Groninger Kerken juli 2013

Page 1

Groninger Kerken 2 0 13

GRONINGER KERKEN

STICHTING OUDE

jul i

Sloopwoede?


inhoud 30 / 3 – juli 2013

Stichting Oude Groninger Kerken opgericht 13 mei 1969 Stichting Der Aa-kerk Groningen opgericht 1 maart 1985

Beschermheer Drs. M.J. van den Berg, Commissaris van de Koningin in de provincie Groningen Bestuur en directie G.H. van den Bremen, voorzitter C. Kool, secretaris J. Wolters, penningmeester E.A.M. Bulder, vice-voorzitter J.A. de Vries M. van Zanten P.G.J. Breukink, directeur

Kerkafbraak lijkt een recent fenomeen, een symptoom van de voort­ schrijdende ontkerkelijking in de afgelopen decennia. Toch verdwenen in de negentiende eeuw al heel wat middeleeuwse kerken onder de slopershamer. Dat tijdvak wordt dan ook wel eens betiteld als een pe­riode van ‘sloopwoede’. Of deze kwalificatie terecht is? In deze af­ levering van Groninger Kerken wordt, aan de hand van enkele voor­ beelden, aandacht besteed aan de overwegingen en procedures die aan de afbraak vooraf gingen. En werd door tijdgenoten wel waarde – zowel historisch als emotioneel – aan de gebouwen toegekend? Jan Oldenhuis

Bruikbare kerken en verloren monumenten. De sloop van middeleeuwse kerken in de negentiende eeuw 65

Adres Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen telefoon (050) 312 35 69 telefax (050) 314 25 84 e-mail info@groningerkerken.nl www.groningerkerken.nl abn amro 48 61 14 333 Redactieadres Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen e-mail hillenga@groningerkerken.nl Redactie Groninger Kerken Dr. J.E.A. Kroesen, voorzitter Drs. M. Hillenga, secretaris Drs. R.H. Alma E. Hofman MA J.F. Oldenhuis Dr. C.P.J. van der Ploeg

Ada van Deijk

Op kerkenpad in negentiende-eeuws Groningen

70

Katern ‘De Stichting’ Martin Hillenga

75

Donateurschap Minimaal ¤ 17,50 per jaar Tijdschrift ¤ 15,- per jaar

Jan Oldenhuis

Zó verdween de kerk van Wierum Joke Lutjeboer

Menkeweer en Onderwierum weken voor Onderdendam 88 Govert Grosfeld en Mark Kremer

Op Hoogte Gedacht. Bij een kunstwerk van Jan Kuipers op het kerkhof van Wittewierum

92

Omslag: De eenzame toren van Westerdijkshorn, foto Omke Oudeman Het tijdschrift Groninger Kerken is een uitgave van de Stich­ting Oude Gronin­ger Kerken. Het tijdschrift verschijnt viermaal per jaar. Abonnement, alleen voor dona­ teurs van de Stichting Oude Gronin­ger Kerken, ¤ 15,00 per jaar. Nieu­we donateurs ont­vangen Gro­nin­ger Kerken het eerste jaar gratis.

issn 0169 - 3719

Advertenties Informatie en tarieven worden verstrekt door Stichting Oude Groninger Kerken telefoon (050) 312 35 69 contact Gerda Lüürssen, e-mail: info@groningerkerken.nl Drukwerk en verzending Zalsman Groningen, Groningen Opmaak en productie Ekkers & Paauw, Groningen


Jan Oldenhuis 1 De kerk van Wittewierum werd in 1863 gebouwd, deels op de fundering van de voormalige kloosterkerk. Deze was zo sterk in verval geraakt, dat herstel niet mogelijk was. Foto Omke Oudeman.

Bruikbare kerken en verloren monumenten

De sloop van middeleeuwse kerken in de negentiende eeuw ‘De banken en de predikstoel zijn goed, maar dit is ook het eenige dat als zoodanig genoemd kan worden. De geheele zolder is grootendeels vergaan, zoodat bij harde wind, wanneer er pannen van het dak naar binnen mogten vallen deze meer dan waar schijnlijk in de kerk zullen vallen. Op enkele plaatsen zijn dan ook gaten waardoor reeds steenen naar beneden in de kerk zijn gevallen’, aldus een dossier over de kerk van Wittewierum dat berust in het Nationaal Archief in Den Haag.1 Zo stond in 1861 de kerk van Wittewierum erbij. Wat haar vervallen staat betrof, vormde ze geen uitzondering. Veel kerkvoogdijen kampten, met name in het eerste deel van de negentiende eeuw, met ernstige vormen van uitgesteld onderhoud van hun gebouwen. Meerdere middeleeuwse ker­ ken werden als gevolg daarvan volledig of gedeeltelijk af­ gebroken. In deze bijdrage wordt in grote lijnen een beeld geschetst van de omstandigheden en de motieven die toen­ tertijd leidden tot de teloorgang.

Veel onderhoud, weinig middelen Voornaamste oorzaak voor de slechte staat van veel kerken was het gebrek aan financiële middelen ten gevolge van in­ grijpende politieke verschuivingen aan het begin van de ne­ gentiende eeuw. In de Franse tijd vervielen namelijk de oude financiële regelingen voor kerk en onderwijs. Deze rege­ lingen waren ontstaan toen het katholieke geloof in 1594 plaats moest maken voor het calvinisme. De plaatselijke kerken behielden toen hun goederen, ooit geschonken voor

1 Nationaal Archief (NA) Toegang 2.07.01.03 Departement Hervormde en andere Erediensten behalve de Rooms-Katholieke, inv. nr. 1748.

65


eredienst en onderwijs, en de geconfisqueerde kloostergoe­ deren kwamen ‘ad pios usus’ (tot vroom gebruik) als de zoge­ naamde ‘geestelijke goederen’ onder bijzonder beheer van Gedeputeerde Staten. Uit de opbrengsten kregen predikan­ ten en schoolmeesters met een te laag inkomen een toelage. Ook bij een ingrijpend herstel van kerk, pastorie of kosterij kon op dit fonds een beroep worden gedaan. In 1809, onder Frans bestuur, werden de kantoren van de ‘geestelijke goederen’ opgeheven. De gelden werden in de staatskas gestort met de toezegging dat het rijk alle rechten en plichten zou overnemen. Door de slechte economie en de lege staatskas kwam er van deze belofte niets terecht, ook niet na het vertrek van de Fransen in 1813.2 Om op de financiële staat van de kerken greep te krijgen, stelde koning Willem I in 1820, als uitvloeisel van het Algemeen Reglement voor de Hervormde kerk uit 1816, in het gehele land Provin­ ciale Colleges van Toezicht op de kerkelijke goederen in. Deze colleges inventariseerden de kerkelijke goederen, controleer­ den het beheer en verleenden toestemming bij verande­ringen aan de kerkelijke gebouwen. Op zijn beurt was dit college verantwoording schuldig aan het Departement Hervormde en andere Erediensten.3 Ondanks deze goede organisatie bleef het geld voor het noodzakelijk herstel van de kerken ontbreken. Alleen in bij­ zondere gevallen was koning Willem I tot financiële steun bereid. Omdat het geld aan alle kanten ontbrak en het provin­ ciaal bestuur aanvankelijk evenmin in staat was steun te ver­ lenen, verruimde de Nationale Synode in 1825 het bestaande ‘Fonds voor noodlijdende kerken en personen’ met een lande­ lijke jaarlijkse collecte. 4

66

Overbodig of slecht bereikbaar

2 (boven) Afbeelding van de middeleeuwse kerk van Lutjegast, die in 1877 werd afgebroken. Het schilderij is gemaakt door B. Buenink in 1908. Collectie RHC Groninger archieven (1536-2734). 3 (midden) De oude kerk van Uitwierde werd na een ernstige stormschade in 1839 door een nieuwe kerk vervangen. De toren bleef behouden. Foto Omke Oudeman. 4 (onder) Schilderij van de voormalige kerk en pastorie te Eexta, gemaakt door Geert Schreuder. De artistieke interpretatie stelt de situatie vóór de afbraak van de kerk in 1870 voor. Particuliere collectie.

Een omvangrijke groep kerken raakte door dit geldgebrek in een zo slechte staat van onderhoud dat deze afgebroken moest worden. In de eerste plaats verdwenen de kerken die op een ongunstige plek stonden of voor de eredienst overbo­ dig geworden waren. Zo sneuvelden ruim tien middeleeuwse kerken omdat twee kerkgemeenten samengingen en daarom maar één gebouw nodig hadden. Dit was onder andere het geval bij de combinatie van Mensingeweer en Maarslag waar­ bij de kerk van Maarslag, die grotendeels uit tufsteen be­ stond, in 1811 moest verdwijnen. Ook de kerken van Ranum en Bellingeweer werden respectievelijk in 1820 en in 1823 ge­ sloopt omdat die van Winsum en Obergum voldoende ruimte boden als huizen voor het Woord. Voor kerken gelegen op een ongunstige plek kwam nieuwbouw op een voor de gemeente­ leden beter bereikbare plaats. Zo verving in 1840 de kerk van Onderdendam de afgelegen kerken van Menkeweer en Onder­ wierum, in 1862 de kerk in Den Horn die van Lagemeeden.

2 Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven (RHC GrA), Verslag Gedeputeerde Staten 1815. W.B.S. Boeles, De geestelijke goederen in de provincie Groningen, van de vroegste tijden tot op heden: een geschiedkundig onderzoek (Groningen 1860) 158-181. 3 RHC GrA, Toegang 175 Provinciaal college van Toezicht op de kerkelijke goederen (CvT) Inleiding op de inventaris.


Behoud en verlies Omdat de toestand van een groot aantal kerken veel te wensen overliet, trok koning Willem I bij Koninklijk Besluit van 10 mei 1828 ƒ 40.000,- uit voor het herstel van kerken in de provincie Groningen. Deze ogenschijnlijk forse steun was lang niet voldoende voor het grote aantal.5 In veel gevallen kwam het herstel te laat. Dit bleek wel na de zware storm van 29 novem­ber 1836, die de verzwakte kerken van Wetsinge, Sauwerd en de forse kerk van Uitwierde zo sterk beschadigd had, dat aan behoud niet meer gedacht kon worden.6 Om de­ zelfde redenen werden verschillende kerken volledig af­ge­ broken, zoals die van Eexta (1870), Garsthuizen (1871), Weiwerd (1877) en Lutjegast (1877). Bij de afbraak van de kerken van Kloosterburen (1815), Uitwierde (1839), Saaksum (1849), Hornhuizen (1850) en Warfhuizen (1854) bleven alleen de torens. Verder vond ook gedeeltelijke sloop van kerken plaats, waarbij Woltersum in 1837 en Zuidwolde in 1854 hun koren verloren, terwijl Westerwijtwerd en Eenum respectie­ velijk in 1834 en in 1846 hun koorsluitingen kwijtraakten. De kerk van Garmerwolde verloor in 1859 wegens bouwvallig­ heid haar schip.7 Doorgaans was het niet de kerkvoogdij die als eerste vroeg om de afbraak van de kerk. Diende een kerkvoogdij een aan­ vraag bij het College van Toezicht in voor veranderingen aan haar kerk, dan moest ze tekeningen overleggen, die dit college voor advies doorzond naar de hoofdingenieur van Rijkswaterstaat. Deze ingenieurs waren doorgaans geneigd nieuwbouw te adviseren. Een pasgebouwde kerk vroeg aan­ merkelijk minder onderhoud. Om daarvoor de kosten zo laag mogelijk te houden, moest gebruik worden gemaakt van af­ braakmateriaal. Zo heeft de kerk van Saaksum een stuclaag tot ongeveer een meter boven het maaiveld omdat de funde­ ringen en de muren tot op die hoogte zijn opgetrokken van stenen uit de afbraak van de oude kerk. Een groot aantal gemeenten wist met eigen middelen de kerk te herstellen. Was dit niet mogelijk, dan ging de kerk­ 5 (boven) De fundering en het onderste deel van het muurwerk van de kerk van Saaksum werden in 1849 vervaardigd van steen uit de afbraak van de oude kerk. Dit muurwerk uit afbraakmateriaal is door de stuclaag aan het gezicht onttrokken. Foto Omke Oudeman. 6 (midden) en 7 (onder) De kerk van Jukwerd, gefotografeerd omstreeks 1920. Deze kerk werd gebouwd in 1866 en verving toen een middeleeuwse voorganger. Kort voor de afbraak werd die door de plaatselijke onderwijzer, D.H. Ferré Jacobs, nog ‘naar de natuur’ getekend. Sinds 1981 wordt de Jukwerder kerk particulier bewoond. Collecties RHC Groninger Archieven (818-7651)/ Museum Stad Appingedam. 4 5 6 7

RHC GrA, Verslag Gedeputeerde Staten 1822. Koninklijk Besluit 10 mei 1828 nr. 1;RHC GrA, Verslag van Gedeputeerde Staten 1828. RHC GrA, CvT , inv. nrs. 24, 27, 154, 157 J.R. van Eerde, ‘De kerk van Zuidwolde’, Groningesche Volksalmanak voor het jaar 1922, 28. De kerk van Zuidwolde raakte haar oude koor kwijt ten behoeve van het verleggen van de weg langs het Boterdiep.

67


8 Ansicht van Bedum met de hervormde en de gereformeerde kerk. De toren van de oude kerk heeft de spits nog die ze bij de bliksem­ inslag in 1911 verloor. In 1857 werd de kerk voor afbraak te koop aangeboden. Collectie RHC Groninger Archieven (1986-9506).

68

voogdij een lening aan of moest zij via het College van Toe­ zicht steun vragen bij de verschillende subsidieverstrekkers.

