Nieuwsbrief 25

Page 1

Nieuwsbrief fonds pascal decroos voor bijzondere journalistiek stimuleert Bijzondere Journalistiek in de Vlaamse schrijvende en audiovisuele pers

N° 25

November 2012

www.fondspascaldecroos.org

Margo Smit en Werner Helmut van het Europees Parlement, DG IPOL

© Rafael Njotea

“Omdat het gewoon heel belangrijk is” In het najaar van 2011 lanceerde de Europese Parlementaire Commissie voor Begrotingscontrole op initiatief van Bart Staes een tender voor een studie over onderzoeksjournalistiek in de Europese lidstaten en het inzetten daarvan voor het aankaarten en tegengaan van fraude met EU-subsidies. Het Fonds Pascal Decroos werd als geprefereerde partner gekozen en stelde Margo Smit aan om de opdracht uit te voeren. De studie geeft een overzicht van de staat van onderzoeksjournalistiek in Europa en geeft aanbevelingen om die te verbeteren. Ze werd op 9 oktober 2012 aan de Parlementaire Commissie voorgesteld. Een gesprek met Margo Smit. Margo, de studie is er eindelijk. Ben je tevreden met het resultaat?

Dat is altijd zo’n verschrikkelijk moeilijke vraag! Bij studies als deze is het nu eenmaal zo dat je op een gegeven moment gewoon moet stoppen omdat je door je tijd en je uren

inhoud 1  “Omdat het gewoon heel belangrijk is”

2  Interview met Tom Cochez 3  Een bibliotheek van journalistieke kwaliteitsverhalen

5  Björn Soenens over Amerika en zijn nieuwe boek

6  Nog op het programma

 Werkbeurzen

8  Uitreiking Vlaamse Scriptieprijs  Colofon

heen bent, ook al weet je dat de dingen zich zullen blijven ontwikkelen en dat je dus altijd meer kunt doen. Maar: ja, ik ben tevreden. Misschien wel het meest omdat ik tijdens het onderzoek heb ondervonden dat het journalistieke netwerk werkt. Ik moest heel veel vragen stellen aan heel veel verschillende journalisten en redacties en deed dat via het netwerk. Iedereen was ontzettend behulpzaam; mijn vragen werden geforward en mijn oproepen gerepost. Als dat een indicatie is van waar onderzoeksjournalistiek naartoe gaat, dan belooft dat voor de toekomst. Er was erg veel animo in de Parlementaire Commissie voor Begrotingscontrole bij de voorstelling van de studie. Waarom vinden ze dit zo belangrijk?

Daar kan ik een aardig en een onaardig antwoord op geven. (lacht) Het aardige is: omdat het gewoon heel belangrijk is! De vraag hoe EU-geld besteed

we hebben met z’n allen in jaren niet meer met zo veel interesse naar Europa gekeken als nu

wordt, is immers een vraag over de democratie. Maar natuurlijk, en dat is het onaardige antwoord, is het ook wel sexy voor parlementariërs om zich geïnteresseerd te tonen in journalistiek en een vrije pers. En eigenlijk is daar zelfs niet echt iets mis mee. We moeten enkel hopen dat ze geïnteresseerd blijven en tot actie overgaan. Het zou zonde zijn als de studie uiteindelijk belandt in wat wij zo mooi het ronde archief noemen; de prullenmand. Dit is een heel mooie kans voor de Europese instellingen. Hoe is het gesteld met de onderzoeksjournalistiek in Europa?

Bewolkt met hier een daar een zonnige periode. Dat is als we het hebben over onderzoeks-

journalistiek in het algemeen. Als we specifiek gaan kijken naar onderzoeksjournalistiek over EU-subsidies, ben ik pessimistischer: zwaar bewolkt met hier en daar een stevige bui! Er is echt een schromelijk gebrek aan belangstelling voor corruptie of fraude met EUsubsidies. We hebben in totaal naar vijf jaar onderzoeksjournalistiek gekeken, in 27 landen, en konden maar goed 200 verhalen vinden. Best triest. We hebben wel enkel in acht genomen wat journalisten zelf boven tafel hadden gebracht, niet wat hen via persberichten en dergelijke bereikte. Maar uiteindelijk is dat precies wat onderzoeksjournalistiek is. Wel zijn de verschillen tussen de 27 lidstaten bijzonder groot, als je ze naast elkaar legt. Sommige landen of regio’s met een gezonde journalistieke traditie zoals Scandinavië of Nederland en België scoren bijvoorbeeld helemaal niet goed. vervolg op pag. 4


N I E U W S BRIEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK

2

N° 25

NOVEMBER 2012

“Private navelstrengbloedbanken, ik kende daar niets van!” Steeds meer jonge moeders worden aangemoedigd om het (stamcelrijke) navelstrengbloed van hun pasgeboren baby op naam te laten invriezen bij een private bloedbank. Dat gebeurt aan de hand van onrealistische beloftes en tegen hoge prijzen. Apachejournalist Tom Cochez ging in op de vraag van de Frans-Britse Clea Caulcutt om samen een cross-border onderzoek op te zetten naar de grootste Europese private navelstrengbloedbank, die haar zetel heeft op Belgisch grondgebied: Cryo-Save. Het project kreeg een beurs van Journalismfund.eu. Jullie voerden onderzoek naar navelstrengbloedbanken. Wat is het probleem met navelstrengbloed?

