OP&doek

Page 1

OP doek OP doek OP doek

Toelatingsnummer P 209004 Afgiftekantoor Gent X

magazine voor amateurtheater

magazine voor amateurtheater

OPENDOEK vzw, Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen

OP&doek vrouwentongen schatten op zolder meer poppen met Hopper EEN INITIATIEF VAN

2


TODAY

OP&doek april 2013 - Nr 2

editoriaal

’Pesce d’aprile’

Festival THEATER MALPERTUIS, CC GILDHOF EN OPENDOEK PRESENTEREN

1 april, we houden het dus iets minder belerend dan gewoonlijk. ”Niet doen!” zegt mijn vrouw altijd als ik weer eens een mop probeer te vertellen. ”Niet doen!” OK, we doen ons best... Voor mij ligt ’De Druivelaar’, je weet wel, die afscheurkalender met voor elke dag een blaadje. In Vlaanderen worden elk jaar één miljoen van die blokjes gedrukt. Naast de kalendergegevens vind je er de naam van de heilige die op die dag wordt (werd) gevierd, Vlaamse spreuken en andere informatie. Voor elk wat wils. En op de achterkant een typische mop. Die druivelaar doet me vaak denken aan onze toneelwereld en soms ook wel aan dit magazine. Neem nu de achterkant van vandaag, 1 april. We leren hier dat de aprilvis zijn oorsprong zou vinden in Napels in 1631. Graaf Monterey houdt veel van de marmolo, een vis die slechts tot half maart wordt gevangen. Op 1 april wil hij zijn lievelingsvis aan zijn gasten voorschotelen. Bij gebrek aan de echte marmolo maakt de kok van fijn deeg een kopie van de vis. De graaf vindt de grap geslaagd en feliciteert zijn kok met die ’pesce d’aprile’. Zo willen wij soms wel een bepaald stuk brengen, en in een bepaalde stijl, want we hebben dat ergens zo gezien en gesmaakt, maar we hebben er de ingrediënten, spelers, regisseur, technische middelen, niet voor. Een kritische kijker ziet dat het slechts een kopie is, maar de organisatoren van het feest vinden het een geweldige ’pesce d’aprile’... De bedenkers vinden hun mop wellicht best grappig, maar een neutrale lezer (toeschouwer) ziet er de humor niet van in. Toch moet ik toegeven dat de mop soms zo flauw is, dat ik desondanks moet lachen om de onhandigheid waarmee dat onding is geformuleerd. En misschien maakt een vlotte moppentapper er toch nog iets van. Niet lachen met iets wat als mop is bedoeld, heeft iets hautains, alsof je er intellectualistisch ver boven staat. Je amuseren heeft dus ook veel te maken met het feit of je wel wil plezier maken. Een citroen kan alleen maar zuur smaken, hoe hard je er ook op nijpt. (typisch Vlaams gezegde voor De Druivelaar) Dit brengt me bij een ander facet van de aprilvis. In onze streken wordt die dag soms ook wel ’verzenderkesdag’ genoemd. Mensen worden met een kluitje in het riet gestuurd, gefopt, beetgenomen. ”Haal bij de bakker eens een kilo lucht.” Leugens worden voor waarheid verteld. ”De koning is ingetreden in het klooster van Opgrimbie.” Ook hier ligt de vergelijking met ons toneelwereldje voor de hand. Of heb jij je nooit beetgenomen gevoeld? Hoeveel keer heb je vooral uit beleefdheid geapplaudisseerd? Hoeveel keer heb je gezegd dat het om te lachen was, waar je goed wist dat de humor schaars gezaaid lag? Ik denk hier ook aan bepaalde zogezegd objectieve beoordelingen van voorstellingen, juryverslagen inbegrepen. Zo mocht ik onlangs van een goeie vriend zo’n ’pesce d’aprile’ lezen. Hij was er het hart van in, en zijn groep blijkbaar nog meer. Uit niets kon ik afleiden dat de beoordelaars de voorstelling hadden gezien. De pagina bevatte slechts algemeenheden met niets dan negatieve commentaar. Nergens een aanmoediging, tenzij je ”ga een cursus volgen” als positief bestempelt. Akkoord, elk oordeel moet zo eerlijk mogelijk zijn, en pretentie mag met de grond worden gelijk gemaakt, en goede cursussen hebben hun nut al bewezen, maar het gaat nog altijd over liefhebbers die enthousiast hun best doen, en die minstens hiervoor waardering verdienen. Ik heb mijn vriend kunnen troosten met het feit dat ik ook al zo’n blaadje van De Druivelaar mocht ontvangen met op de achterkant een smakeloze grap. Een ’pesce d’aprile’. Maar niet getreurd, scheur het blaadje eraf en begin aan een nieuwe dag. De zon komt op om 7.16 u.

V.U. Piet Arfeuille, Stationsstraat 25, 8700 Tielt _ foto: Sven Van Rossen

Een citroen kan alleen maar zuur smaken.

DONDERDAG 25, VRIJDAG 26, ZATERDAG 27 EN ZONDAG 28 APRIL 2013 — www.malpertuis.be www.opendoek-vzw.be Coverfoto:

‘De getemde feeks’ - Lust in ’t Schoone © Ryan Debacker

Jef Mellemans hoofdredacteur

3


OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

OP

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

doekinhoud magazine voor amateurtheater

JAARGANG 12

APRIL 2013

7

11

Dit nummer belanden we bij Edward Hopper (1882-1967). Als vertegenwoordiger van het realisme en de American scène is Hopper bij uitstek een inspiratiebron voor decors met een wat desolate sfeer, met geïsoleerde personages die nooit echt gelukkig lijken. Vooral zijn soberheid heeft al meerdere decorontwerpers bekoord.

16

EPESCE D’APRILE

3

VIER JAAR VOOR DRIE SECONDEN

18

KUNST INSPIREERT SCENOGRAFIE

5

POLL

18

HET GEHEUGEN VAN MIJN GEZELSCHAP

7

ZIJN VERSUS SCHIJN

19

SCHATTEN OP ZOLDER

8

SCHIJN WORDT ZIJN?

19

LIEFHEBBERS ZIEN LIEFHEBBERS

10

TWEE HANDEN, VEEL POPPEN EN EEN STEM

20

DRIE ACTEURS, DRIE ACTRICES EN EEN POP

11

VROUWENTONGEN KUNNEN DE WERELD REDDEN

21

KIES VOOR AVONTUUR

12

IK VERZUIP

22

INTERVIEW MET… WILLIAM SHAKESPEARE

13

TEKENING

23

REPERTOIRE

14

EEN GEOLIEDE MACHINE

24

GE MOET GOED ZOT ZIJN

16

ASSEPOES’ DAGBOEK

24

BOEKEN OP DE PLANKEN

17

OEFENING BAART KUNST

25

Wellicht is Nighthawks (1942) Hoppers meest gekende schilderij. We zagen dit ooit uitgewerkt bij een amateurgezelschap als decor voor ’King Kongs dochters’ van Theresia Walser. De enscenering geeft voor de acteurs een maximum aantal toegangswegen. Op de straat: links, rechtsvoor, rechts achter de hoek en uit de deuren van de huizen. Binnen: voor en achter de toonbank. Het licht komt vooral van rechts boven, maar we kunnen de straat evenzeer volledig in het donker zetten. Hopper krijgt wel eens de kritiek dat hij in zijn ramen geen glas schildert (omdat hij de techniek niet zou kennen), maar op toneel kunnen we daar alleen maar ons voordeel meedoen. Zo krijgen we geen vervelende reflecties en kunnen de stemmen van de personages de zaal bereiken. De witte leegte van de straat correspondeert met de lege wand in het café rechts achteraan. Zo maakt de straat als het ware deel uit van het interieur. Hopper herleidt de rekwisieten tot een minimum (weer een voordeel). Geen straatnaamborden, geen huisnummers, geen verkeerstekens. Alleen het strikt noodzakelijke in het café, geen overdaad aan flessen en glazen, maar wel voldoende lege barkrukjes en de twee ’dreigende’ percolators.

18

20

Jef Mellemans

2

Kunst inspireert scenografie

magazine voor amateurtheater

OP doekinhoud

5

Het magazine wordt gedrukt op FSC-papier.

NiGhthaWKS (1942)

4

Net als bij het vorige schilderij leert Hopper ons bij Summer Evening (1947) het trucje met het bovenlicht gevangen in een donker kader. Door die opstelling blijft de ruimte buiten het kleine terras in het donker, en blijven de twee personages in hun verlichte kooi. De horizontale houten latten van de wand krijgen extra schaduw. Een effen muur zou dat effect te niet doen. De opening rechts achter de twee personages schept een ruimte die hier door zijn donkerte toch weer isolatie oproept. Het lijkt een raam geopend op de nacht. Door het contrast tussen licht en donker bekomen we het effect van isolement. Dat isolement wordt onmiddellijk doorbroken als de frontale deur op een kier zou staan of als het daglicht de ruimtes vooraan en rechts achteraan zou verlichten. Of als het donkere vlak van de afsluiting links zou ontbreken. Het klassieke tafeltje en de bijhorende stoeltjes ontbreken, zodat onze acteurs nonchalant op de terrasafsluiting kunnen zitten of ertegenaan leunen. Zo zijn ze minder gehinderd in hun bewegingen. Scenografie heeft ook te maken met kleur en kledij. De bruintinten van het raam, de deur en de broek van de jongen kunnen geen toeval zijn. Evenmin de kleur van zijn sokken en zijn T-shirt.

24

● REDACTIE: p/a OPENDOEK, Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen, T: 03 222 40 90, F: 03 233 81 33, redactie@opendoek-vzw.be, www.opendoek-vzw.be ● H O O F D R E DAC T E U R: Jef Mellemans ● CO O R D I N AT I E: Nina Van Cauwenberge ● V E R A N T WO O R D E L I J K E U I TG E V E R: Rob Van Genechten p/a OPENDOEK Zirkstraat 36, 2000 Antwerpen ● DIRECTEUR OPENDOEK: Bernard Soenens ● DRUK: Geers Offset, www.geers-offset.be ● VORMGEVING: www.ipscreation.be ● P E R I O D I C I T E I T: Verschijnt 5 maal per jaar ● Volgend nummer: 1 juni 2013 ● O P L AG E: 17.000 ex ● ISSN NR 1377/9478 SuMMer eVeNiNG (1947)


6

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

7

We nemen nog een derde voorbeeld van het gebruik van bovenlicht. In Hotel lobby (1947) laat Hopper het daglicht tussen de twee betonnen balken bovenaan binnen vallen. Zo krijgen we het felste licht op de hoofdactie, al profiteert het lezende personage rechts hiervan mee, vooral door de reflectie van het witte vloerkleed. Dat personage krijgt ook nog wat extra licht van rechts boven achter haar. (zie de schaduw van haar voeten) In nogal wat toneelstukken vinden we een dergelijke locatie omdat we in zo’n lobby een gaan en komen zien van personen. Voor een toneelzaal met een klein podium is dit een prachtige suggestie. We krijgen diepte door de slechts deels zichtbare deur links vooraan en de streep op het vloerkleed die ons leidt naar het geopende gordijntje achteraan waar de karaf op het tafeltje wacht. De witte tafelkleedjes zijn niet zonder belang. De ionische nepzuiltjes aan de balie, het smeedijzeren hek en het corresponderende barokke kader van het schilderij aan de linkerwand bepalen de sfeer van het interieur. Dat kledij heel wat kan vertellen over de dramatische actie, wordt hier mooi geïllustreerd. De twee links horen samen gezien de stijl van hun kledij. Zij komen toe of willen vertrekken en het is aan de man om het initiatief te nemen. De dame rechts vertelt door haar lichaamshouding, haar kledij en haar handeling dat zij zich thuis voelt. Een tafereel zo uit een toneelstuk geplukt...

Het geheugen van mijn gezelschap

staf Vos en Veerle Wallebroek

hOteL LOBBY (1947)

Waar is die foto gebleven? Onze vereniging bestaat 25 jaar en ik vind net die ene foto niet meer terug! Ik wil weten waarom die oude toneelteksten in de tijd van mijn moeder zo werden gewaardeerd. De penningmeester had duidelijk een oogje op de hoofdrolspeelster voor wie hij dat duur kostuum kocht - zo blijkt uit oude rekeningen. Of opeens ontdek ik dat recente DVD-opnames bijna met het vuilnis waren meegegeven. Sporen uit het verleden die ons aanspreken, noemen we ‘erfgoed’. Het Firmament zet zich als expertisecentrum in voor de zorgzame en creatieve omgang met dat erfgoed van de podiumkunsten.

