / 2650 Edegem Tel 03 821 30 00 / Fax 03 829 05 20 www.uza.be

Brusselsesteenweg 241 - 9230 Wetteren - T 09 369 38 64 - F 09 324 66 75 info@annemarievermeulen.be - www.annemarievermeulen.be


KORT

1 2 3 4

1

Als je onlangs in de gang op -1 passeerde, heb je de mysterieuze circusfoto’s vast opgemerkt. Twaalf jonge kankerpatiënten kropen voor de lens van fotograaf Bram Mönster in de huid van intrigerende circusartiesten. De organisatie Warriors Against Cancer wil op die manier de kracht van de kinderen in de verf zetten. Op basis van de foto’s kreeg elk kind een eigen personage in het bijhorende boek ‘Cirque Ancien’.

2

Kom onze nieuwe lounge ontdekken. In de bezoekersgang op -1 kan je na een opname voortaan in alle rust en comfort wachten tot je vervoer aankomt. 3

Als duiker neem je altijd een zeker risico. Bovendien moeten jonge duikers op andere zaken letten dan oudere duikers. Artsen en duikers verdiepten zich in de nieuwste wetenschappelijke

inzichten over duiken op het symposium over duikveiligheid op 16 maart, georganiseerd door de eenheid voor hyperbare geneeskunde van het UZA en de Geneeskundige Commissie NELO. 4

Je verhaal vertellen kan deugd doen. En waarom niet voor een groter publiek? Oud Wijzer, een socio-culturele vzw voor en door oudere kunstenaars, bracht een aantal patiënten met een chronische

3D - Lounge & akoes

ziekte samen om een voorstelling te maken over hun ziekte. Ze kregen begeleiding van professionals als actrice Marilou Mermans uit Lili en Marleen en woordkunstenaar Lotte Dodion, bekend van Radio 1. Het theatertraject ‘De Groene Muur’ werd gerealiseerd in samenwerking met de dienst algemeen inwendige geneeskunde, infectieziekten en tropische geneeskunde. Op 25 mei krijgen familie en vrienden de ontroerende voorstelling te zien. MAGUZA 35


TECHNOLOGISCH

Prof. dr. Yves Jacquemyn, diensthoofd gynaecologie en verloskunde

Hightech sensor maakt bevallen veiliger Met een pleister die de elektrische signalen in de buik van een zwangere vrouw meet én analyseert, kunnen gynaecologen en verloskundigen de arbeid beter opvolgen. Het nieuwe systeem is veiliger en biedt meer comfort.

M Dienst gynaecologie, T 0 3 821 33 50 36

omenteel zijn er twee opties om baby en moeder te monitoren tijdens de bevalling. Er zijn uitwendige sensoren om de spierspanning in de buik te meten en via geluids­ golven de hartslag van de baby op te volgen. De andere optie is een sensor die inwendig geplaatst wordt, op het hoofdje van het kind en in de baarmoederholte. ‘Beide technieken hebben nadelen’, zegt prof. dr. Yves Jacquemyn, diensthoofd gynaecologie en

verloskunde. ‘Met de huidige uitwendige sensoren valt het signaal regelmatig weg. Zeker bij vrouwen met overgewicht is het moeilijk om een goed signaal te krijgen. Een sensor in de baar­ moederholte is betrouwbaarder, maar de techniek is invasief: het kan alleen als de vliezen al gebro­ ken zijn en de kans op complica­ ties is groter.’

Elektrofysiologisch: altijd even helder Met het Nemo Fetal Monitoring

System is er nu een nieuwe tech­ niek om moeder en baby op te vol­ gen tijdens de arbeid. Een pleister die op de buik wordt geplakt, vangt elektrofysio­logische signalen uit de buik op. Een computerprogramma analyseert de gegevens en haalt er de juiste informatie uit: de hartslag van het kind en de weeën. De techniek is betrouwbaarder, want het signaal is zeer helder en er is weinig sig­ naalverlies, ook bij vrouwen met overgewicht. Bovendien haalt de computer alle ruis uit het signaal,


Pleisters vangen tijdens de arbeid elektrofysiologische signalen op uit de buik: het signaal valt nooit weg en heeft een betere kwaliteit.

Door het draadloze systeem hebben vrouwen tijdens de arbeid meer bewegingsvrijheid.

zodat alleen de gegevens overblij­ ven die de artsen nodig hebben.