Op zich is er niks mis mee. Integendeel; een heel aantal wetenschappelijke toepassingen van navelstrengbloed zijn erg veelbelovend. Het probleem ligt bij de private aard van sommige bloedbanken. Het gaat daarbij om bloedbanken die als een private onderneming opereren en waar jonge moeders veel geld betalen om hun navelstrengbloed op naam te laten invriezen. Er wordt hen een beeld voorgespiegeld van dat bloed als wondermiddel dat het leven van hun kind zal redden moest dat in de toekomst een bloedziekte, hersenaandoening, Crohn of Alzheimer krijgen. Niet alleen gaan zulke bloedbanken volledig voorbij aan het solidariteitsprincipe van donorbloed, ze beloven mensen bovendien dingen die gebaseerd zijn op wetenschappelijke fictie! Stamcelonderzoek staat nog steeds maar in de kinderschoenen en die ziektes zijn vooralsnog niet te genezen eenvoudigweg omdat men over een staal navelstrengbloed van de patiënt beschikt. Zijn er naast die private nog andere navelstrengbloedbanken?

Er zijn er ook publieke. Aan het UZ Leuven is er bijvoorbeeld zo eentje verbonden. Die beschikt over een heel breed register met allemaal verschillende bloedtypes waarop je als patiënt een beroep kunt doen. Dat systeem gaat dus wel uit van het solidariteitsprincipe: jonge moeders staan hun navelstrengbloed gratis af en iedereen die het nodig heeft, kan er gebruik van maken. Dat is niet enkel beter uit sociaal oog-

punt, maar ook voor de patiënten zelf, want voor de behandeling van kanker bijvoorbeeld raden artsen aan om geen autologe stamcellen te gebruiken – dat zijn stamcellen die van de patiënt zelf afkomstig zijn. Er is met andere woorden geen enkel argument dat voor private navelstrengbloedbanken pleit, ze hebben geen enkele meerwaarde. Ze zijn asociaal en bijzonder duur en ze bieden dezelfde service als hun publieke tegenhangers. Bovendien verbindt Cryo-Save zich slechts voor een termijn van 25 jaar. Dat lijkt misschien lang, maar vergeleken met de gemiddelde levensverwachting is het dat natuurlijk niet. Wat er na die 25 jaar met het bloed gebeurt, is onduidelijk. Waarom dan precies die harde aanval op Cryo-Save?

Cryo-Save is de grootste speler in Europa, dus het lag nogal voor de hand dat we ons daarop zouden focussen. Als je kijkt naar het voordeel dat Cryo-Save biedt over publieke banken, kan je moeilijk anders dan vaststellen dat het, overigens beursgenoteerde, bedrijf enkel uit is op winst. Daar komt bij dat het gebouwd is op administratief drijfzand, waarbij de Belgische arm van het bedrijf de juridische basis vormt voor de Nederlandse en de Nederlandse voor de Belgische. Je werkte samen met de Frans-Britse journaliste Clea Caulcutt. Hoe kwam de samenwerking tot stand?

Clea had in Frankrijk het idee om iets te doen rond private bloedbanken. Maar omdat Cryo-Save, zoals gezegd de grootste Europese private navelstrengbloedbank, haar zetel heeft in België en Nederland, kon ze administratieve do-

cumenten zoals de wetten en Koninklijke Besluiten die in het Staatsblad verschenen zijn niet raadplegen. Daarom zocht ze een Vlaming om mee samen te werken. Hoe gaat zo’n cross-border onderzoek in z’n werk?

Aanvankelijk communiceerden we gewoon via e-mail, tot we eens in persoon in Brussel afspraken en daarna nog een aantal keer in Parijs. Elektronische kanalen laten zeker vandaag uiteraard veel toe, maar toch is het nog altijd geen overbodige luxe om eens samen te zitten. Om de neuzen in dezelfde richting te zetten. En daarbij, elk excuus is goed om naar Parijs te gaan. (lacht) Vanaf het begin wilden we de focus niet enkel leggen op het wetenschappelijke luik, maar ook op de structuur van het bedrijf en hoe het werkt. Ik kan me niet meer precies herinneren hoe de verdeling gebeurd is, maar uiteindelijk heb ik me beziggehouden met de zwevende juridische constructie en de financiële stromen van het bedrijf, terwijl Clea de lobbymachine en de link met het Vaticaan onderzocht. Over de wetenschappelijke kant van het verhaal hebben we ons samen gebogen. Wat waren de grootste problemen waarop jullie tijdens het onderzoek gestoten zijn?

Er was maar één belangrijk probleem waarmee we te kampen hadden en dat lag bij onszelf. We kwamen erachter dat we het onderzoek misschien een beetje te groots hadden opgezet. Het is uiteindelijk een heel complex dossier geworden waarin we onszelf soms dreigden te verliezen. Er was zoveel research te doen dat het, zelfs voor twee mensen, een

bijzonder zware opgave was. Vooruitgang boekten we dan ook in golven: in sommige periodes verzetten we bergen werk, terwijl er ook maanden waren waarin we helemaal niet vooruit kwamen. Uiteindelijk hebben we ons echt een deadline moeten stellen waar we naartoe konden werken om het project te kunnen afronden. Eigenlijk heb je voor zulke projecten gewoon een maand nodig waarin je niets anders te doen hebt en je volledig daarop kan focussen. Apache wijdde een heus dossier aan Cryo-Save, met vier artikels die elk een heel eigen focus hadden. Waarom werd het onderzoek niet opgepikt door andere, ‘grote’ media in Vlaanderen?

