Biodiversiteit als basis voor ecosysteemdiensten in Vlaanderen

Page 24

[ 24 ] Biodiversiteit als basis voor ecosysteemdiensten > Houtproductie

n

n

Effect van specifieke boomsoorten op de biodiversiteit van de kruidlaag: o

Lichtregime: onder boomsoorten en -struiken die een groot schaduwwerpend vermogen bezitten (beuk, fijnspar, winterlinde, gewone esdoorn, haagbeuk, hazelaar) zal zich een soortenarmere kruidlaag ontwikkelen; lichtboomsoorten zoals berk, gewone es of grove den zullen de ontwikkeling van een kruidlaag en een licht- en warmteminnende fauna gunstig beïnvloeden. De interactie met de groeiplaats mag hier ook niet worden vergeten. Veel licht op een rijke groeiplaats leidt tot dominantie door competitieve soorten en een relatief soortenarmere kruidlaag. Veel licht op een matig rijke of arme groeiplaats resulteert in een soortenrijkere kruidlaag dan bij sterk schaduwwerpende soorten. Het lichtregime wordt uiteraard ook sterk bepaald door de bosbehandeling (dunningen, onderetage…).

o

Strooisel: de boomsoort bepaalt de kwaliteit van het strooisel; slecht verterend strooisel leidt tot bodemverzuring en -verarming; boomsoorten met een nutriëntenrijk en snel afbrekend strooisel vertonen vaak een meer diverse kruidlaag en bodemfauna. Globaal kunnen wij een onderscheid maken tussen producenten van slecht verterend, ‘arm’ strooisel en producenten van goed verterend, ‘rijk’ strooisel. Tot de eerste groep behoren eik en beuk, maar ook de meeste naaldhoutsoorten. Tot de tweede groep behoren vooral secundaire boomsoorten als linde, iep, es, kers en esdoorn, maar ook wilgen, berk, populier en struikvormende soorten als hazelaar. In het rijke strooisel kan zich een hogere biodiversiteit aan bodemorganismen ontwikkelen.

Effect van specifieke boomsoorten op boomsoortafhankelijke organismen: Boomsoorten met een ruim verspreidingsareaal herbergen doorgaans meer soorten. Op de geslachten Salix, Quercus, Alnus, Betula en Populus komen veel soortenrijke gemeenschappen voor met relatief veel Rode Lijstsoorten. Secundaire loofboomsoorten zijn soorten die economisch minder gewaardeerd werden/worden en bijgevolg zelden als hoofdboomsoort voorkomen in onze bosbestanden, zoals es, esdoorn, zwarte els, tamme kastanje, berk, linde, kers en wilg. Zij hebben vaak een hoge intrinsieke betekenis voor de biodiversiteit van een bosbestand. Uitheemse boomsoorten herbergen over het algemeen minder geassocieerde soorten.

[ www.inbo.be ]


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.