Onderzoek en Beleid

Page 1

Krimpcafé ‘ONDERZOEK EN BELEID’ 12 april 2018




Krimpcafé in provinciehuis Groningen Onderzoek en Beleid De relatie tussen onderzoek en beleid stond centraal tijdens het krimpcafé van 12 april jl. Wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en Hanzehogeschool Groningen presenteerden een aantal onderzoeksresultaten over krimpgebieden. Vraag was wat beleidsmakers hiermee doen, helpt het hen de leefbaarheid in krimpgebieden te verbeteren? Tijdens het plenaire gedeelte mocht gastheer Eelco Eikenaar, gedeputeerde provincie Groningen, hier op reageren. Door Eduard van den Hoff

Eikenaar toetst zijn beleid graag aan onderzoek: ‘Zo komen we te weten of we als provincie het juiste doen. Of dat het beter kan.’ Met de krimpproblematiek dagelijks om zich heen, bevindt hij zich naar eigen zeggen in een ‘luxe positie’. ‘We lopen voorop. Met onze kennis kunnen we anderen, waar de krimp nog moet komen, helpen. In Den Haag is het besef van krimp totaal afwezig. Doe daarom onderzoek!’, riep Eikenaar op. ‘Verspreid het besef dat er meer is dan groei alleen en dat er oplossingen nodig zijn om de leefbaarheid in stand te houden.’


Perceptie Vervolgens startte prof. dr. Bettina Bock van de RUG een interessante discussie naar aanleiding van het promotie-onderzoek van Erzsi de Haan naar burgerinitiatieven. Wanneer zijn die succesvol? Volgens de Haan hangt dat af van de perceptie. Burgers zullen vooral hun doelen willen halen, terwijl beleidsmakers een groei in kennis, vaardigheden, persoonlijke ontwikkeling e.d. al als succes bestempelen. Eikenaar leek dat te beamen: ‘Iets kan best mislukken, als we er maar van leren.’ ‘Prima, maar zorg wel dat het niet tot frustraties leidt onder initiatiefnemers’, waarschuwde een toehoorder.

‘Door krimp bevinden we ons in een luxe positie’ Nieuwkomers Het onderzoek van prof. dr. Tialda Haartsen van de RUG richtte zich op nieuwkomers op het platteland. ‘Er ligt vaak een nadruk op het wegtrekken van mensen’, zei ze, ‘terwijl er ook heel veel blijvers zijn. En er komen zelfs nieuwelingen.’ Vooral stellen met kinderen. Als die uitvliegen, ontstaat een tweedeling: het ene ouderpaar gaat terug naar de stad, het andere blijft op het platteland. Gedeputeerde Eikenaar is blij met elke nieuwkomer. ‘Maar we gaan niet investeren in campagnes om mensen te trekken’, benadrukte hij. Mantelzorg Lector dr. Elles Bulder van de Hanzehogeschool nam de Age Friendly Environment onder de loep. ‘Het sociale netwerk van ouderen staat onder druk door het vertrek van jongeren’, vertelde ze. Wie is er dan nog om later mantelzorg te verlenen? Een huis verkopen in het buitengebied, zodat men zich in dorpen of steden met thuiszorgvoorzieningen kan vestigen, is niet eenvoudig. Het beleid moet zich daarom niet slechts richten op de grotere dorpen en de kerngebieden met zorg en voorzieningen.’ Vanuit de deelnemers in de statenzaal werd ook aangegeven dat eenzaamheid in dit verband ook een aandachtspunt moet zijn voor onderzoek en beleid.