PeOPLe iN the SuN (1960)

CREATIEF MET HET VERLEDEN Wat moet ik nu eigenlijk verstaan onder ‘erfgoed’? Het kan zich in vele gedaanten aandienen. De meest voor de hand liggende zijn materiële sporen zoals decors, kostuums, documenten, foto’s, opnames en digitale bestanden. Daarnaast zijn er tal van minder zichtbare sporen: straffe anekdotes, eeuwenoude tradities, speltechnieken, werkwijzen die vooral mondeling doorgegeven worden binnen een gezelschap. Het is net de combinatie van de tastbare elementen en de immateriële sporen die het geheugen van je theatergroep vormgeven. Maar hoe leg ik het aan boord om deze unieke erfenis beschikbaar te maken voor de volgende

Nog merkwaardiger en fascinerender is People in the sun (1960). Dit lijkt een enscenering voor een absurde, onrealistische, ja zelfs postdramatische voorstelling. Niemand verwacht dat deze personages tegen elkaar hun mond zullen open doen. Als ze al iets willen zeggen, zullen ze dat zonder verpinken voor zich uit zeggen, of zullen ze zich face publiek keren en hun teksten monotoon debiteren. De vier op een rij liggen achterover en laten het felle licht zijn werk doen, want echte zonnebaders zijn het niet. Ze zijn in kostuum, met schoenen, hoed en zelfs sjaal. In hun ligstoelen lijken ze insecten, schorpioenen, gebiologeerd door het licht. Alleen de man achter de vier leunt voorover alsof hij nog op het plaatje wil en leest van een blad, maar ook hij draagt pak, schoenen en sjaal en is niet geneigd tot een conversatie. Ondanks de passiviteit gaat er iets agressiefs uit van dit schilderij. Het is ook brutaal in zijn opstelling. Die personages negeren ons. Het licht is op het randje van de overbelichting (met felle pars!), de punt van de witte driehoek steekt naar rechts buiten het beeld, de kleuren van kledij en lucht zijn overwegend kil, hun kinnen steken hautain de lucht in. Je wil dat ze weggaan en plaats maken voor mensen, bereid tot een normaal gesprek... Deze scenografie is voor de durvers.

In hun recente voorstelling ’Amortale’ herbruikt Circus Ronaldo geschilderde decordoeken van hun voorvader Willem Vandenberghe uit 1912. Typisch voor die tijd was het trompe-l’oeil-effect dat de illusie van perspectief wekte. Circus Ronaldo © beNNY De GrOVe

generaties? En hoe kan het verleden inspiratie bieden voor heden en toekomst? Door een actuele en dynamische omgang met dat verleden kan ik de toekomst behoorlijk verrijken. Klassiekers uit het repertoire in een fris kleedje steken leidt vaak tot verrassende resultaten. Niet enkel Shakespeare of Tsjechov verdienen een nieuwe kans. Vergeten repertoire kan, mits een verjongingskuur, opnieuw relevant worden. En wat voor woorden geldt, telt ook voor beelden. ‘Retro’ kan vandaag opnieuw smaakvol zijn, of kan juist vervreemden en verrassen. Kunnen kostuums, decorstukken of een oud belichtingselement in een originele scenografie zo’n vernieuwende functie krijgen? Niet bij voorbaat, maar de moeite waard om er eens mee te experimenteren!

Hoe een klassieker uit het repertoire in een fris kleedje tot prachtige resultaten kan leiden! ’De Kersentuin’ - Lviv Academic Theatre Voskresinnia (Leuven in scène 2012) © CHriStOPHe KeteLS/Cie GAGAriNe

De bijgehouden programmablaadjes, toneelteksten, en administratie vertellen ook iets over de rol van mijn toneelvereniging in mijn dorp of stad. Ze leveren verhalen op over het ledenaantal dat tot een droevig minimum daalde en dan weer opklom... En over evoluties die aangeven wanneer de oudste verenigingen achtereenvolgens Franstalige zangspelen, Vlaamse kluchten, operette en nieuwerwets toneel programmeerden. Bij de aloude rederijkerskamers gaat deze geschiedenis nóg verder terug. Materiële en immateriële sporen uit het verleden kunnen een vereniging legitimiteit geven bij lokale overheden door hun lange geschiedenis en hun grote publieksopkomst te bewijzen.

Maar de belangrijkste functie

Je kan het verhaal van je vereniging op een vernieuwende manier presenteren aan je trouw publiek. Het concept van een ‘Museum voor 1 dag’ (zie kader) biedt een origineel alternatief waarmee je naar markten en pleinen kan trekken. ’Museum voor 1 dag’ © tAPiS PLeiN


8

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

Heeft je groep een archief? Wat bewaar je zoal?

De poppen, lichtinstallatie en allerlei documenten van Poppentheater Den Uyl zijn bewaard gebleven. De Brugse Musea hebben de poppen gerestaureerd en het gezelschap Ultima Thule herwerkt het verhaal van Den Uyl binnenkort in een nieuwe voorstelling! Deze foto werd gemaakt omstreeks 1948. Poppentheater Den Uyl © JOOSt SCHeLPe

vervullen ze voor ons, de theater-liefhebbers zelf. We kunnen het verhaal van onze toneelvereniging presenteren aan ons trouw publiek. We doen dit meestal gemakshalve via een jubileumboek of een tentoonstelling. Maar het kan ook anders. Het concept van een ‘Museum voor 1 dag’ (zie foto en kader) biedt een origineel alternatief waarmee we naar het bredere publiek kunnen trekken op markten en pleinen. Of we kunnen memorabele momenten uit de geschiedenis van de vereniging ludiek ensceneren. Succes gegarandeerd! HOE PAK JE DIT ALLES AAN? Het kan niet de bedoeling zijn dat papieren, opnamebanden, kostuums en decorstukken zich alsmaar blijven opstapelen. Ook de bestanden op je computer zijn kwetsbaar. Wie heden en verleden als ‘erfgoed’ wil herontdekken, heeft vaak behoefte aan hulp om documenten en objecten overzichtelijk te ordenen en te bewaren. En vooral: om ze te selecteren en te digitaliseren, want plaats is er overal te weinig! Om aan die behoeften tegemoet te komen, heeft de Vlaamse overheid aan de vzw ‘Het Firmament’ de opdracht gegeven om onder meer amateurverenigingen hierbij te ondersteunen. Als expertisecentrum voor het cultureel erfgoed van de podiumkunsten engageert ‘Het Firmament’ zich om een praktische handleiding te ontwikkelen. Zo zal je in je archief alles kunnen terugvinden om de geschiedenis van je vereniging te reconstrueren, op een originele manier te presenteren en in te zetten als inspiratiebron voor nieuwe creaties of om je activiteiten te promoten. Daarnaast zet ‘Het Firmament’ zich actief in om bestaande archiefinstellingen, musea en heemkundige kringen te overtuigen van het belang van amateurtheater in hun collecties. Waar mogelijk pleiten we voor extra depotruimte zodat de belangrijkste objecten die voortvloeien uit de werking van toneelverenigingen een veilig onderkomen vinden. Enkel op deze manier kan erfgoed een rol krijgen in de toekomst van amateurtheater!

’Het Firmament’ ’Het Firmament’ bestaat al sinds 1968 en kan terugblikken op een jarenlange werking rond het poppenen figurentheater. ’Het Firmament’ slaat nu de brug naar de bredere podiumkunsten, zowel in het professionele als in het amateurkunstenveld. In het kader van het Cultureelerfgoeddecreet werd ’Het Firmament’ in 2012 erkend als landelijk expertisecentrum voor het erfgoed van de podiumkunsten (theater en dans). Meer info: www.hetfirmament.be

9

Workshop ’Creatief met erfgoed’ Wil je meer weten over hoe je het verhaal van je toneelvereniging op een originele manier kan presenteren tijdens het volgende jubileum of een ander evenement? Volg dan de workshop ’Creatief met erfgoed. Samen ideeën genereren om je verhaal te presenteren’ (info & inschrijving op www.heemkunde-vlaanderen.be) of ga aan de slag met ’Museum voor 1 dag’ (info op www.tapisplein.be, bij ’Wat doen we?’, ’Zelf doen!’). Succes!

Van een archief van onze vereniging weet ik niets. In de zaal staat een verzameling decorstukken en rekwisieten en we hebben ook een kast met oude kostuums... Tijdens een feestje waren er placemats met kopieën van een affiche van een stuk dat werd opgevoerd tijdens de oorlog ten voordele van ‘winterhulp’. We zullen dus wel ergens een archief hebben... (Johan Van Olderbeke)

Ja! We hebben een archief! Drie vergulde kroontjes uit ‘Heksengedoe’, gekocht op een rommelmarkt en nu gebruik ik ze elke kerst om kaarsjes in te zetten. En van ‘Mouchette/Colette’, mijn eindexamen regie, grote ronde zilveren oorbellen die ik nooit zal dragen maar toch in een mooi zakje in mijn kast liggen. (Anneliese De Boeck)

Ik koester, uiteraard, de kostuums die ik gedragen heb en de handgemaakte decorstukken die ik (mee) in elkaar heb getoverd. Daarin kan je je eigen evolutie zien en zo kan je ook herinneringen ophalen. De echte archiefstukken worden bewaard in een oude school. Al geef ik toe dat sommige attributen in de kamer van een van de acteurs staan te pronken... (Toon Van Hoyweghen)

Archiveren lijkt een saaie bezigheid te zijn, tot je plots de ultieme jubileumviering van je favoriete toneelkring moet organiseren. Bij De Linde uit Lembeek beschikken we over een archief om "U" tegen te zeggen. Dit varieert van het kleinste krantenartikel, het kasticket, hét speciale attribuut van voorstelling X, het kledingstuk uit voorstelling Y, kopijen van speeches, originele affiches en programmaboekjes, inkomkaarten tot een massa foto en videomateriaal. Ja, we weten zelfs welke zaak of politicus gesponsord heeft. Een echte archivaris houdt het boeltje op orde. De Moedige Strijders uit Essenbeek hebben geen archivaris, al is de groep een stuk ouder. Archieven verhuizen van persoon tot persoon, of... niet. Iets waardevols terugvinden wordt dus een probleem. Ik ben het meest gehecht aan ‘mijn script’, in welke toestand het ook verkeert. Het vertelt een verhaal van bloed, zweet en tranen, maar ook van succes. Het beeldmateriaal toont ons medeacteurs die er niet meer zijn. (Edwin Vandermeeren)

De teksten werden gearchiveerd. Beeldmateriaal helaas niet. Er zijn wel voldoende decorpanelen om een huiskamer op te stellen. Onze kring heeft drie kamers boven de parochiezaal voor onze verlichting, decorpanelen, archief, kleding, rekwisieten en benodigdheden voor recepties en aanverwanten. (anoniem)

Bij de viering van het 50-jarig bestaan van Bert Leysenkring bleken we plots in het bezit van de scripts van onze eerste voorstellingen. Met de hand geschreven, letter voor letter, woord voor woord. We proberen deze waardevolle scriptjes in bewaring te brengen bij de dienst erfgoed in de gemeente Balen. Op voorwaarde dat ze wel eigendom blijven van onze theaterkring uiteraard. (Raf Jansen)

Ik ben een freelance regisseur. Dus de inhoud van de innerlijke keukens ken ik niet. Vriendelijke toneelgroeten vanuit Oostende! (Guido Vanloo)

Het archief wordt door een van de bestuursleden beheerd. Het bevat de stukken, de foto's, beeld- en klankmateriaal (Marleen Korthoudt)

Als theaterfreak verzamel ik reeds jaren alles over theater. Soms tot ongenoegen van mijn vrouw palm ik alle vrije ruimte in voor mijn verzamelobjecten. Wat ik heb, is grotendeels gearchiveerd in een computerbestand. Rommelmarkten, uitverkopen in bibliotheken, boekenbeurzen zijn mijn geliefde zoekdomeinen. Als de prijs te hoog is, zeg ik dat ik volgend jaar terug kom want dat ze geen andere gek vinden om dat te kopen. Ik ben ook archivaris van alles wat te maken heeft met luisterspelen en radiogeschiedenis. Een gevolg van mijn jarenlange job bij de BRT/VRT. Natuurlijk ben ik erg gehecht aan bijvoorbeeld ’De verzamelde werken van Shakespeare’, vertaald door Dr. L.A. J. Burgerdijk uitgegeven door AW Sijthoff in Leiden (1896) en aan een geweer uit wereldoorlog I. Wie op zijn zolder nog wat liggen heeft, ik ben kandidaat! luc.vierendeels@skynet.be. (Luc Vierendeels)