Geen monumenten, wel bruikbare kerken In de bronnen over kerkafbraak wordt echter nergens gespro­ ken over de historie van deze eeuwenoude gebouwen. Het begrip monument komt evenmin aan de orde. De nadruk lag toen vooral op de behoefte aan een goed kerkgebouw. De ‘Gro­ninger Richting’, een invloedrijke theologische stroming in die tijd onder leiding van professor P. Hofstede de Groot, zal hier zeker invloed op hebben uitgeoefend. Deze stroming probeerde de kerkgang te stimuleren en ze verlangde dat de kerk, het lichaam van Christus, haar leden bracht tot de het besef van de waarden van het christelijk geloof en de beteke­ nis daarvan voor het maatschappelijk leven. Hiervoor had de kerk, naast een goed verzorgde liturgie en een aansprekende preek, een goed ingericht gebouw nodig. Het interieur van de kerk diende orde, netheid en verhevenheid uit te stralen om hiermee de gemeente tot een religieus gevoel op te wekken. Van een nieuw kerkgebouw met een aansprekend interieur

koesterde men hoge verwachtingen.8 Zo dacht de kerkvoogdij van Saaksum zelfs dat er afgescheidenen terug zouden keren zodra hun nieuwe kerk gereed zou zijn.9 Na de gedeeltelijke afbraak van de kerk van Garmerwolde en het partieel herstel in 1859, merkte de burgemeester van Ten Boer op: ‘Men moge het als een verblijdend teeken des tijds noemen dat er alge­ meen prijs op gesteld wordt om de Eeredienst door materiële middelen te schragen en op te luisteren’.10 Meestal sprak men dankbaar over het gereedkomen van een nieuwe kerk, want een nieuw gebouw was minder vochtig en koud dan de middeleeuwse voorganger en de doorsnee kerk­ ganger had, misschien na een lange voettocht, niet het ‘voor­ recht van een warme stoof’.

Bezwaren tegen afbraak Toen de kerkvoogdij van Bedum plannen beraamde om haar kerk af te breken, kwamen 57 lidmaten hiertegen in het ver­ weer. Ondanks dit verzet werd de kerk toch op 24 maart 1859 in de Provinciale Groninger Courant op afbraak te koop aange­ boden. Tot verkoop kwam het niet, omdat een aannemelijk

8 W. Muurling, Practische godgeleerdheid, of Beschouwing van de evangeliebediening voornamelijk in de Nederlands Hervormde Kerk: een handboek bij de academische lessen. (Groningen 1851-1857); J. Vree, ‘Veertig kerken voor een nieuwe wereld: Hervormde kerkbouw in het noorden (1830-1870)’, in: Niet een handvol maar een landvol: twee eeuwen protestantse kerkbouw in de Nederlandse ruimte (Amsterdam 2002) 47-92; J. Vree, ‘Groninger predikanten op de drempel van de liberale tijd. Een rapport over godsdienst en kerk in de provincie Groningen’, Historisch Jaarboek Groningen 2012, 65-81. 9 RHC GrA, Toegang 1099, Archieven Gedeputeerde Staten (GS), 1814-1942, inv. nr. 82, 30 april 1845, no. 11 10 RHC GrA, GS, inv. nr. 8821, Verslag van de toestand van de gemeente Ten Boer, 1859.


bod uitbleef.11 De bouwvallige kerk van Oostum stond lange tijd op de nominatie om te verdwijnen, maar de Oostumers wisten het verlies van hun kerk te voorkomen met de kost­ bare eis van een stenen voetpad naar Garnwerd en een klok­ kenstoel op het kerkhof. Verder werden er, met uitzondering van de kerken van Scharmer en Eexta, geen bezwaren tegen de afbraak van een kerk gevonden, maar wel tegen het neer­ halen van torens. Misschien wel het meest omdat daarmee de klok zou verdwijnen, zoals dat in Oostum ook dreigde.12 De klok maakte een onmisbaar deel uit van het leven van toen. Hij riep op tot de kerkdienst, gaf de dagelijkse tijds­ indeling aan, liet zijn stem klinken in tijden van nood en maakte emoties los bij sterven en begraven. Hoewel er van bezwaren tegen de afbraak van een kerk nauwelijks gewag wordt gemaakt, riep de sloop van het oude en vertrouwde kerkgebouw wel degelijk emoties op. Van sommige kerken werd kort voor de afbraak nog een tekening gemaakt, zoals van Wetsinge, Sauwerd en Onderwierum. Aan de oude kerken van Wetsinge en Sauwerd werden boven­ dien gedichten gewijd die een plaats kregen in de Provinciale Groninger Courant.13

9 De vervallen kerk van Scharmer, vlak voor de afbraak in 1824 vereeuwigd door Jan Ensing. Opdrachtgever voor vervaardiging de aquarel was Theunis Haakma Tresling, notaris te Scharmer. Collectie Groninger Museum, foto Marten de Leeuw.

Ten slotte De negentiende eeuw is wel eens betiteld als de periode van de ‘afbraakwoede’, maar als we bekijken hoe weloverwogen gehandeld werd voordat sloop van kerken plaatsvond, dan kunnen we deze kwalificatie moeilijk vasthouden. De negen­ tiende-eeuwer keek vanuit een ander perspectief en het be­ grip monument speelde tot in het derde kwart van de negen­ tiende eeuw voor velen nauwelijks een rol. Wat de kerken be­ trof, had het behoud van de eredienst prioriteit. Daarvoor hadden de gemeenten behoefte aan goed ingerichte gebou­ wen, met zo laag mogelijke kosten. De strakke, rationele or­ ganisatie van koning Willem I, die op gewestelijk niveau tot uitvoer werd gebracht door het Provinciaal College van Toe­ zicht, en de karige financiële middelen hadden wel tot gevolg dat meer kerkelijke monumenten teloor gingen dan nood­ zakelijk. Zo bleek bij de afbraak van de kerken van Eexta, Eppenhuizen en Garsthuizen dat deze in een veel betere staat verkeerden dan verwacht. Anderzijds zijn we dankbaar dat dit college in elk geval de vervallen kerken van Winsum, Obergum, en Oostum wel heeft weten te behouden.14

69

10 Schilderij van de kerk van Oostum van de hand van Jan ten Hoope (1932 – 2003). De kerk stond in de negentiende eeuw lange tijd op de nominatie om te worden afgebroken. Particuliere collectie

Jan F. Oldenhuis (Margrietlaan 39, 9953 PB Baflo, 0595-423859, e-mail jfoldenhuis@hotmail.com) was werkzaam in het RHC Groninger Archieven. Hij publiceert en verzorgt lezingen over uiteenlopende streekhistorische onderwerpen. 11 RHC GrA, Toegang 205, Archief van de Nederlands Hervormde gemeente van Bedum, inv. nr. 42 (1857-1859); Remi van Schaïk, ‘De Sint Walfriduskerk van Bedum’, Groninger kerken 4 (1987) 36. 12 RHC GrA, CvT, Oostum, inv. nrs 29(1841), 159 (1841), 45(1857) Scharmer inv. nr. 11, 21 november 1823. 13 RHC GrA, Provinciale Groninger Courant 20 jan 1837, 22 mei 1840. 14 RHC GrA, CvT, Inv. nr. 9(1821 ) RHC GrA, Provinciale Groninger Courant 28 januari 1882; J.P. Koers, ‘De middeleeuwse kruiskerk en pastorie van Eexta’, Duvekoater 15 (2002) nr. 29, 3-14.


Ada van Deijk

Op kerkenpad in negentiende-­ eeuws Groningen Groningen telt veel interessante, middeleeuwse kerken. Voor donateurs van de Stichting Oude Groninger Kerken een vanzelfsprekendheid, maar niet voor de gemiddelde negentiende-eeuwer. Die toonde veelal nauwelijks interesse voor deze gebouwen. Een van de weinigen die de waarde er wel van inzag, was F.N.M. Eyck van Zuylichem (1806-1876).

70

In de negentiende eeuw was het droevig gesteld met de be­ langstelling voor oude, middeleeuwse kerken. Dat gebrek aan interesse leidde geregeld tot gehele of gedeeltelijke sloop van deze gebouwen. Toch zijn al in de eerste helft van de negentiende eeuw de tekenen te zien van de latere omslag, toen geïnteresseerde leken in historische genoot­ schappen bijeenkwamen om het oude erfgoed te bespreken van het toen nog jonge Koninkrijk der Nederlanden. Maar pas in de tweede helft van de negentiende eeuw na­ men de protesten tegen de heersende onverschilligheid toe

1 Mr. Frans N.M. Eyck van Zuylichem (1806-1876). Foto van omstreeks 1860. Collectie RKD / Iconografisch Bureau, ’s-Gravenhage.

en klonk de roep om het behoud van oude gebouwen steeds luider. Uiteindelijk leidde dit tot het fenomeen monumenten­ zorg. Een van de vroege ‘klokkenluiders’ was F.N.M. Eyck van Zuylichem. Hij reisde al vanaf 1839 door Nederland om de oude kerken te bekijken, op te meten en te tekenen. Over deze minder opvallende pionier, en zijn bezoek aan de pro­ vincie Groningen, gaat dit artikel.

Zorgvuldigheid

2 Omslag van gebundelde uitgave van de boekwerken van F.N.M. Eyck van Zuylichem, 1863. Collectie auteur.

Wie was deze Eyck van Zuylichem eigenlijk? Frans Nicolaas Marius – zoals zijn voornamen voluit luiden – werd in 1806 op landgoed Eyckenstein te Maartensdijk geboren. Hij was de zoon van burgemeester Maurits Jacob Eyck die, door de aankoop van de heerlijkheid Zuylichem bij Zaltbommel, zijn achternaam mocht uitbreiden met Van Zuylichem.1 Van jongs af aan toonde Frans een grote belangstelling voor historische gebouwen en het was zijn grootste wens om architect te worden. Zijn dominante vader was daar echter fel tegen en daarom zag zoon Frans af van deze ambitie: hij ging rechten studeren en volgde later zijn vader op als burge­ meester van Maartensdijk. Niettemin besteedde hij zijn vrije tijd aan het bezoeken en bestuderen van oude kerken. Hij maakte daartoe veel tochten door Nederland en bracht regel­

1 Voor uitgebreidere informatie over F.N.M. Eyck van Zuylichem, zie: Ada van Deijk, ‘Frans Nicolaas Marius Eijck van Zuijlichem, 200 jaar geleden geboren’, St. Maerten 31 (2006) 2-9; Ada van Deijk, ‘Frans Nicolaas Marius Eyck van Zuylichem. Architectuurhistoricus van het eerste uur’, Bulletin KNOB 112 (2013) nr. 1, 20-33.


matig verslag uit tijdens vergaderingen van onder meer het Historisch Genootschap te Utrecht. Die verslagen werden ook als artikelen in verscheidene tijdschriften gepubliceerd. Eyck van Zuylichem wilde met die verslagen en artikelen bereiken dat zijn tijdgenoten zorgvuldiger met de oude kerk­ gebouwen zouden omgaan. Bovendien hoopte hij met zijn observaties over de bouwtrant en datering van de kerken ook ‘den lust op te wekken tot eene wetenschap, welke in andere landen vele beoefenaars telt, maar bij ons nog weinig bijval heeft gevonden.’ Dit schreef hij in 1849 toen hij opnieuw een overzicht publiceerde over de middeleeuwse kerken in Neder­ land. Het waren correcties en aanvullingen op een artikel uit 1843.2 Uit zijn inleiding blijkt dat de belangstelling voor oude kerken toen nog steeds gering was. Kerken werden vooral als utiliteitsbouw beschouwd, dat wil zeggen als gebouwen met een praktische en niet met een esthetische functie. Het bete­ kende dat ze min of meer ‘vogelvrij’ waren; voor slopen dan wel rigoureus verbouwen deinsde men niet terug. Ook in de provincie Groningen was dat het geval en Eyck was getuige van die aanpak. In 1847 trok Eyck van Zuylichem naar Friesland en Gro­ ningen en hij was onder de indruk van de kerkelijke architec­ tuur aldaar. Zo constateerde hij dat de kerken er veel meer dan in de zuidelijke provincies hun oorspronkelijke vorm hadden behouden. Toch maakte dit onvoldoende indruk op zijn tijdgenoten. Nog lange tijd na zijn bezoek verdwenen er stelselmatig romaanse dan wel gotische kerken in de twee noordelijke provincies.

3 De kerk van Garmerwolde, omstreeks 1851 getekend door F.N.M. Eyck van Zuyli­chem. Uit: Les églises romanes du Royaume des Pays-Bas, 1858. Collectie auteur.

71

Sloopwoede In het boek Oud-Groningen, Stad & Lande (1921) heeft de auteur, rijksbouwmeester C.H. Peters, een lijst opgenomen van alle middeleeuwse kerken die de provincie ooit telde. De sloopwoede van de negentiende eeuw trof de volgende kerken, veelal uit de dertiende eeuw stammend: Sebalde­ buren (1807), Scharmer (1824), Farmsum (1869-’70), Eexta (1870). Van de kerk in Eenum verdween het koor (1845) en te Saaksum liet men alleen de toren staan (1849). Had Eyck in 1850 de ‘zeer fraaije’ kruiskerk van Garmer­ wolde nog in haar volle glorie kunnen bewonderen, in 1859 werd het schip ervan gesloopt. Eigenlijk wilde men de hele kerk slopen, zo blijkt uit de notulen van de kerkvoogdij. Een nieuw ontwerp lag al klaar van architect J.W. Maris uit Gro­ ningen, maar omdat de benodigde geldmiddelen ontbraken, zag men van de bouwplannen af en werd alleen het schip van de middeleeuwse kerk afgebroken. Koor, dwarsschip en to­ ren bleven staan; wie de kerk kent, beseft onmiddellijk hoe­ veel interessants er in die negentiende eeuw verdwenen moet zijn.

4 Garmerwolde: westzijde van de kerk. Het schip, waarvan nog muurresten zichtbaar zijn, werd in 1858 gesloopt. Foto Regnerus Steensma.

