Groninger Kerken juli 2016

Page 1

Groninger Kerken 2 0 1 6

GRONINGER KERKEN

STICHTING OUDE

jul i

De opdrachtgever achter het kerkgebouw


inhoud

33 / 3 – juli 2016

De opdrachtgever achter het kerkgebouw

Stichting Oude Groninger Kerken

In Groninger Kerken wordt gewoonlijk uitgebreid aandacht geschonken aan de architectuur en inrichting van kerkgebouwen. Soms ook worden de ontwerpers belicht, als tenminste iets over hen bekend is. Er is echter ook nog een andere kant aan de totstandkoming van kerkgebouwen, en dat betreft de rol van de opdrachtgever of bouwheer. Ook al zijn ze zelf geen ontwerper, ze hebben soms wel duidelijke voorstellingen over het gebouw dat ze voornemens zijn te stichten, en zo niet, dan bepalen hun financiële mogelijkheden de mate van monumentaliteit van het kerkgebouw waarvoor zij de middelen ter beschikking stellen. Zo was tegen 1700 Henric Piccardt een bouwheer die heel precies wist wat hij van architectuur verwachtte. Als nieuwkomer onder de Groninger elite wilde hij zich met de verbouwing van de Fraeylemaborg in Slochteren en vooral ook met de kerk in Harkstede bewijzen als een man van aanzien en met smaak.

opgericht 13 mei 1969

Wat later, in de eerste helft van de achttiende eeuw, ontstond in samenspel tussen Johan Hora, de collator van Midwolda, en predikant Wilhelmus Schortinghuis een nieuw kerk­ gebouw, dat weliswaar groot was, maar vooral ook waardige soberheid diende uit te stralen. Hora’s kleinzoon, Johan Hora Siccama, voegde de achternaam van zijn vader aan die van zijn moeder toe – deze nieuwe dubbele achternaam geeft al iets aan van zijn maatschappelijke ambitie. Ook had hij aan soberheid wat minder boodschap, zoals blijkt uit het indrukwekkende orgel dat hij in de kerk liet bouwen. Het is een eigenaardige speling van de geschiedenis dat diens kleinzoon, ook weer met de naam Johan (1787-1880), in 1818 in het bezit kwam van Klein Martijn in Harkstede, dat de residentie van Henric Piccardt was geweest.

Adres

Stichting Der Aa-kerk Groningen opgericht 1 maart 1985 Bestuur en directie P.M. de Bruijne, voorzitter C. Kool, secretaris J. Wolters, penningmeester E.A.M. Bulder, vice-voorzitter J.A. de Vries M. van Zanten P.G.J. Breukink, directeur

Coehoornsingel 14

9711 bs Groningen

telefoon (050) 312 35 69 telefax (050) 314 25 84 e-mail info@groningerkerken.nl www.groningerkerken.nl iban: nl69 abna 0486 114 333 Redactieadres Coehoornsingel 14

9711 bs Groningen

e-mail hillenga@groningerkerken.nl Redactie Groninger Kerken

Kees van der Ploeg

Harkstede: een kerk als gedenkteken

81

Dr. C.P.J. van der Ploeg, voorzitter Drs. M. Hillenga, secretaris Drs. R.H. Alma Drs. A. van Deijk E. Hofman MA dr. A.B. Mulder-Bakker

Ada van Deijk

De kerk van Midwolda. Tempel van het piëtisme

J.F. Oldenhuis

91

Katern ‘De Stichting’ Martin Hillenga Donateurschap Minimaal ¤ 17,50 per jaar Tijdschrift ¤ 15,- per jaar

De Stichting

93

Nieuws · De kerk als podium · Excursies · Winkel · Mediatheek · Educatie · Werk in uitvoering

Advertenties Informatie en tarieven worden verstrekt door Stichting Oude Groninger Kerken telefoon (050) 312 35 69

Foto omslag: Henric Piccardt. Portret in olieverf door Johan Starrenberg, 1675. Collectie Gerrit van Houten Stichting.

contact Gerda Lüürssen, e-mail: info@groningerkerken.nl Drukwerk en verzending

Het tijdschrift Groninger Kerken is een uitgave van de Stich­ting

Zalsman Groningen, Groningen

Oude Gronin­ger Kerken. Het tijdschrift verschijnt viermaal per jaar. Abonnement, alleen voor dona­teurs van de Stichting Oude Gronin­ger Kerken, ¤ 15,00 per jaar. Nieu­we donateurs ont­vangen Gro­nin­ger Kerken het eerste jaar gratis.

issn 0169 - 3719

Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (POM)

Opmaak en productie Ekkers & Paauw, Groningen


Kees van der Ploeg

Harkstede: een kerk als gedenkteken In 1700 kwam in Harkstede een kerkgebouw gereed dat opvalt door zijn voor die tijd sterk historiserende karakter. Daarmee suggereerden de opdrachtgevers, Henric Piccardt (1636-1712) en zijn echtgenote Anna Elisabeth Rengers (1656-1704), een eerbiedwaardige traditie. Zowel de fraaie Latijnse opschriften als de aan­ wezigheid van een grafkelder onder de gehele kerkvloer tonen aan dat het gebouw bedoeld was als blijvende herinnering aan dit echtpaar.

Nieuwkomer onder de elite Onder de Groninger elite van de late zeventiende eeuw was Henric Piccardt een buitenbeentje. Bereisder, geleerder en gecultiveerder dan de meeste van zijn standsgenoten, hoor­ de hij er door zijn nederige afkomst toch niet helemaal bij. Hij was de tweede zoon van Gualtherus Piccardt, predikant te Woltersum.1 De familie kwam oorspronkelijk uit Neuen­ haus in het graafschap Bentheim. Uit dit geslacht kwam een aantal predikanten voort, van wie Henrics geleerde oom Johan Pic[c]ardt (1600–1670) de bekendste is. Tijdens zijn ambtsperiode in Coevorden schreef hij de eerste oudheid­ kundige verhandeling over de Drentse hunebedden.2 Henric week van de familietraditie af door rechten in plaats van theologie te gaan studeren, eerst in Groningen, later in Franeker. Daarna nam zijn leven een meer avontuurlijke wen­ ding. Rond 1660 verwierf hij een doctoraat cum laude in de rechten aan de universiteit van Orléans, die voor deze disci­ pline in heel Europa een goede reputatie had. In 1663 bewoog

81

1 Portret van Henric Piccardt. Gravure van Pierre Landry uit 1672 naar een verloren gegaan schilderij van Nicolaes Maes. Onder het portret een kwatrijn van Guy Patin. Collectie Centre de Recherche Château de Versailles.

hij zich in de hoogste kringen van Parijs, zoals ook blijkt uit een bundel door hem in het Frans geschreven gedichten, die is opgedragen aan een adellijke dame.3 Na enkele escapades, die hem in moeilijkheden brachten, trok hij naar Den Haag, waar hij zich in het politieke leven

1 De biografische gegevens over Piccardt zijn schaars, aangezien vrijwel alle familiepapieren verloren zijn gegaan toen zijn bezittingen in andere handen kwamen. Ook bij verre afstammelingen is niets bewaard gebleven. Voor de secundaire literatuur, ook die waarin de financiële situatie van Piccardt wordt behandeld, zie: Kees van der Ploeg, ‘Gothic Architecture as Self-representation: Henric Piccardt and the Church of Harkstede’, in: Herman W. Hoen en Mary G. Kemperink (red.), Vision in Text and Image. The Cultural Twist in the Study of Arts (Groningen Studies in Cultural Change, dl. 30) (Leuven 2008) 67-83. 2 Johan Picardt, Korte beschryvinge van eenige vergetene en verborgene antiquiteten der provintien en landen gelegen tusschen de Noord-Zee, de Yssel, Emse en Lippe; waar bygevoeght zyn Annales Drenthiæ, dat zijn eenige aenteyckeninghen en memorien, van sommige gedenckwaerdige geschiedenissen, gepasseert in het antiquiteet-rijcke landschap Drenth, van de geboorte Christi af, tot op dzeen tijdt; mitsgaders een korte beschryvinge der stadt, des Kasteels, en der heerlykheit Covorden (Amsterdam 1660). 3 Les poesies françoises. Dediées à Madame Suzanne de Pons, Dame de la Gastevine. Par H. Piccardt. A Paris, Chez Iacques le Gras, à l’entrée de la Galerie des Prisonniers, au Palais. M.DC.LXIII. Avec Privilege du Roy. Een exemplaar hiervan bevindt zich in de Groninger Universiteitsbibliotheek. Vgl. verder A.J. Vanderjagt, ‘Quand le Soleil paroist, la Lune n’est plus belle. Henric Piccardt (1636-1712), G.O.D.L.C.D.R.D.F.’, in: Volker Honemann en Nine Miedema (red.), Geistliche Literatur des Mittelalters und der Frühen Neuzeit. Festgabe für Rudolf Suntrup (Frankfurt am Main 2013) 233-252.


2 De borg Klein Martijn (‘Petit Martin’) in Harkstede, gefotografeerd vlak voor de afbraak in 1896. Foto J. de Waard, collectie RHC Groninger Archieven (818-6731).

82

mengde. Via de Franse gezant bleef hij ook in contact met het Franse milieu dat hij had moeten verlaten. Dat trok hem ken­ nelijk onweerstaanbaar aan: in 1670 was hij weer in Parijs, maar de oorlog van 1672 tussen Frankrijk en de Republiek dwong hem opnieuw tot terugkeer. Nu vestigde hij zich weer in het gewest Groningen om daar de rest van zijn leven te blijven. Henric was, zo zouden we tegenwoordig zeggen, een zeer bedreven netwerker, die mensen gemakkelijk voor zich in­ nam. Nadat hij in 1673, in de nasleep van het ‘rampjaar’ 1672, van verraad was vrijgesproken, wist hij het belangrijke ambt van syndicus van de Ommelanden te verwerven – een sterk politieke functie die zich laat vergelijken met die van raad­ spensionaris. Als de gewestelijke vertrouweling en informant van stadhouder Willem III kon hij nu verder werken aan de versterking van zijn positie. Die maakte het hem mogelijk om met medewerking van de stadhouder de vrijlating van Osebrant Johan Rengers te be­ werkstelligen; deze was in hetzelfde proces waarin Piccardt was vrijgesproken, tot levenslange opsluiting veroordeeld. Op 6 januari 1680 trouwde hij vervolgens met diens dochter Anna Elisabeth – Osebrant was het jaar tevoren overleden, waarschijnlijk mede als gevolg van de omstandigheden waar­ onder hij gevangen was gehouden. Dit huwelijk boven zijn stand bracht Henric Piccardt definitief in de allerhoogste kringen. Dat was een hele prestatie, aangezien rond het mid­

den van de zeventiende eeuw de Groninger adel een gesloten klasse was geworden, waar men alleen nog onder standsge­ lijken trouwde. Het echtpaar betrok de borg Klein Martijn te Harkstede, van waaruit Henric in de jaren daarop een eigen machtsbasis begon op te bouwen (afb. 2). 4 Als nieuwkomer onder de Groninger elite was Piccardt er alles aan gelegen – zo lijkt het althans – zijn nieuwe stand op over­ tuigende wijze te onderstrepen. De familie Rengers behoorde weliswaar tot de oude Groninger adel, maar stond er finan­ cieel niet al te best voor. Hoewel het pas getrouwde echtpaar Klein Martijn liet verbouwen, was deze woonstee in feite be­ scheiden van opzet en inrichting, en weerspiegelde daarmee dat de materiële omstandigheden van het echtpaar tamelijk precair waren, al werd daar met een opschrift boven de in­ gang een fraaie draai van bescheidenheid aan gegeven. Henrics ambities reikten niettemin veel verder: hij wilde zich bewijzen als een grote heer. Een eerste gelegenheid deed zich voor toen zijn zwager Evert Rengers niet in staat was de Fraeylemaborg in Slochteren te aanvaarden. Deze er­ fenis van zijn vader Osebrand was namelijk zwaar met schul­ den belast. Op de veiling in 1690 verwierven Henric en Anna voor het bedrag van 71.675 gulden het huis met de omliggen­ de terreinen en een aantal bijbehorende rechten. Daardoor werd Henric ook unicus collator van de kerk van Slochteren, wat betekent dat hij het daar wat kerkelijke benoemingen betreft alleen voor het zeggen had. Piccardt bezat echter niet

4 W.J. Formsma, R.A. Luitjens-Dijkveld Stol en A. Pathuis, De Ommelander borgen en steenhuizen (Assen 1973) 152–156. Het huis is in 1896 afgebroken; enkele gevelstenen met opschriften zijn in het Groninger Museum terecht gekomen.


3 De gedenksteen die zich boven de toegangsdeur van Klein Martijn

(Treed binnen, reiziger, zo ge van goeden wille zijt, zo niet, ga heen.

bevond. Het opschrift luidt:

Onze kruik dient uw maag niet.

intra si bene vis, male si discede viator non facit ad stomachum nostra lagena tuum

Hier wordt bescheiden geleefd en gelukkig met eenvoudig brood Eten wij hier. Voor u, afgunstige, is hier geen belangstelling).

vivitur hic modice, tenuique hic pane beati

Vertaling grotendeels gevolgd naar Formsma e.a., De Ommelander borgen,

pascimur, heic nulla est, invide, cura tui

154. Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw.

4 De Fraeylemaborg in Slochteren omstreeks 1920. De borg werd in 1690 gekocht door Henric Piccardt. Collectie RHC Groninger Archieven(818-13660).


zoveel geld. Daarom leende hij een bedrag van 70.000 gul­ den van de stadhouder. De nieuwe aanwinst deed overigens alleen dienst voor ontvangsten en jachtpartijen. Dat ver­ hinderde Henric echter niet een nieuwe linkervleugel toe te voegen en ook aan het centrale bouwdeel ingrijpende wij­ zigingen te laten aanbrengen.5

De kerk van Harkstede als aristocratisch symbool In dezelfde tijd verkreeg hij het alleenrecht op de kerk van Harkstede door af te zien van een vordering aangaande het zijlschot, een soort van waterschapsbelasting, die hij in het veengebied van Kolham op de stad Groningen had. Tot dan toe hadden de stad en de heer van Klein Martijn de collatie van Harkstede gedeeld, maar nu kon hij zich als ‘alleenheer­ ser’ aan de herbouw van de kerk wijden. Daarvoor was op­ nieuw een flink bedrag nodig. Met de bouw is waarschijnlijk in 1692 begonnen, ook al geeft het opschrift boven de hoofd­ 5 Jan Battjes en Hans Ladrak, De Fraeylemaborg. Bouwhistorische opname (Erica 2004) 6, 85–89.

5 Westgevel van de kerk van Harkstede. Foto archief Regnerus Steensma.

84 6 West- en zuidgevel van de kerk in opstand getekend. Tekening door C.H. Peters, 1884. RHC Groninger Archieven (1536-179).