Omdat het niet hapklaar op te dienen is. Vier delen, dat is een serieus dossier! Bovendien gaat het, zoals ik al zei, om ontzettend complexe materie. Als het onderzoek ervoor had gezorgd dat Cryo-Save de deuren had moet sluiten was het veel waarschijnlijker geweest dat andere media het hadden overgenomen. Nu heeft het dossier natuurlijk ook een heel grote nieuwswaarde, maar omdat het nieuws dat erin zit niet makkelijk in één zin te vatten is, denk ik dat het eenvoudigweg te moeilijk was voor de grote media om over te nemen. Ik begrijp dat ook, hoor. Toen Clea me voor de eerste keer contacteerde met het idee moest ik ook even slikken: private navelstrengbloedbanken, jezus, daar kende ik niets van! (lacht) Auteur: Rafael Njotea

journalismfund.eu/ workinggrant/internationaloffensive-cord-blood-banking


N I E U W S BR IEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK

3

N° 25

NOVEMBER 2012

Een bibliotheek van journalistieke kwaliteitsverhalen Brigitte Alfter doet het goed. Journalismfund.eu, Farmsubsidy.org en Wobbing.eu, platformen die zij mee oprichtte, gaat het voor de wind. Pas nog werkte ze mee aan de studie over onderzoeksjournalistiek in en over de EU die in oktober 2012 gepresenteerd werd in het Europees Parlement. En in november 2012 lanceerde ze alweer een nieuw initiatief: investigativestories. org. Tijd voor een gesprek.

Brigitte Alfter

Brigitte Alfter

Het Fonds Pascal Decroos presenteerde onlangs zijn studie over onderzoeksjournalistiek in de EU, waar jij aan meewerkte. Kwamen de resultaten overeen met je verwachtingen?

Ik had de grote verschillen tussen de EU-lidstaten inderdaad verwacht. Europa is nu eenmaal een heel erg verscheiden continent. Als directeur van Journalismfund.eu (dat crossborder journalistiek stimuleert, nvdr) werk ik bovendien elke dag in de context van die verscheidenheid. Dus de resultaten waren geen verrassing voor mij. Is cross-border de toekomst?

In Europa alleszins wel. Maar dat is niet zo voor de hand liggend als het lijkt. Ons doel als onderzoeksjournalisten mag dan over heel Europa hetzelfde zijn, een one-sizefits-all-aanpak is er niet en zou ook niet werken. Daardoor is die verscheidenheid natuurlijk een uitdaging. Maar evengoed biedt het ons een gigantische kans. Want juist door onze verschillende talen hoeven wij als journalisten elkaar niet te beconcurreren. Wel integendeel, het verplicht ons samen te werken. Toch moet een initiatief zoals Journalismfund.eu zijn geld gaan zoeken in de VS. Waarom is het zo moeilijk om hier subsidies te vinden?

In Europa zijn er erg veel

landen met een traditie van publieke omroepen, die met overheidsgeld worden gefinancierd. Voor Europese fondsen en stichtingen ligt journalistiek daardoor veelal buiten hun missie. In de Verenigde Staten heb je die traditie maar in heel beperkte mate. Journalistiek hangt daar dus veel meer af van stichtingen die journalistieke initiatieven financieren. Journalismfund.eu schakelde afgelopen zomer haar communicatie naar een hoger niveau met de lancering van een nieuwe website, een elektronische nieuwsbrief en een nieuwe Facebook-pagina.

We hadden tijdens de aanvraagronde van september dan ook een heuse explosie aan aanvragen! Heel leuk, want Journalismfund.eu is echt nog een jonge organisatie. We hebben in de afgelopen paar jaren wel een uitstekende reputatie en een sterk netwerk opgebouwd, maar in feite waren we nog steeds aan het ‘opstarten’. Met name omdat de communicatie niet goed liep. Op een gegeven moment komt er een consolidatiefase waar je moet zorgen dat alles wat hoort te werken, werkt. En dat is bij deze gebeurd. Ik denk dat we stilaan volwassen worden. Waar liggen je ambities met Journalismfund.eu?

De journalistiek staat voor een aantal belangrijke uitdagingen, voornamelijk digitalisering en internationalisering. De focus van Journalismfund.eu is in de eerste plaats die internationalisering. We willen de verdere ontwikkeling van het journalistieke ambacht ondersteunen,

wat nu meer dan ooit relevant is omdat de klassieke media, die buitenlandjournalistiek vroeger zelf financierden, in crisis zijn. Ons uiteindelijke doel is dan ook om via debatten, beurzen, opleidingen en een uitgebreid netwerk een vruchtbare bodem te creëren waar onderzoeksjournalistiek ten volle kan groeien.

in al die verschillende talen samen te brengen in één archief. Door middel van Engelse tags en heel korte samenvattingen in het Engels die we van de auteurs vragen, kunnen journalisten verhalen over een onderwerp zoeken en vervolgens de auteurs in kwestie contacteren.

juist door onze verschillende talen hoeven wij elkaar niet te beconcurreren

Om zich rekenschap te geven van nieuwe ontwikkelingen. De EU is goed op weg om iets te worden dat heel erg op een federatie lijkt. Dan is het ook logisch dat als er een nieuwe wet komt met bepaalde gevolgen in één van de lidstaten, de andere 26 daar ook van op de hoogte zijn.

Deze maand lanceer je alweer een nieuw initiatief: investigativestories.org. Wat mogen we verwachten?

Een bibliotheek van journalistieke kwaliteitsverhalen. Kijk, zoals ik al zei, is één van de grootste uitdagingen die bij internationalisering komt kijken de verscheidenheid en dus de taal. Het is voor journalisten niet altijd makkelijk om bij te houden waar collega’s van andere landen mee bezig zijn. Tegelijkertijd is onderzoeksjournalistiek zo tijds- en arbeidsintensief dat het zonde zou zijn om al je energie te verspillen aan de heruitvinding van het wiel. Er zijn immers al zoveel verhalen onderzocht en neergeschreven. Het doel van investigativestories.org is om al die verhalen en onderzoeken

Waarom is het belangrijk dat onderzoeksjournalistieke verhalen gedeeld worden?