2 F.N. Eijck tot Zuylichem, ‘Kort overzigt van den bouwtrant der middeleeuwsche kerken in Nederland’, Berigten van het Historisch Genootschap te Utrecht, 2e deel, 1e stuk, Utrecht, (1849), 67-146.


Mensen als Eyck van Zuylichem moeten zich een roepende in de woestijn hebben gevoeld. Toch liet hij zich niet ontmoedi­ gen en bleef bezig om Nederland, en dan vooral de overheid, ervan te overtuigen dat de middeleeuwse kerken een belang­ rijk erfgoed vormden dat voor het nageslacht bewaard moest blijven. Dat was ook de reden dat hij in 1858 en 1863 uit­ eindelijk twee bescheiden boekwerken publiceerde over de middeleeuwse kerken van Nederland. Hierdoor bereikte Eyck een groter publiek dan met zijn artikelen, omdat beide boe­ ken besproken werden in verschillende tijdschriften. Het was bovendien de eerste serieuze poging om de middeleeuwse kerkbouw van ons land in kaart te brengen.3 In 1850 bezocht Eyck voor de tweede maal het noorden van Nederland. In het voorjaar van 1847 had hij vanwege tijd­ gebrek zijn reis moeten inkorten, daarom kwam hij in de zo­ mer van 1850 terug. Hij begon weer in Friesland, daarna reis­ de hij door Groningerland. Bij het voorbereiden van zijn tocht maakte Eyck gebruik van het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, een dertiendelig werk van de Nederlandse letterkundige A.J. van der Aa. Daarin stonden allerlei gegevens over alle plaatsen in Nederland. Ook over de kerken, maar meer vanuit historisch oogpunt. Eyck voegde daar zijn eigen observaties aan toe. Zijn vader was een van de intekenaren op Van der Aa’s ency­ 72 5 Het ‘platgesloten koor’ – zoals Eyck van Zuylichem dat omschreef – van de kerk van Ten Boer. Foto Regnerus Steensma. 6 De kerk van Den Andel met ‘het afgezonderde klokhuis’. Foto Omke Oudeman.

3 Het betreft de twee volgende publicaties: F.N.M. Eyck van Zuylichem, Les églises romanes du Royaume des Pays-Bas, Utrecht, 1858, en Le style ogival des églises du Royaume des Pays-Bas, Utrecht, 1863. Beide boeken werden mij in 2007 geschonken door H.G. de Olde, oud-voorzitter van de Stichting Oude Groninger Kerken, die op 11 april 2012 overleed en helaas de publicatie van dit artikel niet meer mocht meemaken.


7 Garmerwolde, piscina: ‘nog te zien is eene soort van kleinen gootsteen’. Foto Regnerus Steensma.

clopedie die tussen 1839 en 1851 verscheen en dus ‘vers van de pers’ kwam. In 1851 verschijnt het artikel waarin Eyck verslag doet van de reis. 4 Hij presenteert zijn tocht als ‘Kort overzigt van den bouwtrant der middeleeuwsche kerken in Friesland en Gro­ ningen’. Hij signaleert een opvallend verschil tussen beide provincies: ‘Terwijl in Friesland een groot aantal kerken uit de 11de of 12de eeuw rond geslootene koren heeft, komt in Groningen aan de oudste kerken overal de platte koorsluiting voor, zooals te Garmerwolde, Ten Boer, Eenrum, Aduard, Saaxumhuizen, den Andel enz; ook vindt men hier nog min­ der tufsteen dan in Friesland.’ Bij veel dorpskerken nam hij een ‘sierlijken bouwtrant’ waar. De ‘nissen, boogjes en lijstwerk’ in Ten Boer, Stedum en Garmerwolde, was hij zelden tegengekomen bij andere kerken in Nederland. Voor hem stond daarom vast dat ‘deze bouwtrant in die omstreken van buitenlands moet ingevoerd zijn.’ Hij spreekt het vermoeden uit dat dit wellicht ook geldt voor de kerken van Slochteren, Noord- en Zuidbroek en Eex­ ta. Verder vallen hem de vrijstaande klokkentorens op: ‘Gelijk het nog op vele dorpen gevonden wordt, schijnt men tot op de 15de eeuw de torens afgescheiden van de kerken geplaatst te hebben alleen om tot het ophangen der klokken te dienen.’

Dateringsmethode Bij het dateren van de gebouwen nam hij de afmetingen en de vormgeving van de vensters als uitgangspunt. Hij legt uit waarom: ‘Bekend toch is het, dat met de 13de eeuw de mid­ deleeuwsche bouwkunst een ander karakter aannam, en de sombere en zware Romaansche bouwtrant voor den meer ligten en stouten Germaanschen moest wijken, waardoor ook de vensters veel grooter werden.’ De kerken van Usquert, Warffum, Visvliet, Grijpskerk en Zuidhorn ziet Eyck als jonge­ re stichtingen. Over Kantens schrijft hij dat de kerk in de zeventiende eeuw geheel vernieuwd is ‘met behoud der plat­ te koorsluiting.’ De kerken van Garmerwolde en Eenrum be­ schouwt hij als twaalfde-eeuws, de toren van Stedum als vijf­ tiende-eeuws. Dat hij met zijn dateringen de plank regelmatig missloeg, mag voor ons tegenwoordig dan wel duidelijk zijn maar is nog geen reden om de observaties van Eyck naar de prullenbak te verwijzen. Het zijn namelijk vaak gedetailleerde beschrijvin­ gen en daarin schuilt ook hun waarde. Over Ten Boer schrijft hij bijvoorbeeld: ‘Het platgesloten koor is bijna nog meer dan dat te Garmerwolde bezet met allerlei soort van nissen, sta­ ven en netwerk en heeft desgelijks drie smalle vensters.’ Dankzij Eyck weten we wat er toentertijd zichtbaar was. Toegepaste steensoorten, overwelvingen, venstervormen -

4 F.N.M. Eyck tot Zuylichem, ‘Kort overzigt van den bouwtrant der middeleeuwsche kerken in Friesland en Groningen’, Kronijk van het Historisch Genootschap gevestigd te Utrecht, 7e jrg. (1851), 23-49. Over de Friese kerken verscheen in 1850 ook een artikel in De Vrije Fries.

73


Nederland nog in de kinderschoenen stond. Eyck verrichtte wat dat betreft pionierswerk. In verschillende artikelen noemt hij weliswaar verscheidene boeken die hij in zijn bi­ bliotheek op Eyckenstein had staan, maar het zal duidelijk zijn dat er weinig materiaal over de Nederlandse kerken bestond. De boeken die hij bezat, handelden vooral over ker­ ken in Frankrijk, België en Duitsland. Daar was men al veel verder met onderzoek gevorderd.

Raadsels

74 8 Eenrum: ‘de doopvont is zeer eenvoudig en behoort tot de oudste en merkwaardigste vonten hier te lande.’ Foto Regnerus Steensma

telkens noemt hij stelselmatig deze aspecten. De piscina in Garmerwolde noemt hij expliciet als bewijs van hoeveel oor­ spronkelijks er nog in de provincie te vinden is. Hij omschrijft de nis als ‘eene soort van kleinen gootsteen, met een uitwa­ tering door de muur’. Over de kerk van Haren klinkt hij zelfs lyrisch: ‘Deze kerk heeft iets edels en bevalligs, waartoe de kerk en de toren en het lagere koor, benevens de volmaakte bewaring in den oorspronkelijken toestand, zonder dat men zelfs de vensters vergroot heeft, medewerken.’ Soms zijn het echter ook bliksembezoeken, wat ten koste gaat van de nauwkeurigheid. Zo noteert hij over de kerkklok in Usquert, waarop volgens Van der Aa het jaartal 1115 zou staan: ‘Hoewel de tijd ons niet toeliet het omschrift af te schrijven, zoo schenen mij, zoowel de oude letters, als de over de geheele klok gaande en zich kruiselings doorsnijden­ de strepen, wel met de 12de eeuw overeen te komen.’ Een vluchtige en daardoor onjuiste observatie; de klok, zo weten wij nu, vermeldt het jaartal 1405. Overigens zou de klokken­ toren in 1868 worden afgebroken, waarna de huidige neo­ gotische toren verrees. Uit zijn woordkeus bij het omschrijven van bouwkundige details blijkt ook dat het vak van architectuurhistoricus in

Hoewel Eycks aandacht vooral uitgaat naar de architectuur, heeft hij ook oog voor andere zaken zoals piscina’s, graf­ stenen en doopvonten. Zo schrijft hij over de doopvont van Eenrum: ‘In eenen timmermanswinkel ten noorden van het kerkhof vonden wij de doopvont, vermeld in het Aardrijksk. Woordenboek van A.J. van der Aa; zij is zeer eenvoudig, cylin­ dervormig, van Andernachsen lava gevormd en versierd met platte banden[…] Zeker behoort zij tot de oudste en merk­ waardigste vonten hier te lande en kan wel uit de 10de eeuw herkomstig zijn.’ Merkwaardig is het dat hij niets zegt over het feit dat de doopvont – die tegenwoordig in de twaalfde eeuw wordt gedateerd – slechts kort tevoren verhuisde naar de timmerwerkplaats van de kerk om als kalkbak te worden gebruikt. In Van der Aa staat: ‘In den toren wordt nog eene zeer ruw bewerkte doopvont bewaard, welke eene hooge oudheid kenmerkt.’ Het is raadselachtig waarom Eyck geen kritisch woord aan die verplaatsing wijdt. De rol van criti­ caster leek hij te vermijden. Hetzelfde geldt voor de (gedeel­ telijke) sloop die later sommige kerken trof die hij had be­ zocht, zoals die te Garmerwolde en Usquert waar in 1855 de stenen gewelven werden verwijderd en de toren, zoals gezegd, in 1868 verdween. Vraagtekens ook, ten slotte, roept de grafsteen op die hij in Stedum zou hebben gezien: ‘Bij de kerk staat eene dood­ kist van rooden zandsteen, voorzien met kruisen, bisschops mijters en onder anderen ook met de woorden Heincius Epis­ copus in zeer oud schrift.’ In een noot verwijst Eyck naar twee artikelen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant en het Gooisch Nieuwsblad. Maar waar is deze sarcofaag gebleven? En wie was bisschop Heincius? Het zal duidelijk zijn: ondanks zijn nobele bedoelingen moet er zeker ook kritisch gekeken worden naar de publicaties van F.N.M. Eyck van Zuylichem. Hij was en bleef een ijverige ama­ teur die niet altijd even diepgravend te werk ging. Daar staat tegenover dat hij als een van de eersten in ons land liet zien dat middeleeuwse kerken bijzonder en waardevol zijn. Onge­ twijfeld zou Eyck van Zuylichem in onze tijd de erepenning van de Stichting Oude Groninger Kerken hebben gekregen. Drs. Ada van Deijk (Springweg 110, 3511 VV Utrecht, a.vandeijk@uu.nl), kunsthistorica, houdt zich o.a. bezig met middeleeuwse kerken en hun liturgische inrichting.


Jan Oldenhuis

Zó verdween de kerk van Wierum In december 1828 riepen de kerkvoogden van Wierum en Dorkwerd in een advertentie aannemers op voor de afbraak van de kerk te Wierum en voor de gedeeltelijke sloop van de pastorie.1 Bij het lezen van zo’n oproep komt bij ons misschien de vraag boven of deze afbraak weloverwogen en goed doordacht was. En was de sloop van deze middeleeuwse kerk niet te voorkomen geweest? In deze bijdrage wordt een antwoord gegeven, door de omstandigheden van de gemeente van Wierum en Dorkwerd in die dagen te beschrijven, evenals de gang van zaken rondom de afbraak.

Kerk en wierde van Wierum

Een ongelukkige plek

In 1676 tekende landmeter H. Bierum de landerijen buiten de Boteringepoort langs de wegen naar de ‘Nadorst’ en de ‘Scholle’ bij Wierum.2 Op deze kaart staat het oudste schets­ je van de kerk van Wierum. De summiere tekening doet ver­ moeden dat het om een rechtgesloten zaalkerk ging met een versmald koor, waarschijnlijk gebouwd in het begin van de dertiende eeuw. Op de westelijke gevel is een spitsje of een dakruiter weergegeven. Deze moet groter zijn geweest (of later vergroot) toen de kerk - waarschijnlijk in de loop van de achttiende eeuw - de klok kreeg die nu nog in de toren van Dorkwerd hangt.3 Op de kaart zien we ook nog een huis en een boerderij afgebeeld. Het eerste is de kosterij, die be­ stond uit het huis van de koster-schoolmeester met het ‘schoolvertrek’ en het tweede is de pastorie-boerderij, de weem. Meer bewoning had deze wierde in de zeventiende eeuw - en zelfs in de negentiende - nog niet.

De kerk van Wierum lag voor de meeste gemeenteleden op een ongelukkige plek, de oostzijde van het Reitdiep, een streek met slechts enkele boerderijen, terwijl het grootste deel van de kerkgangers aan de overzijde van dit water woon­ de. 4 Deze mensen moesten zich zondags door de veerman of ‘overzetter’ van de Wierumerschouw naar de andere kant van het Reitdiep laten brengen. De oversteek zal in de herfst en winter moeilijk en soms helemaal onmogelijk zijn geweest. Het Reitdiep stond toen nog in open verbinding met de zee en was aan het getij onderhevig. De gemeenteleden in de om­ geving van Dorkwerd hadden bij hun dorp een ‘voetveer’ en later een ‘diaconieboot’ om de overkant te bereiken. Vervol­ gens namen zij het voetpad over de Reitdiepsdijk naar de kerk van Wierum. Sinds de zeventiende eeuw waren de kerkgemeenten van Wierum en Dorkwerd gecombineerd en bediend door één pre­

1 2 3 4

Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven (GrA), Provinciale Groninger Courant 12 december 1828 GrA, Toegang 817, Verzameling kaarten, catalogusnummer 1257/1 Deze klok werd blijkens haar opschrift gegoten in 1682 door Gerhard Schimmel. Aardrijkskundig Woordenboek Van der Aa, deel 12, 393 s.v. Wierum-ten-oosten-het-Reitdiep, Wierum-ten-westen-het Reitdiep.

