Toespraak Rouvoet ter ere van Koninklijke onderscheiding Robert Smits

Page 1

Toespraak van de minister voor Jeugd en Gezin, AndrĂŠ Rouvoet, ter gelegenheid van het verlenen van een koninklijke onderscheiding aan de heer Robert Smits. Den Haag 7 december 2009

Geachte aanwezigen, zigen, geachte Robert Smits, Fijn dat u hier bent. Als minister voor Jeugd en Gezin is het een voorrecht u te mogen ontvangen. Dat u hier bent is niet zo vanzelfsprekend, want meestal verblijft u in BraziliĂŤ. Al 20 jaar lang zet u zich daar onbaatzuchtig in in voor het lot van straatkinderen. Twintig jaar geleden raakte u geschokt door de erbarmelijke omstandigheden waaronder straatkinderen moesten leven. Beter gezegd moesten proberen te overleven. U kreeg het op uw hart om u het lot van de straatkinderen aan n te trekken. En met steun van familie, vrienden en leden van de Gereformeerde Kerk in Bleiswijk keerde u terug naar Rio de Janeiro om daar een organisatie voor de opvang van straatkinderen te beginnen. Pagina 1 van 5


Straatkinderen in een genadeloze maatschappij. Dat maakte

Toespraak

ik ook op uit uw verhaal in de oktober nieuwsbrief van stichting Help mij leven: Ajude me a viver. Ik zal het wel verkeerd uitspreken. Een huiveringwekkend verhaal over het lijmsnuivende jongetje Rodrigo, dat samen met zijn familie en dankzij hulp van uw straatteam een kans leek te krijgen om uit een uitzichtloze situatie te ontsnappen. Net 14 jaar was Rodrigo toen hij met vier vriendjes in een andere wijk werd gemarteld en vermoord door een militie van ex-politiemannen. Omdat twee van de jongens wat hadden gepikt. Ik deel uw intense verdriet daarover. En uw verbijstering dat zo’n misdaad in Rio de Janeiro niet eens de kranten haalt. Ik werd er stil van.

Dat u onder dergelijke omstandigheden uw fantastische werk blijft doen, is een tot voorbeeld strekkende prestatie. U heeft de afgelopen twee decennia, met steun uit Nederland, gewerkt aan – nee beter gezegd – gevochten voor een beter bestaan van straatkinderen. Als minister herken ik de aangrijpende verhalen van kinderen die volledig aan zichzelf zijn overgelaten.

U heeft kinderen van de dood gered. Met uw medewerkers, met de vrijwilligers, met projecten en een opvanghuis heeft u veel kinderen een kansrijker plekje in de maatschappij bezorgd.

Pagina 2 van 5


U heeft zelfs in de krottenwijk Moro de Providencia een

Toespraak

voetbalclub voor straatjongeren opgericht: Sparta. Misschien niet de voor Brazilianen onuitspreekbare naam ‘Feijenoord’, uw favoriete Nederlandse club, maar tenminste wel een Rotterdamse club. Als kleine club begonnen voor jongeren uit de krottenwijk waarin u zelf ook woonde, houdt Sparta zich inmiddels ook bezig met het geven van bijles en cursussen voor ouders uit de wijk. Een club die onlangs zelfs voor feest heeft gezorgd door zo enorm goed te presteren in een toernooi met zogenaamd ‘gewone’ voetbalclubs.

En u heeft REMER opgezet. Een non-profit organisatie voor de opvang van kinderen. De afkorting REMER, zo begrijp ik, zou in het Nederlands staan voor ‘Schuilplaats voor straatkinderen’. Hoewel u nog betrokken bent bij alle projecten, woont en werkt u inmiddels in het plaatsje Pequeri, waar een permanente opvang voor kinderen is opgebouwd.

Begonnen met het uitdelen van broodjes op straat, is de hulp die REMER biedt uitgegroeid tot een omvangrijk opvangproject voor begeleiding van straat naar maatschappij. U bent bedreigd, bestolen, tegengewerkt, maar u heeft doorgezet. De jongeren die bij REMER opgroeiden, komen graag steeds terug. Ze blijven betrokken. Een beter compliment bestaat in mijn ogen niet.

En als u dan in Nederland bent, gaat u gewoon door. U geeft lezingen over de situatie van straatkinderen, organiseert

Pagina 3 van 5


bouwbrigades van vrijwilligers, u maakt de jeugd bewust van

Toespraak

het harde lot van hun leeftijdsgenoten in Brazilië.

U heeft gelukkig altijd kunnen rekenen op de mensen in Nederland die op eigen wijze uw werk financieel of anderszins ondersteunen. Zoals de stichting ‘Help mij leven’, die zich al die jaren de projecten Sparta en REMER aantrekt. De stichting die, dat mag ik wel verklappen, uw goede werk ook onder onze aandacht heeft gebracht.

Uw geloof is voor u een belangrijke inspiratiebron. U vecht voor kansen voor kinderen, omdat u de overtuiging heeft dat liefde sterker is dan haat en geweld. En omdat u wilt laten zien dat God de wereld lief heeft. Ik versta dat zó dat u zich laat leiden door het bekende levensmotto: what would Jesus do? Wat zou Jezus doen in deze situatie? U denkt vast dat Hij zich zeker ook over de straatkinderen zou ontfermen. En ik geloof dat samen met u.

Uw werk is opgevallen. Uw missie, waarbij u altijd bent gesteund door uw echtgenote, is een zegen voor de samenleving en een teken van hoop voor Brazilë, voor ons en voor de wereld. Uit zeer betrouwbare bron weet ik dat u helemaal niet van complimentjes houdt. Dat bescheidenheid en onbaatzuchtigheid uw kernwaarden zijn. Maar toch. Ik ga u toch een heel mooi en hopelijk stimulerend compliment geven.

Pagina 4 van 5


Toespraak

Het compliment is ook bedoeld voor Andrè [fonetisch: è als in bèh]. De meeste aanwezigen hier kennen het bittere verhaal. In 1988 begon u met het opzoeken van straatkinderen op het stationsplein. Met brood, melk, medicijnen en een kinderbijbel. Andrè was de leider van die grote groep kinderen. Hij beschermde vooral de jongeren van de groep. Toen het eerste opvanghuis geopend zou worden in 1989 telde Andrè de dagen werkelijk af. ,,Nog 4 dagen, nog 3 dagen, nog 2...” zei hij dan.

Maar REMER werd bedreigd door een drugsbende die de opening wilde tegenhouden. Zou REMER open gaan, dan zouden zij als straf één van de straatkinderen vermoorden. Toch besloot u door te gaan. Op het openingsfeest was er gebak. Er waren ballonnen en veel kinderen. Maar één grote afwezige: Andrè. ‘s Avonds kwam het nieuws. Andrè was gevonden. Doodgeschoten. De volgende ochtend werd er gebeld. Een stem zei: ,,Moesten jullie nou zo nodig die opvang openen? Hebben jullie nou je zin?’’ Nog zo’n gruwelijk verhaal. Toch heeft het u gesterkt in uw strijd voor de straatkinderen. Ga er mee door, zou ik u willen verzoeken.

Meneer Smits, dan het nu het compliment: Het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd u te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Ik speld u nu graag de bijbehorende versierselen op.

Pagina 5 van 5


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.