info@Law 8 november 2012

Page 1

#8

iNFO Tweemaandelijks tijdschrift 2e jaargang november-december 2012

Tijdschrift voor de rechtspracticus.

de vreemdelingenwet vroeger en nu Beslag op derdenrekening: mijn of uw geld ? Vertrouwelijke briefwisseling: de stafhouder beslist ! Het recht in de bellettrie onderzoek aan het lijf niet voor onbevoegden Mag een rechter naar de kerk gaan ? oordelen is respect voor de onafhankelijkheid

I


De vraag van advocaten is ... Wie is geloofwaardig om mijn financiĂŤle situatie grondig te bespreken?

Tja, Dat is een vraag voor Bank J.Van Breda & CËš.

U bent welkom voor een persoonlijk gesprek en een gespecialiseerd antwoord. Bel ons op 03 217 53 33 of kijk op www.bankvanbreda.be/contact

Enkel voor ondernemers en vrije beroepen 2

info@law 2012 i november-december

BVB-Concept-adv-advocaten.indd 1

14/03/12 10:40


Colofon info@law Tijdschrift voor de rechtspracticus. Info@law is een juridisch tijdschrift dat zich richt tot advocaten en de praktijkjurist in het algemeen. Periodiciteit Info@law verschijnt 6 maal per jaar, namelijk in de maanden september, november, januari, maart, mei en juli. Hoofdredactie Elfri DE NEVE eindredactie Elfri DE NEVE Redactieadres Stationsstraat 29 9700 Oudenaarde elfri@elfri.be Verantwoordelijke uitgever Erik-Frederik VAN EECKHAUT Uitgeverij UGA Stijn Streuvelslaan 73, 8501 Heule. druk en prepress Continuga NV Stijn Streuvelslaan 73, 8501 Heule. www.continuga.be sales@continuga.be Advertenties en reclame Voor meer informatie over de reclamemogelijkheden of het plaatsen van een advertentie in info@law, kan u een e-mail sturen naar magazine@uga.be D/2012/0857/58 ISSN 2034-452X Alle rechten voorbehouden. info@law wordt bij verwijzing afgekort als “i@L”

abonnementen

De abonnementsprijs bedraagt 25 € (excl BTW) voor 1 jaar. Een abonnementsjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus van het daaropvolgende jaar. U ontvangt alle niet ontvangen edities van het abonnementsjaar waarin u zich abonneerde. Prijs voor een los nummer is 7€ te bestellen bij uitgeverij UGA of door een email te sturen naar magazine@uga.be U krijgt 25% korting op alle bestellingen van vastbladige boeken van UGA wanneer u zich abonneert en dit voor de duur van het abonnement, te weten 1 jaar. Het jaarabonnement op info@law kan slechts opgezegd worden door een aangetekende brief te verzenden uiterlijk voor de aanvang van de maand augustus van het jaar van editie waarvoor u zich abonneerde. Wenst u een abonnement? Stuur dan een e-mail met uw gegevens naar magazine@uga.be. De redactie, de verantwoordelijke uitgever of uitgeverij UGA, kunnen op geen enkele wijze verantwoordelijk of aansprakelijk gesteld worden voor schade die het gevolg is van het gebruik van de informatie en teksten uit info@law. Het overnemen van artikels uit info@law is alleen toegelaten met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever. info@law is gedrukt en verspreid op een oplage van plus minus 10.000 exemplaren per editie. Alle teksten uit info@law worden samengesteld door de redactie. Voor zover geen andere naam of bronmelding wordt weergegeven onder een bepaald artikel of tekst, is deze samengesteld door de redactie op basis van informatie op de site www.elfri.be. Het volstaat het vermelde onderwerp in te geven in de zoekrobot op www.elfri.be om doorverwezen te worden naar de van toepassing zijnde link.

3.

Colofon

4.

Voorwoord

6.

Advocaten in de kijker: Luc DENYS

Tuchtrecht

8.

Tuchtprocedure en verplichting mee te werken aan de bewijsvoering

advocatenvermogen

11.

Beslag op derdenrekening

22.

Stafhouder kan overlegging stukken verbieden

Recht en biografie

13.

Anton Bergman

recht en literatuur

14.

Het recht in de bellettrie

strafrecht 18.

Onderzoek aan het lichaam

rechterlijkrecht 26.

Mag een rechter naar de kerk gaan ?

27.

Het kwalijk riekend overleg tussen magistraten

Mensenrechten 30.

kliklijn

33. Prikbord

iNFO Tijdschrift voor de rechtspracticus.

info@law Uitgeverij UGA Stijn Streuvelslaan 73, 8501 Heule Tel: 056 36 32 11 Fax: 056 35 60 96 Email: publ@uga.be www.uga.be

info@law 2012 i november-december

3


Voorwoord “Bij alle heiligen”, Meer is Vaak Minder

Ook de tautologie ondermijnt het argument door herhalingen werken storend en verzwakken het argument door tot vervelens toe tweemaal het zelfde te herhalen: nooit ofte nimmer open en bloot met pracht en praal vast en zeker wis en waarachtig.

Het wordt meer dan vervelend in tal van zakelijke en juridische teksten loze argumenten te plaatsen, losse flodders, die de onmacht van de schrijver onderlijnen. Ook de spreektaal blijft hiervan niet gespeend, zelfs de pleidooien worden gelardeerd met argumenten die op niets meer berusten dan loutere beweringen die gestaafd worden door krachtargumenten.

We poetsen dagelijks onze tanden (de meeste toch van ons), laten we onze taal en onze argumenten dan ook oppoetsen.

Zo is iets waar of onwaar. Stellen dat iets absoluut waar is, is absurd en ontkracht de argumentatie meer dan deze wordt ondersteund. Zo iets niet meer waar door te stellen dat “het als een paal boven water staat”. Bij hoogtij zitten de palen onder water en de waarheid en fundament van de paal ligt overigens onder water. Heel wat argumenten blijven steken in de sfeer van de hypothese, zonder dat de hypothese gestaafd wordt en zonder dat andere hypothesen worden voorgelegd of ontkracht, hetgeen een open deur biedt voor de tegenstrever. Zo zijn zo vele vaststellingen niet meer dan percepties en wordt de argumentatie des te krachtiger wanneer men de kracht en de relativiteit van de perceptie als argument gebruikt. Verkopers weten reeds lang dat men beter kan overtuigen en dus ook verkopen wanneer men een aantal zwakheden van het product aantoont, maar deze tezelfdertijd plaats tegenover andere argumenten. Het verbergen van zwakheden doet ze vaak het meest opvallen. Wie begint met de zwakste schakel van zijn argumentatie, toont zich kwetsbaar en menselijk en wint de captatio benevolentiae, de aandacht. Na de weerlegging van de zwakste schakel krijgt men dan de volle aandacht voor het zware geschut. Het pertinent ontkennen leest soms als een impliciete bekentenis. Een loutere ontkentenis is vaak krachtiger. “I did not have sexual relations with that woman” is veel krachtiger dan “Read my lips, I did not have sexual relations with that woman” Waarheden als koeien bestaan niet. Koeien zijn niet de incarnatie van de waarheid. Sinds kort is het niet meer strijdig met het gebruik der talen in gerechtszaken om een hypothese aan te halen en deze hierna onmiddellijk te ontkennen met “quod non”. Maar voor sommigen lijkt dit onvoldoende en schrijven dan “quod certe non”. Iets is of iets is niet. Het is nul of één. De superlatief van nul bestaat niet. Wie de waarheid spreekt heeft geen krachttermen nodig. Wie krachttermen gebruikt om bepaalde van zijn “waarheden” te ondersteunen laat uitschijnen dat voor al de rest voorbehoud kan gemaakt worden. De eed is voorbehouden voor de procedure en wordt niet ijdel gebruikt. Maar er wordt vandaag bij alles gezworen. Wie dan nog zweert op zijn eigen hoofd maakt enkel zichzelf belachelijk. Maar het wordt een mode om te zweren op het hoofd van de kinderen. Kinderen dienen niet om op te zweren. Hun zweren dienen verzorgd te worden en zij verdienen respect en zeker niet om de grootste onwaarheden of beweringen van hun ouders kracht bij te zetten. Zo lezen we dagdagelijkse pleonasmen zoals : • een mogelijke kans op complicaties • toestemming om te mogen […] • naar beneden vallen of omhoog stijgen • een verbetering ten goede • naar elders vertrekken • gratis cadeau • opzettelijk uitlokken • beoogde doelgroep • het werk weer hervatten • tot later uitstellen • de uiterste limiet

4

• • • • • • • • • • •

mondeling bespreken nieuwe aanwinst noodzakelijke behoefte overtollige ballast aanwezige bezoekers praktische ervaring tijdelijk opschorten toekomstplannen valse voorwendsels vooraf waarschuwen gehandhaafd blijven

info@law 2012 i november-december

voor eeuwig en altijd eenzaam en verlaten enkel en alleen geheel en al gratis en voor niets

• • • • •

• • • • •

Een pleidooi of een conclusie is ook geen demonstratie van originaliteit, intelligentie, woordkunst, stijloefening of demonstratie van welsprekendheid of demonstratie van eruditie. Het doel is en blijft het argument, de eis en de verdediging, de feiten, de discussie, de standpunten, de eisen, hetgeen te bewijzen valt het bewijs en het dispositief. Een argumentatie is geen volledig verhaal. De vermelde feiten zijn relevant en worden bewezen, minstens sommeren ze de tegenpartij tot erkenning of ontkenning en weet dat hetgeen met krachttermen wordt beweerd met andere krachttermen kan weerlegd worden, “quod gratis affirmatur, gratis negatur”. Vette, kapitale en onderlijnde weergave dienen om structuur te brengen in een geschrift en niet om het waarheidsgehalte van een stelling te verhogen. Zo niet komt men schreeuwerig en ongeloofwaardig over. Het uitroepteken hoort al helemaal niet thuis in een argumentatie. Het wordt in het Nederlands enkel gebruikt voor een uitroep, een kreet of een waarschuwing. Dubbele interpunctie bestaat helemaal niet in het Nederlands. En dan hebben we nog de ellenlange uitweidingen, geknipt, versneden, geplakt, uitgesmeerd en in de conclusie of argumentatie gebracht als een koe die pist wanneer ze natte klaver heeft gegeten. Het Hof van Cassatie stelde in haar arrest van 4 oktober 2010, RW 2011-2012, 531: “Een partij dient in overweging te nemen in hoeverre een conclusie voldoet aan het begrip conclusie in de zin van artikel 741 Ger.W., waarbij te lange en te uitvoerige beschouwingen, die eerder literatuur dan conclusie uitmaken en eerder een opsomming van teksten uitmaken die niet ten volle betrekking hebben op de zaak, zonder enige relevantie naar de zaak in concreto, met moeilijkheden naar de controleerbaarheid van de rechtsbronnen in concreto, of met onsamenhagende delen, niet kan indruisen tegen de rechten van verdediging en de goede trouw in de procesvoering, waardoor al te lange conclusies uit de debatten kunnen geweerd worden. Een en ander kan rechtsmisbruik uitmaken. Een jurist straalt rust, ernstigheid, gematigdheid, relativiteit, argumentatiekracht, geloofwaardigheid, kennis en relevantie uit. Quotes: “Op de hoofden van veel kinderen staan grote zweren” “De waarheid van een paal ligt onder water” “Beledigingen zijn argumenten ten voordele van de tegenpartij” • elfri de neve Advocaat - Hoofdredacteur 14 oktober 2012


advocatenkantoor elfri de neve presenteert Uw wetboeken lezen op uw iPad, iPhone, iTouch, Smartphone. Voor wie?

Beschikbare titels, tot op heden:

Ideaal zo niet onmisbaar, voor alle burgers die geïnformeerd willen zijn, advocaten, gerechtsdeurwaarders, notarissen, magistraten, landmeters, vastgoedmakelaars, overheden, fiscalisten accountants, vermogensplanners, adviseurs, bedrijfsjuristen, arbiters, pers, studenten.

