Hilda Lemaire Samenleven

Page 1

E AV TG UI W IE EV

PR

Samen L eve n

Hilda Lemaire


Inhoudsopgave

1 Ik was met iedereen bevriend behalve met mezelf. 2 Het beschadigde zelf. 3 Boosheid is vertolker van de ziel. 4 Niet sjoemelen met je gevoelens. 5 Het nadeel van vermijden. 6 Wat vroeger een heel dorp gaf, vragen we nu aan één persoon. 7 Muren zijn veilig en maken je eenzaam. 8 Hoe beginnen en ontwikkelen relaties? 9 (On)Trouw. 10 Wie heeft het gedaan?! 11 (Uit de) weg gaan. 12 Omdat je altijd kan kiezen voor een nieuwe relatie. 13 Maar wat is dan een goede relatie? 14 Dat je (be)staat, ook in relaties. 15 Dat moeten ze toch kunnen begrijpen?! Nou ….. 16 Die lieve doden van ons.

© Hilda Lemaire, 2019 Tekst: Hilda Lemaire Illustratie voorzijde: Frank Wijnands Vormgeving: Eric Dietz

2


1

Ik was met iedereen bevriend, behalve met mezelf. En wat is daarin het probleem, zal je je misschien nog afvra­ gen. Wel, het put je uit. Gedrag om iedereen te vriend te hou­ den en tegemoet te komen, vreet energie. Mensen gaan dan graag met je om omdat je zoveel voor ze doet, en niet zozeer omdat ze weten wie jij bent. Er gebeurt nog iets. Je vervreemdt op den duur van jezelf. Je weet niet meer wat je eigenlijk zelf graag wil. En zo raak je langzaam maar zeker de weg kwijt hoe je leven te willen leven, wat je nu zelf echt belangrijk vindt. Het is naar als je zo hard bezig bent om bij niemand tegen te vallen. En er zijn veel mensen die dat doen. Ik soms ook wel ‘s. Als je niemand tekort wil doen, dan kan het niet anders dan dat je jezelf tekort doet. Of zoals iemand laatst in mijn praktijk zei ‘Ik was zo bezig mezelf te verloochenen.’ Oorzaken Leven kan veel van je vragen. In mijn praktijk kom ik dat na­ tuurlijk tegen doordat mensen aankloppen rond verschillende verlieservaringen. Om met het verlies en het gemis uit de voeten te kunnen doe je niet altijd de dingen die echt goed voor jou zijn, of je doet het via een omweggetje. Het omweggetje kan zijn het iedereen goed naar de zin te maken. Je kinderen, je partner, je werkgever, je klanten. Op die manier krijg je hopelijk wat waardering en het gevoel van de moeite waard zijn.

3


Maar is dit dan de fijne manier van aandacht en bevestiging? Ik geloof van niet. Dan ga je teveel pleasen. En komt de lastige constatering Ik was met iedereen bevriend, behalve met mezelf om de hoek. Het heeft te maken met dat je te weinig of niet geleerd hebt dat er verschillen kunnen zijn. Dat jij net weer wat anders in elkaar mag steken dan de ander, én dat je er dan toch gewoon bij blijft horen. Maar als verschillen niet mogen of niet moch­ ten, dan is het helemaal niet vanzelfsprekend dat je doet wat je het liefste zou willen doen. Dat je allereerst bevriend blijft met jezelf in plaats van met die ander, en vanuit die houding mensen/het leven tegemoet treedt. Het kan echt anders. En dat begint met de ervaring opdoen dat verschillen mogen. Dus: ‘Ik doe het anders dan jij, en dat kan.’ Niks meer en niks minder dan dat. En dus niet ‘Ik zie het anders, dus of ik of jij bent een sukkel.’ Bij verschillen mogen, hoort ook dat je weet waar voor jou zelf een grens ligt. Tot hier en niet verder. Als iemand jou maar verwijten blijft maken, mag je ingrijpen. Niet dat de ander niet kwaad mag zijn, maar je mag aangeven dat je het echt gehoord hebt en dat jij het al dan niet anders ziet. En zeggen dat je wil dat het stopt. In dit geval dat die stortvloed van verwijten stopt. Je bent geen vuilnisbak waar maar van alles in gekieperd kan worden.