Burgerinitiatieven in Noord-Nederland Vier jaar heeft promovenda Erzsi de Haan onderzoek gedaan naar burgerinitiatieven in Noord-Nederland. En die hoefde ze niet met een lantaarntje te zoeken: ze stuitte op maar liefst 623 initiatieven. Voldoende materiaal om te onderzoeken welke eigenschappen ze hebben, wat hun mate van succes en continuïteit is en welke factoren daarvoor verantwoordelijk zijn. Door Eduard van den Hoff

De redenen voor het opstarten van een burgerinitiatief, zo vertelde De Haan, liggen veelal in het in stand houden van voorzieningen, het bevorderen van de leefbaarheid en het creëren van ontmoetingsplekken. Initiatieven worden vooral gestart door een groep buurt- of dorpsgenoten en bestaande verenigingen. Initiatiefnemers zijn vaak ‘mannelijke locals’. Na deze inleiding ontpopte de workshop zich tot een soort partijcongres. Een drietal stellingen werd aan het publiek voorgelegd en middels een groen of rood biljet mocht men aangeven of de stelling juist dan wel onjuist was. Of een initiatief succesvol is, blijkt voor de burgers vooral afhankelijk van het halen van de doelen. Om nu te voorkomen dat men het doel uit het oog verliest, wordt vanuit het publiek voorgesteld om budgetten te koppelen aan deeldoelen. Zo is er een ‘drive’ voor continuïteit.

‘Doel niet gehaald? Initiatief toch succesvol, want er is veel geleerd!’ aldus beleidsmakers’ Beleidsadvies Stopt een initiatief, dan komt dat in de meeste gevallen niet omdat er geen burgers zijn die het stokje willen overnemen. Meestal is een te strikte overheid de boosdoener. Daarom ook het advies vanuit de zaal om het samen te doen; burgers en overheid moeten met elkaar verbinding zoeken De provincie Groningen hanteert volgens gedeputeerde Eikenaar ruime regels. ‘We gaan geen vinkjes zetten, wel stellen we budget beschikbaar. En is het geld op, dan zullen we politieke keuzes moeten maken.’


TIPS •

bij verschillende soorten initiatieven (groot of klein) ook een verschillende aanpak kiezen

knowhow van overheid ook aan burger ter beschikking stellen

vermijd wij-zij, overheid en burgers


Huisarts, spil in dorp en zorg Door Lucinde Terluin

Wilma Wolf van de Hanzehogeschool ging met haar onderzoek dieper in op de bedrijfsvoering van huisartsen in Noord-Nederland, en daarmee op de trend in het samenwerken van meerdere zorgverleners op dezelfde locatie. Dit leverde uiteraard een breed palet aan inzichten op, waarin één van de belangrijkste conclusies is dat in toenemende mate ondernemersvaardigheden worden gevraagd van huisartsen. Hun opleiding voorziet echter onvoldoende in het verwerven van deze vaardigheden. Daarnaast hebben huisartsen in krimpgebieden het ontzettend druk waardoor tijd schaars is en opleiding op medisch gebied voor gaat. Als tweede belangrijke conclusie stelt de onderzoeker dat kennisdeling een belangrijke ontbrekende factor is. Kennis over innovaties van collega-huisartsen, kennis over de mogelijkheden van huisvesting en kennis over visievorming. Alle huisartsen werken aan zorgconcepten, maar er is veel behoefte aan zorgconcepten en experimenten waarmee een nieuwe richting in de zorg gevonden kan worden. Daarvoor is kennisdeling van groot belang. Meest verrassend en meest terugkomend in de workshop was de vraag hoe overheid en zorgverzekeraars kunnen bijdragen aan deze transformaties. Is het voor hen mogelijk om meer te investeren in preventie van ziekte zodat huisartsen niet meer hoeven te focussen op systemen, maar kunnen werken aan duurzame zorg en positieve gezondheid?

‘Met het onder één dak brengen van organisaties ben je er nog niet.’ Beleidsadvies: De provincie kan met subsidies succesvolle innovaties in gang zetten. Helaas werken oude financieringsstructuren vaak verstikkend. Er is daarom behoefte aan meer vertrouwen van overheden en zorgverzekeraar in de expertise van huisartsen bij het ontwikkelen en uitvoeren van nieuwe zorgconcepten. Met name wanneer vooraf het financiële voordeel niet helemaal duidelijk is.