Welke impact hoop je met het initiatief te hebben?

Ik hoop dat het een deel wordt van de onderzoeksjournalistieke infrastructuur van Europa. Het maakt het journalisten gemakkelijk om verhalen op te zoeken die al geschreven zijn over een bepaald thema. Op die manier kunnen ze collega’s vinden om een vervolgproject op te starten of experts contacteren om informatie over het thema in kwestie in te winnen. Dat zou fantastisch zijn voor het niveau van de onderzoeksjournalistiek. Auteur: Rafael Njotea


N I E U W S BRIEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK

4

N° 25

© Audiovisual Unit EP

vervolg van pag. 1

De studie bespreekt zes van de 27 lidstaten in detail en zelfs tussen die zes zijn de verschillen inderdaad erg groot. Was je daarvan geschrokken?

Toch wel. Je merkt dat als er in een bepaald land weinig individuele journalisten zijn die de besteding van EU-subsidies tot hun taak rekenen, er zo goed als niets over dat onderwerp verschijnt. Dat het zó van individuele journalisten afhing, daar schrok ik wel van. Zijn die verschillen allemaal te verklaren met een verschil in prioritisation, determination en cooperation, de drie factoren waarvan je in de studie zegt dat ze het onderzoeksjournalistieke klimaat in een land bepalen?

Vooral wat prioritisation betreft, zie je erg grote verschillen tussen de lidstaten. Voor journalisten of journalistieke organisaties in sommige landen is EU-berichtgeving inderdaad één van de prioriteiten, terwijl dat in andere landen hoegenaamd niet het geval is. Dat is natuurlijk iets waar de Europese instellingen of nationale overheden weinig aan kunnen veranderen. En het aardige aan de studie is dat we dat ook durven zeggen. We willen niet enkel kijken naar wat de instellingen zouden moeten doen om onderzoeksjournalistiek te bevorderen, maar ook wat de journalistiek zelf moet of kan doen. Determination vind je bij journalisten in zo goed als alle landen, tenminste als we het hebben over onderzoeksjournalistiek in het algemeen, want wat EU-berichtgeving betreft, kan het vaak nog beter. Cooperation zien we gelukkig meer en meer. Welke argumenten geven journalisten, redacties en beleidsmakers in de landen in kwestie voor hun gebrek aan EU-berichtgeving?

Geen tijd en geen geld, zeggen ze, maar meestal betekent dat simpelweg dat het voor hen geen prioriteit is. Bijzonder jammer, want fraude met EUgelden zou een perfect sexy onderwerp zijn. Vroeger was de

Initiatiefnemer Bart Staes en Europees Commissaris Algirdas Šemeta

dooddoener dat “de lezer niet geïnteresseerd is in de EU”, maar dat argument is dankzij de eurocrisis niet langer geldig. We hebben met z’n allen waarschijnlijk in jaren niet meer zo vaak en met zoveel interesse naar Europa gekeken als nu. Is er een gebrek aan onderzoeksjournalistieke vaardigheden en kennis in sommige landen?

Het is zeker zo dat sommige landen het daarin beter doen dan andere. Ik geef het voorbeeld van Roemenië. Je weet misschien dat veel call centers naar dat land geoutsourced worden. Wel, steeds meer ondergaat de IT-sector in zijn geheel dezelfde verschuiving. Data crunching en data-analyse gaan ook die kant op. In Roemenië verzamelt zich dus een kennis van dataverwerking en dat zie je ook in de journalistiek. In sommige andere landen is dat veel minder het geval. Een Europees centrum zou daar trouwens een mouw aan kunnen passen door te zorgen voor trainingen, opleidingen en workshops. Tegelijkertijd mag het gebrek aan vaardigheden niet als argument gebruikt worden. Veel redacties zeggen eenvoudigweg dat ze het niet “aankunnen”. Tja. Dat argument klopt inderdaad als je denkt dat ieder onderzoeksjournalistiek verhaal drie maanden onderzoek en honderden manuren aan data-analyse vereist. Zulke onderzoeken zijn er natuurlijk – er bestaan zware wobcases en moeilijke datajournalistieke uitdagingen – maar er zijn meer dan genoeg andere verhalen.

In hoeverre bieden crossborder samenwerkingen tussen journalisten van verschillende landen een oplossing?

Dat kan een enorm belangrijke impuls zijn. Stel je voor dat je een verhaal wil schrijven over een Nederlands bedrijf dat produceert in Bulgarije. Het is dan toch heerlijk dat je kan samenwerken met een Bulgaar! Als Nederlander ken (en begrijp) je immers de wetten niet, je hebt geen contacten in het land en gesprekken voeren met bronnen of ambtenaren die geen Engels spreken, is onmogelijk. Zulke samenwerkingen besparen je dan veel energie, frustratie en tijd en tijd is geld, dus het is een goede zaak voor freelancers én redacties. En ook niet onbelangrijk: het geeft je een ander perspectief op het verhaal. zoiets bestaat blijkbaar, maar niemand weet het

Wat kunnen redacties doen om het probleem aan te pakken?

Dat is moeilijk. De zin voor initiatief van individuele journalisten is vooralsnog doorslaggevend voor de hoeveelheid en het niveau van onderzoeksjournalistiek in een land. Toch kunnen redacties een rol spelen. Bijvoorbeeld door hun organisatie te bekijken. Veel nieuwsorganisaties zien nog steeds het belang niet in om te investeren in personeel door hen vaardigheden bij te brengen zoals hoe om te gaan met

NOVEMBER 2012

data of kennis zoals de werking van de EU. Dat hoeft daarom geen wereldschokkende herstructureringen met zich mee te brengen. Kleine aanpassingen hebben vaak al grote gevolgen. Breng journalisten samen in groepjes, laat hen van elkaar leren. Er is zoveel potentieel materiaal waarvan journalisten geen gebruik maken simpelweg omdat ze er niet van op de hoogte zijn. Als voorbeeld geef ik altijd een of andere database met de ingrediënten van duizenden cosmetische producten. Zoiets bestààt blijkbaar, maar niemand weet het! En de Europese instellingen?

