huisartsmagazine.nl - De Hans 1982 - 2012

Page 1

DeHans 1982 - 2012

30 JAAR HUISARTS IN NUENEN Collega’s vertellen over Hans | Het begon bij nul | De eerste patiÍnten | Als ik huisarts was, dan ...

17 trends in de gezondheidszorg | Hans als stripheld | Filmgek | Het gezin aan het woord | Het favoriete restaurant van Hans



INHOUD Voorwoord van de redactie

04

28

Praktijkondersteuner aan het woord

Dankwoord Hans

05

30

1982

De man die de klok niet goed hanteert

06

32

Collega’s onder elkaar

Het begint met nul

10

35

Diagnose 2025

13 stellingen aan Hans

12

38

Education Permanente

De oudste mannelijke patiënt

15

39

Annemarie van Heugten

25 vragen aan Kim Luth

16

42

Marloes & Mariëlle Rutten

De eerste patiënten!

19

44

Filmgek

Het mooiste beroep dat er is

21

45

Het favoriete restaurant van Hans

Groots met een zachte G

22

46

Als ik huisarts was, dan zou ik ...

De doktersassistente

24

48

Teamfoto

Wist je dat... ?

27

51

Strip - Huisarts Hans


Beste lezer,

Voorwoord

van de redactie

Het is een grote eer om het jubileum magazine van Hans Rutten aan u te presenteren. Hans is dertig jaar huisarts in Nuenen en dat vinden wij een moment om te vieren. Dat doen wij dan ook met deze eenmalige uitgave van De Hans, boordevol artikelen over Hans, zijn werk, gezin, patiënten en collega’s. Wij hopen dat u met veel plezier dit magazine leest en geniet van de inkijkjes die wij geven in het leven van verschillende inwoners van de gemeente Nuenen en die van Hans in het bijzonder. Inhoudelijk zult u al snel een rode draad herkennen in de artikelen. Hans wordt geroemd om zijn betrokkenheid, empatisch vermogen en vakmanschap. Kenmerkend hierbij is zijn uitgebreide vraagstelling en het willen wegnemen van zorgen. De patiënt staat helemaal centraal. Zijn bevlogenheid is voor velen tevens een punt van zorg. Hij zou misschien te weinig genieten van het leven en teveel verbonden zijn met het werk. De vraag is dan ook, hoe het Hans zal vergaan als hij op termijn zijn praktijk gaat afbouwen. De meeste mensen gunnen hem een rustige en vooral zinvolle oude dag toe, maar willen tegelijk niet dat hij stopt met werken. Dat komt goed uit, want de komende vijf jaar zal er weinig veranderen en blijft hij beschikbaar voor het wegnemen van al het kleine en grote leed. En dat vindt niemand erg, zeker Hans niet. In dit magazine komt Hans zelf ook uitgebreid aan het woord. Hij laat het achterste van zijn tong zien. Hans vertelt over zijn verleden, zijn helden, zijn familie en reageert openhartig op prikkelende stellingen. Ook komen bijzondere patiënten aan het woord. Zoals de oudste mannelijke patiënt èn de eerste patiënten. Voor deze ene keer praten collega huisartsen over Hans in plaats van met Hans en vertellen praktijkcollega’s over hun dagelijkse werk met hem. Er is ook ruimte voor achtergrondverhalen, leuke weetjes en een strip. Verder hebben wij kinderen van een basisschool gevraagd wat zij zouden doen als zij huisarts zouden zijn. De antwoorden zijn puur en recht uit het hart. Kortom, genoeg leesplezier. Namens iedereen die aan dit magazine heeft meegewerkt, groet ik u. Boris Goddijn

COLOFON Redacteur & Teksten

Boris Goddijn

06-46067671

boris@huisartsmagazine.nl

www.huisartsmagazine.nl

Vormgever & Beeld

Zeno Fricker

06-83583803

info@frickers.nl

www.frickers.nl

Opdrachtgever

Hans Rutten

Uitgever

Huisartsmagazine

Met dank aan

Annemarie van Heugten,

Marloes Rutten, Mariëlle Rutten,

Esther de Jong, Corienne Janssen, Arthur Gieles, Jos te Dorsthorst, Rocco en Marjoh Sijbers,

de heer Jochems, Ans Jochems,

de heer en mevrouw Mateijsen, Kim Luth, Fred en Elsa ten Hoor, Margery Fricker,

Netty Heier-Oerlemans, Francine Hermans en Hanne Goddijn.

Contact

Voor reacties en suggesties kunt u mailen naar

boris@huisartsmagazine.nl.

Bellen kan natuurlijk ook.

Copyright

Niets uit deze uitgave mag worden

verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt

door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder

voorafgaande toestemming van de uitgever

4 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl


Dankwoord L

ang geleden heb ik gehoord dat een man drie dingen in zijn leven moet doen. Een gezin stichten, een huis bouwen en een boom planten. Ik word omringd door een warme familie in een fijn huis, dat ik zelf heb laten bouwen. Dus ik ben op de goede weg. Maar een boom planten, iets achterlaten, is wat anders. Lange tijd heb ik niet geweten wat dat zou zijn. Door het verschijnen van dit magazine met al die mooie verhalen van de mensen om mij heen, weet ik nu dat mijn praktijk dè boom is. Een bloeiende praktijk, dat is wat ik wil achterlaten.

I

k ben daar erg dankbaar voor. Allereerst ben ik mijn ouders dankbaar dat ik er mag zijn. Ook ben ik dankbaar dat ik Annemarie heb ontmoet en samen met haar twee mooie dochters op de wereld heb gezet. En uiteraard ben ik iedereen dankbaar met wie ik dagelijks mag werken. Mijn collega’s natuurlijk maar bovenal de patiënten, die iedere dag weer een beroep doen op mijn kennis, vaardigheden en verantwoordelijkheidsgevoel. Ik ben blij dat ik hun gids mag zijn voor een lang en gezond leven. Sommige patiënten ken ik al vanaf hun geboorte. Anderen sta ik bij in hun laatste fase. Het is heel bijzonder om hele families te begeleiden en al hun zorgen en geluk in samenhang te zien. Het is een dankbaar beroep.

E

en boom, hoe sterk ook, moet onderhouden blijven. Dat geldt ook voor de praktijk. Deze moet mij overleven, alleen dan kan ik zeggen dat ik iets nalaat. Het streven is dan ook om op termijn de huidige praktijk te transformeren naar een HOED (huisartsen onder één dak), liefst met een apotheek erbij. De eerste stap daartoe neem ik in 2013 met de komst van een tweede vaste, vrouwelijke huisarts in de praktijk. Maar, zoals Winnie de Poeh zegt: ‘Rivieren weten het, er is geen haast bij. Op een dag komen we er wel.’ Zo zie ik dit proces ook. Ja, er zal iets veranderen en op termijn zal ik afscheid nemen. Ik zal dit proces echter niet forceren. Zolang ik mijn beroep ervaar als een hobby, het met passie uitvoer en ervan geniet kunt u op mij rekenen.

E

lke keer als ik u ontmoet, deelt u uw zorgen met mij en stelt u zich kwetsbaar op. Met dit magazine wil ik iets terug doen. Deze keer stel ík mij open en geef ik u graag een blik in mijn wereld. Ik hoop dat u het leuk vindt en dat u het met veel plezier zult lezen. Geniet ervan!

U

iteraard heb ik dit magazine niet alleen gemaakt. Ik bedank iedereen die aan dit magazine heeft meegewerkt en het daarmee mogelijk heeft gemaakt om mijn 30 jarig jubileum op deze wijze te vieren.

Hans Rutten

www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

5


De man die de klok niet goed hanteert

Zestig jaar is Hans Rutten en dertig jaar huisarts in Nuenen. Een jubileum en dus reden voor ons om dit te vieren met een magazine. Als middelpunt ontkomt hij er niet aan zich bloot te geven. Wie is die man achter het bureau? Waarom is hij huisarts geworden? Waar is hij trots op? Wat zou hij anders willen doen? Wie beschouwt hij als zijn helden? Het is tijd voor een openhartig gesprek op woensdagmiddag in zijn achtertuin. Spannend vindt hij het wel, maar hij is er helemaal klaar voor. Wist je aan het begin van je studie al dat je huisarts wilde worden? ‘Nee, helemaal niet. Ik ben eigenlijk gaan studeren met het idee om naar de ontwikkelingslanden te gaan. Ik wist alleen dat ik voor de mens wilde zorgen. Het lijf en alles wat daarmee te maken heeft. Als arts kun je in ontwikkelingslanden veel waarde toevoegen. Daar is de nood het hoogst. Bovendien is het echt veldwerk, oplossingen zoeken in moeilijke omstandigheden. Dat boeide mij enorm. Nog steeds eigenlijk wel.’ Waarom ben je geen ontwikkelingsarts geworden? ‘Goede vraag. Tijdens de studie kwam ik in aanraking met zoveel interessante gebieden, dat ik uiteindelijk van alles wilde gaan doen. Ik heb een tijdje kinderarts willen worden, toen gynaecoloog en later zelfs psychiater. Heel geleidelijk ontstond het idee om huisarts te worden en uiteindelijk heb ik die specialisatie gedaan, waar ik gelukkig nooit spijt van heb gehad.’ Wat vond je interessant aan deze beroepen? ‘Als psychiater kijk je naar de mens als geheel. Op een holistische wijze, niet alleen medisch. Ook nu nog vind ik dat interessant. Ik vind dat een huisarts in deze technische wereld ook veel aandacht moet hebben voor de psyche van de mens. In de toekomst wil ik daar toch iets mee gaan doen. Ik overweeg een aanvullende opleiding tot kaderarts te volgen met als specialisatie de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).

‘Ik wist alleen dat ik voor de mens wilde zorgen’ Verder heb ik iets met kinderen. Ik vind kinderen authentiek, heel echt. Als kinderarts is het een voorrecht om met hen te werken. Ergens ben ik wel jaloers op kinderen. Het is jammer dat wij als volwassenen het kind zijn zo snel verleren. Zoals de verwondering voor de wereld om ons heen. Gynaecologie heeft weer iets te maken met het onvoorspelbare, het is elke keer weer spannend. Ook mijn bewondering voor het nieuwe leven speelde hierbij een rol.’

6 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

En hoe kom je dan uit bij het beroep van huisarts? ‘Ik denk omdat alle aspecten hierin voorkomen. Ik heb gemerkt dat ik graag de breedte van het werk opzoek. Een beetje van alles. Het hoeft niet perse de diepte in als specialist. Daarbij komt dat ik toch wel iemand ben die een bepaalde mate van vrijheid nodig heeft. Ik kan minder goed functioneren in grotere systemen, zoals een ziekenhuis.’

‘Streef naar een toekomst, zonder het hier en nu te verliezen’ Waren er tijdens je studie professoren die je erg inspireerden? ‘Nee, niet echt. Er waren geen professoren die ik echt in het bijzonder bewonderde.’ Zijn er wel mensen in het vakgebied die je bewondert? ‘Ja, ik vind bijvoorbeeld een man als Professor Smalhout boeiend, een bekend anesthesioloog. Een voorvechter van openheid in de medische wereld. Hij zoekt de grenzen op, doorbreekt taboes. Wel wat omstreden, maar hij is authentiek. Dat geldt ook voor professor Galjaard. Hij heeft opzienbarend werk verricht voor de erfelijkheidsleer. Complexe materie en nieuwe technologieën. Dit alles gaat niet zonder discussie. Dat weten ze. Ze staan echt voor iets, breken een lans. Wat kan wel en wat kan niet? Is het wel ethisch? Mogen we de vooruitgang en technieken hun werk laten doen? Het zijn boeiende vragen waar zij zich mee bezig houden.’ Doen zij dingen die jij graag zou willen? ‘Nou, de manier waarop zij gaan staan voor de zaak vind ik gedurfd. Zo in het openbaar het conflict opzoeken en tegelijk kwetsbaar zijn is niet iets waar ik het lef voor heb. Daar heb ik bewondering voor. Het zijn soms wel extreme gedachtes, maar meestal sta ik wel achter hun ideeën. Daarover een dialoog is volgens mij goed.’ Heb je buiten je vakgebied bekende helden? ‘Historische personen als Martin Luther King en Gandhi bewonder ik. Over King heb ik zelfs al op de middelbare school een


werkstuk gemaakt. Zij hebben een droom waarvoor ze strijden. Hun doel is een vredige wereld die voor iedereen goed is, waar gelijkheid bestaat en waarin iedereen de moeite waard is. Zij wijzen op onze verantwoordelijkheid om te zorgen voor een betere wereld en om op te komen voor de zwakkeren. Ik heb ook heel andere soorten helden. Zo heb ik bewondering voor de verhalen van Winnie de Poeh, zoals de TAO van Winnie de Poeh. De verhalen en uitspraken zijn kinderlijk eenvoudig maar er ligt een diepe betekenis in. Het hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn. De eenvoud hiervan raakt mij. Dat geldt ook voor een boek als “De Kleine Prins”. De boodschap in dit boek is dat de grootsheid in de kleine dingen zit. Ik geloof daarin. Tot slot heb ik natuurlijk filmhelden. Films kijken is mijn grootste hobby. Een acteur als Jack Nicholson vind ik zo verschrikkelijk goed. Hoe hij een karakter levensecht kan neerzetten is briljant. Zoals bijvoorbeeld de psychisch ontregelde personage in de film ‘One flew over the cuckoo's nest’. Ook acteurs als Morgan Freeman, veel zachtmoediger dan Nicholson, en Dustin Hoffman, bijna kwetsbaar, vind ik erg goed.’ Wat doe je met hun lessen? ‘Het is vooral bewondering. En ik probeer bepaalde aspecten terug te laten komen in mijn eigen leven. Bijvoorbeeld in mijn basisprincipes. Authenticiteit, oprecht zijn, trouw, loyaliteit en eerlijkheid.’

‘Oprecht is voor mij een situatie waarbij je gedrag en je intenties op één lijn zitten’

Wat is voor jou het verschil tussen oprecht en eerlijk? ‘Eerlijk is je mening geven, de naakte waarheid vertellen. Dat hoeft niet altijd oprecht te zijn. Je kunt heel eerlijk de waarheid vertellen, maar met de verkeerde bedoelingen. Oprecht is voor mij een situatie waarbij je gedrag en je intenties op één lijn zitten.’ Hoe heeft huisarts zijn je gevormd als mens? ‘Moeilijke vraag. Ik denk dat het mij zeker gevormd heeft tot wie ik nu ben. Wellicht iets teveel. Ik ontleen mijn identiteit grotendeels aan het huisarts zijn en daarmee geef ik mogelijk wat te weinig aandacht aan de andere kanten van mijzelf. Aan andere rollen die je in het leven kunt vervullen. Daarnaast heeft het mij gevormd tot een man die heel dicht bij mensen kan staan, oprecht met ze meeleeft. Patiënten vertellen mij heel veel, zelfs dingen die ze hun eigen partner nog niet hebben toevertrouwd. Ook dit jarenlang meeleven met gezinnen en soms met hele generaties hebben mij gevormd tot de persoon die ik nu ben.’ Wat doet deze constatering met jou? ‘Het is een bevestiging van het feit dat je waardevol bent. Ja, dat ik de moeite waard ben om er te zijn. Dat geeft mij echt levensvreugde en geluk. Zonder meer. Het zorgt er ook voor dat ik elke dag weer voldoende energie heb om lange dagen te maken.’ Had je vroeger een verwachting hoe het zou zijn als huisarts? ‘Nee niet echt, behalve dat ik medische bijstand in de breedste zin van het woord zou geven. Ik had geen gedetailleerde verwachtingen. Het is mij gewoon tegemoet gekomen en de uitkomsten zijn mij niet tegengevallen.’ www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

>

7


‘Wellicht staat de boom er al, maar zie ik hem nog niet’ Er komt een moment dat je het werk los moet laten, hoe ga je daarmee om? ‘Tja, er zijn regelmatig patiënten die vragen wanneer ik moet stoppen. Dan zeg ik dat ik niet hoef te stoppen en dat ze de komende tien jaar nog niet van mij verlost zijn. Anderen, in mijn omgeving zijn er meer mee bezig dan ik. Maar eerlijk gezegd schuif ik het ook een beetje voor mij uit. Ik wil er niet aan denken. Ik ben er nog niet uit hoe ik mijn leven dan zinvol zou inrichten. Daar moet ik geleidelijk aan achter zien te komen. Zoiets als de kaderopleiding voor geestelijke gezondheidszorg is daar wellicht een voorbereiding op.’ Heb je bepaalde hobby’s of interesses? ‘Ja, films kijken. Ik ben helemaal gek op films. Dat is voor mij pure ontspanning. Daarnaast geniet ik een of twee keer per jaar van een actieve vakantie. Bijvoorbeeld een spannende rondreis waarvoor ik veel moet voorbereiden. Dat vind ik leuk. Verder

Waarop ben je het meest trots? ‘In een opleiding heb ik ooit gehoord dat je als man zijnde drie dingen in je leven moet doen. Een huis bouwen, een gezin stichten en een boom planten. Deze drie eenheid sprak mij wel aan. Ik ben trots op het feit dat ik de eerste twee dingen al heb kunnen doen. Niet alleen natuurlijk maar samen met Annemarie en mijn dochters. Met het laatste, een boom planten, worstel ik nog. Het is een metafoor voor iets achterlaten in de wereld, iets overdraagbaars. Ik ben er nog niet uit wat dat voor mij is. Misschien moet ik daar niet zo moeilijk over denken en het dichter bij huis zoeken. Ik heb wel veel gezaaid in al die jaren en nu oogst ik ook veel. In de vorm van waardering voor mijn werk en waardering die ik voel van mijn gezin. Wellicht staat de boom er al, maar zie ik hem nog niet. Ik weet het niet.’ Wat zou je zijn zonder deze basis, het gezin? ‘Ik besteed heel veel tijd aan mijn werk. Dat kan ik natuurlijk alleen doen, omdat de basis met Annemarie en de kinderen heel goed is. Als dat niet goed zou zijn dan had ik niet zo kunnen functioneren zoals ik nu doe. Daar ben ik mij heel bewust van. Door de jaren heen heeft het gezin veel ingeleverd op privégebied, dat is bijna inherent aan een praktijk aan huis en mijn werkinstelling. Nu zie ik dat de huidige generatie huisartsen, waarvan de praktijk en het gezin vaak van elkaar gescheiden zijn, veel meer tijd nemen voor hun gezin. Als ik opnieuw zou starten, dan zou mijn intentie zijn dit ook te doen. Dan zou ik bewuster bezig zijn met de balans tussen werk en privé. Maar eerlijk gezegd zou dat ook een worsteling voor mij zijn, ik zit gewoon niet zo in elkaar.’ Kun je een aantal sterke punten van jezelf benoemen? ‘Ik denk dat ik goed kan meeleven en meevoelen. Kan verwoorden wat ik zie. Dat ik echt naast iemand kan staan als dat nodig is, er zijn. Niemand in de steek laten. Zelfs mensen die mij het meest vijandig zijn. Ik ben in staat vertrouwen te creëren en soms zelfs gezelligheid. Verder heb ik een groot associatief en creatief denkvermogen en ben ik redelijk inventief. Ik heb mijn sterke punten vooral leren kennen, omdat het tevens mijn valkuilen zijn. Ik heb nog wel eens de neiging om alles ‘te veel’ te doen en dan keert het zich tegen me.’ Heb je ook iets waarin je moet verbeteren? ‘Ja hoor, ik moet verbeteren in duidelijk zijn. En dan bedoel ik uitkomen voor mijn mening. Ergens voor gaan staan, net als mijn helden. Dat zou ik best beter kunnen doen. Regelmatig laat ik mij meeslepen met de mening van iemand anders of ga ik het conflict uit de weg. Dan ga ik soms voorbij aan een aantal principes waarvoor ik sta.’

trekt mij de filosofie ook erg aan. Een goede dialoog voeren op de manier waarop Socrates dat deed. Ik heb wel eens gedacht om daar meer mee te doen.’ Denk je wel eens: wat als ik geen huisarts zou zijn? ‘Nee, niet echt. Er is ook niet iets wat ik zou willen veranderen. Wellicht kleine details, maar niet in de zin van het grote woord. Als ik echt iets anders zou moeten kiezen? Dan wellicht iets in de ruimtevaart. Ik heb ook iets met astronomie, de grootsheid van het heelal vind ik indrukwekkend. Het onbekende. Misschien was ruimtevaartgeneeskunde iets voor mij geweest.’

8 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

Wat zijn de meest indrukwekkende momenten in je leven? ‘Dat is toch de bevalling van onze dochters. Beide bevallingen waren spannend omdat er potentiële complicaties waren. Gelukkig is alles goed gegaan. Het meest indrukwekkende is toch wel de verwondering over het nieuwe leven dat zich aandient en

‘Dan ga ik soms voorbij aan een aantal principes waarvoor ik sta’


dat ik dat mag meemaken. Een ander indrukwekkend moment in mijn leven was het moment dat mijn vrouw, Annemarie, in het ziekenhuis lag en na een operatie bloedingen kreeg en de bloeddruk sterk daalde. Dat was de eerste keer dat ik een soort paniekgevoel had. Ik dacht toen oprecht dat ze dood ging en voelde de wereld onder mijn voeten verdwijnen. Het idee haar te verliezen, de enorme onrust, was een emotioneel heel indrukwekkend moment. Gelukkig was het allemaal niet zo erg als het leek, maar indruk maakte het wel. In de praktijk zijn er natuurlijk ook momenten die mij erg aangrijpen. De meest indrukwekkende gebeurtenis voor mij, heeft te maken met een kindje dat met hersenvliesontsteking naar de praktijk werd gebracht en toen al bijna dood was. Verdrietig genoeg is het niet goed gekomen. Wat ik ook indrukwekkend vind, maar dan op een andere manier, zijn terminale patiënten die leven op de rand van de dood. De moed die zij vaak uitstralen is indrukwekkend.’ Welke wijsheden wil je meegeven aan je kinderen? ‘Streef naar een toekomst maar zonder het hier en nu te verliezen. Maak keuzes en doe waar je zelf achter staat. Sta op en onderneem actie, met enthousiasme. Ontwikkel je talenten en beschouw dat als een verplichting naar jezelf en de wereld. Dat gaat niet vanzelf, daar moet je hard voor werken. Volhouden, ook als er tegenslag is. En natuurlijk oprecht en eerlijk zijn. Maar als ik naar mijn kinderen kijk gaat dat helemaal goed.’ Wat hoop je dat mensen niet over je zullen zeggen? ‘Dat ik niet betrouwbaar ben, de zaak bedonder.’ Kun je tot slot zeggen hoe je hoopt dat je dierbaren je zullen herinneren? ‘Als een lieve vader, een lieve man, een oprechte vriend en een aardige speelse opa. En wat betreft de patiënten, hoop ik dat ze mij zullen herinneren als een holistische huisarts die de mens in zijn geheel bekijkt. Niet een arts die alleen het mes hanteert. Als een arts die de klok niet goed hanteert, in de goede zin van het woord.’

Top 1 0 klach ten

Kinde

ren to

t 4 ja

ar

1. Acute infec 2. ties a Ooro an de ntste 3. bove kinge Hoes nste n ten lucht 4. wege Aanle n g/ecz 5. e e Koort m s 6. Acute bronc 7. hitis Maag en da 8. rmkla Kren tenba chten 9. ard Astm a 10. Oogin fectie s

www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

9


Het begint met nul 24 april 1982 begint Hans Rutten met een huisartsenpraktijk in Nuenen. Met nul patiënten. Dertig jaar later is de praktijk uitgegroeid tot ruim 2750 patiënten. Dit is het verhaal van het begin tot het eind.