4


Een voorbeeld: Vincent* heeft een goede baan met een leidinggevende functie. Alom gewaardeerd binnen het bedrijf. Zo iemand die ondanks zijn drukte altijd voor je klaar staat. Eindelijk iemand die het menselijk aspect niet uit het oog verliest, zeggen ze over hem. Zijn vrouw verwijt hem echter dat hij nooit ’s echt iets over zichzelf vertelt. Thuis gaat het wel even heel anders. Ze weet dat hij jong zijn vader heeft verloren, maar hij praat er nooit over. Thuis is hij teruggetrokken, en moe van het harde wer­ ken. De relatie dut in. Thuiskomen wordt iets waar hij tegenop ziet. Hij gaat slecht slapen, en piekeren. Op het werk merkt zijn baas dat er iets aan de hand is. Hij is niet meer zo alert, en in een gesprek krijgt hij op zijn kop en de aansporing om er wat aan te gaan doen. De berisping is voor Vincent de druppel. ‘Ik heb keihard gewerkt, mij hoorde je niet over mijn overuren,’ vertelde hij me in ons eerste gesprek. ‘En thuis zitten ze ook aan m’n kop te zeuren, het is ook nooit goed! Zo hoeft het voor mij ook niet meer …’ In dat laatste zinnetje zit het Zo hoeft het voor mij ook niet meer … Dat is gewaar durven worden hoe je er nu aan toe bent, hoe je je leven (niet) leeft. En dat is geen gemakkelijke constatering. Tegelijk zorgt dat er wel voor dat je gaat verlan­

* Situaties in dit boekje komen overeen met mijn praktijk, maar namen en concrete ervaringen vanzelfsprekend nooit.

5


gen naar hoe je het anders zou willen. En verlangen, dat zet mensen in beweging. Altijd. Dat is fijn. Het verlangen gaan realiseren lukt beter als je voorbeelden kan zien. Hoe doet een ander het? Welke stappen zet hij dan en hoe gaat iemand dan om met de verontwaardiging die het kan oproepen, of met de afwijzing. Voorbeelden zien, erover leren. Dat hebben we gedaan in onze gesprekken, en langzaam maar zeker werd het voor hem vanzelfsprekend om dat niet alleen hier te doen maar ook op het werk en thuis. Zijn har­ telijkheid behield hij, maar hij heeft er iets krachtigs aan toe kunnen voegen: Er zijn grenzen aan mijn kunnen en ik hoef ook niet alles te kunnen. Zo kan hij op het werk beter uit de voeten, en is zijn verdriet over zijn vader niet langer een te vermijden hoofdstuk uit zijn leven. Dat is gaan staan voor jezelf. Dat kan je altijd leren. En dit is ook wat ik beoog. Je gewoon dingen leren, door uit te leg­ gen, uit te zoeken en voor te doen hoe het anders kan. Kom je alleen, dan moet je het met mijn voorbeelden doen. Kom je met je partner, dan ga je met mijn hulp samen aan de slag. En doe je mee in een groep, dan profiteer je van alle andere voorbeelden ook nog ‘s.

6


2

Het beschadigde zelf.

Mensen die bij mij aankloppen zijn beschadigd. Vaak door ervaringen van lang geleden, en er kan ook heel recent iets zwaars zijn gebeurd. Zo ook bij Michel. Michel is een jonge man van in de 20 die in zijn puberteit zijn moeder verloor. Hij heeft zijn moeder verzorgd, en ontwikkelde zo op jonge leeftijd de gave om te zien wat anderen nodig hebben. Ik noem het expres een gave. Dat is de andere kant van dat beschadigde zelf waarover dit hoofdstuk verder gaat. De beschadiging bij Michel was dat hij steeds meer in een iso­ lement ging leven. Om nieuw verlies voor te zijn en zijn angst voor verlies onder tafel te houden. En ik denk dat dit één van de meest zware kanten is van beschadigingen, dat je je gaat isoleren, dat niemand weet wat er eigenlijk met je aan de hand is. Dat niemand ook meer de moeite neemt om te kijken; ‘Ach, dat is Michel, ja die is een beetje zonderling’. En als er al wat opgemerkt wordt, met zulk afwijzend gedrag weet de omgeving begrijpelijkerwijs geen raad mee. Je kan ook hard proberen dat je juist geen zonderling wordt. Altijd een opgewekt gezicht, met de handen uit de mouwen, oog voor alles en iedereen om je heen, steeds meer levend op de waardering die je daarvoor krijgt.