Wij beschikken niet over een volwaardig archief. We hebben er ook de ruimte niet voor. Als wij een stuk spelen zoekt elke speler zijn/haar eigen kledij en voorwerpen. Over een drietal jaren wordt in onze gemeente een cultuurcentrum geopend. Misschien zijn er dan meer mogelijkheden. (Jos Heylen)

Bij De Bacchanten in Oostende bestaat er een lokaal waar elk stuk een heus dossier bestond, met alle briefwisseling, alle opgehaalde reclame/sponsoring, gemaakte kosten, het aantal bezoekers. enz. Dit lokaal werd indertijd ter beschikking gesteld door het Stadsbestuur van Oostende. Het is me een raadsel waar dit archief zich nu bevindt. (Gwen Deprez)

De twee Koninklijke Toneelverenigingen, ‘Iever en Eendracht’ en ‘Deugd en Vermaak’ zijn in Menen gefusioneerd tot ‘Cie Tabloo’. Als laatste secretaris van ‘Iever en Eendracht’ bezit ik alle gegevens dankzij de brochures die de groep bij elke viering opstelde. Ik ben zinnens alle mogelijke lijsten over een periode van meer dan 125 jaar aan te vullen. Er bestaat nog een met de hand geschreven agenda van de eerste secretaris, met de verslagen van bestuursvergaderingen in de periode 12 mei 1878 tot 07 september 1914. Omdat het moeilijk was om een eigen archief in te richten, hebben we besloten alles te archiveren in het stadsarchief van de stad Menen. Alles is eigendom geworden van het stadsarchief. Bekers, schalen, medailles, kunstwerken en een verenigingsvaandel hebben nog een plaats gevonden. (Marc Verfaillie)

Toneel Heverlee beschikt over een archief. Teksten worden in het lokaal bij de paters Jezuïeten te Heverlee en bij de voorzitster bewaard. Per productie bestaat er ofwel een analoog fotoalbum of een digitaal beeldverslag op schijf. Kostuums vinden een onderkomen in de kostuumkelder in het klooster en de rekwisieten op de zolder. (Frans Vranckx)

Per stuk waaraan ik heb meegewerkt (meer dan zeventig) zit alles geklasseerd in dikke mappen. Naast affiche, programmaboekje en wat er dus in de pers is verschenen zitten er ook de foto’s van het desbetreffende stuk bij als enig tastbare herinnering van het vluchtige medium dat toneel toch is. De brochure verdwijnt na enige tijd. Toch liggen er nog een pak op mijn zolder. Ik neem ze soms ter hand en vaak komen mijn replieken spontaan terug. Opnames bekijk ik nog zelden of nooit, wel de foto’s.

Door de jaren heen heb ik toch wel een behoorlijk aantal brochures, opgeslagen in een kast thuis, nog wat kleerkasten vol kledij, met uniformen, nonnen- en paterskledij, handtassen, hoeden, juwelen, telefoons met een telefooncentrale enz. Groepen kunnen die gratis ontlenen. Ik ben wel gehecht aan een schilderspalet en een baardje dat mijn vader nog heeft gemaakt voor een stuk begin jaren 80. (Johnny Hayen)

Een echt archief hebben we met onze groep niet. We moeten telkens weer op zoek naar kleding en rekwisieten die specifiek voor de productie vereist zijn. Ik heb enkele schoendozen met programmaboekjes van stukken die ik heb gezien, met manuscripten van stukken waarin ik meespeelde of die ik regisseerde. Eerlijk gezegd open ik die nog zelden. Ik ken een actrice, die al de manuscripten van de stukken waarin ze heeft gespeeld, letterlijk opstapelt. Geen toren van Babel maar een toren van Podiumkunst. (Roland De Blende)


10

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

Liefhebbers zien liefhebbers

Bernard soenens

Kurt Velghe

Drie acteurs, drie actrices, één pop

’Knecht van twee meesters’ - La Barraca © JerrOeN wiLLeMS

Nina Van cauwenberge Omdat we zo dicht mogelijk bij de realiteit willen staan, vraagt OP&doek aan echte toneelliefhebbers verslag te doen van interessante toneelvoorstellingen. Zo ziet Kurt Velghe samen met zijn vrouw gemiddeld 30 à 35 producties per jaar, zowel liefhebbers als professionelen. En daar zitten blijkbaar af en toe pareltjes tussen. (Red.)

I

n de huidige tijd wordt cinema overspoeld door CGI (Computer-Generated Imagery) en flitsende montages, waardoor je in actiescènes geen onderscheid meer kan maken tussen goed en kwaad. Wat bezielt een regisseur om een film zoals The Artist te maken? Een stomme film in zwart-wit met een simpel verhaal en dito montage. Wil de filmindustrie onthaasten? Of hebben we er allemaal behoefte aan? In theater is er in elk geval geen gebrek aan onthaasting. Een gezellige zaal met een goed stukje theater en een zo mogelijk nog gezelliger bar waar je nadien nog uren kan napraten over het stuk of over theater in het algemeen. Dat is pas onthaasten. Neem nu Theater Pact in Aalst met hun multifunctionele zaal en de ultra-gezellige bar waar je geniet van een interessante babbel met gelijkgestemden. Zij brengen ’De Thuiskomst’ van Harold Pinter. Door het unieke concept, de knappe belichting en het goeie spel van de acteurs word je meegesleurd in deze typische Pinter. De magie van het theater neemt je mee en laat je pas los als het stuk... nee, eigenlijk pas als je je laatste drankje op hebt en je de auto instapt op weg naar huis. Dichter bij huis, in Harelbeke, kijken we tweejaarlijks uit naar de musical van Arte Del Sueño. Hoewel het hier evenzeer liefhebbers betreft, heeft deze groep toch een zekere professionele uitstraling. Twee jaar geleden zagen we hier een schitterend ’The Lion King’. Onze verwachtingen lagen dus vrij hoog toen we CC Het Spoor binnenstapten, een verzorgd programmaboekje voorgeschoteld kregen en ons in de overheerlijk zachte rode zetels lieten zakken voor ’Hairspray’. Bij het zien van deze productie komen onvermijdelijk de beelden van de film voor ogen met een

fantastische John Travolta. Arte Del Sueño brengt echter een puike versie met het koor en het orkest mee op scène. Nadien kun je in de bar genieten van een assortiment wijnen en cava, naast de gebruikelijke bieren en frisdranken. Daar zeggen we uiteraard geen nee tegen. Ondanks het barre winterweer trokken we de tweede week van januari naar Tielt voor ’Verre Vrienden’ van Alan Ayckbourn door 't Arsenaal en Theater Malpertuis. De voorstelling bleek volzet! Ik was er stellig van overtuigd dat ik gereserveerd had. Tiens, niet dus! Gevolg: we mochten blijven, maar moesten plaats nemen op de trap. Dit leek een mooi voorstel, maar bleek uiteindelijk niet zo comfortabel als wij hadden gehoopt. Niet gezeurd, eens de voorstelling begonnen, vergaten we compleet tijd en ruimte en zonken helemaal weg in de opeenstapeling van absurde grappen en komische dialogen. Zwevegems Teater, zo dicht bij huis dat we er te voet naartoe kunnen, speelde ’De Prijs’ van Arthur Miller. Na een heel mooie beginscène zonder dialoog in een sober en functioneel decor, dat vooral oude meubelen en allerhande prullaria van de overleden vader lijkt te bevatten, trekt het stuk zich op gang als twee broers een eeuwenoude ruzie uitvechten op het moment dat ze de inboedel van hun al lang gestorven vader willen verkopen aan een louche opkoper. Degelijk, zoals we gewoon zijn van het ZT. De gesprekken na de voorstelling waren zo interessant dat we ons bijna verplicht voelden om nog een tussenstop te maken in de gezelligste loungebar van Zwevegem, waarna we moe, maar vooral helemaal onthaast, ons bed indoken om er te dromen over komende producties...

De magie van het theater, dat is pas onthaasten.

11

Filip Vanluchene schrijft verteltheater. Diverse verhalen met tiental(len) personages vormen een kluwen waar je als toeschouwer met mondjesmaat toegang toe krijgt. De replieken volgen elkaar op zonder verwijzing naar een verteller of een personage. Het is aan de regisseur om keuzes te maken: Is er één verteller op het podium of een aantal acteurs. En hoeveel dan? Wie zegt welke tekst en wordt dit verteld of gespeeld? ’De Naamlozen’ van Filip Vanluchene staat regelmatig in de theaterkalender. Leuk om te zien hoe de bezetting varieert. Het professioneel gezelschap De Tijd beperkte de cast tot drie acteurs. Ze hebben dan ook kwaliteit in huis. De Leiezonen uit Drongen laten vijf acteurs het hele verhaal vertellen face publiek. Dat is ook Toneelkring SintGenesius uit Sint Niklaas van plan. Toneel Watou - Westhoek had enkele jaren terug voor ieder personage een acteur en werkte met een twaalfvoudige cast. Stalteater Oelegem maakt nog andere keuzes. Zes acteurs en een pop. Figurentheater is al een hele tijd uit de (poppen)kast gekomen met figurenspelers die zichtbaar voor het publiek poppen manipuleren. Het omgekeerde gebeurt heel wat minder. Je speelt helemaal geen figurentheater. Toch staat er een pop in de ’cast’. Wanneer en waarom doe je dat? Misschien kan het als je ’de Naamlozen’ aanpakt. ’De Naamlozen’ vertelt het verhaal van Gerard, Roger, Cyriel, Marie Rose, nog een Marie Rose, Estelle, Denise, Gabriël... Personages waarvoor het Vlaams amateurtheater probleemloos acteurs en actrices kan casten. En er is ook Julien, het zoontje van Gerard en Denise. Samen spelen ze ”een groot drama in een kleine straat”.

Stel dat je kiest voor personages die acteren, dan is een elfjarige gauw gevonden. Veel acteurs en actrices debuteerden op die leeftijd. Je kan al rekruteren bij hun directe nakomelingen. Hou vandaag best wel rekening met de wet op de kinderarbeid. Dan heb je misschien twee elfjarigen nodig in een beurtrol. Maar je kan ook een andere oplossing zoeken. Auteur Filip Vanluchene geeft je daartoe alle ruimte. Julien speelt de hoofdrol in één van de belangrijke verhaallijnen van ’De Naamlozen’. Naarmate je verder leest in de tekst wordt de tragiek van het personage Julien duidelijker. In de oervlaamse straat heeft iedereen zijn verhaal. Julien maakt het allemaal mee. Maar als kind staat hij wel aan de zijlijn. Ook als er sprake is van misbruik door een volwassene, kijkt iedereen de andere kant uit en wordt hij helemaal monddood gemaakt.

scènes en verhalen krijg je bij het onderzoek naar het personage van Julien misschien het beeld voor ogen van een figuurtje dat permanent aanwezig is op het speelvlak en niets zegt. Dan kan je bijvoorbeeld kiezen voor een pop. Daarmee is de kous niet af natuurlijk. Van het figurentheater weet je dat er heel wat soorten poppen zijn: draadpoppen, handpoppen, bekpoppen, staafpoppen... Schuift de pop over de hand van een speler of opteer je voor een (levens) grote pop? Een kenner suggereert al snel dat je pop misschien door de knieën kan buigen, armen kan bewegen, iets kan vastpakken, het hoofd draaien, met de ogen rollen. Daar moet je even over nadenken. Je komt dan allicht tot de conclusie dat Julien eerder een statische pop is, met een gezichtje zonder mond. Monddood als hij is. Vraag is ook welke kledij draagt Julien? Of kan je met een naakte pop ver gaan in de suggestie van de tragiek van Julien? Verder dan je kan doen met een debuterende elfjarige?

“Groot drama in een kleine straat.”

Doorheen de snel wisselende

Hoe statisch ook, de acteurs moeten de pop leren manipuleren. Hoe pak je een levensgrote pop vast? Hoe spreek je tegen een pop? Daar investeer je best wat repetitietijd in.

Eredivisiefestival BRONKS 2012 © FeLiX KiNDerMANN

Hoe dan ook het is een leerproces voor acteurs, regisseur, en technische ploeg. Nu nog het publiek overtuigen.


12

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

Onze redacteur Frans Vanderschueren ontdekte Hanneke Paauwe als een nieuwe parel tussen de Nederlandstalige toneelauteurs. Na de ’performances’ laat hij ons in dit nummer kennis maken met enkele van haar andere toneelstukken. (Red.)