1 In 1676 tekende de landmeter H. Bierum de landerijen buiten de Boteringe­poort langs de wegen naar de ‘Nadorst’ en de ‘Scholle’ bij Wierum. Op deze kaart staat het oudste schetsje van de kerk van Wierum. De summiere tekening doet vermoeden dat het om een rechtgesloten zaalkerk ging met een versmald koor, waarschijnlijk gebouwd in het begin van de 13e eeuw. Collectie RHC Groninger Archieven (817-1257/1).

75


76

2 Kaartje met de omgeving van Wierum en Dorkwerd met de kerspelgrenzen van beide plaatsen en het kerkenpad over de Reitdiepsdijk en de oversteekmogelijkheden over het Reitdiep. Cartografie Henk Kampen.

dikant, die in Wierum woonde. Nadat de vervallen kerk van Dorkwerd in 1648 was herbouwd, ging de dominee eens in de drie weken voor in Dorkwerd en op de overige zondagen stond hij in Wierum op de kansel. Beide gemeenten waren weinig content met deze omstan­ digheden. Toen de mogelijkheid zich voordeed om hierin ver­ andering te brengen, maakten de kerkvoogden hier direct gebruik van.

beperking in de kerkgang constateerden de kerkvoogden bo­ vendien dat het onderhoud van de kerk van Wierum al jaren niet was uitgevoerd. De banken vertoonden gebreken, de vloer was slecht evenals het doophek en de preekstoel. Ook liet de zoldering te wensen over, was de ophanging van de klok aan vervanging toe en moest het muurwerk aan de bui­ tenzijde opnieuw worden gevoegd.6 Deze problemen deden de kerkvoogden besluiten om tot afbraak over te gaan.

Verdwenen voetpad, vervallen kerk

Aanvraag en reacties

Begin 1825 raakte de kerkgang naar Wierum in de proble­ men. In de nacht van 4 op 5 januari teisterde een stormvloed de dijken van het Reitdiep zó hevig, dat grote gedeelten wer­ den weggeslagen. Ook de oostelijke dijk van het Reitdiep tus­ sen Wierum en Dorkwerd viel ten prooi aan het water. Daar­ mee ging het kerkpad over deze dijk verloren.5 Naast deze

De kerkenraad moest de aanvraag daarvoor indienen bij het Provinciaal College van Toezicht op de Kerkelijke Goe­ deren in de Provincie Groningen. Dat beoordeelde de ver­ zoeken voor herstel, verandering, afbraak en nieuwbouw.7 Het kerkbestuur vroeg naast toestemming voor afbraak van de kerk van Wierum in de eerste plaats om de opheffing

5 RHC GrA, Toegang 1099, Gedeputeerde Staten van Groningen, inv. nr. 31 d.d 27 februari 1826, 14a. RHC GrA, Toegang 1399, Gemeente­ secretarie Groningen 1816- 1916. Inv. nr. 8137 6 RHC GrA, Dorkwerd, inv. nr. 5 d.d. 3 augustus 1827. Nationaal Archief (NA) 2.07.01.02 inv. nr. 1747. RHC GrA, Toegang 175, Provinciaal College van Toezicht op de kerkelijke goederen, (CVT) Inv. nr. 15, 13 augustus 1827.


De Stichting

j u l i 2 0 13

In deze aflevering van ‘De Stichting’ leest u over het werk van de Stichting Oude Groninger Kerken en vindt u een selectie van de vele activiteiten in en om de Groninger kerken.

Interview met Tally Kosmeier

‘Kijken vanuit je hart’ Energiek schiet Tally Kosmeier de trappen van de toren in Hornhuizen op. De fotograaf volgt bedachtzaam, de interviewer – hoogtevrezend – wat mopperend. Normaal moet het uitzicht vanuit de lantaarn schitterend zijn: ‘In de verte kun je dan Schiermonnikoog zien, en als het helder is zelfs Duitsland’. Een regenlucht zit dat alles vandaag in de weg, maar zorgt er wel voor dat er tijd is voor een gesprek.

Gewaagd Kosmeier belandde in 1996 met man en kinderen in Hornhuizen. Een doorsnee woonhuis werd daar niet betrokken. Wat nu thuis is, was eerst een graanopslag en zaaddrogerij, in 1957 gebouwd door een landbouwcoöperatie, later in gebruik bij een commissionair. Een grootscheepse verbouwing was nodig om het pand bewoonbaar te maken. Het resultaat

Foto Omke Oudeman

Foto Omke Oudeman

mag er zijn. Vanuit de woonkamer boven is er een fraai uitzicht op de Waddendijk, de ruimte beneden biedt voldoende ruimte voor de galerie waarmee Tally acht jaar geleden begon. De onderneming werd genoemd naar de weegbrug die nog steeds voor de deur ligt, GEWAAGD. En dat is het misschien ook wel om aan de rand van Nederland een dergelijk avontuur te beginnen.


Balans ‘De eerste jaren probeerde ik in de galerie zowel ruimtelijk als hangend werk te laten zien. En dan van een beginnend en een gevestigd kunstenaar. De exposanten vulden elkaar dan op meerdere manieren aan. Maar die balans is niet altijd vol te houden, daarom is dit principe geleidelijk aan naar de achtergrond verdwenen.’ Belangrijk is nu de ‘klik’ met de kunstenaar en diens werk: ‘kijken vanuit je hart weegt voor mij zwaar.’ Om die reden sluit Tally het seizoen – dat met Pasen begint – ook altijd af met een groepsexpositie met werk van cliënten van zorginstellingen zoals de NOVO, het Twaalfde Huis en Philadelphia. ‘Met de mensen heb ik een klik en hun werk is ook nergens mee te vergelijken.’

Hoogtepunt Zo’n vier jaar geleden zocht Tally contact met het project Landmerken, mede uitgevoerd door de Stichting Oude Groninger Kerken. De galerie en de kerk lagen min of meer natuurlijk al in elkaars verlengde: ‘Mensen die hier voor een expositie komen, willen vaak graag ook de kerk bezoeken en omgekeerd.’ In het kader van Landmerken werd onder andere het torenportaal opnieuw ingericht. Blikvanger in de in sprekende kleuren geschilderde ruimte is een grote kroonluchter van ontwerperscollectief Studio Job. Een koperen kastenwand herbergt verschillende beeldschermen, waarop informatie over de kerk en omgeving wordt getoond. Een letDe koffie- en ontvangstruimte in de galerie. Foto Omke Oudeman.

terlijk hoogtepunt is de kerktoren, die geschikt werd gemaakt als uitzichtpunt. Van daaruit is ook de fraaie gereconstrueerde slingertuin rondom de kerk mooi zichtbaar. ‘De afgelopen zes weken bezochten zo’n 250 mensen de kerk.’ Dat is meer dan Hornhuizen aan inwoners heeft. Toeristen kunnen voor een kop koffie en zelfgebakken taart terecht in de galerie waar een gedeelte van de schuur is omgebouwd tot een uitnodigende koffieruimte.

Hart Ook voor de Hornhuisters is de kerk het hart van het dorp. ‘Ze wordt gebruikt voor rouw en trouw en fungeert daarnaast eigenlijk als ons dorpshuis’. ‘Ieder jaar hebben we een stekjesmarkt en worden er tweedehands boeken en kleding verkocht. Iedereen brengt dan zelfgebakken taart of koekjes mee. De opbrengsten zijn voor Dorpsbelangen.’ Uiteraard is de kerk zelf ook onderwerp van gesprek: ‘Van een dorpsgenoot hoorde ik dat er vroeger op het kerkhof begraven werd op dezelfde volgorde als die van de boerderijen langs de dijk.’ Tijd om dit uit te zoeken heeft Tally nog niet gehad. ‘Maar alle onder het maaiveld verdwenen zerken zijn door Landmerken inmiddels weer zichtbaar gemaakt.’ Meer informatie: www.landmerken.nl www.galeriegewaagd.nl


Nie u w s Groei Ook in 2013 blijft het bezit van de Stichting Oude Groninger Kerken groeien. Op 1 maart droeg de Nederlandse Hervormde gemeente Niehove-Oldehove kerk en kerkhof van Oldehove over aan de Stichting. De dertiende-eeuwse Ludgeruskerk is in goede staat van onderhoud. Wel wordt in het overdrachtrapport nog het volgende opgemerkt: ‘het verdient zéér de moeite om de komende tijd na te denken over terugbrengen van de kleurstelling op meubilair, houten westwand en orgel. Dit is een enorme historische verrijking van het kerkgebouw.’ In juni werd de gereformeerde kerk van Westeremden, een pareltje in de stijl van de Amsterdamse School uit de jaren dertig van de vorige eeuw, toegevoegd aan het bezit van de Stichting. Het is de eerste gereformeerde kerk die aan ons wordt overgedragen. De kerk wordt na de overdracht verhuurd aan de PKN-gemeente van Westeremden. Het gemeentebestuur van Winsum draagt de vrijstaande toren van Baflo over aan onze Stichting. En daarmee worden we eigenaar van een gevangenis die nog compleet in deze bijzondere toren aanwezig is. In het najaar volgen dan nog de kerken van Ulrum en Niekerk. Daarover informeren we u later. Wij zijn in gesprek met diverse kerkbesturen over de overdracht van hun bezit. Wij verwachten dit jaar nog enkele overdrachten, maar concreet zijn er nog een afspraken daarover gemaakt.

Ondertekening van de overdrachtsakte in Oldehove.

Belangrijke bijdragen voor ons werk Door zijn aard en omvang wordt in ons tijdschrift (maar ook daarbuiten!) veel aandacht besteed aan de restauratie van de bijzondere middeleeuwse gewelfschilderingen in onze kerk van Garmerwolde. Dit werk wordt uitgevoerd met een belangrijke subsidie van de Rijksoverheid. Maar we moeten uiteraard zelf ook een groot deel financieren. Gelukkig worden we daarin geholpen door de volgende fondsen: het Prins Bernhard Cultuurfonds, het PJD fonds van Stichting Erven A. de Jager, het TBI Fonds, het J.B. Scholtenfonds en de M.A.O.C. Gravin van Bylandtstichting. Ook de plaatselijke commissie droeg bij door de verkoop van wijn en kloostermoppen. Ons cultureel festival Terug naar het Begin, dat afgelopen mei in Appingedam en omgeving werd gehouden, mocht rekenen op bijdragen van de Kunstraad Groningen, Provincie Groningen, SNS REAAL fonds, Fonds voor de Podiumkunsten, Stad Appingedam, SNS Fonds Eemsmond, Prins Bernhard Cultuurfonds en de gemeenten Slochteren en Loppersum. Als sponsors traden op Groningen Seaports, Noorderpoort, Amasus, RWE en Eneco. Maar ook onze donateurs lieten zich in de afgelopen maanden niet onbetuigd. Er werd weer goed gereageerd op ons verzoek de jaarlijkse donatie over te maken. Een aantal donateurs gaf ons een mooie periodieke schenking. Feestelijke gelegenheden, een jubileum en een afscheid waren redenen voor een extra gift. We ontvingen ook drie prachtige erfstellingen. Alle gevers: heel veel dank!

Gedenksteen in de vrijstaande toren van Baflo. Foto Creative Commons, Hardscarf Steigers in de kerk van Garmerwolde.


D e k e r k a l s p odium

In alle kerken die de Stichting Oude Groninger Kerken beheert, worden bijzondere activiteiten aangeboden. In deze rubriek lichten we een aantal toe. Voor een compleet en actueel overzicht kunt u terecht op www.groningerkerken.nl/ agenda. Mocht u geen beschikking hebben over een internetverbinding, dan kunnen de medewerkers van ons secretariaat u van een papieren agenda voorzien.

Glazen toegangsgebouw

Jitske Azier, ‘Prema’ (brons). Nico Kamberg, ‘Vloed’ (detail).

In het glazen toegangsgebouw van de Remonstrantse kerk in Groningen is tot en met 26 juli de expositie ‘Verstilling in beweging’ met werk van Jitske Azier te zien. Twintig jaar geleden kwam zij in contact met de Indiase cultuur en werd geïnspireerd door de muziek en de prachtige kleding van de vrouwen. Inspiratiebronnen zijn ook spiritualiteit, ontmoetingen, muziek, poëzie en natuur. De beleving hiervan vertaalt zich naar materie. De werken – de beelden in brons, keramiek en kunsthars, de sieraden in zilver – herinneren qua vormgeving aan Art Nouveau en Art Deco. Van 5 augustus t/m 21 september wordt onder de titel ‘Art, que jái trouvé’ werk van Nico Kamberg getoond. Kamberg geeft zijn ideeën vorm door middel van grafiek en objecten. De laatste worden meestal van bestaande materialen gemaakt, de zgn. Art Trouvé, gecombineerd met nieuw een­ voudige natuurlijke materialen zoals (lei-)steen, glas, hout, metaal en lood. In zijn werk streeft de kunstenaar naar een maximale uitdrukkingskracht met minimale vorm en middelen, ook wel arte povera genoemd. Veel werk is gebaseerd op architectuur. Maar hij laat zich ook vaak leiden door het gevonden voorwerp. Locatie: Remonstrantse kerk, Coehoorsingel 14, Groningen. Open: maandag t/m vrijdag 9.00-16.30 uur (graag even aanbellen).