7 Gedenkbord met wederwaardigheden over de bouw en inwijding van de kerk. Foto archief SOGK.

85

8 en 9 Gebrandschilderde ruitjes met de namen van de ‘eheluiden’ Henric Piccardt en Anna Elisabeth Rengers en hun wapens, 1695. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, foto’s Paul van Galen.

ingang het jaartal 1694. Eerst in 1700 werd de kerk in gebruik genomen. De laatromaanse toren werd gehandhaafd en werd nu het zuidelijk ‘dwarsschip’ van de nieuwe kerk, die een tra­ ditionele kruisvormige grondslag kreeg met een driezijdige koorsluiting. Voor dit nieuwe gedeelte werd een historisch opvallend correcte vorm van gotiek gekozen met ribgewelven en in de benedenzone van de muren spaarvelden. Op de kapi­ telen prijkt telkens het alliantiewapen Piccardt-Rengers, dat ook de hoofdingang bekroont. Oorspronkelijk stond het ook, met de namen van het echtpaar, op gebrandschilderde ruitjes in alle vensters afgebeeld (afb. 7 en 8). Het meest opvallende aspect bevindt zich onder de kerk­ vloer, waar een enorme grafkelder is aangelegd, maar voor zover bekend, heeft een grafmonument in de eigenlijke zin niet in de bedoeling gelegen. Daarvan waren in de vooraf­ gaande tijd in Groningen twee schitterende voorbeelden

opgericht: de tombes die Rombout Verhulst, in die tijd de belangrijkste beeldhouwer van de Republiek, voor leden van de twee toen meest vooraanstaande families had gemaakt, in 1669 in Midwolde voor Carel Hieronymus van In- en Knip­ huisen, in 1672 in Stedum voor Adriaan Clant. Het waren pre­ cies deze voorbeelden waarvan we kunnen aannemen dat Piccardt zich eraan zou willen spiegelen, zo hij ze al niet zou willen overtreffen. Of hij dit ook werkelijk van plan was, valt bij gebrek aan bronnen niet meer vast te stellen, al ligt het wel in de lijn van zijn aristocratische aspiraties. Hij moet, hoe dan ook, al gauw tot de conclusie zijn gekomen dat zijn middelen dat toch niet toelieten, en daaraan verbond hij, zo lijkt het, dan maar de consequentie om de kerk als geheel tot zijn monument te maken. Dat is ook de strekking van het Latijnse opschrift boven de ingang, waarin zelfbewustzijn en vroomheid om de voorrang lijken te strijden.

6 Vgl. Kees van der Ploeg, ‘Het tekstloze epitaaf in Harkstede’, Groninger Kerken 23 (2006) 25-26.


10 Het schriftloze, zandstenen epitaaf in de grafkelder. Foto archief Regnerus Steensma. 11 Dedicatieprent, mogelijk vervaardigd ter gelegenheid van de

86

eerstesteenlegging in 1692. Collectie Fries Museum, Leeuwarden

In de grafkelder is echter wel een bescheiden stenen epitaaf aangebracht (afb. 10).6 Vreemd genoeg ontbreekt hieraan een inscriptie. Tot aan het eind van de achttiende eeuw be­ vonden zich op houten panelen aan weerszijden opschriften ter nagedachtenis aan de beide echtelieden, maar het is on­ duidelijk of deze van het begin af aan zo waren voorzien. Henric zelf is de maker van het fraaie Latijnse grafschrift, waarin hij zijn aanzienlijk jongere vrouw, die hem al in 1704 was ontvallen, bezingt. Na Henrics eigen overlijden in 1712 maakte de predikant van Slochteren, Jacobus de Rhoer, voor hem ook een passend grafschrift, hoewel het Latijn daarvan heel wat minder elegant is.7 Op het epitaaf staan twee treurende putti links en rechts van een barokke sarcofaag met daar bovenop een vaas waar­ uit vlammen komen. Onderaan vinden we een gevleugelde zandloper, daaronder een doodskop met twee gekruiste beenderen. De putto aan de rechterzijde houdt de ketting van een opzij gevallen brandende lamp vast, terwijl de linker put­ to door een draperie verbonden is met de achterste van de twee omgevallen zuilen, waarachter dan weer een sarcofaag­ deksel lijkt schuil te gaan. Het zijn allemaal verwijzingen naar de dood en de kortstondigheid van het aardse bestaan. Geen enkel motief verwijst hier specifiek naar het stichters­ echtpaar, wat, zoals gezegd, de kerk als geheel echter wel doet.

De dedicatieprent In dit verband dient ook de prent te worden vermeld, die waarschijnlijk ter gelegenheid van de eerstesteenlegging in 1692 is gemaakt (afb. 11). Er is slechts één exemplaar van be­ waard gebleven, en dit bevindt zich in het Fries Museum in Leeuwarden als onderdeel van de collectie van jhr. D.G. Hora Siccama van de Harkstede, afstammeling van de familie die in 1818 door aankoop op een veiling Klein Martijn had ver­ worven. Het staat zelfs niet vast of de prent inderdaad in oplage is verschenen; mogelijk is het Leeuwarder exemplaar slechts een proefdruk. Doordat het blad direct om het beeld­ vlak is afgesneden, ontbreken de namen van de ontwerper en de drukker, die gewoonlijk in de benedenmarge worden afge­ drukt. Gezien de optasting van geleerde visuele allegorieën en enkele eigenaardigheden in de fysionomie van de figuren zou Herman Collenius de ontwerper kunnen zijn geweest. Deze kunstenaar kende het stichtersechtpaar; hij heeft por­ tretten van Anna en Henric geschilderd.8 Tegen de achtergrond van de kerk zien we links de personi­ ficaties van Religie en Wijsheid, en rechts die van Welvaart, Vrijheid en Architectuur. Helemaal bovenin staat op een drie­ hoek in de wolken de godsnaam in Hebreeuwse letters, in het 7 A. Pathuis, Groninger Gedenkwaardigheden. Teksten, wapens en huismerken van 1298-1814 (Assen / Amsterdam 1977) nrs. 1917, 1918. 8 F.J. Veldman, Hermannus Collenius 1650-1723 (Zwolle 1997) 132-133 (cat. no. 79).


midden onderaan zien we de cartouche met het alliantie­ wapen Piccardt-Rengers afgebeeld, die zich boven de hoofd­ ingang van het kerkgebouw bevindt, terwijl onder de afbeel­ ding de volledige tekst van dit opschrift is afgedrukt. De com­ plexiteit van deze voorstelling past geheel bij het beeld van de geleerde humanist dat Piccardt ook uitdroeg door zijn om­ vangrijke bibliotheek, die in een apart vertrek in de kerk was ondergebracht, en niet, wat meer voor de hand zou hebben gelegen, op Klein Martijn. Al deze elementen tezamen bena­ drukken dat de kerk vooral ook als een soort van adellijke privékapel moest worden gezien, waarbij aan de funeraire elementen nadrukkelijk een intellectueel aspect was toege­ voegd. Op de prent ontbreekt de buitentrap die van het ingangs­ bordes naar de toegang tot de galerij leidt. Aangezien echter in het metselwerk en het gebruikte materiaal geen enkele afwijking van de rest van het bouwwerk kan worden vast­ gesteld, lijkt het erop dat deze voorziening oorspronkelijk niet was voorzien en daarom op de prent ontbreekt, maar tij­ dens de bouw alsnog is aangebracht. De symmetrische op­ bouw van de gevel wordt er in elk geval zodanig door ver­ stoord dat het moeilijk voorstelbaar is dat men van meet af aan deze toegang had willen maken – bovendien was een in­ wendige houten trap afdoende geweest. De veronderstelling dat deze buitentrap pas gedurende de bouw is bedacht, zou bovendien verklaren waarom de deuropening zo dicht tegen de steunbeer is aangezet.

87

Een architectuurcollage Met de bewust historiserende bouwtrant van de kerk knoop­ te Piccardt aan bij het verre verleden van de middeleeuwen, en aldus greep hij terug tot voorbij de opbloei van de gewes­ telijke memoriecultuur in de zestiende eeuw. Een eeuw later bereikte deze met de grote monumenten in Midwolde en Ste­ dum haar barokke hoogtepunt. Men zou de kerk van Harkste­ de dan ook als een gedenkteken met terugwerkende kracht kunnen beschouwen. Op overtuigende wijze werd door de gekozen gotische vormentaal van het gebouw immers een lange traditie gesuggereerd. Daarmee is deze kerk ook een van de allereerste voorbeelden van een bewust tot herleven brengen van gotische architectuur – neogotiek dus. Al even uitzonderlijk is de plaatsing van het door Arp Schnitger in 1692-1693 gebouwde orgel in het dwarspand aan de noord­ zijde.9 In de middeleeuwen was de noordzijde inderdaad de gebruikelijke plaats voor een orgel, maar het was sedertdien gewoonte geworden het orgel aan de westzijde op te stellen. Dat was in Harkstede heel goed mogelijk geweest, zodat we

12 Opschrift boven de ingang van de kerk, waarin wordt benadrukt dat het echtpaar de bouw uit eigen middelen heeft gefinancierd: ad dei optimi maximi gloriam ecclesiæ christianæ incrementum animarum solatium ossium requiem devoto erga religionem obsequio nulloque aliunde quæsito subsidio patere veritatem lector: has ædes condi curarunt henric piccardt et anna elisabeth rengers coniuges 1694 audivi orationem tuam et elegi locum istum mihi in donum sacrificy 2. chro: 7. (Ter ere van de allerhoogste God, tot groei van de christelijke kerk, de zielen tot troost, als een rustplaats voor beenderen, hebben ter wille van de godsdienst in vrome onderwerping en zonder elders steun te hebben gezocht – laat de waarheid blijken, lezer – de echtelieden Henric Piccardt en Anna Elisabeth Rengers dit huis gesticht in 1694. Ik heb uw gebed verhoord, en heb Mij deze plaats verkoren tot een offerhuis; 2 Kron. 7.).

9 Gustav Fock, Arp Schnitger und seine Schule. Ein Beitrag zur Geschichte des Orgelbaues im Nord- und Ostseeküstengebiet (Kassel etc. 1974) 236; C.H. Edskes (red.), De nagelaten geschriften van de orgelmaker Arp Schnitger (1648-1719). Bijdragen tot de geschiedenis van het orgelmaken. Bijeengebracht door S. Meijer, organist te Groningen (1817-1877) (Sneek 1968) 12, 16, 46, 64.

Foto archief Regnerus Steensma.


Opvallend is verder de gebeeldhouwde decoratie van de voorgevel, die daardoor een Schaufassade in barokke zin is geworden. Boven de ingang prijkt, zoals gezegd, het wapen Piccardt-Rengers met een opschrift. In de geveltop is een groot reliëf met een offerscène aangebracht, met mogelijk onderaan Kaïn en Abel, maar bovenin een verwijzing naar het Lam Gods – voor een calvinistische kerk een zeer uitzonder­ lijke iconografie (afb. 13). Aan de binnenzijde is in de koor­ sluiting een reliëf met de mannaregen (Exodus 16:14-36) op­ genomen (afb. 14). En ook hier lijkt een toespeling op de mid­ deleeuwen te zijn bedoeld. De mannaregen werd immers in de christelijke traditie als voorafschaduwing van het misoffer gezien. Door de plaatsing van het reliëf in de koorsluiting wordt eraan herinnerd dat het koor in middeleeuwse kerken de functie van altaarruimte had. Op een subtiele wijze werd bovendien in een behoorlijk aantal kerken in Groningen die traditie gecontinueerd doordat men na de Hervorming het koor inrichtte voor de viering van het Laatste Avondmaal.10

De kerk als gedenkteken

88

13 Reliëfsteen in de geveltop boven de ingang van de kerk, met bovenin een voorstelling van het Lam Gods en onderin waarschijnlijk de figuren Kaïn en Abel. Foto archief Regnerus Steensma.

ook voor dit aspect een bewust geënsceneerd archaïsme moeten aannemen. Uit recent onderzoek is gebleken dat het grootste deel van het pijpwerk nog oorspronkelijk is – een reconstructie in het kader van de gefaseerd in uitvoering zijn­ de restauratie van de kerk zou daarom van grote betekenis zijn. De kerk heeft ook iets van een architectuurcollage. Dat begint al met het behoud van de dertiende-eeuwse toren. Dit kan overigens ook door financiële overwegingen zijn inge­ geven. Dat die een rol speelden, blijkt ook uit de herplaatsing van de kansel die in 1658 voor de voorafgaande kerk was gemaakt. Hiertoe werden de twee uiterste panelen op een nogal ruwe wijze verzaagd om de preekstoel aan de nieuwe situatie, een in de toren uitgehakte nis, aan te passen.

De denkbeeldige aristocratische traditie die Piccardt met al deze archaïsmen in scène trachtte te zetten, bestond in wer­ kelijkheid echter niet, en al helemaal niet wat hemzelf be­ treft: hij had slechts een enkel wapenschild, dat met de karakteristieke adelaarspoot, terwijl zijn echtgenote daaren­ tegen kon bogen op een uitgebreide kwartierstaat. Beider rouwborden in de kerk van Slochteren laten dit onloochen­ bare verschil in afkomst duidelijk zien. De opzet van de kerk met de uitzonderlijk grote grafkelder was echter ook – hoe vreemd dat op het eerste gezicht ook mag lijken – op de toekomst gericht, als een monument met een welhaast dynastieke ambitie. Van dit laatste zou zo goed als niets terechtkomen. De reden daarvan is nogal tragisch: er waren geen rechtstreekse nakomelingen, nadat tenminste twee kinderen op jonge leeftijd waren gestorven. Dit weten we door een conflict dat in de eerste maanden van 1681 voor de Hoge Justitiekamer in Groningen werd uitgevochten.11 Piccardt was kennelijk begonnen in het koor van het oude kerkgebouw een grafkelder aan te leggen om ‘syn boven aer­ de staende kinderen op het choor van de Harcksteder kercke te mogen beeerden’. Van deze kinderen weten we verder niets: de bewaard gebleven doopboeken van Harkstede be­ ginnen pas in 1804, en in de wel aanwezige doopboeken van Slochteren komen ze niet voor in 1680, het jaar waarin Anna en Henric trouwden, en evenmin in 1681. Waarschijnlijk ging het om dood geboren of kort na de geboorte overleden kinde­ ren, en dan waarschijnlijk een tweeling. Het Groninger stads­ bestuur maakte echter bezwaar en vond daarin steun bij het hoogste gewestelijke rechtscollege, dat vaststelde dat hij de

10 Vgl. R. Steensma, ‘De plaats van de avondmaalsviering in monumentale hervormde kerken’, in: Jaarboek voor Liturgieonderzoek 14 (1998), 173-196. 11 RHC Groninger Archieven, toegangsnr. 136, Hoge Justitiekamer, protocol van civiele zaken, inv. 909, fols. 17, 20v, 43, 115.