7


En zo wordt de ooit opgedane beschadiging nog verwoesten­ der. Je gaat eigenlijk jezelf nu beschadigen. Natuurlijk niet uit vrije keuze, maar omdat je geen alternatief kent. Die beschadiging laat zich het best omschrijven als geen fundament meer onder je voeten voelen. Geen goed gevoel van bestaanswaarde. Dan malen er van dit soort zinnen door je hoofd: “Ik weet het niet meer. Ik heb nergens meer zin in. Ik voel me zo rottig alleen en geneer me daar ook voor. Ik zou zo graag een relatie willen, maar ik durf het niet meer aan. Wie kent mij nou. Overdag ga ik nog wel mijn gang, maar zodra ik thuiskom valt alle ellende over me heen.” En dan de grote stap zetten, vragen: Kan je me helpen? En het antwoord terug horen van me: Ja! Eén van de keerpunten is dat je weet dat Het beschadigde zelf geen relatie met een ander kan aangaan. Oké, het kan wel, maar het wordt een ongezonde relatie. Wat dan wel? Wordt verliefd. Niet op een ander maar op jezelf! Ha, dat is weer ’s wat anders. Het klinkt misschien wat wollig, en toch vind ik dat: Je moet eerst van jezelf houden voordat je van een ander kan gaan houden.

8


Hoe ging dat bij Michel? Aan de andere kant van mijn werktafel zit een veel levenslus­ tiger jonge vent. Die grijnst en zegt “Ik ben steeds meer worden aan wat ik echt ben. Ik kan het soms nog niet zo geloven, maar Hilda echt ik stap weer in het leven, ik ben gewoon mezelf, en het bruist.” Twee blije ogen kijken me aan, en dat is mooi om te zien. Natuurlijk is dit niet vanzelf gegaan, we hebben samen op een rijtje gezet wat we de afgelopen gesprekken hebben doorge­ nomen. Een paar highlights, die voor jou lezer wellicht ook van toepassing zijn, in volgorde van onze gesprekken: 1. Wat is er aan de hand, wat gaat zo niet goed? 2. Waar heeft dat mee te maken? En hier raken we dat beschadigde zelf. 3. H oe probeer je dat te negeren en welke ballast geeft het negeren je nu? 4. Wat is er beschadigd bij jou, wat is onherstelbaar? 5. En waar heb je wel invloed op (je eigen helingsproces)? 6. Hoe ga je dat doen? 7. In je dagelijkse doen en laten, hoe lukt dat nu. Het rijtje is gemakkelijker opgesomd dan het doen in de prak­ tijk. Maar daar ben ik dan weer voor om in mee te helpen.

9


Negeren van beschadigingen, dat werkt echt niet. Wel voor de korte termijn om het hoofd boven water te houden. Maar op den duur zet je jezelf steeds meer in de kou, en ga je jezelf beschadigen. Niet doen! Grijp in, gun jezelf leven.

10


Meer lezen? De volledige uitgave van dit boekje telt 64 pagina’s. Het boekje is te bestellen door je naam, adres en het aantal gewenste boekjes te mailen naar Hilda@doenenlaten.com.

11


Veel mensen proberen in hun relaties alsnog te krijgen wat ze ooit (als jong mens) gemist hebben. Dat doen ze niet alleen bij hun levenspartner, maar ook bij hun kinderen, vrienden, collega’s, baas of medewerker. Vanuit het zoeken naar gemiste geborgenheid of onvoorwaardelijke liefde, kan de relatie onder druk komen te staan. De artikelen in dit boekje beschrijven praktijk­ verhalen, concrete handreikingen, en bieden kennis over staan in relaties als gevolg van te vroeg opgedaan verlies.

Hilda Lemaire (1959) werkt met de gevolgen van gemis voor volwassenen. Dat kan door recente verlieservaringen zijn. En het kan over verlies van al lang geleden gaan. Een gevolg kan zijn dat je altijd op je hoede bent voor nieuw verlies en daarom worstelt met relaties. Meer informatie is te vinden op

TG

AV

E

www.doenenlaten.com

UI

SamenLeven is een vervolg op boekje 1 OverLeven

IE EV PR

te bestellen.

W

en boekje 2 DoorLeven. Alle boekjes zijn via de site


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.