Kies voor avontuur!

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

13

eline Van de Voorde

Interview met… William Shakespeare

Frans Vanderschueren

elens, naar keuze) ën, hun gevo HO (bezetting tel. zelf, hun idee ho ch n zi ee er HOTEL TOMIL in ov ist die n n mense len mense een taxiderm verhaal over ologen vertel verhaal van t on m he e s rt al t een Schitterend ko Zo ch . nge en men zijn hij ooit da van negen la terecht geko lstoel omdat l, ro te n ho ee t door In een reeks in he d in lg an hier, den gevo et, een m ns en hoe ze aterkunst do het hotel, wor w et n m aa dat jn e n hun verlange zi di te r n wasse ept gego n verbonde opzet, een af origineel conc n duen, die alle ee vi di in in haar vriend ur te de n va Door de au ... De verhalen in het hotel. engel te zijn ds bean en vrouw m en ss tu ie maar stee es : ruzi kt. is soms poëz aa et H m . t acht dialogen ek oo ti gr an uk rom rde van het st bitterheid en s af te likken. de visuele waa vol onvrede en h, en en vinger sc ti im is du or m om hu al jn ta zi n ee en al in De verh intrigerend en verrassend en vreemdend,

’heKSeNriJK’ - La BarraCa © JerrOeN wiLLeMS

broer. hem. Ze n kind en een ingen op aan M (2H,2D) len herinner verlies van ee t ha s he IN MEMORIA zu de zus er n, en ov r l aa der, vade t levensjare oostende verh ven. Zijn moe over de eers r or de st oe ge osje’. Het droef/tr m is ro e g, rn D eelin rol in ’Doo vertellen. el van een tw over hem te ilepsie en zijn or ep do jn den n Arno, een de zi ei ke er ch er rs ov verw en toch ve zelf vertelt n verdriet te gen zijn één jn dood. Arno lin zi el er proberen hu rt ov ve r lle de en. A r in huis, de va n ze als dialog oost. over haar broe ze niet en toch klinke en en zoeken tr og et ol ri rd on eg emotie om m ve n in le t el ur rt be ve et juist geno ge m Ze . n kt te Alles ee ks pr te ts ui hitterende den. onage dat ze dankzij de sc gespeeld wor door het pers bonden over elders goed ge k en oo k n er ka st r t zo f maa Dit alles kom is een kerkho n. De locatie ke in kl n te la vals te ooit eens . ming van wat ) hiedenis zich je een opsom sc ijg FALSCH! (3D ge kr de n l: absurd, t da ui aa len hun verh de dames en foute dames n el en rt va ve ag en dr Ze al ge s. rh ven Hoe n Atkin sommige ve boeiend. Ze ge edusa en Susa zo beginnen , filosofisch en rs Medea, M ch is aa eid. it Er was eens... en kh kr rd lij d, oo se en en em kleinm , intriger mes zijn seri en tragiek en ds verrassend ss ee tu st , zal zijn. De da g, w in eu ld ni ee t en verb istisch, steeds ische. ssen realitei horror, humor melodramat at allemaal tu D . en flirt met het ng en lli ri kt e er ud w h ko s sc m ri je so taal die hila n plastische Allemaal in ee iteit. jn van de real e elkaar volledig los zi e ) di D (3 en beweging di w U A en ou d FR vr el T ie be EI dr k, n KH ie N va A KR Vrouwen drukken tekst, muz en obsessies. voelens en in gelmoes van ns ge en ge er m ov an n rl uk Ee ve . st , Een rheden ie filmpjes ens, halve waa neden met dr door de leug en Elf delen vers al dw . en w draad bieden t waarheid. De drie vrou verheffen to met een rode t beïnvloeden. en as n uv ne ho in rz en maar ge n strategie ve geest strelen, die hun eige e gemoed en di n te ks te Fantastische iek kan van ter. Het publ ,1D) ch H (1 do de RS PE or M do BU rzijds onden. de vader, ande heeft twee m s verteld door jd De waarheid zi er en l aa tzelfde verh We horen he aken. één geheel m beide helften (1D,1H) ORDENAAR verdediging POTLOODMO E D EN U hij te laf. Als O is SK en O lp M S he IS ilt M sten. ar wel w rslaat het pe el Thomas ha n schuilen. pest. Alhoew De fantasie ve ge dt id en verlange or he w m a aa in nt nz le ee , Va et ri en ter verd De ingewek alen waarach g. al’!" rhalen. Verh ve j zi t p en martelin je een ‘verha el rt ef ve nteerd gevangenscha bloed en ik ge er l ov wer geconfro , pe ou ng up ch gi dr ti es n ie to rn de ve dt en or w od "Geef me ee het stuk en over do eschouwer. In geeft verhal eid van de to Het potlood fh la de t aa t pesten st Tegenover he e. st met de gepe

Je kan er alleen maar van dromen. En toch! Tegenover mij zit de grote toneelschrijver William Shakespeare! En hij antwoordt op mijn vragen. Waar haalde je al die inspiratie? ”Vooral uit het leven zelf. Universele thema’s als liefde, jaloezie, wraakzucht, spreken tot de verbeelding. Tegenstrijdige karakters die met elkaar in conflict komen, maar ook het innerlijke conflict, zoals de verscheurende keuze van Hamlet tussen handelen en niet-handelen. Doodt hij de moordenaar van zijn vader of laat hij zijn dood ongewroken Echte waanzin en geveinsde waanzin vloeien in elkaar over. Ook al zijn de situaties misschien niet herkenbaar, de emoties zijn dat wel.” Hoe krijg je die innerlijke strijd op de scène verteld? ”Ik heb vaak gekozen voor terzijdes of monologen, waarin de toeschouwer inkijk krijgt in de ware ziel van het personage. Bovendien kunnen de manieren van spreken, de taal, metaforen en stijlfiguren een reflectie zijn van het karakter van een personage.” Waarom spreken je teksten vandaag nog zoveel mensen aan? ”Omdat ik een briljant theaterauteur ben, uiteraard. (lacht) Nee, nee, serieus nu. Aangezien ik het telkens over universele thema’s heb, zijn mijn werken in veelvoud herbruikbaar. De personages zijn aanpasbaar. Ze kunnen veranderen naargelang de context of het tijdperk, want het gaat telkens over hun emoties, hun strijd met de anderen, de buitenwereld en zichzelf.” Heb je de plots van je theaterstukken altijd zelf verzonnen? ”Ik zou graag zeggen dat ik alles zelf heb verzonnen, maar er zijn eigenlijk maar twee stukken die compleet origineel zijn en dat is ’De Storm’ en ’Een midzomernachtsdroom’. De andere stukken, zoals Romeo en Julia, zijn gebaseerd op bestaande verhalen. Veel van mijn verhalen zijn bovendien ook geïnspireerd door de klassieken. Voornamelijk de ’Metamorphosen’ van Ovidius en de fabels van de Griekse dichter Aesopos zijn altijd een grote bron van inspiratie geweest.” Wat vind je van de aantijging dat je je hele oeuvre onmogelijk zelf kan geschreven hebben? ”Ridicuul! Roddels van mensen die me mijn succes niet gunnen. Ach ja, jaloezie... . ’It is the green-eyed monster which doth mock the meat it feeds on.’ Ik kan er nog jaren over schrijven!” Er is ook altijd veel te doen geweest rond je zogenaamde ’lost years’. Waarom verliet je je gezin voor het stadsleven in Londen? ”Geen commentaar.” Heb je een favoriet stuk, een favoriet personage? ”Kiezen is onmogelijk. Ik heb al mijn stukken met veel liefde geschreven. Dat is als vragen om tussen je kinderen te kiezen.”

’haMLet’ tONeeLKriNG SiNt-reMBert (LaNDJuWeeLFeStiVaL 2011) © KAtLeeN CLÉ

Romeo en Julia is een van je bekendste stukken? Kan je de aantrekkingskracht verklaren? ”De liefde! Wie valt er niet voor de liefde? Een verhaal dat de tijd doorstaat. Mensen genieten van de grote, passionele liefde. Onmogelijke liefdes intrigeren, en de passie en zekerheid van de liefde tussen deze twee personages doen de fantasie op hol slaan. We geloven graag dat zo’n liefde bestaat en dat twee mensen zo zeker zijn van elkaar dat zelfs een oude familievete hen niet kan tegenhouden.” En moesten ze nu echt allebei dood op het einde? ”Het is een tragedie! Wat had je verwacht? (lacht) Het is en blijft een onmogelijke liefde en ze is zo krachtig dat de geliefden zelfs hun eigen leven ervoor opofferen. Daarnaast leidt hun opoffering ook tot het oplossen van een aanslepend conflict. ’They lived happily ever after’ zou gewoonweg niet geloofwaardig geweest zijn.” Heb je nog een tip voor onze lezers? ”Lees, leef, reflecteer.”


Een wondermooi romantisch stuk over liefde vinden en verliezen.

Een dochter bezoekt haar dementerende moeder in een verzorgingstehuis. De ziekte vertekent moeders herinneringen of heeft ze gewist. De dochter ondergaat. Dan, op een nacht, valt moeder... In sobere dialogen wordt de pijn geëvoceerd van de dochter die door haar moeder niet meer herkend wordt. Flarden van wrange herinneringen aan haar jeugd doordringen het stuk. Is de moeder door de ziekte haar huwelijksleed echt vergeten of veinst ze dat? Wil ze ondanks alles haar kind afschermen van haar verleden? Een beklijvend, levensecht, ijzersterk stuk dat nooit sentimenteel is. Troostend ook voor al wie zich in de dochter herkent.

Almost Maine is een klein stadje in de ‘middle of nowhere’ waar de sneeuw dik ligt en het noorderlicht schijnt. In negen scènes vertelt de auteur liefdesverhalen over de inwoners van dit stadje. Over een afgewezen liefde, een onbegrepen liefde, een verrassende liefde, een nieuwe liefde. Telkens zien we twee zeer goed getekende personages die elkaars emoties aanvoelen. Een schitterend stuk en een geschenk voor alle groepen die niet noodzakelijk kluchten moeten spelen. Het is menselijk, vol warme humor en mooi in alle betekenissen van het woord. Het zijn verhalen met een magische sfeer en een ondefinieerbare ondertoon die blij maakt. Eén van die stukken die zowel acteurs als publiek blij maakt. Een absolute aanrader.

Een forse uitdaging voor acteurs en regie. (AD)

De auteur geeft nauwkeurige aanwijzingen die hij vraagt te volgen. (FVDS)

Menuet

Bie

(2D-1H) - Louis Paul Boon, diverse bewerkingen

(2D-1H) - Mick Gordon, vertaling Hedwig Cooremans

Hebben ze mekaar lief of hebben ze mekaar nodig?

Een humaan en ontroerend verhaal over een verlamd meisje dat dood wil.

Een statisch drama met een vloedgolf van hevige emoties. Voor een publiek van fijnproevers. (AD)

Bie is reeds acht jaar verlamd. Ze wordt verzorgd door haar moeder en een verpleger. Deze bouwt een zeer goede relatie op met het onbeweeglijk meisje dat amper verstaanbaar is. In een brief, geschreven door de verpleger, vraagt het meisje haar moeder om haar te laten sterven. Na het overwinnen van veel drempels geeft de moeder toe. Alhoewel het een grimmig onderwerp is, maakt de auteur er een ‘feel good’ komedie van. Dat bereikt hij vooral door het verschil te maken tussen de binnenkant en de buitenkant van het meisje. Hij verpersoonlijkt haar binnenkant door een opgewekt meisje dat plezier heeft in het leven. Het is dat personage dat vooral met de verpleger speelt. Een prachtig stuk, omdat alle melodramatiek geweerd is en echte gevoelens zichtbaar zijn. Een aanrader! (FVDS)

Frans Vanderschueren en alex desiron

REPERTOIRE

Een vrouw: hardwerkend, koel, vol zekerheden, stelt zich geen vragen. Haar man: een stille, diepzinnige introvert. Zijn verlangen naar erotiek botst op de principes en het hele wezen van zijn vrouw. Zijn zoektocht naar het waarom der dingen kan hij met niemand delen. Een inwonend huishoudhulpje, een adolescent meisje, heeft dezelfde aard. Ze voelen zich tot mekaar aangetrokken. Wanneer de vrouw verkracht wordt door haar schoonbroer, verzwijgt ze dit. Het gebeuren past niet in haar levensbeeld. Het kind dat hieruit voortkomt, verdiept de kloof tussen beiden. De man en het meisje geven uiteindelijk toe aan hun wederzijdse gevoelens. De personages praten niet mét maar over elkaar, waardoor het gevoel van eenzaamheid dat door het stuk loopt als een rode draad, nog wranger en nog scherper wordt.