Er zijn twee dingen die zij kunnen doen. Eén: faciliteren. Eerst en vooral door zelf hun data en documenten beter te verwerken en efficiëntere databases aan te bieden. Verder kunnen ze de toegang tot documenten vergemakkelijken door het bepleiten van openbaarheidswetgeving in heel de unie. Ze zouden ook kunnen werken aan een verhoogde bescherming voor journalistieke bronnen en klokkenluiders. Ten tweede is er toch nog steeds het overwegen van financiële steun. Dat ligt erg gevoelig, ook binnen de journalistiek zelf. Blijkbaar is er een heilige vrees dat overheidssteun de onafhankelijkheid van de journalistiek in het gedrang brengt. Er loopt nu een tender voor alweer een nieuwe studie besteld door de Europese Commissie om dat te onderzoeken. Uiteraard mogen actieve journalisten er niet aan meewerken uit vrees voor belangenvermenging, waardoor het beslist weer zo’n academische studie of consultancyrapport wordt dat maar weinig met het werkveld van doen heeft. Maar het slaat natuurlijk nergens op: dat je met overheidsgeld werkt, betekent nog niet dat je aan de overheidsleiband loopt! Journalismfund.eu en het Fonds Pascal Decroos laten dat treffend zien: als er goeie muren zijn tussen financiers en uitvoerders, is de onafhankelijkheid gegarandeerd. Auteur: Rafael Njotea


N I E U W S BR IEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK

5

N° 25

NOVEMBER 2012

“Amerika is een impressionistisch schilderij” Björn Soenens is al jaren de referentie voor all things American. Met steun van het Fonds Pascal Decroos schreef de Amerikawatcher van de openbare omroep in de aanloop naar de razendspannende presidentsverkiezingen van 2012 een boek over zijn grote liefde: Amerika - een biografie van dromen en bedrog. Hij was dan ook de man bij uitstek om op 19 oktober een inleiding te verzorgen bij All the President’s Men, de tweede prent in onze filmreeks SCOOP!, die we samen met deBuren en Cinematek organiseren. We namen hem even apart om over zijn boek te praten.

Björn Soenens

Björn, je schreef een boek over Amerika. Is het je tweede?

Het is mijn tweede boek over Amerika – in 2010 schreef ik Blijven proberen, Obama! – maar eigenlijk is het mijn derde boek. Het eerste verscheen al in 1995 en heette Eiland op drift - een eeuw schandalen in GrootBrittannië. Ik werkte toen bij de radio en mijn specialiteit was de Angelsaksische wereld. Ik hield me vooral bezig met het Verenigd Koninkrijk omdat er op Amerika toen iemand anders stond. Je begint het boek met je liefde voor de States te verklaren.

Mijn liefde en mijn haat. Ik heb dat inleidende hoofdstuk op één avond geschreven. Het was een soort stream of consciousness die uiteindelijk de neerslag was van mijn haat-liefdeverhouding met het land. Daarna heb ik geprobeerd om die houding uit te leggen, op z’n vanistendaels: ik hou van, omdat… / ik haat, omdat… Het boek neemt de lezer echt mee. Het is een wandeling door de cultuur en tradities van de Amerikanen. Waarom vond je het zo belangrijk al die kleine dingetjes die typisch zijn aan het land ook neer te schrijven?

Amerika is eigenlijk een impressionistisch schilderij. Het heeft ontelbaar veel verhalen waar je naar kan kijken zo lang je wil, maar die toch altijd een beetje vaag zullen blijven. Pointillistisch, haast. Het land

is immens en uiteenlopend; je kunt er eigenlijk geen één scherp beeld van ophangen. Het is toch een ongelooflijk experiment dat een uitgestrekt, leeg land stilaan gevuld wordt met zoveel mensen van verschillende slag. Vaak zijn dingen zozeer hetzelfde in Amerikaanse steden, zo typisch, maar zijn ze tegelijkertijd toch ook zo verschillend. Via een schets van dat impressionistische beeld wil ik mensen mee warm maken. En ik ben er erg enthousiast in, want enkel als je zelf liefde en warmte voelt voor iets, kun je de toorts doorgeven, toch? wij zijn heikneuters geworden, die niets meer durven

Het is met veel pijn in het hart dat je de huidige stand van zaken in het land beschrijft.

De Amerikanen denken dat het schilderij af is. Maar ze zien niet dat het afvelt. Ze beseffen niet dat ze het moeten onderhouden. Er is enorm veel cultuur in Amerika, maar ook zoveel rommel en kitsch en armoede. Nochtans hou ik ergens ook van die dingen, zelfs van de aantrekkelijkheid van de armoede. Want – en ook dat is typisch Amerikaans – ondanks alles leven de mensen met de gedachte dat het niet erg is. Dat het wel goed komt. Die hoop, dat optimisme! Het stelt hen in staat telkens weer iets nieuws te doen. Wij kunnen dat niet. Wij zijn heikneuters geworden, die niets meer durven. Waar is het misgegaan?