14 Gebeeldhouwde steen in het koor voorstellend de mannaregen. Foto archief Regnerus Steensma.

kistjes ‘sal moeten uitlichten’ en hem verplichtte ‘alles weder in vorigen staet te herstellen’. Pas toen hij enkele jaren later unicus collator was geworden, kon hij de daarop geheel her­ bouwde kerk tot zijn eigen grafkerk maken. Hoe speculatief ook, misschien ligt in dit voor hem zo gevoelige conflict met de stad een psychologische sleutel tot het verstaan van het uitzonderlijke ontwerp dat de kerk van Harkstede geworden is. Uiteindelijk werden echter alleen enkele verre verwanten ook in de kelder bijgezet. Hun stoffelijke resten werden voor­ afgaand aan de kerkrestauratie van 1932-1933 geruimd en op het kerkhof herbegraven. In de kelder rusten nu alleen nog Henric Piccardt en Anna Rengers (afb. 15). In een aandoenlijk klein kistje tussen hen in liggen waarschijnlijk de resten van Johanna Hendrika Piccardt, die afstamde van een broer van Henric. Ze is in 1807 gestorven, slechts twee jaar oud.12

89

Veranderingen op het koor na het tijdperk-Piccardt Eerst later is het koor van banken voorzien, maar wanneer dat precies is gebeurd, laat zich moeilijk vaststellen (afb. 16). Ozinga, daarin gevolgd door Ronner, tendeert op grond van de stijl van de banken begrijpelijkerwijs tot het eind van de achttiende eeuw.13 Daar staat echter tegenover dat het op­ schrift van de plattegrond die de nieuwe inrichting laat zien, veeleer op een wat jongere ontstaanstijd duidt. Daardoor ligt

15 De grafkelder met de kisten van Henric Piccardt en Anna Elisabeth Rengers. Tussen hen in, niet zichtbaar op de foto, staat het kistje met het gebalsemde lichaam van Johanna Hendrika Piccardt, een afstammeling van een broer van Henric. Foto archief Regnerus Steensma.

12 B. Ronner, Een tempel in turfgraversland. Een rondwandeling om, in en onder het kerkgebouw van de Hervormde Gemeente Scharmer-Harkstede te Harkstede in Groningerland. Tevens een speurtocht naar de bouwprincipes van de kerk (Scheemda 1986) 53. 13 M.D. Ozinga, De Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, deel VI, De provincie Groningen, eerste stuk: Oost-Groningen (’s-Graven­ hage 1940) 124; Ronner, Een tempel, 23-24.


het meer voor de hand deze wijziging in verband te brengen met de samenvoeging in 1824 van de kerkelijke gemeente Harkstede met die van Scharmer. Die hing weer samen met de in dat jaar begonnen sloop wegens verregaande bouw­ valligheid van de kerk aldaar.14 Nu een opeens veel groter geworden gemeente van het kerkgebouw in Harkstede ge­ bruik moest gaan maken, waren daar meer zitplaatsen nodig, en hiertoe werd ruimte op het tot dan toe lege koor gevonden. Daar werd dan, naar valt aan te nemen, een deel van de over­ bodig geworden banken uit de kerk van Scharmer geplaatst. Daarop wijzen ook de onhandige afsnijdingen van de rechte banken in de driezijdige koorsluiting, zoals ook op de van dit plan overgeleverde tekening is te zien. Deze meest waar­ schijnlijke gang van zaken verklaart waarom Ozinga, die zich de gevolgen van deze samenvoeging niet zal hebben gereali­ seerd, tot zijn vergissing kwam. Niettemin lijkt voor de samenvoeging met Scharmer al een plan te hebben bestaan tot wijziging van het koor. Een twee­ de tekening – chronologisch eigenlijk de eerste – toont een halfronde bank achter op het koor, met daarbij een bijschrift in ogenschijnlijk dezelfde hand als dat op het eerdergenoem­ de ontwerp: ‘Model van een ruime Bank voor het Huis van de Harkstede’. Hierbij moet bedacht worden dat, zoals hierbo­ ven al vermeld, in 1818 Klein Martijn in de persoon van Johan 90

Hora Siccama een nieuwe eigenaar had gekregen. Het is dit ontwerp waarover op de eerstgenoemde tekening, kennelijk een kopie van die met de nieuwe herenbank, het inderdaad uitgevoerde bankenplan is getekend. Het plan uit 1818 of kort daarna om een herenbank op het koor te plaatsen, werd in 1824 dus doorkruist door de noodzaak voor de vele nieuwe gemeenteleden zitplaatsen toe te voegen. Hoe dan ook, aan de bemoeienissen van de familie Piccardt met dit gebouw, dat er bijna als een slotkerk uitzag, was met deze verande­ ring voorgoed een eind gekomen. Dr. Kees van der Ploeg (c.p.j.van.der.ploeg@rug.nl) doceert architectuurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij schreef verschillen­ de artikelen over Groninger kerken, onder meer in dit tijd­ schrift.

14 A.J. van der, Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 13 dln. (Gorinchem 1839-1851); dl. 5, 166–167. Voor de slechte bouwkundige staat van het kerkgebouw in Scharmer: T.P. Tresling, ‘De voormalige kerk van Scharmer’, Groninger Volks-Almanak (1839) 172-178.

16 Het interieur gezien naar het oosten. Foto archief Regnerus Steensma.


1 Kaart van de landen en venen aan de Dollard, midden 17e eeuw getekend door Cornelius Edzkens. Aan de rand van de Dollard staat de Ol Kerke van Midwolda, met vier hoektorens. Collectie Nationaal Archief, ’s-Gravenhage.

Tempel van het piëtisme

Ada van Deijk

De kerk van Midwolda Op 28 oktober 1738 wijdde de bekende piëtistische predikant Wilhelmus Schortinghuis (1700-1750) de nieuwe kerk van Midwolda in. Een gedenksteen boven het ingangsportaal herinnert aan die gebeurtenis. Behalve de naam van Schortinghuis, staat ook die van de bouwheer vermeld: Johan Hora (1683-1744), bewoner van de nabij gelegen Ennemaborg. Over de geschiedenis van deze achttiende-eeuwse kerk – sinds november 2014 eigendom van de Stichting Oude Groninger Kerken – gaat dit artikel. In de middeleeuwen was het streekdorp Midwolda de hoofd­ plaats van het gebied Wold-Oldambt. De streek stond aan­ vankelijk bekend als Menterwolde, waarmee het middel­ eeuwse veenlandschap werd bedoeld dat aan het riviertje de Munter Ee grensde. Het dorp lag destijds noordelijker dan het huidige en ontstond als ontginningsnederzetting tussen de elfde en dertiende eeuw. Het uitgestrekte veengebied werd toen ontgonnen en ontwaterd om het tot geschikte land­ bouwgrond te maken. De vruchtbare grond leidde vervolgens tot grote welvaart, wat ook weerspiegeld werd door de bouw van een indrukwekkende, bakstenen kruiskerk in de tweede helft van de twaalfde eeuw.

De veenontginningen veroorzaakten echter inklinking van de bodem, waardoor wateroverlast ontstond. Behalve grond- en veenwater zorgde ook het water van de Eems regelmatig voor overstromingen. De bewoners van de streek zagen zich daar­ om genoodzaakt te verhuizen naar hoger gelegen zandrug­ gen. Daardoor verschoof de ligging van verscheidene dorpen. Ook voor Midwolda gold dat. Het dorp werd verplaatst naar een zuidelijker gelegen zandrug. De Ol Kerke bleef echter fier overeind staan, zo’n twee kilometer ten noorden van het hui­ dige dorp, en de dorpelingen gingen er nog steeds ter kerke. Maar in de late middeleeuwen kreeg ook in dit gebied de zee vrij spel. Zo ontstond de Dollard en kwam de laatromaanse kerk uiteindelijk direct aan deze zeearm te liggen (afb. 1).

91


De ondergang van de Ol Kerke

92

Met dijken probeerde men de zee te beteugelen; de eerste werd rond 1545 bij de Ol Kerke aangelegd. Aanvankelijk leek het dat het gebouw met succes de overstromingen door­ stond, maar in 1667 stortte een van de vier torens in. Die to­ rens vormden een bijzonder kenmerk van de imposante kruiskerk; uit opgravingen is gebleken dat twee westtorens een groot westwerk flankeerden, de oosttorens bevonden zich aan weerszijden van het koor dat aldus een imposante koorpartij vormde (afb. 2). Na de toreninstorting besloot het Groninger stadsbestuur – Midwolda viel onder de rechtspraak daarvan – in 1668 dat de kerk moest worden afgebroken. In het raadsbesluit werd ook vermeld dat het gewelf van de kerk was ingestort en dat het daarom goedkoper was om elders een nieuwe kerk en pastorie te bouwen. Toch werd dit besluit niet onmiddellijk uitgevoerd, want pas in 1738 vond de sloop van de kruiskerk plaats. Daarmee verloor de provincie een van haar markant­ ste en ook grootste kerkgebouwen, want de bakstenen kerk was met haar lengte van ruim 60 meter zelfs groter dan de Martinikerk in de stad Groningen. De plek waar de Ol Kerke ooit lag, nu een weiland, is tegenwoordig een beschermd ar­ cheologisch monument (afb. 3). Het is jammer dat de kerk verloren ging, ook vanwege haar plek binnen de bouwkunst in Groningerland. Schoolopziener R.G. Rijkens (1795-1855) zag in 1844 op de plek waar de kerk gestaan had nog ‘Duizende kubieke ellen puins, bestaande uit zware heele en gebrokene bakstenen, waaronder waren 4 De kerk van Midwolda vanuit het noordwesten. Foto Duncan Wijting.

2 Koperen bus van het Termunterzijlvest uit 1689, met een gegraveerde voorstelling van de ‘viertorende’ kerk van Midwolda. Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw. 3 Sarcofaag, in 1994 gevonden tijdens opgravingen op het terrein van de Ol Kerke. Foto archief SOGK.


De Stichting

juli 2016

In deze aflevering van ‘De Stichting’ leest u over het werk van de Stichting Oude Groninger Kerken en vindt u een selectie van de vele activiteiten in en rondom onze kerken.

Woltersum - kerk in een ‘adhd-dorp’ Kunsthistorici zullen misschien de term ‘eclectisch’ hanteren, maar ‘ratjetoe’ typeert de kerk van Woltersum wel net zo treffend. Het interieur herbergt elementen uit verschillende perioden, van een middeleeuwse preekstoel tot achttiende-eeuwse kroonluchters en een jugendstil achterwand. Toch vormt het geheel verrassend genoeg een visuele eenheid. Door de gordijnen, ook geen alledaagse aankleding van een kerkgebouw, krijgt de ruimte zelfs iets huiselijks. Wat voor het gebouw geldt, gaat ook op voor de plaatselijke – pardon: culturele – commissie van Woltersum, een geva­ rieerde mix van jong en oud, van autochtoon en import. Volgens de één een gezelschap met een ‘geheel eigen dyna­ miek’, volgens de ander weer ‘een tikje anarchistisch’.

Niet zo maar een vlekje De band van de Woltersummers met hun dorp – niet meer dan 170 huizen langs het Eemskanaal – is sterk, volgens Boudewijn ’t Sas, lid van de culturele commissie. ‘Er zijn in­

woners na jaren van afwezigheid op hun schreden terug­ gekeerd omdat ze elders niet vonden wat Woltersum biedt. Zelfs de begrafenisvereniging telt een schrikbarend hoog aantal leden die er nu al voor kiezen hier begraven te willen worden. Dat Woltersum niet zo maar een vlekje op de kaart is moge duidelijk zijn. De kerk en alles wat daarbij hoort levert een niet geringe bijdrage aan al het positieve dat hier erva­ ren wordt. En dat stemt tot tevredenheid, maar daagt vooral uit tot meer!’

Schoolkinderen uit Woltersum over een middeleeuws pad onderweg naar Wittewierum. Het evenement in de zomer van 2012 was een initiatief van de culturele commissie. Foto Liza Verhoeven.


Het interieur van de Woltersumer kerk. Foto archief SOGK.

Bowl en sangria Dat ‘meer’ zit niet in de eerste plaats in de kwantiteit. Er gebeurt al zo veel in Woltersum. ‘Een beetje een ADHD-dorp’, aldus medecommissielid Gerrie Schotman. ‘Die term viel tenminste toen een jaar of wat geleden bijna het hele dorp zich verplaatste tussen gelijktijdige activiteiten zoals een open atelier, darts, een muziekoptreden en een demonstra­ tie in molen De Fram.’ Aan de bedrijvigheid voegt de cultu­ rele commissie nog eens een tiental evenementen in en om de kerk toe. ‘We rollen nog nét niet vechtend over het plein wie wanneer de kerk en haar faciliteiten mag gebruiken.’ De ambitie voor de komende tijd zit vooral in de kwaliteit van de optredens. ‘Er is een opgaande lijn zichtbaar en die gaan we doorzetten’. Het rijtje namen dat vervolgens de re­ vue passeert is indrukkend. Een kleine greep: ‘Meindert Tal­ ma is al jaren te gast, net als Marcel Hensema. Hij stond hier vier keer, uitverkocht, met zijn voorstellingen “Mijn Ede” en “Mijn Tweede”. De band KIN speelde op festivals als Noor­ derzon en Eurosonic, maar óók in de kerk van Woltersum’. Gerrie: ‘Met de artiesten wordt afgesproken dat zij zelf zorgen voor een deel van de promotie en hun eigen publiek aanspreken.’ Niet alleen bezoekers weten hun weg langs het Eemskanaal te vinden, maar ook belangstellende artiesten worden getrokken door de positieve verhalen die de ronde doen. ‘ We moeten soms nee verkopen’.

Het seizoen wordt traditiegetrouw in juni afgesloten met een gratis optreden op het kerkplein. ‘Met z’n allen met bowl en sangria rondom de voorkorf’. Dat kunstzinnig vormgegeven object is trouwens weer een geschenk van iemand met war­ me herinneringen aan het dorp.

Grote buur Bijzondere aandacht van de culturele commissie heeft de band met de school in het dorp, obs De Huifkar. Gloedvol wordt nu nog verteld over het middeleeuws feest rondom abt Emo, in 2012 georganiseerd in samenwerking met Witte­ wierum. ‘Kinderen hebben beelden en ervaringen opgedaan waar ze over 30-40 jaar vast nog over vertellen’, volgens Ger­ rie. Tijdens het tweedaagse evenement gingen de leerlingen met paard en wagen op pad, bouwden ze een brug, werd er met leem gestuukt en ‘s avonds was er een programma met figuranten, theater, vuurspuwers en muziek. Boudewijn: ‘Het is haast vanzelfsprekend dat we meedoen aan het project Sleutelbewaarders van de SOGK. Vanaf het volgende schooljaar gaan we de schoolkinderen via dit pro­ ject meer betrekken bij de beleving van hun grote buur: de kerk met alles wat daarbij hoort. Verder hopen we dit jaar in samenwerking met Landschapsbeheer Groningen met een hoop vrijwilligers onderhoud te plegen aan grafzerken en monumenten. En zo kan ik nog even doorgaan…’


E xcur s ie s Nieuwe kerken – nieuwe orgels Op 14 vrijdag oktober organiseert de Stichting Oude Gronin­ ger Kerken een begeleide (bus)excursie langs de orgels van vier kerken op het Hogeland die recent zijn overgedragen naar onze stichting. Tijdens deze tocht laten we u graag ken­ nis maken met de prachtige orgels, sommige bekend, andere onbekend, die stem geven aan de oeroude kerken op het Hogeland. Onder de bezielende leiding van leden van de orgelcom­ missie van de SOGK zetten we deze vrijdag koers naar de orgels in de kerken van Zeerijp, Bierum, Holwierde en Mid­ delstum, voorwaar niet de minsten! U bent van harte uit­ genodigd met ons mee te gaan. Prijs: ¤ 37,50 voor niet-donateurs SOGK, donateurs beta­ len ¤ 30,00 (inclusief de lunch). Vertrek bij Hoofdstation Gro­ ningen 10.30 uur, we zijn hier om circa 17.00 uur terug. Opga­ ve via info@groningerkerken.nl, telefonisch op 050-3123569 of met het antwoordkaartje in het middenkatern van dit tijd­ schrift.