V

estigen in Nuenen Dertig jaar geleden was Hans specifiek op zoek naar een praktijk in een gemeente als Nuenen. Hij wilde geen arts zijn op het platteland en ook niet in een grote stad. Nuenen had als forensengemeente alles waarnaar hij op zoek was. Het was een groeigemeente, het kende alle problematieken van een kleine gemeente én lag dicht tegen een grote stad aan met alle medische voorzieningen die je kunt wensen. Bovendien lag Nuenen in Brabant, het gebied waar zijn vrouw Annemarie vandaan kwam. Ideaal dus. Maar je kunt niet zomaar ergens een praktijk beginnen. Er waren voor hem destijds drie opties om zich te vestigen. De minst gunstige optie was zomaar ergens gaan starten in een groeigemeente en de concurrentie aangaan met de bestaande huisartsen. Dat is een moeilijke optie. De tweede optie is het overnemen

van een bestaande praktijk met alles wat daarbij hoort, zoals een woonhuis. Een dure optie en het moet dan wel precies in je straatje passen. De derde optie is uitgenodigd worden door huisartsen van een groeigemeente en je op hun verzoek en met hun steun daar vestigen. Dit is de meest gangbare en harmonieuze optie. Hans kreeg die kans in Nuenen, nadat hij door een sollicitatiecommissie van alle

huisartsen uit het dorp gekozen werd uit ongeveer 80 kandidaten. En zo vestigde Hans zich aan de Lindenlaan in Nuenen en startte hij met 0 patiënten.

D

e eerste groei Gesteund vrij vestigen houdt in dat je als laatst gekomen huisarts nieuwe patiënten doorverwezen krijgt van de andere huisartsen. Zij stoppen dan in principe met de toelating van nieuwe patiënten tot hun eigen praktijk. Zo zorgen zij ervoor dat de nieuwe huisarts

10 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

met de praktijk langzaam maar gestaag kan groeien en de groei van nieuwe patiënten in de gemeente goed wordt opgevangen. Het doorverwijzen van patiënten is één van de steunmaatregelen waarop Hans kon rekenen. Daarnaast kreeg hij van de andere huisartsen patiënten doorverwezen die een keuring moesten hebben. Zo heeft hij veel arbeids- , sport- en rijbewijskeuringen gedaan. Zo lukte het Hans en zijn vrouw Annemarie om te groeien met 500 patiënten per jaar. In het begin was dit nog niet genoeg om fulltime te werken in de eigen praktijk. Daar hadden ze echter een oplossing voor. In de ochtend hield Hans spreekuur en nam hij zelf de telefoon op. Geld en werk voor een assistente was er nog niet. Het kwam in die tijd geregeld voor dat er in de ochtend maar één patiënt kwam. Hans had toen nog zeeën van tijd voor een goed gesprek. In de middag werkte Hans dan als huisarts in loondienst bij het Rijks Psychiatrische Inrichting (RPI) in Eindhoven, nu bekend als De Grote Beek. Daar deed hij de standaard werkzaamheden voor de mensen die daar waren opgenomen. Als Hans weg was nam Annemarie de telefoon aan. Bij spoedgevallen kon zij patiënten

0000 | 1100 |


doorverwijzen naar een van de andere huisartsen. Als het geen spoedgeval was, dan deed Hans aan het begin van de avond nog even een spreekuurtje.

V

an parttime naar fulltime Het omslagpunt kwam enkele jaren later. Toen de praktijk uit ongeveer 1100 patiënten bestond nam de druk op de praktijk dermate toe dat Hans een beslissing moest nemen. Hij besloot fulltime in de praktijk te gaan werken en nam ontslag bij het RPI. Dat was ook het moment waarop hij een assistente aannam. Dat was Anka. Eerst als stagiaire, later als volwaardige medewerkster.

D

e verhuizing Na de succesvolle start van de praktijk op de Lindenlaan groeide de praktijk verder. Het lukte allemaal. Het was een spannende periode van hard werken. Met veel plezier. Na enkele jaren stond de volgende verandering voor de deur. In die tijd groeide Oost-Nuenen sterk en veel van zijn nieuwe patiënten kwamen uit die buurt. Het was voor de praktijk zaak om dicht tegen de groei te gaan zitten om verder te kunnen groeien. Een verhuizing naar Oost Nuenen was dus de enige logische keuze voor Hans en Annemarie. En dus bouwden ze een huis met praktijk aan de Laan van Nuenhem. Precies op de plek waar hij nu, ruim 25 jaar later, nog steeds zit. Het bleek een goede keuze. Niet lang daarna bereikte ze met ruim 2400 patiënten het niveau van een normpraktijk.

ruimtes gecreëerd, waaronder een ruimte voor de praktijkondersteuners.

A

utomatisering Net zoals in elk beroep heeft automatisering in de afgelopen decennia ook binnen de praktijk van Hans veel veranderd. Wie kent niet de bekende

groene kaart waar al je medische gegevens op stonden en die uit de la werd opgediept bij elk consult. Nu staat alles netjes in een database en leest Hans de gegevens van het scherm. Deze vult hij nu direct aan terwijl hij in gesprek is met de patiënt. Dat laatste vindt Hans een nadeel van de automatiseringstrend. Hij vindt het gesprek zo minder persoonlijk. Gelukkig ziet hij hierin ook een positieve ontwikkeling. Hij verwacht dat het niet lang zal duren, totdat de beeldschermen zo staan opgesteld dat hij samen met de patiënt door de gegevens loopt. Dit leidt tot meer interactie en openheid. Natuurlijk ziet Hans nog wel meer voordelen van automatisering. In de beginperiode ging alles met de hand. Carbonpapier werd gebruikt voor een doordruk en rekeningen werden met de hand gemaakt en opgestuurd. Nu is het een kwestie van op de knop drukken en alles is online doorgezet. Wel zo efficiënt natuurlijk. Maar hoe dan ook, de periode van automatisering heeft Hans niet als zijn fijnste periode beleefd. Het heeft hem wel wat energie gekost.

W

De patiënten die al lang bij Hans komen weten dat de praktijk er niet meer zo uitziet als in het begin. Er zijn meerdere verbouwingen geweest. De eerste verbouwing was een inpandige verbouwing, waarbij de oorspronkelijke garage werd toegevoegd aan de praktijk. Vijf jaar geleden heeft de praktijk de laatste facelift gehad en zijn er nieuwe

erkzaamheden In al die jaren zijn de werkzaamheden natuurlijk ook veranderd. De basis is hetzelfde gebleven. Voor de top tien aan klachten kom je nog steeds bij de huisarts. Maar Hans ziet het werk langzaam verschuiven van achteraf iemand ad hoc beter maken naar meer preventievere zorg. Nu al is het zo dat praktijkondersteuners in de praktijk sommige patiënten periodiek begeleiden met hun ziekte en hun levensstijl bespreken. Hans voorziet dat op termijn

een flink deel van de werkzaamheden over de vraag gaan hoe je gezond blijft en niet ziek wordt. Een andere wijziging is dat Hans vroeger veel betrokken was bij straatongevallen. Als er ergens iets was gebeurd ging hij er direct op af en gaf eerste hulp. Dat doet hij nu helemaal niet meer. Deze taak is volledig overgenomen door ambulances. De functie van huisarts wordt steeds minder ambulant. Ook je 24 uur-zorg veranderd. Vroeger deed je altijd je eigen nachtdiensten. Je deelde wel je weekenden en avonddiensten met de andere huisartsen in de buurt. Vandaag de dag maak je onderdeel uit van een groot netwerk in de gehele regio die elkaars diensten waarneemt. Het is goed mogelijk dat in de nabije toekomst hierin zelfs specialisatie plaatsvindt en er artsen komen die alleen de avond of de nacht doen. De reguliere

huisarts hoeft deze dan niet meer te doen en kan zich volledig richten op de dagdienst. Hans vindt het echter nog best leuk om al die diensten te doen, dus wat hem betreft blijft het voorlopig bij het oude. Verder heeft Hans een jaar of tien samen met collega huisarts Pieter van Wijk bevallingen gedaan in Nuenen. Dat vond Hans leuk om te doen. Gaandeweg zag je dat het beroep van verloskundige een steeds sterkere positie kreeg en huisartsen minder en minder bevallingen deden. Daar zat natuurlijk een grens aan. Je moet minimaal een aantal bevallingen per maand doen om deskundig te blijven en uiteindelijk deden ze te weinig bevallingen en besloten ze ermee te stoppen. Daarbij kwam dat patiënten steeds meer moeite kregen met het gegeven dat een huisarts zomaar weggeroepen kan worden, terwijl zij een afspraak hadden. Bevallingen wachten niet. In de beginperiode van de praktijk was weggeroepen worden heel

| 2400 | 2750

www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

>

11


T

erminale zorg De laatste jaren houdt Hans zich veel bezig met terminale zorg. Dat houdt in dat hij patiënten tot het einde begeleidt. Tegenwoordig sterven steeds meer mensen thuis en dus speelt de huisarts hier een belangrijke rol in. Hans wordt geraakt door de moed van deze groep patiënten en het zorgt bij Hans voor een groot relativerend vermogen. Ook deze zorg laat zich niet altijd makkelijk combineren met de strakke planning van een praktijk. Daar worstelt Hans dan ook opnieuw mee. Hij wil er graag bij zijn als mensen sterven die hij gedurende het hele proces heeft begeleid. Maar tegelijkertijd is er natuurlijk de zorg over de patiënt die een afspraak heeft en zelf ook een drukke agenda heeft. Het vraagt veel aandacht van Hans en de toekomst zal leren hoe hij hiermee het best kan omgaan.

E

n nu? Nu is de praktijk van Hans al jaren een volwassen praktijk. Er werken drie assistentes, een praktijkondersteuner voor chronisch zieken, een praktijkondersteuner voor de geestelijke gezondheidszorg en af en toe een maatschappelijk werker. Zij verlenen zorg op hoog niveau. Dicht bij de leefsituatie van de patiënten. Net zoals dertig jaar geleden, toen het allemaal begon.

0 1 p To n e t h klac tot 18 jaar

Kind

13 n a v eren

ceptie nticon 1. A ratten akte 2. W egen eid/Zw h e luchtw o M e t s n . e 3 v de bo cne s aan ie t 4. A c e f cute in 5. A rts ooikoo 6. H stma ties eem 7. A ginfec er ecz inewe r U m/and e e 8. z c te ties ontac 12 | DeHans |9www.huisartsmagazine.nl l-infec . C imme h c s uid 10. H

13 stellingen aan

Hans

normaal. Vandaag de dag is daar nog steeds wel begrip voor, als het maar niet te vaak gebeurt. Hans sloot toen een periode af met veel mooie herinneringen.


Hoeveel patiënten heb je gezien als je dertig jaar huisarts bent geweest? Geen idee, maar het zullen er veel zijn. Sommige patiënten komen zelden, anderen veel. Hele families en generaties komen al jarenlang naar de praktijk van Hans Rutten. De vraag die wij hebben is of de relatie tussen de patiënten en de huisarts in al die jaren is veranderd. Dat moet haast wel. Tijd dus om Hans hierover een aantal stellingen voor te leggen.

1

Patiënten zien huisartsen nog steeds als belangrijkste spil in de medische zorg! ‘Dat ligt er maar net aan. Zoals ik het nu ervaar denk ik dat het bij de wat oudere generatie nog steeds zo gevoeld wordt. Voor deze groep is de huisarts ook vaak noodzakelijk, omdat de zorg dicht bij huis speelt. Bij de jongere generatie is het

‘Mijn grootste wens is dat het mij ooit lukt om binnen het 10 minuten consult een persoonlijke beleving van 20 minuten te realiseren’ afhankelijk van het ziektebeeld. Voor patiënten met een complex ziektebeeld die vaker komen en ook zorgcoördinatie aan huis nodig hebben is de huisarts een spil. Als je af en toe te maken krijgt met een specialist is dat veel minder. Dan zijn wij meer een toegangspoort tot de specialist. We worden dus nog wel als spil gezien, maar het is zonder meer minder dan vroeger.’

2

Patiënten zijn veel mondiger dan dertig jaar geleden! ‘Ja, dat is waar. Patiënten zijn zeker mondiger. Ze willen meer uitleg, meer horen over alternatieven en de vooren nadelen van de alternatieven. Er wordt duidelijk meegedacht over de behandeling van een ziekte. Dat is ook logisch, het is hun eigen lijf. Terecht dus. Ik moet vooral een goed adviseur zijn, die patiënten vanuit medisch perspectief helpt om een besluit te nemen. Het blijft mijn taak om vanuit mijn deskundigheid een diagnose te stellen en een duidelijke richtlijn mee te geven. Deze ontwikkeling zie je overigens ook terug bij jonge mensen. Die komen tegenwoordig veel sneller alleen en zijn prima in staat om hun eigen woordje te doen. Het is nu heel normaal als een jongen van veertien alleen op het spreekuur komt. Dat was 20 jaar geleden veel minder. Jongeren zijn nu ook mondiger én baas in eigen lijf.’

3

Hoe mondiger de patiënt, hoe beter en sneller hij of zij geholpen wordt! ‘Daar is geen eenduidig ja of nee op te antwoorden. Ik denk dat als mensen echt op hun strepen gaan staan ze eerder worden geholpen. Niet beter, daar zit zeker geen onderscheid in. Overigens is het niet zo dat een mondige patiënt automatisch een snellere oplossing krijgt aangeboden. Het komt regelmatig voor dat mondige patiënten er teveel informatie bijhalen die minder belangrijk is voor de klacht die ze hebben. Dat leidt soms tot verwarring en komt de snelheid van de diagnose en de behandeling niet altijd ten goede.’

4

Patiënten komen te snel bij de huisarts, ze zouden meer vertrouwen moeten hebben in hun eigen lichaam! ‘Dat laatste zeker. Mensen mogen zeker meer vertrouwen hebben in de zelf genezende werking van het lichaam. Dat wordt vaak onderschat. In de huidige maatschappij, waarin wij alles als maakbaar zien, willen wij soms te snel ingrijpen daar waar het lichaam het zelf aankan. Of patiënten té snel komen, vind ik een moeilijke stelling. Als je puur naar het medische gedeelte kijkt wellicht wel. Maar je moet het in de context zien. Patiënten zetten hun klacht af tegen de ervaringen die ze er mee hebben of anderen in hun omgeving. Dat bepaalt de mate van ongerustheid en dat kan op zich weer een goede reden zijn voor een huisartsbezoek. Daarnaast speelt de invloed van de maatschappij ook een rol. De eisen zijn hoog, er wordt veel van mensen gevraagd en ik denk dat mensen graag aan die verwachtingen willen voldoen. Alles gaat sneller dus waarschijnlijk ook het raadplegen van de huisarts.’

5

De relatie patiënt huisarts is in de afgelopen dertig jaar sterk verzakelijkt! ‘Ja en nee. Er is verzakelijking ja. Maar niet sterk. Bij een deel van de klachten, bijvoorbeeld de top 10 van meest voorkomende klachten, zie je dat deze eerder worden overgenomen door een assistente. Dat voelt waarschijnlijk als een stukje verzakelijking. Maar in de kern volg je de eigen patiënten gedurende hun levensloop en zie je ze regelmatig. Daar is denk ik geen sprake van verzakelijking en zijn diepe contacten nog wel mogelijk. Ik vind het wel een aandachtspunt. Mijn mening is dat je als huisarts moet bewaken dat er ruimte blijft voor echt persoonlijk contact. Mijn grootste wens is dat het mij ooit lukt om binnen het 10 minuten consult een persoonlijke beleving van 20 minuten te realiseren.’

‘Mensen mogen zeker meer vertrouwen hebben in de zelf genezende werking van het lichaam’

6

De patiënt hoeft de huisarts steeds minder te zien, omdat de assistent een groot deel van zijn werk uit handen neemt! ‘De assistentes en de praktijkondersteuners nemen zeker veel zaken over. Bijvoorbeeld de top 10 van kleine klachten of de chronische zorg. Dat is maar goed ook, want anders zou ik het werk niet klaar krijgen. Het aantal vragen van patiënten is de laatste jaren gestegen en daarom moeten wij het zo organiseren dat de kwaliteit van de zorg op peil blijft. We verdelen het werk anders en dus zie je niet meer voor alles de huisarts. Maar voor de meeste zaken ben ik nog steeds het eerste aanspreekpunt.’

www.huisartsmagazine.nl | De Hans |

13

>


7

Het is geen goede ontwikkeling dat patiënten vaker zelf een diagnose stellen op basis van gegevens die ze op internet vinden! ‘Ik vind het inderdaad geen goede ontwikkeling maar zie ook wel in, dat je het niet uit de weg kunt gaan. Internet is laagdrempelig en er is veel informatie beschikbaar. Ik heb er geen probleem mee dat patiënten deze informatie meenemen naar het spreekuur. Het is wel mijn taak om hierin orde te scheppen en duidelijkheid te geven. Het gevaar van internet is namelijk dat veel informatie te chaotisch en te breed wordt aangeboden voor de klacht die de patiënt heeft. Dit lijdt vaak tot meer ongerustheid dan nodig en dat is jammer.’

8

Aan online medisch contact met de patiënt zijn te veel risico’s verbonden! ‘Ja, daar zijn zeker risico’s aan verbonden. Patiënten stellen regelmatig en steeds vaker online vragen aan de praktijk. Als het eenvoudige vragen zijn waar een ja of een nee als antwoord volstaat, is dat geen probleem. Maar als het ingewikkelde vragen zijn of verzoeken tot doorverwijzing waarbij ik de context niet ken, heb ik er moeite mee om inhoudelijk te antwoorden. Volgens mij moet je er heel voorzichtig mee zijn.’

‘Wij staan nog steeds dicht bij onze patiënten’

9 10

De huisarts wordt vergeleken met dertig jaar geleden minder serieus genomen! ‘Nee, dat herken ik niet. Het is wel zo dat je minder op een voetstuk staat dan vroeger. Dat is niet erg. Nu moet je gewoon wat meer energie steken om als autoriteit erkend te worden, terwijl het vroeger wat sneller werd aangenomen. Maar ik heb niet het idee dat ik minder serieus wordt genomen.’ Patiënten willen te snel doorverwezen worden naar een specialist! ‘Ja mensen willen sneller een doorverwijzing naar een specialist. Ik heb daar geen probleem mee. In ons land hebben wij gelukkig de mogelijkheid om aanvullend onderzoek te doen, dus kunnen wij daar ook gebruik van maken als het helpt in het oplossen van de klacht. Met het gedeelte ‘te snel’ in de stelling ben ik het dus niet eens.’

11

Het aantal psychische klachten van patiënten is hoger dan dertig jaar geleden! ‘Het is eigenlijk altijd wel hoog geweest, maar zal ongetwijfeld door de toenemende maatschappelijke druk hoger zijn geworden. Zeker de helft van alle klachten zijn wat je noemt psychosomatisch getinte klachten. Bijvoorbeeld rugpijn door stress. Het zal overigens per praktijk verschillen. Ik denk dat het aandeel van deze klachten in de stad hoger ligt dan bijvoorbeeld in een kleine agrarische gemeente. Een andere duidelijke ontwikkeling die ik zie, is het aantal werkgerelateerde klachten. Zoals patiënten die last hebben van conflicten op hun werk, moeite hebben met een gedwongen verhuizing voor het werk of volledig uitgeblust zijn. Voor mijn gevoel zijn deze klachten de laatste jaren flink toegenomen.’

14 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

12

Net zoals bij andere zorgberoepen is het aantal (verbale) gewelddadigheden toegenomen! ‘Ja, ik denk wel dat het klopt. Helaas. Op de huisartsenpost en in de weekenddiensten merk je dat goed. Daar moet je zelfs lichte veiligheidsmaatregelen nemen. In mijn eigen praktijk merk ik geen toename. Maar het is er wel, schelden bijvoorbeeld is van alle tijden.’

13

De functie van huisarts is in al die jaren in essentie niet veranderd! ‘Dat klopt, daar is eigenlijk niets aan veranderd. Wij zijn er nog steeds voor het gezin, begeleiden iedere levensfase en zijn vertrouwensarts wanneer nodig. Wij staan nog steeds dicht bij onze patiënten.’


De oudste mannelijke patiënt Het is bijzonder om de oudste man van de praktijk te ontmoeten. De heer Jochems uit Nuenen. Vierennegentig jaar en nog volop in het leven. ‘In de ochtend ben ik door de medicijnen maar half mens’, zegt hij, ‘maar na het middaguur trek ik er elke dag op uit. Vandaag heb ik een wandeling gemaakt van ruim 2 uur.’ Zijn leeftijd is hem niet aan te zien; soepel staat hij op en zet de TV uit. Hij gaat weer zitten met rechte rug. Koffie hoeft hij niet, die heeft hij vandaag al eentje gedronken. De heer Jochems is vroeger leerkracht geweest. Eerst op een gewone school in Eindhoven, later in het Bijzonder Onderwijs in Helmond. Deze overstap heeft hij bewust gemaakt, uit principe. Het viel hem op dat in klassen van soms wel zestig leerlingen er weinig aandacht was voor kinderen die het tempo niet bijhielden. Deze kinderen bleven vaak

gezin. Twee dochters en vier zonen. Een zoon is helaas in zijn eerste levensjaar gestorven. ‘Maar, ‘zegt de heer Jochems, ‘ik weet dat hij altijd bij ons is op de momenten dat het nodig is.’ Het gezin is katholiek opgevoed. Niet streng maar er werd veel aandacht aan besteed. En ook nu, op zijn oude dag, is geloof nog steeds een belangrijk onderwerp in zijn leven. Elke week gaat hij tweemaal naar de kerk. ‘Een keer voor mijzelf, op zondag, en een keer voor mijn kinderen, op woensdag’, zegt hij.