• Wetboek van vennootschappen e-book: downloaden: www.elfri.be/node/6003 • Burgerlijk wetboek e-book : downloaden: www.elfri.be/node/5997 • Gerechtelijk wetboek e-book: downloaden: www.elfri.be/node/5998

Voor wie meer uitleg wil hoe je een e-book kan lezen en gebruiken:

• Strafwetboek e-book : downloaden: www.elfri.be/node/6000

wanneer u dit e-book aankoopt, kan u dit wetboek lezen op uw e-reader, iPhone, iPad, iTouch, Blackberry, android, PC, laptop

• Wetboek van strafvordering e-book: downloaden: www.elfri.be/node/6001 • Grondwet e-book: downloaden: www. elfri.be/node/5999 • Boswetboek e-book : downloaden: www.elfri.be/node/5996 • Waalse huisvestingscode: downloaden: www.elfri.be/node/6002 • Handelsagentuurwet: downloaden: www.elfri.be/node/7036 • WMPC: downloaden: www.elfri.be/node/7042 Wenst u een bepaald nog niet gepubliceerd wetboek te bekomen in e-books formaat met de nodige instructies waardoor u zoals in een boek op uw iPad of andere mobiel toestel elk wetboek kan lezen, stuur dan een e-mail met de gewenste wetboeken naar elfri@elfri.be Kostprijs standaardwetboeken: 10 euro per wetboek Kostprijs wetboeken op maat: 25 euro per wetboek.

U heeft aldus dit wetboek steeds in handbereik. U hoeft er nooit meer naar te zoeken en neemt het overal mee, zonder dat het plaats inneemt. Het komt gewoon lokaal te staan op uw mobiel toestel en zelfs op plaatsen zonder internetverbinding, raadpleegt u het boek waar en wanneer u wil … op de rechtbank, tijdens vergaderingen, gewoon thuis, op reis. U kan uw collectie aanvullen met de overige wetboeken en andere boeken die wij op onze site aanbieden. U bladert in het wetboek op uw mobiel toestel alsof het een boek is. Maar u kan dit ook op uw PC via verschillende gratis programma’s zoals Calibre.

Meer info en downloadsite: http://www@elfri.be/node/5966

hoe zet u epub boeken over naar uw mobiel toestel? Er zijn veel mogelijkheden: • U kan vooreerst het e-book aanschaffen via uw mobiel toestel waardoor het onmiddellijk lokaal komt te staan en u over alle mogelijkheden beschikt om het te plaatsen in de e-book reader van uw keuze die meestal (zo niet bijna steeds) vooraf geïnstalleerd is op uw mobiel toestel (vb. iBooks maar er zijn er tientallen andere). • Voor de Apple producten kan je handig werken via iTunes: Selecteer de EPUB in de Explorer/ Verkenner (Windows) en sleep of verplaats ze naar iTunes. Ze komen dan automatisch onder het tabje “Library->Books” te staan. Selecteer vervolgens in iTunes je mobiel toestel en selecteer de tab “Books”. Check nu of er een vinkje bij “Sync Books” staat. Selecteer vervolgens “All Books” radiobutton. Druk tot slot op “Sync”. Hierna zie je binnen iBooks je boeken staan. • De eenvoudigste oplossing is dat u uw aangekochte e-book verstuurt per e-mail als bijlage naar uw mailadres dat u kan openen met uw mobiel toestel. Heeft u geen toegang tot uw e-mail via uw mobiel toestel, maak dan een hotmail of gmail-adres aan (Waarbij u dan de mailbox opent met de internetbrowser op uw mobiel toestel.) Open nu de bijlage op uw mobiel toestel en kies voor opslaan. U krijgt dan de keuze om het e-book op te slaan in uw e-reader van uw keuze (bv. ibooks). Vanaf nu kan je zelfs zonder nog verbonden te zijn met internet steeds al uw aangekochte boeken lezen.

nieuw: nu ook modellen beschikbaar op de site http://www@elfri.be/documenten nieuw: onze diensten aan advocaten en juridische beroepen http://www@elfri.be/node/7377 info@law 2012 i november-december

5


adVoCaaT in de

kijker De vreemdelingenwet vroeger en nu Luc Denys, advocaat

tief kort geding bij de Raad van State. je kon makkelijk een afspraak krijgen met een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken, die toen nog onder de bevoegdheid viel van justitie en waarvan de kantoren gevestigd waren vlakbij het Poelaertplein. Dus na het pleiten van je zaken op het Gerechtshof ging je naar de overkant met een vijftal dossiers onder de arm, en daarvan kregen er dan toch minstens een deel een gunstig antwoord (je moest dus altijd zeker één slecht dossier meenemen).

Toen ik in 1976 als advocaat begon aan de Brusselse Balie werd het vreemdelingenrecht gebezigd door een kleine schare, meestal franstalige, advocaten. De grote specialist aan nederlandstalige kant was stafhouder marc De kock, die het voorwoord schreef in de eerste uitgave van mijn Vreemdelingenrecht – Commentaar uit 1989. niet dat ik vanaf de eerste maand geconfronteerd werd met deze materie, maar het duurde toch niet lang, al was het maar omdat ik al gauw een groepering aanging met enkele franstalige specialisten.

Het verschil tussen toen en nu is enorm. je had een totaal voorbijgestreefde wet uit 1952, tot stand gekomen in volle koude oorlogstijd, niet bepaald een vreemdelingvriendelijke periode. De gezinshereniging was niet wettelijk geregeld, van beroepsmiddelen was nauwelijks sprake, er bestond geen administra6

Na 10 jaar parlementaire voorbereiding, overigens begonnen met een stakingsactie tegen de willekeurige toepassing van de toenmalige wet, op initiatief van Franstalige studenten in Leuven –LLN was nog niet af- in oktober 1970, toen ik mijn eerste les in De Valk aan de Tiensestraat wou volgen, kwam de wet van 15 december 1980 tot stand betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, kortweg ‘de Vreemdelingenwet’ genoemd, uitgevoerd door een KB van 8 oktober 1981 met dezelfde titel. Het doel van deze wet en dit KB was het scheppen van een grotere duidelijkheid van de teksten en rechtszekerheid voor de vreemdelingen, met o.m. wel omschreven rechtsmiddelen. Deze doelstellingen werden redelijk goed bereikt. De wet bleef een tijd ongewijzigd, wellicht ook omdat ze in Kamer en Senaat eenparig was goedgekeurd. Een eerste wijziging kwam er in 1984, wanneer o.m. de criteria om verblijf te bekomen op grond van gezinshereniging werden verstrengd (toen al!), en in 1987 werd de asielprocedure grondig hervormd (ontstaan van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen en de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen). Maar vanaf de derde wijziging in 1991 was er van stabiliteit geen sprake meer, de Vreemdelingenwet zelf werd elk jaar (behalve in 1997) en meestal meerdere

info@law 2012 i november-december

keren per jaar, gewijzigd, ondertussen meer dan 50 keer in 20 jaar tijd! Mijn boek dat in 1989 zowel vastbladig als losbladig werd uitgegeven, kende 8 bijwerkingen, de laatste in 1999. Het is duidelijk dat de inflatie van wetgeving een regelmatige bijwerking vanaf dan moeilijk maakte. Bovendien kwam er ontzettend veel rechtspraak tot stand en speelde het internationaal recht een steeds grotere rol, niet in het minst omdat een aantal wijzigingen van de wet in strijd was met het internationaal recht (het recht van de Europese Unie, het EVRM, het Kinderrechtenverdrag enz.).

In 1988 werd ik voor de eerste maal verkozen als gemeenteraadslid in de multiculturele gemeente Schaarbeek, waar toen een zekere Roger Nols de plak zwaaide en weigerde vreemdelingen in te schrijven (op grond van het toenmalige artikel 18bis, ingevoerd door de eerste wijziging in 1984). Ik kon meteen het vreemdelingenrecht op het politieke forum toepassen. En in 2000 werd ik voor het eerst als schepen verkozen, waardoor de nodige tijd om bijwerkingen aan te brengen nog meer ontbrak.

De meest omvangrijke wijziging aan de Vreemdelingenwet gebeurde door de wetten van 15 september 2006 en 25 april 2007, de zogenaamde mammoetwetten I en II (de zoveelste wijziging aan de asielprocedure met o.m. de oprichting van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en een groot aantal wijzigingen aan het materiële recht veelal t.g.v. Europese verordeningen en richtlijnen). Toen dacht ik dat de tijd eindelijk rijp was voor een algehele bijwerking, ware het niet dat tegen de eerste wet beroepen werden ingediend bij het Grondwettelijk Hof, dat een vrij groot aantal bepalingen vernietigde.


Op die manier wordt ons land er wel toe gedwongen in zekere mate de mensenrechten na te leven. Maar de wetgeving wordt nauwelijks aangepast. Het was dus hoog tijd om een nieuw overzicht van het vreemdelingenrecht uit te brengen. Het heeft me veel energie, moeite en tijd gekost. Aan de lezer om te oordelen of ik geslaagd ben om door de bomen het bos te laten zien.

• LUC Denys Advocaat

De laatstevoorbeeld decennia is deze rechtstak heeft Justi zich meermaals Een gekend vansterk hetuitgebreid Hof envan tie teonder soms politiek controversiële omstandigheden een moeilijke weg moeten banen doorLuxemburg is het arrest Ruiz Zambrano van 8 maart 2011, heen het wetgevend kanaal. C-34/09, en van het Europees Hof voor de rechten van waar vroeger slechts enkele advocaten in aanraking met het vreemdelinde mens Daar in Straatsburg natuurlijk hetkwamen arrest M.S.S. van genrecht, is deze meer dan actuele rechtstak niet meer weg te denken uit de huidige 21 januari 2011. Voor een voortreffelijk overzicht van de advocatenpraktijken en vermengt zij zich dikwijls met burgerlijke, strafrechterlijke, administratieve juridische op procedures hier in eerste instantie ogenschijnlijk invloed van dezeof andere 2 hoven hetdieBelgisch vreemdelingenuitstaans mee hebben. recht zie weinig de bijdrage van Staatsraad Jacques Jaumotte, “Le droit des étrangers: les derniers développements en droit européen – la jurisprudence récente de la CJUE et de la Cour européenne des droits de l’homme”, in Serge Bodart (ed), Droit des étrangers, Bruylant, 2012.

3

Luc Denys

Gelukkig is er nog Europa. De laatste jaren wordt België regelmatig opgeschrikt door een veroordeling in Luxemburg of in Straatsburg3.

het Frans.

In een arrest van 12 juli 2012 nr. 2012/88 (B.32.1) werd boek wordt de lange evolutie deze wetgeving samen met het aanvullende in de het GwH Met erdittoe gebracht eenvan“materiële vergissing” commentaar gebundeld tot een compleet en uitgebreid juridisch werk over deze mawet rechtterie. te zetten.

2

OVERZICHT VAN HET VREEMDELINGENRECHT

Het klinkt oneerbiedig, maar het is de werkelijkheid: zeker de laatste jaren heeft de overheid er een zootje van gemaakt. De mooie baby die de Vreemdelingenwet in 1980 was, is verworden tot een wangedrocht. De teksten zijn onleesbaar en bevatten heel wat technische fouten1. Iedereen is het erover eens dat de Vreemdelingenwet moet worden herschreven, ook de regeringsverklaring van Elio Di Rupo stelt dit, maar er gebeurt niets. Ondertussen zitten we opgezadeld met artikelen zoals artikel 39/68-1.2 De Dienst Vreemdelingenzaken is een moloch geworden waarmee de communicatie uiterst stroef verloopt. Ga maar na aan welke overheidsdienst de jaarverslagen van de Federale Ombudsmannen telkens veel aandacht schenkt.

De voornoemde wet van 8 juli 2011 werd niet geëvoceerd door de Senaat, ondanks de vraag van de juridische dienst van de Senaat om dit te doen teneinde een aantal technische fouten recht te zetten. Ook de Dienst Vreemdelingenzaken had een aantal zuiver technische fouten In dit allesomvattende boek worden de evolutie en de opéénvolgende wetgeving betreffende het vreemdelingenrecht uitgebreid behandeld. gesignaleerd, maar tevergeeefs… het is toch opmerkelijk dat het bevoegde regeringslid, Auteur Luc DENYS, sedert vele jaren staatssecretaris lesgever vreemdelingenrecht Melchior aan de van de tegen Brusselse balie, als advocaat gespecialiseerd het Wathelet,advocaten-stagiairs in de Kamer de isgoedkeuring vanindeze vreemdelingenrecht en sinds jaren de auteur van de losbladige reeks over het vreemwet heeftdelingenrecht, gestemd! eveneens uitgegeven bij uitgeverij UGA, zowel in het Nederlands als in

1

OVERZICHT VAN HET VREEMDELINGENRECHT

De invloed van het Grondwettelijk Hof vanaf 1993 is een andere constante. De lijst arresten uitspraak doende over de Vreemdelingenwet, zowel beroepen tot nietigverklaring als prejudicieel, is indrukwekkend lang. Tegen de wet van 8 juli 2011, die o.m. het recht op gezinshereniging verder beperkte, zijn een kleine 40 beroepen ingediend. Een record? Ook de Raad van State stelde over deze wet reeds een aantal prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof.