Tour des Cimetières – Van Beem noar Zanneweer Deze kerkhoventocht voert op donderdag 18 augustus langs een grote diversiteit aan begraafplaatsen en kerkhoven op het Hogeland. We beginnen de tocht in Bedum (‘Beem’) waar we zowel de algemene als de rooms-katholieke begraaf­ plaats bezoeken. Daarna rijden we naar Westerdijkshorn waar een verhoogd kerkhof met enkele zerken ligt. Op deze begraafplaats, waar eerder een kerkje stond, rest nu nog een losse toren. Nog een losse toren is te vinden op de begraaf­ plaats van Toornwerd, onze volgende bestemming. Dan op naar Usquert, waar op het terrein van de zeventiende-eeuw­ se boerderij Kloosterwijtwerd een particuliere begraafplaats ligt met twee grafkelders. Tot slot bezoeken we nog twee kleine kerkhoven bij de kerken van Huizinge en Zandeweer. De lunch is in Middelstum bij Vita Nova. De prijs van deze tocht is ¤ 42,00. Vertrek: Groningen bus­ halte rondvaartboot voor het Hoofdstation Groningen om 10.00 uur. We zijn omstreeks 17.15 uur terug in Groningen. Opgave voor deze tocht kan per mail via touring.groningen@ arriva.nl of tijdens kantooruren telefonisch op 050-5260268.

De begraafplaats van Toornwerd, met eenzame toren, is één van de bestemmingen de Tour des Cimetières. Foto Duncan Wijting.


Nie u w s

De plaatsing van het Therebinth-schildje op het kerkhof van Wittewierum door Reint Wobbes (links) en Bartho Hendriksen, oud-voorzitter van De Terebinth. Foto Jelte Oosterhuis.

Is er toekomst voor het funerair erfgoed?

Groninger Scheurkalender 2017

Op een zonovergoten dag in april bevestigde Reint Wobbes het onlangs verworven Terebinth-schildje op het kerkhof van Wittewierum. Dit schildje vormt een onderdeel van de in ja­ nuari toegekende funeraire onderscheiding aan de SOGK en Landschapsbeheer Groningen (LBG), de Gouden Terebinth. Het kerkhof van Wittewierum is een van de mooie voor­ beelden van kerkhofherstel door SOGK en LBG en het was in 1999 de startlocatie voor het project ‘Kerken in het Groen’. De gewonnen prijs bestaat behalve uit dit bordje ook uit een wisseltrofee met bijbehorende oorkonde en een bedrag van ¤ 1000,- dat besteed wordt aan de organisatie van een bij­ eenkomst op 16 september in Hotel Spoorzicht te Loppersum onder de titel: ‘Is er een toekomst voor het funerair erfgoed?’ Deze dag zal bestaan uit twee delen: een ochtendsessie bin­ nen en een middagsessie buiten. Bij het ter perse gaan van dit tijdschrift, was hierover nog niet veel naders bekend dan de datum en de begintijd van 10.00 uur. Deelname aan de bijeenkomst is gratis, maar voor een eventuele lunch moet betaald worden. Op www.gro­ ningerkerken.nl/kerkhoven vindt u informatie over deze bij­ eenkomst en de aanmeldingsprocedure.

Alle Groningers kunnen weer hun eigen kalenderpagina in­ sturen voor de Groninger Scheurkalender 2017. Met een foto, zelfgemaakte tekening, een gedicht of klein verhaaltje geven Groningers antwoord op de vragen ‘Wat beweegt jou in Gro­ ningen?’, Waar word je blij van?’ en ‘Wat raakt je?’ Onder het motto ‘Niet scheuren maar verbinden’ zag de eerste editie van de kalender in november 2015 het licht en deze werd meteen een groot succes. Er kan nog tot 1 augustus worden ingezonden. Een jury beoordeelt daarna de inzendingen en maakt een selectie. Voor de inzenders die hun bijdrage ge­ plaatst zien, ligt er in oktober een prachtige kalender voor 2017 klaar. Alle Groningers en anderen die Groningen een warm hart toedragen worden uitgenodigd hun bijdrage in te sturen via de website www.groningerscheurkalender.nl.

Het herboren Hardorfforgel in Nieuw Beerta Op 14 mei werd Het herboren Hardorfforgel in Nieuw Beerta ge­ presenteerd, het zevende deel in de reeks Groninger Orgels van de Stichting Oude Groninger Kerken. Dit boekje werd ge­ schreven door Victor Timmer en bevat verder bijdragen van Theo Jellema en Ingrid Noack-Kirschner. De rijk geïllustreer­ de uitgave is uiteraard te koop via onze (web)winkel.

De kerk in het hart: we zijn er (nooit) klaar mee! Het project ‘De kerk in het hart’ is begin juni 2016 afgerond. De oplevering ging gepaard met de uitgave van een speciaal eenmalig tijdschrift. In dit magazine komen vele vrijwilligers van de SOGK aan het woord over het gebruik van oude ker­ ken. Ter inspiratie van onze vrijwilligers zijn succesvolle en sprekende voorbeelden voor het voetlicht gehaald. Een prachtig project is daarmee afgerond, waarin we veel heb­ ben geleerd met en van de mensen die in plaatselijke com­ missies werken. Maar het werk gaat door: gebruik van ker­ ken, daar gaat het immers om! Het streven naar draagvlak en publieksbereik blijft vanzelfsprekend hoog op de agenda. Heeft u geen exemplaar van het tijdschrift gekregen, en wilt


u dat alsnog graag ontvangen, stuur dan een e-mail naar Agmar van Rijn: vanrijn@groningerkerken.nl.

European Design Award voor synagoge Appingedam Hoe brengen we de lange en rijke, maar ook tragische ge­ schiedenis van de Joodse gemeenschap van Appingedam tot leven in de synagoge? Die opgave leidde tot de vervaardiging van een bijzondere boekenkast met 56 unieke boeken. Uniek omdat ze allemaal het persoonlijke verhaal vertellen van de vroegere Joodse bewoners van Appingedam. Het onderzoek naar de persoonlijke geschiedenissen – in opdracht van de SOGK als eigenaar van de synagoge – werd verricht door kunsthistorica Benthe van Aalst, de kast om ze een waardig platform te geven werd bedacht en ontworpen door vorm­ geefstudio 212 Fahrenheit. Deze boekenkast is een abstracte vertaling van de welbe­ kende antieke, Groninger kasten en gemaakt van corten­ staal, dat opzettelijk is laten roesten. Het unieke ontwerp staat symbool voor leven en dood. De roest aan de buiten­ kant van de kast symboliseert de vergane gemeenschap. De verlichting in de kast licht op als er iemand in de buurt komt en brandt als een soort ademhaling; symbool voor leven en een uitnodiging om te gaan kijken en lezen. De boeken staan met hun omslag naar voren zodat de namen die we niet mo­ gen vergeten altijd zichtbaar zijn. Op de prestigieuze European Design Awards werd het ont­ werp van 212 Fahrenheit met zilver bekroond in de categorie Exhibition Design. De prijsuitreiking vond op 21 mei plaats in Wenen.

Kerk Klein Wetsinge Beste Gebouw van het Jaar De kerk van Klein Wetsinge werd op 19 mei verkozen tot BNA Beste Gebouw van het jaar in de categorie Leefbaarheid & Sociale Cohesie. Uit de vele inzendingen werden drie heel verschillende kandidaten genomineerd, maar uiteindelijk sleepte Klein Wetsinge deze architectuurprijs in de wacht. De jury toonde zich zeer te spreken over de zorgvuldige ingreep van Jelle de Jong architekten (Lemmer) waarbij de oorspron­ De kerk van Klein Wetsinge met uitzichtcabine. Foto’s Duncan Wijting.

De door 212 Fahrenheit voor de synagoge van Appingedam ontworpen kast. Foto: 212 Fahrenheit / Roelof Bos.

kelijke kwaliteit van de ruimte is behouden. Maar ook de kracht van opdrachtgever Stichting Oude Groninger Kerken werd geprezen. Uit het juryrapport: ‘Wat te doen met de vele leegstaande kerken in Nederland? Redden van de sloop en restaureren is een ding, maar hoe krijg je de exploitatie van zo’n gebouw rond? De herbestemming van het kerkje van Klein Wetsinge uit 1860 (rijksmonument) tot een multifunctioneel buurt­ centrum met horecavoorziening is een fantastisch voorbeeld van hoe je, met behoud van de culturele waarde, een nieuwe maatschappelijke invulling kunt geven aan zo’n gebouw. Met de route naar boven, langs het uurwerk, via de passage door de kap naar een nieuw geconstrueerde uitkijkcabine, is een spannend element aan het gebouw toegevoegd, dat de land­ schappelijke kwaliteit van de plek ervaarbaar maakt. Het zoeken naar de juiste architect en exploitant voor dit ge­ bouw, het betrekken van lokale landbouwers die streek­ producten aan de keuken leveren, de manier waarop het programma tot op de vierkante centimeter in het gebouw gepuzzeld is – dit is een project waaruit niet alleen de meer­ waarde van ontwerp, maar vooral ook de kracht van op­ drachtgeverschap spreekt.’


D e k e r k a l s p odium

In alle kerken die de Stichting Oude Groninger Kerken beheert, worden bijzondere activiteiten aangeboden. In deze rubriek lichten we een aantal daarvan uit. Voor een compleet en actueel overzicht kunt u terecht op www.groningerkerken.nl/agenda. Geen beschikking over internet? Neem dan contact op met het secretariaat van de Stichting. De medewerkers kunnen u van een papieren agenda voorzien.

Taalexpert Wim Daniëls, spreker tijdens de Nederlandse Cultuurlezing in Middelbert.

Nederlandse Cultuurlezing In de 24e Nederlandse Cultuurlezing spreekt schrijver en taalexpert Wim Daniëls over het ontstaan en de ontwikkeling van het Nederlands, in relatie tot de Nederlandse dialecten. Wanneer spreekt iemand dialect en wanneer ‘Algemeen (Be­

schaafd) Nederlands’? Wat is dat laatste eigenlijk en sinds wanneer bestaat het? Waarom is juist deze vorm tot de stan­ daard verheven? Hoe blijvend is het Algemeen Nederlands en zal het over honderd jaar nog steeds hetzelfde zijn? De lezing is gratis voor donateurs van de Stichting Oude Groninger Kerken. Datum en tijdstip: zondag 2 oktober, aan­ vang 14.00 uur. Locatie: Martinuskerk Middelbert. Opgave vóór 19 september via de Seniorenacademie Groningen – Friesland – Drenthe: www.hovoseniorenacademie.nl.

Open Monumentendag – zaterdag 10 en zondag 11 september Open Monumentendag is uitgegroeid tot een van de grootste culturele evenementen in Nederland en is hét instrument geworden om de bevolking op grote schaal in contact te brengen met ons monumentale erfgoed en dus ook met onze (SOGK-)kerken. Met inmiddels bijna een miljoen bezoekers is deze formule zeker geslaagd te noemen. Het thema is dit jaar ‘Iconen en symbolen’. Een aantal kerken heeft hieraan op eigen wijze invulling gegeven, via de website groninger­ kerken.nl/agenda kunt u dit bekijken.

Pioniers uit Nieuw Beerta

Jan Freerks Zijlker (1805-1868), landbouwer in Nieuw Beerta en Tweede Kamerlid.

Ook dit jaar organiseert Landmerken, dit keer samen met Landmerkendorp Nieuw Beerta, een interessante expositie rondom belangrijke historische inwoners van het dorp. We presenteren met trots ‘Pioniers uit Nieuw Beerta’, rondom de familie Zijlker. Niet de minste familie… Want wie kan zeg­ gen dat zijn vader in de Tweede Kamer zat en vriend van Thorbecke was, dat zijn broer de grondlegger van de Shell is


en dat een andere broer naast werkzaam te zijn in de recht­ spraak, net als vader een verdienstelijk politicus was? De verhalen over de familie Zijlker zijn nooit eerder op deze wij­ ze bij elkaar gebracht en dát in het geboortedorp van deze drie pioniers. De gratis toegankelijke tentoonstelling is in de drie week­ enden vanaf Open Monumentendag te zien in de kerk van Nieuw Beerta. Naast de tentoonstelling is er op elke exposi­ tiedag een randactiviteit, zoals een spreker of muziek; dit om een bezoek nóg meer de moeite waard te maken. Wanneer: zaterdagen 10, 17 en 24 september, zondagen 11 en 25 september; geopend van 13.00 – 16.00 uur. Waar: kerk Nieuw Beerta, Hoofdweg 18 te Nieuw Beerta.

Kom ook kijken in de BLOB! Het licht, de ruimte en de bijzondere indeling… Het glazen toegangsgebouw van ons kantoor aan de Coehoornsingel, DE BLOB, is ideaal voor kunstenaars. Met ‘Kunst in de BLOB’ zorgt Organisatiebureau Geert Lameris elke drie/vier maan­ den voor een nieuwe expositie. Onder het motto ‘drie etages, drie kunstenaars’ maken we vanaf juli kennis met drie nieu­ we talentvolle kunstenaars. Eén daarvan is Maudy Alferink. Sinds kort woont ze in Gro­ ningen. Haar verhaal is bijzonder. Werkend aan een succes­ volle carrière in de modewereld, veranderde haar leven in 2014 ingrijpend na een auto-ongeluk tijdens een vakantie­ tripje. Niet alleen moest ze door diverse botbreuken opnieuw leren lopen, ook liep ze een hersenbeschadiging op waar­ door ze haar werk in de drukke modewereld vaarwel moest zeggen. Al in het revalidatiecentrum nam ze haar oude lief­ de, het schilderen, weer op. We zijn blij met haar deelname: want de resultaten zijn verbluffend! Nieuwsgierig naar de andere twee kunstenaars? Ga naar www.groningerkerken.nl. Hier vindt u ook de exacte exposi­ tiedata en openingstijden.