‘De bezoeken aan hem gaan verder dan alleen het medisch uitwisselen van feiten’ meerdere keren zitten. Toen daar meer aandacht voor was en het Bijzonder Onderwijs in opkomst kwam, heeft de heer Jochems samen met een collega besloten hiervoor extra trainingen te gaan volgen en de overstap gewaagd. ‘Dat was veel leuker,’ zegt hij. ‘De klassen waren klein, bijna familiair. Daar leerde ik de kinderen beter kennen en kon ik echt aandacht schenken. De resultaatverwachtingen waaraan de kinderen moesten voldoen waren ook minder hoog en dus was er meer ruimte voor individuele ontwikkeling,’ vervolgt de heer Jochems enthousiast. Ook ging hij op huisbezoek bij de ouders. Vooral om de leefomstandigheden van de kinderen te zien. Zo kon hij zich nog beter inleven in de leerling. ‘Wat ik ook mooi vond is dat het werk heel allround was. Er waren geen vakdocenten. Ik onderwees rekenen en talen, maar ook vakken als handvaardigheid en gym’. Rond zijn zestigste is hij gestopt met werken in verband met rugklachten, die hij had overgehouden aan een val vele jaren eerder. Van oorsprong komt de heer Jochems uit Woensel. Daar is hij opgegroeid en heeft hij de eerste jaren van zijn carrière gewoond. Eenenveertig jaar geleden is hij met zijn gezin naar Nuenen verhuisd. Dat lag mooi tussen Eindhoven en Helmond in. De heer Jochems heeft een groot

Het geloof is wellicht ook de binding met zijn huisarts, Hans Rutten. Niet dat ze het er veel over hebben maar meer door de bijna pastorale werkwijze van Hans Rutten. ‘De bezoeken aan hem gaan verder dan alleen het medisch uitwisselen van feiten,’ zegt de heer Jochems. ‘Hij heeft ook aandacht voor de mens achter de ziekte. Hij is oprecht betrokken en neemt de tijd. Probeert de situatie te begrijpen.’ Dat heeft de heer Jochems vooral gemerkt in de periode dat zijn vrouw langdurig ziek was en zij zich afsloot van de wereld. De bezoekjes aan Hans Rutten waren voor zijn vrouw één van de belangrijkste contacten in die tijd. Tot haar overlijden, nu ruim zeven jaar geleden.

vind het fijn als er goed onderzoek wordt gedaan.’ De heer Jochems: ‘Ook nu nog houdt Hans Rutten een oogje in het zeil. Als ik hem in Nuenen zie en lang niet ben geweest vraagt hij altijd hoe het gaat. Dan zegt hij dat ik gerust even bij hem langs kan komen.’ Tot slot meldt de heer Jochems dat niet alleen Hans Rutten maar alle medewerkers van de praktijk hartelijk en betrokken zijn. Het is fijn om de heer Jochems te mogen interviewen. Hij neemt de tijd en heeft veel te vertellen. Het onderwijzen is hij duidelijk nog niet verleerd. Tijdens het gesprek toont hij grote betrokkenheid met zijn omgeving. Hij heeft een duidelijke mening over hoe zaken anders kunnen en wil deze graag delen. Bijvoorbeeld over de hoveniers in zijn wijk en het gemeentebeleid over de aanleg van trottoirs in het dorp. Er is niets verdwenen van zijn behoefte om kennis over te dragen. Of hij in dit kader wellicht nog een wijze les heeft voor Hans? ‘Ach’, zegt hij, ‘er zijn zoveel mooie spreuken die ik zou willen delen.’ Maar op dat

‘Misschien heb ik dat mede aan Hans te danken, ik hoop dat ik hem nog lang mag meemaken’

De heer Jochems is Hans nog steeds dankbaar voor zijn manier van begeleiden. ‘Hans is een warm mens.’ Dat beaamt ook zijn dochter, Ans Jochems. Ook zij heeft, toen zij kinderen kreeg, bewust gekozen voor Hans Rutten als huisarts. ‘Vooral omdat hij meer aandacht schenkt en niet afstandelijk is’, zegt Ans. ‘Soms hoor ik wel eens mensen zeggen dat ze moeite hebben met de vele vragen die hij stelt, maar ik weet waarom hij het doet en

ene Latijnse gezegde, dat hij graag Hans Rutten zou willen meegeven, komt hij nu even niet. Toch bijzonder, de oudste patiënt van de praktijk. Op de vraag wat dat voor hem betekent, antwoordt hij: ‘Misschien heb ik dat mede aan Hans te danken, ik hoop dat ik hem nog lang mag meemaken!’

www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

15


25 vragen aan Kim Luth

Kim Luth en Eefje Donders vormen samen de verloskundigenpraktijk in Nuenen. Kim is de opvolgster van mevrouw Magis, dé verloskundige van Nuenen. In 2002 is Kim medeeigenaresse geworden van de praktijk en na het afscheid van mevrouw Magis in 2006 is Eefje erbij gekomen. Vanaf 2007 vormen zij samen een succesvolle maatschap en vullen ze elkaar perfect aan. ‘Het is net een huwelijk,’ zegt de positief ingestelde Kim. In dit magazine hebben wij een openhartig interview met haar. Over haar beroep, haar gevoelens en de arts-patiënt relatie die zij al vanaf haar tiende levensjaar heeft met Hans. Goedemorgen, hoe is je gemoedstoestand vanochtend? ‘Goed hoor. Ik heb er zin in vandaag. De kinderen zijn veilig op het kinderdagverblijf en de dag kan wat mij betreft starten. Ik ben een positief ingesteld mens.’ Heb je de afgelopen 24 uur nog bevallingen gedaan? ‘Nee, gisteravond om zes uur is mijn dienst ingegaan en ik heb gewoon kunnen slapen. Ik heb nog wel gewerkt hoor en een huisbezoek gedaan, maar geen bevalling. Er staat er wel eentje te wachten.’ Is verloskundige zijn je roeping? ‘Ja absoluut, ik doe het elke dag vol enthousiasme. Ik ben nu zestien jaar verloskundige en de tijd is razendsnel voorbij gegaan. Het gaat mij niet perse om de baby’s. Het is de ontwikkeling in het lichaam van een vrouw die ik ontzettend interessant vind. Ik mag dit proces bewaken en moet op basis van de informatie die ik krijg, elke dag de juiste beslissingen

‘Ik geloof in iets anders, namelijk in het 24 uur per dag klaar staan voor andere mensen’

Wat is je grootste prestatie? ‘Dat ik zelf moeder ben geworden. Vanaf dat moment heb ik nog meer respect voor vrouwen. Eerst kon ik mij alleen maar proberen in te leven. Nu weet ik wat het is. De bevalling, opvoeden en de onzekerheden die dit alles met zich meebrengt. Ik merk dat ik nu nog meer overtuiging heb en uit eigen ervaring kan putten. Vroeger ontkende ik het belang daarvan en was ik stellig van mening dat zelf kinderen hebben geen meerwaarde was voor het vak. Nu zie ik het iets anders.’ Wat is je dierbaarste bezit? ‘Dan denk ik toch aan mensen. Mijn dochters, mijn man, mijn broertje en mijn ouders.’ Wat is je grootste angst? ‘Dat ik geen verloskundige meer kan zijn. Dat mij iets lichamelijks overkomt en ik mijn vak niet meer kan uitoefenen, mijn passie. En natuurlijk dat er iets met de kinderen gebeurt.’ Hoe verwerk je de verdrietige momenten? ‘Als er iets verdrietigs gebeurt ben ik in eerste instantie helemaal verloskundige. Ik stel veel vragen, zorg voor de opvang van de mensen en verzeker mij ervan dat er aan alles gedacht is om de mensen te ontlasten. Maar ik vind het vaak ook moeilijk om op zo’n moment alleen maar verloskundige te zijn en heb geleerd dat ik dan ook gewoon Kim mag zijn.

nemen voor een goede voortgang. Ja, het is een roeping. Ooit stond er een pastoor voor mijn deur om over het geloof te praten. Ik heb hem binnen gelaten en zei tegen hem dat ik geloof in iets anders, namelijk in het 24 uur per dag klaar staan voor andere mensen.’ Ooit een andere roeping gevoeld of overwogen? ‘Nee, dat kan ik mij ook niet voorstellen. Ik wist in mijn tienerjaren al goed dat ik dit wilde doen. Om mij te oriënteren heb ik destijds gesproken met mevrouw Magis, vooral om van haar te horen wat de nadelen van het beroep zijn. Ik dacht al snel: dit zijn geen nadelen, maar juist uitdagingen. Toen ben ik de opleiding gaan doen. Ik besef wel dat je dit vak alleen kunt uitoefenen als je familie achter je staat. Het vraagt ook veel van hen. Gelukkig heb ik dat. Nee, ik zou niets anders kunnen verzinnen.’ Lijk je op je vader? ‘Ik lijk op beide ouders. Het zijn positief ingestelde mensen en doorzetters. Dat hebben ze aan mij doorgegeven. Over het algemeen krijg ik te horen dat ik het meest op mijn moeder lijk, maar mijn vader en ik vinden dat wij qua karakter het meest op elkaar lijken.’

16 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

Dat is ook een kracht, je mag best laten zien dat het ook iets met jou doet. Als ik daarna naar huis rijd, gebruik ik autorit en fijne muziek om tot rust te komen en het een plek te geven. Ik kan het loslaten zonder de betrokkenheid te verliezen. Thuis kan ik mij dan weer richten op mijn gezin. Als ik dan mijn twee gezonde dochters zie, voel ik mij toch wel gezegend.’


Wat vind je collega Eefje een sterk punt van je? ‘Dat ik altijd klaar sta voor iedereen, dat ik erg sociaal ben. Soms teveel. Dan remt Eefje mij gelukkig af en zegt dat ik niet voor de zoveelste keer bij iemand op bezoek hoef te gaan.’

‘De emotionele lading verschilt elke keer weer’

Waarin vult Eefje jou aan? ‘Wij zijn een beetje Yin Yang. Wat ik niet heb, heeft zij en andersom. Zij is wat meer de manager van ons beiden en heeft beter dan ik in de gaten dat we een bedrijf runnen. Ik wil vooral bezig zijn met verloskunde, zij heeft ook oog voor andere zaken. Ik zou met niemand anders kunnen samenwerken, er past echt geen derde verloskundige in onze maatschap. Het is net een huwelijk.’

Hoeveel kinderen heb je ter wereld gebracht? ‘Tja, goede vraag. Dat weet ik echt niet. De eerste vier jaar heb ik het allemaal bijgehouden in mooie grote geboorteboeken. Maar eerlijk gezegd is het niet bij te houden.’

Waarover hebben jullie wel eens een verschil van mening? ‘Over bijna niets. We denken en doen bij bevallingen hetzelfde. Onlangs deed de situatie zich voor dat wij beiden betrokken waren bij een bevalling. Het is mooi om te zien hoe makkelijk wij samenwerken en de rollen verdelen. Als ik Eefje aan het werk zie, dan is er echt niets waarvan ik denk dat had ik anders gedaan. Misschien komt dat omdat wij de bevallingen met elkaar evalueren en elkaars mening vragen. Wij houden onszelf scherp. Wij kunnen elkaar aanspreken op zaken en hebben veel voor elkaar over.’

‘Het is altijd heel bijzonder als je als eerste het hoofdje van een pasgeborene mag aanraken’

Heb je met elke bevalling evenveel? ‘Iedere situatie is anders. Natuurlijk is er een rode lijn te ontdekken in de bevallingen en de manier waarop mensen reageren op de bevalling. Maar het is de context die ervoor zorgt dat elke bevalling keer op keer iets bijzonders heeft. Soms heeft iemand net een dierbaar familielid verloren en speelt dat een emotionele bijrol. Of een zusje heeft toevallig ook net een kindje gekregen, waardoor de bevalling voor hun extra bijzonder is. De emotionele lading verschilt elke keer weer.’ Is een bevalling voor jou een spirituele ervaring? ‘Nieuw leven geeft heel veel energie. Het is altijd heel bijzonder als je als eerste het hoofdje van een pasgeborene mag aanraken. Maar ik weet niet of je dat als iets spiritueels moet zien.’ Herken jij bij elke pasgeborene direct een karakter? ‘Ja, volmondig ja. Als ik het kindje aanraak en de stress van de bevalling bij het kindje voel, dan kan ik direct een inschatting maken van het karakter. Vooral in termen van rustig of pittig. Het leuke is dat mijn eerste gevoel in de dagen daarna vaak www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

>

17


bevestigd wordt. Zelfs jaren later als ik ouders in het dorp tegenkom, bevestigen ze dat nog wel eens. “Toen had je gelijk” zeggen ze dan. Ja, dat voel je zeker.’ Kun je het gevoel na een succesvolle bevalling beschrijven? ‘Pure energie en grote betrokkenheid. Een blije papa en mama maken mij weer blij.’ Hoe lang ben je al patiënt bij Hans Rutten? ‘Ik ben al vanaf mijn tiende patiënt bij Hans. We kwamen er gelukkig niet zo vaak. Als ik wel moest, dan was hij altijd heel lief en zorgzaam. Ik kreeg de zorg die ik nodig had. Ook nu zien wij dokter Rutten als een meerwaarde voor ons gezin.’

Wat herinnner je je van het laatste bezoek? ‘Hij zei: “We doen het universitaire protocol Kim, ben je daarmee tevreden?” Hij wil mij altijd het beste van het beste geven, daar kan ik op vertrouwen. En toch sluit hij altijd nog af met de vraag of ik daar tevreden mee ben. Hij stelt mij gerust en stuurt mij door als ik het nodig heb, ook als het vooral gaat om het wegnemen van mijn zorgen. Hans biedt wat ik nodig heb. Ik woon nu in Brandevoort maar ik ben niet van plan om over te stappen naar een andere arts.’ Is er iets dat je van hem geleerd hebt? ‘Ja, de liefde voor de patiënt. De openheid, het persoonlijke.’

‘Ik zorg dat de dag is

volgepland, want anders word ik ongelukkig’ Is er iets dat Hans van jou zou kunnen leren? ‘Leuke vraag maar ik heb hem altijd als mijn huisarts gezien. Ook al mocht ik Hans zeggen, het blijft toch je huisarts. Ik heb mij nooit afgevraagd of hij ook iets van mij zou kunnen leren. Nee, ik zou het niet weten. Bovendien doet hij al alles wat ik als zorgverlener ook belangrijk vind.’ Hoe hebben jullie professioneel met elkaar te maken? ‘Op verschillende manieren. Als wij patiënten hebben die extra zorg nodig hebben of een miskraam hebben gehad, informeren wij Hans daarover. Veel andere artsen vinden het voldoende als wij dit gewoon doorgeven aan de assistentes. Hans wil graag zelf op de hoogte worden gesteld. Soms belt hij ook zelf op om zijn interesse te tonen in het wel en wee van zijn zwangere patiënten. Toen ik destijds wist dat ik verloskundige zou worden in Nuenen heb ik als een van de eersten Hans gebeld. Mijn gevoel zei dat ik dat moest doen. Hij zei toen: “Kim, wat een eer dat je hier mag komen.” Toen dacht ik, wat leuk dat hij dat zegt. Want hij wist ook dat mevrouw Magis heel kritisch was.’ Haal jij je 30 jarig jubileum als verloskundige? ‘Jazeker, dat ga ik in ieder geval proberen. Als ik het niet haal dan zou er echt een grote kink in de kabel moeten komen.’ Wat staat er op de agenda voor vandaag? ‘Straks ga ik twee visites doen bij baby’s die net geboren zijn, spreekuur houden en nog wat administratieve zaken verwerken. En dan om half zes naar huis.’ Hoe ontspan je het liefst na een werkdag? ‘Ik heb niet echt een hobby of zoiets. Ik ben of aan het werk of mama. Een keer per week beoefen ik Tai Chi, dan kom ik wel tot rust. Maar in principe ben ik altijd bezig. Ik zorg dat de dag is volgepland, want anders word ik ongelukkig.’

Lachen is gezond ... polsslag

overal pijn

Patiënt: ‘Geeft niet, dokter, ik heb de tijd.’

druk heb ik pijn! Als ik op mijn been druk heb ik

Dokter: ‘Uw pols gaat wel heel erg langzaam.’

neus

Er komt een man bij de dokter en zegt: ‘Mijn

neus is verstopt.’ De dokter zegt: ‘Nou dan ga je hem toch zoeken.’

ongezond leven

Een Belgische dokter tegen een patiënt: ‘Als je

nog 2 jaar zo ongezond leeft, ben je binnen een maand dood.’

Een man komt bij de dokter en zegt: ‘Als ik hier pijn! Als ik op mijn hoofd druk heb ik pijn!’ ‘Aha, ik zie het al uw vinger is gebroken!’

beter zicht

‘Dokter, ik ben blij met mijn bril. Hij werkt goed.’

Waarop de dokter vraagt: ‘En die wazige vlekken voor uw ogen dan?’

‘Oh, die zie ik nu heel scherp.’


De eerste patiënten! ‘Door deze aparte kennismaking vergeten wij dat moment niet meer. En hij ook niet denk ik,’ zegt Fred. ‘Als je bij hem op het spreekuur komt dan refereert hij daar soms nog naar. Je hebt toch een speciaal plekje in zijn hart. Hans kennende zal dat voor hem een belangrijk moment zijn geweest, hij is toch een gevoelsmens.’ Elsa: ‘Maar hoe leuk het eerste contact ook was, gelukkig hebben wij hem niet veel nodig gehad!’

Maar er is ook een puntje van kritiek. Dat heeft vooral te maken met de drukte in de praktijk en zijn manier van diagnosticeren. Dat kost veel tijd. Fred: ‘Hans komt daardoor af en toe wat gehaast over. Toch krijg je uiteindelijk altijd de aandacht die je nodig hebt.’ Elsa: ‘Daarnaast doen de assistentes de laatste jaren steeds meer werkzaamheden en zie je Hans dus minder zelf. Dat vind ik wel jammer.’

Fred en Elsa ten Hoor waren al patiënt van Hans Rutten voordat hij zich gehuisvest had. Elsa kan het telefoongesprek nog goed herinneren. Hans zei: ‘O wat leuk, ik ben nog helemaal niet bezig maar ik ga een blocnote en een pen halen om uw naam te noteren. Ik ben aan het verhuizen en nog niet gestart. Ik bel u terug zodra ik echt begonnen ben.’ Zo werden Fred en Elsa de eerste patiënten van Hans Rutten. Fred en Elsa hebben twee kinderen gekregen, Eva en Luuk. Vooral rondom de geboorte van hun eerste kind hebben zij veel steun gehad aan Hans. Niet dat hij zelf de bevallingen heeft gedaan, hij was daarmee net gestopt, maar vooral de begeleiding tijdens en na de bevalling is hen nog goed bijgebleven. Fred zegt: ‘Er waren enkele complicaties na de eerste bevalling en Hans heeft toen laten zien dat hij resoluut kan ingrijpen als dat nodig is. In die onzekere tijd was hij onze houvast. Toen gaf hij mij zo’n goed gevoel. Elsa vult aan: ‘ook na de tweede bevalling gaf hij ons extra aandacht, omdat hij niet was vergeten wat er bij de eerste bevalling was gebeurd.’ Elsa: ‘Er zijn ook mensen die Hans alleen kennen als vervangend arts. Ik heb gemerkt dat zij hem soms anders ervaren dan wij. Sommigen vinden hem een beetje chaotisch. Dat snap ik wel een beetje, maar als je daar doorheen kijkt leer je hem echt kennen en waarderen.’ Fred gaat verder: ‘Ja, je moet hem leren kennen. Hij vraagt veel tijdens het spreekuur, omdat hij heel zeker wil zijn van zijn zaak. Hij wil een goede diagnose stellen, hij gaat nooit ergens zomaar vanuit.’ Elsa: ‘Hij zal je ook altijd bij de geringste twijfel doorverwijzen. Ook al vindt hij het niet echt nodig, hij vraagt je toch of je gerustgesteld bent of dat je toch doorverwezen wilt worden. En dat vind ik heel positief.’ Fred: ‘Hans vindt het inderdaad heel belangrijk hoe je jezelf voelt. Hij is geen autoritaire dokter. Hij neemt jouw zorgen serieus. Die wil hij echt voor je wegnemen, ook als je zorgen nergens voor nodig zijn. Hij wil het voor je oplossen.’ Fred vervolgt: ‘In dat kader kan Hans af en toe ook goed relativeren. Met één enkele opmerking maakt hij ineens alles duidelijk en dat stelt gerust. Dat is knap.’ Het is niet alleen die doortastendheid, de uitgebreide diagnose en het wegnemen van zorgen dat hen aanspreekt. Ook het durven toegeven als hij iets niet weet, spreekt hen aan. Elsa: ‘Dan belt hij gewoon even een collega en overlegt.’ Fred: ‘Ja, dat siert hem. Dat vinden wij ook prettig aan een mens.’

Fred en Elsa kennen hem ook buiten de spreekkamer. Fred vormt namelijk met Ronald Vermijs het DuoVreemd, een muziek komisch duo noemen zij zichzelf. Elsa doet het management. Bij het 25 jarig jubileum van Hans hebben zij de feestavond begeleid en alles aan elkaar gesproken. Fred: ‘In de voorbereiding voor het 25 jarig jubileum doet Hans eigenlijk hetzelfde als tijdens het spreekuur. Hij vraagt, herhaalt en checkt. Dat is dus gewoon zijn manier van doen. Niet alleen als arts maar gewoon als mens, terwijl hij toch geen twijfelaar is. Hij kan heel resoluut zijn.’ Fred gaat verder: ‘Ik had wel de indruk dat als hij iets organiseert hij wel graag de regie in handen heeft. Hij wil dat het goed is, de controle hebben. Wij zijn echter komieken, wij improviseren ook. Dat is lastig voor iemand die alles van te voren wil weten. Maar bij het feest was Hans direct los. Hij heeft de regie aan ons gelaten, dus zelf losgelaten, en dan wordt het ook voor hem een leuke avond. Dat krijgen wij altijd van onze klanten mee en daarom streven wij daar ook naar. Achteraf is Hans nog langs geweest om de reacties van de avond met ons te delen. Hij zei letterlijk: “van te voren had ik wat vraagtekens maar dat was totaal niet gegrond.” Hij was er blij mee, hij vond het een totaal-feest.’ Fred en Ronald vormen sinds 1983 een komisch duo. In het begin hadden zij een show in het theater. Maar niemand kende hen, dus het liep niet echt zoals zij wilden. In 1986 kwam de ommekeer toen zij besloten het theater te verlaten en naar de mensen toe te gaan en op te treden tijdens feesten. Na een jaar ging het ineens snel en begon de mond op mond reclame te werken. Op een gegeven moment deden ze 90 optredens per jaar. Ze waren bijna elk weekend op pad en maakten lange nachten. Daarnaast werkten ze ook nog eens enkele dagen per week op een reclamebureau. Fred: ‘Wij zijn nu wat aan het afbouwen. We worden wat ouder en het kost meer tijd om te herstellen van een optreden. Wij zijn daarom wat selectiever geworden met het uitkiezen van optredens. Het valt op dat wat wij nog doen nu met extra veel plezier doen. We genieten er meer van. De keuze om het wat rustiger aan te doen, lijkt een goede zet te zijn.’ www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

>

19


‘Onze optredens hebben geen speciale boodschap, wij hebben niet echt maatschappij kritische statements,’ zegt Fred. Elsa vult aan: ‘maar in de teksten gebruiken jullie soms wel iets uit het nieuws, iets actueels.’ Fred: ‘Ja, maar het is gewoon humor van de straat, van wat je om je heen ziet gebeuren.’ ‘Het is het mooiste werk dat er is,’ zegt Fred glunderend. ‘Het is gewoon een kick. Er is niets directer dan optreden voor mensen. Je krijgt meteen respons, door middel van een lach of applaus. En wie krijgt er nu elke dag een schouderklopje? Ook het feit dat een zaal helemaal dubbelslaat van het lachen. Dat is gewoon een kick.’ Elsa: ‘Jullie vinden het ook leuk om dagvoorzitter te zijn van een congres.’ ‘Ja’, zegt Fred,’ dat doen we regelmatig. Zo zijn wij eens dagvoorzitter geweest van een congres over huiselijk geweld. Het was onze taak om zo’n beladen onderwerp toch luchtig te houden. Het was lef van de organisator om dat met een komisch duo te doen. Daarin hebben wij ook erg veel voorbereiding gestoken. Wij hebben toen op bekende melodieën gepaste teksten geschreven, waar het onderwerp in verwerkt was. Het was best een uitdaging. Je besefte ook dat er in de zaal mensen zaten die het zelf hadden meegemaakt. Dat was een hele pittige opdracht die heel leuk was om te doen en gelukkig ook geslaagd was.’ Fred: ‘Wij doen ook wel eens grote evenementen. Zo staan we binnenkort op het mediapark in Hilversum. En we hebben ook wel eens in het PSV stadion gestaan. Om mensen warm te krijgen voor de avond. Het lukte ons daar ook. Dan is het echter meer zenden en gebruik je vooral je techniek. Maar een intiem,

20 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

klein feest is toch wel het leukst. Dan heb je direct interactie met je publiek, één op één. Wij zijn het best op feesten met een gemengd publiek, jong en oud.’ Elsa en Fred hebben in al die jaren nooit overwogen om weg te gaan bij Hans. Ze baalden als hij geen dienst had, en naar een vervangende huisarts moesten gaan. Ook hun kinderen zijn nog steeds bij Hans. Hun dochter woont nu in Tilburg maar wil eigenlijk helemaal niet veranderen van huisarts. Ze hopen dat Hans nog even doorgaat. Elsa: ‘Ik weet dat hij nog een tijdje wil blijven werken. Dat heb ik laatst gevraagd, omdat hij iemand in de praktijk erbij kreeg. Hij moest er nog niet aan denken om te stoppen. Wat mij betreft gaat hij gewoon door zoals hij nu doet.’ ‘Maar’, zegt Fred, ‘ik heb de indruk dat hij te weinig geniet. Dat het te snel voorbij gaat. Ik hoop dat als hij iets goeds heeft gedaan hij zichzelf ook gunt ervan te genieten. Ik denk dat hij te vlug overgaat naar het volgende. Misschien is het onzin wat ik zeg. Het zijn natuurlijk maar momentopnamen van die paar keer dat ik bij hem ben geweest.’ Elsa: ‘ik vind dat hij goed bezig is.’ Fred: ‘hij moet zich wel realiseren dat hij straks ineens 65 is en dat is waarschijnlijk vlugger dan hij zelf denkt. Tja, leuke vent.’