Luc DENYS advocaat

12-33413-00-B-VREEMDELINGENRECHT.indd 1

6/09/12 13:17

In dit allesomvattende boek wordt de evolutie en de opéénvolgende wetgeving van het vreemdelingenrecht uitgebreid behandeld. Auteur Luc DENYS, sedert vele jaren lesgever “vreemdelingenrecht” aan de advocatenstagiairs van de Brusselse balie, is als advocaat gespecialiseerd in het vreemdelingenrecht en sinds jaren de auteur van de losbladige reeks over het vreemdelingenrecht, eveneens uitgeven bij uitgeverij UGA, zowel in het Nederlands als in het Frans. Met dit boek wordt de lange evolutie van deze wetgeving samen met het aanvullende commentaar gebundeld tot een compleet en uitgebreid juridisch werk over deze materie. De laatste decennia is deze rechtstak sterk uitgebreid en heeft zich meermaals onder soms politiek controversiële omstandigheden een moeilijke weg moeten banen doorheen het wetgevend kanaal. Daar waar vroeger slechts enkele advocaten in aanraking kwamen met het vreemdelingenrecht, is deze meer dan actuele rechtstak niet meer weg te denken uit de huidige advocatenpraktijken en vermengd zij zich dikwijls met burgerlijke, strafrechterlijk, adminstratieve of andere juridische procedures die hier in eerste instantie ogenschijnlijk weinig uitstaans mee hebben. Prijs: 85 € isBn 978-90-8977-277-0 Ingebonden uitgave • 466 blz. auteur Luc DENYS • Advocaat

U WENST TE BESTELLEN? Uitgeverij UGA U kan ook online bestellen op

T: 056 36 32 11 - F: 056 35 60 96 www.uga.be

Stijn Streuvelslaan 73, 8501 Heule • E: publ@uga.be

info@law 2012 i november-december

7


Tuchtrecht

TUCHTPROCEDURE EN VERPLICHTING MEE TE WERKEN AAN DE BEWIjSVOERING Instantie: Hof van Cassatie

[...]

Datum van de uitspraak: don, 04/03/2010

II. CASSATIEMIDDELEN De eiser voert in zijn verzoekschrift vijf middelen aan.

A.R.: C.09.0202.N

Het verzoekschrift is aan dit arrest gehecht

Niemand is verplicht zichzelf te beschuldigen of mee te werken aan zijn eigen veroordeling in strafzaken.

III. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling

Artikel 6.1 E.V.R.M. houdt onder meer het recht in voor de beklaagde of vervolgde niet te moeten bijdragen tot het bewijs van de ten laste gelegde feiten en mee te werken aan zijn veroordeling; de concrete invulling van dit recht, dat in beginsel toepasselijk is in het tuchtrecht, is evenwel afhankelijk van de specifieke aard van de tuchtprocedures, zodat een gebrek aan medewerking en informatieverstrekking desgevallend sanctioneerbaar kan zijn (zie ook Zie Cass., 1 okt. 2009, AR D.07.0024.N, A.C., 2009). Nr. C.09.0202.N X, eiser,

e e rsT e M i d d e l 1. Het middel dat aanvoert dat het onderzoek werd gevoerd in strijd met de dwingende bepalingen van artikel 6 EVRM, want partijdig en dan ook niet rechtsgeldig als basis kon dienen voor het opleggen van een tuchtstraf, maar niet preciseert om welke reden het onderzoek als partijdig dient te worden beschouwd, is onduidelijk. Het middel is in zoverre niet ontvankelijk. 2. Artikel 149 van de Grondwet is vreemd aan de aangevoerde grief.

tegen ORDE VAN ARCHITECTEN, publiekrechtelijke rechtspersoon, met zetel te 1000 Brussel, Livornostraat 160, bus 2,

In zoverre het middel de schending aanvoert van dit artikel is het mitsdien niet ontvankelijk.

Tweede Middel

verweerster, I. RECHTSPLEGING VOOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen de beslissing, op 11 maart 2009 gewezen door de raad van beroep van de Orde van Architecten, met het Nederlands als voertaal. 8

3. Het artikel 6.1 EVRM houdt onder meer het recht in voor de beklaagde of vervolgde niet te moeten bijdragen tot het bewijs van de ten laste gelegde feiten en mee te werken aan zijn veroordeling.

info@law 2012 i november-december

De concrete invulling van dit recht, dat in beginsel toepasselijk is in het tuchtrecht, is evenwel afhankelijk van de specifieke aard van de tuchtprocedures. 4. In zoverre het onderdeel ervan uitgaat dat een gebrek aan medewerking en informatieverstrekking omwille van voormeld recht in geen enkel geval tuchtrechtelijk sanctioneerbaar is, faalt het naar recht. 5. Het algemeen rechtsbeginsel van het vermoeden van onschuld, het artikel 870 van het Gerechtelijk Wetboek en het artikel 149 van de Grondwet zijn vreemd aan de aangevoerde grief. In zoverre het middel de miskenning en schending ervan aanvoert, is het mitsdien niet ontvankelijk.

derde Middel Eerste onderdeel 6. De eiser voert in het onderdeel als grief aan dat het bekendmaken van klantenlijsten met namen van bouwheren een schending impliceert van hun recht op privacy. 7. De eiser die in het kader van het middel globaal de bepalingen vermeldt waarvan hij de schending aanvoert, laat na voor de in het onderdeel ontwikkelde afzonderlijke grief aan te duiden welke van de aldus als geschonden aangevoerde bepalingen op die grief toepasselijk zijn, zodat niet is voldaan aan het voorschrift van artikel 1080 van het Gerechtelijk Wetboek.


Het onderdeel is niet ontvankelijk. Tweede onderdeel 8. Het onderdeel voert aan dat artikel 149 van de Grondwet is geschonden doordat de bestreden beslissing “met geen woord rept omtrent dit in besluiten opgeworpen argument”, maar laat na te preciseren op welk verweer of op welke conclusie de bestreden beslissing niet antwoordt. Het onderdeel is in zoverre niet nauwkeurig en mitsdien niet ontvankelijk. 9. Het artikel 1138, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek is vreemd aan de aangevoerde grief. In zoverre het onderdeel de schending aanvoert van voormeld artikel is het mitsdien niet ontvankelijk.

11. Het middel laat niet toe uit te maken of het de raad van beroep verwijt geen prejudiciële vraag te hebben gesteld aan het Grondwettelijk Hof, dan wel geoordeeld te hebben dat er geen sprake was van een schending van het gelijkheidsbeginsel. Het middel is derhalve onduidelijk en mitsdien niet ontvankelijk.

Vijfde Middel

13. Het middel voert ook aan dat de straf “onevenredig zwaar is, in acht genomen ook het blancotuchtrechtelijk verleden van de eiser met lange staat van verdienste als architect”. Het middel dat in wezen louter aanvoert dat de straf te streng was gelet op het tuchtrechtelijk verleden van de eiser, komt op tegen een beoordeling van feiten, waarvoor het Hof niet bevoegd is. Het middel is in zoverre niet ontvankelijk.

12. Het middel zegt niet hoe en waardoor artikel 149 van de Grondwet wordt geschonden en is in zoverre niet ontvankelijk.

Vierde Middel 10. Het middel, dat aanvoert dat er een manifeste discriminatie bestaat tussen de tuchtprocedures voorzien voor de architecten enerzijds en de advocaten anderzijds en de schending aanvoert van de artikelen 10, 11 en 149 van de Grondwet, komt op tegen het oordeel dat het gelijkheidsbeginsel te dezen niet geschonden is en dat er geen reden is een prejudiciële vraag te richten tot het Grondwettelijk Hof.

info@law 2012 i november-december

9


Advocatenvermogen

BESLAG OP DERDENREKENING Instantie: Hof van Cassatie datum van de uitspraak: don, 27/01/2011 Volgens het Hof maken deze gelden, ongeacht hun bestemming deel uit van het vermogen van de advocaat, zodat een beslag hierop mogelijk is Zie ook het wetsvoorstel van de OVB inzake de onbeslagbaarheid van de kwaliteitsrekeningen van de advocaat

Het Hof van Cassatie oordeelde dat derdenrekeningen geen afgeschermd vermogen uitmaken en dat derhalve er beslag kan gelegd worden op de derdenrekening van een advocaat voor de eigen schulden van de advocaat. Het hof stelt hierbij de eenheid van vermogen vermogen voorop. Omdat er geen specifieke wettelijke bescherming voorzien is, vormen de gelden op een derdenrekening geen afgeschermd patrimonium dat ontsnapt aan de schuldeisers van de advocaat en is er dus geen bescherming voor de gelden van de cliënt van de advocaat op deze rekening.

deze rechtspraak gaat in tegen de rechtspraak van het Hof van Cassatie van 2 februari 2007 en tegen de rechtsleer: • E. DIRIX, « Kwaliteitsrekeningen », T.P.R. 1996, 71-87; « Kwaliteitsrekeningen; algemene inleiding en toepassingsgevalllen, in Inzake kwaliteit. De kwaliteits- of derdenrekening naar Belgisch en Nederlands recht,Deventer, Kluwer, 1998, 3-16; • « De derdenrekening van een advocaat: een algemene kwaliteitsrekening? », noot onder Brusssel 26 maart 2002, T.B.B.R. 2003, 318-328; • « De kwaliteitsrekening herbezocht », T.P.R. 2004, 263282 (met V. Sagaert). • A. Michielsens, Cassatie zet voortbestaan derdenrekening op de helling, De juristenkrant nr. 223, 09/02/2011, 6 • Cass. 27/01/2011 (F.070109.F) RW 2010-11, nr. 24, 1022; jT N° 6427, 26/02/2011, 162 + noot G. de Leval en F. Georges

noot: Zie ook de uitstekende analyserende Noot onder dit arrest met tal van verwijzingen zoals gepubliceerd in RABG, onder voormeld arrest van Patricia Vanlersberghe, “Derdenbeslag op de derdenrekening van advocaten”, RABG 2011/6, 462. Dit arrest werd eveneens gepubliceerd in het RW 2010-2011, 1775, voorzien van een noot van Vincent Sagaert, Beslag op een derdenrekening van een advocaat. De teloorgang van het vermogensbegrip 10

info@law 2012 i november-december

Mogen we hieruit concluderen? Wanneer derdengelden vatbaar zijn voor beslag omdat een persoon slechts één vermogen heeft, dan zou dit impliceren: • dat een advocaat die derdengelden heeft aangewend voor speculatieve doeleinden, ter betaling van eigen schulden en die in regel hiervoor in het verleden zwaar deontologisch en strafrechtelijk gestraft werd, geen misdrijf of fout heeft begaan, gezien volgens het hof van Cassatie deze derdengelden geen gelden meer van derden zijn maar loutere vorderingen van derden op het vermogen van de advocaat in kwestie waarbij diens vermogen met dat van de gelden van zijn cliënt werd vermengd. • zelfde gevolg voor de misdrijven waaraan notarissen, bankiers en beleggers zich wel eens schuldig maken. Het Hof van Cassatie zet de weg open voor hun vrijspraken wanneer zij de kwaliteitsrekeningen en derdenrekeningen aanziet als een onderdeel van het vermogen van degene aan wie de gelden werden toevertrouwd en ondermijnt aldus het vertrouwen van de burger in advocatuur, notariaat, beleggerswereld...


Gerechtelijk recht

CONCLUSIES MOETEN INHOUD EN RELEVANTIE HEBBEN Wanneer de rechter vaststelt dat een partij haar recht om conclusie te nemen uitoefent zonder redelijk en afdoend belang en op een wijze die de perken van de normale uitoefening ervan door een voorzichtig en zorgvuldig persoon kennelijk te buiten gaat, staat de omstandigheid dat die conclusie middelen bevat het weren van die conclusie uit het debat niet in de weg: de rechter die een conclusie wegens rechtsmisbruik uit het debat weert, is er niet toe gehouden de erin opgenomen middelen te beantwoorden. Het rechtsmisbruik dat het recht van verdediging en het recht om te concluderen aantast, kan ontstaan uit de uitoefening van die rechten zonder redelijk en afdoend belang en op een wijze die de perken van de normale uitoefening ervan door een voorzichtig en zorgvuldig persoon kennelijk te buiten gaat (zie ook Cass., 6 jan. 2006, AR C.04.0358.F, A.C., 2006, nr 18).