Ze zijn vergeten dat de tweede wereldoorlog voorbij gegaan is. Zo gaat dat. Je bent de baas van de wereld, je economie draait op volle toeren… en dan word je arrogant. Tot je op een be-

paald moment niet meer in de smiezen hebt dat iemand anders óók een groot huis heeft. Tijdens de Koude Oorlog was er nog geen vuiltje aan de lucht, omdat die voor de VS een ferme impuls was om te blijven vernieuwen. Toen hij voorbij was en de Sovjet-Unie instortte, leek het helemaal een Amerikaanse wereld te worden. Maar paradoxaal genoeg heeft hét exportproduct van de VS, de freedom die ze over heel de wereld wilden verspreiden, er uiteindelijk voor gezorgd dat anderen ook hun zaken op orde gingen stellen, terwijl Amerika zelfgenoegzaam en laks werd. Ze willen de grootste blijven zonder er iets voor te doen. Maar de tijd dat ze niets anders moesten doen dan de wereld rond te reizen en Engels te praten is voorbij. Bedrijven moeten flexibel zijn en lokaal. Ze moeten letterlijk de taal van de locals spreken. Andere landen staan voor de deur en dreigen nu de beste van de klas te worden. In feite heeft het misschien zelfs meer met de opkomst van de anderen te maken dan met de neergang van Amerika zelf. Hoe dan ook: het einde van Amerika als greatest nation in the world wordt meteen het einde van een tijdperk. Die kerngedachte van het uitverkoren land lijkt immers het enige houvast te zijn dat de Amerikanen nog hebben. Of zal het zo’n vaart niet lopen?

Het is een verloren strijd, tenzij ze doen wat Obama zei in zijn inauguratiespeech: “we must pick ourselves up, dust ourselves off, and begin again the work of remaking America”. Ze moeten zichzelf heruitvinden. De crisis van 2008 was het signaal om wakker te worden en Obama probeert heel hard het land terug op gang te trekken, maar

er gebeurt niets. Het is alsof hij twintig wekkers in de kamer heeft gezet die nu allemaal afgaan, maar Amerika draait zich nog eens om en blijft liggen. Amerika draait zich nog eens om en blijft liggen

Je bent hier om All the President’s Men in te leiden. Hoe groot was de impact van het Watergate-schandaal op de Amerikaanse geschiedenis?

Enorm, echt enorm. Die impact werkt nog altijd door, dat kan je zien aan bewegingen als de Tea Party die een afkeer hebben van de overheid. De zaak heeft de psyche van het land aangetast en zaaide een algemeen wantrouwen tegen de politiek. Een soort politiek cynisme, zelfs. Tegelijk was het natuurlijk ook een overwinning voor het Amerikaanse rechtssysteem, maar dat beeld was ondergeschikt aan het politieke falen. Zo zie je maar dat dromers die iets goed wilden voor hun land soms ook bedriegers zijn. Nog een lastig vraagje om mee af te sluiten. Wanneer dit interview verschijnt, zullen de presidentsverkiezingen net achter de rug zijn. Wie denk je dat het gehaald zal hebben?

Ik zal dan een lastig antwoord geven: vanuit journalistiek oogpunt zou het interessant zijn om Romney te kunnen begroeten als president. Dan kunnen we immers nog meer slechte dingen over Amerika schrijven. Toch geef ik Obama iets meer kans. Het jammere is evenwel dat hij dat veel minder aan zichzelf te danken heeft, dan aan de zwakte van zijn tegenstander… Auteur: Rafael Njotea


6

N° 25

NOVEMBER 2012

© Griet Hendrickx

N I E U W S BRIEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK

C’est arrivé près de chez vous

N og op het programma 23/11 – SCOOP! A Mighty Heart

De aangrijpende boekverfilming van Michael Winterbottom over de waargebeurde ontvoering en moord op de Amerikaanse oorlogsverslaggever Daniel Pearl op groot scherm. Journaliste Joanie de Rijke (P-Magazine en Revu, auteur van In handen van de taliban) geeft een introductie. Vrijdag 23 november, 19u – Cinematek Brussel

28/11 – MediaCafé #11: de relatie tussen farma, PR en de media

Een panel met Leo Neels (CEO Pharma.be, voorzitter Belga), Marleen Teugels (freelance onderzoeksjournaliste), Joop Bouma (Trouw) en Hendrik Cammu (hoogleraar VUB) debatteert over o.a. spin doctoring in de farmaceutische sector, over al dan niet gekleurde persberichten en gesponsorde wetenschappelijke studies en over het gevaar voor wetenschappelijke sensatiezucht in de journalistiek. EOS-journalist Dieter De Cleene modereert. Woensdag 28 november, 19u30 – Handelsbeurs Gent

18/12 – Uitreiking Vlaamse Scriptieprijs

Op 18 december kom je te weten wie de Vlaamse Scriptieprijs 2012 wint. De avond wordt gepresenteerd door Sven Speybrouck (van het Canvasprogramma Publiek Geheim). Met Martin Robbins (wetenschapsjournalist van The Guardian) komt een internationale topspreker vanuit Londen naar Gent. Hij zal het hebben over het belang van wetenschap in de maatschappij. Het Gentse jazztrio De Beren Gieren zorgt voor muzikale intermezzo’s. De uitreiking wordt dit jaar georganiseerd i.s.m. Stad Gent en de Universiteit Gent. Inschrijven vereist via scriptieprijs.be Dinsdag 18 december, 20u – Pacificatiezaal stadhuis Gent

21/12 – SCOOP! C’est arrivé près de chez vous Een tot de cultstatus uitgegroeide schokkende mockumentary van Rémy Belvaux, André Bonzel en Benoît Poelvoorde, waarin de sensatiezucht van de media wordt uitvergroot. De Vlaamse documentairemaker Peter Boeckx, die gedurende de zes maanden voor de verkiezingen van 2004 Filip Dewinter van het toenmalige Vlaams Blok volgde, geeft een inleiding. 21 december, 19u – Cinematek Brussel

9 - 11/5/13 – Data Harvest Conference 2013

In samenwerking met Journalismfund.eu, Wobbing.eu en Farmsubsidy.org organiseert het Fonds Pascal Decroos één van de belangrijkste conferenties over datajournalistiek en wobbing in Europa. Leer van experts hoe je grote hoeveelheden data wobt, oefen hands-on data te zoeken, vinden, analyseren en visualiseren en breidt tegelijkertijd je netwerk fors uit. Meer informatie via dataharvest.eu.