Het mooiste beroep dat er is De heer Mateijsen is stellig: ‘arts is het mooiste beroep dat er is’. En hij kan het weten. Zijn drie kinderen zijn allemaal arts geworden. Zijn twee dochters huisarts en zoonlief keel- neus en oorarts. Het beroep komt dan ook vaak ter tafel. Ook over Hans Rutten heeft zijn gezin een duidelijke mening. Een gesprek hierover met de heer Mateijsen, van huis uit orthopedagoog en oud algemeen directeur van Instituut Sint Marie. ‘Hans is een zeer betrokken huisarts’, zo begint de heer Mateijsen. ‘Zijn kracht is dat hij het juiste evenwicht tussen afstand en nabijheid weet te bewaren. Enerzijds heeft hij een sterk empatisch vermogen en anderzijds behoudt hij genoeg afstand voor een professionele beslissing. Hij bepaalt wat er moet gebeuren. Dit evenwicht heb ik zelf ervaren, toen ik enkele maanden thuis verpleegd werd. Hij stond honderd procent voor mij klaar, leefde mee en nam doortastende beslissingen als hij dat nodig vond.’ Dit evenwicht is volgens de heer Mateijsen erg belangrijk voor een succesvolle uitoefening van het beroep arts. De heer Mateijsen vervolgt: ‘bovendien is Hans integer, zeer betrouwbaar. Hij praat nooit over anderen en neemt de eed van Hippocrates (dat is een eed waarmee artsen zichzelf verplichten bepaalde beroepsregels te zullen handhaven) zeer serieus.’ De heer Mateijsen heeft Hans 30 jaar geleden voor het eerst ontmoet, toen Hans nog een praktijk had op de Lindenlaan. In al die jaren zijn zij nader tot elkaar gekomen en hebben elkaars mening en werk leren waarderen. ‘Wij hebben veel goede gesprekken gevoerd,’ zegt de heer Mateijsen. ‘Ik heb Hans leren kennen als iemand die heel secuur is in zijn analyse. Hij vraagt veel en sluit alle mogelijkheden uit. Toch heeft hij niet veel nodig om te weten wat er aan de hand is. Dat komt omdat hij niet alleen naar het medische verhaal luistert, maar de mens in zijn geheel beschouwt.’ De heer Mateijsen gaat verder. ‘Artsen kunnen naar mijn mening wel eens te procedureel de patiënt benaderen. Ook

huisartsen nodig die je als mens zien, als geheel. Artsen die niet alleen je klacht analyseren, maar ook een idee hebben van je gezinssituatie, levensloop en andere zorgen. Onze kinderen zijn ook arts geworden en hebben volgens mij eveneens een holistische benadering naar de patiënt. Dat vind ik belangrijk. En ja, ook ik begrijp dat het technisch handelen van huisartsen een product is van deze tijd, maar ik hoop oprecht dat de meeste en ook de jonge huisartsen deze holistische benadering weten vast te houden.’

‘Zijn kracht is dat hij het juiste evenwicht tussen afstand en nabijheid weet te bewaren’

Het beroep van arts is voor de heer Mateijsen een eervol beroep. Het stoort hem soms wel eens dat tegen het beroep wat anders aangekeken wordt dan vroeger. Een voorbeeld hiervan is het fenomeen dat patiënten steeds vaker denken het ook of zelfs beter te weten dan de arts, omdat ze wat informatie op internet hebben gevonden. De patiënt is mondiger geworden en dat is prima, maar volgens de heer Mateijsen moet de relatie tussen arts en patiënt gebaseerd blijven op wederzijds respect en vertrouwen om te kunnen helpen en geholpen te kunnen worden. Dat moet dan ook tot uiting komen in een juiste bejegening in deze relatie. ‘Inmiddels heb ik een zodanige band opgebouwd met Hans, dat ik hem in de spreekkamer met zijn voornaam kan noemen. Toch blijft hij voor mij in die situatie de “dokter” met de noodzakelijke vorm van afstand en nabijheid dat ik zo belangrijk vind. Bij gelegenheid vraagt hij wat onze kinderen van een medische situatie vinden, maar dan beantwoord ik zijn vraag met de opmerking: “Hans, jij blijft voor mij de huisarts die de eindbeslissingen neemt. Anders kun jij mij niet goed helpen.”

‘Hij neemt de eed van Hippocrates zeer serieus’ in deze tijd of juist vooral in deze tijd, waar regelgeving en individualisme de boventoon voeren en christelijke waarden onder druk staan, hebben wij

Buiten de spreekkamer, bijvoorbeeld in de wachtkamer en in het bijzijn van anderen, blijft Hans voor mij en mijn vrouw Nelly altijd Dokter Rutten. Dat hoort ook zo! Het is jammer, dat er in deze moderne tijd zoveel getutoyeerd wordt. In de arts

patiënt relatie dient men ervan uit te gaan, dat ieder mens gelijkwaardig is maar niet gelijk. Dat geldt overigens ook voor andere functies binnen de samenleving. Het is dus volgens mij heel gewoon en duidelijk om de functionele aanspreektitel te gebruiken. ‘Daarnaast ken ik ook een andere kant van Hans,’ zegt de heer Mateijsen. ‘Ofschoon zijn bescheidenheid hem siert mag Hans zich ook in zekere mate bewust zijn van zijn bekwaamheid als deskundige huisarts en zijn innemendheid. Hij is een goed luisteraar, een heldere vragensteller, bekwaam diagnosticus en behandelaar. Hij weet tijdig door te verwijzen naar collegaspecialisten en andere ondersteunende diensten binnen de gezondheidszorg. Kortom: Hans is een bijzondere huisarts en mag een voorbeeld zijn voor anderen.’ De heer Mateijsen vervolgt: ‘Soms heb ik het idee dat hij door zijn grote patiënt betrokkenheid en onbaatzuchtigheid zich wel eens tekort doet. Hij zou wat meer tijd voor zichzelf mogen nemen. Maar ik begrijp Hans heel goed. Hij geeft zich altijd helemaal voor zijn beroep en roeping. Wat dat betreft is het goed dat zijn vrouw Annemarie altijd achter hem staat! Hans is arts in hart en nieren; zijn identiteit en beroep zijn bijna één. Die onlosmakelijke verbondenheid is sterk bij Hans aanwezig.’ De heer Mateijsen geeft aan dat de tijden zijn veranderd en tegenwoordig het huisartsenberoep anders is gestructureerd. Huisartsen hebben een “baan” en gaan www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

21

>


naar of komen van hun werk, hebben vaak geen praktijk meer aan huis en kunnen wellicht wat beter afstand nemen. ‘Ik hoop dat Hans de moed heeft op tijd met vlag en wimpel te stoppen,’ zegt de heer Mateijsen. ‘Dus op tijd zal ophouden met werken, voordat het leven hem te zijner tijd dwingt dit doen.’ Hij spreekt uit ervaring. De heer Mateijsen heeft een druk leven achter de rug. Hij is op 61 jarige leeftijd om gezondheidsredenen noodgedwongen gestopt als algemeen directeur van Sint Marie. ‘Dan is dat niet zo prettig,’ zegt hij. Dat de kinderen van de heer en mevrouw Mateijsen arts zijn geworden is niet helemaal toeval. ‘Ik heb altijd gezegd dat het beroep van arts het mooiste beroep is dat er bestaat. Dat heb ik de kinderen voorgehouden. Mevrouw Mateijsen, ook aanwezig bij het interview, vult aan: ‘bovendien was er vroeger een buurman en neef die internist is en vaak bij ons op bezoek kwam met interessante ziekenhuisverhalen. Dat vonden de kinderen mooi om te horen. Ook deze verhalen hebben hen zeker mede gemotiveerd om het vak van arts te kiezen’. De heer Mateijsen gaat verder: ‘overigens hebben ze ook een voorbeeld aan Dokter Hans genomen. Hij is erg goed met kinderen, die spontaan alles

‘Ik hoop dat Hans de moed heeft op tijd met vlag en wimpel te stoppen’ kunnen zeggen wat ze willen. Onze kinderen zijn altijd patiënt geweest bij Hans en ook zij zijn van mening, maar nu als arts, dat Hans een erg goede en fijne huisarts is.‘ Mevrouw Mateijsen laat weten dat ze inmiddels gezegend zijn met acht kleinkinderen en het dus niet uitgesloten is, dat er meer artsen in de familie komen. Het toeval wil dat de eerder genoemde internist tijdens het interview onaangekondigd op bezoek komt. Er wordt nog wat na gefilosofeerd over de huidige tijdgeest in relatie tot het vak en de internist bevestigt tot slot de bevindingen van de heer Mateijsen. De heer Mateijsen is inmiddels een aantal jaren met pensioen. Hij kijkt met dankbaarheid terug op zijn arbeidzaam leven en zijn koninklijke onderscheiding als officier van Oranje Nassau. Trots laat hij nog een foto zien waarop hij en Koningin Juliana naast elkaar zitten bij de opening van Sint Marie. ‘Dan weet je ook hoe ik er vroeger uitzag,’ zegt hij lachend. En zo eindigt onze ontmoeting.

22 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

groots

met een

zachte

Vrijdagavond 8 juni 19.00 uur is het zover. Ik ga naar het concert van Guus Meeuwis in het PSV stadion. Net zoals 34.000 andere enthousiaste feestgangers. Ik meld mij bij de VIP-ingang en wordt naar de vierde verdieping gestuurd. Ik ben duidelijk niet de eerste bezoeker. Het is al druk en het buffet is begonnen. Lange rijen staan in slagorde voor het buffet waar dampende schotels uitnodigend staan. Ik ben hier echter met een missie en bekommer mij nog niet om het eten. Inspannend kijk ik om mij heen. Zie ik hem al? Niet lang daarna zie ik helemaal achteraan, bij de bar, een man staan. In een zee van trendy en casual geklede mensen valt hij op door zijn nette bruine pak en gestreepte stropdas. Vanuit zijn pak verschijnt een zwart snoertje dat naar zijn oor leidt. Hij heeft een oortje in. Ik zie hem zijn hoofd licht buigen, zijn rechterhand aan zijn oor en ingespannen


luisteren naar een stem die ik niet hoor. Hij lijkt wel een bewaker maar ik mis de bekende V op zijn revers. Dan kijkt hij weer op en gaat verder met het gesprek dat hij zojuist onderbroken heeft. Opeens ziet hij mij, glimlacht en begroet mij hartelijk. Het is Hans, Hans Rutten. Vandaag ben ik op zijn uitnodiging bij het concert en ga ik zijn belevenissen volgen. Althans op afstand. Want waar Hans gaat, mag ik niet gaan. Een kwestie van beveiliging en niet de juiste kleur bandjes om mijn arm. Hans is hier namelijk als arts en gaat hulp verlenen aan hen waarvoor het feestgedruis te machtig wordt. In het weekend is Hans regelmatig als vrijwilliger aan het werk in het PSV stadion. Meestal tijdens de thuiswedstrijden van PSV, maar ook, zoals vandaag, bij concerten of andere evenementen in het stadion. Hij is dan verantwoordelijk voor het welzijn van de bezoekers aan de zuidkant van het stadion, een andere arts neemt de noordkant voor zijn rekening. Of andersom. Dat doen ze uiteraard niet alleen. Naast twee artsen zijn vandaag ook ruim zestig EHBO’ers aanwezig en twee complete ambulance units. Een hele medische organisatie, die allemaal vrijwillig meewerken aan dit feest. Eigenlijk is het voor Hans een kwestie van stand-by staan. De meeste voorvallen worden opgelost door de EHBO’ers. Alleen als de situatie wat ernstiger is, wordt Hans opgeroepen. Via het luidsprekertje in zijn oor hoort Hans alle berichten, ook alle berichten die niet direct voor hem bedoelt zijn. Het is dan ook lastig praten met hem, want hij is continu afgeleid en alert als hij weer iets hoort. Pas als hij de melding Delta 1 hoort, komt hij in actie en verdwijnt voor onbepaalde tijd in de catacomben voor hulpverlening. Ik geniet intussen volop van het feestgedruis en de ene bekende hit na de andere. Naast Guus Meeuwis treden vanavond ook de Golden Earring en Gers Pardoel op.

onderzoekje. Gelukkig knapt ze snel op, zodat ze het vervolg kan zien. Dat geldt ook voor een man van middelbare leeftijd die hartkloppingen heeft. Hans maakt een hartfilmpje en er lijkt niets aan de hand te zijn. Gelukkig maar. Zorgelijker is de situatie van twee jonge dames die overduidelijk teveel gedronken hebben. Het is niet helemaal duidelijk wat hun leeftijd is, die moet Hans eerst zien te achterhalen. Hans vertelt mij dat er een nieuwe richtlijn is in een dergelijke situatie. Iedereen die onder de achttien is, veel te veel gedronken heeft en bij hem terecht komt, wordt onverbiddelijk met een ambulance naar het Catharina ziekenhuis gebracht voor een overnachting. De meisjes zijn echter achttien plus. Hans stuurt ze dan ook niet door. Wel geeft hij ze een infuus, waarmee hun lijf doorgespoeld wordt, om alcoholvergiftiging tegen te gaan. . Onschuldiger is een voorval met een meisje van zeven. Ze heeft in haar enthousiasme iets te hard op een fluorescerend armbandje gebeten en de inhoud in haar mond gekregen. Dat smaakt vies en haar ouders vragen zich af hoe giftig dat is. Hans belt voor de zekerheid even met het Toxicologisch Instituut in Utrecht en krijgt geruststellende woorden te horen. Het is gelukkig alleen vies, niet giftig. Er is verder nog een danslerares met een schouder uit de kom en aan het einde van de avond moet Hans toch een tiener met veel te veel alcohol naar het ziekenhuis sturen. Tussen de bedrijven door komt Hans steeds naast mij zitten. Stil genietend van de muziek. De nummers van Guus kent hij inmiddels wel. Er zijn een aantal nummers die hem kippenvel geven, maar

een echte fan is hij niet. Wellicht ligt dat aan het aantal keren dat hij hier al is geweest. In de afgelopen zeven jaar dat Guus in het PSV stadion optrad, heeft hij naar eigen schatting twintig keer gewerkt èn genoten. Ondertussen voel ik achter mij twee mensen staren. Alsof ze mij aan het inschatten zijn. Ook kijken ze steeds naar Hans die naast mij staat en telkens naar zijn oor grijpt. Ik voel ze denken. Wie zijn dat? Als Hans weer wordt opgeroepen kan de vrouw zich niet meer inhouden en vraagt wie wij zijn en wat hij, ze bedoelt Hans, allemaal aan het doen is. Als ik vertel dat hij vandaag een van de twee artsen is die over onze gezondheid waken, kijkt ze zowel teleurgesteld als opgelucht. Ze zegt quasi serieus: “ik dacht al, wie kan er nou belangrijker zijn dan wij”. Pas dan besef ik dat ze al die tijd hebben geworsteld met de vraag welke beroemdheid ik ben, die voor hun op de tribune zit. Met Hans als persoonlijke lijfwacht. Later op de avond zie ik Hans nog maar heel weinig. Deels komt dat doordat ik helemaal opga in Groots met een zachte G en deels omdat Hans veel weg is. Het is alweer twaalf uur als Hans weer verschijnt en klaar is met zijn werk. Ook zijn collega arts komt langs en ik zie beide heren vol enthousiasme elkaar op de hoogte brengen van alles wat zich heeft voorgevallen op deze geweldige avond. Het is toch een beetje de kick van het onbekende en de grootsheid van dit evenemement dat hun werk zo leuk maakt. Benieuwd naar wat de dag van morgen brengt, want dan is Hans opnieuw present bij het tweede concert van Guus Meeuwis.

Het is voor Hans een relatief rustige avond. Er is een vrouw van in de zestig die per brancard naar een EHBO post wordt gedragen. Zij is twee keer flauwgevallen en Hans doet een klein www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

23


De doktersassistente

Esther de Jong is werkzaam als doktersassistente in de praktijk van Hans Rutten. Geboren in Eindhoven en getogen in Bladel. Nu woont ze in Helmond met haar twee zoons Joep en Martijn. Buiten haar werk sport ze graag, vooral fitness. Ook geniet ze volop van lekker eten en drinken. Favoriet is Sushi. Een gesprek met de organiserende kracht achter de praktijk. Kun je wat vertellen over je keuze om in een huisartsenpraktijk te gaan werken? ‘Het was niet mijn eerste keuze om doktersassistente te worden. Eerst ben ik Sociaal Pedagogische Hulpverlening gaan studeren in Eindhoven. Maar tijdens de stage in het derde jaar merkte ik al gauw dat ik hierin niet verder wilde gaan. Veel te veel vergaderen. Toen heb ik een beroepskeuzetest gemaakt en daaruit kwam onder meer het beroep van doktersassistente. Ik heb toen de verkorte opleiding gedaan en tot op de dag van vandaag heb ik daar geen spijt van.’

24 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

Hoe lang werk je al in de praktijk van Hans? ‘Al heel lang, bijna 15 jaar. Hans is mijn eerste werkgever. Aan het einde van de opleiding ben ik bij Hans stage gaan lopen. Toevallig kwam er een functie vrij. Het klikte goed tussen Hans en mij. Inmiddels ken ik hem van haver tot gort.’

´De kracht van onze praktijk is dat de patiënt bij ons echt centraal staat´


Zijn de werkzaamheden gedurende die vijftien jaar erg veranderd? ‘Ja, op verschillende manieren. In het begin deden wij natuurlijk alles nog handmatig. In de loop van de jaren is alles gedigitaliseerd. Niet dat de digitalisering veel werkdruk heeft weggenomen, zoals wij in eerste instantie dachten. Het brengt weer nieuwe procedures en protocollen met zich mee. Verder is ons aandeel in de medische handelingen toegenomen. In het begin deden wij vooral verbandjes aanleggen en spuiten zetten. Tegenwoordig halen wij hechtingen eruit, spuiten wij oren uit en doen wij uitstrijkjes. Dat kan ook makkelijk, het zijn kleine medische handelingen die goed in te passen zijn in ons werk. Het ontlast de huisarts. Overigens vinden patiënten het vaak fijn als het uitstrijkje gedaan wordt door een vrouw. Dat is gewoon een lagere drempel.’ Vijftien jaar geleden had je vast een bepaald beeld van je werk, is het geworden zoals je had verwacht? ‘Moeilijke vraag, ik weet het niet precies. Tijdens de opleiding heb je wel een globaal idee maar het is een brede opleiding. Je wordt opgeleid voor verschillende soorten functies. Je kunt bijvoorbeeld ook aan de slag op een poli in het ziekenhuis, bij een specialist of een diagnostisch centrum. Wat mij erg aanspreekt in de functie van assistente bij een huisarts, is dat het in een nogal hectische omgeving is én je langdurig contact hebt met patiënten. Sommigen komen al jaren bij ons en dat schept een band.’

´Inmiddels ken ik hem van haver tot gort´ Is er een rolverdeling tussen de assistentes? Nee, we doen allemaal hetzelfde. Iedereen is allround. Er zijn geen specifieke functies of speciale werkzaamheden die een persoon doet. Wij hebben wel allemaal onze eigen kwaliteiten en werkwijze. We vullen elkaar aan. De regel bij ons is wat je op een dag aanneemt, maak je ook af. Je doet zelf de follow-up. Er wordt niet gewerkt met een doorschuifsysteem.

´Mijn sterkste punt is dat ik de rust behoud als alle toeters en bellen afgaan in de praktijk´ een incident. Dat lukt niet altijd. Dan praat ik er thuis kort over en met een goede douche spoel ik het letterlijk van mij af.’ Wat is volgens jou de kracht van de praktijk? ‘De kracht van onze praktijk is dat de patiënt bij ons echt centraal staat. Ik denk dat wij laagdrempelig zijn, een menselijk gezicht hebben en er een fijne sfeer heerst in de praktijk. Wij laten mensen snel komen, ook al is er medisch weinig aanleiding. Er is ruimte voor het wegnemen van zorgen. We moeten ook steeds vaker meedenken met de patiënten. In het gesprek met de arts brengen ze informatie in die ze hebben gevonden op het internet. Ze hebben zich al ergens een mening over gevormd. Hans gaat volgens mij goed om met deze ontwikkeling. De kracht van de praktijk is soms ook onze zwakte. Soms geven we teveel aandacht en wordt daar “gebruik” van gemaakt. Hier zie ik wel een rol voor ons als assistente weggelegd. We moeten aan de voorzijde een betere schifting maken tussen wat echt noodzakelijk is en wat niet. Zonder onze kracht te verliezen. Soms moeten wij hierover meer uitleg geven en aangeven dat een bezoek aan de huisarts echt geen nut heeft. Maar mensen zijn snel ongerust en deze ongerustheid willen wij graag wegnemen. Op basis van mijn ervaring denk ik dat de meeste mensen best meer vertrouwen mogen hebben in hun eigen lichaam.’ Voelt iedereen zich thuis bij jullie praktijk? ‘Het blijft natuurlijk mensenwerk en het moet wel klikken tussen arts en patiënt. Hans is een zeer gedreven arts. Dat zie je ook terug in zijn manier van analyseren. Hij sluit eerst uitgebreid van alles uit om dan tot de kern te komen. Objectiveren en uitsluiten. Sommige patiënten moeten wel lachen om deze aanpak en komen met een glimlach naar buiten. De meeste patiënten kunnen daar goed mee omgaan en waarderen deze aanpak. Er zijn ook patiënten die daar wat zenuwachtig van worden en sneller tot de kern willen komen. Die zie je ook wel eens een

Wat is jouw sterkte? Ik wil niet arrogant klinken maar ik denk dat ik best goed ben in mijn werk. Dat krijg ik ook terug van mijn omgeving. Mijn sterkste punt is dat ik de rust behoud als alle toeters en bellen afgaan in de praktijk. Het is best een hectische praktijk en ik vind het heerlijk om alles in goede banen te leiden. De grote lijn blijven zien en zorgen dat niemand verzandt in details. Verder ben ik echt een mensenmens. Volgens mij heb ik een goed contact met de patiënten. Ik voel mij echt betrokken bij het wel en wee van de patiënten en de praktijk. Wanneer is voor jou een dag geslaagd? ‘Een dag is geslaagd als alles soepel is verlopen. Het werk van die dag klaar is, het spreekuur goed verlopen is en Hans en de patiënten tevreden zijn. Dan denk ik: zo dat heb ik toch maar mooi gedaan. Gelukkig heb ik dat gevoel elke dag. Toch ben ik elke keer blij als de werkdag erop zit. In de avond werk ik niet. Ik probeer ook geen zorgen mee te nemen of een naar gevoel over www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

25

>


geeft. Wel iets in het werkveld. Geen bestuursfunctie, daar is Hans het type niet voor. Hij is en blijft een arts in hart en nieren. Zo lang hij verbonden blijft aan de praktijk zal hij geen afstand kunnen nemen.’ Wat zijn indrukwekkende momenten in jouw carrière? ‘Indrukwekkende zaken zijn toch de euthanasievragen van jonge mensen die terminaal zijn. Vaak ken je de patiënten goed en dat raakt je dan wel. Binnen de praktijk wordt daar wel met elkaar over gesproken. Sowieso is het overlijden van patiënten altijd moeilijk. Je had een band met ze, het is dan echt een gemis. Dat zijn ook verdrietige momenten, die weliswaar horen bij het werk, maar toch steeds weer impact hebben. Een ander concreet voorbeeld was een vrouw die langskwam omdat ze zich niet lekker voelde. Terwijl wij haar controleerde kreeg ze een hartaanval. Er was op ons verzoek al een ambulance onderweg en toen is ze ter plekke gereanimeerd. Ze heeft het gelukkig overleefd. Dat zijn ook voor ons indrukwekkende momenten in de praktijk.’

overstap maken naar een andere praktijk. Hans wil niets vergeten, hij wil het beeld helemaal compleet hebben. Hij tilt heel zwaar aan de verantwoording die hij voelt voor de gezondheid van zijn patiënten. Hij neemt dan ook de tijd en als gevolg daarvan loopt hij veel uit.’