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 19 februari 2008 gewezen door het hof van beroep te Brussel. II. CASSATIEMIDDELEN De eiseres voert in haar verzoekschrift drie middelen aan. III. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Eerste middel Eerste onderdeel 1. De appelrechters oordelen dat de appelconclusie van de eiseres van 31 mei 2007 in haar geheel onsamenhangend is. 2. Het onderdeel dat ervan uitgaat dat de appelrechters bedoelde conclusie uit het debat weren, omdat deze deels irrelevant, oncontroleerbaar en onsamenhangend is, berust op een verkeerde lezing van het arrest en mist mitsdien feitelijke grondslag. Tweede onderdeel

r eC h T s P r a a k: Cassatie 04/03/2010 Nr. C.08.0324.N ONDERNEMING X, eiseres, tegen openbare instelling, verweerster,

3. Het rechtsmisbruik dat het recht van verdediging en het recht om te concluderen aantast, kan ontstaan uit de uitoefening van die rechten zonder redelijk en afdoend belang en op een wijze die de perken van de normale uitoefening ervan door een voorzichtig en zorgvuldig persoon kennelijk te buiten gaat.

op de zaak; - delen van conclusies uit andere zaken klakkeloos werden overgenomen zonder enige relevantie in onderhavige zaak; - de aangehaalde rechtsleer en rechtspraak er integraal deel van uitmaakt wat een nader onderzoek van deze rechtsbronnen veronderstelt, terwijl deze gegevens in werkelijkheid oncontroleerbaar zijn; - het neerleggen van dergelijk geschrift een schending van de rechten van verdediging uitmaakt, niet ernstig te noemen is en indruist tegen alle principes van de goede trouw in de procesvoering; - de bijlage bij die conclusie al even onsamenhangend is als de conclusie zelf; - hetgeen naar aanleiding van de pleidooien mondeling werd uiteengezet totaal afwijkt van het schriftelijk verweer. 5. Door op die gronden de appelconclusie van de eiseres van 31 mei 2007 uit het debat te weren, geven de appelrechters te kennen dat de eiseres haar recht van verdediging en haar recht om te concluderen uitoefent zonder redelijk en afdoend belang en op een wijze die de perken van de normale uitoefening ervan door een voorzichtig en zorgvuldig persoon kennelijk te buiten gaat. 6. Zij verantwoorden aldus hun beslissing naar recht en schenden hierbij de in het onderdeel aangevoerde bepalingen en rechtsbeginselen niet. Het onderdeel kan niet worden aangenomen.

4. De appelrechters oordelen dat:

Derde onderdeel

- het op 31 mei 2007 door de eiseres neergelegd geschrift niet voldoet aan het begrip ‘conclusie’ in de zin van artikel 741 van het Gerechtelijk Wetboek; - het enkel een opsomming bevat van teksten die niet allen betrekking hebben

7. In zoverre het onderdeel ervan uitgaat dat de appelrechters oordelen dat de appelconclusie van de eiseres van 31 mei 2007 geen middelen behelst, mist het feitelijke grondslag, daar het arrest dergelijk oordeel niet bevat.

info@law 2012 i november-december

11


8. Wanneer de rechter vaststelt dat een partij haar recht om conclusie te nemen uitoefent zonder redelijk en afdoend belang en op een wijze die de perken van de normale uitoefening ervan door een voorzichtig en zorgvuldig persoon kennelijk te buiten gaat, staat de omstandigheid dat die conclusie middelen bevat het weren van die conclusie uit het debat niet in de weg. 9. In zoverre het onderdeel ervan uitgaat dat de appelrechters de appelconclusie van de eiseres van 31 mei 2007 niet uit het debat hadden kunnen weren, wegens rechtsmisbruik, zonder vast te stellen dat die conclusie geen middelen bevatte, kan het niet worden aangenomen. 10. De rechter die een conclusie wegens rechtsmisbruik uit het debat weert, is er niet toe gehouden de erin opgenomen middelen te beantwoorden. 11. In zoverre het onderdeel van de tegenovergestelde rechtsopvatting uitgaat, faalt het naar recht. Vierde onderdeel 12. De appelrechters oordelen dat: - wat door de eiseres mondeling werd uiteengezet totaal afwijkt van het ‘schriftelijk verweer’;

- het verzoekschrift tot hoger beroep wel voldoet aan alle vormvereisten wat andermaal aantoont dat een professionele aanpak van de zaak wel degelijk mogelijk was. Zij geven aldus te kennen dat de middelen ontwikkeld in de appelconclusies van de eiseres van 6 november 1995 en 14 april 2006 inhoudelijk tegenstrijdig zijn met deze ontwikkeld in het verzoekschrift tot hoger beroep. 13. Op grond van deze reden vermochten de appelrechters te oordelen dat zij niet gehouden waren te antwoorden op de middelen ontwikkeld in de appelconclusies van de eiseres van 6 november 1995 en 14 april 2006. Het onderdeel kan in zoverre niet worden aangenomen. 14. De appelrechters oordelen niet dat de verklaring van de raadsman van de eiseres ter zitting van 12 november 2007 dat enkel rekening diende te worden gehouden met de appelconclusie van 31 mei 2007, hen ontsloeg van de verplichting kennis te nemen van de middelen van de eiseres. 15. Het onderdeel dat ervan uitgaat dat de appelrechters zulks wel oordelen, berust op een verkeerde lezing van het arrest. Het onderdeel mist in zoverre feitelijke grondslag. Vijfde onderdeel 16. De appelrechters oordelen niet dat de eiseres afstand deed van haar appelconclusies van 6 november 1995 en 14 april 2006 of van de daarin aangevoerde middelen. 17. Het onderdeel dat ervan uitgaat dat de appelrechters zulks wel oordelen, berust op een verkeerde lezing van het arrest. Het mist mitsdien feitelijke grondslag. Tweede middel Tweede onderdeel 18. In het overwegend gedeelte van het arrest beslissen de appelrechters met betrekking tot de door de eiseres op grond van het artikel 15, §4, van de algemene aannemingsvoorwaarden voor overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten gevorderde interest wegens laattijdige betaling, dat het bestreden vonnis enkel kan worden

12

info@law 2012 i november-december

bevestigd in zoverre hierin gesteld wordt “dat voor zover de vordering sub I (= vordering m.b.t. saldo voor werken en meerwerken) gegrond wordt verklaard, door verweerster (...) verwijlinteresten verschuldigd zijn”. 19. Deze beslissing is tegenstrijdig met deze waarbij in het dictum van het arrest het beroepen vonnis in al zijn beschikkingen wordt bevestigd, waaronder de beslissing de aangewezen deskundige niet alleen te belasten met “zo nodig” de berekening van de verschuldigde interest op het eventueel nog verschuldigd saldo, maar ook met de berekening van de interest verschuldigd wegens de laattijdige betalingen. Het onderdeel is gegrond. Overige grieven 20. De overige grieven kunnen niet tot ruimere cassatie leiden. Dictum het hof, Vernietigt het bestreden arrest in zoverre het oordeelt over de door de eiseres gevorderde verwijlinterest wegens laattijdige betaling, de opdracht van de deskundige met betrekking tot de aldus gevorderde interest omschrijft en oordeelt over de kosten. Verwerpt het cassatieberoep voor het overige. Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het gedeeltelijk vernietigde arrest. Veroordeelt de eiseres tot twee derden van de kosten. Houdt de overige kosten aan en laat de beslissing daaromtrent aan de feitenrechter over. Verwijst de aldus beperkte zaak naar het hof van beroep te Antwerpen. De kosten zijn begroot op de som van 503,29 euro jegens de eisende partij en op de som van 301,82 euro jegens de verwerende partij. Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer.


Recht en Biografie

ANTON BERGMANN Ik ben geboren te Lier op 29 juni 1835. Mijn vader die advocaat was, was er burgemeester van 1853 tot 1872. jan frans willems was een huisvriend waardoor de Vlaamse letteren in ons gezin een belangrijke plaats kregen.

Na de eerste jaren middelbaar, verhuisde ik van het Lierse college naar het Atheneum te Gent om aldaar de GrieksLatijnse humanoria af te maken. Maar ik deed er meer. Samen met met mijn goede vriend juliius Vuylsteke richtte ik er het Stundentengenootschap “’t Zal wel gaan op”. Ik begon mijn studies in het recht in 1853 aan de Gentse universiteit maar maakt ze af aan de Vrije Hogeschool te Brussel alwaar ik reeds in 15858 het diploma van Doctor in de rechten “summa cum laude” haalde. Mijn voorliefdes waren naast de studentikoze grappen en grollen, letterkunde en geschiedenis waarbij ik erin slaagde te publiceren met: “Marnix van Sint Aldegonde - Plunderingen van de hoofdkerk van Lier in 1580” “De Geschiedenis van Lier” hetgeen mij jarenlange opzoekingen kostte “Twee Rijnlandse Novellen” “Brigitta” “Zwitserse herinneringen” “Marietta la Bella” Maar het werk waarmee ik belangstelling oogstte was “Ernest Staes advocaat”. In die tijd was het voor mij als advocaat veiliger om dit werk onder de schuilnaam “Tony” te schrijven. Natuurlijk was mijn eigen cliënteel en dit van de confraters rond mij mijn inspiratie. Ik hield van die typetjes en trachtte ze te verbeelden in een eenvoudige taal, het liefst zelfs in hun taal.

Toen ik het werk schreef had ik nooit de bedoeling een meesterwerk te schrijven, maar eerder een schets van karakters in een humoristisch kader. Maar het vervolg heb ik niet mogen meemaken. Mijn leven was immers kort, te kort om een groot schrijver te worden en te kort om een groot jurist te worden. Ik overleed op 24 januari 1874. Ik had van het leven genoten met volle teugen, was op weg schrijver en advocaat te worden, werd gwaardeerd maar was nog niet tot de rijpheid van het leven gekomen. Ik had nog zoveel beloftes te vervullen. Een jaar na mijn dood werd Ernest Staes bij KB van 17 juni 1875 bekroond met de vijfjaarlijke prijs van Nederlandse Letterkunde Ik werd zogeheten wereldberoemd en vertaald in verschillende talen, Het leven in en rond de balie door een aantal rake schetsen stond plots in het middelpunt van de belangststelling. Toegegeven ik had op dat ogenblik weinig concurrentie, maar wel het ongelooflijke voordeel dat ik gedereven was door de Nederlandse taal en het voorrecht had te kunnen schrijven over mensen van alle dag, met hun zwakheden, radeloosheid, bekrompenheden, zonder hierbij de figuur van de advocaat zelf uit het oog te verliezen. In vele scholen werd het boekje als schoolleesboek verkocht. Het werd voor vele scholieren verplichte lectuur en heeft meerdere jongeling aangesproken om in de advocatuur te stappen. Maar vele van die boekjes zijn weggegooid doorgegeven en overstelpen vandaag de tweede-hands markt. In mijn boek Ernest Staes beschreef ik de Meester Adams:

“Zijn talrijke zaken en belangrijkste processen waren al te ernstig om aan zijn stagist te worden toevertrouwd; hij was een man van diepe studie en stalen ijver; werkte ganse dagen en halve nachten en genoot rust noch ontspanning; nooit kon hij van zichtzelf verkrijgen het geringste deel van zijn arbeid door een ander te laten verrichten omdat hij buiten zichzelf niemand vertrouwde.” In mijn werk Ernest heb ik de advocaat niet boven maar tussen het volk geplaatst, zijn frustraties getoond en heb het aangedurfd de stage te bekritiseren. Ik heb Ernest Staes ook in de Sint-Ivo Kamer opgevoerd (de pro deo-kamer), hem dingen laten doen die ik als advocaat zelf niet had durven maar wel had willen doen. Ik heb de frustratie van de jonge advocaat willen duiden die zijn plaat uithangt en tevergeefs wacht op cliënteel tussen povere meubeltjes en oude rechtsboeken. Telkens de bel gaat is er die hoop op een nieuwe cliënten, maar in die eerste maamden waren het “verkopers van rechtswerken, pianisten die een concert geven, schrijvers die hun eerste boek laten drukken, flaminganten met een intekenlijst, joden met een nieuwe uivinding, kooplieden in wijn die juist uit Bordeaux aangekomen is, ongelukkigen, eindelijk, die maar rechtaf een aalmoes vragen, arme duivels die aan de bel trekken.”