Kunst in Kerkenpad Wandelen, fietsen of toeren langs vijf middeleeuwse kerken van de Stichting in het karakteristieke coulisselandschap van het Zuidelijk Westerkwartier – dat is Kunst in Kerkenpad, dat dit jaar alweer de zesde editie beleeft. Naast natuurlijk het eigen interieur, is er werk van professionele kunstenaars te bekijken. In elke kerk exposeert een kunstenaar: Anne­ miek Vos (Tolbert), Theo Leijdekkers (Niebert), Marius van Dokkum (Nuis), Reinder Homan (Marum) en Keimpe van der Kooi (Noordwijk). De kerken zijn in de maand juli elke vrijdag, zaterdag en zondag geopend van 13.30-17.00 uur. Een fiets­ route is beschikbaar en rond iedere kerk bevinden zich ge­ markeerde wandelroutes. Galerie ROESD, gelegen op de route tussen de kerken van Tolbert en Niebert fungeert als pleisterplaats. Van onder an­ dere de exposerende kunstenaars zijn hier giclées (hoog­ waardige reproducties) te bezichtigen én te koop.

Maudy Alferink, één van de exposanten in de BLOB, het toegangsgebouw van de remonstrantse kerk in Groningen.

Zomerzondagen in Leegkerk Ook dit jaar is de kerk van Leegkerk in de maanden juli en augustus elke zondag van 12.00 uur tot 17.00 uur geopend. Koffie, thee en huisgemaakte taart staan standaard op het programma; ook vinden er enkele optreden plaats. Voor de agenda zie: www.blgroningen.nl.

Brood en spelen In Garmerwolde staat weer een theaterspektakel op stapel: Brood en Spelen. Brood kan letterlijk worden opgevat, want de Feestweekcommissie zorgt voor een middeleeuwse markt waar gegeten en gedronken kan worden. Voor de Spelen zorgen zo’n honderd Garmerwolders van jong tot oud. Het decor wordt gevormd door de middeleeuwse kerk en toren van het dorp. Speeldata: 17 en 18 september. Meer informa­ tie op: www.wester-theater.nl.


Wink e l Donateurs krijgen 20% korting op alle artikelen uit onze (web) winkel. Bezoek onze webwinkel via www.groningerkerken.nl om het totale aanbod te bekijken.

Het herboren Hardorfforgel in Nieuw Beerta In dit zevende deel van de reeks Groninger Orgels voert Victor Timmer ons langs de geschiedenis van ‘een buitenbeentje in de polder’: het Hardorfforgel van Nieuw Beerta. Dit bijzondere orgel is het enige instrument van de Leeuwarder orgelmaker Willem Hardorff buiten Friesland. In 2015 werd het na vele jaren wachten dan toch gerestaureerd en nu kunnen we eindelijk horen hoe een vroeg Hardorfforgel in volle glorie klinkt. Alle reden om aandacht te schenken aan dit Friese bloempje in de Groninger ‘orgeltuin’. prijs ¤ 9,50 (donateurs 20% korting)

Terug naar klooster Sint Juliana In dit boekje wordt aan de hand van een reconstructie en 3d-animatie van het indrukwekken­ de kloostercomplex Sint Juliana de ontstaansgeschiedenis van het dorp Rottum zichtbaar gemaakt. De vele illustraties en de bijgesloten dvd geven samen een unieke herbeleving van de middeleeuwen en maken dat u met andere ogen naar Rottum kijkt. prijs ¤ 17,95 (donateurs 20% korting)

Kerkinterieurs in Nederland Voor velen is een bezoek aan een kerk een vast onderdeel van een vakantie in het buitenland. Maar waarom doen we dat in eigen land niet? Kerkinterieurs in Nederland laat zien dat de rijk­ dom van het Nederlandse kerkinterieur minstens zo indrukwekkend en divers is. Kenmerkend is de middeleeuwse kerk met een protestantse inrichting. Maar we hebben ook barokke schuil­ kerken, uitbundig gedecoreerde negentiende-eeuwse katholieke kerken, en strakke naoorlog­ se kerkinterieurs. In alle perioden van onze bewogen geschiedenis zijn de beste kunstenaars, interieurarchitecten, beeldhouwers, houtsnijders en schilders ingeschakeld om onze kerken van binnen te verfraaien. Voor Kerkinterieus in Nederland werden honderd kerken geselecteerd uit de periode vanaf de middeleeuwen tot heden. Alle kerken in het boek zijn op een of andere wijze bijzonder, en de moeite om door een groter publiek opgemerkt te worden. Het boek biedt niet alleen een over­ zicht van kerkelijke architectuur, maar ook van het Nederlandse kerkelijk landschap. prijs ¤ 49,95 (donateurs 20% korting)

De atlas van Beckeringh. Het Groninger landschap in de 18e eeuw De kaart die Theodorus Beckeringh in 1781 van Groningen maakte, geniet vooral bekendheid door de decoratieve rand waarop 24 borgen en buitenplaatsen zijn afgebeeld. De bijnaam ‘borgen­ kaart’ geeft dit al aan. Maar ook de kaart zelf is waardevol, als een unieke bron voor de kennis van het Groninger landschap. Onbekend bij een groot publiek zijn de vele voorstudies die Beckeringh tekende in de aanloop naar de uitgave van zijn wandkaart. Ze zijn voor het eerst gebundeld in deze fraaie atlas. De gede­ tailleerde schetskaartjes tonen het Groninger land omstreeks het midden van de 18e eeuw, toen grote delen van het gewest volop in ontwikkeling waren door inpolderingen langs de kust en de ontginning en inrichting van de veengebieden in het binnenland. Bijzondere details zijn de vele vormen van economische bedrijvigheid, de vestingwerken voor de verdediging en de verfijnde infrastructuur in de vorm van trekvaarten. De studies van de borgen bieden bovendien veel infor­ matie over deze inmiddels veelal verdwenen gebouwen. prijs ¤ 39,95 (t/m 25 september 2016 daarna ¤ 49,95) (donateurs 20% korting) Zo bestelt u: elders in dit tijdschrift vindt u de bestelkaart van onze winkel. Vul deze in, plak er een postzegel op en doe deze op de bus. U ontvangt uw bestelling dan zo snel mogelijk thuis. Verzend- en administratiekosten zijn ¤ 5,- per bestelling. Bij uw bestelling zit een nota voor uw betaling. De inkomsten komen ten goede aan de Stichting Oude Groninger Kerken. Wanneer u meer informatie wilt over uw bestelling kunt u contact opnemen met het bureau van de Stichting, (050) 312 35 69. Alle uitgaven zijn ook te koop via onze webwinkel: www.groningerkerken.nl/winkel


Excursie Nieuwe kerken - nieuwe orgels

Xxxik word donateur Poëziemarathon ja, met de bus

vr 14 oktober

Xxx do januarivan cultureel erfgoed in Groningen is ook mij Het30 behoud

(a.u.b. aankruisen)

naam

m v

adres postcode

(a.u.b. aankruisen)

veel naamwaard.

m v Daarom word ik donateur van de Stichting Oude Groninger Kerken. adres De minimale donatie bedraagt ¤ 17,50 per jaar. Het eerste jaar ontvang ik het tijdschrift Groninger Kerken postcode gratis. Ik wacht met betalen op de nota.

woonplaats

woonplaats

(a.u.b. aankruisen)

m v

e-mail

naam e-mail adres

telefoonnummer

telefoonnummer postcode

, van wie  donateurs

Totaal aantal personen niet-donateurs en

Kosten voor donateurs ¤ 30,- en voor niet-donateurs ¤ 37,50

woonplaats Totaal aantal personen , van wie donateurs ik reserveer  2-persoonskamer(s) e-mail Kosten. ik reserveer  1-persoonskamer (s) (toeslag  40,00 p.p.p.k.) geboortedatum

De kosten bedragen ¤ 192,50 p.p. dit is inclusief busreis, telefoonnummer overdag / ’s avonds overnachting, lunch, koffie/theepauzes, entree museum en rondleiding(en). Het diner is voor eigen rekening. Deze busexcursie is exclusief voor donateurs bedoeld.

bestelkaart

Xxxik word donateur Poëziemarathon ja, met de bus Xxx do januarivan cultureel erfgoed in Groningen is ook mij Het30 behoud

Ik bestel:

(a.u.b. aankruisen)

veel naamwaard.

Het herboren Hardorfforgel in Nieuw Beerta prijs ¤ 9,50 (donateurs 20% korting) aantal

Terug naar klooster Sint Juliana prijs ¤ 17,95 (donateurs 20% korting) aantal

Kerkinterieurs in Nederland prijs ¤ 49,95 (donateurs 20% korting) aantal

De atlas van Beckeringh. Het Groninger landschap in de 18e eeuw prijs ¤ 39,95 (t/m 25 september 2016 daarna ¤ 49,95) (donateurs 20% korting) aantal

m v Daarom word ik donateur van de Stichting Oude Groninger Kerken. adres De minimale donatie bedraagt ¤ 17,50 per jaar. Het eerste jaar ontvang ik het tijdschrift Groninger Kerken postcode gratis. Ik wacht met betalen op de nota. woonplaats

(a.u.b. aankruisen)

naam e-mail adres

m v

telefoonnummer postcode woonplaats Totaal aantal personen , van wie donateurs ik reserveer  2-persoonskamer(s) e-mail Kosten. ik reserveer  1-persoonskamer (s) (toeslag  40,00 p.p.p.k.) geboortedatum

De kosten bedragen ¤ 192,50 p.p. dit is inclusief busreis, telefoonnummer overdag / ’s avonds overnachting, lunch, koffie/theepauzes, entree museum en rondleiding(en). Het diner is voor eigen rekening. Deze busexcursie is exclusief voor donateurs bedoeld.

vul a.u.b. ook de achterzijde in


Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Plak hier uw postzegel

Plak hier uw postzegel

bestelkaart

î Žm î Žv naam

adres

postcode

woonplaats

handtekening

telefoonnummer overdag

Plak hier uw postzegel

Plak hier uw postzegel

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

e-mail


E duc at ie Nieuwe samenwerking met de Pabo Hanzehogeschool Op 17 juni kwamen vijftig derdejaarsstudenten van de leraren­ opleiding basisonderwijs (Pabo) van de Hanzehogeschool naar de kerk van Garmerwolde. Deze studenten volgen een programma Kunst en Cultuur, waarin zij zeven instellingen bezoeken. De Hanzehogeschool ziet graag dat de leerkracht van de toekomst in staat is samen te werken met partners in de omgeving. Natuurlijk staan er in Groningen veel kerken op steenworp afstand van de school. Langskomen met de klas ligt dus voor de hand. Het mooie van het bezoek van deze studenten was, dat zij niet alleen iets kwamen halen, maar ook brengen. Vanuit hun expertise als leerkracht in opleiding, werd hen gevraagd mee te denken over een nieuw educatief programma van de Stichting Oude Groninger Kerken met als thema ‘Feest! Weet wat je viert’, onderdeel van een samenwerking met het Catharijneconvent in Utrecht. Aan de studenten werd gevraagd te reflecteren op de plannen die daarvoor zijn

Educatie is een speerpunt in het beleid van de Stichting Oude Gro­ ninger Kerken. We besteden uiteraard veel aandacht aan onze eigen kerken, maar onze inzet voor educatie gaat over alle kerkgebouwen in de provincie Groningen. De Stichting vindt het belangrijk om mensen al jong te informeren over het kerkelijk cultuurhistorisch erfgoed. De educatieve activiteiten sluiten aan bij de tegenwoordige aandacht voor erfgoededucatie op scholen. Op deze manier hoopt de Stichting een bouwsteen te leveren voor draagvlak in de toekomst.

gemaakt in Garmerwolde. Is er vraag naar een dergelijk pro­ gramma in het onderwijs? Wat vinden leerkrachten belang­ rijk bij deelname? Welke mogelijkheden biedt dit project nog meer die we voor de toekomst kunnen uitwerken? De studenten kwamen op een actieve en enthousiaste manier met veel nuttige adviezen, waar de SOGK goed mee uit de voeten kan. Dit bezoek aan Garmerwolde was een eerste stap in nauwere samenwerking met Hanzehogeschool in het kader van dit onderdeel van het curriculum van de Pabo.

Een deelneemster aan een educatief project in de kerk van Garmerwolde. Foto Ronny Benjamins.


We r k in ui t voe r ing

Orgel Garmerwolde weer 100 procent Van Oeckelen (en een beetje Pelleboer) Het orgel in de kerk van Garmerwolde heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. In 1851 werd het instrument, gebouwd door Petrus van Oeckelen uit Harenermolen, geplaatst in de nog onver­ kleinde kerk. Het verving daar een zeventiende-eeuwse voorganger, waarvan de bouwer onbekend is. ‘Kennelijk had men toen wel al de afbraak van het schip in gedachten, want het orgel kreeg een plek tegen de oostwand van het koor’, aldus Christiaan Velvis, bouwkundige bij de Stichting Oude Groninger Kerken. De voorgenomen afbraak kreeg zijn beslag in 1859, waardoor het orgel behoorlijk volumineus is voor de huidige ruimte.

Terug naar 1851 Afgelopen mei werd het orgel gedemonteerd voor restaura­ tie. ‘Als sluitstuk van de uitgebreide restauratiewerkzaam­ Het orgel tijdens de restauratie van de kerk in de jaren 1939-1943. Het instrument heeft hier nog zijn oorspronkelijke kleurstelling. Foto archief SOGK.

heden in Garmerwolde’, volgens Velvis. Het recente herstel van de gewelfschilderingen trok daarbij de meeste aandacht, maar het orgel is al enige decennia een zorgenkind. Orgel­ Het instrument in de kleurstelling aangebracht op advies van restauratiearchitect A.R. Wittop Koning. Foto Omke Oudeman.


deskundige Jan Jongepier sprak in een restauratieadvies uit 1991 van ‘grote muzikale kwaliteiten’, maar tezelfdertijd benadrukte ook de ‘kommervolle omstandigheden’. Velvis: ‘In fasen zijn er sinds de jaren negentig al gedeelte­ lijke herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Dankzij de inzet van de plaatselijke orgelcommissie zijn er nu ook de gelden om de kroon op het werk te zetten. Kort samengevat: het gaat om een conserverende restauratie. Om technische en klanktechnische redenen is herstel naar de situatie van 1851 nodig wat betreft windvoorziening, stemtoonhoogte en pe­ daalmechaniek.’

Disney Ook het uiterlijk van het orgel heeft de aandacht van de restauratoren. Het instrument was een sta-in-de-weg voor architect Wittop Koning, die in de jaren 1939-1943 de leiding had over een uitgebreide restauratie van de kerk van Gar­ merwolde. In het restauratiedagboek is te lezen dat hij vindt dat het orgel ongelukkig is opgesteld ‘voor den rijken sluit­ wand van het koor’. Velvis: ‘Wittop Koning veranderde daar­ om de kleurstelling naar een soort van wit om het minder te laten opvallen.’ Restauratieopvattingen veranderen in de loop van de tijd en in zijn oordeel is Velvis duidelijk over die keuze: ‘een beetje Disney-achtig’. Twee jaar geleden werd daarom begonnen aan het terug­ brengen van de oorspronkelijke kleuren op basis van een kleurhistorisch onderzoek door restauratie- en decoratie­ schilders Veltman & Veltman. Op de volledige kas en aan de buiten­zijde van de lambrisering werd de mahoniekleurige imitatie teruggebracht. De gesneden versieringen – bloemen en draperieën – zijn straks weer in bladgoud en de zuilen krijgen een bruin-bonte marmerimitatie met een zwart kapi­ teel. Met het overige meubilair in de kerk vormt het orgel na het herstel weer een ensemble; de banken werden tijdens de recente restauratie ontdaan van hun groene kleur en kregen (weer) een houtimitatie.