´Er gebeurt eigenlijk zoveel op een dag dat er zich altijd wel iets grappigs voordoet´ Hoe is jouw werkrelatie met Hans? ‘Ik ken Hans al heel lang natuurlijk. Ik weet wat hij nodig heeft en op welk moment ik iets wel of niet kan vertellen. In mijn werk mag ik mijn eigen afwegingen maken. Er zijn natuurlijk wel regels afgesproken maar er komen altijd situaties voor waarin ik zelf moet beslissen. Soms ook over de agenda van Hans. Als assistente heb je ook een bewakende functie en hij vertrouwt mij daarin. Hij is altijd aardig en complimenteus. Het is ook wel grappig te bedenken dat hij in die zestien jaar veel fases van mijn leven heeft meegemaakt. De start op de arbeidsmarkt, samenwonen, kinderen krijgen, scheiden en het overlijden van mijn moeder. Hans toont zich altijd betrokken bij het wel en wee van mijn privéleven. Op Moederdag bijvoorbeeld laat hij nog steeds blijken dat hij in de gaten heeft dat deze dag voor mij een dubbele lading heeft.’ Ooit zal Hans afscheid moeten nemen, hoe zie jij dit? ‘Hmm…ik denk dat Hans moeilijk afscheid kan nemen. Voor alles wat hij doet gaat hij 100% en hij wil ook alles kunnen controleren. Hij wil de dingen goed doen. Geleidelijk afscheid nemen zal moeilijk gaan denk ik. Volgens mij zou het beste zijn als hij ineens stopt en direct een andere invulling aan zijn leven

26 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

Wat is in jouw ogen een verbeterpunt voor de praktijk? ‘De praktijk is de laatste tijd weer verder gegroeid. Door de toegenomen drukte zijn wij helaas minder goed telefonisch bereikbaar. Patiënten krijgen soms te maken met overbelaste lijnen. Heel vervelend voor ze. Op dit moment wordt er hard gewerkt aan een oplossing. We hebben de bezetting in de ochtend al verdubbeld, maar nu moeten er extra telefoonlijnen bij komen.’ Hoe uit een goede sfeer zich in de praktijk? ‘Onderling wordt vaak hartelijk gelachen. In de drukte wil Hans nog wel eens de namen van zijn assistenten door elkaar halen. Als dat weer eens gebeurt, dan krijgt hij een koekje van eigen deeg en wordt hij Arie genoemd. Er gebeurt eigenlijk zoveel op een dag dat er zich altijd wel iets grappigs voordoet. De onderlinge sfeer is goed.’ Zijn er leuke anekdotes te vertellen over de praktijk? ‘Ja, meerdere. Toen ik nog stage liep ging ik thee zetten voor een collega. In haar kopje zat een zwarte rand van de oploskoffie en die heb ik toen grondig schoongemaakt met een afwasborstel die ik ergens vond. De thee smaakte heerlijk tot ze vroeg waarmee ik het kopje zo goed schoon had gemaakt. Met die afwasborstel was mijn antwoord. Mijn collega proestte het uit. Wat bleek, met die borstel werd de eendenbek, instrument voor vaginaal onderzoek, schoongemaakt. Beginnersfoutje! Wat ik ook wel leuk vond, is de situatie twee jaar geleden tijdens het wereldkampioenschap voetbal. Oranje moest op een vrijdagmiddag spelen en tot onze verbazing was er geen enkele patiënt te bekennen die middag. Deze wedstrijd had een genezend effect, niemand had de dokter nodig. Toen heb ik samen met Hans de wedstrijd zitten kijken in de wachtkamer.’


Stethoscoop Bijna iedereen die wel eens bij een huisarts is geweest kent de stethoscoop wel. Dat is een instrument dat de arts tegen de borst of de rug houdt om naar geluiden in het lichaam te luisteren. Naar het geluid van het hart of de longen bijvoorbeeld. Een arts is getraind om uit deze geluiden zeer nauwkeurige conclusies te trekken, zodat het bijna lijkt of hij in het lichaam van de patiënt kijkt. De stethoscoop maakt onderdeel uit van de vaste uitrusting van de arts. De meeste artsen hebben hem daarom altijd bij zich. De stethoscoop is al een oud instrument. De eerste stethoscoop is beschreven door de Fransman René Laënnec die volgens de overlevering een koker van opgerold papier gebruikte om naar de hartslag van een mollige dame te luisteren. Hij vond het niet kies om zijn oor tegen haar boezem te vlijen, wat tot op dat moment de methode was om geluiden in het lichaam van de patiënt gewaar te worden. De ontwikkeling heeft natuurlijk niet stilgestaan. Er zijn inmiddels moderne stethoscopen die van microfoons en versterkers gebruikmaken, maar verreweg de meeste artsen maken nog gebruik van het traditionele instrument zoals Hans Rutten die ook gebruikt.

Wist je dat ... ?

Medische instrumenten nader toegelicht

Otoscoop Ook de otoscoop is een bekend instrument van de huisarts. Dat is een instrument waarmee de arts in oor, neus, oog en keel kijkt. Het meest wordt het gebruikt voor het oor om de gehoorgang en het trommelvlies te controleren op ontstekingen of beschadigingen. Met het licht van de otoscoop kan een arts ook de keel inspecteren. Voor het inspecteren van het netvlies van het oog wordt een speciaal opzetstuk gebruikt. De otoscoop bestaat uit een handvat en een kop. De kop bevat een elektrisch lampje en een loep. De otoscoop is in 1883 uitgevonden door John Brunton. De eerste otoscoop bestond uit een korte buis met aan het ene uiteinde verwisselbare speculums, opzetstukjes om bijvoorbeeld het oor of de neus een beetje te openen, en aan het andere uiteinde een loep. Bovenop was een trechter bevestigd waardoor zonlicht werd opgevangen. Het opgevangen licht werd in de buis weerspiegeld door een spiegel met centrale opening. De arts had nu door de loep en het gat in de spiegel zicht op een verlicht trommelvlies. In het begin van de twintigste eeuw werd in de trechter een lampje bevestigd.

www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

27


Praktijkondersteuner aan het woord

D

e mens achter het verhaal In elke praktijk is er een aanzienlijke groep patiënten die intensief begeleiding nodig hebben. Denk daarbij aan patiënten met suikerziekte, astma, ernstige longziektes en hart- en vaatziekten. ‘Ik geef voorlichting aan de patiënt over hun ziekte en hoe ze hiermee om kunnen gaan. Ook bespreken wij een plan van aanpak om de levensstijl aan te passen. Dat is mijn meerwaarde,’ zegt Corienne. ‘Het aanpassen van de levensstijl gaat niet van vandaag op morgen. Het is een kwestie van kleine stappen. Als praktijkondersteuner kan ik daar vaker en meer tijd voor vrijmaken dan de huisarts. Ik heb dan ook een apart spreekuur, mijn consulten duren gemiddeld 20 tot 30 minuten.’ Corienne is sinds 2003 praktijkondersteuner. Dat is ze niet altijd geweest. ‘Vroeger werkte ik bij het Diagnostisch Centrum Eindhoven (DCE) als Biometrist. Daar deed ik onder andere onderzoek naar het functioneren van de longen, het hart en de oren. Bij het DCE had ik korte contacten met patiënten,’ vervolgt Corienne. ‘Daar zag ik iemand met een infarct en maakte ik een ECG, in de volksmond een hartfilmpje, en dan verdween de patiënt naar het ziekenhuis. Hoe het verder met de patiënt ging, kwam ik niet te weten. Dat vond ik jammer.’ Na het DCE werkte Corienne nog een tijd in het Diaconessenziekenhuis in Eindhoven. Op de afdeling Cardiologie. Maar ook daar miste ze de mens achter het verhaal. ‘Dan had ik een man onderzocht en vroeg ik mij af of hij iets met de resultaten van het onderzoek zou doen. Zou hij nu echt zijn leven veranderen,’ vroeg ik mij af. ‘Als praktijkondersteuner is dat nu precies wat ik volg.’

E Een moderne huisartsenpraktijk bestaat uit meer dan alleen een huisarts en een doktersassistent. De meeste praktijken kennen ook een praktijkondersteuner, die verantwoordelijk is voor de begeleiding van chronisch zieken. Corienne Janssen is praktijkondersteuner en sinds januari 2008 werkzaam in de praktijk van Hans.

28 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

en nieuwe functie Om praktijkondersteuner te worden, moest Corienne weer een opleiding volgen. Dat was werken en leren tegelijk. Ze vond snel een baan in Veldhoven waar ze het vak kon leren. ‘Omdat het een vrij nieuw vak was, de functie bestaat pas sinds 2002, waren nog niet alle huisartsenpraktijken hierop ingericht. Ze hadden nog geen aparte spreekkamer voor de praktijkondersteuner. ‘Dus zaten wij bij elkaar in een 1ste lijn centrum. Wel ondersteunden wij een vaste huisarts. In die tijd werkte ik fulltime en kon ik drie huisartsen bedienen,’ aldus Corienne.


Corienne woont met haar man Koen in Gerwen. Toen ze kinderen kregen, dochter Laura en later zoon Joris, wilde Corienne dichter bij huis werken. Die wens gaf ze door aan haar werkgever. Als praktijkondersteuner werk je namelijk niet in dienst bij de huisarts maar ben je in dienst van PoZoB. Dit is een coöperatieve vereniging die ruim 200 huisartsen ondersteunt in de regio Zuidoost-Brabant. Ze kon al snel aan de slag in Nuenen, in de praktijk van Hans Rutten.

E

en drukke praktijk Corienne zegt: ‘de praktijk van Hans Rutten ervaar ik als een drukke praktijk. Er zijn altijd mensen in de wachtkamer, aan de balie en de telefoon staat roodgloeiend. Ik weet niet precies waarin dat zit. Ik heb meerdere praktijken gezien en in het begin dacht ik dat het vooral te maken had met structuur. Maar dat is het toch niet. Het is een grote praktijk en er zijn veel oudere patiënten die meer zorg nodig hebben. Dat is maar een gedeeltelijke verklaring, ‘gaat Corienne verder, ‘het is ook vooral een laagdrempelige praktijk. Je kunt er makkelijk terecht. Maar deze toegankelijkheid is ook de kracht van de praktijk. Je bent welkom en je vraag wordt altijd serieus genomen. Hans neemt altijd de tijd voor je. Soms loopt hij daardoor uit, vroeger meer dan nu, en ook dan nog krijgt iedereen de tijd die hij of zij nodig heeft. Een luisterend oor en heel zorgvuldig. Dat hoor ik ook van patiënten. Wellicht komen daardoor de mensen naar hem toe die het best bij hem passen en zijn manier van werken nodig hebben. Mensen die daar geen behoefte aan hebben, zullen wel een andere praktijk opzoeken.’

en de patiënten kunnen de praktijk soms moeilijk bereiken. Er wordt gewerkt aan een oplossing. Ikzelf merk daar wat minder van, omdat de patiënten die ik begeleid mij rechtstreeks kunnen bellen. Ik maak zelf afspraken en vaak kan dit al ver van te voren. De meeste patiënten komen bij mij om de drie maanden.’ De werkzaamheden die ik doe, werden eerst gedaan door de huisarts. Nog steeds is Hans eindverantwoordelijke. Ik ben geen huisarts. Dus als ik medicijnen adviseer zal hij ze moeten uitschrijven. Ook als patiënten klachten hebben die ik niet vertrouw en niet gerelateerd zijn aan de ziekte dan raad ik ze aan een afspraak te maken met de huisarts. Als het klachten zijn die te maken hebben met het ziektebeeld, waarvoor ze bij mij komen dan bespreek ik deze met Hans.

O

ntwikkelingen in het vakgebied Het vak van praktijkondersteuner is nog steeds in opkomst en er komen steeds nieuwe werkzaamheden bij. Zo heb je nu ook praktijkondersteuners vanuit het GGZ die patiënten met geestelijke problemen ondersteunen. PoZoB ontwikkelt op verzoek van de huisartsen en zorgverzekeraars nieuwe zorglijnen. Een mooi voorbeeld hiervan is de begeleiding bij het stoppen met roken. Het afgelopen jaar werd de medicatie hiervoor vergoed zolang de patiënt onder begeleiding van de praktijkondersteuner stond. Corienne zegt: ‘dit zorgde voor een aanwas van veel jonge mensen die bij mij kwamen voor hulp. Erg leuk, je zag bij deze groep ook snel resultaat. Nu de vergoeding in 2012 weer is ingetrokken, blijven ze weer weg. Heel jammer.’

Corienne geeft aan dat Hans ook voor haar laagdrempelig is. Sociaal, meelevend. ‘Hij toont zich ook geïnteresseerd in mijn privé-situatie. Daar maakt hij ook nog tijd voor. Het is een fijne baas. Ook vertelt hij graag over zijn eigen dochters, zijn trots’. ‘Er zijn best dingen te bedenken die hij anders zou kunnen doen,’ zegt Corienne. ‘Hij is bijvoorbeeld chaotisch. Maar hij heeft zelf orde in zijn chaos.’

Een andere ontwikkeling die Corienne ziet is dat patiënten steeds meer aan zelfmanagement doen. Dat houdt in, dat ze zelf thuis hun suiker prikken of bloeddruk meten en de resultaten daarvan via internet vastleggen. Corienne kan ze dan op afstand adviseren over hun voortgang. ‘Ik ben niet bang dat dit op termijn mijn functie overbodig maakt, er zal altijd een fysiek contactmoment nodig zijn.’

‘Als ik kijk naar de praktijk dan zie ik wel een concreet verbeterpunt,’ aldus Corienne. ‘Namelijk de telefonische bereikbaarheid. Het is drukker geworden

In de afgelopen jaren heeft Corienne geen echte verschuivingen gezien in de samenstelling van het patiëntenbestand chronisch zieken. ‘Het is niet zo dat

de groep patiënten met diabetes sterk toeneemt en de groep met hart-en vaatziekten afneemt. Het is redelijk constant,’ zegt Corienne. ‘Wel zie je dat de medische sector de normen steeds lager legt en dat patiënten sneller onder controle komen te staan. De vraag is of dit altijd zo goed is. Moet je bijvoorbeeld op jonge leeftijd al aan medicatie beginnen? Ik ben daar nog niet helemaal over uit. Het zijn interessante vragen die verschillende afwegingen vereisen. Dergelijke ontwikkelingen maken het vak boeiend!’

D

e toekomst ‘De praktijk van Hans is nog een echte praktijk aan huis,’ vervolgt Corienne. ‘Op lange termijn denk ik dat deze vorm zal verdwijnen. De nieuwe generatie artsen stelt andere eisen. De gezondheidscentra zijn dan ook sterk in opkomst. Persoonlijk zou ik daar niet echt moeite mee hebben. Een grote omgeving heeft ook zijn voordelen. Het voordeel voor mijn werk is dat iedereen bij elkaar zit. Je communiceert wat sneller en makkelijker met andere zorgverleners. Vroeger heb ik altijd in grote omgevingen gewerkt. Het was voor mij dan ook even wennen bij de praktijk van Hans. Kleiner en dus veel meer op mijzelf aangewezen. Maar ik heb gelukkig een goed contact met iedereen binnen de praktijk. Ook belangrijk is, dat ik altijd een volle agenda heb. Hans delegeert veel aan mij, zonder dat hij de controle loslaat. Hans weet altijd wie er bij mij komt, hij heeft mijn agenda open staan. Ik weet niet of hij ook altijd het dossier checkt, nadat iemand bij mij is geweest. Gelukkig is dat uit betrokkenheid met de patiënt en niet om mij te controleren.’

G

eslaagde dag ‘Ik ga nooit met tegenzin naar mijn werk. De dag is geslaagd als ik gewoon lekker heb gewerkt. Met leuke patiënten, weinig incidenten. Er hoeft wat mij betreft niet iets heel bijzonders te gebeuren om een goede dag te hebben. Als praktijkondersteuner maak ik niet vaak iets heel indrukwekkends mee. Het type werk is redelijk constant. Dat is fijn en ik krijg er elke dag weer energie van,’ besluit Corienne het gesprek.

www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

29


Grace Kelly, prinses van Monaco, overlijdt op 52-jarige leeftijd aan de gevolgen van een verkeersongeval. Door een beroerte verliest de prinses de controle over het stuur. Het ongeluk gebeurde op dezelfde plaats waar ze eerder als actrice een hoofdrol speelde in de Hitchcock film ‘To Catch a Thief’. Andere filmhelden die in 1982 overleden zijn: John Belushi, Ingrid Bergman, Henry Fonda en Romy Schneider.

Leuker nieuws. Prins William wordt geboren. Hij is de eerste zoon van het Britse kroonprinselijke paar Charles en Diana. Enkele bekende Nederlanders die geboren werden toen Hans in 1982 aan zijn professionele carrière begon: Lieke van Lexmond (Actrice/Presentatrice), Jacqueline Govaert (Krezip), Maarten Stekelenburg (Keeper) en Everon Jackson Hooi (Bing in GTST).

1982 Vier Nederlandse journalisten die namens de televisiezender IKON in El Salvador een documentaire maken, worden vermoord door een doodseskader.

De Chinese regering maakt bekend dat de volkstelling van medio 1982 heeft uitgewezen dat er meer dan één miljard Chinezen zijn.

Het jaar waarin Hans Rutten zich officieel als huisarts vestigde in Nuenen. Een groots moment voor hem. Maar wat gebeurde er in dat jaar nog meer in de wereld? Welke gebeurtenissen haalde dertig jaar geleden de krantenkoppen? Een selectie van het wereldnieuws uit 1982.

Italië wint de wereldtitel door West-Duitsland in de finale van het WK voetbal met 3-1 te verslaan. Paolo Rossi van Italië werd topscoorder én beste speler van het toernooi. Nederland had zich niet geplaatst.


Ineens was hij daar, de Smiley. Een computerteken om een gemoedstoestand aan te duiden. Iedereen gebruikt ze nu in vele vormen. De bekendste varianten zijn de vrolijke en de treurige Smiley. De Amerikaan Scott Fahlman van de Carnegie Mellon University bedacht deze zogenaamde ‘Emoticons’. Overigens wordt in 1982 de computer door het Amerikaanse weekblad Time uitgeroepen tot ‘Machine van het jaar’.

De Rubis Kubus is een enorme rage onder jongeren. Bijna iedereen op het schoolplein heeft er een. Het is een wiskundige puzzel in de vorm van een kubus met elk zijvlak in een andere kleur, meestal bestaande uit 3 rijen van elk 3 blokjes. Dat jaar wordt het eerste WK Kubus oplossen gehouden. De 17-jarige Nederlander Guus Razoux Schultz werd tweede.

Eind 1982 worden vijftien leden van de Surinaamse bevolking op bevel van Desi Bouterse doodgeschoten. Het gaat om intellectuele tegenstaanders van het militaire regime die zich kritisch hebben uitgelaten. Deze moorden staan bekend als de Decembermoorden.

Doe Maar, Andre Hazes, TOTO, Roxy Music en Santana zijn verantwoordelijk voor de best verkochte albums in 1982. De best verkochte single is ‘Ein bisschen Frieden’ van Nicole.

De film ET (The Extra-Terrestrial) gaat in de VS in première. De film van Steven Spielberg wordt een enorm kassucces. Andere films uit dat jaar zijn ook klassiekers geworden. Denk aan Tootsie, Gandhi, Blade Runner, Sophie’s Choice en Poltergeist.

Toos van der Valk, echtgenote van de eigenaar van de bekende horecaketen, wordt ontvoerd door Italiaanse criminelen. Na betaling van ruim 12 miljoen gulden aan losgeld komt ze na drie weken op vrije voeten. Na goed speurwerk worden de daders gepakt. Het losgeld is gedeeltelijk teruggevonden.

Sony en Philips presenteren op een Duitse vakbeurs de eerste cd-speler en ontketenen daarmee een ware revolutie op muziekgebied. De Compact Disc is niet groter dan 12 cm doorsnee. Bij Philips in het Duitse Hannover wordt de eerste CD geproduceerd: ‘Visitors’ van ABBA.

De Falklandeilanden zijn het decor voor een oorlog tussen Groot-Brittannië en Argentinië. De onenigheid over de eilanden speelt al 150 jaar en op 2 april vallen de Argentijnen de hoofdstad aan. De eilandengroep ligt voor de kust van Argentinië in Zuid-Amerika, maar behoort tot Groot-Brittannië. In reactie op de bezetting, stuurt Groot-Brittannië haar vloot naar de eilandengroep om de Falklandeilanden te ontzetten. Een korte maar heftige oorlog breekt uit. Argentinië verliest de oorlog. De strijd kostte het leven van ruim 1000 mensen.


Collega’s onder elkaar Als collega’s praat je doorgaans met elkaar en niet over elkaar. Maar voor één keer spreken de huisartsen Arthur Gieles en Jos te Dorsthorst openhartig over hun collega Hans Rutten. Beiden kennen ze hem al lang, respectievelijk 15 en 20 jaar. Gezamenlijk hebben zij de taak om te zorgen voor het welzijn van de inwoners van Nuenen. Om dat elke dag, avond en weekend voor elkaar te krijgen delen ze veel met elkaar, ondersteunen ze elkaar waar mogelijk en hebben ze vaak ook privé contact. Onder het genot van de ondergaande zon, een goed glas witte wijn en een bescheiden sigaar, filosoferen zij over collega, vriend en concurrent Hans. Herinneren jullie je nog de eerste indruk van Hans? Arthur weet het nog wel, de eerste indruk die hij had. ‘Ik herinner mij Hans als een warm mens die zocht naar verbinding met andere hulpverleners in de regio. Zoals wijkverpleegkundigen, logopedisten en fysiotherapeuten. Hans organiseerde avonden om ervaringen te delen en van elkaar te leren. Daarin ging hij altijd voorop. Jammer genoeg is dat de laatste jaren een beetje verwaterd. Dat mis ik wel. De steeds grotere groep hulpverleners in Nuenen en omstreken heeft voor een anoniemere sfeer gezorgd.’