Bronnenmateriaal: Mr. Paul-Ernest Van Cauter, Rede uitgesproken op de opneningszitting van het Vlaamspleitgenootschap bij de balie van het Hof van Beroep te Brussel op zaterdag 7 december 1957, Meester Tony Bergmann’s “Ernest Staes”, R.W. 15 december 1957, 690.,

info@law 2012 i september-oktober

13


Recht en literatuur

HET RECHT IN DE BELLETTRIE Zoals alle maatschappelijke aangelegenheden zit ook het recht in de literatuur verweven. juristen zelf behoren ook tot de literatoren.

e n k e l e r e u z e n e n M o n um e n TA L e w e R k e n. Het begint al in de oudheid met Demosthenes. Hij studeerde rechten om de voogden die hem het vermogen van zijn ouders hadden ontnomen, zelf te kunnen vervolgen. Zijn schitterende pleidooien en politieke redevoeringen worden in het onderwijs nu nog gelezen. Niet minder belangrijk was Cicero, advocaat en politiek redenaar, wiens geschriften model hebben gestaan voor het klassiek Latijn. In onze eigen Middeleeuwen springt het dierenepos “Van den vos Reynaerde”, gebaseerd op “Le plaid” (het proces), als meesterstuk vooruit. Op de hofdag van Nobel worden grove beschuldigingen tegen de vos geuit en vermits hij niet aanwezig is, moet hij gedagvaard worden, driemaal zelfs. Eindelijk naar het hof gebracht, wordt hij schuldig bevonden en zal veroordeeld worden. Maar hij krijgt nog het laatste woord. Als een gewiekst advocaat pro domo praat hij, weliswaar met listige leugens, zijn vijanden aan de galg en verheft hij zichzelf tot redder van ’s konings eer. In de Renaissance schreef de grote William Shakespeare zijn beroemd toneelstuk “De koopman van Venetië”, zowel komedie als tragedie, waarin de bankier Shylock al of niet “a pound of flesh” mag snijden uit het lichaam van de koopman, die zijn schuld niet kan betalen ingevolge een schipbreuk. De advocate van de koopman, weet op een handige wijze haar cliënt te redden en de aanklager te laten veroordelen. Naast Demosthenes en Cicero is j.W. Goethe het grote voor14

beeld van een jurist (studies in Straatsburg en Leipzig) die literaire werken van wereldformaat presteerde en een enorme invloed heeft uitgeoefend. Van hem wordt gezegd dat hij de laatste was die alle kennis van zijn tijd beheerste, de laatste encyclopedist. Het meest gelezen genre vanaf de 19de eeuw is ongetwijfeld de roman. De Russen hebben hierin grootmeesters voortgebracht. Een van de allergrootsten is F. Dostojewski. Zijn “Schuld en boete” ontleedt en schildert de drijfveren en de psychologische evolutie van een crimineel. Eerst voelt hij zich verheven boven de gangbare moraal en acht zich gerechtigd tot moord, althans van twee wezens die hij als minderwaardig aanziet. Maar de maatschappij en zijn eigen gevoelsleven gaan zijn superieur gewaande geest benevelen naar bescheidenheid en medevoelen. Hij gaat zich als vernietiger van het nederige gemener voelen dan het geringste subject. Bewust van zijn schuld en bereid zijn straf te aanvaarden meldt hij zich bij de politie.

D e w e T T e n. Zoals alle deelgebieden van de maatschappij omvat het gerecht veel cenakels, betrokkenen, geplogenheden, vuistregels. Daar zijn vooreerst de wetten. De grote Griekse filosoof Socrates, ervan beschuldigd de jeugd te misleiden, werd veroordeeld tot het drinken van de gifbeker. Hij was niet opstandig, maar betoogde integendeel dat de wetten als hoogste geboden in de samenleving dienden nagevolgd te worden, ook al kwamen ze voor de betrokkenen en hun omgeving onrechtvaardig over. Socrates’ leerling Plato heeft die en andere leerstellingen van zijn meester uitvoerig neergeschreven, welke geschriften door vele latere auteurs in allerhande vormen

info@law 2012 i november-december

literair verwerkt zijn. – In de christelijke godsdienst is bekend dat Christus na zijn gevangenneming meermaals werd verhoord, tot de hogepriester zijn bovenkleed scheurde en uitriep dat Christus God gelasterd had. Zulks was een zwaar vergrijp tegen de joodse wet met kruisiging als gevolg. Van bewerkingen van dit thema zit de literatuur vol. George Orwell in zijn romans “Animal Farm” en “1984” schetst dictatoriale samenlevingen met nieuwe wetten, die aan het volk opgelegd worden zonder inspraak en waarvan de overtredingen dadelijk en hardhandig bestraft worden. Ook wijzigingen van de wetten of stelregels worden alleen door de leider (respectievelijk Napoleon en Big Brother) of zijn beperkte naaste omgeving aangebracht. Zo was in “Animal Farm” de algemene leus aanvankelijk “Four feet good, two feet bad”. Maar toen de leidende groep, nl. de varkens, op twee poten ging lopen, stond er ineens geschreven “Four feet good, two feet better”. Orwell met zijn anarchistische ideeën (want hij had in de Spaanse burgeroorlog gestreden in de rangen der anarchisten – “the only thing to do” schrijft hij in “Hommage to Catalonia”) wilde de gevaren tonen van dictatoriale rechtssystemen, waar wetten met willekeur worden opgelegd. Ook de Duitser Bernhard Schlink in zijn schitterende roman “Der Vorleser” raakt het dictatoriale rechtssysteem aan nl. ten tijde van de nazi’s. De hoofdpersoon, een nazi-bewaakster in een uitroeiingskamp, staat na de oorlog terecht omdat toen gevangenen opgesloten zaten in een kerk en de kerk ingevolge een luchtbombardement in brand schoot, zij de deuren van de kerk niet openmaakte. Haar verdediging dat de bewakers in alles de bevelen moesten opvolgen en dat er voor hen geen andere wetten bestonden, werd door de rechters van


na de oorlog, die in een andere rechtsorde leefden, natuurlijk niet gevolgd. Ook de persoon die op haar verliefd was geweest en die het proces volgde als student in de rechten, kon haar niet involgen, ook al kon hij bewijzen dat zij een bepaalde brief, waaruit geconcludeerd werd dat zij de leidster der bewakers was, niet had kunnen schrijven en dus niet meer verantwoordelijk was dan de andere bewakers. De dictatoriale rechtsorde, waar zij zich op beriep, verafschuwde hij en hij liet haar derhalve veroordelen.

D e R eC H T e Rs. De schrijvers die zelf geen juristen zijn, verkneukelen zich nogal graag over de rechters in hun toga, destijds ook met een pruik, gewichtig gezeten op een verhoog, met een griffier aan hun zijde, zelfs met een politie-officier. Vooral de vrederechters zijn een dankbaar onderwerp. De classicistisch-romantische, geniale Heinrich von Kleist (1777-1811) schreef het Lustspiel “De gebroken kruik”, dat hij, al is hij een Pruis, situeert in een dorp bij Utrecht, wellicht om geen last te krijgen van de Pruisische overheid. Een vrouw komt de vrijer van haar dochter aanklagen. Hij zou in de voorbije nacht binnengeslopen zijn in de kamer van de dochter en een kostbare kruik omgestoten hebben. De vrederechter, die heel nerveus doet, denkt dit zaakje vlug af te handelen. Maar een inspecteur wil verder onderzoek. Wat blijkt? De vrederechter zelf was bij het meisje om het recht van de eerste nacht af te dwingen in ruil voor de vrijstelling van militaire dienst voor de vrijer. Hijzelf is door de jongeman op de vlucht gejaagd. – Dit toneelstukje in één bedrijf met zijn levendige en directe gesprekken is nog steeds genietbaar in zijn kritiek, zijn ironie en zijn hilariteit. – De rechter die zelf schuldig bevonden wordt,

doet denken aan Koning Oedipus van Sophocles: in zijn opsporing naar de moordenaar van koning Laios en naar de man die kinderen verwekt had bij zijn eigen moeder, ontdekte hij zichzelf als de schuldige. Kleist schreef ook de novelle Michael Kohlhaas”, waarin rechters het willekeurig optreden van een kasteelheer tegenover een veekoopman nalaten te bestraffen. Met “De plaatsvervangende vrederechter” schreef ook onze Cyriel Buysse een kluchtige satire. De hoofdfiguur, tevens dokter en handelaar, stelt diegenen in het gelijk die hem het best bevallen. Een advocaat laat begaan om met de dochter van de rechter te kunnen huwen. Een andere pleiter geeft toe als hij beseft dat hij onvrijwillig het hart van dezelfde dochter veroverd heeft. Schitterend en voorzien van vele lagen (onder meer politieke) is “Der kaukasische Kreidekreis” van Bertolt Brecht (1898-1956). In revolutionaire troebelen is een gouverneursvrouw haar baby kwijt geraakt. Een jonge vrouw neemt het kind op als het hare en verliest daardoor haar verloofde. Als er relatieve rust is, komt de gouverneursvrouw haar kind weer opeisen, om de erfenis van haar man te kunnen bemachtigen. De twee vrouwen komen voor de rechter: een alles behalve voorbeeldige klerk, die door het volk tot arme-mensenrechter is bevorderd. Bij zijn Salomonsoordeel dat beide vrouwen aan het kind mogen trekken, wil het volksmeisje niet dat het kind gewond wordt. Aan haar kent de rechter het kind toe. In het heersend nazisme van de jaren 1930 is de harde novelle “Der Richter” van Ernest Wiechert (1887-1950) gesitueerd. De rechter beseft dat zijn eigen zoon een tegenstander van het regime heeft gedood. Hij brengt hem ertoe zich bij de politie aan te geven, maar die weigert zijn verklaring te noteren. Hij meldt zich dan als de enige schuldige bij de rouwende familie.

Die legt de schuld bij de nazistische organisatie, die de bestaande wetten ontkracht. jef Geeraerts (geb. 1930) behandelt in “De zaak jespers” een rechter die zelf beschuldigd wordt van moord op zijn vrouw, een zaak die grote beroering en twijfel heeft veroorzaakt. Het liep uit op een veroordeling. Het boek, spannend en met inleving geschreven, bevat felle kritiek op de rechtspraak.

D e A DVo C A AT. Over de moeilijkheden van een beginnend advocaat schreef Anton Bergmann (1835-1874) zijn luchtige “Ernest Staas”. De bekendste passage daarin is een scheldpartij tussen twee volksvrouwen. Voor advocaat E. Staas is het zijn eerste proces. Zijn tegenstrever brengt een scherp, eenzijdig pleidooi. Ernest Staas is er zo van ontredderd dat hij zijn goed voorbereide rede door mekaar haalt en onsamenhangende gedachten ten beste geeft. Toch is zijn cliënte tevreden want hij heeft langer gesproken dan de andere. De kwaliteit kon ze niet beoordelen want alles was in het Frans. In “A Time to Kill” van de bekende Amerikaan john Grisham (geboren 1955) verdedigt een advocaat een neger die twee blanken heeft neergeschoten nadat zij zijn dochtertje hadden verkracht, mishandeld en voor dood achtergelaten. Maar een politieman die door een afgeketste kogel van de neger in zijn been getroffen is en dit been daardoor verloor, komt niettemin getuigen ten gunste van de neger. De jury, getroffen door de gruweldaden op het dochtertje en na diepgaande psychologische palavers, spreekt de neger vrij. In “The Streetlawyer “ van dezelfde schrijver verlaat de hoofdpersoon een gereputeerd advocatenbureau om met overtuiging de verdediger van zwervers en andere verschoppelingen te worden.

info@law 2012 i september-oktober

15


Zelfs in de destijds overbekende dijenkletser “Paradijsvogels” van Gaston Martens (1883-1967) doen de twee hoofdpersonages beroep op een advocaat, nl. op O.-L.-Vrouw om hun toegang tot de hemel te bepleiten. Het pleidooi veroorzaakt een ommekeer: ze mogen terug naar de aarde.