Kunst in Kerkenpad In de maand juli zijn er in vijftal middeleeuwse kerken in het Westerkwartier tegelijkertijd tentoonstellingen van een even groot aantal gerenommeerde figuratieve kunstenaars te zien. De exposities zijn te bezichtigen op vrijdag, zaterdag en zondag steeds van 13.30 tot 17.00 uur. De kerken en de kunstenaars zijn: Tolbert Rob Møhlmann Niebert Erik van Ommen Nuis Martin Sijbesma Marum Hiske Wiersma Noordwijk Rein Pol Galerie ROESD (gelegen op de route tussen de kerk van Tolbert en die van Niebert) fungeert als pleisterplaats. Van onder andere de exposanten zijn hier ciglees (hoogwaardige reproducties) te bezichtigen en te koop. Met de beschikbare fietsroute kunt u door het prachtige coulissenlandschap van het Zuidelijk Westerkwartier van kerk naar kerk fietsen, eventueel ook langs andere bezienswaardigheden. Rond iedere kerk bevinden zich ook gemarkeerde wandelroutes.


ZomerJazzFietsTour Op zaterdag 24 augustus gaat de 26ste editie van de ZomerJazzFietsTour van start. Langs een prachtige route door het Reitdiepdal, ten noordwesten van Groningen, kan een keuze gemaakt worden uit 25 concerten in middeleeuwse kerken en boerenschuren. Het fietsfestijn brengt een internationaal gevarieerd programma met actuele jazz en improvisatiemuziek uit Nederland, België, Duitsland en de VS. Deze editie introduceert een speciaal thema met muziek uit Scandinavië op de Nordic Route. Volgens beproefd concept kan per fiets de nieuwe jazz worden verkend. De Proloog, de opmaat van de ZomerJazzFietsTour op vrijdag 23 augustus vindt dit jaar plaats op de planken van het Grand Theatre in Groningen. Meer informatie: www.zjft.nl

Schrijver in de kerk Op zondag 15 september vindt de zevende editie van Schrijver in de kerk plaats in de Amshoff in Kiel-Windeweer. Renate Dorrestein wordt aan de tand gevoeld door interviewer Margriet Bos, sidekick in het programma vormt ook dit keer weer de veelzijdige Groninger musicus Remko Wind. Duur: 15.00-17.00 uur (kerk open om 14.30 uur). Aansluitend een hapje en een drankje tot uiterlijk 18.00 uur. Prijs: ¤ 17,50 (inclusief hapje/drankje, maar exclusief maaltijd). Opgave: info@groningerkerken.nl of 050-3123569. Wanneer u aansluitend wilt blijven dineren in De Amshoff, graag bij aanmelding even aan ons doorgeven!

Lezing beschermheiligen De eerstvolgende lezing van de Stichting Oude Groninger Kerken vindt plaats op donderdag 17 oktober en heeft als onderwerp: (Bescherm)heiligen. Deze lezing wordt gehouden door Lydia Wierda en vindt plaats in de Remonstrantse kerk in Groningen. Aanvang 19.30 uur (kerk open om 19.00 uur). De lezing is gratis voor donateurs van de SOGK, nietdonateurs betalen ¤ 2,50. Circa 21.30 uur is de lezing afge­ lopen. Wijze van aanmelding: door middel van de bon in het midden van dit katern, of via info@groningerkerken.nl. Renate Dorrestein. Foto Merlijn Doomernik

Werk van Rein Pol, te zien in Noordwijk tijdens Kunst in Kerkenpad. Muurschildering van Sint-Sebastiaan in de kerk van Holwierde.


Wink e l Donateurs krijgen 20% korting op alle artikelen uit onze (web) winkel. Bezoek onze webwinkel via www.groningerkerken.nl/ winkel om het totale aanbod te bekijken.

Het verhaal van Leegkerk Op 6 en 7 april 2013 opende de kerk van Leegkerk opnieuw haar deuren na een interne verbouwing. Het gebouw herbergt nu een spannende hedendaagse verrassing. Want stap je naar binnen, dan zie je een ‘gouden schatkist’ die de ruimte een heel eigen sfeer geeft. Een gouden schatkist zet je niet zomaar overal neer. Dat doe je op een bijzondere plek. Een plek die je veel wilt gebruiken, een plek waar we veel over kunnen vertellen. We doen er graag een boekje over open. Prijs ¤ 6,95 (donateurs 20% korting)

Anna van Ewsum. Haar afkomst, haar leven, haar wereld Wouter van Schie dook flink in de historie van Anna van Ewsum (1640 – 1714). Deze tot de verbeelding sprekende jonkvrouw van de borg Nienoord in Leek zou volgens de overlevering een knappe, rijke en goede vrouw zijn geweest. Tragisch is dat zij na de dood van haar tweede echtgenoot, Georg Wilhelm von Inn- und Kniphausen, moest ondervinden dat hij zich in zijn testament al haar bezittingen had toegeëigend. Alles wat de auteur kon vinden over Anna en haar directe omgeving leest u in dit rijk geïllustreerde boek. Van Schie deed tal van nieuwe ontdekkingen tijdens zijn zoektocht naar informatie over de borgvrouw. Hij toont aan dat je met een scherpe en kritisch blik nog nieuwe inzichten kunt krijgen rond iemand die bijna driehonderd jaar geleden is overleden. Prijs ¤ 24,95 (donateurs 20% korting)

Wandelen in Grunnen – 12 cultuurhistorische wandelingen in de provincie Groningen Dit boek is een lofzang op de provincie Groningen. Op haar cultuurschatten en op haar landschappen. Twaalf wandelingen ontsluiten gebieden die niet altijd voor de hand liggen om te bezoeken. De Veenkoloniën bij Wildervank bijvoorbeeld of de Dollardpolders bij Nieuw Statenzijl. Deze gebieden hebben een bijzondere ontstaansgeschiedenis. Ervaar de ruimte van Noord-Groningen, de beslotenheid van het Westerkwartier en de bossen van Ter Apel. De grote concentratie van romanogotische kerken in deze provincie (en in Friesland) kent haar gelijke niet in Nederland. Deze geïllustreerde gids, voorzien van praktische kaarten en talrijke afbeeldingen, biedt een bijzondere kijk op de soms verstilde rijkdom van deze provincie. Prijs ¤ 16,00 (donateurs 20% korting)

Groningen voor lanterfanters In Groningen voor lanterfanters toont landschapsjournalist Fokken Bosker welke prachtige voettochten vanuit de provinciehoofdstad mogelijk zijn. De veertien gevarieerde dagtochten sluiten naadloos op elkaar aan en lenen zich ook voor het wandelen van meerdaagse routes. Een reis door het intieme houtwallenlandschap van het Westerkwartier, de weidsheid van het Reitdiepdal, de bossen tussen Glimmen en Noordlaren en de moerasstreek rond Woudbloem. Bij elke route hoort een pakkend reisverhaal dat ingaat op de bijzonderheden van natuur, landschap en cultuurhistorie onderweg. Veertien verrassende doorkijkjes op het ‘dna’ van Groningen. Een traktatie. Prijs ¤ 15,00 (donateurs 20% korting

Zo bestelt u: elders in dit tijdschrift vindt u de bestelkaart van onze winkel. Vul deze in, plak er een postzegel op en doe deze op de bus. U ontvangt uw bestelling dan zo snel mogelijk thuis. Verzend- en administratiekosten zijn ¤ 4,- per bestelling. Bij uw bestelling zit een nota voor uw betaling. De inkomsten komen ten goede aan de Stichting Oude Groninger Kerken. Wanneer u meer informatie wilt over uw bestelling kunt u contact opnemen met het bureau van de Stichting, (050) 312 35 69. Alle uitgaven zijn ook te koop via onze webwinkel: www.groningerkerken.nl/winkel


Lezing beschermheiligen do 17 oktober

Orgelexcursie (a.u.b. aankruisen)

naam

m v

za 12 oktober naam

adres

adres

postcode

postcode

woonplaats

woonplaats

e-mail

e-mail

telefoonnummer

telefoonnummer

, van wie  donateurs

(a.u.b. aankruisen)

m v

, van wie  donateurs

Totaal aantal personen en niet-donateurs

Totaal aantal personen en niet-donateurs

Voor donateurs gratis, niet donateurs betalen ¤ 2,50

Prijs voor donateurs ¤ 35,00 en voor niet-donateurs ¤ 39,50 (prijs is inclusief lunch).

bestelkaart

ja, ik word donateur

Ik bestel:

Het behoud van cultureel erfgoed in Groningen is ook mij veel waard.

Het verhaal van Leegkerk Prijs ¤ 6,95 (donateurs 20% korting) aantal

Anna van Ewsum. Haar afkomst, haar leven, haar wereld Prijs ¤ 24,95 (donateurs 20% korting) aantal

Wandelen in Grunnen – 12 cultuurhistorische wandelingen in de provincie Groningen Prijs ¤ 16,00 (donateurs 20% korting) aantal

Daarom word ik donateur van de Stichting Oude Groninger Kerken. De minimale donatie bedraagt ¤ 17,50 per jaar. Het eerste jaar ontvang ik het tijdschrift Groninger Kerken gratis. Ik wacht met betalen op de nota. (a.u.b. aankruisen)

naam adres postcode woonplaats e-mail

geboortedatum Groningen voor lanterfanters Prijs ¤ 15,00 (donateurs 20% korting aantal

vul a.u.b. ook de achterzijde in

telefoonnummer

m v


Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Plak hier uw postzegel

Plak hier uw postzegel

bestelkaart

î Žm î Žv naam

adres

postcode

woonplaats

handtekening

telefoonnummer overdag

Plak hier uw postzegel

Plak hier uw postzegel

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 bs Groningen

e-mail


Me di at he e k Lezen over verdwenen kerken In 1870 werd in Eexta de laat romaanse kruiskerk, samen met de losstaande klokkentoren afgebroken na stormschade in het voorgaande jaar. De vervangende nieuwbouw kwam verderop aan de Kerklaan. De voormalige pastorie of weem herinnert aan de tijd dat hier een middeleeuwse kerk heeft gestaan. Hetzelfde geldt voor Groot Wetsinge. Ook hier herinnert de van oorsprong dertiende-eeuwse weem aan het bestaan van de oude, in 1840 afgebroken kerk van Groot Wetsinge. Deze informatie is terug te vinden in Groninger Kerken, 2012, nr. 4, een themanummer over wemen. In ons kwartaalblad is vaker geschreven over verdwenen kerken. Zo schreef Teun Juk over de geschiedenis van de verdwenen kerk van Startenhuizen (GK, 1996, nr. 2). Deze stond op een relatief hoog gedeelte in het dorpsgebied, een wierde dus. Op de Frieslandt-kaart van Jacob van Deventer uit 1545 is de kerk afgebeeld: ten zuiden van ‘Santweer’ is ‘Startygehusen’ getekend. In hetzelfde artikel is nog te lezen dat ook de middeleeuwse kerken van Eppenhuizen en Garsthuizen het niet hebben gered. En in 2001 schreef P.B. Kooi over een kerk die ooit op het oude kerkhof van Oldekerk heeft gestaan. Lastig qua bewijsmateriaal, slechts af te leiden uit enkele schaarse gegevens als grondboringen en weerstandsmetingen waarbij de mogelijke aanwezigheid van funderingsresten waren bepaald. (GK 2001, nr. 1)

De mediatheek is toegankelijk voor een breed publiek: voor donateurs van de stichting, voor leerlingen of studenten die informatie zoeken voor werkstuk, spreekbeurt of scriptie, voor mensen die monumenten een warm hart toedragen. Kortom, voor een ieder die geïnteresseerd is in de collectie van de Stichting Oude Groninger Kerken. Uitlening is niet mogelijk, wel kunt u kopieën of prints maken. De collectie van de mediatheek breidt zich continu uit. Hieronder vindt u een overzicht van aanwinsten in het laatste kwartaal. De catalogus van de mediatheek kunt u online raadplegen: http://catalogus.groningerkerken.nl/

Er is zelfs een themanummer gewijd aan verdwenen kerken, nog niet zo heel lang geleden in 2011 (nr. 1). Over verdwenen dorpen in het Dollardgebied (Otto Knottnerus), en verdwenen kerken van veenontginningsnederzettingen (Jan Molema). In hetzelfde nummer schreef Richard Paping over de sociaaleconomische factoren bij het verdwijnen van middeleeuwse plattelandskerken. Dankzij de boekjes: Dorkwerd/Wierum: Het verhaal van twee gehuchten, en Dorkwerd: Het verhaal van een gehucht, beide geschreven door Evert Westra, is te lezen over de in 1829 afgebroken dorpskerk van Wierum. Over de ouderdom van het kerkje is weinig bekend, er zijn ook geen afbeeldingen van, maar feit is dat Wierum gedurende meer dan twee eeuwen de belangrijkste en ook de grootste was van de kerspels Dorkwerd/Wierum. Bij uitgeverij Profiel verscheen in 1991 het boek Weiwerd

Voor de weem van Groot Wetsinge zijn de contouren van de in 1840 afgebroken kerk op het nog bestaande kerkhof zichtbaar gemaakt. Foto Omke Oudeman.


Me di at he e k

–Heveskes - Oterdum: de verdwenen dorpen van de Oosterhoek. De kerk van Heveskes mocht blijven staan, sterker nog, is in bezig gekomen van onze stichting. De beide andere kerken zijn verdwenen. Dankzij de Historische Kring Ubbega verscheen, eveneens bij Profiel, in 2010 het boek Tussen Toen en Nu: wonen en leven in de oude gemeente Adorp. Hierin staan tekeningen en historische informatie over het dertiende-eeuwse kerkje van Sauwerd, en over de twaalfde-eeuwse kerk van Groot Wetsinge. Beide kerken werden in 1840 afgebroken.