‘Ik denk dat mensen zich veilig voelen bij hem’ Jos herinnert zich vooral het bijzonder taalgebruik van Hans. ‘Als Hans iets zei dan deed hij dat zo zorgvuldig, dat hij veel bijzinnen maakte en zichzelf daardoor wel eens verloor in wat hij echt wilde zeggen. Hans formuleert nog steeds behoedzaam. Hij wil niemand kwetsen en alle kanten van de zaak belichten. Mijn stijl is anders, daarom viel het mij destijds direct op. Ik ben meer recht toe recht aan in mijn communicatie.’

‘Ja, dat herken ik wel,’ gaat Arthur verder. ‘Hans is heel aftastend in zijn communicatie. Het is niet altijd direct duidelijk wat zijn mening is. Maar zodra het gaat om iets gemeenschappelijks, iets wat alle huisartsen aangaat of zijn principes raakt, dan maakt Hans zijn schouders breed. Dan kan hij ineens heel helder zijn.’ Wat vinden anderen van zijn stijl? Arthur: ‘ik denk dat mensen zich veilig voelen bij hem. Hans toont zijn betrokkenheid, neemt de tijd. Ondanks de grootschaligheid, verzakelijking en cijfertjesdruk blijft Hans het op de ‘oude’ manier doen. Hij verliest het menselijke aspect niet.’ Jos vult aan: ‘Hans gebruikt zijn manier van communiceren om de relatie goed te houden. Dat is voor Hans heel belangrijk. Zowel bij patiënten, collega’s en andere zorgverleners. Hij is heel attent en sociaal. Heel veel mensen kennen hem dan ook. In het ziekenhuis zelfs op bijna alle niveaus en dat is best bijzonder. Hij is graag gezien. Anderzijds heeft zijn stijl soms ook een ander effect op mensen,’ vervolgt Jos. ‘Sommige patiënten, die hem als vervangend arts hebben, worden onrustig door de aanpak van Hans. De uitgebreidheid van zijn vragen zorgt dan voor onzekerheid. Dan hebben ze al een vermoeden wat er scheelt als ze op het spreekuur komen en worden vervolgens geconfronteerd met de vele vragen en denken dan al snel; “o jee, wat heb ik allemaal?” Maar het leuke is dat zo alle huisartsen verschillend zijn en iedere patiënt de huisarts kan kiezen die het best bij hem of haar past.’ Arthur: ‘Hans gaat al lang mee en heeft trouwe patiënten. Hele generaties van dezelfde familie komen bij hem. Hans doet echt aan levensloopgeneeskunde. Sommige van zijn patiënten heeft hij nog zelf ter wereld gebracht, toen hij nog bevallingen deed. Dat begint te tellen als je dertig jaar huisarts bent, dan krijg je echt voelbaar te maken met generaties. Dan heb je je sporen verdiend.’ Is het moeilijk om over een collega te praten? ‘Nou, we hebben veel respect voor hem en hij is een maat van ons,’ zegt Arthur. ‘Heel veel dingen maken we

Arthur Gieles

‘Er zit nog een jonge jongen in hem’


gezamenlijk mee, zowel zakelijk als privé. Wij ondersteunen elkaar veel, je bent immers op elkaar aangewezen in dit vak. Bijvoorbeeld als je heel intense situaties meemaakt. Het is dus wel apart om over elkaar in het openbaar te spreken. Het gekke is dat wij eigenlijk ook nog worden geacht elkaars concurrenten te zijn. De marktwerking vraagt daarom, terwijl wij juist heel intensief moeten samenwerken. We staan voor een gezamenlijke opdracht.’

Jos te Dorsthorst

‘Ik kan wel zeggen mijn beste vriend’

Jullie gaan dus privé met elkaar om, zijn jullie dan ook echt bevriend met Hans? Arthur: ‘Ik zie hem vooral als een goede maat.’ Jos antwoord met een volmondig ja. ‘Ik kan wel zeggen mijn beste vriend.’

Waar zou dat vandaan komen? ‘Er zit nog een jonge jongen in hem,’ zegt Jos. Arthur: ‘Het is mooi als in een man het kind nog herkenbaar is en dat zie je bij Hans.’

Kunnen jullie wat meer vertellen over Hans als persoon? ‘Trouw’, zegt Arthur. ‘Dat is een mooi woord dat van toepassing is op Hans. Hij is loyaal. Hij zal je nooit iets afpikken, je hoeft niet op je hoede te zijn bij hem. Jos bevestigt: ‘Je kan hem zo je portemonnee meegeven.’ Arthur: ‘Hij zal je nooit benadelen! Hans is niet sluw en berekenend. Geen geslepen persoon en dat is heel fijn aan hem. Ik denk dat ook patiënten dat wel van hem weten. Hij is voor honderd procent gericht op de ander en zeker niet uit op eigenbelang. Hij zou er ongelukkig van worden als hij daarop werd betrapt.’ Jos: ‘Als ik Hans zou moeten samenvatten, dan zou ik dat in twee woorden doen: goeie vent!’

Als hij zo vrij van oordeel is, heeft hij dan wel een mening? Arthur: ‘Nou Hans heeft meer overwegingen dan dat hij echt iets vindt. Een standpunt innemen is wel eens een punt.’ Jos vult aan: ‘En toch verbaast hij ons dan ineens als hij wel een duidelijk standpunt inneemt.’ Arthur: ‘Ja, en als hij het doet is het meestal omdat het om een onderwerp gaat waarbij bekommernis om elkaar of elkaar uit het oog verliezen aan de orde is.’

‘Het mooie is dat Hans ook vrij van oordeel is,’ zegt Arthur. ‘Ja, dat is absoluut waar,’ gaat Jos verder. ‘Als je hem een verhaal vertelt, hoe raar ook, het mag er van hem gewoon zijn. Zonder oordeel.’ Arthur: ‘Ja, hij zou zich hoogstens verwonderen.’ ‘Verder is Hans een open boek,’ zegt Arthur. ‘Bij hem hoef je je niet af te vragen hoe hij in het leven staat. Bij hem is dat zichtbaar. Wat je ziet, is wat je krijgt. Het is een fijne collega, betrokken,’ gaat Arthur verder. ‘Hij lijdt echt mee als een van ons ziek is of iets mankeert. Ook als dat met een van onze partners is. Vroeger was dat nog meer, toen de partners ook meer bij het vak betrokken waren. Bij vergaderingen bijvoorbeeld. Dat samen doen zal Hans echt missen. Dat dit niet meer gebeurt heeft alles te maken met drukkere werkzaamheden van onze partners en de grootschaligheid van de zorg. Er is heel veel veranderd en Hans heeft zich goed weten te handhaven.’ Jos: ‘Het grappige aan Hans is dat hij naast zijn zorgvuldigheid ook iemand van de actie is. Hij houdt van spoed.’ Arthur gaat verder: ‘Voor Hans is het jammer dat ambulanceritten die wij als huisarts doen niet meer zo spectaculair zijn als vroeger. De echt spannende zaken worden nu door andere teams gedaan. Het avontuurlijke heeft hij ook privé. Hij wil graag spannende dingen doen en onderneemt actieve vakanties. Hans zou uit een helikopter kunnen springen of aan bungeejumping kunnen doen. Als er actie bij is, dan straalt hij helemaal.’

‘Hij zal je nooit benadelen’ Als het vooral om de ander gaat, doet hij zichzelf dan tekort? Jos denkt dat het wel meevalt. ‘Als je je net zoals Hans verdiept in wat de ander nodig heeft en je graag geeft, geef je ook aan jezelf. Hans zou zichzelf tekort doen als hij nu al met pensioen zou gaan.’ ‘Tja, loslaten is ook een thema voor Hans,’ zegt Arthur. ‘Voor Hans is zijn werk zijn hobby en zijn hobby zijn werk. De vraag is hoe hij gaat toewerken naar het moment dat hij afscheid neemt van zijn laatste patiënten. Dat is een belangrijke opdracht voor hem in de komende jaren. Hij is graag tussen de mensen waar hij samen dingen mee doet.’ Jos: ‘Het idee van een pensioen zit hem nog lang niet lekker.’ Welke eigenschap van jullie spreekt Hans aan denk je? ‘Ik denk dat het Hans aanspreekt dat ik wat stelliger kan toelichten waarom ik iets vind,’ zegt Arthur. ‘Hans kan bij mij komen met de vraag; “wat vind jij daar nu van?” Ik kan voor hem de spookbeelden wegnemen. Vooral op punten waar Hans blijft doordenken of zich zorgen blijft maken. Ik denk dat mijn relativerende kracht hem aanspreekt.’ Jos: ‘Je weet overal iets van, zegt Hans wel eens tegen mij. Ik denk dat hij in mij iemand ziet om breed mee te sparren. We wandelen vaak samen en bespreken dan veel met elkaar. Hans wil best veel delen.’

>

www.huisartsmagazine.nl | De Hans |

33


dat hij ook veel last heeft ervaren van de verzakelijking, hierin zijn eigen weg heeft gevonden en nog altijd op dezelfde warme manier zorg verleent aan zijn patiënten. Hans laat zich niet gek maken.’

Voor Hans was arts worden echt een roeping, waarom zijn jullie arts geworden? Jos is even weg om nog een wijntje bij te schenken. Het woord is dus aan Arthur. ‘Het is beter te zeggen hoe het voelt, dan te beschrijven. Voor mij was het een stage in de huisartsenpraktijk waar ik het gevoel had, dat ik veel meer tot mijn recht kwam dan in een ziekenhuis. Dat is puur gevoel. Het was persoonlijker. Huisartsengeneeskunde was echter niet perse een roeping. Het mooie aan het vak is dat je er veel creativiteit in kwijt kunt. De weg van A naar B kan heel divers zijn. Als huisarts heb je de vrijheid om op basis van je persoonlijke ervaringen de juiste weg te kiezen. Je hebt direct contact met patiënten en je kan de zorg leveren zoals je die zelf ook graag zou willen ontvangen. Dat is mijn streven.’ Jullie hebben het woord ‘verzakelijking’ een aantal keer genoemd. Zijn jullie nog steeds vrij om zelf invulling te geven aan je vak? ‘In ons vak verandert er heel veel,’ zegt Arthur. Jos haakt daar meteen op in: ‘Dat vind ik eigenlijk niet zo, er veranderd inhoudelijk niet zo veel.’ Arthur: ‘Maar het vak is onrustiger geworden, het heeft inderdaad meer met de bijkomende regeldruk te maken dan met veranderingen in de medische werkzaamheden zelf. Die administratieve druk is de laatste vijftien jaar toegenomen. Alleen al de wijze waarop je met je dossier omgaat is totaal anders geworden. De documentatie is veel omvangrijker. Er zijn ook veel meer partijen die zich met ons bemoeien en ons regels opleggen waaraan wij moeten voldoen. Er is duidelijk sprake van schaalvergroting, meer efficiency, verregaande transparantie, scherpere targets vanuit de zorgverzekeraars en meer noodzaak tot afstemming. Soms heb ik het gevoel dat ik het allemaal minder zelf bepaal. Dat kan wel eens afleiden van de zorg voor patiënten, van gewoon een goed spreekuur draaien.’ Arthur gaat verder: ‘Niet zo lang geleden had je de zorg voor je eigen club patiënten. Die kende je door en door. Dat is nu een grotere groep geworden. Anoniemer ook. Je wordt voorzichtiger. Maar gelukkig ben je nog steeds vrij in de vormgeving van je beroep. Je kunt nog zelf een persoonlijk accent leggen op de invulling van je vak. Meer nog dan bijvoorbeeld in een ziekenhuis. Wij staan heel dicht bij de patiënten. Het is mooi om te zien dat Hans, van wie ik weet

34 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

Hans is dit jaar 30 jaar huisarts, wat zouden jullie hem de komende jaren toewensen? Jos: ‘Ik zou hem willen toewensen dat hij de afbouw van zijn praktijk kan combineren met de opbouw van iets anders. En dat hij de dingen waarvan hij zegt ze graag nog eens te doen ook echt gaat doen.’ Arthur: ‘Er zal voor iedereen een dag komen dat er een laatste werkdag komt. Voor Hans waarschijnlijk na zijn vijfenzestigste. Ik hoop dat hij dan nog steeds een nieuwsgierige belangstelling heeft voor verschillende zaken en dat hij iets vindt dat ook de moeite waard is om voor te leven.’ Jos: ‘Ja, dat zou fijn zijn. Want er is toch iets onrustigs in zijn leven. Hij wil heel veel doen.’ Arthur: ‘Verder zou ik Hans gunnen dat hij al zijn ervaring kan overdragen aan jonge collega’s.’ Ik zie in hem een goede huisartsenopleider. Dat hij zijn dijk aan ervaring kan overbrengen op iets wat blijft voortbestaan.’ Tot slot Arthur rond af: ‘Hans is een heel bijzondere collega en het is ons geluk dat hij nog lang niet wil stoppen. Hij heeft echt een rol binnen de huisartsengemeenschap. Dat laat zich niet in een bepaalde taak vatten, het is ‘n soort onbenoembare rol. Hij is de oudste, de nestor en een goeie vent.’


P

De gezondheidszorg is een van de belangrijkste agendapunten van de politiek. De grote vraag is hoe wij de zorg in Nederland betaalbaar houden. Alle politieke partijen hebben als uitgangspunt het beheersen van de zorgkosten maar ze kennen verschillen in aanpak. Ook zijn vrijwel alle partijen het erover eens dat preventie een sterkere stempel op het zorgpakket moet krijgen. Ze vinden een gezonde levensstijl een belangrijk aandachtspunt in de beheersing van toekomstige gezondheidskosten. Ook zijn ze het erover eens dat de huisarts als poortwachter weer een belangrijkere functie krijgt en dat je voor een specialist eventueel wat verder moet reizen. Ze hanteren het principe van zorg in de buurt als het kan, wat verder als het moet. Waar de partijen het traditioneel niet over eens zijn is het eigen risico, de premiehoogte en de rol van de marktwerking. Zorg is complex en dat weten de politieke partijen ook. Veel van de maatregelen in de verkiezingscampagne zijn korte termijn gericht. Maar hoe zit het eigenlijk met de lange termijn? Welke trends zijn er te zien? Waarmee moet de politiek en de gezondheidszorg rekening houden bij het maken van beleid? Met hun boek ‘Diagnose 2025: Over de toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg’, schetsen Philip J. Idenburg en Michel van Schaik een gedegen beeld van de trends, mogelijke scenario’s en benodigde acties in de gezondheidszorg. Hieronder de trends in de gezondheidszorg waarmee wij te maken hebben of te maken krijgen.

Y

www.diagnose2025.nl

ounique: differentiëren in zorgconsumenten De heer Mateijsen zei het al in dit magazine: we zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk. Dat geldt zeker voor de samenstelling van de bevolking. Deze verandert in snel tempo qua leeftijdsopbouw, zorgbehoefte en waarden- en normen-beleving. Als individualisten raken wij gewend aan maatwerk. Dat verwachten wij nu ook van de zorg. Wij worden zorgconsument en schikken ons niet meer naar het zorgaanbod. De zorgaanbieders zullen voortaan onze individuele behoefte centraal moeten stellen.

ower to the patient: meer doe het zelf zorg De kosten van de zorg stijgen de komende jaren. Een groot deel daarvan zal door ons zelf gedragen worden. Daarbij komt dat het aantal professionele zorgverleners de komende jaren afneemt. Deze ontwikkeling zal de trend van het ‘zelf regelen’ in gang zetten. Via familie, kennissen en Social Media netwerken en met behulp van nieuwe middelen, zoals het elektronisch dossier.

Z

org tot in de hemel: hogere verwachting van de zorgervaring Het gaat ons in de toekomst niet alleen maar om de kwaliteit van de zorg maar ook om de totaal-beleving. Hoe heb ik en mijn familie de zorg beleefd? Hoe tevreden zijn wij over de zorg die wij hebben afgenomen? Werd er rekening gehouden met mijn agenda? Was de communicatie goed? Werd ik vriendelijk bejegend? Is er wel geluisterd naar mijn kritiek? De antwoorden op deze vragen bepalen ons oordeel over de geboden zorg.

B

ang in de zorg: angstiger door onveiligheid en complexiteit in de zorg Door toenemende transparantie in de zorg horen wij via de media en onze relaties steeds meer over de risico’s en gevaren van behandelingen. Niet dat ze er in het verleden niet waren, maar nu komen ze aan de oppervlakte en dat maakt onzeker. Overgeleverd zijn aan anderen is sowieso spannend. Ook het feit dat wij nu allerlei medische zaken gemakkelijk kunnen opzoeken op internet en het tegelijk moeilijk is deze informatie goed te interpreteren, brengt onzekerheid met zich mee. Tot slot maken wij ons ook zorgen over de privacy van onze medische gegevens. Het is dus zaak voor de zorgaanbieders om onze veiligheidsgevoelens te benaderen met het juiste veiligheidsbeleid.

G

ezond grijs Nederland: vitaler langer leven Onze bevolking vergrijst en daarom zal de komende jaren de groep ouderen tot de belangrijkste klantengroep van de zorg behoren. Wij zijn dadelijk niet alleen met méér ouderen, we leven ook langer en dat zal terug te zien zijn in de toename van bepaalde ziektebeelden. Bovendien www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

35


verwachten wij van zorgaanbieders dat ze zullen bijdragen aan de mogelijkheid om gezond ouder te worden. Wij willen ons zo lang mogelijk jong blijven voelen, zowel fysiek als geestelijk.

I

edereen is patiënt: vaker chronisch ziek Door de vergrijzing zal het aantal mensen met één of meerdere chronische ziektes drastisch toenemen, tot wel 55% van de bevolking in 2020. Deze ziektes zullen in de toekomst meer en meer te maken hebben met lichaamsgewicht en geestelijke gesteldheid. Het is een uitdaging voor zorgaanbieders om zodanig samen te werken, dat aan mensen met meerdere chronische ziektes, die tegengestelde behandelmethodes kennen, toch de beste zorg wordt gegeven.

G

ezond is een keuze: meer aandacht voor levensstijl Waarom moeten mensen met een gezonde levensstijl betalen voor mensen met een slechte levensstijl? Dat is de vraag die de komende jaren tot een openlijke discussie zal leiden. Veel van ons maken ongezonde keuzes die op lange termijn impact hebben op de zorgkosten. Het aanpassen van gedragingen in de zin van goede voeding, stressreductie en meer beweging, zullen door velen van ons omarmd worden.

V

oorkomen: hogere prioriteit aan preventie De komende jaren ligt de nadruk op ‘voorkomen is beter dan genezen.’ Hiermee kan het verlies aan kwaliteit van leven worden voorkomen en de zelfredzaamheid worden vergroot. Dit past in een tijd van individualisering, waarin ons gevraagd wordt verantwoordelijkheid te nemen voor onze gezondheid. We gaan de nadruk leggen op gezond blijven en iedereen kan bij zichzelf beginnen. Een aanzienlijk deel van het beschikbare geld, resources en middelen in de zorg gaat naar preventie en ook de overheid zal hierop inzetten.

Z

orgen zonder grenzen: globalisering van gezondheid Nu de kosten voor de zorg vooral bij ons komen te liggen, zullen wij zoeken naar de beste kwaliteit voor de laagste prijs. En dat kan best eens over de grens te vinden zijn. Andersom geldt ook, door de globalisering en makkelijke bereikbaarheid zie je nu al dat steeds meer zorgproducten, diensten en specialisten uit andere delen van de wereld naar Nederland toekomen. De digitalisering zou het proces van mondialisering van de zorg wel eens kunnen bespoedigen.

G

oogleritis: digitalisering van de consument- en zorginteractie De eerste spreekuren met huisartsen via Skype is al een feit en er bestaat sinds kort een App van huisartsen waarmee je kunt beoordelen of het noodzakelijk is om met je klacht naar de huisarts te gaan. Met andere woorden, de komende jaren zal de interactie tussen ons en de zorgaanbieder verschuiven van een fysieke relatie naar een digitale relatie. De technologische ontwikkelingen maken dit mogelijk. Ook het delen van informatie via de digitale snelweg en de opslag van data in medische systemen zullen een vogelvlucht nemen. Dit vraagt om aanzienlijke automatiseringsbestedingen, veiligheidsmaatregelen en ander gedrag van betrokkenen.

O

ne-to-One: gerichter behandelen met medische technologie Met behulp van nieuwe technologieën kan de zorg in de toekomst echt op maat worden gemaakt, zover zelfs dat gepersonaliseerde medicijnen

36 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

kunnen worden gemaakt voor één specifiek persoon. Het samenkomen van ontwikkelingen op het gebied van gentechnologie, ICT en nanotechnologie maken dit mogelijk. Deze ontwikkelingen dragen ook bij aan het beheersen van ernstige ziektes in de nabije toekomst. Bovendien stellen ze ons in staat om methodes te ontwikkelen, waarmee je heel gericht en precies kunt ingrijpen op een plek in het lichaam. Ook zullen vormen van Robotica en games ervoor zorgen dat per persoon de beste hulp kan worden bepaald voor het verlichten van leed en het langer thuis blijven wonen.

C

aring is sharing: meer transparantie in kennis en kunde Wij verwachten dat zorgaanbieders hun kennis en kunde met ons delen en dat deze informatie ten goede wordt gebruikt. Zo willen wij meer inzicht in de kwaliteit van bepaalde specialisten en instellingen en indien deze ondermaats is, dat er iets aan gedaan wordt. Zorgaanbieders zullen moeten gaan werken aan klantgerichtheid, imago en keuzemogelijkheden. Ook verwachten wij dat alle beschikbare medische informatie gebundeld wordt om tot nieuwe inzichten te komen over behandelmethoden. Tot slot zal door het ontsluiten van patiënten-informatie meer kennis verschaft kunnen worden over onze levensstijlen. Kennis delen zal van levensbelang blijken te zijn bij het vergroten van de kwaliteit van de zorg.

G

roener: naar duurzame zorg Zorgaanbieders gaan in lijn met de maatschappelijke ontwikkelingen ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)’. Wij verwachten van hen dat zij naast winst (Profit) ook aandacht hebben voor het effect van hun handelen op de wereld (Planet) en mensen (People). De drie bekende P’s. Er zal veel meer aandacht komen voor het creëren van een gezondere leefomgeving om zo ook een gezonder leven mogelijk te maken. Ook hier geldt voorkomen is beter dan genezen. Zorgaanbieders zullen op deze trend gaan inspelen. Enerzijds omdat wij dat als klant willen en anderzijds om hun verantwoordelijkheid te nemen in het beperken van de stijging van de zorgkosten.


S

aving lives, saving costs: verzakelijking, marktwerking en ondernemerschap Hoe minder zorg we hoeven verlenen, hoe goedkoper. Om dat te bereiken zet de verzakelijking en de prestatiegerichtheid in de zorgsector door. Er is nu vooral sprake van gereguleerde marktwerking, maar deze zal zeker voor delen van de gezondheidzorg worden doorgezet naar (bijna) gehele marktwerking. Met andere delen van de gezondheidszorg zal dit wellicht wat minder snel gaan, maar hoe dan ook; concurrentie, prestatiesturing en efficiency zullen belangrijke parameters zijn in deze sector.

W

ie zorgt voor mij? Meer vraag en minder aanbod op de arbeidsmarkt De arbeidsmarkt is krap, er zijn nu al te weinig mensen werkzaam in de zorg. Daarbij komt dat ook de werkende populatie afneemt in de komende jaren, terwijl er juist meer mensen nodig zijn om de grotere zorgvraag als gevolg van deze vergrijzing aan te kunnen. Zorgaanbieders zullen er alles aan moeten doen om hun medewerkers te binden en boeien.