Meer bewegingsvrijheid ‘We zijn al langer op zoek naar een systeem om beter te monitoren wat er gebeurt tijdens de arbeid’, zegt Jacquemyn. ‘Bij meer dan 60 procent van de bevallingen is constante bewaking nodig, bij­ voorbeeld omdat de weeën kunst­ matig gestimuleerd werden. Maar de elastische banden waarmee we de huidige sensoren op de buik bevestigen, zijn niet zo comforta­ bel voor de vrouw. Bovendien valt het signaal makkelijk weg door beweging.’ Bij vrouwen met over­ gewicht moeten de banden nog strakker aangespannen worden om een goed signaal te krijgen, wat helemaal niet comfortabel is. Volgens de wetenschappelijke literatuur hapert de registra­ tie in 20 tot 40 procent van de gevallen. De nieuwe sensor is draadloos en plakt vast op de buik. ‘Dat geeft de vrouw veel

meer bewegingsvrijheid, terwijl we toch constant kunnen blijven monitoren.’

Veiliger voor moeder en baby Bovendien is het signaal van een betere kwaliteit. Jacquemyn: ‘Ook met het nieuwe systeem registre­ ren we momenteel enkel de weeën en het aantal keer dat het hartje van het kind klopt per minuut. Maar doordat we het signaal con­ tinu kunnen opvolgen, merken we problemen sneller op. Dat is uiteraard een stuk veiliger voor moeder en baby.’ Slaapritme in de buik In de toekomst biedt de techniek nog veel meer mogelijkheden. Uit de elektrofysiologische signalen kan via data-analyse nog meer informatie gehaald worden, zoals de hersenactiviteit of het slaapritme van het onge­ boren kind. Het systeem zou ook in een vroeger stadium van pas kunnen komen, om bijvoorbeeld

hartritmestoornissen bij het kindje op te sporen en bepaalde hartafwijkingen vroeger vast te stellen. ‘Het systeem heeft veel mogelijkheden, maar daarvoor moeten we eerst voldoende data genereren’, zegt Jacquemyn.

Ook buiten het ziekenhuis? Bij probleemzwangerschappen zou het systeem ook gebruikt kunnen worden om mensen gedurende een langere periode continu op te volgen. Aange­ zien het systeem werkt met een draadloze computerverbinding, zou dat in principe ook kunnen van op afstand, bij de patiënt thuis bijvoorbeeld. Jacquemyn: ‘Dat is een optie in gebieden waar mensen heel ver van het ziekenhuis wonen, denk bij­ voorbeeld aan Australië. Omdat de afstanden in België zo klein zijn, biedt zoiets hier wellicht onvoldoende meerwaarde.’ Het Nemo Fetal Monitoring System werd uitgewerkt door

Ook hartritme­ stoornissen zouden met dit systeem vroeger opgespoord kunnen worden.

een Nederlands bedrijf. Het UZA is één van de ziekenhuizen waar de techniek uitgebreid getest werd. ‘We waren heel enthousiast over de mogelijkheden’, zegt Jacquemyn. ‘We leiden nu de nodige mensen op om het systeem breder toe te passen. Met de data die we verzamelen, helpen we mee nieuwe toepassingen ontwikkelen. We kunnen ook aangeven wat wij nuttig vinden. Nieuwe technologieën zoals deze moeten uiteraard altijd in de eer­ ste plaats een meerwaarde hebben voor de patiënt.’ MAGUZA 37


TEAM UZA

Amélie Lyssens Coördinator fase 1-studies ‘Omdat het UZA een universitair zieken­ huis is, gebeuren hier ook de allereerste testen met nieuwe geneesmiddelen: de fase 1-studies. Momenteel wordt er volop gezocht naar nieuwe middelen tegen kanker. Elk jaar testen wij een tiental middelen uit. De eerste testen gebeuren wereldwijd maar op een twintig­ tal patiënten.’

01

02

01

‘Of het middel aanslaat of niet, krijgt de patiënt doorgaans te horen van de oncoloog. Wij zijn slechts een schakel in het geheel, maar in ons bureau moet alles bespreekbaar zijn. Als de resul­ taten tegenvallen, valt het ons ook soms zwaar. Je wil iedereen kunnen helpen.’ Steun onderzoek naar immuuntherapie Meer weten? Surf naar www.uzafoundation.be 38

03

02

‘We houden nauwkeurig bij hoe de ziekte van de patiënten evolueert en wat de bijwerkingen zijn. Via conference calls blijven we in con­ tact met andere onderzoekscentra over de hele wereld: Australië, Zuid-Korea, de Verenigde Staten.’