Niet alleen kerken zijn verdwenen. In GK 1998, nummer 4, schrijft Jenne Meinema over het torenlandschap zoals het ooit was. Hij schets hierbij een beeld van verdwenen torens en ontleent de informatie aan verschillende bronnen zoals een zegel van Langewold (Sebaldeburen), een avondmaalsbeker (Leermens), pentekening (Sauwerd) en beeldmateriaal (Eexta). NB. De artikelen uit Groninger Kerken zijn digitaal beschikbaar via de catalogus op onze website: www.groningerkerken.nl/mediatheek

De kerken van Oterdum en Weiwerd, gesloopt in respectievelijk 1975 en 1984. Beide gebouwen hadden middeleeuwse voorgangers, die in de 19de eeuw werden afgebroken.


E xcursies

De Koepelkerk van Sappemeer. Foto: Harry Brouwer

Tour des Cimetières Op donderdag 22 augustus vertrekken we voor een tocht langs kerkhoven en begraafplaatsen in de Groninger Veenkoloniën. We beginnen de tocht in Veendam, waar we de hervormde kerk en het aanliggende kerkhof bekijken. Daarna rijden we naar een heel bijzondere begraafplaats met gedenksteen, gelegen op een enigszins afgelegen maar unieke plek. Bij hotel-restaurant De Boer in Foxhol wordt de lunch gebruikt. Dan zijn we al vlakbij Hoogezand, waar drie begraafplaatsen aan één laan liggen. Vervolgens bezoeken we de neogotische Sint-Willibrorduskerk en het aanliggende kerkhof evenals de pal daartegenover gelegen hervormde Koepelkerk, waar deze dag wordt afgesloten met koffie/ thee. Vertrek: Hoofdstation Groningen, halte rondvaartboot, om 10.00 uur. Prijs ¤ 40,00 p.p. (inclusief lunch). Aanmelden kan per e-mail via touring.groningen@arriva.nl of tijdens kantooruren telefonisch 050 - 5260268. Wilt u s.v.p. duidelijk uw naam, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en indien mogelijk ook uw e-mailadres opgeven?

Everything you always wanted to know about … orgels Voor wie de termen dispositie, register, windvoorziening, tremulant, spaanbalgen en niet te vergeten Fluit d’ Amour als abracadabra in de oren klinken, biedt de Stichting Oude Groninger Kerken op zaterdag 12 oktober een dagvullende orgel­

excursie aan onder de naam: ‘Everything you always wanted to know about … orgels’. Onder de bezielende leiding van leden van de orgelcommissie van de SOGK zetten we om 9.30 uur koers naar de orgels in de kerken van Zuidwolde, Noordwolde en Middelbert. Ook gaan we langs bij Mense Ruiter orgelmakers in Zuidwolde. Tijdens deze dag behandelen we de basisbegrippen van het orgel. Ook krijgen de deelnemers informatiemateriaal uitgereikt, zodat zij nog eens kunnen nakijken wat er tijdens de tocht wordt en werd verteld. Doel van deze excursie is aan het eind van de dag in ieder geval geen totale onwetende meer in orgelland te zijn. U kunt zich opgeven voor deze tocht via info@groningerkerken.nl o.v.v. Orgelexcursie 12 oktober 2013, of door middel van de aanmeldkaart in dit katern. Klaviatuur van het orgel in Middelbert


Werk in uit voering

Een onderhoudend voorjaar Grote restauraties en verbouwingen, zoals recent in Leegkerk en Garmerwolde, trekken gemakkelijk de aandacht. Maar meer achter de schermen wordt even hard gewerkt aan wat heet ‘instandhouding’. In het kader van de BRIM (Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten) werden de afgelopen maanden in en aan tal van kerken in het bezit van de SOGK werkzaamheden uitgevoerd. Voegwerkherstel stond op het programma in Den Ham, Pieterburen en Garnwerd. De mortel in Garnwerd zorgde aanvankelijk tijdens de werkzaamheden voor wat hoofdbrekens door het optreden van kleurverschil. Uit daarna uitgevoerd onderzoek bleek dat de bakstenen veel vocht opnemen. Na droging zullen de ‘vlekken’ daarom zijn verdwenen. Onderzoek werd ook verricht in de kerk van Middelbert, waar de vloer om vooralsnog mysterieuze redenen plaatselijk is verzakt. In Niebert werd de plavuizenvloer in de hal hersteld, evenals het stucwerk. Schilderwerk – zowel binnen als buiten – werd uitgevoerd in Den Ham, Pieterburen, Oudeschans (zowel kerk als pastorie) en Beerta. Bij de kerk van Den Andel wordt, na de recon-

structie van het kerkterrein, gewerkt aan de dam en het hekwerk. De werkzaamheden in Adorp waren allround, gericht op herstel én op de toekomst. Al het stucwerk aan zowel de buitengevels als in het interieur werd hersteld en daarna geschilderd in de bestaande kleuren. Dat gold ook voor de wijzerplaten van het uurwerk en de dakruiter; de bekroning daarvan is opnieuw verguld. Een oud venster achter het orgel, lange tijd aan het oog onttrokken door een elektriciteitsmeter, is weer zichtbaar gemaakt door contouren in het stucwerk aan te brengen. Tijdens de werkzaamheden werden een aantal wensen van de Culturele Commissie Adorp vervuld. Deze commissie, die de kerk regelmatig gebruikt voor exposities,kan na de restauratie gebruik maken van schilderijenrails aan de kerkmuren. Met de verlichting die hierop past kunnen voortaan kunstwerken goed worden belicht. Een aardig detail: tijdens de ingreep kwamen op de zolder – die nu geïsoleerd is – inscripties tevoorschijn die Adorpers tijdens de vorige restauratie in 1990 achterlieten omdat ze daarvoor een financiële bijdrage leverden. ‘Van velen is dit er één’ luidt een tekst, heel toepasselijk in het licht van acht eeuwen bouwen en verbouwen. Drie maal Adorp. Op de foto links de boodschappen van Adorpers voor ‘de eeuwigheid’, nagelaten na de laatste grote restauratie van 1990.

Foto Regnerus Steensma

De Stichting is een uitgave van de Stichting Oude Groninger Kerken. Dit katern verschijnt vier maal per jaar, los en als onderdeel van het tijdschrift Groninger Kerken, voor donateurs van de stichting. • Redactie: Martin Hillenga • Vormgeving en productie: Ekkers en Paauw • Drukwerk en verzending: Zalsman Groningen • Adres: Coehoornsingel 14 • 9711 bs Groningen • telefoon (050) 312 35 69 • e-mail: info@groningerkerken.nl • www.groningerkerken.nl


3 Het dorp Wierum´ op de kadasterkaart uit 1832 met kerkhof, pastorie en kosterij. De kerk is inmiddels verdwenen. De tekening toont aan hoe weinig bewoning deze wierde had. Collectie RHC Groninger Archieven.

85

van de combinatie Wierum-Dorkwerd met de bedoeling om Dorkwerd tot het hart van de gemeente te maken. Daar moest ook de nieuwe pastorie komen. Om dit te realiseren dacht de kerkenraad een rijkssubsidie van ƒ 4000,- nodig te hebben.8 Het College van Toezicht zond deze aanvraag voor advies door naar het ministerie dat belast was met de kerkelijke za­ ken, evenals naar de burgemeesters van Adorp en Hoogkerk.

Daarnaast werd gevraagd naar het standpunt van de beide classes waartoe de gemeenten Wierum en Dorkwerd behoor­ den.9 De burgemeester van Adorp reageerde als eerste. Hij zag dit als een welkome oplossing die de kerkgangers de oversteek over het Reitdiep bespaarde, maar hij toonde ook begrip voor de mensen aan de oostzijde van het Reitdiep, die zich tengevolge van de opheffing moesten aansluiten bij de kerk van Adorp.10

7 RHC GrA, CvT, De inleiding op de inventaris geeft werkzaamheden van deze instelling in kort bestek. 8 RHC GrA, CvT, inv. nr 15, d.d. 5 december 1827 volgnr. 315 9 RHC GrA, CvT, inv. nr. 15, d.d. 14 januari 1827 volgnr. 24, inv. nr. 16, d.d. 29 februari 1828 vlg. nr. 79 10 Gemeente Winsum, archief Adorp inv. nr. 216, 10 januari 1828

4 Het kerkhof te Wierum is nog steeds in gebruik als begraafplaats. Op het hoogste deel stond de kerk. Foto Jan Oldenhuis


86 5 Luchtfoto van de wierde toen deze in de jaren 2006-2008 met baggerslib werd aangevuld. Op deze foto zien we de contouren van de wierde vóór de afgraving. Het ‘eilandje’ met de bomen is het kerkhof waar tot 1829 de kerk stond. Foto Provincie Groningen.

Op de brief die het College had doorgezonden naar de mi­ nister, kreeg de gemeente van Wierum en Dorkwerd een posi­ tief advies. Bij Koninklijk Besluit van 12 mei 1828 werd de combinatie Wierum en Dorkwerd definitief ontbonden en de kerkenraad kreeg toestemming tot afbraak van de kerk en voor de bouw van de nieuwe pastorie. Het rijk kende ƒ 3300,subsidie toe. Het kerkbestuur mocht de plannen uitvoeren met autorisatie en onder begeleiding van het College.

Afbraak van kerk en pastorie Omdat het College van Toezicht de kerkvoogdij verplichtte om zoveel mogelijk materialen uit de sloop opnieuw te ge­ bruiken, besloot deze de afbraak zelf ter hand te nemen en de bruikbare materialen zorgvuldig op te slaan. De afbraak van het muurwerk en het voorhuis van de pastorie besteedde ze wel uit aan een aannemer. Deze moest de fundamenten tot een diepte van twintig centimeter uitgraven en de kerkruimte diende geheel van puin te worden gezuiverd, echter met uit­ zondering van de grafzerken. Die moesten, zoals in die tijd gebruikelijk, zowel in de kerk als daarbuiten ‘ongestoord blijven liggen’. De kerkvoogdij verwachtte dat deze afbraak veertigduizend bruikbare stenen zou opleveren die ze goed kon verkopen. De klokkenstoel (de ophanging in de dakruiter) diende aan de oostzijde te worden geschraagd en aan

de westzijde te worden vastgezet, zodra de westmuur was neergehaald. Na de afbraak van het voorhuis van de pas­ torie moest de aannemer beide terreinen in een nette staat opleveren.

Bouw van de pastorie te Dorkwerd Voor de bouw van de pastorie in Dorkwerd en de aanleg van het weiland voor de dominee kon de kerkvoogdij drie bunder grond kopen, dat aaneengesloten op de wierde lag en als de ‘Zuider- en de Noorderwierde’ omschreven stond. Voor dit land moest de kerkvoogdij ƒ 2100,- neertellen, voor de afkoop van de beklemming ƒ 650,-. ‘De pastorie kan daar schoon wor­ den geplaatst, zeer nabij de kerk en daar kan wel eene schoone tuijn worden gemaakt’, merkte de burgemeester van Hoogkerk op als commentaar op de gang van zaken. In de provincie Groningen verkeerden tal van kerken in een slechte toestand en daarom had de minister maar liefst ƒ 40.000,- uitgetrokken waarvan de gemeente Wierum en Dorkwerd ƒ 3300,- kreeg, zoals we zagen. Omdat het land op de wierde alleen al ƒ 2750,- kostte, bleef er maar ƒ 550,- aan subsidiepenningen over voor de bouw van de pastorie. Door de verkoop en het benutten van de sloopmaterialen wist de kerkvoogdij ƒ 670,- te winnen zodat er ƒ 1220,- voor de nieuwe pastorie ter beschikking kwam. De bouw daarvan werd ge­


gund aan de laagste inschrijver, Jan Geerts Reinders te Dork­ werd, voor ƒ 2117,- Hij verplichtte zich om een huis te bouwen met twee voorkamers, gescheiden door een gang, een stu­ deerkamer, een achterhuis met keuken, karnhuis en een schuur. Het voorhuis had een breedte van ruim dertien meter en een diepte van ongeveer zeven meter, vergelijkbaar met de huidige pastorie die op dezelfde fundamenten staat. De schuur van tien bij twaalf meter bood plaats aan vier koeien, twee paarden en een varkenshok. Hier had de knecht zijn slaapkamertje. Voor alle pastoriebewoners was ook het ‘se­ creet’ in de schuur. De aannemer moest de fundamenten maken met een hoogte van 75 centimeter waarvan er 50 centimeter beneden de grond kwam en 25 centimeter er boven uitstak. Hierbij moest gebruik worden gemaakt van steen uit de afbraak van kerk en pastorie te Wierum. Oude balken uit de kerk kregen na bewerking een plaats boven de voorkamers en de keuken en werden aan de buitenzijde vastgezet met muurankers uit de sloop. De dominee had ook zijn wensen te kennen gegeven voor de bouw van de pastorie. De ramen aan de voorzijde wilde hij graag met blinden kunnen afsluiten en hiermee ging de kerk­ voogdij akkoord. Voor zijn wijnvoorraad in de kelder wilde hij graag een afgeschoten ruimte waarvan de deur op slot kon. Naast een goed aangelegde tuin zag hij ook graag een geva­ rieerd appelhof en hij verzocht om zijn duiventil van Wierum naar Dorkwerd over te brengen.11

De klok De afbraak van de kerk, de aankoop van grond en de bouw van de pastorie in Dorkwerd hadden meer gekost dan tevoren was begroot. Om uit de kosten te komen, besloten de kerk­ voogden om de klok, die Jacob Borchard in 1741 had gegoten, te verkopen aan koperslager Wilkens in Groningen. Toen de winter in 1829 een zware ijsvloer op het Reitdiep had gelegd, werd de klok van Wierum, staande op balken, over het ijs van het Reitdiep naar Dorkwerd vervoerd.12

Ten slotte In deze omvangrijke procedure gaf de ongelukkige ligging van de kerk van Wierum de doorslag bij de keuze voor de op­ heffing van de combinatie Wierum-Dorkwerd en voor de af­ braak van de kerk van Wierum. Daarnaast speelde het belang van kerkgang en eredienst ook een gewichtige rol. Vooral over dat laatste sprak ds. S.A. de Jong zijn dankbaarheid uit naar de overheid die deze verbetering van de kerkelijke omstandigheden gesteund had met een riante subsidie. In Wierum werd niet geklaagd over het verlies van hun kerkge­ bouw maar wel over het verdwijnen van de klok: meester J.G. Scholma verzuchtte dat de kinderen te laat op school kwa­ men omdat niemand in Wierum meer wist hoe laat het was.13 Naast dit gemis in Wierum overheerste in Dorkwerd de dankbaarheid voor de grote verbetering van het kerkelijk le­ ven en werd er over het verlies van de kerk van Wierum niet getreurd.