Rugleuning Het kleuronderzoek speelt ook een rol bij het huidige her­ stel. ‘Wittop Koning veranderde niet alleen de kleurstelling drastisch, maar maakte van de gesloten balustrade een opengewerkte om het orgel onzichtbaar te maken’. Die in­ greep is nu ongedaan gemaakt. Omgekeerd verdwijnen er ook elementen waarvan bij het onderzoek is gebleken dat ze van latere datum zijn. ‘Daarbij is er één uitzondering’, besluit Velvis. ‘De rugleuning van het bankje van de organist is een latere toevoeging maar blijft gehandhaafd voor meneer Pelleboer. Hij is als negen­ tig-plusser nestor van de orgelcommissie van Garmerwolde en bespeelde het instrument tot voor kort regelmatig’. Naar verwachting kan hij vanaf de zomer van 2017 weer plaats­ nemen achter de toetsen.

Detail van het orgel na de restauratie van 2014, waarbij de mahonie-imitatie werd teruggebracht. Foto Korrie van Leeuwen. De feestelijke ingebruikneming van de kerk na de laatste restauratie in september 2014, met rechts de heer G.J. Pelleboer, lid van de orgelcommissie. Foto Duncan Wijting.


O nze m a n in Be rge n

Dr. Justin Kroesen was jarenlang actief voor de SOGK. Na zijn emigratie naar Noorwegen blijft deze verbintenis bestaan: vanuit Bergen werkt hij aan het grote overzichts-

Een van de aangenaamste aspecten van mijn Noorse baan is dat ik vrijwel volledige vrijheid krijg in mijn keuze voor on­ derzoeksprojecten. Daarom kon ik mijn tijd in de afgelopen maanden behalve voor nieuwe taken vooral investeren in klussen die ik nog vanuit Nederland had meegenomen. Eén daarvan was een boekproject van het Museum Catharij­ neconvent en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed geti­ teld Kerkinterieurs in Nederland, dat op 20 juni is aange­ boden in Amsterdam. Het is eigenlijk aan mijn Noorse werk­ gever te danken dat ik deze grote klus in zo’n kort tijdsbestek überhaupt geklaard kreeg. Een tweede Nederlandse opdracht die ik vanuit Noor­ wegen zal uitvoeren is het schrijven van bijdragen voor het jubileumboek dat zal verschijnen bij het vijftigjarig bestaan van de Stichting Oude Groninger Kerken in 2019. Mij is ge­ vraagd om van iedere kerk in het bezit van de stichting onder woorden te brengen wat deze interessant maakt vanuit het perspectief van het wetenschappelijk onderzoek. Marjoleine de Vos wijdt aan iedere kerk vervolgens een literaire impres­ sie, zodat een gevarieerde reeks tweeluiken zal ontstaan. Mijn taak bestaat uit het opmaken van de balans na 50 jaar onderzoek naar Groninger kerken, waarvan de resultaten vooral hun weg vonden naar de publicaties van de stichting, eerst de losbladige publicatiebanden en later het tijdschrift Groninger kerken.

boek dat zal verschijnen bij het 50-jarig jubileum van de Stichting in 2019. In deze rubriek doet hij verslag uit het echte Hoge Noorden.

Het schrijven van de teksten doe ik vooral ’s avonds. In onze studeerkamer heb ik een kastje geïnstalleerd speciaal voor alle literatuur over de Groninger kerken – de vele jaargangen van Groninger kerken tot Pathuis’ onmisbare Gedenkwaardigheden. Ik kies steeds een kerk uit – ik ben begonnen in het uiterste noordwesten van de provincie, bij Vierhuizen – en bekijk dan via de index op de website van de stichting wat er zoal over bekend is. Vervolgens put ik uit mijn fotoarchief en mijn persoonlijke herinneringen om de belangrijkste aspecten op een rij te krijgen. Met behulp van de fraaie 360 graden-opnames op ‘Groninger kerken digi­ taal’ en van Google Streetview heb ik hier vanuit Noorwegen in de afgelopen maanden al vele aangename denkbeeldige reizen naar het Groningerland gemaakt. Justin.Kroesen@uib.no


Me di at he e k

De mediatheek is toegankelijk voor een breed publiek: voor donateurs van de Stichting, voor leerlingen of studenten die informatie zoeken voor werkstuk, spreekbeurt of scriptie, voor mensen die monumenten een warm hart toedragen. De catalogus is online raadpleegbaar: www. groningerkerken.nl/mediatheek

De ‘Onnemazerk’ op het koor van de kerk van Zandeweer, met de namen van twaalf overleden bewoners van de borg Onnema. Foto archief SOGK.

Eretempels voor de adel Justin Kroesen gaf in 2006 in de Petruskerk te Pieterburen de lezing Eretempels voor de adel. Met het collatierecht dat de Ommelander adel in de zeventiende en achttiende eeuw bezat, kregen de borgheren het ook in de kerk voor het zeg­ gen. Soms zo nadrukkelijk dat de kerk gereduceerd leek tot een slotkapel. De tekst van de lezing staat in de reader Enige achtergrond informatie over de Petruskerk en Domies Toen in Pieterburen. Kroesen beperkte zich uiteraard niet tot de kerk waar hij op dat moment was, maar noemde ook het interieur van kerken als Bierum, Middelstum, Sauwerd, Noordwolde, Noordbroek, Zandeweer, Uithuizen en Midwolde waarin de adellijke invloed op het kerkinterieur naar voren komt. Een fraai voorbeeld van een dergelijke kerk is die van Uithuizen. ‘De noorddeur in de kapel van de Dionysiuskerk te Uithuizen werd lange tijd door de bewoners van het huis Menkema als privé-ingang gebruikt. Ter plaatse vertoont de bestrating op het kerkhof nog de bocht waarlangs het voer­ tuig moest draaien om weer terug te kunnen rijden naar de borg’. Zo begint Hidde Feenstra zijn artikel ‘Kerk en borg in de Ommelanden: van kerspelkerk tot Menkema’s hofkapel’ (Groninger Kerken 2010, nr. 4). Deze bijdrage geeft een goed beeld van de relatie tussen kerk en adel waarbij Uithuizen als casus wordt gebruikt. Ook in de kerk van Zandeweer speelden de jonkers, de bewoners van de borgen Onnema en Scheltkema-Nijenstein, een bepalende rol. Familiebanken, rouwborden, een adels­

ingang, twee grafkelders, de orgelbalustrade met familie­ wapens, het avondmaalszilver, de avondmaalstafel, de preekstoel; wat herinnert er niet aan de borgbewoners. De kerk van Zandeweer (H. de Olde, 2010) geeft een uitgebreide beschrijving van de kerk, inclusief de wapens op de zerk boven de grafkelder van de Onnema-bewoners. In Bierum waren het de bewoners van de borg Luinga die een stempel drukten op het kerkinterieur. Ook zij hadden hun eigen toegangsdeur tot de kerk, zaten in hun eigen he­ renbank, schonken het avondmaalszilver en in 1792 een or­ gel aan de kerk. ‘Gedreven door grote godsdienstijver heeft de deugdzame Maneil mij in de kerk van Bierum geplaatst’ en ‘Met zijn echtgenote, het sieraad der Alberda’s heeft hij mij in de kerk van Bierum geplaatst’ luidt de vertaling van de Latijnse tekst op het orgel. Deze informatie komt uit een in­ formatieve folder over de kerk: Bierum. Ned. Herv. Kerk. In Middelstum staat de Hippolytuskerk, een bijzondere kerk die waarschijnlijk begin zestiende eeuw herbouwd is door ridder Onno van Ewsum. Hij en andere bewoners van de borg Ewsum hebben allerlei opvallende zaken achtergelaten zoals een geschilderde kerkkroniek, de imposante heren­ bank en preekstoel (Lewe/Clant), de avondmaalstafel, en de deksteen van de grafkelder van Joan Lewe en zijn vrouw Geertruida Alberda. Diezelfden hebben ook het Hemonycarillon geschonken en het avondmaalszilver. Dit, en nog meer is te lezen in het themanummer ‘Middelstum’ (Groninger Kerken 2014, nr. 3).


Groninge r K e r k e n D igi ta a l Izi.TRAVEL - een rondleiding in je broekzak Izi.TRAVEL is een app die mensen op een vernieuwende manier in aanraking brengt met de verhalen van steden en musea. De app maakt gebruik van GPS-locaties, waardoor tours en musea in de omgeving zichtbaar worden. Zo kunt u een museum of tour kiezen en deze via de telefoon laten afspelen. De GPS wordt ook gebruikt om uw locatie te be­ palen tijdens de tours zelf. Op deze manier ‘weet’ de app wanneer u bent aangekomen bij een bepaald punt en begint de audio, video of quizvraag vanzelf af te spelen. De app is eigenlijk een mobiele audiogids, die on- en offline te gebrui­ ken is. Link naar het overzicht van alle musea en tours van de SOGK: http://www.groningerkerken.nl/izitravel. Daar vindt u ook de verwijzing naar een gedetailleerde uitleg op YouTube.

Nieuwe webwinkel Wellicht liep u er al tegenaan, onze ‘oude’ webwinkel ver­ toonde wat tekenen van slijtage met de bijbehorende pro­ blemen. Ook was de uitstraling niet meer van deze tijd. Dit heeft ons doen besluiten over te gaan op een geheel nieuwe versie. Via deze winkel kunt u nu weer probleemloos naar hartenlust bestellen! www.groningerkerken.nl/winkel

Groninger Kerken en social media Social media en de Stichting Oude Groninger Kerken: een match made in heaven? Dat willen we niet zeggen, maar dat wij ons op dat vlak druk bewegen, is een ding dat zeker is. Facebook, Twitter en LinkedIn kennen nauwelijks nog gehei­ men voor ons en we hebben inmiddels een groot aantal men­ sen dat ons op de voet volgt. Misschien ook iets voor u?

Overzicht van activiteiten in deze aflevering van De Stichting juli-augustus Kunst in Kerkenpad juli-augustus Zomerzondagen in Leegkerk 18 augustus Tour des Cimetières 10-11 september Open Monumentendag 10, 11, 17, 24, 25 sept. Pioniers uit Nieuw Beerta 16 september Is er toekomst voor het funerair erfgoed? 17, 18 september Brood en Spelen, Garmerwolde 2 oktober Nederlandse Cultuurlezing, Middelbert 14 oktober Excursie Nieuwe kerken - nieuwe orgels De Stichting is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Dit katern verschijnt vier maal per jaar, los en als onderdeel van het tijdschrift Groninger Ker­ken, voor donateurs van de stichting. • Redactie: Martin Hillenga • Vormgeving en productie: Ekkers en Paauw • Drukwerk en verzending: Zalsman Groningen • Adres: Coehoornsingel 14, 9711 bs Groningen • telefoon (050) 312 35 69 • e-mail: info@groningerkerken.nl • www.groningerkerken.nl


van eenen wonderlijken vorm; scherven van lompe pannen, kalk en doodsbeenderen zijn hier als op een gestapeld…’. De wonderlijke vorm waarvan Rijkens spreekt, zullen profielste­ nen zijn geweest, zoals hij die ook kende van de kerk in zijn woonplaats Garmerwolde: daar omlijsten dergelijke stenen de vensters als rondstaven of vormen ze de ronde sierribben van de gewelven. In Midwolda werd de Ol Kerke zeker niet vergeten: een tekst boven de toreningang noemt haar expliciet. De inscrip­ tie raakte in de tweede helft van de twintigste eeuw behoor­ lijk verminkt (afb. 5), maar is op een foto uit 1939 nog goed leesbaar: ‘Deze toren is gebouwd in den jare 1708 ter vervan­ ging van de vier torens, voorheen gestaan hebbende op de vier hoeken van de vervallende kruiskerk tusschen Midwolda en Nieuwolda als gemeenschappelyke tempel…’. Ook noemt de tekst Johan Hora als opdrachtgever van de torenbouw. Een jaar later, in 1709, zou hij na het overlijden van zijn ouders de Ennemaborg erven. Het huis staat er nog steeds en ligt, net als de kerk, aan de Hoofdweg. Pas dertig jaar later zou Johan Hora verder gaan met de kerkbouw; hij was toen inmiddels getrouwd met de Groninger burgemeestersdochter Catharina Wolthers (1695-1775) en had twee dochters, Anna Catharina en Anna Maria. Bovendien had hij de aanzienlijke positie van raadsheer en provinciaal gedeputeerde bereikt.

Den eersten steen geleidt De jongste dochter, Anna Maria (1722-1779), legde in 1738 de eerste steen. Deze onopvallende, grijze steen bevindt zich op halve hoogte in het muurwerk op de noordoosthoek van de kerk. Waarschijnlijk is dit niet de oorspronkelijke plek, daar­ op wijzen verschillende sporen. Zo is de steen in een groter, natuurstenen hoekblok ingelaten dat in een latere fase hier is aangebracht, want aan de bovenzijde ervan zijn als ‘cor­ rectie’ tegels toegevoegd. Deze moesten ervoor zorgen dat de hoogte van de vier baksteenlagen werd bereikt. De inge­ legde steen mist de rechter boven- en linker benedenhoek, die daarom met specie gevuld zijn. De tekst verkeert – net als die boven de toreningang – in slechte staat. Alleen de naam van Anna Maria Hora is nog vaag zichtbaar. Volgens diverse bronnen stond erop vermeld: ‘Anno 1738 heeft Anna Maria Hora den eersten steen geleidt’. In 1738 was Anna Maria zestien jaar oud en als enige doch­ ter overgebleven. Haar vier jaar oudere zus was in februari van dat jaar in het kraambed overleden, nadat ze in januari van een zoon was bevallen. Deze zoon, Johan Hora Siccama (1738-1812), zou flink carrière gaan maken en in het Oldambt veel grond verwerven. De bouw van de kerk verliep kennelijk voorspoedig. Nog in datzelfde jaar, op 26 oktober 1738, hield dominee Schorting­ huis zijn eerste preek in de nieuwe kerk. Wie naar binnen­ gaat, ziet in de topgevel van het portaal een sierlijk geschre­ ven tekst die aan deze inwijding herinnert (afb. 6). Binnen

5 Ingang tot de toren, met daarboven een gehavende tekst over de bouw van de toren (1708). Foto Reinder Reinders. 6 Fronton boven het toegangsportaal met daarin een tekst ter herinnering aan de inwijding van de kerk in 1738. Foto Reinder Reinders.