Ginds, tussen de netels

Treatment

(6D-4H) - Dimitri Verhulst

(3D- 5H) - Martin Crimp

Drama over een uitzichtloze vete op het platteland.

Een licht absurd verhaal over een maatschappij die mensen gebruikt, vernedert en teloor laat gaan.

Een imaginair dorp op het platteland. Een huwelijk tussen twee families die sedert mensenheugenis met mekaar in onmin leven, draait uit op een moord. Met korte, suggestieve en met pikzwarte humor doorweven dialogen en een trefzeker, soms rauw taalgebruik schildert de auteur in een aantal korte scènes de beklemmende uitzichtloosheid van een gesloten gemeenschap op het platteland. De personages lijken, ondanks zichzelf, genetisch voorbestemd om mekaar naar het leven te staan. Toch blijft de toon steeds quasi luchtig waardoor het drama nog verscherpt wordt.

Anna, een jonge vrouw verkoopt haar bizar verhaal aan twee filmproducers. Die veranderen het verhaal om tegemoet te komen aan de sensatiezucht van het publiek. Ze huren een voyeuristische auteur in die zijn verhaal in het verhaal van Anna wil stoppen. Uiteindelijk blijft voor Anna niets anders over dan vernederd terug te gaan naar waar ze vandaan gevlucht is. Het stuk is sterk maatschappijkritisch en schuwt de sterke beelden niet zoals het uitsteken van de ogen van de voyeur. Het is ook een sneer naar toneelauteurs en vol symboliek in taal en daad. De chaos in de replieken is de chaos rondom ons.

Een uitdaging van formaat voor regie en acteurs. (AD)

Een prima stuk voor groepen die graag geëngageerd theater brengen. (FVDS)

Everybody happy

Stekezot van U

(1D-1H) - Peter de Graef

(1S of 1D, 2H, 1J + figuranten) - Wim De Wulf

We draaien onszelf een rad voor de ogen, we denken dat we grensverleggend bezig zijn, maar hebben niet in de gaten dat we alleen een volgend rondje draaien in een dans die nog ouder is dan de tijd.

Kort verhaal over een liefde die - te laat - terug opdaagt.

Drama over de pijn van dementie.

Al de besproken teksten kan je daar uiteraard ontlenen. Dat doe je het eenvoudigst online, eveneens via www.theaterbib.be.

(2 tot 4 D-2 tot 4 H) - John Cariani, vertaling Nicole Vandenhove

Ieder nummer grasduinen we in de collectie van de theaterbibliotheek van OPENDOEK. Toch je gading nog niet gevonden? Neem dan een kijkje in onze catalogus op www.theaterbib.be.

Almost, Maine

(1 of 2D) - Joop Admiraal, bewerking Stefan Perceval

U bent mijn moeder

Een acteur, alleen op de scène, debiteert zijn eigen visie op een aantal religieuze en psychologische fenomenen en brengt zo eigenzinnige, nieuwe invalshoeken met als kernboodschap dat het eigen innerlijke van de mens de bron van alles is. Hij wordt onderbroken door een dame in de zaal, en gaat ermee in dialoog . De dame gaat ook het podium op, en na verloop van tijd komt ze bij hem thuis . Wat begint bij respect en interesse, gaat over in liefde en passie. Weg zijn de idealen en psychologische overpeinzingen als beiden zich overgeven aan het alledaagse spel tussen man en vrouw, zeker als blijkt dat de vrouw hem bedriegt en jaloezie de kop opsteekt. Een fijnzinnige, hoogst originele benadering van de strijd tussen de abstractie waar de geest toe in staat is en de primaire reflexen. (AD)

Een boerendorp. Maria heeft de spraak verloren nadat haar iets is overkomen tijdens de oorlog. Godfried vindt dat niet zo erg en trouwt met haar. Kort daarop bevalt Maria van Gomaar, en ze krijgt haar spraak terug. Een knecht biedt zich aan op het erf en mag blijven werken. Hij weigert te zeggen waar hij vandaan komt . De jonge Gomaar en de knecht worden dikke maatjes. Totdat blijkt dat de knecht de reden was waarom Maria ooit verstomde. Een verteller vertelt het verhaal in sobere, rake en beeldrijke zinnen, afgewisseld met sterk suggestieve dialogen tussen de personages. De taferelen van het stuk worden opgebouwd als een schilderij met krachtige, verstilde penseelstreken, die de tragiek sterk maar toch met een gevoel voor relativering en zelfs humor neerzetten. Sterk, beklijvend, mooi. Haast spijtig dat het redelijk kort is. (AD)


16

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

17

tania Vanden Bossche

Ge moet goed zot zijn! Wie toneel speelt, wil af-en-toe eens gek doen. Op een dag besliste ToneelTijlTernat om een grote productie op poten te zetten en twee jaar later stonden er 64 spelers op scène met ’Jungle Book’. Twee jaar lang is er hard gewerkt. Wie een grote productie wil, heeft veel volk nodig. Meer volk dan de eigen vereniging telt. Iedereen was welkom. Er werden geen eisen gesteld, behalve veel zin hebben om mee te doen. ToneelTijlTernat noemt het ”een onbezonnen, maar berekend risico”. Wij zeggen: ”Ge moet goed zot zijn”.

’JuNGLe BOOK’ tONeeLtiJLterNat © iNGe wACHteLAer

NIKS MOET Het bestuur vertelt: ”Als je aan zo een avontuur begint, moet je vertrouwen hebben in de regisseur. Wij kenden Gregory Caers al. Als regisseur is hij ook gekend voor zijn massaproducties. De casting lag volledig in zijn handen en Gregory verkoos workshops boven audities. We zouden repeteren vanaf september, maar in juni organiseerden we de workshops. Het was de ideale manier om de drempel te verlagen. Het was goed voor de groepssfeer. En het bleek ook een leuke, efficiënte manier om de verdere regie op poten te zetten. We vertrokken vanuit improvisaties. De regisseur kon zo groepen samenstellen, de juiste personen kiezen voor de verschillende rollen, rekening houdend met de diverse leeftijden. De workshops waren vrijblijvend. Je moest niets doen wat je niet wou. Maar ze gaven ook wel de manier van werken aan. Het engagement dat nodig zou zijn de komende drie maanden werd duidelijk. Mensen konden er toen nog uitstappen. Enkelen zagen het langdurig engagement niet meer zitten. Het merendeel bleef en een enthousiaste ploeg stond klaar voor de productie.”

JE KAN HET NIET ALLEEN. ”De totale organisatie en coördinatie blijft best in handen van het bestuur. Dat impliceert dat je als bestuur een hechte groep moet zijn. Niemand van het bestuur speelde overigens mee. Daar werd bewust voor gekozen. We namen een berekend risico. Je weet op voorhand dat er met zoveel volk op scène ook meer publiek komt. Het werden zes volle zalen. Er is ook veel promotie gevoerd. De productie werd aangekondigd in de brochure van het cultureel centrum ’de Plotter’, ze werd gelanceerd naar de abonnementen en we maakten enkele teasers. De budgettering van een dergelijke massaproductie konden we moeilijk inschatten. We hebben uitzonderlijk de ticketprijs verhoogd, wat niemand erg vond. Mensen kregen waar voor hun geld, onder andere alleen al door bijvoorbeeld de kostumering. Je kan een grote productie zoals ’Jungle Book’ niet alleen dragen. Er was ook nood aan begeleiding voor de kinderen. Zij waren soms zo uitgelaten achter scène dat het nefast werd voor de concentratie.

Dankzij de hulp van de jeugdbeweging is dit gelukt. We hebben het vele werk op voorhand niet kunnen inschatten en misschien maar goed ook. Het coördineren van alles, het werk achter de schermen..., er kwam zoveel op ons af. Zo bestond de kledijploeg alleen al uit vijf personen. Ook zo bij de decorploeg. Je moet de juiste mensen hebben op de juiste plaats. Wij hebben hierin veel geluk gehad. De grimeploeg was volledig nieuw. Wij grimeerden niet meer bij onze vorige producties, nu volgden we opnieuw cursus. De totale organisatie lag in handen van het bestuur. Maar achter de schermen waren er verschillende ploegjes actief, met telkens één trekker. Ook die verrichtten veel werk. Het was dan ook vooral belangrijk om die verschillende ploegjes samen te houden. Voor de nieuwelingen was het niet altijd evident. Wij gaan er zo snel vanuit dat iedereen wel weet wat van hem verwacht wordt. Dat is niet waar. Er kwam veel meer bij kijken. Uiteenlopende leeftijden hebben verschillende noden. Denken we maar aan de infrastructuur. Er moest voor iedereen een stoel in de kleedkamers zijn. Begin er maar aan: meer dan zestig stoelen ergens comfortabel neerzetten. Het is zeer belastend geweest, zeer vermoeiend ook, maar we zijn heel blij! “

WERVINGSACTIE ”We hebben mensen gevonden via workshops, door hen warm te maken voor theater, door hen te laten proeven van de sfeer en het applaus. Leden aantrekken was niet de hoofdbedoeling, maar het is goed meegenomen. We hebben er inderdaad wel nieuwe mensen aan overgehouden. Er was veel volk op het ledenfeest en dat geeft een boost. We willen om de vijf jaar zoiets doen, maar dat vraagt veel tijd. We zijn een vereniging die zoals elke andere wel eens zijn ups-en-downs kent, maar een avontuur zoals ‘Jungle Book’ was wel ideaal om nieuw leven te blazen in de vereniging. Voor nieuwelingen was het de beste manier om het bestuur en de werking van de vereniging te leren kennen, dus het was wel een ideale wervingsactie. Hoe houden we de leden? Er is een computerbestand gemaakt. We vragen wie er nog zin heeft om te spelen. Iedereen wordt ook uitgenodigd op het ledenfeest en er is de Tijluitstap in september. Wie zich nog lid zal maken, zullen we zien bij de inschrijvingen. Ook partners en mensen achter de schermen zijn welkom. Deze productie was sowieso goede reclame. We zijn zo fier op wat we presteerden! En ja, ge moet goed zot zijn!”


18

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

”Boeken

op de planken”

L L O P k e o OP&d

robby cleiren

Vier jaar voor drie seconden. Iedere maand snuistert een bekende of minder bekende theatermens in de omvangrijke collectie theaterteksten uit de theaterbib van OPENDOEK, op zoek naar de stukken die zijn of haar leven een nieuwe wending gaven. Deze maand geven we het woord aan Robby Cleiren, acteur bij spelerscollectief De Roovers. Ik had op de toneelschool een leraar die zei dat je vier jaar op zo'n school zit voor een besef van drie seconden. Dat klinkt misschien verontrustend maar dat valt eigenlijk wel mee. In ieder geval heb ik zelf zo'n flits van inzicht gekregen toen we aan ‘t werk waren met ’Caligula’. Het is een toneelstuk van de Franse Nobelprijswinnaar Albert Camus over de gelijknamige onhebbelijke Romeinse keizer. Ik vind het een geweldig stuk omdat de grote vragen in worden gesteld over de zin en de absurditeit van leven en dood. Het zijn35 fantastische teksten om in te duiken. Op een bepaald moment vraagt Caligula aan Cherea: "Denk je dat twee mannen, 30met eenzelfde soort ziel en trots, tenminste één keer in hun leven openhartig met elkaar kunnen spreken - alsof ze naakt waren, voor één 25 keer zonder de vooroordelen, de persoonlijke belangen en de leugens waarvan ze leven?" Dat is een geweldig devies voor een toneelspeler. Vizier omhoog. Niks 20 in de handen of in de mouwen. Face to face - mind to mind - heart to heart. Het feit dat je je toch mag verkleden als Romeinse 15 hoveling maakt het misschien makkelijker om dan een waar gesprek te voeren.