03

‘Tijdens een studie weet je niet altijd of een middel werkt. Je merkt uiteraard wel of de patiënten er goed op reageren. Maar het blijft altijd afwach­ ten tot het congres waarop de wereldwijde resultaten voorge­ steld worden. Sommige vormen van immuun­therapie doen het erg goed, dat is iets om trots op te zijn. Je doet het uiteindelijk om nog veel meer mensen te kunnen helpen.’


05

04

04

‘Wij zijn altijd bereikbaar als men­ sen vragen hebben, bijvoorbeeld over een bijwerking. Merken we dat meerdere mensen dezelfde bij­ werking krijgen, dan kunnen we na internationaal overleg beslui­ ten om de dosis aan te passen.’

06

05

‘Veel nieuwe middelen tegen kanker werken als immuunthe­ rapie: het eigen afweersysteem stimuleren om kankercellen te overwinnen. Hoe meer we weten over de genetica van tumoren, hoe gerichter de geneesmiddelen worden. Een uitgezaaide kanker kun je niet meer genezen, maar je kunt mensen wel langer comfor­ tabel laten leven.’

06

‘Het contact met de patiënten komt bij ons op de eerste plaats. Het gaat vaak om mensen met uit­ gezaaide kanker die geen andere behandel­opties meer hebben. We overlopen alle informatie en geven de documenten mee naar huis. Mensen kunnen alles rustig doornemen voor ze hun toe­ stemming geven: in vaktermen heet dat ­informed consent. De

middelen zijn nog niet getest, er is geen garantie op succes. Maar het draagt bij aan het kankeron­ derzoek, veel mensen vinden dat waardevol.’

MAGUZA 39


#UZA UZAnieuws   Universitair­ Ziekenhuis­ Antwerpen

‘Zeker en vast een verdiende erkenning!’ Het UZA kreeg in 2018 als eerste ziekenhuis in Vlaanderen een internationale erkenning als level-1 traumacentrum. Alain en zijn vrouw Wendy vertellen op Facebook hoe het traumateam Alain opving na zijn zwaar ongeval 2,5 jaar geleden. ‘Er stond een heel team klaar dat Alain erdoor hielp’, zegt Wendy. Alain vult aan: ‘Tot op vandaag ga ik regelmatig naar het UZA. Super hospitaal, zeker en vast een verdiende erkenning.’

UZA Agenda 27 MEI, 18u15 tot 20u30

Vermoeidheid bij en na kanker Tijdens deze infosessie komt u meer te weten over omgaan met vermoeidheid tijdens of na een kankerbehandeling. Deze sessie is uitsluitend bedoeld voor patiënten, ook de partner is van harte welkom. Locatie UZA, VIP-restaurant Info en inschrijven Deelname is gratis. Inschrijven is verplicht via www.uza.be/activiteiten/patienten of tel. 03 821 59 79 40

‘Fantastisch dat jullie ook oog hebben voor die superheldenbrussen’

Broers en zussen van patiënten mochten een kijkje nemen achter de schermen van het ziekenhuis. In de apotheek maakten ze hun eigen handcrème en in de ziekenhuis­keuken bakten ze koekjes voor hun hele gezin.

Activiteiten voor kankerpatiënten

05 JUNI, 11u00 tot 13u00

Café Lotuz Gratis koffiemoment voor lotgenoten die een allogene stamceltransplantatie hebben gehad. Ook familieleden zijn welkom. Locatie UZA, Transplantatiewachtzaaltje gelegen aan het oncologisch dagziekenhuis en consultaties (route 105) Info en inschrijven U hoeft zich niet in te schrijven.

11 JUNI, 19u00 tot 20u30

Infosessie over kanker – blaaskanker Tijdens deze infosessie krijgt u meer informatie over blaastumoren waarbij preventie, ziekte en behandeling en nieuwe evoluties worden toegelicht. Ook het psychologische aspect komt aan bod. Locatie UZA, Auditorium Kinsbergen, route 12 Info en inschrijven Deelname is gratis, maar inschrijven is verplicht via www.uza.be/activiteiten/patienten

13 JUNI, 12u00 tot 16u00

Look good, feel better Workshop verzorging voor kankerpatiënten om de nevenwerking van een behandeling te maskeren. Deze sessie is uitsluitend bedoeld voor patiënten. Locatie UZA, VIP-restaurant Info en inschrijven Deelname is gratis. Inschrijven is verplicht via via www.uza. be/activiteiten/patienten of tel. 03 821 59 79. Schrijf u in voor 11 juni 2019. Ingeschreven, maar kan u toch niet komen? Verwittig ons telefonisch.


