[ 119 ] Biodiversiteit als basis voor ecosysteemdiensten > Voeder afkomstig van graslanden
Overzicht van de types halfnatuurlijke graslanden in Vlaanderen, met de belangrijkste floristische en abiotische kenmerken (bron: Vriens et al, 2011. Biologische waarderingskaart) Type
Oppervlakte (ha)
Kenmerkende soorten
Textuur
Hydrologie
Trofiegraad
Struisgrasvegetatie
1.900 à 3.500
Zandzegge, fijn schapengras, zandblauwtje, schapenzuring, gewoon struisgras
Zand, soms op lemig zand of zandleem
Van extreem droog tot matig droog
Voedselarm
Dotterbloem- 1.500 à grasland 2.900
Dotterbloem, brede orchis, echte koekoeksbloem, gevleugeld hertshooi, tweerijige zegge
Allerlei bodemsoorten
Vochtig tot nat
Matig voedselrijk
Kalkgrasland
0,5
Aarddistel, blauwgras, duifkruid, kleine pimpernel, grote centaurie, geel zonneroosje, gevinde kortsteel, kalkwalstro, ruige scheefkelk, smal fakkelgras, voorjaarsganzerik
Kalkgronden
Droog tot matig droog
Voedselarm
Vochtig schraalgrasland
35 à 60
Spaanse ruiter, kranskarwij, kleine schorseneer, blauwe knoop, teer guichelheil, klein glidkruid, blonde zegge, vlozegge, geelgroene zegge, bleke zegge, blauwe zegge, paddenrus, grote muggenorchis, karwijselie
Klei- leem- en zandbodems en overgangen ertussen
Vochtig
Voedselarm
Vochtig heischraal grasland
30 à 80
Liggende vleugeltjesbloem, heidekartelblad, tweenervige zegge, borstelgras, tandjesgras, ronde zonnedauw, trekrus, klokjesgentiaan, stekelbrem, gewone dophei, blauwe zegge, veelbloemige veldbies
Zure, lemige zandbodems of uitgeloogde zandleembodems
Vochtig
Voedselarm
[ www.inbo.be ]