D e J U Ry. Aansluitend bij de rol van rechters en advocaten is die van de jury. In “A Time to Kill” staat die rol zowat naast die van de rechters en de advocaat. Maar in het prachtig toneelstuk “Twelve Angry Men” van Reginald Rose (1920-2002) gaat het uitsluitend om de beraadslaging van de 12 juryleden, die tot een eensluidend besluit moeten komen. Aanvankelijk oordelen 11 onder hen de jonge man schuldig aan moord op de oude. Een jurylid wil nader onderzoek. Geleidelijk stijgt het aantal “onschuldig”, ook wel eens met een terugval. Tot allen “onschuldig” oordelen.

H e T I n D I V I D U. In zijn toneelstuk “The Crucible” snijdt Arthur Miller (1915-2005) de heksenvervolging in het Amerika van voor een paar eeuwen aan. Enkele wulpse meisjes brengen Proctor in staat van beschuldiging. Als hij bekent, mag hij overleven, bij ontkenning volgt de dood. Zijn vrouw smeekt hem aan de haviken die leugen te gunnen. Maar hij kan zich tot die lafheid niet verlagen.

P o L I T I e k. joost Van den Vondel (1587-1679) situeert zijn tragedie “Palamedes” in de Trojaanse oorlog. De titelfiguur wordt door Odysseus valselijk en bedrieglijk van heulen met de vijand beschuldigd. De oude en wijze Nestor (als een soort advocaat) dringt bij de andere Griekse leiders aan op bezadigdheid. Evenwel nutteloos: Palamedes wordt veroordeeld. Maar Vondel heeft hier een politieke bedoeling voor zijn eigen tijd. Palamedes staat voor raadspensionaris johan Van Oldenbarneveldt, die ter dood veroordeeld werd op beschuldiging van verraad. Rechtspraak verbonden met politiek hebben wij ook in het historisch toneelstuk “Saint joan” van G.B. Shaw (1856-1950), misschien zijn beste werk. jeanne d’Arc wordt gevangen genomen door de Bourgondiërs en aan de Engelsen overgemaakt. Zij willen haar, die de verpersoonlijking is van de Franse weerstand, uitschakelen. Zij installeren een rechtbank en beschuldigen haar van hekserij. Zij sterft op de brandstapel. Als politiek proces is dit vergelijkbaar met dat van Karel I in Engeland, van Lodewijk XVI in Frankrijk, beide aanwijsbaar in de literatuur. Bleven onvermeld: juristen zoals William Cowper, Gentiel Antheunis, Edmond Picard, Hans Adler, Eugène Van Itterbeek, Denise Mina, Anne Holt e.a. Zo ook werk van Paul de Mont, Stieg Larsson, Lieve joris, Herman Wouk, Solsjenitsin…

Franz Kafka (1883-1924) heeft met “Der Prozess” aan de wereld het meesterwerk over de labyrintische rechtspraak geschonken. De hoofdpersoon K. wordt aangeklaagd door Onbekend. Ook zijn vergrijp blijft een geheim en de rechters zijn onvindbaar. De sfeer is zeer surrealistisch met een fatale afloop. – Ook Albert Camus (1913-1960) in zijn roman “L’Etranger” schildert surrealistisch een vereenzaamde sukkel, die elk houvast verliest. Zijn proces na een moord ondergaat hij als een zombie. 16

info@law 2012 i november-december

• Daniel De neve Gewezen docent aan het Hoger Instituut voor Toneel en Cultuurspreiding, Brussel


Quotes GERECHTSDIENAAR. Mynheer de rechter, daar is de man die Barbertje vermoord heeft. RECHTER. Die man moet hangen. Hoe heeft hij dat aangelegd? GERECHTSDIENAAR. Hy heeft haar in kleine stukjes gesneden, en ingezouten. RECHTER. Daaraan heeft hy zeer verkeerd gedaan. Hymoet hangen. LOTHARIO. Rechter, ik heb Barbertje niet vermoord! Ik heb haar gevoed en gekleed en verzorgd. Er zijn getuigen die verklaren zullen dat ik ‘n goed mens ben, en geen moordenaar. RECHTER. Man, ge moet hangen! Ge verzwaart uw misdaad door eigenwaan. Het past niet aan iemand die ... van iets beschuldigd is, zich voor ‘n goed mens te houden. LOTHARIO. Maar, rechter, er zijn getuigen die het zullen bevestigen. En daar ik nu beschuldigd ben van moord ... RECHTER. Ge moet hangen! Ge hebt Barbertje stukgesneden, ingezouten, en zyt ingenomen met uzelf... drie kapitale delicten! Wie zyt ge, vrouwtje? VROUWTJE. Ik ben Barbertje. LOTHARIO. Goddank! Rechter, ge ziet dat ik haar niet vermoord heb! RECHTER. Hm ... ja ... zo! Maar het inzouten? BARBERTJE. Nee, rechter, hij heeft me niet ingezouten. Hij heeft my integendeel veel goeds gedaan. Hy is ‘n edel mens!

T H e Q UA L I T y o F m e R C y I s n oT sT r a i n’d It droppeth as the gentle rain from heaven Upon the place beneath: it is twice blest; It blesseth him that gives and him that takes: ‘Tis mightiest in the mightiest: it becomes The throned monarch better than his crown; His sceptre shows the force of temporal power, The attribute to awe and majesty, Wherein doth sit the dread and fear of kings; But mercy is above this sceptred sway; It is enthroned in the hearts of kings, It is an attribute to God himself; And earthly power doth then show likest God’s When mercy seasons justice. Therefore, jew, Though justice be thy plea, consider this, That, in the course of justice, none of us Should see salvation: we do pray for mercy; And that same prayer doth teach us all to render The deeds of mercy. I have spoke thus much To mitigate the justice of thy plea; Which if thou follow, this strict court of Venice Must needs give sentence ‘gainst the merchant there From Shakespeare’s The Merchant of Venice, 1596.

“Men vindt groote maar meer kleine advocaten, -verhevene, doch ook lage, vlugge en veel trage advocaten, advocaten, van wie heel het land spreekt, en advocaatjes, voorzichtige, eenzame, eervolle, eerbare, eerloze en zelfs eerlijke advocaten...” Uit Ernest Staes, Tony (Anton Bergmann), schetsen en beelden.

LOTHARIO. Ge hoort het, rechter, ze zegt dat ik ‘n goed mens ben. RECHTER. Hm ... het derde punt blyft dus bestaan. Gerechtsdienaar, voer die man weg, hij moet hangen. Hy is schuldig aan eigenwaan. Griffier, citeer in de premissen de jurisprudentie van Lessings patriarch. Uit Multatuli Max Havelaar

info@law 2012 i november-december

17


strafrecht

ONDERZOEK AAN HET LICHAAM “gerechtelijke fouten die zuur opbreken na een verkrachting”.

Hof van beroep Brussel 24/05/2011, juridat P.11.0909.N

w e Tg e V i n g uittreksel uit het wetboek van strafvordering ONDERZOEK AAN HET LICHAAM. <Ingevoegd bij WVH 1990-07-20/35, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-12-1990> Art. 90bis. <W 1998-03-12/39, art. 22, 016; Inwerkingtreding : 199810-02> Buiten de gevallen van een op heterdaad ontdekt of als zodanig beschouwd misdrijf en het geval waarin een meerderjarige schriftelijke toestemming geeft, kan een onderzoek aan het lichaam enkel bevolen worden door de onderzoeksrechter, door de kamer van inbeschuldigingstelling en door de rechtbank of het hof die van de misdaad of het wanbedrijf kennis neemt. Het slachtoffer of de verdachte kan zich tijdens het onderzoek aan het lichaam waaraan hij onderworpen wordt, laten bijstaan door een arts naar zijn keuze. De erelonen van de arts worden aangerekend in de gerechtskosten.

reChTsPraak onderzoek aan het lichaam vergt de tussenkomst van de onderzoeksrechter Er wordt een fout werd gepleegd naar aanleiding van de behandeling van de klacht van ouders van een beweerd verkracht minderjarig kind wanneer, in strijd met artikel 90bis van het Wetboek van Strafvordering, de substituut procureur des Konings een onderzoek 18

aan het lichaam van het minderjarige slachtoffer beval, daar wanneer enkel een onderzoeksrechter dergelijk onderzoek kan bevelen.

TeksT arresT HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL 1e kamer, zetelend in burgerlijke zaken, Rep. nr.: 2011/ na beraad, wijst volgend arrest:

M. M., handelend zowel in eigen naam als in hoedanigheid van hun minderjarige dochter E. X, appellanten, TEGEN: De BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de Minister van justitie,met kantoren te 1000 BRUSSEL, Waterloolaan 115, geïntimeerde,

A.R. Nr.: 2008/AR/1755 en 2010/AR/993 A.R. Nr.: 2008/AR/1755

Gelet op de stukken van de rechtspleging, inz.:

INZAKE VAN:

- het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel (24ste kamer) na tegenspraak uitgesproken op 11 april 2008, waarvan geen betekening wordt voorgelegd; - het verzoekschrift tot hoger beroep, op 26 juni 2008 ter griffie van het hof neergelegd (2008/AR/1755); - het verzoekschrift tot hoger beroep, op 12 april 2010 ter griffie van het hof neergelegd (2010/AR/993); - de syntheseconclusie van appellanten (datum neerlegging ter griffie 12 april 2010); - de vierde en syntheseconclusie van geïntimeerde (datum neerlegging ter griffie 10 mei 2010).

E. A., wonende te , en M. M., wonende te , handelend zowel in eigen naam als in hoedanigheid van hun minderjarige dochter E. X, appellanten, TEGEN: De BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de Minister van justitie,met kantoren te 1000 BRUSSEL, Waterloolaan 115, geïntimeerde, EN A.R. Nr.: 2010/AR/993 INZAKE VAN: E. A., en

info@law 2012 i november-december

Gehoord de advocaten van partijen ter openbare terechtzitting van 4 april 2011 en gelet op de stukken die zij neerlegden. I. Procedure in eerste aanleg 1. Bij exploot van 3 oktober 2005 hebben appellanten een vordering ingesteld bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel tegen de Belgische


Staat, thans geïntimeerde, in betaling van 7.500 euro, te vermeerderen met de gerechtelijke interest en de kosten.

eigen naam 12.500 euro morele schade, 160 euro materiële schade en 1.500 euro kosten voor juridische bijstand.

De vordering vond haar oorzaak in beweerde ambtsfouten in hoofde van parketmagistraten bij het onderzoek van een klacht op 20 maart 2004 door appellanten neergelegd wegens verkrachting van hun achtjarige dochter, gepaard gaande met verwondingen, terwijl zij zich bevond in de basisschool voor buitengewoon onderwijs

Het hof merkt op dat de syntheseconclusie van appellanten enkel het rolnummer 2008/AR/1755 vermeldt. Ter zitting werd wel 7.500 euro gevorderd voor appellanten in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van hun dochter en 7.500 euro in eigen naam.