‘Elke nieuwe uitdaging geeft ons meer kennis’

Warme zorg altijd dichtbij

In een filmpje op Twitter vertellen enthousiaste collega’s waarom het UZA ook dit jaar het certificaat van Top Employer meer dan verdient. Multidisciplinair samenwerken, bijscholen, autonoom werken, veel afwisseling en een toffe sfeer zijn de grote troeven van het UZA als werkgever.

05 - 21 APRIL

Leerlingen halen inspiratie uit M HKA-kunstwerken Als je niet zelf naar een tentoonstelling kan gaan … dan komt de tentoonstelling tot bij jou. De Leerexpert Ziekenhuisschool en het M HKA brachten in een mobiele tentoonstelling een vijftal werken van het M HKA naar verschillende ziekenhuizen in Antwerpen. De kinderen en jongeren mochten de werken van dichtbij bekijken, kregen de nodige uitleg en mochten al hun vragen stellen. In de dagen erna volgden ze workshops door kunstenaars uit de beeldende kunsten, muziek, poëzie, schilderkunst, textielkunst, grafiek en illustratie. Het resultaat van hun creatieve werk is te zien in de tentoonstelling Showing off 4 ‘Because we care’.

Landelijke Thuiszorg is er voor jou! gezinszorg ❙ kraamzorg ❙ poetshulp woningaanpassing ❙ nachtzorg groen- en klusjesdienst ❙ dagopvang

bel GRATIS 0800 112 05 thuiszorg@ons.be www.landelijkethuiszorg.be

Locatie INBOX M HKA, Leuvenstraat 32, Antwerpen 41 MAGUZA 41


PRAKTISCH

Veja badkamers, mijn moment. . .

Ontdek onze zorgrenovatie voor nieuwbouw en bestaande badkamers op Reva van 25 t.e.m. 27 april 2019 • Expert totale badkamerrenovatie • Zorgrenovatie bad, douche en toilet waarbij uw veiligheid en comfort centraal staan • Eigen vakmannen • Meer dan 25 jaar ervaring • Tijdloze elegantie

Nuttige telefoonnummers • algemeen nummer UZA: T 03 821 30 00 • onthaal en opname: T 03 821 31 01 • patiëntenbegeleiding: T 03 821 37 00 (maatschappelijk werk, vrijwilligers, intercultureel bemiddelaar, transfercoördinator, levens-beschouwelijke begeleiding, tolken en tolken Vlaamse gebarentaal) • ombudsdienst: T 03 821 31 60 • inlichtingen facturen: T 03 821 31 28 • school in het UZA: T 03 821 58 86 Herstellen in zorghotel Drie Eiken Na een operatie kan je verder aansterken in zorghotel Drie Eiken, een comfortabel verblijf met professionele zorgvoorziening. Ook familie en vrienden kunnen er terecht voor overnachting vlakbij het UZA. Meer info en reservaties: www.drie-eiken.com, T 03 821 12 11 Gastenkamers Ter Weyde Wil je in de buurt van het ziekenhuis overnachten, dan kan je terecht in onthaaltehuis Ter Weyde. Vrijwilligers bieden er een eenvoudig maar warm onthaal aan een billijke prijs. Ter Weyde bevindt zich op 200 meter van het UZA (Edegemsesteenweg 240, 2610 Wilrijk). Voor meer info: www.uza.be/terweyde, T 03 440 48 18. Winkelgalerij In de inkomhal vind je: • de cafetaria, in de week open van 8.30 tot 20 uur; in het weekend en op feestdagen van 12 tot 20 uur • een broodjeszaak, in de week open van 9 tot 14.30 uur • een winkel Momen’to Shop Delhaize met een ruim aanbod verse voeding, drank, lectuur, geschenkartikelen … Open op weekdagen van 8.30 tot 20 uur. In het weekend en op feestdagen van 12 tot 17.15 uur. • een bloemen- en pralinewinkel ‘Gift Shop’, open van maandag tot en met vrijdag van 11 tot 19:30 uur. In het weekend en op feestdagen gesloten. • een bankautomaat Restaurant Het restaurant vind je op -1 op het einde van de bezoekersgang. Het is elke werkdag open van 11.30 uur tot 14 uur. Meer info: www.uza.be Het UZA draagt het JCI-label voor veilige en kwaliteitsvolle zorg.