25

Antwoord 3 =

8,20 %

Antwoord 4 =

0,90 %

20

Antwoord 5 = 27,00 % Antwoord 6 = 24,00 %

15

O

5 0 Antwoord 1 = 33,60 % Antwoord 2 =

6,60 %

Antwoord 3 =

8,20 %

Antwoord 4 =

0,90 %

Antwoord 5 = 27,00 % Antwoord 6 = 24,00 %

aantal respondenten: 150

De klassieke opvatting leert dat vorm en inhoud liefst één zijn. Maar wat als de kunstenaar vindt dat zijn vorm ook de inhoud is? De schilder gebruikt kleur, verf, penseel of spatel en wil bijvoorbeeld geen reproductie van de buitenwereld maken, maar zijn expressie met dat alaam botvieren op een doek zodanig dat het resultaat op niets anders gelijkt dan op zichzelf. Kunnen we het er op houden dat echte kunst geen verklaring nodig heeft? Dan geldt dat ook voor theater. Van mij mag dus die blote man of vrouw op de scène met zoveel groenten, vlees en fruit gooien als hij wil, maar daarom moet ik als toeschouwer dat enthousiasme nog niet delen. De kunstenaar mag zich alle vrijheid veroorloven, maar mag ik als publiek mij diezelfde vrijheid permitteren? Misschien raakt de voorstelling mij, ben ik er onderste boven van, ben ik in de zevende hemel, maar misschien erger ik mij dood en vind ik het nonsens, zonder dat ik daarvoor als

luc collin

Ik weet dat sommigen niet ongevoelig zijn voor bepaalde verpakkingsvormen, dat ze dwepen met pseudovernieuwing en naïef gevoelig zijn voor technische hoogstandjes en overdreven schoktherapieën die kunst tot mercantiel spektakel laat verworden. Liefhebbers kunnen als vrije kunstenbeoefenaars reageren tegen deze uitwassen door ze niet slaafs te aanvaarden. Michelangelo moest geen ’sterren-op-de-dansvloer’- nummers opvoeren om Paus Julius II te bekoren, Rodin mocht zich beperken tot modeleren en Delacroix en Rembrandt tot schilderen met doordeweekse penselen en gewone verf. Echte kunst staat op zich en blijft gewaardeerd. We moeten onze diepmenselijke ingrediënten: angst, wroeging, tederheid, liefde, woede, enthousiasme... talentvol in eer houden door ze onuitgegeven, want diep doorvoeld, te bespelen. Door de dieren uit ’het Jungleboek’ te vervangen door hedendaagse politici vernieuw je niet. Echte vernieuwing omschreef Louis Jouvet als volgt: ”Le talent innovateur propose à son public un texte toujours nouveau et à chaque fois fraîchement vécu par l’acteur dans la limite de mots connus.” Of anders gezegd de diepe beleving van het moment, mede bepaald door het talent van de speler of speelster, werkt vernieuwend op een verhaal.

Schijn wordt zijn?

f we het plezant vinden of niet, de toneelwereld is zeer gevarieerd geworden, lang niet meer eenduidig. We spreken van repertoiretheater, teksttheater, absurd theater, postmodern theater, postdramatisch theater, enzovoort. Een kat kent er haar eigen jongen niet meer in terug. Al deze vormen hebben evenveel bestaansrecht. En wat is dan de essentie? Het verhaal? De grote emoties? De tekst?

10

10

0

Schijn versus zijn!

en onweerstaanbare drang om te verrassen dreigt uit te groeien tot een snobisme dat de essentie laat wegdeemsteren ten voordele van holle verpakking. 1. Een goede acteerprestatie Een dagblad meldt: ”Industriële cannabisplantage ontdekt! De betrok2. Een realistisch concept met alles erop en eraan kenen gaan vrijuit wegens procedurefout.” De speurders hadden ver3. Een creatieve scenografie of vormgeving zuimd aan te geven wat ze kwamen zoeken op het erf in kwestie. Vorm 4. Een cast samengesteld uit bekenden wordt zo belangrijker dan inhoud. Deze kwaal dringt door in alle gele5. Een boeiend verhaal dingen van onze maatschappij. Inhoudelijke nuancering wordt onder 6. Een vernieuwende of verrassende realisatie de mat geveegd. Oogverblinding! Schijn versus zijn! Ook de kunst ontsnapt niet aan het fenomeen. Wax je snor, rol met Intussen staat de volgende poll op de website van OPENverrast opengesperde ogen je ’r’ en je wordt kunstenaar, of rijd in een DOEK! Surf er als de bliksem naartoe en geef je mening! limousine vol bloemkool door de stad, succes verzekerd. Stuur naakte Het resultaat lees je in het volgende nummer. Meer info: actrices en acteurs op het podium, laat ze kilo’s voedingswaren naar www.opendoek-vzw.be. elkaars hoofd gooien en je bent een vernieuwer. Het venijn sluipt ook in onze liefhebbersrangen. Een lid van een toneelvereniging vertelde na hun deelname aan een belangrijk tornooi dat het hem speet dat ze te lang hadden gezocht naar de uiteindelijke vorm 35 van hun productie en daardoor te laat waren gestart met hun repetities. Resultaat? Een totaal onnatuurlijke versie van ’Les Liaisons DanAntwoord 1 = 33,60 %gereuses’. 30 Antwoord 2 = 6,60 %

Lees verder op www.theaterbib.be, waar je ook meteen de teksten ter ontlening kan opvragen.

5

Onze redacteur zet zich fel af tegen een maatschappij en in het bijzonder tegen een theater dat alleen maar aandacht heeft voor de verpakking, voor de schijn, met de bedoeling verrassend en vernieuwend te zijn, maar voorbij gaat aan de essentie. De hoofdredacteur zoekt naar een vergelijk.

E

WANNEER IS VOOR JOU EEN VOORSTELLING DE MOEITE OM BIJ TE WONEN?

19

Jef Mellemans

een cultuuranalfabeet moet worden versleten. Zomin ik mij verplicht voel een voetbalwedstrijd bij te wonen, zomin ben ik verplicht om een toneelvoorstelling bij te wonen. Ik kies, ik kijk, ik oordeel. Als ik van die voetbalwedstrijd echt wil genieten, ken ik best iets van de spelregels, zeker als ik er nadien wil over meepraten. Idem voor een toneelvoorstelling. Alleen zijn de regels bij het voetbal iets strikter en dus duidelijker dan bij theater. De verleiding voor technische hoogstandjes is enorm. Het theater beschikt over middelen die vijftig jaar geleden ondenkbaar waren. Het speelgoed ligt voor het grijpen. Er wordt ook meer nagedacht over de vorm, over de wijze waarop iets (mag ik het woord verhaal gebruiken?) wordt verteld, over scenografie dus. Het ‘woord’ is niet meer het enige middel, en soms ook niet meer het belangrijkste middel om een publiek te beroeren. De ontwikkeling van de spreektechnieken heeft het woord zelfs andere mogelijkheden gegeven naast de natuurlijke zegging. De maatschappelijke context vraagt nieuwe vormen van communicatie, ook in het theater. Wie zich voortdurend afvraagt wat die vierde of vijfde scheidsrechter komt doen bij onze voetbalwedstrijd, verliest de essentie uit het oog. Idem voor het theater. In de hele discussie krijgt de toeschouwer het laatste woord. Als hij zijn euro’s in zijn zak houdt, omdat hij niet geïnteresseerd is in een lege doos, zal die doos vanzelf wel ineen stuiken.

’SOeP’ hOFPOOrtteater eLCKerLiJC (LaNDJuWeeLFeStiVaL 2012) © bOb PeeterS


20

OP&doek april 2013 - Nr 2

OP&doek april 2013 - Nr 2

Fernand Verreth

Twee handen, veel poppen en één stem Hoe doen ze het? Hoe kan je meerdere rollen vertolken met slechts enkele spelers of in sommige gevallen zelfs helemaal alleen? Want heel wat figurentheaters tellen slechts een paar spelers of zijn zelfs eenmansondernemingen.

E

r zijn uiteraard meerdere oplossingen. Veel hangt af van de aard van de productie die je wil brengen. Is het een poëtische voorstelling? Is het een visuele productie waar de magie van het tot leven komen van de dode materie het belangrijkste is? Is het een musical? Is het een actiestuk met participatie van en dialoog met het publiek? In sommige gevallen kan je de hele tekst vooraf opnemen met medewerking van een aantal (gast)acteurs voor de diverse rollen. Dit geeft een rijk stemmenpallet. De figurenspelers kunnen zich zo bij de voorstellingen volledig concentreren op de verfijnde manipulatie van de poppen en/of figuren. Het zogenaamd live vertolken van de rollen is niet alleen noodzakelijk voor het merendeel van de figurenspelers, maar geeft ook de meeste voldoening.

Kies je voor deze moeilijke maar boeiende weg, dan is heel veel voorbereiding en heel veel oefenen noodzakelijk. Pop en speler moeten immers samen één worden, één creatuur waarin de vaak jonge toeschouwer echt kan geloven en zich aan overgeeft. Hoe minder spelers er in een gezelschap beschikbaar zijn, des te meer figuren of poppen zij binnen één voorstelling tot leven moeten brengen door hen een stem en een ziel te geven… De toeschouwer moet immers vergeten dat er een poppenspeler of manipulator aanwezig is. Hij moet ten volle geloven in het wezen dat hij ziet. Woord en beweging moeten perfect worden gecoördineerd. Bij elke sprekende pop, bij ieder tot leven gebrachte figuur hoort een passende stem. “Hoe doe je dat eigenlijk?” werd mij meermaals gevraagd na een voorstelling.

Ik kan alleen maar getuigen hoe ik het deed en hoe ik mij heb voorbereid, zonder te beweren dat dit de enige juiste weg is. Prof. Renniers, mijn leraar fonetica aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel, vertelde ons destijds dat we vooraleer te leren spreken, we moeten leren luisteren en kijken: eerst naar een blaffende hond en dan naar de pratende mens. Zoals een hond vooraleer te blaffen eerst zijn poten en zijn lichaam opspant, zo praat ook een mens met heel zijn lichaam. Elk woord komt vanuit het hele lichaam, niet alleen vanuit de mond. Een acteur-poppenspeler mag de tekst dus niet louter uitspreken, hij moet de tekst zelf beleven. Het is dan ook noodzakelijk dat hij de tekst eerst grondig bestudeert en goed probeert te achterhalen wat de auteur precies bedoelt. Pas daarna komt de studie van de pop(pen), de figuur, waarmee hij zal spelen. Hoe ziet

die er uit? Wat is de leeftijd van het personage? Welk karakter ligt in de vormgeving, in de gelaatsuitdrukking? Hoe beweegt, gedraagt en spreekt zo iemand? Pas als je het personage goed kent en als je kennis hebt genomen van de vormgeving van de pop, kan je de tekst eraan toevoegen. Het moet dus ‘van binnen naar buiten’ kunnen komen. Dan pas ben je klaar om de pop te laten bewegen op het woord. Bij het zoeken van een stemtimbre kan je enkele hulpmiddeltjes gebruiken. Je kan je lippen in dezelfde stand plaatsen als de lippen die de pop kreeg, of je kan proberen met je eigen gelaat de mimiek die de pop kreeg, over te nemen. Dat alles kan je helpen om een passend stemgeluid te vinden. Het snel veranderen van stem wanneer je met twee poppen tegelijk speelt, wordt makkelijker als je je eigen mimiek aanpast aan de mimiek van de pop die aan het woord komt. Wanneer je met enkele spelers samen speelt, probeer je de rollen zo te verdelen dat één speler steeds uiteenlopende personages krijgt toegewezen (bijvoorbeeld een jonge en een oude man, iemand met een wat hogere stem en iemand met een lage stem, een verstandig iemand en een wat dommer type, een vogeltje en een olifant, een haas en een schildpad, een dikke en een dunne, enz.). Tenslotte zijn er ook nog altijd de wat goedkope maar soms toch heel effectvolle middeltjes als een beetje slissen, een neusstem gebruiken, een stopwoord gebruiken, spreken met een vreemd accent, een dialectische eigenaardigheid inlassen, enzovoort. Het soort pop waarmee je de voorstelling peelt, heeft uiteraard ook een grote invloed op het eindresultaat. Het spreekt vanzelf dat bekpoppen (poppen met een beweegbare mond die bijna kunnen ‘lippen’) een andere speltechniek vergen dan handpoppen, staafpoppen of marionetten. Handpoppen - die dus geen beweegbare mond hebben – spreken met hun ganse lichaam. De poppenspeler waakt er dan over dat de bewegingen de toeschouwer duidelijk maken welke pop er aan het woord is. De klemtonen die we in de woorden leggen, evenals de rustpauzen in onze zinnen, dienen door de bewegingen in de pop gebracht. Staaf- en stokpoppen, draadpoppen of stangpoppen, ze hebben alle andere anatomische verhoudingen dan de handpop en vergen ieder een andere speltechniek. Maar met welke soort theaterpop je ook speelt: woord en beweging moeten één zijn. Men verwacht heel veel van een poppenspeler: hij moet een goede spreektechniek bezitten, hij moet zich in de teksten volledig kunnen inleven, hij moet de diverse personages goed bestuderen en tot zich nemen, hij moet voor elk van hen een passende stem vinden en tenslotte moet hij de manipulatietechniek van de theaterpoppen waarmee hij speelt helemaal meester worden. Als dat allemaal in orde is, dan zal zijn stem voor het publiek echt de stem van de figuur worden die hij tot leven brengt.

