Guyana expedition 1989

Page 46

minuten zodat er tijd was om wat dia's te maken. De savanne was rijk aan dieren die door onze aanwezigheid werden opgeschrikt. Als de auto weer aangeduwd was, de starter werkte niet, ging het weer verder over de steeds heter wordende vlakte. De volgende kreek was nog mooier dan de vorige. Het water stroomde zachtjes en de oevers waren vlak. Het vangen van vis was hier een zeer aangename bezigheid en iedereen behalve Derrick ging te water om bij het vangen te helpen. Het heldere water was heerlijk koel op de diepere plaatsen waar het ca. 23 tot 24 graden mat. Op de ondiepe met planten begroeide oeverdelen was het water echt heet en kon door het gebrek aan stroming wel oplopen tot 35 graden Celsius. Ook in dit water ving ik vissen.!

De beplanting bestond uit een uiterst fijnbladige op Ambulia lijkende plantensoort (geen Cabomba) en de bodem was bedekt met een deken van naaldgras. In de minder hard stromende delen stonden fraaie waterlelies. Ik nam van het fijne groen wat mee in de hoop uit te kunnen vinden wat voor ,n plantensoort het ging. Ook vingen we de larven van kikkertjes._ Teleurstelling natuurlijk toen hier zelfs, in dit typische watertje voor Rivulussen geen enkele vertegenwoordiger van het geslacht werd gevonden. Rivulussen houden niet van sterke stroming en het was nog maar kort geleden dat het water hier met bulderend geraas omlaag was gekomen. Misschien hadden ze hier nooit gezeten maar het was ook mogelijk dat ze tijdelijk naar wat meer stroomafwaarts gelegen gebieden waren uitgeweken. Zo probeerden we nog meer plaatsen om tegen de middag naar het dorp terug te keren. De hitte was ondraaglijk geworden en zelfs de dieren waren niet meer te zien. We snakten naar een lekker koel glaasje prik of bier, 't kon niet schelen wat. Terug aan de rand

46


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.