REVA te FlandersExpo Gent

Provincialeweg 60 2890 Lippelo - Sint-Amands 052 34 23 77 Woe-, do- en vrijdagnamiddag 14-17u. Zaterdag 10-12u. en 14-17u. info@vejabadkamers.be

VEJABADKAMERS.BE

COLOFON MAGUZA · driemaandelijks tijdschrift van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen · jaargang 31, april 2019 · Redactieadres: UZA, afdeling Communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, communicatie@uza.be · Verantwoordelijke uitgever: Johnny Van der Straeten · Hoofdredacteur: Evita Bonné · Redactieraad: Mathias Allegaert, Sevilay Altintas, Bettina Blaumeiser, Evita Bonné, Nathalie Cools, Annick Deckers, Margot Hagendorens, Ivan Huyghe, Philippe Jorens, Katrijn Leemans, Eva Lion, Lotte Marnef, Hans Prenen, Ingrid Roosen, Kaat Siebens, Elke Smits, Caitlin Stabel, Dominique Trouet, Paul Van Aken, Ann Van De Velde, Miranda Van De Wiele, Jan Van Meerbeeck, Stijn Verhulst, Joris Verlooy, Barbara Willekens · Redactie & realisatie: Jansen & Janssen C­ reative ­Content, www.jaja.be · Fotografie: Frank Toussaint · Illustratie: p. 28: Klaas Verplancke ­Kruiswoordraadsel: Freddy Roegiest · Reclame­regie: Media Surplus, www.media-surplus. be · De inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZA. Maguza wordt gedrukt op FSC-­papier, afkomstig van duurzaam beheerde bossen.

ABONNEMENT Wens je een gratis abonnement op Maguza, wil je een adres­ wijziging door­geven of wil je het magazine niet langer ontvangen? Bel 03 821 32 96 of stuur je naam en adres naar UZA, afdeling communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem, of surf naar www.maguza.be/abonnement. Je kan hier ook inschrijven op de gratis digitale nieuwsbrief van Maguza.


1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

PUZZEL & WIN!

1 2 3

7

4

Horizontaal

5

8

6

6

7 8

4

9

+

5

10 11

1

12 13 14

2

15

3

16

1

2

3

4

5

6

7

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

13

14

15

1

G

E

N

E

Z

I

N G

S

P

R O C

E

S

2

A

L

D A

A

R

I

E

K

3

L

K

R

4

E

E

L

R A

V

E

O S

T

L

V

E

N

E

G O

6

I

N

T O

L

E

R

A N

7

K

I

K

A R

8

I

N

9

N

T

R

10

G O B

11

Z

R I

O

O E T

K R

E L

I

E

B

R

O B

E

T

D A D

R

T

A L M

N

E

E

T

E

N D

I

N O S

E

R

A

K O

P

I

+ I N

12

I

N

T

13

E

I

S

E

14

K

E

E

L

15

T

U N

E

R

16

E W

S

I

S

S

L

F Y

L

A M A

U

S

R

I

T M E

E M O E

O K

B

L

O I

I

S

T

E

A N D

T

C U

N

L

M

A G A I

R

Verticaal

E

N A U

G A U N

16

A M O R

T O O M

5

E

12

8

1. lichte vorm van manische opgewektheid – huidziekte op het behaarde deel van het hoofd 2. dood lichaam – petroleumether – gebalk 3. bergplaats – lidwoord – gelofte – land in Midden-Oosten 4. zwaardwalvis – roepie – romp – gemeente 5. klier – graveur 6. voorbehoedmiddel – vat 7. vrije universiteit – wisselborgtocht – opstootje – bekende Duitse filosoof en communist 8. grootouder – editie – labiel 9. eiland van de Balearen – aan zee – honingwijn 10. opsmuk – thans – ontstaan 11. daar – puntje – jeukende huidbobbel als gevolg van netelroos 12. goede staat – voor (Lat.) – kleine Indonesische buffel – Griekse zuilengang 13. dakbedekking van palmbladeren – superjet – onstuimig – Duitse rivier 14. Iers republik. leger – scherprechter – vluchtig – bismut 15. tamelijk – seizoen – struisvogel 16. het naar binnen gekeerd zijn van de oogleden – fractuur

S S

I

C

A

A A

T

M R A

P

I

R O M A N

I

E

Doe mee en win! Heb je het letterwoord ontdekt? Mail het dan voor 20 mei 2019 met je naam en adres naar maguza@uza.be of stuur een briefkaart naar Maguza, UZA – ­Afdeling communicatie, Wilrijkstraat 10, 2650 ­Edegem en maak kans op een van de vijf boekenbonnen van Standaard boekhandel.