Bij latere conclusie werd de vordering uitgebreid waarbij appellanten in hun hoedanigheid van vertegenwoordigers van hun kind 12.395 euro plus vergoedende interest vanaf 20 maart 2004 vorderden en in eigen naam 12.500 euro morele schade, 160 euro materiële schade en 1.500 euro kosten voor juridische bijstand, telkens te verhogen met de vergoedende interest vanaf 20 maart 2004. 2. De Belgische Staat besloot tot de ongegrondheid van de vordering. 3. Het bestreden vonnis verklaarde de vordering ontvankelijk doch ongegrond; appellanten werden in alle gerechtskosten veroordeeld. II. Procedure voor het hof 4. Voor het hof vorderen appellanten bij hun syntheseconclusie het bestreden vonnis te hervormen en, opnieuw rechtsprekende, hun oorspronkelijke vordering in te willigen, met veroordeling van geïntimeerde tot betaling van een vergoeding van hun schade, thans begroot op 7.500 euro, in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van hun dochter en 7.500 euro in eigen naam, telkens te verhogen met de gerechtelijke interest alsook de gerechtskosten van beide aanleggen. Bij het verzoekschrift tot hoger beroep dat zij op dezelfde dag (12 april 2010) neerlegden vorderen appellanten daarentegen steeds in hun hoedanigheid van vertegenwoordigers van hun kind 12.395 euro morele schade plus vergoedende interest en in

5. Geïntimeerde besluit tot de samenvoeging van beide zaken en tot de ongegrondheid van het hoger beroep, met veroordeling van appellanten in de gerechtskosten van het hoger beroep. III. Relevante feitelijke gegevens 6. Het hof verwijst naar de omstandige uiteenzetting van de feiten in het bestreden vonnis, p. 2 tot 6. IV. Bespreking 1°. Samenvoeging 7. Het eerste verzoekschrift tot hoger beroep werd ingesteld uitsluitend door appellanten “in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van hun minderjarig kind”. Het tweede (verbeterend) verzoekschrift wordt opgesteld op naam van appellanten “in eigen naam en in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van hun minderjarig kind X”. Het petitum wordt bovendien in het tweede verzoekschrift vervolledigd. Beide hogere beroepen betreffende hetzelfde bestreden vonnis zijn samenhangend zodat het wenselijk is dat zij worden samengevoegd. 2°. Ontvankelijkheid 8. De ontvankelijkheid van het tweede hoger beroep wordt niet betwist en het hof ziet geen reden om het ambtshalve niet ontvankelijk te verklaren. De kosten van het eerste hoger beroep dat ingesteld werd bij een onvolledig

verzoekschrift blijven ten laste van appellanten. 3°. Ten gronde 9. Geïntimeerde geeft toe dat, bij het bevelen in de nacht van 20 op 21 maart 2004 van een onderzoek aan het lichaam op de persoon van X E., die toen minderjarig was, en bij het vorderen van Dokter X, de substituut procureur des Konings in strijd met artikel 90bis van het Wetboek van Strafvordering handelde nu enkel een onderzoeksrechter dergelijk onderzoek kan bevelen. Het onderzoek aan het lichaam, dat door Dr. X uitgevoerd werd, is bijgevolg nietig en kan niet als bewijsmiddel in strafzaken dienen. Geïntimeerde betwist niet dat de magistraat van het parket een onregelmatig bevel heeft gegeven en, zodoende, een fout in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek heeft begaan. Geïntimeerde blijft evenwel betwisten dat er schade in oorzakelijk verband met deze fout voorhanden is. 10. Dr. besloot in zijn verslag: “ De set B20040101 werd toegepast conform de richtlijnen; de nodige prelevementen werden afgenomen. Bij het klinisch onderzoek werden geen letsels aan het lichaam vastgesteld; bij gynaecologisch onderzoek werd een erytheem van de genitale regio vastgesteld. Het hymen vertoonde een inscheuring op 02 uur; blijkbaar gaat het om geen recent letsel gezien littekenvorming. BESLUIT Rekening houdend met het verslag van het SSA 20040101 en de elementen uit het strafdossier, kan een nieuw onderzoek aan het lichaam gepland worden in de toekomst. Het is niet opportuun een nieuwe set seksuele agressie in urgentie uit te voeren. Het verslag maakt geen melding van de aanwezigheid van sperma of enig ander biologisch spoor.

info@law 2012 i november-december

19


11. De niet-gewassen kledij van X van de voorbije week werd wel in beslag genomen. 12. Pas op 9 april 2004 heeft het parket te Dendermonde een gerechtelijk onderzoek gevorderd, alsook bepaalde onderzoeksdaden, waaronder een nieuw onderzoek aan het lichaam. Onderzoeksrechter X stelde professor Y en professor Z als deskundigen aan met als opdracht over te gaan tot een nieuw onderzoek aan het lichaam van X E.. Het onderzoek werd met vertraging uitgevoerd, wat niet aan de deskundigen kan ten laste worden gelegd nu de deskundigen niet beschikten over het nieuw adres van het gezin E. dat intussen verhuisd was. Deze deskundigen besloten in hun verslag van 29 juni 2004: “1. Volgens de anamnestische gegevens zou er sprake zijn van vaginale penetratie bij X E.. 2. Bij het lichamelijk onderzoek werd een inkeping van het maagdenvlies vastgesteld. Dit anatomisch kenmerk is compatibel met, doch geen bewijs van penetratie. 3. Hoger beschreven hymenale afwijking kan een element van ondersteuning voor een vermoeden van seksueel misbruik vormen.” 13. Appellanten hebben op 15 november 2004 een verzoekschrift op grond van artikel 127 Sv. neergelegd strekkende tot het verrichten van bijkomende onderzoeksdaden. Bij beschikking van 29 november 2004 verklaarde onderzoeksrechter X het verzoek ontvankelijk en deels gegrond. Hij beval (1) een onderzoek op de in beslag genomen kledij van X E., met name naar de aanwezigheid van spermasporen en, in bevestigend geval, tot bepaling DNA-profiel en DNAonderzoek van de door het slachtoffer aangeduide dader “S.”, met het oog op de bepaling van diens DNA-profiel en vergelijkend DNA-onderzoek en (2) het verhoor (door een opgeleid lid van een politiekorps) van de genaamde S.. 20

Daarentegen weigerde de onderzoeksrechter in te gaan op de vraag strekkende tot onderzoek van de aanwezigheid van spermasporen en DNA-onderzoek van de stalen genomen in het kader van de onderzoeken aan het lichaam van het slachtoffertje “nu (1) het eerste onderzoek aan het lichaam niet wettig werd uitgevoerd en (2) het tweede onderzoek aan het lichaam te lang na de feiten werd uitgevoerd waardoor dergelijke onderzoeksdaad geen zin meer heeft”. 14. Tijdens zijn verhoor d.d. 8 december 2004 heeft S. alle betrokkenheid bij de feiten betwist. Het DNA-onderzoek van toxicoloog wees naar de aanwezigheid op de in beslag genomen kledij van twee vlekken met een DNA-genotype van twee verschillende mannen. De testen voor het opsporen van sperma waren echter negatief. 15. De procureur des Konings te Dendermonde vorderde de buitenvervolging wegens onmogelijkheid om de feiten aan één of meerdere personen toe te schrijven. Bij beschikking van 18 maart 2005 heeft de Raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde verklaard dat er geen reden was tot vervolging. De rechtbank wees de vraag van de burgerlijke partij m.b.t. bijkomende onderzoeksdaden af, vaststellende “dat deze ofwel hun oorsprong vinden in een nog te verrichten onderzoeksdaad waarvan thans reeds geweten is dat de resultaten die hier gebeurlijk zouden kunnen uit voortvloeien, behept zijn met een nietigheid die ook zijn gevolgen heeft voor de eventuele andere en later te stellen onderzoeksdaden, ofwel dat deze, gelet op de voorhanden zijnde elementen van het strafdossier, niet nuttig zijn in het licht van de waarheidsvinding”. Deze beslissing is, bij ontstentenis aan hoger beroep, definitief geworden. 16. Appellanten verwijten tevens aan het openbaar ministerie onzorgvuldig

info@law 2012 i november-december

te hebben gehandeld door niet onmiddellijk over te gaan tot het verhoor van de jonge S. die X als dader aangewezen had. Het hof kan, wat dit verwijt betreft, geen onzorgvuldig of foutief optreden van het openbaar ministerie vaststellen. Het blijkt inderdaad dat, aan het einde van een rondgang in de school, X E. “plots” de jongen als mogelijke dader aanwees maar dit gebeurde in nogal eigenaardige omstandigheden. X E. heeft een IQ van ongeveer 50 en de mentale leeftijd van een kleuter van drie jaar en tien maand . De jonge S., die als dader aangeduid werd, vertoonde fysiek geen enkele overeenstemming met de persoonsbeschrijving van de dader in de eerste verklaringen van het meisje (zoals door de moeder vertolkt) dat bovendien geen enkele angst voor die jongen bleek uit te drukken. De 14-jarige S. bleek ook een vrij laag ontwikkelingsniveau te hebben en de politie besloot, na een kort gesprek met de jongen, hem terug naar zijn klas te laten gaan. Het is volkomen begrijpelijk en zeker niet foutief dat het openbaar ministerie, gelet op de weinig betrouwbare aanwijzing van de dader door X E., de weergegeven inhoud van het gesprek met de politie, de door de school verstrekte inlichtingen en tevens het eigen belang van de gehandicapte jongen, niet onmiddellijk is overgegaan tot diens verhoor. 17. Hierboven werd dus geoordeeld dat er een fout werd gepleegd naar aanleiding van de behandeling van de klacht van appellanten doordat, in strijd met artikel 90bis van het Wetboek van Strafvordering, de substituut procureur des Konings te Brussel een onderzoek aan het lichaam van het minderjarige slachtoffer beval dan wanneer enkel een onderzoeksrechter dergelijk onderzoek kan bevelen. Het hof dient te onderzoeken of hierdoor schade in hoofde van de appellanten is ontstaan. Het rechtstreeks gevolg van de fout is dat het onderzoek dat door Dokter X uitgevoerd werd, onwettig was en niet


als bewijsmiddel heeft kunnen dienen. Dienvolgens had de gepleegde fout voor gevolg dat de prelevementen die naar aanleiding van dit eerste onderzoek aan het lichaam (onwettig) werden afgenomen nooit het voorwerp van een DNA-onderzoek konden uitmaken. Zoals hierboven uiteengezet wees de onderzoeksrechter immers bij beschikking van 29 november 2004 de vraag van appellanten strekkende tot bijkomend DNA-onderzoek van deze stalen af met de evidente overweging dat dergelijke onderzoeksdaden op hun beurt nietig zouden zijn. Bij beschikking van 18 maart 2005 moest de raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde de vraag naar bijkomende onderzoeksdaden om dezelfde reden afwijzen. Appellanten doen terecht gelden dat, in een soortgelijk geval, waar een mentaal gehandicapt kind in bijzonder moeilijke situatie aangifte doet van feiten van verkrachting of aanranding van de eerbaarheid, een DNA-onderzoek praktisch de enige betrouwbare onderzoeksdaad is die op objectieve en wetenschappelijke wijze klaarheid over de beweerde feiten kan brengen, met name ofwel om de mogelijke dader te identificeren, ofwel om de beweerde feiten uit te sluiten. Te dezen heeft de onderzoeksrechter echter ingevolge het foutief optreden van het openbaar ministerie geen DNA-onderzoek op de prelevementen kunnen laten verrichten. Appellanten leveren het bewijs van een oorzakelijk verband tussen de hierboven vastgestelde fout van het openbaar ministerie en het verlies van een kans om de dader van de beweerde zedenfeiten te identificeren. Appellanten hebben duidelijk ook morele schade geleden doordat het gerechtelijk onderzoek over dergelijke zware feiten, t.a.v. een jong gehandicapt meisje, foutief uitgevoerd werd dan wanneer zij een subjectief recht hadden op een zorgvuldig optreden van het gerecht.

Deze schade wordt in billijkheid begroot op 5.000 euro zowel in hoofde van appellanten qualitate qua als in hoofde van appellanten samen, optredend in eigen naam. Deze begroting is gemaakt op datum van de uitspraak en omvat ook alle interesten tot datum uitspraak.

Veroordeelt geïntimeerde tot betaling van de gerechtskosten van beide aanleggen, met uitzondering van de kosten van het eerste hoger beroep ingesteld bij verzoekschrift van 26 juni 2008 die ten laste van appellanten blijven.

18. De gerechtskosten

Begroot de kosten van het hoger beroep

De gerechtskosten van beide aanleggen worden, met uitzondering van de kosten van het eerste hoger beroep (zie randnummer 8), ten laste gelegd van geïntimeerde partij, in haar hoedanigheid van meest in het ongelijk gestelde partij.

o in hoofde van appellanten op 186 euro rolrechten + 1.210 euro rechtsplegingsvergoeding en o in hoofde van geïntimeerde op 1.210 euro rechtsplegingsvergoeding.

Het basisbedrag van de rechtsplegingsvergoeding bedraagt 1.100 euro, thans geïndexeerd op 1.210 euro.

Aldus gevonnist en uitgesproken in openbare burgerlijke terechtzitting van de eerste kamer van het hof van beroep te Brussel op 24 mei 2011.