O

mschakelen: herinrichten van de zorgketen Om de trends het hoofd te bieden zal de manier waarop de gezondheidszorg georganiseerd is veranderen. Nu zijn er nog zorgketens met opeenvolgende stappen die je doorloopt om de zorg te krijgen die je nodig hebt. Deze diensten zijn echter aanbod gedreven. Alle trends vragen nu juist om een manier van organiseren, waarin wij als zorgconsument centraal staan. Letterlijk in het midden met daar omheen een netwerk van goed geĂŻnformeerde en samenwerkende zorgaanbieders. Er zal gezocht worden naar de juiste samenwerkingsvormen.

D

e rekening graag: meer vraag, meer kosten De kosten stijgen als gevolg van de genoemde trends. Bij ongewijzigd beleid, zullen de kosten per hoofd van de bevolking de komende tien tot vijftien jaar bijna verdubbelen. Er kan alleen een trendbreuk worden gerealiseerd door een adequate reactie op de geschetste trends die van invloed zijn op de gezondheidszorg. Hoe deze reactie zal zijn, wordt telkens bepaald door de maatschappelijke en politieke werkelijkheid van het moment. De auteurs beperken zich in het boek niet alleen tot de trends. Op zeer leesbare wijze brengen zij ook de onzekerheden die van invloed zijn op deze trends in kaart. Vervolgens beschrijven ze drie denkbare scenario’s over hoe de gezondheidszorg in Nederland zich kan ontwikkelen. Ieder met hun eigen dynamiek, uitwerking van het zorgsysteem en aandachtsgebieden voor betrokken partijen. Met de verkenning van deze scenario’s geven de auteurs de gezondheidszorg een aantal vergezichten die als basis kunnen dienen voor dialoog, beleidsvorming en innovatie. Kortom: dit boek geeft op toegankelijke wijze een breed overzicht van de toekomstige gezondheidszorg. Na het lezen hiervan besef je, wellicht opnieuw, dat de gezondheidszorg nog meer dan nu een prioriteit zou moeten zijn van ons allemaal.

Titel:

Ondertitel:

Diagnose 2025

Over de toekomst van de

Nederlandse gezondheidszorg Auteurs:

Philip J. Idenburg en Michel van Schaik

ISBN:

9789055947355

Uitgever:

Scriptum

Top 1 0 klach ten V olwas

sene

1. Hoge bloed 2. druk Diabe tes 3. Urine wegin 4. fectie Hoes s ten 5. Depr essie 6. Over m atig o 7. orsm Lage eer r ugpij 8. n Conta ctecz 9. eem/ Acute ande infec r ecz 10. ties a eem Ande a n de re zie b k o t v e enste (nek, aan b heup lucht eweg en et wege ingsa c.). n ppara at

n

www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

37


Education Permanente

Tja, het gaat wel over ons welzijn. Daarom moeten huisartsen zich volgens de Wet BIG laten registeren. BIG staat voor ‘Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg’. Met de registratie zijn huisartsen gehouden aan allerlei regels. Het doel is de kwaliteit van de zorg veiligstellen. Het moet ons beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van zorgverleners. Een van de regels is dat huisartsen een minimaal aantal uren per vijf jaar moeten werken. Daarnaast hebben de huisartsen zichzelf verplicht minimaal 40 nascholingspunten per jaar te verdienen. Een keer per vijf jaar moet de registratie opnieuw worden gedaan en moet je voldoende punten hebben verzameld. Dat geldt dus ook voor Hans Rutten. Hoe werkt dat eigenlijk voor hem, continu leren? Er zijn veel nascholingsmogelijkheden. Zo heeft Hans elk voor- en najaar een nascholingsdag bij een ziekenhuis in de omgeving. Bij deze dag komen artsen met verschillende achtergronden bij elkaar. De onderwerpen die in deze nascholing aan de orde komen zijn altijd praktisch van aard. In dit najaar gaat het bijvoorbeeld over buikklachten. Vanuit verschillende specialisaties wordt dit onderwerp belicht. Hans zal vanuit het perspectief van de huisarts een presentatie geven over buikklachten. Leuker vindt Hans de driedaagse training met alleen de huisartsen. De eerste dag gaat het over praktische zaken, zoals het injecteren of het zetten van een spiraaltje. Dat geldt ook voor de derde dag. De tweede dag van deze nascholing vindt hij het leukst. Deze dag staat helemaal in het teken van de psychologische component van het vak. Dat gaat meer over jezelf, als zorgverlener. Over de manier waarop je bepaalde problemen benadert. Er is dan ook ruimte om een consult na te spelen en met elkaar te bespreken wat goed en fout ging. Meestal nemen er psychologen of sociologen aan deel die dieper op de materie in gaan. Je wordt met jezelf geconfronteerd, het zet aan tot overpeinzing. Als huisarts wordt je vaak geleefd, deze dag doet je weer eens stilstaan bij belangrijke zaken die je werk en de relatie

TER INFO

• BIG is een uitvoeringsorganisatie van het

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

• In 2012 staan er in totaal 11.789 huisartsen geregistreerd, waarvan 6.461 mannelijk en 5.328 vrouwelijk.

• Een huisarts moet zich elke 5 jaar opnieuw registreren. Belangrijkste voorwaarde is dat de huisarts een minimaal aantal uren werkt in een periode van vijf jaar.

• Het minimum aan 40 nascholingspunten is nu nog niet in de BIG wetgeving

opgenomen, maar is wel een eis van de | DeHans | www.huisartsmagazine.nl Landelijke Huisartsen Vereniging.

38

met je patiënten beïnvloeden. Daar leert Hans het meest van. Daarnaast volgt Hans eens per jaar een driedaagse nascholing met huisartsen en specialisten uit het ziekenhuis. Deze nascholing is meestal in het buitenland en kent naast een inhoudelijk programma ook een cultureel programma. Dan mogen de partners ook mee, het is een mooie netwerk gelegenheid. Er zijn ook kleinschalige nascholingsbijeenkomsten. Zo komen in Nuenen de huisartsen en apothekers zes keer per jaar bij elkaar. Daar wordt de werking van bepaalde medicijnen besproken en worden nieuwe medicijnen gepresenteerd. Laatst ging het bijvoorbeeld over het medicijn Ritalin en de invloed daarvan op drukke kinderen. Alle voor- en nadelen worden dan besproken. Er zijn ook nascholingen die meer in lijn liggen met het werk van de praktijkondersteuner. Deze volgt Hans ook. Hier komt het laatste nieuws aan de orde over chronische ziektes als astma, diabetes en hart- en vaatziekten. Hans heeft altijd veel plezier in de nascholingen. Niet alleen het formele deel met alle nieuwe wetenswaardigheden is voor hem belangrijk, het informeel samenzijn met collega’s en de sfeer zijn minstens zo belangrijk. Het vereiste aantal

• BIG is een transparant systeem. Je kunt op

naam zoeken wie geregistreerd is en wie op de zwarte lijst staat.

• De registratie geldt niet alleen voor

huisartsen maar ook voor bijvoorbeeld

tandartsen, specialisten, verloskundigen,

fysiotherapeuten, apothekers en psychiaters.

• Beroepen in alternatieve geneeswijzen

staan niet geregistreerd en hebben geen

beschermende titel volgens de Nederlandse wetgeving. Zij regelen de kwaliteit via eigen verenigingen.

• Zie www.bigregister.nl

punten haalt hij ieder jaar gemakkelijk. Meestal zit hij met 60 tot 80 punten ruim boven de norm. De nascholing doet hij niet alleen omdat het verplicht is. Ook toen nascholing nog niet verplicht was, ging hij al. De driedaagse nascholing volgt hij inmiddels al een kleine twintig jaar. Een van zijn mooiste ervaringen is een nascholing die hij op de Universiteit van Cambridge had met een collega. Niet zozeer de onderwerpen of het Engelse medische systeem vond hij indrukwekkend, maar veel meer de sfeer. De studentenkamer waar hij sliep, de campus, de collegezalen en de eetzaal, alles straalde een eeuwenoude traditie uit. Even waande Hans zich in Ravenstein, het opleidingsinstituut van Harry Potter. Er is één onderwerp waarvoor Hans meer aandacht wil in de nascholing en dat is leiderschap. Een huisarts wordt steeds meer manager, een ondernemer. De meeste huisartsen sturen één of enkele medewerkers aan en dat is op zichzelf een vak apart. In de tijd dat Hans naar de universiteit ging, was hiervoor geen aandacht. Tegenwoordig is dat anders. Jongere artsen leren hier veel meer over, maar nog steeds te weinig naar de mening van Hans. Daar valt nog wel wat kennis op te doen voor hem en zijn vakgenoten. Eens in de vijf jaar worden alle onderwerpen opnieuw behandeld en zo blijft hij goed op de hoogte van alle veranderingen. Natuurlijk scant hij ook vakliteratuur, maar van deze dagen leert hij het meest. Dat het goed zit met zijn kennis én dat hij zichtbaar is bij collega’s, bleek dit jaar maar weer eens toen hij door collega’s werd genomineerd voor toparts 2012. Met die registratie in de BIG zit het voor Hans de komende jaren wel goed. En voor u dus ook.


Annemarie van Heugten Annemarie van Heugten is de levenspartner van Hans. Samen hebben ze twee dochters, Marloes en Mariëlle. Ook in de carrière van Annemarie staat de mens centraal. Eerst vervulde ze meerdere functies in de verpleegkunde. Later gaat ze opnieuw studeren en wordt ze maatschappelijk werkster. Vandaag de dag is zij werkzaam als zelfstandig en succesvol mediator. Een gesprek met de stille kracht achter Hans Rutten, zonder wie hij het allemaal niet had kunnen doen. Je bent Mediator, hoe ziet jouw werkdag eruit? ‘Een typische werkdag bestaat uit meerdere mediation gesprekken. Ik probeer het te beperken tot maximaal drie. Een gesprek duurt ongeveer twee uur, soms korter of langer. Als het eerste gesprekken zijn duren ze meestal iets langer. Op maandag- en dinsdagavond geef ik advies over alles wat met echtscheiding te maken heeft. Op dinsdagavond is dit echtscheidingsspreekuur in Nuenen bij de LEV Groep. Dit in samenwerking met de advocatuur en het maatschappelijk werk. Ik ben hiermee in Nuenen al actief vanaf 1988. Een hele tijd dus. Eventueel adviseer ik ook over doorverwijzing. Als er mensen zijn die behoefte hebben aan mediation, dan spreek ik met hen een vervolgtraject af. Verder bestaat de dag uit het maken van convenanten, alimentatieberekeningen, gespreksverslagen en een heleboel telefoontjes.’

De cliënten geven zelf sturing aan het gesprek en lossen het probleem samen op. Zo blijven ze betrokken bij het hele proces c.q. hun echtscheiding of conflict. Vaak is een sterke sturing van mijn zijde nodig en heb ik een actieve begeleidende rol bij het verkennen van het probleem. Om daartoe te komen luister ik naar de problematiek, formuleer het probleem en bespreek de weg waarlangs, naar een oplossing wordt toegewerkt.’

Kun je vertellen wat mediation is? ‘Mediation is in de kern conflicthantering. Mijn rol is in eerste instantie om als onafhankelijke en objectieve derde partij het gesprek te begeleiden tussen twee of meerdere personen die een probleem willen oplossen.

Welke oplossingen reik je aan? ‘Ik reik geen oplossingen aan, mensen komen zelf met oplossingen. Het is wel zo dat ik vaak de oplossing al zie en met mijn vraagstelling mensen in de goede denkrichting kan krijgen, maar ze moeten

Wat voor soort mediation doe je? ‘Ik medieer vooral echtscheidingen en familiezaken. Af en toe ben ik betrokken bij het oplossen van een burenruzie of een arbeidsconflict. Familiezaken vind ik interessant, zoals het oplossen van een conflict over een erfenis. Of een geschil tussen ouders en volwassen kinderen. Soms praat ik met complete gezinnen.’

www.huisartsmagazine.nl | De Hans |

>

39


uiteindelijk zelf tot dat inzicht komen. De oplossing moet van henzelf zijn. Ik kan geen oplossingen opleggen. Een rechter legt op, ik niet.’ Wijkt de oplossing ook wel eens af van wat jij voor ogen hebt? ‘Ja, dat komt zeker voor. Zowel in negatieve als in positieve zin. Soms vind ik dat de gekozen oplossing niet goed is. Maar ik word ook verrast. Mensen kunnen af en toe heel creatief en enthousiast zijn in het oplossen van hun conflict.’ Wat is het moeilijkste aan mediation? ‘Niet zozeer het moeilijkst maar eerder het belangrijkst is om mensen te bewegen weer met respect naar elkaar te kijken én ook anders naar hun probleem te kijken. De pijn en onmacht is soms zo groot dat dit erg moeilijk is. Soms zitten de mensen met de rug naar elkaar of is er verbaal erg veel geweld. Dat laatste vond ik vroeger wel moeilijk. Nu zeg ik gewoon wat ik hoor en zie gebeuren en dat het mij vooral voor hen en hun eventuele kinderen lastig lijkt hoe ze met elkaar omgaan. Meestal heeft dat zin. Vervolgens bespreek ik met ze hoe ze ondanks het verdriet en de machteloosheid toch goed met elkaar kunt praten. Vroeger kon ik mij nog wel eens gestrest voelen in een dergelijke situatie. Nu gelukkig niet meer.’

40 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

Heb je je ook wel eens echt bedreigd gevoeld? ‘Nee, niet echt. Boze woorden zijn soms wel eens op mij gericht, maar op dat soort momenten ben ik niet geraakt. Het is een uiting van frustratie en daar moet je tegen kunnen als mediator, ik blijf gewoon rustig.’ Wanneer is voor jou de mediation geslaagd? ‘Als mensen rustig zijn, met een goed gevoel de deur uitgaan en buiten nog even napraten. Dan weet je dat je op de goede weg bent en dat waarschijnlijk ook na het gesprek interactie is. Er gewerkt wordt aan een oplossing. Dat is een goede graadmeter. Soms duurt dit een aantal gesprekken, maar meestal lukt het wel.’

1973

Wat gebeurt er als de mediation mislukt? ‘Het gebeurt wel eens dat het echt mislukt en mediation geen oplossing biedt. Als dat zo is, kan het een juridisch probleem worden. Je bent dan verder van huis. Zeker bij een echtscheiding is dit erg lastig. Daarvan baal ik echt en kijk ik heel erg naar mijzelf. Wat is er fout gegaan? Heb ik iemand tekort gedaan? Waar ging het mis? De conclusie is vaak dat partijen er nog niet klaar voor waren, omdat de onmacht en het verdriet nog te groot is.’ Hoe ga jij om met de spanningen in een gesprek en de verdrietige momenten? ‘Ik laat het probleem vooral bij de mensen. Het is niet van mij. Ik help ze ook niet door het tot mijn probleem te maken. Ik moet immers objectief blijven. Gelukkig ben ik meestal in staat om geen verdrietige zaken mee naar huis te nemen. Ik kan het buiten mijzelf houden. Dat houdt overigens niet in dat ik niet geraakt kan zijn door een bepaalde situatie. Vooral als ik zie dat mensen nog heel veel van elkaar houden, maar door omstandigheden en onmacht niet weten hoe ze moeten handelen en van elkaar vervreemd zijn geraakt. Ook als kinderen in de knel zitten blijft mij dat raken. Na een gesprek ben ik nog regelmatig bezig om te bedenken welke interventie ik de


volgende bijeenkomst kan inzetten om mensen een ander inzicht te geven.’ Je maakt ook schilderijen, is dat voor jou een uitlaatklep? ‘Ik ben vooral gaan schilderen omdat ik destijds mijn vak als maatschappelijk werker zo ongrijpbaar vond. Je kunt wel iets betekenen voor iemand anders, maar het is nooit eindig. Schilderen is heel concreet en tastbaar. Je maakt een product. Overigens wil ik al vanaf mijn jeugd kunst maken en daarom ben ik op enig moment gaan studeren aan de kunstacademie.’ Zowel jij als Hans hebben de mens centraal staan in het werk, is dat toeval? ‘Nee, ik denk niet dat het toeval is. Daar zit de aantrekkingskracht. Ik heb Hans ontmoet op de Zonnebloem. Wij waren beiden heel erg met mensen bezig en dat verbond ons toen al. Dat is inmiddels 40 jaar geleden.’

creëert hoe hij dat het best kan doen. Dit inzicht hoeft hij niet alleen te vinden, wij praten er samen veel over. Ik hoop dat hij nog erg lang iets met zijn kennis en ervaring kan doen en deze kan overdragen aan jonge mensen. Dat zie ik hem wel doen.’

issues, verbouwingen en de financiën. Ik ben echt zijn sparringpartner. Als mensen zeggen dat hij het niet zou hebben kunnen doen zonder mij, dan denk ik dat het wel waar is. Maar het is wel echt de praktijk van Hans. Ik ben geen manager van de praktijk, het is zijn zaak.’

Wat was en is jouw rol in de praktijk? ‘Ik ben niet iemand die op de voorgrond van de praktijk staat, maar natuurlijk heb ik in die jaren wel een belangrijke rol gespeeld. In het begin vervulde ik de rol die de assistenten nu vervullen. Later heb ik voor elke avond-, nacht –en weekenddienst de telefoon bemand. In de loop van de tijd ben ik minder gaan meewerken en heb ik moeten leren accepteren dat Hans 100 uur per week met de praktijk bezig was en ik het gezinsleven vooral alleen moest runnen. Op de achtergrond bespreken we bijna alles wat de praktijk aangaat. Hoe deze verder te ontwikkelen, de personele

Hoe kunnen mensen die geïnteresseerd zijn in je mediation je vinden? ‘Voor mediation kunnen mensen mij vinden via Stichting Mediation Eindhoven, het echtscheidingsspreekuur bij de LEV-Groep, Raad voor de Rechtsbijstand of het Nederlands Mediation Instituut.

Wat doet het met jou dat Hans nu dertig jaar huisarts is? ‘Eigenlijk ben ik daar heel nuchter in. Ieder mens voert zijn of haar beroep uit en Hans is huisarts. Ik vind het een mooi beroep en het heeft ons veel gebracht. Maar het is ook best zwaar geweest. De impact van een praktijk aan huis op het gezinsleven is niet te onderschatten. Het werk van Hans is altijd voelbaar geweest in het gezin. Er werd veel gesproken in ons gezin over alle heftige zaken die zowel ik als Hans tegenkwamen in ons werk. Mogelijk hebben de kinderen daar soms last van gehad, maar ze zijn daar goed mee omgegaan. Ik ben er best trots op dat ze het zo goed doen in hun leven. Dat vind ik mooi om te zien. Voor Hans geldt dat hij geniet van zijn werk. Dat heeft hij in die dertig jaar ook echt altijd gedaan, zijn werk is heel belangrijk voor hem. Hans is een mens die veel voldoening haalt uit zijn werk en graag iets voor anderen doet. En hij kan zich daar ook af en toe in verliezen. Hij heeft soms moeite om de grenzen aan te geven.’ Wat zou jij Hans willen meegeven? ‘Dat hij de komende jaren heel bewust zijn werk afbouwt en nieuwe interesses opbouwt, zodat hij straks niet in een zwart gat valt. Dat hij zelf het inzicht DeHans |

41


Naam Marloes Frankje Maria Rutten (roepnaam Marloes) Geboren Eindhoven, 1 mei 1978 Woonplaats Eindhoven Opleiding Personeelwetenschappen aan de Universiteit van Tilburg Beroep Organisatieadviseur en Coach

Marloes

Relatie Samenwonend met Boris Goddijn, vader van Hanne, Puck en Sep. Samen bijna vader en moeder van ……. (verwachte bevallingsdatum 14 december 2012)

Leuk aan huisarts als vader? ‘Als kind vond ik het leuk dat iedereen het vak van mijn vader bewonderde en zelf ook dokter wilde worden. Als jongere was het vooral makkelijk om een vader als arts te hebben. Je krijgt direct antwoord op al je medische vragen, zodat je ongerustheid snel weg is. Ook vragen over anticonceptie konden wij altijd zonder gêne aan hem stellen. Het is nog steeds handig. Zo geeft hij bijvoorbeeld uitleg bij specialistische consulten. Dat geeft veel zekerheid, ook nu in deze tijd van mijn zwangerschap.’

mijn eigen grenzen heen ga en te gefocust ben op een bepaald doel.’

Niet leuk aan huisarts als vader? ‘Als kind vond ik het wel druk en onrustig. Vaak was hij nog in gedachten bij zijn werk als wij aan tafel zaten. Ook ging de telefoon veel en kwamen er regelmatig mensen aan de privédeur als hij geen dienst had. Wat ik ook nog kan herinneren zijn opmerkingen op school als: “balen dat je vader arts is, kan je zeker nooit doen alsof je ziek bent”. Dan dacht ik altijd: “waarom zou ik dat doen?” Toen ik later vriendjes kreeg waren sommigen zo onder de indruk van zijn arts zijn, dat ze het eng vonden zich aan mijn vader voor te stellen. Wat ik nu soms vervelend vind, is dat alles om zijn ‘arts zijn’ draait terwijl hij veel meer is dan dat. Hij is een leuke vader, bijna opa en bovenal een wijze en vindingrijke man met wie je lekker kan discussiëren en diep de materie in kunt duiken.’

Wat zijn mooie herinneringen aan/ervaringen met je vader? ‘Ik heb heel erg veel mooie ervaringen met hem. Veel daarvan zijn vakantieherinneringen. Maar ook de spelletjes die hij bedacht en met ons uitvoerde, iedereen wilde altijd meedoen. De verhalen die hij met zorg voor ons uitzocht en vertelde. Ze hadden bijna altijd een boodschap. Zijn verdriet toen ik op kamers ging en zijn ontroering toen ik aankondigde dat ik zwanger was. Ook de films die hij met ons keek. Hij maakte daarvan een hele beleving. Voordat de film begon, nam hij ons helemaal mee in het verhaal. Verder de hulp die ik van hem kreeg met het maken van een surprise, daardoor had ik altijd de mooiste surprise van de klas en wilde iedereen dat. Samen huiswerkopdrachten maken. Vooral wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Ik werd soms wel een beetje ongeduldig als hij niet snel genoeg was, maar daar ben je puber voor, toch? Ook bij spreekbeurten op de basisschool hielp hij mij altijd met het juiste onderwerp uitzoeken en materiaal verzamelen. Ik kreeg nagenoeg altijd een 10. En zo kan ik nog wel even doorgaan.’

Waarom geen dokter geworden? ‘Het is niet een heel uitgesproken keuze geweest om geen medicijnen te gaan studeren. Ik wilde graag het bedrijfsleven in. Niet de sociale kant, zoals beide ouders. Het is niet zo dat ik hiervan een verkeerde indruk heb gekregen, maar ik wilde voor een studie kiezen waarmee ik alle kanten op kon en die bij het bedrijfsleven paste. Ik heb een brede oriëntatie en ben meer een generalist dan een specialist. Iemand van de grote lijnen en minder van de details. Daarbij kwam overigens dat Natuurkunde en Scheikunde op het VWO niet mijn beste vakken waren.’ Heeft zijn arts zijn je gevormd? ‘Ik denk niet zozeer dat zijn arts zijn mij gevormd heeft, maar meer zijn werkmentaliteit. Zijn doorzettingsvermogen, perfectionisme, loyaliteit, altijd klaar staan voor anderen en jezelf wegcijferen. Allemaal eigenschappen die ik waardevol vind. Maar ik moet er, net als mijn vader, ook voor waken dat ik niet over

42 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

Lijk je op je vader of je moeder? ‘Ik heb zowel eigenschappen van mijn vader als van mijn moeder. Ik heb het relativerende vast en zeker van mijn moeder. De gerichtheid op anderen en doelgerichtheid heb ik van beiden. Mijn analytische en onderzoekende instelling heb ik van mijn vader.’