TIP • betrek ook de bewoners bij overleg


Kennis over voorzieningen is een begin Door Lucinde Terluin

Partoer en de RUG sloegen de handen ineen om samen een inventarisatie op te maken van de huidige voorzieningen en toekomstige ontwikkeling van voorzieningen in Noardwest Fryslân. Het onderzoek van Suzan Christiaanse, Ellen Stutterheim en Sjoerd IJdema gaf vooral in fase één een aantal interessante conclusies. Eén daarvan is dat bevolkingskrimp in de regio niet sterk aan de orde is. Ook op basis van de prognoses wordt geen extreme afname van basisvoorzieningen verwacht. Een tweede conclusie is te trekken over de vergrijzing en ontgroening in dit gebied. Beide zijn sterk aan de orde en hebben daardoor grote invloed op de ontwikkeling van voorzieningen voor senioren en kinderen, zoals kinderopvang en sportvoorzieningen. Meest verrassend in de discussie tijdens de workshop was de rol van emotie bij de burger die gepaard gaat met het sluiten van een voorziening. Moeten deze emoties en subjectieve criteria genegeerd worden, of beantwoord worden met cijfers? Want alleen bij die beantwoording krijgen burgers de kans om de situatie in perspectief te zien. En alleen zo kunnen zij ontdekken dat de het soms beter kan zijn om voorzieningen elders samen te voegen

‘Wat zijn de gevolgen van de keuzes die we maken?’ Beleidadvies Voor het beleid is inzicht en kennis van de spreiding van de voorzieningen een begin. Om beslissingen te nemen is daarna het gesprek nodig met verschillende stakeholders. Daarom wordt in de tweede fase van het onderzoek een serious game ontwikkeld: een breed gedragen keuze-instrument dat werkt via een participatief proces. Met dit keuze-instrument wordt het mogelijk om verschillende stakeholders met elkaar in gesprek te brengen, toekomstscenario’s te verkennen en besluitvorming over voorzieningen te ondersteunen. Het brengt verschillende partijen op een gelijkwaardige manier samen en daagt uit om belangen en afwegingen uit te spreken.


TIP • neem ruim de tijd voor dit gesprek, alle partijen moeten kennis verwerven, maar ook hun gedachten en emoties uit kunnen spreken


Welke jongeren willen blijven? Door Mathijs Stuive

Het Fries Sociaal Planbureau heeft 2017 uitgeroepen tot het jaar van de jongeren. In het eerste kwartaal van 2018 levert dat allerlei interessante onderzoeksresultaten op. Wilma de Vries en Arjen Brander vertelden in deze workshop meer over waarom jongeren Friesland verlaten of juist blijven. Zij hebben onderzoek gedaan onder twee groepen jongeren, namelijk zij die een MBO hebben gevolgd en zij die HBO of WO studies hebben gevolgd. Hier is direct een groot verschil te zien. In de provincie is er namelijk een goed aanbod aan


MBO opleidingen waardoor veel jongeren er voor kiezen om in de provincie te blijven. In Friesland kiezen naar verhouding ook meer jongeren voor een MBO opleiding dan in de rest van Nederland. Ook na hun opleiding vinden ze het eigenlijk vanzelfsprekend om in de provincie te blijven. Zij zijn sterk lokaal en regionaal georiënteerd.

‘De Friese taal en oriëntatie blijken een belangrijke factor van verbondenheid’ Het aanbod aan HBO en WO opleidingen is een stuk kleiner in Friesland en het blijkt dan ook dat ongeveer de helft van deze jongeren buiten de provincie een opleiding volgt en vaak ook buiten de provincie een baan vindt. Hoe verder weg zij studeren, hoe verder weg zij een baan vinden. Toch is er ook bij deze jongeren een deel dat terugkeert of op termijn wil terugkeren vanwege hun binding met Friesland. Beleidsadvies Uit het onderzoek bleken duidelijke aandachtspunten voor beleidsmakers. Het blijkt voor jongeren uit de provincie namelijk lastig te zijn om goede woonruimte te vinden, zowel huur als koop. Ook blijft werk en vooral vast werk een uitdaging en iets waar mogelijkheden zijn op beleidsgebied om wat aan te doen. Dit werd ook zeker beaamd vanuit de zaal!