109


een fraaie cartouche van het uitgebouwde kerkportaal – dat in een afwijkende, rode baksteen is opgetrokken – worden de betrokkenen genoemd: de bouwheer, de kerkvoogd en de predikant. Ook de door Schortinghuis gebruikte bijbeltek­ sten staan vermeld: I Koningen 8:29-30 en Psalm 132: 7-9. Het zijn teksten waarin ook de rol van de predikant ter sprake komt: ‘... hoor naar het geroep en gebed dat uw knecht voor uw aangezicht bidt, zodat uw ogen dag en nacht geopend zijn over dit huis…’ en ‘Laten we zijn woning binnengaan…Mogen uw priesters zich bekleden met gerechtigheid’. Die rol ofwel taak van zielenherder was voor Schortinghuis essentieel, omdat hij ervan overtuigd was dat geloof per­ soonlijk doorleefd moest zijn. De persoonlijke relatie met Christus als verlosser, daar ging het bij hem om. De gelovige mens moest tot ware inkeer komen, ja bekeerd worden, want pas als hij besef van zijn eigen falen had, kon hij heel mis­ schien nog gered worden. Dat was wat Schortinghuis dan ook als zijn taak zag. Om de ‘onbekeerden’ te bereiken, schreef hij voor hen enkele gezangenbundels die gretig aftrek von­ den. In het Wold-Oldambt werd hij bekend als voorman van deze piëtistische beweging en met zijn denkbeelden beïn­ vloedde hij velen, onder wie Johan Hora.

Christendom als ‘soete stoffe’ 110

7 Wilhelmus Schortinghuis. Gravure naar een portret door Luitjen van der Warf, 1760. Collectie RHC Groninger Archieven (817-10372).

Het piëtisme Het piëtisme, afgeleid van het Latijnse pietas (vroomheid) is een protestants-christelijke stroming die in de zeventiende eeuw in Duitsland, Engeland en Nederland ontstond. Per­ soonlijke vroomheid en innerlijke geloofsbeleving stonden voorop en daarmee zetten de piëtisten zich af tegen de aan­ hangers van de rationalistische – en dus beredenerende – geloofsopvatting van dat moment. In de gehele achttiende eeuw en de eerste helft van de negentiende eeuw kende de stroming ook in de provincie Groningen veel aanhang. De oorsprong ervan ligt in de collegia pietatis, vroomheids­ kringen die in Engeland en Duitsland ontstonden. Ook in Ne­ derland kwamen dergelijke gelovigen in kleine kring samen. Hier heetten ze ‘conventikels’. Het ging in deze kringen om de religieuze, persoonlijke ervaring: men drong aan op een vro­

Vier jaar voordat de kerkbouw begon, was Schortinghuis in Midwolda tot predikant aangesteld. Dat was op 1 augustus 1734. Al snel raakte Johan Hora in de ban van zijn bevindelijke geloofsopvattingen en de dominee werd een graag geziene gast op de Ennemaborg. In 1740 droeg hij zelfs zijn boek Het Innig Christendom aan het echtpaar Hora op (afb. 8). Uit het voorwoord blijkt hun diepe vriendschap. Schortinghuis schrijft: ‘Hoe kan ik mij sonder tedere andoeninge erinneren, hoe U huis ja herte telkens voor mij geringen openstaat en hoe menigmaal het Innige en bevindelijke Christendom uren lang de soete stoffe onse overdenkingen en ’t samensprekin­ gen geweest is.’

me wandel, inkeer en zondebesef. Wilhelmus Schortinghuis kan beschouwd worden als zo’n piëtist. Overigens was hij zeker niet de enige in de provincie. Zijn collega’s Johan Verschuir (1680-1737) te Zeerijp en Sicco Tjaden (1693-1723) te Nieuwe Pekela waren ook bekende piëtisten. Verschuir riep op tot het vormen van ‘gezelschappen’. De leden daar­ van moesten zich van hem vol overtuiging gemeenschappe­ lijk in ‘de leidingen Gods’ verdiepen. Verschuirs geschriften alsook die van Schortinghuis hebben grote invloed gehad. Een gevaar van de ‘bevindelijke’ vroomheid, die zich ken­ merkte door grote ontroering en vervoering, was dat ze door die geëxalteerdheid kon ontaarden in hoogmoed, dweperij en schijnheiligheid. Buitenstaanders spraken dan ook van ‘fijnen’ en ‘zemelaars’. Het laatste begrip is nog altijd gang­ baar in ons taalgebruik en spreekt voor zich.


8 Opdracht aan het echtpaar Hora-Wolthers in Schortinghuis’

9 Fragment van een kaart uit 1725 met daarop de kerktoren en omgeving.

Het Innig Christendom (1740). Particuliere collectie.

Collectie RHC Groninger Archieven (1536-7181).

Het is in dit boek dat de ‘vijf nieten’ worden genoemd: ‘Ik wil niet, ik kan niet, ik weet niet, ik heb niet, ik deug niet’, waar­ mee het menselijk onvermogen wordt bedoeld. Schorting­ huis werd er fel op aangevallen en moest uitleggen welke waarde hij aan dit thema toekende. Hem werd verweten dat zijn ideeën tot passiviteit bij de mensen leidden. Zijn opvat­ tingen moeten begrepen worden in het licht van het acht­ tiende-eeuwse rationalisme, de dorre orthodoxie en de ver­ standelijke en daardoor afstandelijke godsdienstbeleving. Bij Schortinghuis ging het om het hart, om een persoonlijk beleefd geloof met de nadruk op Gods werk en de onwaardig­ heid van de mens. In hetzelfde jaar dat het omstreden boek verscheen, deed Anna Maria Hora belijdenis bij Schortinghuis. Haar oudere zus had dat al in september 1734 gedaan. Beide zusters be­ hoorden daarmee tot de weinigen, want tijdens de zestien jaar dat Schortinghuis in Midwolda predikant was, legden in totaal slechts 23 mensen belijdenis af. Onder hen bevonden zich ook drie van zijn eigen kinderen. Het maakt duidelijk dat een belijdenis bij hem geen lichtvaardige kwestie was. Voor de opbouw en saamhorigheid van de kerkelijke gemeente was het echter bepaald geen stimulans.

10 De kerk van Midwolda vanuit het noordoosten. Foto Duncan Wijting.

Een traditionele preekkerk De komst van de vrome dominee stimuleerde echter wel de concrete bouwplannen voor een nieuwe kerk. Toen hij in 1734 in Midwolda arriveerde, kon hij met zijn gezin nog een tame­ lijk nieuwe pastorie betrekken. Deze lag ten zuiden van de kerk, waar nu het kerkhof ligt. Blijkens een kaart uit 1725 (afb. 9) was de bouw van dat huis toen al gepland en op zijn grafzerk in de kerk zou dit deftige huis – in 1891 afgebroken – afgebeeld staan.

111


11 De kerk van Midwolda in 1936 gefotografeerd vanuit het zuidoosten. Het gebouw heeft hier nog twee zadeldaken. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

112

Daarna ging het snel met de bouw van de nieuwe kerk, want vier jaar na zijn komst begon men ermee. Aannemer Gerlof Jans, gemeentelid en diaken, zou verantwoordelijk zijn ge­ weest voor de uitvoering. Het werd een echte preekkerk: tegen de toren werd één grote, ongedeelde ruimte gebouwd en bij binnenkomst valt direct de kansel op. Alle aandacht is gericht op het Woord, zo blijkt uit de inrichting (afb. 12). Het werd ook geen kerk met een bijzondere, eigentijdse allure. Integendeel, er werd gekozen voor een traditionele bouwstijl. Van buiten zien we aan noord- en zuidzijde vier spitsboogvensters die door flinke steunberen van elkaar ge­ 12 Het interieur gezien naar het oosten. Foto Duncan Wijting.

scheiden zijn. Aan de oostzijde bevinden zich twee spits­ boogvensters met daartussen ook weer een steunbeer. Bo­ venin bevond zich een roosvenster, maar dat is nu dichtgezet. De vorktraceringen in de vensters dateren van de laatste, grote restauratie uit de jaren 1965-’72. Ook het dak werd toen gewijzigd, want oorspronkelijk bestond dat uit twee zadel­ daken (afb. 11). Nu zien we één groot afgewolfd zadeldak met op de hoeken vier torenachtige spitsjes die bedoeld zouden zijn als herinnering aan de oude, middeleeuwse kerk met haar vier torens. Het enige wat rijker uitgevoerd is, is het toegangsportaal dat


13 De 17e-eeuwse avondmaalstafel, waarschijnlijk afkomstig uit de oude kerk. Foto archief SOGK.

in een afwijkende, rode baksteen is opgetrokken. Het poortje heeft ionische kapiteeltjes waarop een driehoekig fronton rust, met daarbinnen de – hierboven al genoemde – sierlijk uitgevoerde cartouche met tekst. In de zijmuren van het uit­ gebouwde portaal zien we sierankers in renaissancistische stijl. De oudere toren is qua vormgeving en decoratie het uit­ bundigst: op een vierkante onderbouw – met op de hoeken zandstenen vazen – verrees een achtkant waarvan het hou­ ten bovendeel aan vier zijden kleurig geschilderde siervazen laat zien. De overige vier zijden tonen rechthoekige galm­ gaten, terwijl onder de kroonlijst schelpmotieven zijn aan­ gebracht. Een open koepeltje bekroont het geheel. In 1739 kreeg de toren een uurwerk. Twee klokken kwamen er te han­ gen, een luid- en een slagklok. Beide werden in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers in beslag genomen en afge­ voerd. Na de oorlog kwam de grote luidklok uit 1807 wel terug, maar niet de kleinere slagklok uit 1791, een klok die stil hangt terwijl hij door een hamer wordt aangeslagen. In 1948 werd daarom een nieuwe slagklok gegoten en opgehangen. De bovenbouw van de toren is overigens in 2013 gereconstru­ eerd en opnieuw op de toren geplaatst.

met composietkapitelen rustten. In 1880 moesten de vier bui­ tenste echter door slanke, gietijzeren zuilen worden vervan­ gen omdat de draagkracht te wensen overliet. De korbelen zijn kunstig beschilderd met cartouches en rolwerk. Tegen de oostwand bevindt zich een fraaie kansel, uitge­ voerd in Lodewijk XIV-stijl. Deze werd in 1725 door Menke Mo­ lanus uit Groningen vervaardigd en is wellicht uit de oude kerk afkomstig. De kuip is rijk versierd met bladwerk en plan­ tenmotieven. De eiken avondmaalstafel is mogelijk zeventiende-eeuws en daarmee het oudste meubelstuk van de kerk (afb. 13). Het is waarschijnlijk dat ook deze tafel uit de oude kerk komt. In 1742 vervaardigde kistenmaker Jan Bitter uit Groningen twee bankenblokken en ook het doophek, dat echter niet meer op zijn oorspronkelijke plek staat. Aan de kansel bracht hij enke­ le wijzigingen aan. Tegen de noord- en zuidmuur staan twee overhuifde heren­ banken met de familiewapens van Johan Hora en Catharina Wolthers. Ze zullen uit de bouwtijd van de kerk dateren. Het wapen van Hora toont een gesnoerde hoorn, terwijl het wa­ pen van Wolthers een lam met een kruisstaf laat zien.

Het interieur

De grote blikvanger in de kerk is ongetwijfeld het kolossale orgel met zijn indrukwekkende kas en rugpositief. Dit instru­ ment werd tussen 1770 en 1772 gebouwd door – zo blijkt uit een tekst op het orgelfront – ‘den konst-meester’ Albertus Anthoni Hinsz (1704-1785). In 1728 was deze orgelbouwer vanuit Hamburg naar Groningen gekomen. Hinsz zette de tra­ ditie voort van Frans Caspar Schnitger en de Groninger-Ham­ burger orgelstijl bereikte zo onder hem een hoogtepunt.

Binnen is de authentieke situatie grotendeels intact geble­ ven, zij het dat de ruimte rondom de kansel anders werd inge­ richt. Tijdens de restauratie in de jaren zestig van de vorige eeuw zijn alle oorspronkelijke kleuren en schilderingen weer teruggebracht. De ruimte wordt overdekt door een laag hou­ ten tongewelf met dwarsbalken en korbelen. Het heeft brede zijdelen die oorspronkelijk op zes houten gemarmerde zuilen

Orgel als blikvanger

113


14 Tekstcartouche op het orgel met onder andere een vermelding van de maker ‘A.A. Hints’. Foto Duncan Wijting.

114

Opdrachtgever van het orgel was Johan Hora Siccama (17381812), die toen op de Ennemaborg woonde. Zijn naam staat niet in de cartouche op het orgelfront vermeld, wel die van zijn vader, Wiardus Siccama (1713-1797) (afb. 14). Deze was tot 1777 kerkvoogd in Midwolda. In dat jaar droeg hij zijn functie over aan zijn zoon, omdat die toen zelf de erfenis van moederskant, de Ennemagoederen, ging beheren. Wiardus Siccama was burgemeester van Groningen en een zeer vermogend man. Hij was slechts korte tijd getrouwd met zijn nicht Anna Catharina Hora, de oudste dochter van Johan Hora. Zij stierf immers in het kraambed na de geboorte van hun zoon Johan, die de naam Hora Siccama zou gaan voeren. Wiardus is nooit hertrouwd; met zijn zoon had hij een sterke band, wat ook blijkt uit de rouwadvertentie die Johan plaatste toen zijn vader was overleden. 15 De beschildering van de wand achter het orgel. Foto Duncan Wijting.

Het is duidelijk dat vader en zoon met de bestelling van dit instrument een prestigieus project in gang zetten: ze lieten een groot instrument van hoge kwaliteit in de kerk plaatsen. Dat zal niet alleen uit nobele overwegingen gedaan zijn, maar vermoedelijk ook om hun status te etaleren. Het orgel was toentertijd het grootste dorpsorgel van de provincie. Daar­ mee versloegen de twee heren de adellijke opdrachtgevers van het Schnitgerorgel uit 1701 in de kerk van Uithuizen, de familie Alberda van Menkema. Het instrument telt maar liefst 33 registers, verdeeld over twee klavieren, en een pedaal. Het is voor het merendeel nog geheel authentiek. De indrukwekkende kas is vervaardigd door L. Bekenkamp, terwijl het snijwerk van A.D. Smit is en de beelden, musicerende engelen, van de hand van B. Kree­ mer zijn. Op de achterwand werd een smaakvolle beschilde­ ring aangebracht in de vorm van onder meer draperieën en guirlandes (afb. 15).