De Keizer van Oostende

Werkbeurzen

De afdronk smaakt naar armoede

Gerealiseerd met steun van het Fonds Pascal D

Boek – Van Halewyck

grootste minderheid van Europa. Ze leven vaak in mensonterende armoede en etnische conflicten met de andere inwoners van de landen waar ze in wonen nemen toe. De Nederlandse journaliste Hellen Kooijman dook in de materie en reconstrueerde meer dan tien jaar falend Europees beleid. ‘We doen wat we kunnen’, zegt de Europese Commissie. ‘Ze willen niet’, menen Roma-activisten.

De Keizer van Oostende

Wim Van den Eynde en Luc Pauwels Al jaren doen in Oostende geruchten de ronde over de bewindsploeg: machtsoverschrijding, belangenvermenging, de vreemde rol van het basket in het politieke en sociaaleconomische weefsel. Onderzoeksjournalisten Wim Van den Eynde en Luc Pauwels besloten om ter plaatse te gaan kijken. Ze woonden enkele gemeenteraden bij, gingen praten met mensen uit de politiek van Oostende, het bedrijfsleven, de sport, het sociale en culturele middenveld. Ze lazen gemeenteraadsverslagen, persartikels en jaarverslagen van gemeentebedrijven. Eén beeld dat zich doorheen hun onderzoek steeds meer opdrong, was dat van Johan Vande Lanotte als een geniaal strateeg met een extreme machtshonger, die al twintig jaar op het hoogste niveau in de nationale regering meedraait, maar tegelijk een hele stad en regio wil controleren en beheersen. De keizer van Oostende is de neerslag van hun onderzoekswerk.

fondspascaldecroos.org/ roma-laatste-eu-burgers Magazine – MO*

De afdronk smaakt naar armoede

Griet Hendrickx Zuid-Afrikaanse wijnboeren produceren meer dan zevenduizend verschillende wijnen en behoren tot de welgestelde elite in het land. Miljoenen consumenten proeven wereldwijd van de hoge kwaliteit van de Zuid-Afrikaanse wijn, maar de arbeiders die de druiven plukken en verwerken, genieten nauwelijks mee van de geproduceerde meerwaarde. Fotografe Griet Hendrickx bracht de realiteit achter de wijnteelt voor de camera.

Uitgeverij: Van Halewyck ISBN: 9789461310996 fondspascaldecroos.org/ keizer-oostende

fondspascaldecroos.org/ afdronk-smaakt-armoede Magazine – EOS

In het spoor van de superbacterie

Magazine – MO*

Roma: de laatste EUburgers

Tim Vernimmen De sector van het medisch toerisme in India zou goed zijn voor meer dan honderdduizend patiënten – en een veelvoud aan dollars – per jaar. Het land stond dan ook op zijn kop toen de Britse microbioloog Timothy Walsh midden 2010 bekend maakte dat hij in de hoofdstad New Delhi een gevaarlijk nieuw antibioticare-

Europa kan zijn grootste minderheid niet beschermen

Hellen Kooijman De Europese Roma bungelen al decennia onderaan de sociale ladder van Europa. Ondanks het vele geld dat gepompt is in projecten, programma’s, conferenties en strategieën gaat het barslecht met de

© Nadzhada Chipeva

A Mighty Heart

9 tot en met 11 mei 2013 – Erasmushogeschool Brussel

Nog veel meer op onze uitgebreide kalender met journalistieke en media-evenementen: fondspascaldecroos.org/agenda Roma: de laatste EU-burgers

In het spoor van de superbacterie


N I E U W S BR IEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK

Spinoza

7

Amerika: een biografie van dromen en bedrog

N° 25

De Verdeelde Staten

NOVEMBER 2012

The swing states of America

Decroos voor Bijzondere Journalistiek vzw. sistentiegen ontdekt had. De verontwaardiging leek echter selectief: Indische prominenten leken zich stellig meer zorgen te maken over het welvaren van de duurbetaalde privéklinieken dan over tergende omstandigheden waarin de gewone Indiër zich moet laten behandelen. Anderhalf jaar na de heisa trok Tim Vernimmen enkele maanden door het noorden van India. Hij sprak er niet alleen uitgebreid met klokkenluider Walsh, maar liet ook talloze Indische wetenschappers, artsen en patiënten aan het woord. fondspascaldecroos.org/ het-spoor-superbacterie Magazine – Knack Boek – verschijnt eind 2012