11 RHC GrA, Toegang 99, Notariskantoor Zuidhorn, inv.nr. 76, 15 december 1828 RHC GrA, Dorkwerd, inv. nr. 82, RHC GrA, CvT, inv. nrs. 15 en 16, 270 en 271. 12 RHC GrA, Dorkwerd, inv. nr. 81, 14 dec. 1829. 13 RHC GrA, Toegang 889, inv nr. 47 (1831).

6 De pastorie van Dorkwerd werd in 1829 grotendeels gebouwd uit afbraakmateriaal van de voormalige kerk van Wierum. In het begin van de twintigste eeuw kreeg de pastorie haar huidige aanzien, de oude schuur werd toen afgebroken. Foto Omke Oudeman

87


Joke Lutjeboer

Menkeweer en Onderwierum weken voor Onderdendam De oude kerkhofjes van Menkeweer en Onderwierum zijn oorden om te mijmeren en tot rust te komen. Wie deze plekken bezoekt, zal zich in alle nuchterheid afvragen waarom hier ooit kerken zijn gebouwd en vindt het wellicht begrijpelijk dat deze kleine kerkgemeenten kozen voor afbraak, om vervolgens in het dorp Onderdendam een nieuwe kerk te bouwen.

De ontwikkeling van Onderdendam

88

In het onbedijkte kleilandschap van Groningen was tot om­ streeks 1200 alleen bewoning mogelijk op de wierden. Dit gold ook voor de omgeving van Onderdendam waar zich aan de westzijde van zuid naar noord een oeverwal uitstrekte met daarop een aantal wierden. Twee hiervan, Menkeweer en On­ derwierum, groeiden uit tot dorpswierden. In het begin van de dertiende eeuw werden hier bakstenen kerken gebouwd. Na de aanleg van de dijken en de betere afwatering kon de bevolking zich ook buiten de wierden vestigen. Aan deze ont­ wikkeling heeft Onderdendam zijn bestaan te danken. Onderdendam lag als een spin in het web van waterwegen. Dit samenvloeien van het water en ook het bij elkaar komen van enkele landwegen, maakten Onderdendam voor die da­ gen al vroeg tot een plaats met veel verkeer. Vanwege de goede bereikbaarheid groeide deze nederzetting in de late Middeleeuwen uit tot het centrum van Hunsingo. Het werd

nog drukker toen in de zeventiende eeuw het Boterdiep, het Winsumerzijldiep en het Warffumerdiep hier elkaar als trek­ vaarten kruisten. Tot ver in de negentiende eeuw bleef Onderdendam een vooraanstaande plaats. Sinds 1621 had het Winsumer en Schaphalster zijlvest in Onderdendam zijn vergaderplaats. Vanaf de Franse tijd resideerde hier de vrederechter, later kantonrechter geheten. Ook de gemeente Bedum werd, van 1811 tot 1868, vanuit hier bestuurd. Het dorp had een bloei­ end departement van de Maatschappij tot Nut van het Alge­ meen en een aantal vooraanstaande heren richtte hier in 1837 het Genootschap ter bevordering der Nijverheid op.1 Deze laatste organisatie hield zich bezig met de verbetering van de landbouw en de stimulering van handel en nijverheid in het noorden van Groningen. Hier woonden nogal wat nota­ belen: de burgemeester, de notaris, de kantonrechter en de griffier, de rijksontvanger, de veearts, de opzichter bij de

1 Dorpsbeeld van Onderdendam op een ansicht uit circa 1930. Op de voorgrond het Winsumerdiep. Collectie RHC Groninger Archieven (1986-14313).


2 Fragment van de Coenders­kaart met de kerk van Menke­weer. Op deze kaart staat de kerk abusievelijk aan de westzijde van het maar afgebeeld. Collectie RHC Groninger Archieven.

Waterstaat, steenfabrikanten en rentenierende boeren. Van­ wege zijn functie als bestuurlijk centrum werd Onderdendam in de volksmond wel Lutje n Hoag (klein Den Haag) genoemd. Het goed ontwikkelde Onderdendam had echter geen kerk, de inwoners waren genoodzaakt gebruik te maken van de excentrisch gelegen godshuizen van Menkeweer en Onder­ wierum. Toen de kerk van Menkeweer in 1828 onder de slo­ pershamer viel, bleef hun alleen de kerk van Onderwierum over, maar in stilte groeide het verlangen naar een kerk in het dorp. 2

De kerk van Menkeweer Van de kerk van Menkeweer bezitten we geen afbeeldingen en evenmin een grondplan op een kadasterkaart. We kunnen slechts gissen dat het een bakstenen kerk was met een recht gesloten koor uit het begin van de dertiende eeuw. Een toren ontbrak waarschijnlijk, want in het begin van de negentiende eeuw had Menkeweer een stoel met daarin de klok uit 1617. Na de Reductie van 1594 werd deze gemeente gecombineerd met Stitswerd maar in 1651 mocht ze als zelfstandige ge­ meente verder gaan. Als pastorie werd toen een boerderij aangekocht en er verrees een nieuwe kosterij. Lang bleef Menkeweer niet zelfstandig, want in 1692 werd ze genood­ zaakt te combineren met Westerwijtwerd. Geldgebrek dwong de gemeente de pastorie-boerderij in het laatst van de acht­ tiende eeuw te verkopen.3 Ondanks deze verkoop was ze in het begin van de negentiende eeuw niet in staat de classicale quota af te dragen en de noodzakelijke reparaties aan kerk en klokkenstoel te bekostigen. Hiervoor moest ze geld lenen van de kerkelijke gemeente van Onderwierum. 4 Het kerkgebouw raakte gaandeweg zó ernstig in verval dat het te gevaarlijk werd om dit nog te gebruiken. Daarom werd de school, die

3 Advertentie voor de verkoop van afbraakmaterialen van de kerk van Menke­weer in de Groninger Courant van 30 mei 1828. Collectie RHC Groninger Archieven.

intussen herbouwd was aan de Warffumerweg in het noor­ den van Onderdendam, zondags als kerkzaal gebruikt.5 Nadat in 1828 de kerkelijke gemeente van Menkeweer met die van Onderwierum was gecombineerd, kwam toestem­ ming om het godshuis van Menkeweer te slopen. Omdat besloten was een goed voetpad van Menkeweer via Onder­ dendam naar Onderwierum aan te leggen en tevens ervoor te zorgen dat Onderwierum vanaf Onderdendam per koets goed bereikbaar was, moesten de paden sterk worden verbeterd. Hiervoor werden 37.000 stenen van de afgebroken kerk van Menkeweer gebruikt. De overige afbraakmaterialen werden publiek verkocht.6 Menkeweer kreeg in september 1828 een nieuwe klokkenstoel waarin de oude klok weer haar plaats kreeg.7 Het is onbekend wanneer deze klokkenstoel is afge­ broken.

Op de achtergrond De notabelen van Onderdendam speelden een grote rol bij de afbraak van de kerk van Menkeweer. Deze elite koesterde namelijk het verlangen naar een net kerkgebouw in het dorp zelf. Burgemeester J.D. Rijkens van de gemeente Bedum had in 1821 al gewezen op de ongelukkige kerkelijke organisatie van Onderdendam; Menkeweer was toen nog gecombineerd met Westerwijtwerd en Onderwierum met Westerdijkshorn.

1 A. Brakema en J. Lutjeboer (red.), Onderdendam 200 jaar leven met het Nut (Bedum 2001); N.G. Addens, Groninger Maatschappij van Landbouw gedenkboek 1837-1937 (Groningen 1937) 14-24. 2 RHC Groninger Archieven (RHC GrA), Toegang 93, notaris A.J. van Roijen, Onderdendam (A.J. van Roijen), inv.nr. 49 akte nr. 169, 31 mei 1828). Toegang 175, College van Toezicht op de kerkelijke administratie der Hervormde gemeenten in de Provincie Groningen (CvT) inv. nr. 16, 2 januari 1828 en inv.nr. 15, 14 april 1828. Toegang 281, Kerkvoogdij Nederlands hervormde gemeente Onderdendam, (Onderdendam) inv.nr. 29. Provinciaal Groninger Courant, vrijdag 30 mei 1828. 3 RHC GrA, Onderdendam, inv. nr. 29. 4 RHC GrA, Onderdendam, inv. nr. 8 Lijst opgave Staat der Kerk van Menkeweer, 1826. 5 RHC GrA, Onderdendam inv. nr. 10 Bijlagen bij de jaarrekening van Menkeweer 1823-1827. 6 RHC GrA, CvT, inv.nr. 15, brief nr. 128, 14 april 1828. 7 GrA, Onderdendam, inv. nr. 87, Jaarrekeningen met afhoring 1828-1967, 1e deel, 18 september 1828, f 150- voor reparatie klokkenstoel.

89


Hij pleitte voor de combinatie Menkeweer-Onderwierum en kreeg het jaar daarop bijval van de Onderdendamster notaris H.W. Hoving.8 Zij maakten een voorstel voor de combinatie Menkeweer-Onderwierum en spraken hun verlangen uit naar een nieuwe kerk in Onderdendam. Dit voorstel was als aan­ vraag ingediend bij het Provinciaal College van Toezicht met het verzoek om de kerk van Menkeweer af te mogen breken. Tussendoor had de heer Hoving nog gespeeld met de gedach­ te om de kerk van Menkeweer om te bouwen tot een gevange­ nis ten behoeve van de rechtspraak in Onderdendam.9

De kerk van Onderwierum

90

4 (boven) Fragment uit de Coenderskaart met bovenaan de kerk van Onderwierum. Collectie RHC Groninger Archieven. 5 (midden) De kerk van Onderwierum, kort voor de afbraak in 1839 getekend. Collectie RHC Groninger Archieven (1536-3278). 6 (onder) Fragment uit de verkenningskaarten van 1895-1907 waarop de kerspels Menkeweer, Onderwierum en Bedum (gedeeltelijk) zijn aangegeven. Cartografie Henk Kampen.

In 1828 kwam de toestemming om de gemeenten van Menke­ weer en Onderwierum te combineren onder de naam Neder­ lands hervormde gemeente van Onderdendam. Maar aan de wens om een nieuwe kerk in Onderdendam te bouwen werd echter niet voldaan. De nieuwe gemeente mocht de kerk van Menkeweer afbreken en kreeg de kerk van Onderwierum als godshuis toegewezen.10 Om dat gebouw een goed aanzien te geven moest eerst het achterstallige onderhoud worden verholpen. In het muurwerk werden drie grote ramen aan­ gebracht, aan de binnenzijde kreeg de kerk een nieuwe be­ pleistering. Voor het herstel van het muurwerk waren duizend stenen nodig. De reparatie van het dak vergde zeshonderd nieuwe pannen. Zoals we reeds zagen, werd er een stevig ste­ nen pad van Onderdendam naar Onderwierum aangelegd uit afbraakmateriaal van de kerk van Menkeweer.11 De kerk van Onderwierum was waarschijnlijk evenals die van Menkeweer in de dertiende eeuw gebouwd als een laatromaanse kerk. Ze had een losstaande toren. De enige afbeelding van het gebouw is kort voor de afbraak gemaakt.

Een kerk in Onderdendam Het verlangen naar een nieuwe kerk blééf. In 1835 diende de hervormde gemeente van Onderdendam opnieuw het ver­ zoek in voor een nieuwe kerk in Onderdendam. Tegelijkertijd benoemde ze een commissie, bestaande uit de rijksontvan­ ger H.A. de Sitter, ds. P. Damsté en notaris A.J. van Roijen, om aan dit verlangen vorm te geven. Deze toog voortvarend aan het werk en zond in 1836 een begroting en een tekening in voor de bouw van de kerk.12 Haar inspanningen waren niet tevergeefs, want in april 1839 ontving de gemeente toestem­ ming ‘om op de voordeligste wijze’ de oude kerk af te breken en een bestek en begroting te laten maken voor een nieuwe kerk. De kosten voor de bouw van de kerk werden begroot op ƒ 11.100,- en de synode zegde een subsidie toe van ƒ 3000,-. De opbrengsten uit de afbraak werden geschat op ƒ 900,zodat de bouw van de kerk werd begroot op ƒ 7200,-. De kerk­ 8 RHC GrA, CvT, inv.nr. 9, 29 maart 1821. 9 RHC GrA, CvT, inv. nr. 10, 20 december 1822. 10 RHC GrA, CvT, inv. nr. 16, 8 januari 1828. 11 RHC GrA, Onderdendam, inv. nr. 57 Bestek en voorwaarden voor herstelwerkzaamheden kerk, pastorie en kosterij, juli 1830. 12 RHC GrA, Onderdendam, inv. nr. 29, maart 1835/oktober 1836.


voogdij kreeg de nadrukkelijke opdracht om zo veel mogelijk gave materialen uit de kerk van Onderwierum bij de nieuw­ bouw te verwerken.13 Nadat de kerkvoogdij groen licht had gekregen om een lening van ƒ 8000,-- uit te schrijven, was de weg vrij voor de bouw van de nieuwe kerk.14