Aanvullende tip vanuit de workshop: koppel jongeren en opleidingen meer aan banen.

TIP •

koppel jongeren en opleidingen meer aan banen.


Worden nieuwkomers ook blijvers? Door Mathijs Stuive

Deze workshop ging over plaatsverbondenheid en participatie in de samenleving. Tialda Haartsen, Professor Plattelandsgeografie aan de RUG, heeft onderzoek gedaan onder gezinnen die verhuisd zijn naar plattelandsdorpen rond het moment dat zij kinderen kregen. Na tien jaar keek zij of deze mensen overtuigde blijvers waren of dat er toch plannen waren om terug te gaan naar ‘de grote stad’ als de kinderen de deur uit zijn.

soorten vrijwilligerswerk (sportverenigingen, hobbyverenigingen, basisschool, dorpsraad/ buurtvereniging, historische vereniging, natuur/landschappelijke vereniging). Hier blijken duidelijke verbanden: zo zijn vrouwen met kinderen meer geneigd om vrijwilligerswerk voor een school te doen en doen hogeropgeleiden naar verhouding meer vrijwilligerswerk voor een dorpsraad of voor culturele organisaties.

‘De motivaties voor inzet bij vrijwilligerswerk zijn vooral persoonlijk en praktisch’

Beleidsadvies: Met deze conclusies kunnen beleidsmakers doelgroepen beter definiëren en kunnen misschien nieuwe groepen burgers ook beter worden bereikt, bijvoorbeeld bij het starten van een burgerinitiatief.

Hier blijkt een duidelijk onderscheid te bestaan waarbij ook de mate van deelname aan de dorpsgemeenschap verschilt. De ‘convinced stayers’ kiezen ook echt voor het dorp (‘elect to belong’) waarbij zij zich ook veel breder inzetten voor het dorp. De ‘children-led stayers’ doen dit duidelijk niet, maar zetten zich vooral in op activiteiten voor hun kinderen (‘select to belong’). Het tweede onderzoek was van Joost Gieling, promovendus. Hij heeft onderzocht of er verbanden bestaan tussen de verschillende soorten dorpsbinding (te weten algemene binding, sociale binding, culturele binding en landschappelijke binding) en verschillende

TIPS •

als er geen energie bij de nieuwkomers zit, ook niet aan trekken

ook voor de oudkomers belangrijk om te beseffen hoe sociale binding kan werken bij nieuwkomers




Onderzoek met de doelgroep Door Nynke Koornstra

Louise Meijering, universitair docent Population Studies aan de Rijksuniversiteit Groningen onderzocht in het onderzoeksproject Wonen, welzijn en zorg, hoe ouderen denken over thema’s als veiligheid en voorzieningen in hun wijk. De doelstelling van het participatieve onderzoeksproject was het bereiken van blijvende, zelfredzame burgerparticipatie van 65-plussers in de lokale beleidspraktijk van wonen, welzijn en zorg. De eerste belangrijke conclusie is dat interviews met de doelgroep andere thema’s kunnen opleveren dan de thema’s die je als onderzoeker of opdrachtgever belangrijk vindt. Op basis van de situatie, die in kaart werd gebracht met geworven deelnemers uit de doelgroep zelf, werden interventies bedacht. De deelnemers maakten een lijst met reële knelpunten en oplossingen, veiligheid bleken zij zelf erg belangrijk te vinden. De resultaten werden besproken met de gemeente en de politie. Helaas ervoeren de deelnemers dat er op basis hiervan weinig concrete actie werd ondernomen. Aan de kant van de deelnemers leidde het ook niet tot initiatieven. In de groep misten mensen die opstonden en acties tot hun verantwoordelijkheid maakten. Blijkbaar ontbrak een gevoel van urgentie en eigenaarschap. Het onderzoek leidde dan ook niet tot blijvende, zelfredzame burgerparticipatie. Wel kwam er meer kennis van de wijk en de knel-