Een Joodse oorsprong? Het uiterlijk vertoon van Wiardus Siccama en zijn zoon is wel­ licht ook illustratief voor de veranderingen die zich destijds in de Groninger maatschappelijke bovenlaag voltrokken. De Hora’s waren oorspronkelijk niet uit Groningen afkomstig en woonden pas sinds ongeveer 1640 in de stad. Niettemin maakten ze als nieuwkomers al spoedig deel uit van het stadspatriciaat. Een belangrijke stap daarin was het huwelijk in 1681 van Johans vader, Wilhelmus Hora (1645-1695) met burgemees­ tersdochter Anna Maria Clinge (1650-1709). Zij erfde de Enne­


maborg, waardoor de borg ook in zijn bezit kwam. Wilhelmus had rechten gestudeerd en was advocaat van beroep. En in 1679, nog voordat hij met Anna trouwde, was hij al syndicus van het dagelijks bestuur van de Ommelanden. De herkomst van Wilhelmus’ vader blijft in dit alles tamelijk onderbelicht, hoewel hij degene was die als pas getrouwde jongeman om­ streeks 1640 naar Groningen kwam. Hij was ook degene die de basis voor het fortuin van de familie legde. In de literatuur wordt hij steevast enigszins obscuur omschreven als ‘de rijke bankier Mozes Aaron Hora in de stad Groningen’. Toch heeft enig speurwerk wel iets meer opgeleverd over deze man, wiens naam ook wel gespeld wordt als Mosis, Moses of Moyzes Aaron Ora/Hora. Volgens sommigen zou de naam Hora een Groningse verbastering zijn van de naam Aaron die als ‘Oaron’ klonk. Al vroeg dook over hem het ge­ rucht op dat hij een ‘smous uit Bohemen afkomstig’ zou zijn. Daarnaast is ook beweerd dat hij uit de Zuidelijke Nederlan­ den kwam. Het valt niet te ontkennen dat zijn naam een Jood­ se oorsprong lijkt te hebben, maar zijn herkomst is tot op zekere hoogte nog altijd in nevelen gehuld. Vast staat dat hij in 1639 in Sneek met ene Fokeltje Jetses trouwde, die daar ook geboren was. Het stel vertrok naar Groningen waar ze verscheidene kinderen kregen, die in de gereformeerde kerk gedoopt werden. De doop van zoon Willem, die zich later Wilhelmus noemde, vond in januari 1646 in de Martinikerk plaats. Van Mozes is bekend dat hij pandhuishouder in Dokkum is geweest en in Groningen wordt hij in die functie vermeld als ‘tafelhouder van de bank van lening’. Met die term wordt een geldhandelaar ofwel bankier bedoeld. In 1674 was hij inmiddels overleden, zo blijkt uit een akte waarin Fokeltje ‘weduwe van Mosis Hora te Groningen’ wordt genoemd. Hoe het ook zij, feit is dat binnen een kort tijds­ bestek zijn nakomelingen zich in de hoogste kringen van de provincie bevonden. Wilhelmus liet na zijn huwelijk in 1681 in de daarop volgende jaren de Ennemaborg ingrijpend verbou­ wen. Eigenlijk ging het om herbouw, want van het oude huis bleef weinig over. Dat kon hij onder meer doen dankzij het fortuin van zijn vader. Hij had bovendien veel grond rondom het huis aangekocht, zodat het landgoed de uitstraling van een uitgestrekt lustoord kreeg. Een jaar na afronding van alle werkzaamheden stierf Wilhelmus, nog geen 50 jaar oud. Zijn zoon Johan, die hierboven reeds uitvoerig ter sprake kwam, erfde in 1709 de borg. Door het huwelijk van diens oudste dochter Anna Catharina met Wiardus Siccama, nestelde de familie zich nog steviger binnen het stadspatriciaat (afb. 1618). 16-18 Wiardus Siccama (1713-1797), Anna Catharina Hora (1718-1738) en hun zoon Johan (1738-1812). Portretten in 1738 geschilderd door Jan Abel Wassenbergh. De beeltenis van Anna Catharina werd waarschijnlijk postuum vervaardigd. Johan, die de achternaam Hora Siccama voerde, was van 1775 tot zijn overlijden eigenaar van de Ennemaborg. Collectie Fries Museum, Leeuwarden.

115


19 Grafzerk voor de jonggestorven zoontjes, een tweeling, van dominee Van Hasselt. Foto archief SOGK.

Grafzerken 116

Voor de kansel liggen verscheidene zerken, het merendeel van predikanten. De naam van dominee Wilm Jan van Eerten komt ook voor in de cartouche op het orgelfront, want hij was predikant toen het orgel werd opgeleverd en ingewijd. Een paar zerken vertellen een triest verhaal, want ze getui­ gen van de grote kindersterfte in die tijd. Zo zien we een klei­ ne steen uit 1780 die aan de pasgeboren tweeling herinnert van dominee G. J. van Hasselt, van 1776 tot 1802 predikant in Midwolda. De jongetjes stierven nog voordat ze gedoopt waren, zo deelt de tekst op de zerk mee (afb. 19). Een ouder broertje, Tammo, ligt ernaast begraven. Hij stierf in 1783 op zijn vijfde verjaardag. Ook Schortinghuis kende dit verdriet: vijf van zijn elf kin­ deren stierven op jonge leeftijd. Een van hen, Georgius, ligt naast hem begraven. Hij overleed in mei 1750, 22 jaar oud. De theologiestudent wordt in het rijmdicht op de zerk liefdevol omschreven als ‘syn ouders ogenlust’. Een half jaar later stierf Wilhelmus Schortinghuis zelf, vijf­ tig jaar oud. In het rijmdicht op zijn zerk wordt hij bejubeld als ‘pylaar van Gods kerk’ en als ‘een brandend ligt’. Zelfs wordt hij getypeerd als ‘een star int christendom’. Zou de predikant het eens zijn met de loftuitingen op zijn zerk? Of zou hij zich omdraaien in zijn graf als hij er weet van zou hebben? Hij vond immers dat de mens en zijn kennis werden overschat en dat was ook waartegen hij waarschuwde. Voor ons is het moeilijk om dat achttiende-eeuwse gedachtegoed te begrij­ pen. Laten we het daarom maar houden bij een van zijn vijf nieten: we weten het niet.

Drs. Ada van Deijk (ada.vandeijk@kpnmail.nl) studeerde Nederlands M.O. en kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Ze specialiseerde zich in de middeleeuwse kerkelijke architectuur waarover zij regelmatig publiceert. Vooral de middeleeuwse kerken in Groningen hebben haar bijzondere aandacht.

Belangrijkste literatuur: H. Feenstra, Spinnen in het web: Groningse regenten in relatie tot het omringende platteland tijdens de Republiek (Assen 2007). T. Kiewiet, Ned. Herv. Kerk Midwolda (Midwolda 1988). O.S. Knottnerus, ‘Het Oldambt in de achttiende eeuw- een in­ leiding’, in: Harry Perton, Het loeit in het Oldambt, Kroniek van de boerenopstand van 1748 (Scheemda 1998) 9-37. J. Molema, ‘De middeleeuwse kerk van de veenontginnings­ nederzetting Midwolda’, in: K. Essink (red.), Stormvloed 1509 – Geschiedenis van de Dollard (Groningen 2013) 7594. Ook online op: www.verdronkengeschiedenis.nl. M.D. Ozinga, De Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, deel VI, De provincie Groningen, eerste stuk: Oost-Groningen (’s-Gravenhage 1940). R. Stenvert e.a., Monumenten in Nederland. Groningen (Zeist/ Zwolle, 1998).


Postbus 5086 Verbindingsweg 13 9781 DA Bedum 9700 GB Groningen tel fax

T 050-2100194 M 06-26888044

www.tomfeith.nl info@tomfeith.nl

050 301 12 00 050 301 17 00

info@johnlemmen.nl

Verbindingsweg 13 9781 DA Bedum tel

050 301 12 00

“Wat Arrix vooraf heeft beloofd, fax 050 301 17 00 zijn ze ook nagekomen”

info@johnlemmen.nl

Vertrouwt u ook blind op uw ICT? ICT-oplossingen moeten uw bedrijfsvoering eenvoudiger, rendabeler, effi ciënter en plezieriger maken. Met dit in gedachten werken onze medewerkers iedere dag met veel plezier aan uitdagende projecten. Het resultaat? ICT waar u gemak van heeft en waar u blind op kunt vertrouwen.

Rob Rikmanspoel, Divisiemanager Bedrijfsdiensten IMpact ‘IMpact maakt werk mogelijk’

Heideanjer 2 | Drachten | 0512 - 543 221 | www.arrix.nl

16013934-1_ARRIX_Adv_StichtingGroningerKerken_190x65,5.indd 1

22-01-16 14:11


DAN

r 0 5 MEER

Jaa

E R VA

RING

Van Lierop Conserveert & Herstelt Hout | Verdrijft Vocht

Van Lierop Van Lierop

Een gezonde kijk op onroerend goed Onderzoek op (hout)aantasting | Houtinsectenbestrijding Zwamsanering | IsochipsÂŽ-kruipruimteisolatie | Vochtwering Kruipruimterenovatie | Houtrestauratie met epoxytechniek Heteluchtmethode | Zuurstofarmeluchtmethode Kelderafdichting | Inspectieabonnementen Vestigingen Noord: Alphen a.d. Rijn | Heerhugowaard | Assen | Vestigingen Zuid: Boxtel | Echt | Mechelen (B) |

www.vanlierop.nl Van Lierop

Van Lierop Van Lierop

0172 43 35 14

0411 63 26 47


Al jaren vertrouwd partner van de SOGK vertrouw ons ook úw bouwwerk bouw werk toe!

H. Pot bouwbedrijf (ver)bouwen met overleg Onderhoud, verbouw, renovatie, nieuwbouw en alle materialen voor de doe-het-zelver

Hoofdweg 25 9795 pa Woltersum (050) 302 15 55 www.bouwbedrijfpot.nl

Schildersbedrijf  W. Dijkema Noorderstraat 5 9989 AA Warffum telefoon (0595) 42 22 67 Ook leveren wij professionele verven, dubbele beglazing, voorzetramen en alle bijkomende schildersmaterialen

De Schilder, de beste vriend van je huis

Met een passie voor panden met geschiedenis 050 403 14 83 info@laurenshout.nl www.laurenshout.nl

Timmer- en restauratiewerken AdvLaurenshout_OGK_2013.indd 1

|

Interieur ontwerp en uitvoering

|

Deskundig in duurzaam (ver)bouwen 23-01-13 10:00


Bouwbedrijf W.H. Blokzijl Hoofdweg 154 Blijham Telefoon 0597 - 56 12 25 fax 56 12 83 Utiliteitsbouw Restauratie Particuliere bouw Houtskeletbouw Onderhoud Renovatie Verbouw

Voor al uw bouwwerken

Voor al uw - voegwerken - voegwerkrestauratie - gevelreiniging Noordveenkanaal n.z. 21 7831 aw Nieuw Weerdinge tel. 0591 - 522 258 / 522 770

Door jarenlange ervaring in renovatie en restauratie kunnen wij de schade aan uw gebouw of woning vakkundig en duurzaam herstellen. Onze vaklieden wonen en werken in uw regio en spreken de ‘toal’. Zij staan voor u klaar!

BRANDSBOUW.NL

050-57 57 800

Brands Bouwgroep B.V. is erkend applicateur van Thor Helical verankering en herstelsystemen. Renovatie spouwanker isolatie bevestiging Scheurherstel systeem Lateiherstel systeem Muurherstel systeem

Kieler Bocht 33, 9723 JA Groningen


H C

oveniersbedrijf oen Overdevest Leens Wierde 4 tel. 0595-571187

www.overdevesthoveniers.nl VCA gecertificeerd. Erkend Hovenier. Groenkeur gecertificeerd bedrijf.

Lid VHG

Ontwerp, aanleg,

onderhoud, (sier)bestrating en complete terreininrichting

Voor: * een compleet tuinontwerp en/of beplantingsplan * complete terreininrichting * de aanleg van uw tuin * onderhoud aan uw tuin b.v.: - renovatie - voor- of najaarsbeurt - maandelijks onderhoud - wekelijks maaien van uw gazon - gazononderhoud zoals bemesten en verticuteren (mosbestrijding) - enz. * snoeien van bomen en heesters * kappen van bomen * plaatsen van schuttingen, pergola’s, tuinhuisjes, bielzen, hekwerken enz. * aanleg van sierbestrating, grindpaden, schelpenpaden, enz. * aanleg van vijvers * het leggen van graszoden * ontwateren v/d tuin d.m.v. drainage * levering van bomen, heesters, coniferen, vaste planten, haagen bosplanten, potgrond, bemeste tuinaarde, gedroogde koemest, kunstmest en alle tuinmaterialen.

VASTGOED ONDERHOUD

BEGLAZING, WANDAFWERKING, DEALER VAN RUYSDAELGLAS, INDUSTRIEEL SPUITWERK, RESTAURATIE & HOUTRENOVATIE

Neem contact op met Robert van der Maar op 050-549 41 71 Koldingweg 15 • 9723 HL Groningen • Fax 050-549 46 31 • E-mail info@vdmaar.nl • Website www.vdmaar.nl

HOLS TEIN

re s t a u ra t ie a rc h it e c t u u r Kantoren Insulinde Bankastraat 42 J 9715 CD Groningen tel.: 050 5770059 fax: 050 5771904 info@holstein-restauratie.nl www.holstein-restauratie.nl


sinds 1884 uw aannemer in de regio restaureren met oog voor detail meedenken en adviseren

Omdat bouwen vakwerk is vestigingen in Bedum – Appingedam – Valthermond

Bedum 050 – 30 13 862 De B&B is gevestigd in het oude Joodse schooltje midden in het historisch centrum van Appingedam, Broerstraat 6. Vanzelfsprekend staat kwaliteit hoog in ons vaandel. De B&B is geschikt voor max. 3 personen.

Een luxe B&B in historisch erfgoed: die vindt u in Appingedam.

www.booking.com www.airbnb.nl www.devijgenhof.nl De synagoge. Vanaf augustus 2016 tot mei 2017 vinden er verschillende evenementen plaats in de synagoge. De programmering bestaat uit concerten gegeven door o.a. Leny Kurh, Femke Wolthuis en Jan Henk de Groot. Verder zijn er workshops, high tea’s met muzikale omlijsting, exposities en rondleidingen. Kaarten voor concerten en opgaves voor workshops lopen via de website www.devijgenhof.nl

Kerkje van Klein Wetsinge

Tussen Sauwerd en Winsum ligt de kerk uit 1840, in 2014 in oude luister gerestaureerd. Ontdek de lunchkaart met verse spullen van het Hogeland. De locatie is geschikt voor: Huwelijk, Receptie, Concert, Vergadering, Diner, Feesten, Lezing en Tentoonstelling. De kerk is dagelijks geopend tussen 11.00 en 18.00 uur, behalve tijdens besloten partijen. Wilt u zeker weten dat de kerk open is, bel dan met Inez of Nicolaas Geenen: 06 54685405 of 06 46317067. Orgel te Tolbert. Gerestaureerd in 2001

Het Lohman-orgel in de Middeleeuwse kerk te Zuidwolde

MENSE RUITER orgelmakers b.v. Oosterseweg 13 9785 AD Zuidwolde (Gron.) Tel. 050-3010550 - Fax 050-3010560 E-mail: info@menseruiter.nl www.menseruiterorgelmakers.nl

Valgeweg 12 9773 tk Wetsinge kleinwetsinge@blgroningen.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.