Sloop Op 30 december 1839 werden bij openbare inschrijving het slopen van de kerk van Onderwierum en de bouw van de nieuwe kerk in Onderdendam aanbesteed. Timmerman Heer­ tje Berends Harkema uit Warfhuizen betaalde ƒ 695,-- voor de afbraak van de kerk en voor die van de toren ƒ 251,-- De bruik­ bare delen uit de afbraak moest hij afzonderen voor de bouw van de kerk in Onderdendam. De fundamenten moesten vol­ ledig worden uitgegraven, maar wel zo nauwkeurig dat er geen grafstenen in of buiten de kerk beschadigd raakten.15

Toren en klok zijn heilig Van de kant van de bevolking kwamen er geen bezwaren tegen de afbraak van de kerk maar wel tegen de sloop van de toren en verkoop van de klok. De toren kon, volgens de bezwaarmakers, dienst blijven doen als opbergplaats voor de baren en de klok bleef nodig voor het luiden bij begrafe­ nissen en in geval van brand.16 De bezwaren van deze brief­ schrijvers werden afgedaan met de volgende argumenten. De toren was gescheurd, het zou veel geld kosten om deze te herstellen en de klok in de toren van de nieuwe kerk in Onderdendam zou op dezelfde afstand van het kerkhof van Menkeweer liggen als vanaf Onderwierum. Verder zou de overheid zorg dragen dat de toren niet werd gesloopt voordat de nieuwe kerk in Onderdendam gereed zou zijn.17

De nieuwe kerk De bouw van de nieuwe kerk werd vertraagd omdat op de aangekochte grond nog huizen stonden die verhuurd werden. Pas na de beëindiging van de huurtermijn kon worden over­ gegaan tot de sloop van de woningen en het bouwrijp maken van de grond.18 De oude klok van Menkeweer werd over­ gebracht naar de nieuwe kerk en op zondag 13 december 1840 kon het gebouw worden ingewijd. Voorname gasten kwamen al vroeg met ‘eene afzonderlijke veerschuit’ van Gro­ ningen naar Onderdendam om dit feest mee te maken.19

Ten slotte De kerk van Menkeweer was zó bouwvallig dat ze gesloopt moest worden, maar de kerk van Onderwierum hoefde zeker

91 7 De kerk van Onderdendam, gebouwd in 1840, is aan de buitenzijde tot nu toe niet veranderd. Foto Omke Oudeman.

na de grondige restauratie van 1830 niet te worden afgebro­ ken. De notabelen van Onderdendam verkozen echter een net kerkgebouw in de kom van het dorp boven een middeleeuws kerkje op een nabijgelegen wierde. Aan de wensen van deze bovenlaag, met ongetwijfeld goede relaties in de bestuurlijke wereld van toen, werd tegemoet gekomen. Evenals zij zullen vele Onderdendammers blij geweest zijn met de nieuwe kerk in het hart van het dorp. Joke Lutjeboer (Middelstumerweg 12, 9959 TC, Onderden­ dam. 050-3049154, e-mail: lutjewold@gmail.com) woont te Onderdendam. Ze was werkzaam in het onderwijs en stu­ deerde Nederlands. Naar de geschiedenis van Onderdendam en Bedum deed ze veel onderzoek en heeft daarover gepubli­ ceerd onder andere in het orgaan van de historische vereni­ ging van Bedum.

13 RHC GrA, A.J. van Roijen, inv. nr. 73 akten 241 en 242, 30 december 1839. 14 RHC GrA, CvT, inv. nr. 151, 7 april 1839, brief nr. 100, Besluit Koning Willem 1e; 27 april 1839 machtiging tot afbraak (brieven Minister van Staat aan College van Toezicht). 15 RHC GrA, A.J. van Roijen, inv. nr.73, akten nrs. 241 en 242, 30 december 1839. 16 GrA, CvT, inv. nr, 277. Het College stuurt de brief van de tegenstanders naar burgemeester en assessoren van gemeente Bedum met het verzoek om inlichtingen hierover in te winnen van de kerkvoogdij te Onderdendam. 17 GrA, CvT, Toegang 175, inv. nr. 277, 25 januari 1840. 18 GrA, CvT,. Toegang 175, inv. nr. 277, 10 maart 1840. 19 GrA, Onderdendam, inv. nr. 58. Stukken betreffende de bouw van het kerkgebouw te Onderdendam, 1835-1841.


Gover t Grosfeld

Op Hoogte Gedacht

Bij een kunstwerk van Jan Kuipers op het kerkhof van Wittewierum

92

Achter een paar boerderijen ligt een paar meter hoger de wierde van Wittewierum met zijn bomen, zijn kerk en kerkhof. Hoog In de bomen zijn oude vogelnesten blijven zitten. Ver­ spreid in het gras staan en liggen oude grafstenen en een paar smeedijzeren graftuintjes. Op de verweerde stenen staan de oude familienamen. Eén monumentje is anders: een opengewerkte vaas lijkt het, of een gevlochten korf van zwarte takken. Het draagt geen namen. De takken bestaan bij nader inzien uit zwartgeblakerde menselijke botten. Het vlechtwerk oogt wel erg los; de botten lijken eerder omhoog te zweven dan dat ze aan elkaar vast zitten. Het is alsof ze ooit in een wervelwind of een vuurstorm uit de aarde van het kerkhof omhoog zijn gezogen. Maar dan is die storm al stil­ gezet en zweven deze anonieme botten voor altijd in een begin van ruimte, vastgehouden in bronzen afgietsels.

Optima Philosophia Sapiente est Meditatio Mortis (De hoogste vorm van wijsheid is contemplatie van de dood) Dit kerkhof heeft een rustiek karakter, met zijn oude bomen die helemaal vergroeid geraakt zijn met de hekwerken van graven. De vorm van Kuipers’ sculptuur verwijst naar deze zichtbare en onstilbare natuurdrift, maar ook naar de plastische voorstellingen van leven en dood uit de Middeleeuwen. Midden op de wierde staat, tussen de graven, een bronzen afgietsel van alle botten van ’n mens, afkomstig uit de Middeleeuwen. De beenderen zijn opgestapeld tot een werveling, een zwierig bouwsel, een danse macabre van bot en been. De kunstenaar heeft zich voor dit werk laten inspireren door de geschiedenis van deze plek, waar al vanaf de dertiende eeuw een belangrijk klooster stond, met de bekende Groninger Emo als eerste abt. De taal van zijn beeld zou je kunnen aantreffen op een middeleeuws schilderij. Hier op het kerkhof is het echter ontegenzeggelijk tevens een beeld van en over onze eigen tijd. Tekst: Mark Kremer

Jan Kuipers (Dokkum 1943) woont en werkt in Groningen. Foto John Stoel


Nieuwbouw Verbouw Renovatie Restauratie

Haven Zuidzijde 7 9679 TD Scheemda Tel. 0597-55 19 09 Fax: 0597-55 29 98 E-mail: info@boerbouw.nl www.boerbouw.nl

Orgel te Tolbert. Gerestaureerd in 2001

Het Lohman-orgel in de Middeleeuwse kerk te Zuidwolde

MENSE RUITER orgelmakers b.v.

Oosterseweg 13 9785 AD Zuidwolde (Gron.) Tel. 050-3010550 - Fax 050-3010560 E-mail: info@menseruiter.nl www.menseruiterorgelmakers.nl


Het succes van automatisering Het klinkt misschien wat vreemd, maar… Het succes van automatiseren begint met koffie drinken bij de klant. Vanaf de start hanteert Arrix Automatisering deze aanpak. Je moet immers eerst een goed beeld vormen van de klantsituatie, voordat er gedacht kan worden aan automatiseren. Naast het persoonlijk contact is klare taal een onmisbaar gegeven. Onze medewerk(st)ers gebruiken geen ingewikkelde ICT-termen, maar communiceren in begrijpelijk Nederlands. De klant staat bij Arrix centraal en wij verplaatsen ons graag in zijn situatie (“Voelen hoe het voelt”). Daarmee creëren wij altijd een win-win-situatie. Meer weten? Kijk op onze website naar onze relatiegedreven aanpak of bel geheel vrijblijvend voor een persoonlijk gesprek. Het succes van automatiseren begint met koffiedrinken… Heideanjer 2, Drachten, T. 0512 - 543 221, Meer weten? www.arrix.nl

UW BOUWPARTNER

VOOR:

NIEUWBOUW RENOVATIE / RESTAURATIE ONDERHOUD VAN: - BEDRIJFSPANDEN - WOONCOMPLEXEN - WONINGEN AAN EN VERBOUW VAN UW WONING

G R O N I N G E N KIELER BOCHT 33  0 5 0 - 5 7 5 7 8 0 0

E M M E N

NAUTILUSSTRAAT 7  0 5 9 1 - 6 5 7 9 0

W W W . B R A N D S B O U W . N L


Tom Feith

Stukadoors- & tegelzetbedrijf

Postbus 5086 9700 GB Groningen

telefoon 050 - 2100194 mobiel 06 26888044 info@tomfeith.nl www.tomfeith.nl

Schildersbedrijf  W. Dijkema Noorderstraat 5 9989 AA Warffum telefoon (0595) 42 22 67 Ook leveren wij professionele verven, dubbele beglazing, voorzetramen en alle bijkomende schildersmaterialen

Voor al uw - voegwerken - voegwerkrestauratie - gevelreiniging Noordveenkanaal n.z. 21 7831 aw Nieuw Weerdinge tel. 0591 - 522 258 / 522 770 fax 0591 - 521 016

De Schilder, de beste vriend van je huis


Met een passie voor panden met geschiedenis 050 403 14 83 info@laurenshout.nl www.laurenshout.nl

Timmer- en restauratiewerken AdvLaurenshout_OGK_2013.indd 1

|

Interieur ontwerp en uitvoering

Van Lierop Conserveert & Herstelt Hout | Verdrijft Vocht

Van Lierop Van Lierop

Een gezonde kijk op onroerend goed Houtinsectenbestrijding | Zwamsanering Houtrestauratie met epoxytechniek | Isochips速-kruipruimteisolatie Vochtwering | Kruipruimterenovatie | Constructiedroging Heteluchtmethode | Zuurstofarmeluchtmethode | Microgolvenmethode Onderzoek met de videoscope | Inspectieabonnementen Vestigingen in: Alphen aan den Rijn | Liempde | Echt Heerhugowaard | Assen | Mechelen (B) www.vanlierop.nl Van Lierop

Van Lierop Van Lierop

ISO 9001

gecertificeerd

|

Deskundig in duurzaam (ver)bouwen 23-01-13 10:00


VASTGOED ONDERHOUD

BEGLAZING, WANDAFWERKING, DEALER VAN RUYSDAELGLAS, INDUSTRIEEL SPUITWERK, RESTAURATIE & HOUTRENOVATIE

H O LSTEIN

r es ta uratie architectuur Kantoren Insulinde Bankastraat 42 J 9715 CD Groningen tel.: 050 5770059 fax: 050 5771904 info@holstein-restauratie.nl www.holstein-restauratie.nl Neem contact op met Robert van der Maar op 050-549 41 71 Koldingweg 15 • 9723 HL Groningen • Fax 050-549 46 31 • E-mail info@vdmaar.nl • Website www.vdmaar.nl

Naamloos-2 1

Hoveniersbedrijf Coen Overdevest Leens Wierde 4 tel. 0595-571187

www.overdevesthoveniers.nl VCA gecertificeerd. Groenkeur gecertificeerd bedrijf.

Lid VHG

06-02-12 21:2

Ontwerp, aanleg, onderhoud, (sier)bestrating en complete terreininrichting

Voor: * een compleet tuinontwerp en/of beplantingsplan * complete terreininrichting * de aanleg van uw tuin * onderhoud aan uw tuin b.v.: - renovatie - voor- of najaarsbeurt - maandelijks onderhoud - wekelijks maaien van uw gazon - gazononderhoud zoals bemesten en verticuteren (mosbestrijding) - enz. * snoeien van bomen en heesters * kappen van bomen * plaatsen van schuttingen, pergola’s, tuinhuisjes, bielzen, hekwerken enz. * aanleg van sierbestrating, grindpaden, schelpenpaden, enz. * aanleg van vijvers * het leggen van graszoden * ontwateren v/d tuin d.m.v. drainage * levering van bomen, heesters, coniferen, vaste planten, haagen bosplanten, potgrond, bemeste tuinaarde, gedroogde koemest, kunstmest en alle tuinmaterialen.


www.kleioskoop.nl Kleioskoop, het historisch onderzoeksbureau van Bernardine Beenackers, realiseert grote en kleine cultuurhistorische projecten in opdracht van erfgoedinstellingen, overheden, scholen en particulieren.

Bouwbedrijf W.H. Blokzijl

DALSTRA REIZEN • Eigen reisbureau • Eigen werkplaats • Reizen in comfort class stoelen • Ervaren/Nederlandse chauffeur/ reisleider • Opstappen in Noord Nederland • Ruim 80 jaar ervaring

Hoofdweg 154 Blijham Telefoon 0597 - 56 12 25 fax 56 12 83 Utiliteitsbouw Restauratie Particuliere bouw Houtskeletbouw Onderhoud Renovatie Verbouw

Voor al uw bouwwerken

TOUROPERATOR EN TOURINGCARVERHUUR Reizen Het hele jaar door hebben wij een uitgebreid en gevarieerd aanbod eigen reizen. Ons complete reisaanbod staat op www.dalstra.nl/reizen. Groepsreizen Met een groep één of meerdere dagen eropuit? Inspirerende groepsreizen staan op www.dalstra.nl/groepen. Touringcarverhuur Alleen een touringcar nodig? U heeft de keus uit 30 verschillende touringcars. Van luxe VIP-bussen tot ruime dubbeldekkers. Meer weten over het huren van een bus www.dalstra.nl/touringcarverhuur.

Persoonlijk contact Bel ons op 0512 – 369 030 of mail naar info@dalstra.nl Volg ons op www.facebook.com/dalstrareizen

@dalstrareizen

Dalstra Reizen Molenweg 6 9231 HS, Surhuisterveen

www.dalstra.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.