punten, waardoor de ervaringen van de burgers en het beleid dichter bij elkaar kwamen. Bovendien beschouwden de ouderen deelname aan het onderzoek als gezellig en informatief. Meijering vertelt: ‘De deelnemers hebben van het onderzoek geleerd en hebben de organisatie en hun ontmoetingsplek in de wijk versterkt.’ Beleidsadvies Participatief onderzoek met de doelgroep, in dit geval ouderen, kan diepere inzichten en betrokkenheid opleveren bij het onderwerp. Dit kan ook bewoners en overheid dichter bij elkaar brengen. Wel moeten verwachtingen over en weer goed op elkaar worden afgestemd.

TIPS •

klein beginnen (bv met buurtfeest) en dan uitbouwen.

inzicht moet uitzicht hebben

start het interactieve proces door gewoon te doen


Waar en hoe wonen ouderen? door Nynke Koornstra

Lector Krimp & Leefomgeving dr. Elles Bulder is, samen met student Jos Wijnja, onderzoek gestart naar de gevolgen van de vergrijzing op regionaal en lokaal niveau. In de workshop lichten ze hun eerste bevindingen toe. Sinds 1960 zien we een geleidelijke stijging van de levensverwachting, gekoppeld aan een daling van het geboortecijfer. Een van de gevolgen daarvan is een vergrijzing van de bevolking. Ook is er sinds 2016 een groei van het aantal eenpersoons huishoudens. Bulder vertelt: ‘In sommige Nederlandse regio’s woont zelfs een op de twee ouderen in eenpersoons huishoudens. Daardoor groeit het aantal alleenstaanden.’ Ook wonen in krimpregio’s meer oudere ouderen en is sprake van dubbele vergrijzing. Als gevolg van selectieve migratie, waarbij jongeren naar de steden en ouderen naar dorpen met meer voorzieningen trekken, woont een deel van de ouderen vaak dicht bij elkaar in kerndorpen.

‘In sommige regio’s woont zelfs een op twee ouderen in eenpersoons huishoudens’. Een van de eerste bevindingen licht Wijnja toe is dat in een plattelandsgemeente als het Groningse Oldambt veel ouderen in een eigen woning in het buitengebied wonen. Daarmee wonen de ouderen erg verspreid over het grondgebied, daarnaast woont ook een deel van de ouderen in de kernen dicht bij voorzieningen. Hij legt uit: ‘De afstand

om anderen te ontmoeten.’ Of de ouderen daar ook in de toekomst willen blijven wonen, gaat hij nog onderzoeken. Via gesprekken wil hij onderzoeken hoe zij zelf hun toekomst zien; verhuizen of blijven en dan wel of niet de eigen woning aanpassen. Beleidsadvies Met dit onderzoek kan meer inzicht verkregen worden in waar en hoe ouderen wonen. Wonen ze bij elkaar in kernen met veel voorzieningen of juist verspreid. Voor de gemeente Oldambt is dit onderzoek belangrijk met het oog op de planning en spreiding van voorzieningen voor deze inwoners.


TIPS •

kijk ook naar eenzaamheid! in Friesland ook al onderzoek naar 55+, hoe bereiden zij zich




Aan dit beeld- en journalistiekverslag werkten mee: Tekstschrijvers:

Eduard van den Hoff Nynke Koornstra Mathijs Stuive Lucinde Terluin

Fotograaf:

Harma Kaput

Opmaak: Harmare

Redactie:

Elly van der Klauw Rixt Froentjes Sophie Tillema

Meer informatie bij:

Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland Link naar de presentaties


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.