’Baraque Future’ Theater Tieret © www.tieret.be

Het zich inleven in vaak meerdere figuren in één productie is een boeiende onderneming. Wanneer je na een voorstelling aanvoelt dat het publiek geloofde in de figuren die tot leven kwamen, dat ze echt geboeid werden door de theaterprestatie, geeft dat een enorme voldoening! Twee handen, veel poppen en één stem? Het kan. n

21

Vrouwentongen kunnen de wereld redden. Hubert Van Lier

Vrouwentongen - ook wel sanseveria’s genoemd - kunnen de wereld redden, want ze zijn luchtzuiverend en goedkoop. Zo schrijft toneelauteur Tom Michielsen uit Heusden-Zolder. Vrouwentongen hebben heel wat te vertellen. Maar met een vingerknip filteren ze niet alle fijn stof uit de lucht, als je dat zou denken. Toch staat die plant wel symbool voor wat we zelf zonder veel moeite voor het milieu kunnen doen. Net als onze toneelverenigingen. Ik houd hier geen pleidooi voor een tuin op het podium, maar met een minimum aan inspanning kan ieder gezelschap een steentje bijdragen om onze levensomgeving zo weinig mogelijk te belasten.

Vrouwentongen

Er is alleen een beetje solidariteit en goede wil nodig. Waarom zouden we elkaar niet met hebben altijd wel iets te vertellen. decorstukken, meubilair en rekwisieten helpen? In de provincie Vlaams-Brabant werken al verschillende kringen samen. Ik noem er enkele op: KT De Eendracht, KT De Alsembloem, KT Weredi. Ook in de provincie Antwerpen helpen een aantal verenigingen elkaar uit de nood waardoor er kosten bespaard worden. Een nevenaspect dat niet te versmaden is. Het gebeurt stellig nog in andere provincies. Het zou echter prachtig zijn, als op sommige plaatsen waar het water tussen verenigingen nog te diep is, toch een poging tot samenwerking het licht mocht zien. Het is niet altijd gemakkelijk om tegenstellingen die met de jaren gegroeid zijn te overbruggen. Misschien zijn het wel goede voornemens voor het nieuwe jaar, die verder reiken dan onze persoonlijke omgeving en waar onze levensomstandigheden door verbeteren. Iedereen vaart er wel bij. Nog een mogelijkheid om betaalbare decorstukken te vinden zijn de kringloopcentra uit je omgeving. Sommige tweedehands winkels stellen de decorstukken gratis ter beschikking anderen vragen een kleine huur. De ene vereniging zou uit een algemene oplossing voordeel halen, terwijl het voor een andere nadelig zou uitvallen. Praten met de mensen van de kringloopwinkels brengt altijd wat op. Ook transport is voor sommige kringen een dure aangelegenheid. Huurwagens zijn niet goedkoop en zorgen voor onnodige transportkosten. Misschien moeten kringen uit dezelfde regio eens met elkaar overleggen. Iemand moet het initiatief nemen, daarna volgt de rest. Dienst zorgt dikwijls voor wederdienst. Transport moet daarom niet gratis gebeuren, maar soms kent iemand wel een ondernemer of een toneelamateur met het hart op de goede plaats om een ritje te maken. Duurzaamheid loont meestal. Met wat goede wil kan een toneelvereniging als een sanseveria een bijdrage leveren voor meer duurzaamheid en een beter leefmilieu. Wie kan daar tegen zijn?


22

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

23

‘Ik verzuip’ A B A B A B A B A B A B A B A B

A B A B A B A B

Ik verzuip! Hoor je niet wat ik zeg? Ik verzuip! Zuip niet zo veel. Ik verdrink! Drink niet zo veel. Ik ga kopje onder! Maar doe dan toch iets! Ik doe toch iets. Ik lees een boek… Of is dat niet goed? Wat moet ik dan doen? Wat doet een mens als een andere mens verzuipt? Verdrinkt? Kopje onder gaat? Ik lees… Maar doe dan toch iets! Om het even wat? Maar niet lezen. Zo iets? Nee! Zo? Nee! Snap je dat dan niet? Wat moet ik snappen? Ik moet iets doen, ik doe iets en het is nooit goed. Kijk, ik verzuip. Wat doe jij nu? Ik kijk… Weer niet goed? Ik mag niet lezen, ik mag niet zo of niet zo doen. Je hebt toch zelf gezegd. “Kijk, ik verzuip.” Wel, ik kijk en jij verzuipt. Maar ik verdrink! Dat heb je al gezegd. En ik kijk. Zo hebben we elk onze bezigheid. Nog één keer. Wat doet een mens als hij een andere mens ziet verdrinken? Niet lezen. Kijken? Nee? Zeg maar. Hem redden! Maar als hij wil verdrinken, waarom moet ik hem dan redden? Maar ik wil niet verdrinken! Verdrink dan niet.

A B A B A

B

A B A B

A

B

Ik kan niet zwemmen! Blijf dan uit het water. Ik ben er in gevallen! Hoe kan je zo stom zijn om in het water te vallen als je niet kan zwemmen. Dat was per ongeluk! Luister, ik kwam langs daar aangereden met mijn fiets, en toen kwam er langs die kant een auto die zijn bocht nogal breed nam en mij bijna van de weg reed. Ik draaide mij om, ik stak mijn vuist omhoog en toen verloor ik... God, tegen dat ik dat allemaal heb uitgelegd, ben ik al lang verdronken. Zeg, luister jij wel? Ja, ja. Ik heb heel goed geluisterd. Je draaide je om, je stak je vuist omhoog en toen ben je iets verloren. Wat? Wat ben je toen verloren? Mijn stuur! De controle over mijn stuur! Ah! Jij wil dat ik je uit het water haal om de controle over je stuur terug te vinden. Nee! Uit naastenliefde! Uit moreel besef! Omdat mensen andere mensen helpen! Is dat zo? Jij stelt mij voor een moreel probleem. Dat is niet zo eenvoudig. Eén, ik kan misschien ook niet zwemmen, twee, ik ben niet zo stom om in het water te vallen, drie, ik heb geen fiets, vier, ik steek mijn vuist niet omhoog, vijf, er is nu geen auto die... Stop daarmee en haal mij hieruit! Probeer het tenminste! Ga nu niet weg! Alstublieft! Ik verzuip!... Ah, je komt toch terug… Mijn boek. Ik vergat mijn boek... Jij kan heel wat beter zwemmen dan ik. JM

Hoe zetten we dit tafereel in scène? Waar situeren we dit verhaaltje? Moeten we kunnen zien hoe A in het water terecht komt? Hoe kunnen we de absurditeit van deze tekst extra in de verf zetten? Welk boek leest B? Heeft de kledij van beiden enig belang? Bestaat er enige relatie tussen A en B? Maakt het enig verschil uit als ze niet van hetzelfde geslacht zijn? In welke mate heeft het spelritme en de reële speeltijd belang? Kunnen we handelingen (stil spel) verzinnen van minstens een minuut voor het eerste woord wordt gezegd?

© KOeN AeLterMAN


24

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

oefening baart kunst

Kurt Velghe

Een geoliede machine Ken je dat, dat geluid, dat gevoel van een stoomtrein die zich op gang trekt? De wielen knarsen en piepen, de motor stampt en het hele gevaarte komt langzaam maar zeker in beweging. Een paar minuten daarvoor stond die brok ijzer nog vastgeroest in het station en nu rijdt het. Het is bijna niet meer te stoppen, zelfs niet als je keihard op de rem gaat staan. Dan nog duurt het een hele tijd voor het hele gevaarte tot stilstand komt. Een toneelvereniging kan je vergelijken met een stoomtrein.

E

en paar weken voor de première treedt het hoofdkwartier in actie. De persartikels worden klaargestoomd en doorgestuurd naar een louche journalist, die er vervolgens zijn ding mee doet in één of andere lokale krant. De fotograaf komt langs tijdens een repetitie. De acteurs vallen uit hun rol, de regisseur ontvangt de fotograaf en plaatst zijn acteurs zodanig dat de fotograaf een mooie foto kan nemen voor diezelfde lokale krant. Eigenaardig genoeg lijkt dit altijd dezelfde foto te zijn. Alleen de acteurs zijn anders. Zou er dan maar één fotograaf zijn in België? Of zijn de groepen niet creatief genoeg om zich, naast hun productie, ook nog een mooie pose aan te meten om indruk te maken op de fotograaf? De repetities gaan volop door en het hoofdkwartier biedt de nodige steun en vangt desgevallend tegenslagen op. Wat als één van de actrices plotseling de griep krijgt en niet meer kan meedoen, dan moet er subito presto een nieuwe actrice gezocht worden. De decorploeg komt bijeen en dat blijken ware tovenaars te zijn. De regisseur tekent zijn plannen uit, eerst in zijn hoofd en dan op papier. Als iedereen gaan slapen is, na de repetitie dus, legt hij dit voor aan het hoofd van de decorploeg. Die krabt in zijn haar, probeert nog zijn eigen accenten te leggen maar slaagt er uiteindelijk in om met de hele decorploeg hetgeen de regisseur op papier zette om te toveren tot een fantastisch decor. De ene dag zie je nog een lege scène en als je twee dagen later gaat kijken, zie je een heuse woonkamer, een café, een brug of desnoods zelfs de hemel... Briljant gewoon !

De première komt eraan en iedereen loopt op de toppen van zijn tenen. Een aantal mensen wordt bereid gevonden de weekendorganisatie op zich te nemen en toveren een oud schoolgebouw om tot een ultra-gezellige bar. Het hoofdkwartier werkt nu bijna dag en nacht om alles in goede banen te leiden. Er zijn ondertussen ook een paar gekken gevonden om de reservaties te doen: ”It's a hell of job, but somebody's gotta do it !”. De rest van de ploeg komt de vrijdagavond bijeen om de zaal klaar te zetten. ”Staat die er dan nog niet?”, hoor ik jullie denken. Jawel, maar tijdens het jaar is dit gewoon een parochiezaaltje met een resem tafels en stoelen. Na een paar uur werk staan hier drie verhogen, met telkens drie rijen stoelen. En plots staan er 190 stoelen in de zaal. Er wordt alles aan gedaan om het de mensen zo aangenaam mogelijk te maken. En dan breekt de grote avond aan. Het hoofdkwartier roept de troepen bijeen en het startschot wordt gegeven. De acteurs spelen de pannen van het dak en de groep werkt zich te pletter om het de bezoekers naar hun zin te maken. Na negen dagen en zes voorstellingen wordt de zaal opgeruimd en kan iedereen moe, maar voldaan naar huis. We zijn allemaal weer een ervaring rijker en de band tussen de leden van de groep is er alleen maar hechter op geworden. Maar wat niemand weet, is dat achter de schermen het hoofdkwartier heel stilletjes de volgende trein klaarstoomt voor vertrek. Tsjoek tsjoek !