Nederland en Spinoza

Rudi Rotthier De Nederlandse filosoof Spinoza ‘hangt in de lucht’ en kent een merkbaar groeiende belangstelling. Tegelijkertijd lijkt Nederland zich echter wat af te keren van de vrijheid van meningsuiting en tolerantie die in diens werk bepleit worden. Keert het land zijn fundamenten de rug toe of kan het nog leren van wat Spinoza en zijn generatiegenoten schreven? Keert het zich af van wat het ooit stellig geloofde en in de praktijk bracht: dat het maakbaar is? Door die vragen liet Rudi Rotthier zich leiden tijdens zijn acht maand durende reis door Nederland. fondspascaldecroos.org/ nederland-en-spinoza

penhandel dode letter. Een recente wapendeal tussen China en Sierra Leone, waarin een Belg als tussenpersoon optrad, baart nu zelfs de Verenigde Naties zorgen. Damien Spleeters onderzocht de Belgische wapenwet en de activiteiten van tussenpersoon Serge Muller. Die is niet in het bezit van een – wettelijk verplichte – licentie voor wapenhandel, maar heeft desondanks weinig te vrezen. fondspascaldecroos.org/ vrij-spel-wapenhandelaars-belgië Boek – Lannoo

Amerika: een biografie van dromen en bedrog

Björn Soenens Amerikawatcher Björn Soenens neemt je mee op een fascinerende reis door Amerika. Lees over dat verbluffende land vol dromers en bedriegers. Dat land met de kleur van ketchup. Van Cadillac tot kredietcrisis, van Gordon Gekko tot Coca-Cola en van de Amerikaanse Droom tot de ijsberg van frustratie en het haatklimaat. Van McDonald’s tot Nixon, van Hoover tot Obama, van Al Capone tot Barbie, van Pocahontas tot Lindbergh. Over de lobbymachine en de lilliputters van Washington. Van Vietnam tot Afghanistan, van tabak tot drugsoorlog. Let’s go get lost in the USA. Uitgeverij: Lannoo ISBN: 9789401401616 fondspascaldecroos.org/amerikabiografie-dromen-en-bedrog Online – DeWereldMorgen.be

Het zwarte goud van Vrij spel: wapenhandelaars gehandicapten in Benin in België David Van Peteghem Magazine – Knack

Damien Spleeters Omdat iedere controle ontbreekt, blijft de Belgische wet op de wa-

Het sociale en ecologische drama van de olie-industrie in Nigeria is in het Westen ruimschoots bekend.

Damien Spleeters

Gehandicapten in Benin

Een minder bekend verhaal dat ermee samenhangt, is hoe buurland Benin voor zijn brandstofvoorziening afhankelijk is geworden van illegale oliesmokkel uit Nigeria. Eén van de meest opvallende fenomenen onder de Beninse oliesmokkelaars zijn de gehandicapten met hun eigenaardige driewielige vespa’s. Onderzoeksjournalist David Van Peteghem bezocht hen langs de zuidoostelijke grensgebieden Sémé en Igolo en ging op zoek naar de oorzaken en gevolgen van de parallelle petroleumhandel die al een decennium met ijzeren hand in Benin regeert. fondspascaldecroos.org/hetzwarte-goud-gehandicapten-benin Magazine – Trends

De Verdeelde Staten: hoe economische ongelijkheid Amerika verdeelt

Peter Vanham In het jaar dat de Amerikanen hun president kiezen, is de economische ongelijkheid in het land groter dan ooit. Terwijl de financiële en vastgoedcrisis van 2008 veel Amerikanen opzadelde met schulden en werkloosheid, leeft een kleine minderheid van de bevolking op steeds grotere voet. De verkiezingen gingen daardoor niet enkel over een persoonlijke voorkeur voor de ene of de andere kandidaat, maar ook over welk toekomstmodel de Amerikanen willen op economisch vlak. Peter Vanham belicht de grote economische thema’s van de verkiezingen, en de kleine maar bepalende gevolgen ervan op de man in de straat. fondspascaldecroos.org/ verdeelde-staten

Krant – DS Weekblad

The swing states of America

Steven De Foer Op 6 november 2012 trokken een paar honderd miljoen Amerikanen naar de stembus. Inwoners in vijftig staten stemden mee, en toch leken die van bijna veertig staten quantité négligeable tijdens de campagneweken. Obama en Romney focusten haast uitsluitend op de zogenaamde swing states, de staten waar de kiesmannen nog niet met zekerheid voor Democraten dan wel Republikeinen zouden stemmen. Steven De Foer trok door de VS naar alle elf swing states en peilde er naar de grote thema’s van de verkiezingen. fondspascaldecroos.org/ swing-states-america

Online – DeWereldMorgen.be

Op zoek naar de kampioenscoöperaties Coop en Migros

Dirk Barrez Is er economisch leven naast kapitalistische bedrijven en overheidsbedrijven? Sinds de crisis staat het financiële kapitalisme steeds meer ter discussie. En ook al staan coöperaties in dit land in een niet al te best daglicht sinds de val van Arco, de Zwitserse coöperatieve supermarktketens Coop en Migros bewijzen al vele decennia dat de beste ondernemers wel eens te vinden kunnen zijn in de samenleving, tussen staat en financieel kapitalisme in. Dirk Barrez ging op zoek naar de vele redenen van hun succes. fondspascaldecroos.org/ kampioenscoöperaties-coop-enmigros

Coop


N I E U W S BRIEF FONDS PASCAL DECROOS VOOR BIJZONDERE JOURNALISTIEK

8

N° 25

NOVEMBER 2012

Colofon

Het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek is een onafhankelijke vereniging zonder winstoogmerk (vzw) en opgericht met als doel de herinnering aan Pascal Decroos levendig te houden en zijn levenswerk voort te zetten. Alle rechten voorbehouden. Uit deze Nieuwsbrief noch de website mag niets worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.

www.grase.be

Redactie Rafael Njotea | D/2012/Fonds Pascal Decroos, uitgever | Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek vzw Rozenweg 4b | B-1731 Zellik - België | T +32 2 705 59 19 | F +32 2 705 59 29 | E info@fondspascaldecroos.org | www.fondspascaldecroos.org | V.U. Ides Debruyne


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.