Oplossing Maguza 115 NARCOSE De winnaars zijn: Adrienne Goyvaerts (Wilrijk) Frieda Van Doeselaer (Kapellen) Vicky Steyvers (Genk) Luc Coddens (Assebroek) Marie-Thérèse Peelman (Lier)

1. misvormde voet – buikkorset 2. hoofdbegroeiing – sterkedrank – eierstokhormoon 3. yard – rund – liefdegod – zure appelsoort 4. wegel – Republic of South Africa – kiem – per persoon – slede 5. braken – senior – bedeesd 6. middeleeuwen – ziekte van het tandvlees waardoor dit zich terugtrekt 7. vlaktemaat – automatic vehicle location – verenwisseling – maand 8. vulkaan in Italië – toilet – gezinslid – mansnaam 9. halfbloed – langzaam – noordwest – nomen nescio 10. Edelachtbare – stadsgrachten – zelfzuchtigaard 11. pijpzweergang – getij 12. Federal Tax Service – sciencefiction – lastdier – lichaamsdeel 13. planeet – milliliter – Scandinavian Broadcoasting Systems – watering 14. hoofdslagader – troep honden – Manchester United 15. melkklier – regelmaat – Indonesisch eiland 16. eileider – verwijding MAGUZA 43


DAG UZA!

‘ Alleen die andere ouders begrijpen het echt’ EVELIEN (40)

Finn (5) herstelde na een zware behandeling van leukemie. ‘Maar eigenlijk stopt het nooit. Alleen andere ouders van een kankerpatiëntje begrijpen echt wat je FINN (5)

doormaakt’, zegt mama Evelien.

H

oe ziek Finn ook was, meestal speelde en lachte hij als een gezond kind. Hij ging zelfs nooit met tegenzin naar het ziekenhuis’, blikt Evelien terug. De diagnose kwam twee jaar geleden als een donderslag bij heldere hemel. De zwelling aan Finns oogje die maar niet wilde genezen, bleek een symptoom van leukemie. ‘Van de ene op de andere dag word je geleefd. Ik ben meteen gestopt met werken om altijd bij Finn te kunnen zijn. Veer­ tien maanden lang onderging hij intensieve chemotherapie en behandelingen met cortisone. We deden ons best om die periode voor hem zo fijn moge­ lijk te maken. Ik speelde veel met hem, las boekjes en ging met hem wandelen op de gang. Gelukkig is er in het UZA veel voor kinderen: de ziekenhuisschool, de muziekthera­ peute, Superheldendag … En dr. Joris Verlooy, onze kinde­ roncoloog, ging altijd helemaal mee in Finns kinderwereld. Zelf had ik veel aan verpleegkundig trajectbegeleidsters Diane en Lotte, naar wie ik altijd kon bellen als er iets was.

Blij met gewone dingen Intussen krijgt Finn alleen nog een onderhoudsbehandeling met chemotherapie. Maar echt stoppen doet het nooit. Hij zal bijvoorbeeld altijd op controle bij de cardioloog moeten blijven gaan omdat we niet weten wat de effecten van de chemotherapie zijn. Echt onbezorgd zullen we nooit meer zijn. Er is een voor en een na de kanker. Al heeft dat ook positieve kanten. Ik relativeer sneller en kan heel blij zijn om schijnbaar gewone dingen, zoals weer naar een ouder­ contact van Finn kunnen. Of die eerste keer dat hij weer bij een vriendje mocht gaan spelen. In het ziekenhuis heb ik een aantal mama’s van andere kankerpatiëntjes beter leren kennen. Met ons achten hebben we een WhatsApp-groepje opgericht. Daar heb ik enorm veel steun aan. We noemen onszelf de super­heldenmama’s. Een kindje dat voor het eerst terug naar school mag, nog eens op controle: we gooien het allemaal in de groep. Alleen ouders in dezelfde situatie begrijpen je echt. Anderen zeggen al eens iets ongelukkigs, wij hebben aan één woord genoeg. Intussen zijn we een keer samen gaan brunchen. We raakten maar niet uitgepraat. Terug buiten hebben we nog een half uur staan kletsen in de regen.’


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.