Wat wens je je vader toe? ‘Rust in zijn hoofd. Zodat er plaats is voor alle wijsheden en vooral ook de creativiteit die hij in zich heeft. In zijn werk en ook in dit magazine komen vooral zijn analytisch, onderzoekend vermogen en de drive om te helpen aan bod. Maar hij is ook heel vindingrijk en heeft een zeer brede interesse in de wetenschap en filosofie. Natuurlijk wens ik hem ook toe dat hij optimaal kan genieten van het opa zijn. Want ik weet dat, ondanks dat zijn werk hem voor 99% beheerst, wij toch het allerbelangrijkste voor hem zijn. Dat laat hij ook altijd door zijn betrokkenheid merken. Er zal niet snel iets zijn wat hij over het hoofd ziet als het ons aangaat.’


Naam Mariëlle Fransje Annemarie Rutten (roepnaam Mariëlle) Geboren Middelburg, 10 augustus 1981 Woonplaats Haarlem Opleiding Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven Beroep Constructeur Relatie Samenwonend met Jitze Koops.

Leuk aan huisarts als vader? ‘Vroeger op de basisschool gingen we met de hele klas bij mijn vader in de praktijk op excursie. Dat vond ik erg leuk. Het is een erg interessant beroep en ik ben er altijd trots op geweest dat mijn vader een beroep heeft, waarbij hij mensen helpt. Op latere leeftijd kreeg ik meer het besef hoeveel verantwoordelijkheid daarbij komt kijken en heb ik nog meer respect gekregen voor wat hij doet. Wat ik ook bijzonder vind, is dat hij vroeger bevallingen deed en nu mensen bijstaat in de laatste fase van hun leven. Die bevallingen raakten hem zichtbaar. Nu doet het begeleiden van mensen in hun terminale fase hem ook veel. Ik vind het mooi om te zien, dat hij met heel zijn mens zijn in het beroep staat en niet gewoon zijn vak uitoefent.’ Niet leuk aan huisarts als vader? ‘De hoge werkdruk maakt dat mijn vader weinig vrije tijd heeft. De stress is soms voelbaar in huis, wat logisch is met een praktijk aan huis. Vroeger stonden patiënten zelfs aan de deur als hij vrij was en ging de telefoon altijd, ook ‘s nachts. Daarnaast waren er veel kinderen die hem kenden en soms ook stomme grapjes maakten over het dokter zijn.’ Waarom geen dokter geworden? ‘Ik wilde gewoon niet hetzelfde doen als mijn vader. Een echte pubergedachte. Dus toen ben ik iets totaal anders gaan doen: ik ging de bouw in en werd constructeur. Nu ontwerp en bereken ik de draagstructuur van gebouwen. Ter verduidelijking; als je een gebouw zou vergelijken met het menselijk lichaam, houd ik mij bezig met het geraamte. Ik ben blij met mijn beroepskeuze.’ Heeft zijn arts zijn je gevormd? ‘Dit vind ik een lastige vraag. Je weet namelijk niet beter. Een huisartsenpraktijk aan huis is dominant aanwezig. Natuurlijk heeft dat een grote impact op de gezinssituatie en daarmee zal zijn arts zijn ongetwijfeld invloed hebben gehad op wie ik ben geworden. Hoe exact, dat weet ik niet precies.’ Lijk je op je vader of moeder? ‘Ik zie veel gelijkenissen tussen mij en mijn vader. Ik heb net zoals hij een grote passie voor mijn beroep. Ook het doorzettingsvermogen heb ik van hem. Het feit dat een teveel aan doorzettingsvermogen af en toe een valkuil is, zie ik zowel

Mariëlle

bij hem als bij mijzelf. Daarnaast heb ik net als mijn vader een avontuurlijke instelling. Bovendien zijn wij allebei sociaal; wij maken graag een praatje met iedereen. En tot slot het kinderlijke enthousiasme. Het altijd een beetje kind blijven zie ik zowel bij hem als bij mij duidelijk terug. Qua uiterlijk lijk ik overigens veel op mijn moeder.’

Wat zijn mooie herinneringen aan/ervaringen met je vader? ‘Alle vakanties samen. Die zorgen voor vele mooie herinneringen. Even geen praktijk en op het moment dat wij thuis vertrokken ging de knop om, op vakantiestand. De vakanties zaten (en zitten nog steeds) vol creativiteit en avontuurlijke ondernemingen. Jerrycans werden vroeger in de boom opgehangen, zodat wij ook onze tanden konden poetsen bij de tent. De tunnels in Zwitserland werden het doelwit van onze spelletjes, we moesten raden hoe lang ze waren. Mijn vader maakte ons wijs dat er in de bergen beren leefden, gelukkig waren mijn zus en ik niet zo bang aangelegd. We konden ook uren in de zee vertoeven en voerden alle mogelijke kunstjes uit. Op het strand groeven we levensechte kamers en speelden daarin tot de zon onderging. Ook op latere leeftijd heb ik nog veel vakanties samen met mijn ouders ondernomen. Het uitstippelen van de reis is iets waarin wij elkaar vinden. Onze aanpak in veel dingen is gelijk, dat is handig. Daarnaast heb ik veel mooie herinneringen aan de kermissen die hij samen met mij en mijn zus bezocht. We gingen de strijd aan in de kamelenrace en mochten al snel in de meest spannende achtbanen. Natuurlijk ging hij mee en misschien had hij wel de meeste lol van ons alle drie. Dankzij mijn vader is geen kermis aan ons voorbij gegaan en hebben we geen attractiepark overgeslagen.’ Wat wens je je vader toe? ‘Allereerst dat hij nog een aantal leuke jaren voor de boeg heeft als huisarts. En dat hij langzaam op zijn manier afscheid kan nemen van de praktijk. Ik hoop dat hij daarna nog veel jaren kan genieten van de rust, vakanties, films en het vele samenzijn met ons.’

www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

43


Filmgek

Er waren tijden dat hij aan willekeurige bezoekers van Videoland in Nuenen gevraagd en ongevraagd advies gaf over nieuwe films. Met zijn kenmerkende vraagstelling onderzocht hij de huidige gemoedstoestand van de potentiële huurder, zijn of haar leeftijd en de samenstelling van het eventuele gezelschap waarmee de film bekeken zou worden. Op basis van deze diagnose gaf hij advies over de te huren film en nam zo werk uit handen van de videomedewerkers. Deze tijd ligt al weer ver achter hem. Bij het sluiten van de videotheek verloor hij deze informele nevenfunctie en zijn contacten. Nu is hij aangewezen op online huren om zijn grootste passie uit te voeren, namelijk films kijken. Maar heel soms, als hij het zichzelf gunt, rijdt hij snel op en neer naar de videotheek in Son om het ouderwetse fysieke huren nog even te ervaren.

Als het kan kijkt Hans zeker 2 tot 3 nieuwe films per week, in ieder geval op vrijdagavond en meestal ook op zondagavond. Ter oriëntatie gebruikt hij de websites van Cinematheek, Moviemeter en Filmtotaal. Maar zijn favoriete bron is toch wel de App van IMDb, werelds grootste filmdatabank. Deze checkt hij altijd om meer over een film te weten te komen. Van welke films houdt Hans dan? Hans houdt van actiefilms, avonturenfilms en sprookjes. Ik vraag voorzichtig naar een aantal voorbeelden en weet dat hij voorlopig niet te stoppen is. Alle delen van The Lord of the Rings, Star Wars, Harry Potter en Indiana Jones. The Shawshank Redemption. Dat is een gevangenisdrama, daar heeft hij iets mee. Hij heeft geen idee waarom. Spektakelstukken met ridders doen het ook altijd goed bij Hans. Zoals de Gladiator. Maar ook Avatar, Inception, The Silence of the Lambs, One Flew Over the Cuckoo’s Nest, Dancing with Wolves, The Sixth Sense, The Last Samurai, American History X en Shutter Island. En natuurlijk niet te vergeten vele Disney films, zoals The Lion King en Prince of Persia. Maar ook de Never Ending Story, een hele mooie film volgens Hans en zo gaat hij nog even door. Komedies ontbreken gek genoeg in deze toch van diversiteit getuigende selectie. Die blijken hem niet te boeien. Ik laat mij niet zomaar overdonderen door het geweld aan titels en bedenk een manier om toch wat meer te weten te komen over zijn voorkeuren. Ik leg hem een aantal keuzes voor.

44 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

Harry Potter of Indiana Jones? Dan kiest Hans toch voor de stoere Indiana. De spanning, het avontuur en zoektocht naar vrijheid spreken hem daarin aan. Ook het mystieke, zoals het vinden van de Heilige Graal, draagt bij aan de keuze voor Indiana Jones. Avatar of Star Wars? Tja, dat is een moeilijke. Hij maakt een keuze en gaat voor Avatar. De combinatie van science fiction en het sprookjesachtige vindt hij mooi. Shutter Island of One Flew Over the Cuckoo’s Nest? Dat wordt Cuckoo’s Nest. Deze is echter, net iets realistischer. Hans vindt het mooi hoe is uitgebeeld dat mensen in een zware psychose hele rake en eerlijke dingen kunnen zeggen. Hans merkt op dat, hoewel hij niet van komedies houdt, in deze film hele leuke scenes zitten die hem wel degelijk kunnen bekoren. American History X of The Last Samurai? Daar komt Hans maar moeizaam uit. Beide zijn hele goede films maar als hij toch echt zou moeten kiezen, wordt het The Last Samurai. Het gegeven dat eeuwenoude rites en wijsheden worden gebruikt in het heden spreekt hem aan. Tom Cruise of Bruce Willis? Dat wordt Willis, die vindt hij mannelijker overkomen. Cruise is een goede acteur maar te gladjes. Dustin Hoffman of Morgan Freeman? Hier is Freeman de winnaar. Hij is een wat oudere, wijzere en vooral serieuzere man volgens Hans.

Robert De Niro of Al Pacino? Hier moet ik toch even slikken als interviewer. Ook ik heb mijn helden. Hier kiest Hans voor De Niro want die vindt hij veelzijdiger en authentieker. Pacino zit teveel in de maffia hoek. Acteurs of Actrices? Hans gaat voor heldhaftige actrices. Zoals Uma Thurman en Jodie Foster. Of de wat minder bekende actrices uit de Killing en Millennium reeksen. Het is bijna een duivels genoegen om Hans te zien worstelen met de vele keuzes die hem worden voorgelegd over de hem zo geliefde films. Er is zoveel moois dat een keuze voor hem bijna ondoenlijk is. Bij elke film of filmheld zijn er wel pro’s en contra’s of kent hij een mooi achtergrondverhaal. Maar soms moet je doorbijten en dus leg ik Hans de ultieme vraag voor: wat vind jij de allermooiste film? Dat blijkt een brug te ver en dus mag hij er van mij er toch drie noemen. Het worden The Never Ending Story, Dancing with Wolves en The Guns of Navarone. Deze laatste noemt hij, omdat dit de eerste film is die hij samen met zijn vader in de bioscoop zag. Die film heeft veel indruk op hem gemaakt als jongen. De liefde voor de film moet daar, in die bioscoop, ontstaan zijn.


Het favoriete restaurant van Hans Ook restaurant Roxis viert dit jaar een jubileum. De zaak bestaat dit jaar 20 jaar en Rocco en Marjoh Sijbers zijn vastbesloten nog vele jaren door te gaan. In 1992 openden ze het tweede echte restaurant in het centrum van Nuenen, vernoemd naar hun oudste dochter Roxy. Oorspronkelijk was het pand aan de Parkstraat een oud Nuenens bruin café. ‘Wij hebben het toen helemaal omgebouwd tot een petit grand café,’ zegt Rocco. ‘De nadruk lag vooral op het nuttigen van een drankje met wat lekkere hapjes, maar al snel kwam het eten op de eerste plaats.’ In de vele jaren die volgden veranderde er veel en kwam er zelfs een tweede restaurant bij, de Mexicaan Santalyn. Vernoemd naar hun tweede dochter Lynn. Maar vandaag de dag hebben ze omwille van de kwaliteit en hun eigen plezier hun focus geheel gericht op Roxis. ‘Nu geven wij vijf dagen per week invulling aan de vrije tijd van onze gasten, ‘zegt Rocco trots. ‘Marjoh in de keuken als kok en ik voor in de zaak als gastheer.’

D

e keuken is te typeren als Nederlands Frans, heel toegankelijk. Bekend om de salades, soepen en natuurlijk de tournedos. ‘De kaart wijzigt zes keer per jaar. Tijdens de seizoenen, de asperge tijd en in het wildseizoen.’ Rocco gaat verder: ‘Maar de kern van de kaart blijft hetzelfde en mag van onze vaste gasten niet veranderen. Zo staat de Roxis salade er al twintig jaar op. Ook de tomatensoep, uiensoep en de tournedos blijven erop staan. Alles wordt dagelijks vers ingekocht en bereid. Verder spelen wij in op speciale wensen van onze gasten. Als iemand bijvoorbeeld een allergie heeft, weten wij voor hem of haar toch een heerlijk vers gerecht te bereiden.’

sfeer die Rocco en Marjoh willen uitstralen. ‘De meeste gasten weten dat ze hier ook prima kunnen natafelen, net zoals ze dat thuis doen. Het kan dan ook laat worden. Ook dat past bij het huiskamergevoel van ons restaurant.’ Het moet dit gevoel zijn dat het gezin Rutten aantrekt in het restaurant. Hans Rutten komt ook al vele jaren bij Rocco en Marjoh eten. Rocco zegt: ‘zondag is zijn favoriete dag. Hij krijgt meestal de ronde tafel, omdat hij vaak met zijn drie meiden komt. Zijn twee dochters en zijn vrouw. Net zoals ik trots ben op mijn meiden is Hans dat ook,’ zegt Rocco. ‘Hans reserveert altijd op dezelfde manier. Dan zegt hij: “Ha Roc, heb je een plaatsje voor mij en mijn meiden vanavond?” ‘Verder ken ik Hans goed van de tijd toen hij nog, eens per zes weken, met zijn collega huisartsen naar Roxis kwam voor een vrijdagmiddagborrel. Hans regelde dit altijd en toch gebeurde het dan wel eens dat hij zelf een weekje te vroeg of te laat kwam,’ lacht Rocco. ‘Hans is een lieve man, af en toe een beetje verstrooid, maar ach dat levert leuke anekdotes op.’ Ook leerde Rocco Hans goed kennen toen de jongste dochter van Hans, Mariëlle, tijdens haar studie de woonruimte boven het restaurant ging bewonen.

R

occo fronst even en lijkt in gedachten al die jaren te _overdenken en zegt dan: ‘Goh, in die twintig jaar heb ik al heel wat crisissen meegemaakt.’ Restaurant Roxis overleefde de crisis in de jaren negentig, de crisis van 2001 met de invoering van de euro en natuurlijk de aanhoudende financiële crisis van dit moment. ‘Wij hebben geluk dat Roxis 95% vaste gasten heeft die blijven komen. Je merkt wel een verandering in het bestedingspatroon. De duurdere gerechten worden minder vaak besteld, net zoals de duurdere wijnen en dranken.’

M

arjoh en Rocco zitten al zo lang aan de `Parkstraat’, dat ze inmiddels kunnen spreken van generaties gasten. Kinderen die vroeger met hun ouders kwamen, komen nu als volwassenen ook nog steeds naar Roxis. Vrijwel iedereen kennen zij bij naam. Het is wat dat betreft net een huiskamer en dat is precies de

D

at Hans een bekend figuur is in het dorp merkt Rocco als Hans binnenkomt. Rocco zegt: ‘de helft van de zaak kent hem en hij hen ook. Dan maakt hij hier en daar een praatje. Ik neem aan dat het merendeel patiënten van hem zijn. Als hij anoniem wil eten, moet hij hier niet komen. Hij is echter niet té aanwezig en richt zich op de mensen met wie hij uit eten is. Gezellige vent om binnen te hebben. Altijd aardig en rustig. Hans bestelt vrijwel altijd hetzelfde. Om te drinken een witte wijn en om te eten een tournedos. In de winterperiode wil hij wel eens afwijken en neemt hij wild.’

‘O

f ik zelf ook graag uit eten ga?, herhaalt Rocco de vraag. ‘Ja hoor, ik ga graag naar de Lindenhof in Nuenen. Dat is mijn favoriete restaurant. Erg goed en exclusief. Maar ik zak het liefst met mijn gasten door in mijn eigen restaurant. De huiskamersfeer helpt daarbij. Zoals gezegd; er is altijd veel ruimte voor natafelen,’ besluit Rocco het gesprek.

Restaurant Roxis | Parkstraat 2 Nuenen | www.roxis.nl | Geopend van woensdag tot en met zondag vanaf 17.00 uur www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

45


Als ik huisarts was, dan zou ik…

Dat was de vraag die wij aan een groot aantal basisschoolleerlingen stelden. De antwoorden van de leerlingen, in de leeftijd van zeven tot tien jaar, zijn een reflectie van hun belevingswereld. Veel verhalen gingen over prikjes zetten, buikpijn genezen en wratjes weghalen. Beter maken, dat is wat een huisarts doet. Meestal gaat het om eenvoudige klachten maar de kinderen hebben in de gaten, dat er ook groot leed is waar aandacht voor nodig is. Voor veel kinderen is een ziekte als kanker geen abstract beeld maar een werkelijkheid die helaas in hun nabije omgeving voorkomt. In dit magazine hebben wij de twintig leukste uitspraken opgenomen. Uit deze twintig uitspraken, heeft Hans er vijf uitgekozen die hij het leukst vindt. Welke vindt u leuk?

De top vijf van Hans in willekeurige volgorde: • ‘Proberen om iedereen te helpen die bij mij komt en dan zal ik niemand weigeren. Want ik ben vroeger ook vaak bij de huisarts geweest. Dus iedereen verdient zijn of haar gezondheid.’ (Sonja, 10 jaar) • ‘Dan zou ik luisteren naar de mensen en kinderen anders weet je niet wat er met hen aan de hand is.’ (Jaimy, 9 jaar) • ‘Mensen beter maken. Leuke dingen doen en zingen. Mensen helpen. Als ik huisarts was dan zou ik vrolijk zijn en tekenen. Gefeliciteerd.’ (Maaike, 10 jaar) • ‘Mensen heel goed helpen. Ik zou proberen om alle mensen die bij mij komen helemaal beter te maken en zelf proberen niet ziek te worden.’ (Sven, 8 jaar) • ‘Heel graag mensen helpen die ziek zijn. En ook kinderen helpen die gehandicapt zijn. Ook kinderen die ziek zijn en altijd goede medicijnen geven aan die mensen en kinderen. En ook heel veel plezier hebben met werken!’ (Amber, 9 jaar)

46 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl


O verig e u itspr ake n Top 20: • ‘Mensen helpen en beter maken en medicijnen geven en als ik het even niet wist dan zou ik aanraden om naar een andere huisarts te gaan.’ (Sanne, 9 jaar) • ‘Een medicijn geven, een prikje geven en een pleister plakken.’ (Niek, 8 jaar) • ‘Veel geld verdienen en rijk worden en alle mensen beter maken en mensen blij maken en zorgen dat er minder mensen dood gaan.’ (Manon, 9 jaar) • ‘Mensen beter maken, medicijnen voorschrijven en mensen opereren.’ (Nienke, 7 jaar) • ‘Heel veel geld verdienen en mensen helpen, dan zijn ze weer gezond en dat is goed voor de wereld. En de kinderen zullen weer gezond naar school gaan. Einde!’ (Wessel, 9 jaar) • ‘Mensen beter maken en mensen medicijnen geven en als ik hen niet meer beter kan maken naar het ziekenhuis sturen.’ (Yanick, 8 jaar) • ‘De mensen helpen en een topdokter zijn en altijd de goede medicijnen voorschrijven.’ (Conner, 9 jaar) • ‘Dan zou ik zorgen dat iedereen die ziek is weer beter is en dan zou ik veel verdienen en het geld aan goede doelen geven en dat dan iedereen op de wereld weer gelukkig is.’ (Michelle, 9 jaar) • ‘Mensen helpen, mensen pillen geven, spuitjes geven. Zeggen wat ze moeten doen en hoe ze het moeten doen. Wat voor pillen ze moeten kopen en waar ze het moeten kopen.’ (Annabel, 7 jaar)

Top 1 0 k Kinde lacht ren en van 5

tot 12

jaar

1. Wratt en 2. Acute infec 3. ties a Ooro an de n tstek 4. bove ingen Kren nste t enba lucht 5. ard wege Astm n a 6. Hoes ten 7. Conta ctecz 8. eem/ Hooik ande oorts 9. r ecz eem Sche u r - en s 10. nijwo Urine nden wegin fectie s

• ‘Het fijn en leuken vinden omdat je dan andere mensen helpt en het is leuk om te doen.’ (Iris, 10 jaar) • ‘Willen dat alle mensen beter worden en gezond blijven en als dat niet gebeurt zou ik ze met open armen helpen en er altijd voor ze zijn. De ziektes moeten weg en weg blijven. Wie wil dat niet?’ (Naam onbekend, 10 jaar) • ‘Mensen helpen beter maken. Mensen medicijnen voorschrijven. Mensen troosten die bijvoorbeeld kanker hebben. Mensen heel voorzichtig de wond dichtnaaien. Mensen helpen zodat ze geen pijn hebben. Meteen komen als iemand mij ernstig nodig heeft. Kinderen een speeltje geven als er iets gebeurd is. Mensen niet meteen doorverwijzen naar het ziekenhuis.’ (Rachel, 9 jaar) • ‘Ik zou alle mensen beter maken en met alle liefde en (plezier) mensen beter maken als dat kan. En ik zou blij zijn als ik mensen beter maak en dan wil ik ook dieren beter maken want ik hou heel veel van dieren en vind het erg als ze ziek zijn. Ook vind ik het erg als mensen ziek zijn, vooral kanker.’ (Ginia, 10 jaar) • ‘Mensen helpen. Zou ik ook willen dat er bijna niemand komt, want dat betekent dat er bijna niks aan de hand is. Dat kanker er niet is.’ (Naam onbekend, 10 jaar) • ‘Ik zou de mensen helpen die het nodig hebben met een erge ziekte, zoals kanker en tering. En ons mam werkt al zes jaar in het ziekenhuis. Ze moet daar oudere mensen verzorgen. Dit zou ik doen!’ (Denise, 9 jaar)

www.huisartsmagazine.nl | DeHans |

47


Unsel Demir (Doktersassistente) |

Joost Douwes (Maatschappelijk werker) | Esther de Jong (Doktersassistente) |

Voornaam 1 Naam1 Voornaam2 Naam2 Voornaam3 Naam3 (Voornaam4 Naam4)

gezondh

48 | DeHans | www.huisartsmagazine.nl

Ingrid Roovers (Praktijkondersteuner GGZ)

? ‌ n e t h c a l k s d i e


13 20 rts isa hu te as ev uw nie Hans Rutten (Huisarts) | Corienne Janssen (Praktijkondersteuner Somatiek) | Marie-Louise op de Weegh-Tubee (Doktersassistente)

Voornaam 5 Naam5

n a v m a e Het t k j i t k a r p s t r a s i u h n e t t u R . J.J.A . r a a l k u r o o v t staa Voornaam7

Voornaam6 Naam6

Naam7 (Voornaam8 Naam8)


‘Roos straalt weer.’ Moeder van Roos

De kracht van een lach. Giro 6640 ClCl_A4_3x.indd 1

01-06-12 22:25



. . . t a i c i f o r P Wij feliciteren Hans met het dertig jarig jubileum van zijn praktijk! www.huisartsmagazine.nl www.frickers.nl www.simsalabim-strips.nl www.mediationeindhoven.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.