25

Van spelers mag je verwachten dat ze hun ’vak’ kennen. Daarvoor moeten ze hun instrument leren kennen en het zo goed mogelijk leren bespelen. Daarom op deze pagina telkens een paar oefeningen, of in groep (G), of alleen (I) of met twee (II). Een + teken duidt op een mogelijke variant of extra moeilijkheid. Wat we oefenen, staat cursief.

sheriff (G)

De ‘sheriff’ (A) staat in het midden van de spelerskring. Hij heeft een ingebeeld wapen in de hand. Hij schiet ‘PANG’ onverwacht op een van de medespelers (B) in de kring. Die speler B gaat onmiddellijk gehurkt zitten. De spelers (C en D) die rechts en links van B staan, moeten zo snel mogelijk op elkaar schieten. De sheriff bepaalt of B zich snel genoeg bukte. Is dat niet zo dan is B uitgeschakeld en gaat op de grond zitten. De sheriff bepaalt ook wie van C of D als eerste schoot. De verliezer is uitgeschakeld en gaat zitten. Wie discuteert met de sheriff, schakelt zichzelf uit en moet dus gaan zitten. Discipline is een eerste doelstelling. Als er nog twee spelers in de kring rechtop staan, volgt het eind-duel. Zij stellen zich rug aan rug op in het midden van de ruimte. De sheriff spreekt een woord af, bijvoorbeeld ‘papier’. Als het woord ‘papier’ valt, draaien de spelers zich om en vuren op elkaar. De sheriff begint woorden te zeggen zoals ‘papierberg, papierafval, papierfabriek, papiermand...’ Bij elk woord gaan de spelers een stap verder uit elkaar. Wie zich onterecht omdraait en/of schiet, verliest. Wie bij het woord ‘papier’ zich als eerste omdraait en schiet, is de winnaar en kan eventueel de nieuwe sheriff worden. + In plaats van alleen maar woorden, kan de sheriff een verhaal vertellen waarin op een bepaald moment het woord valt. concentratie - reactiesnelheid - beheersing - discipline - ruimtegevoel ’haMLet’ - tONeeLKriNG SiNt-reMBert (LaNDJuWeeLFeStiVaL 2011) © KAtLeeN CLÉ

bezemstok (II)

Spelers A en B staan tegenover elkaar. Zij klemmen tussen hun twee een horizontaal geplaatste bezemstok die tijdens de oefening niet mag vallen. Zonder te spreken maken ze alsmaar ingewikkelder bewegingen. + Ze maken ‘spiegel’bewegingen. + Tijdens het bewegen spelen ze hun dialoog. + Eén van beiden sluit de ogen. + Ze sluiten beiden de ogen. partnergevoeligheid - beheersing - groteske - teksttraining ’OBLOMOV’ - La BarraCa © JerrOeN wiLLeMS

dode (II)

A ligt ‘dood’ op de grond. B moet A wegbrengen naar een plaats in de ruimte waar de andere doden liggen opgestapeld. A blijft de hele oefening ontspannen en helpt helemaal niet mee, ook niet voor het eigen comfort. (Een streepje muziek maakt de oefening gemakkelijker...) ontspanning - lichaamsbeheersing - verbeelding - lichaamscontact partnergevoeligheid KuNStBeNDe tOONMOMeNt' (LaNDJuWeeLFeStiVaL 2012) © KAtLeeN CLÉ

metronoom (I)

’De 7De ZONDe’ De LiNDe © GAStON COOLS - iriS LeMbeeK

Je neemt een eenvoudige tekst. Je laat een metronoom tikken. Eerst traag, bijvoorbeeld 40 tot 60 tellen per minuut (= largo), terwijl je telkens een lettergreep van de tekst overdreven gearticuleerd uitspreekt. Houd geen rekening met punten of komma’s. Drijf het tempo geleidelijk op, bijvoorbeeld tot 144 tot 160 tellen (vivace) of voor de mitrailleurs zelfs tot 200 tellen of meer, maar blijf even overdreven articuleren. Doe dat elke dag een tiental minuten. Resultaat verzekerd! articulatie - discipline - taakernst ’LittLe ShOP OF hOrrOrS’ - Mithe (2012) © CHriStOPHe KeteLS/Cie GAGAriNe


WEST-VLAANDEREN OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

OP&dOek aPril 2013 - Nr 2

NieuwsO Ontmoetingsfeest Limburg Het ontmoetingsfeest van OPENDOEK Limburg met proclamatie Provinciaal toneeltornooi Zilveren Doek vindt plaats op vrijdag 31 mei 2013 in het Parochiaal Centrum De Biekaar inTuilt. Aanvang: 19.00 u Organisatie: Het Hasselts Toneel

Repertoiredag zondag 21 april

O L L A A

een inspirerende namiddag voor iedereen die op zoek is naar boeiend tekstmateriaal!

B B

Op het programma: Tom Lanoye, Jo Roets en Bart Meuleman hebben het over de do’s en don’ts van tekstbewerking. diverse Vlaamse auteurs presenteren hun nieuwste toneelstukken. We zetten de recentste teksten met een creatiepremie in de kijker. Praktisch: Tijdstip: 13.00 u - 18.00 u locatie: Provinciaal Vormingscentrum Malle inschrijven: www.theatercursussen.be deelnamegeld: volwassenen €8, jongeren (-26): €4 inbegrepen in de prijs: drie lezingen, de mini-publicatie ‘Bewerkt’ die een overzicht biedt van interessante toneelbewerkingen en koffie aangeboden door OPeNdOek.

Parktheaterfestival Lokeren Zondag 26 mei 2013 vanaf 14.00 u een mix van circustheater - beeldend theater - traditioneel straattheater - levende beelden - steltenacts - clownerie - poëtisch muziektheater - walkacts - danstheater… internationaal straattheaterfestival Prinses Joséphine-Charlottepark (centrum) lokeren Gratis inkom - Meer info: www.lokeren.be/parktheater

WEST-VLAANDEREN OOST-VLAANDEREN

Hebben subsidies impact?

Prijs voor de amateurkunsten en Toneelgemeente 2013

OOST-VLAANDEREN

LIMBURG Bram Vanderfeesten, student cultuurmanagement in antwerpen, zocht naar een antwoord in zijn eindwerk. Hij praatte met de verantwoordelijken van de dienst cultuur in iedere provincie, de LIMBURG provinciale werkingen van OPeNdOek en enkele voorzitters en penningmeesters van tien toneelgroepen. Hij informeerde zich over de interne staatshervorming en provinciale reglementen en bemerkte veel onderlinge verschillen tussen de provincies. ANTWERPEN Hij stelde vast dat de provinciale subsidies slechts bij een beperkt aantal groepen impact hebben op hun werking. andere conclusie is dat de beschikbare provinciale middelen eerANTWERPEN der afnemen dan toenemen. Groot vraagteken is de impact van de interne staatshervorming vanaf 1 januari 2014. er komt een herverdeling van bevoegdheden tussen lokaal en provinciaal niVLAAMS-BRABANT veau. de overbekende ‘provinciale wedstrijden’ blijven behouden. BRUSSEL lees je graag het eindwerk? VLAAMS-BRABANT Stuur dan een mailtje naar secretariaat@opendoek-vzw.be. BRUSSEL

Nieuwe teksten!

Wil je als groep graag deelnemen aan de volgende editie van amateurTONeelhuis? Meer info: www.opendoek-vzw.be/ projecten. inschrijven voor het infomoment op 27 april 2013 om 17.00 u in Toneelhuis kan via hannelore.smits@opendoek-vzw.be

U Was Weer Geweldig een uit het leven geplukt, positief en inspirerend relaas van wat het amateurtheater in al zijn diversiteit bezighoudt.

Zin om als eerste amateurgezelschap een Vlaamse theatertekst op scène te brengen? Je brengt niet alleen een primeur, je ontvangt er bovendien nog een creatiepremie bovenop! De teksten die in aanmerking komen en alle info en voorwaarden, vind je op www.theaterbib.be - rubriek creatiepremie.

OEWIST?

een heel seizoen lang werkten 12 groepen aan hun versie van Halfelf Zomeravond, desperado of romeo & Julia in het kader van amateurTONeelhuis. drie van hen werden uiteindelijk geselecteerd om hun voorstelling in de Bourla te spelen. kom op respectievelijk 3, 5 en 7 april 2013 kijken naar SPI met ‘romeo en Julia’, Ktuna met ‘zmrvnd 10:30 pm’ en Tal en Thee met ‘romeo + Julia’. amateurs veroveren de Bourla, daar moet je gewoon bij zijn! Tickets via www.toneelhuis.be

en g ing r in dek oet Lin De ntm o l KF ? t o e& wis ing v ik n e N va l ol ct O rstel sten nsscho rtie a o roje et a ,D erp ve vo rt m ep Tilia eat e tee o Th acti sen neelgr e r n o p Ee e, T ide

“OeWiST?” of een “actieve voorstelling vol ontmoetingen” is het (voorlopig) eindresultaat van een interdisciplinair project van vzw Huize Monnikenheide waar OPeNdOek mee de schouders onder zet. Huize Monnikenheide in eck Ba Zoersel is een voorziening voor rne ie A reg mensen met een verstandelijke beperking. in de productie OeWiST?, onder artistieke coördinatie van arne Baecke, treedt een cast van tachtig artiesten op, waaronder bewoners en personeelsleden van Monnikenheide, de toneelgroep Tilia, een fanfare en een dansgroep uit Zoersel. Het wordt een interactief gebeuren tussen publiek en artiesten in en rond het gemeentehuis en de cultuurkapel van Zoersel. e eid enh enh nnik onnik Mo M ize Hu

19u m 9u 19u il o 1 m 4u en bij apr 26 pril o 1 ren m a o f r ve 27 pril ese .be o a r k a e e r t 7 8 u ltu lei 16 l 2 0 € enheid 1 u : C s se els ket onnik 7 nd Zoer ic a e .6 T H ius e.b @m 1.77 eid ton info 03/31 nh An ike St. via onn w.m ww pel

Op algemene vraag wordt de ‘U Was Weer Geweldig’-rubriek weer ingevoerd! Vanaf het vernieuwde nummer op 1 juni verwennen we jullie met een herwerkte versie van de gekende rubriek. We gaan op zoek naar sprekende beelden, leuke theaterfoto’s en boeiende weetjes, gebeurtenissen of anekdotes die ontroeren, ontspannen en herkenbaar zijn. de ‘U Was Weer Geweldig’- rubriek heeft aandacht voor alle authentieke en inspirerende beelden of tekstjes die ingestuurd worden. Heb je: ❏ een foto van een huldiging of viering (+ korte info) ❏ een theaterfoto die om een bepaalde reden het tonen waard is (+ beknopte motivatie) ❏ een liefhebber of een groep in de spotlights (+ summiere toelichting) ❏ een anekdote ❏ een weetje ❏ een leuke quote Stuur ze dan als de bliksem door naar redactie@opendoek-vzw.be en verschijn in het volgende nummer! Beperk de tekstjes tot maximum 60 woorden.

Wie wint de Prijs voor de amateurkunsten 2013? Wie wordt Toneelgemeente 2013? Twee vragen die op dezelfde dag een antwoord krijgen: zaterdag, 27 april 2013 om 11.30 u in de Plantentuin (nabij het Citadelpark) in Gent. de prijsuitreiking gaat gepaard met een aantal artistieke smaakmakers uit alle disciplines van de amateurkunsten. Meer info: www.amateurkunsten.be of www.opendoek-vzw.be.

Spots op West Achter de schermen begint Spots op West stilaan vorm te krijgen. De deelnemende gezelschapen kwamen Westouter al bezoeken en de grote puzzel van het programma wordt nu gemaakt. Op www.spotsopwest.be vind je een voorsmaakje van de selectie en enkele nieuwtjes. Tegen 1 juni staat het volledige programma online.

Ben je van plan er een weekendje van te maken? Vergeet dan niet tijdig een slaapplaats te reserveren. Een overzicht van accomodatiemogelijkheden vind je op www. heuvelland.be. EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING: EUROPA INVESTEERT IN ZIJN PLATTELAND

Wil je als acteur iets bijleren? Over humor nog wel. Het kan op zondag, 28 april van 10.00 tot 19.00 u in Theater Malpertuis in Tielt (WVL). Je kan kiezen uit vier workshops acteren: komedie, slapstick, geëngageerd theater en improvisatie. Er wordt gewerkt onder leiding van professionele docenten. Aan het eind van de namiddag is er een toonmoment voor en met alle deelnemers. De workshopdag kadert in het Today Festival dat plaats vindt op 26, 27 en 28 april 2013. Inschrijven via www.theatercursussen.be.

OP&nieuw! Op 3 juni 2013 valt een fonkelnieuw magazine in de bus! Houd deAarlenstraat brievenbus dus in de gaten!Brussel - Tel. 02/286.82.11 75-77 - 1040

www.sabam.be - info@sabam.be

de voorstellingen vinden plaats op 26, 27 en 28 april 2013. Meer info: www.monnikenheide.be

Aarlenstraat 75-77 1040 Brussel Tel. 02/286.82.11 www.sabam.be info@sabam.be

in Westhoek-Zuid

Een volle zondag workshops

met steun van:

© Edphotography

27

Ontwerp www.mixwerk.be — VU: Frank Verdru, Sulferbergstraat 5, 8954 Westouter

26

We houden van cultuur. Cultuur is adembenemend. Schreeuwt het uit. Of maakt je stil. Cultuur brengt leven in de maatschappij en KBC leeft graag mee. Met culturele initiatieven. En met u. Want als grote bankverzekeraar geven we graag iets terug. daarom helpen culturele projecten vooruit: muziek, dans, tentoonstellingen, kunst,... kortom, cultuur waar u van houdt. En waarvoor wij het hebben. Net als voor u.



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.