OM DEZE REDENEN, HET HOF, Gelet op art. 24 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken; Voegt de zaken op de algemene rol onder nummers 2008/AR/1755 en 2010/AR/993 samen. Verklaart het hoger beroep ontvankelijk en in de volgende mate gegrond. Doet het bestreden vonnis teniet, behoudens in zover het de vordering ontvankelijk verklaart en de gerechtskosten begroot. Opnieuw rechtsprekend, verklaart de oorspronkelijke vordering van appellanten deels gegrond en veroordeelt dienvolgens de Belgische Staat tot betaling van 5.000 euro aan de heer A. E. en mevrouw M. M. handelend in hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers en beheerders van de goederen van hun minderjarige dochter X, en tot betaling van 5.000 euro aan dezelfde partijen samen, optredend in eigen naam, telkens te vermeerderen met de gerechtelijke interest aan de wettelijke interestvoet vanaf de datum van het arrest.

noot in tegenstelling tot bij een fouillering op het lichaam, is voor een onderzoek aan het lichaam (waarbij het ‘geslachtelijk schaamtegevoel’ kan worden gekwetst) altijd de toestemming van een magistraat nodig. Het parket kan hier alleen maar toe overgaan voor wie op heterdaad betrapt wordt voor een wanbedrijf of een misdaad, voor het meerderjarige slachtoffer hiervan, of wanneer een meerderjarige schriftelijk instemt met zo’n onderzoek in aanwezigheid van een arts.

info@law 2012 i november-december

21


Gerechtelijk recht

STAFHOUDER KAN OVERLEGGING STUKKEN VERBIEDEN Instantie: Hof van beroep Plaats van uitspraak: Antwerpen Datum van de uitspraak: woe, 22/02/2012 De rechter kan op basis van artikel 877 van het Gerechtelijk wetboek een partij verplichten tot neerlegging van stukken. De stafhouder kan een verbod uitspreken om bepaalde stukken over te leggen. De rechter mag deze beslissing niet naast zich neerleggen en zal ondanks zijn bevel op grond van artikel 877 van het Gerechtelijk wetboek de beslissing van de stafhouder dienen te respecteren. De beslissing van de stafhouder geldt immers als een geldige wettige reden tot overlegging van de stukken. Bij gebrek aan wettige redenen is de beslissing van de rechter houdende bevel tot overlegging van de stukken niet vatbaar voor gedwongen uitvoering. De rechter kan de onwillige partij wel veroordelen tot een schadevergoeding. W. t/ D. en Orde van Vlaamse Balies ... B eo o r d e l i n g Het bevel tot overlegging van stukken (art. 877 Ger.W.) 1. De rechtbank heeft de partijen in het tussenvonnis van 15 januari 2010 met toepassing van art. 877 Ger.W. het bevel gegeven: “de briefwisseling in kwestie over te leggen”. De rechtbank heeft haar bevel gepreciseerd door de partijen te bevelen: “... Ieder hun eigen schrijven (...) over te leggen (D. legt haar ontwerp van samenwerkingsovereenkomst van 5 februari 2008 neer, en W. antwoord hierop). ...”. 22

Het is niet betwist dat W. op 5 februari 2008 een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst aan D. toezond door middel van een e-mail, verzonden door één van haar zaakvoerders aan E. Van H., zaakvoerder van D. Deze e-mail en zijn bijlage werden door D. van bij de aanvang van het geding voorgebracht, zoals blijkt uit de inventaris van de stukken gevoegd bij de conclusie van 3 februari 2009, en bevinden zich nog steeds in haar dossier met overtuigingsstukken, zoals neergelegd ter griffie van dit hof op 19 november 2011. Hetzelfde ontwerp van samenwerkingsovereenkomst werd, naar verluidt, ook door de raadsman van W. toegezonden aan de raadsman van D. Deze laatste heeft daarop gereageerd door een brief aan de raadsman van W. Klaarblijkelijk staat het bevel van de eerste rechter op deze briefwisseling. 2. Het bevel van de rechter tot overlegging van stukken, waarvan wordt vermoed dat ze het bewijs van een ter zake dienend feit inhouden, geeft, bij weigering tot nakoming van dat bevel, geen aanleiding tot een gedwongen uitvoering. Zo’n weigering kan, indien ze niet op een wettige reden is gebaseerd, enkel aanleiding geven tot een schadeloosstelling (art. 882 Ger.W.). W. heeft, zoals voormeld, geweigerd het bevel tot overlegging uit te voeren. Ze heeft het beroepsgeheim van haar raadsman, de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten en de desbetreffende beslissing van de stafhouder van de Orde van Advocaten te Antwerpen ingeroepen. Ze heeft door middel van haar brief van 18 mei 2010 aan de rechtbank gemeld in de onmogelijkheid te zijn om de stukken in kwestie over te leggen, omdat zij die stukken niet in haar bezit had en deze ook niet van haar raadsman kon verkrijgen, omdat het aan haar raadsman deontologisch niet was toegelaten die stukken of een kopie ervan aan haar te bezorgen.

info@law 2012 i november-december

D. heeft op 20 mei 2010 ter griffie van de eerste rechter een gesloten omslag met inhoud neergelegd. Deze neerlegging kan nog niet gelden als de bevolen overlegging van stukken zolang de rechter geen kennis heeft genomen van de inhoud van de gesloten omslag. De mogelijkheid om dat op regelmatige wijze te doen wordt door W. bestreden. De stafhouder van de Orde van Advocaten te Antwerpen heeft medegedeeld de betrokken advocaten verbod te hebben opgelegd de vertrouwelijke briefwisseling tussen de advocaten over te leggen. 3. De kernvraag van het debat over de bevolen overlegging van stukken is derhalve of procespartijen, of minstens één van hen, de deontologische regel van de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten en/of het beroepsgeheim van de advocaat en/of de voormelde beslissing van de stafhouder mogen inroepen als wettige reden in de zin van art. 882 Ger.W. om het rechterlijk bevel tot overlegging van stukken niet uit te voeren. 4. Het lijdt geen twijfel dat de advocaat gebonden is door het beroepsgeheim zoals bedoeld in art. 458 Sw. In de uitoefening van zijn beroep wordt de advocaat door de cliënt in kennis gesteld van informatie die de cliënt als geheim of vertrouwelijk beschouwt. Het beroepsgeheim is de waarborg voor de cliënt dat hij aan de advocaat in vertrouwen alle informatie kan verstrekken die kan bijdragen tot de uitoefening van zijn recht van verdediging. Zo dient het beroepsgeheim van de advocaat de toegang tot een zo goed mogelijke rechtsbijstand bij de uitoefening van het recht van verdediging van de cliënt. Daardoor wordt de toegang tot de rechter bevorderd en neemt de waarborg op een eerlijk proces toe (art. 6.1 EVRM). Ingevolge het pleitmonopolie van de advocaat (art. 439 en 440, eerste lid


Ger.W.) is de cliënt, buiten enkele door de wet omschreven uitzonderingen, noodzakelijkerwijze verplicht zich tot een advocaat te richten wanneer hij zich in rechte wil laten bijstaan of vertegenwoordigen. In die zin is de advocaat een noodzakelijke vertrouwenspersoon. Daaruit volgt evenwel niet dat het beroepsgeheim van de advocaat beperkt is tot die informatie die hij van de cliënt ontvangt in het raam van zijn verdediging in een rechtsgeding. Het beroepsgeheim geldt in de regel niet minder voor de informatie die de advocaat van zijn cliënt ontvangt in het raam van een juridisch advies buiten een rechtsgeding, dat overigens zeer dikwijls gegeven wordt in een fase waarop het rechtsgeding volgt (Grondwettelijk Hof, arrest nr. 10/2008 van 23 januari 2008, rolnrs. 3064-3065). 5. Niettegenstaande het beroepsgeheim van de advocaat en de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten raakvlakken hebben, kan de draagwijdte van die vertrouwelijkheid, zoals de beperkingen en de mogelijkheid tot de opheffing ervan, niet zonder meer uit de regels van het beroepsgeheim worden afgeleid. Het beroepsgeheim bestaat in de relatie tussen de advocaat en de cliënt. De vertrouwelijkheid van de briefwisseling betreft de communicatie tussen advocaten. In die communicatie zal dikwijls informatie worden uitgewisseld die onder het beroepsgeheim van de advocaat valt maar waarvan de cliënt precies de mededeling ervan aan de advocaat van de tegenpartij heeft opgedragen of toegestaan. Zodoende wordt die gedeelde informatie in zekere mate onder het beroepsgeheim uitgehaald en in de vertrouwelijke sfeer van de correspondentie tussen advocaten gebracht. Door de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten weet de cliënt dat die communicatie beschermd blijft en niet zonder meer tegen hem gebruikt zal kunnen worden. Die bescherming vindt haar grondslag niet in het beroepsgeheim zelf maar in het Reglement van de Nationale Orde

van Advocaten van 6 juni 1970, aangevuld en gewijzigd op 6 maart 1980, 8 mei 1980, 22 april 1986, en ingevolge art. 507 Ger.W. van kracht gebleven na de ontbinding van de Nationale Orde en de oprichting van de Orde van Vlaamse Balies. Dit reglement is verbindend voor alle advocaten en geldt als een wet in de zin van art. 608 Ger.W. Luidens art. 1 van dit reglement is de briefwisseling tussen advocaten vertrouwelijk. Het art. 1 slaat zowel op het gebruik in rechte als daarbuiten. In de gevallen, beschreven in art. 2 van het reglement, verliezen sommige mededelingen hun vertrouwelijk karakter. Het wordt niet betwist dat de stukken in kwestie niet onder de toepassing van dit art. 2 vallen. Art. 1 van het reglement laat de overlegging van de briefwisseling tussen advocaten slechts toe na toestemming van de stafhouder. Krachtens art. 3 en 4 van het reglement zorgt de stafhouder voor de loyale toepassing van het reglement, met dien verstande dat, bij betwisting tussen advocaten van verschillende balies, de beslissing van de stafhouder van de balie waar de briefwisseling moet worden overgelegd doorslaggevend is. In onderhavig geval was de beslissing van de stafhouder van de Orde van Advocaten te Antwerpen doorslaggevend. Zoals vermeld, heeft de stafhouder van de Orde van Advocaten te Antwerpen in zijn brief van 20 mei 2010 aan de rechtbank van koophandel kennis gegeven van zijn beslissing om aan de beide advocaten, raadslieden van de partijen, te verbieden de vertrouwelijke briefwisseling in kwestie neer te leggen. De stafhouder vermeldde bovendien: “... De briefwisseling behoort niet aan de partijen en mag zelfs niet in het bezit van partijen zijn. De briefwisseling behoort de advocaten toe, die geen partij zijn, maar enkel hun partij vertegenwoordigen of bijstaan ...”. De stafhouder van de Orde van Advocaten te Antwerpen heeft ter terechtzitting van de eerste rechter op 28 mei 2010 de rechtbank verzocht de door D.

onder gesloten omslag ter griffie neergelegde stukken uit het debat te weren. 6. In de bestreden vonnissen werd de beslissing van de stafhouder terzijde geschoven. De navolging ervan zou neerkomen op de afwending van het beroepsgeheim van zijn doel (de bescherming van gevoelige informatie die de cliënt verstrekt aan de advocaat als noodzakelijke vertrouwenpersoon, behorend tot de waarborg van een eerlijk proces) en zou indruisen tegen het belang van de cliënt, die de bescherming van het beroepsgeheim geniet. Het hof herneemt de redengeving m.b.t. het onderscheid tussen het beroepsgeheim van de advocaat en de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten. De beslissing van de stafhouder vindt een eigen wettelijke grondslag in het voormelde reglement van 6 juni 1970. Het is niet betwist dat de beslissing van de stafhouder regelmatig werd genomen conform dat reglement van 6 juni 1970. Omdat in onderhavige zaak er geen betwisting bestaat dat de briefwisseling in kwestie niet valt onder één van de gevallen van art. 2 van het reglement, is de toestemming van de stafhouder steeds vereist. Een inhoudelijke toetsing door de rechter komt erop neer dat de wettelijke en discretionaire bevoegdheid van de stafhouder ongedaan zou worden gemaakt. Deze toetsing zou trouwens niet kunnen geschieden zonder van die stukken kennis te nemen in een openbaar debat, te dezen op tegenspraak, waardoor meteen het vertrouwelijk karakter van de stukken teniet zou worden gedaan, zelfs wanneer na toetsing geoordeeld zou worden dat de beslissing van de stafhouder moet worden bijgevallen. Deze beslissing van de stafhouder, genomen in uitvoering van het reglement dat geldt als wet, vormt een wettige reden om het bevel tot overlegging van stukken in kwestie niet uit te voeren. De rechter zou de overlegging ervan niet mogen toelaten.

info@law 2012 i november-december

23


Er werd aangevoerd dat het recht op de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten in onderhavig geval strijdt met het recht op bewijs en dus wordt gehanteerd tegen het belang van de procespartij die zich in de fase die het geding voorafging, heeft laten bijstaan door een advocaat. Het recht op de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten behoort tot het recht op bijstand van een advocaat, welk recht evenals het recht op bewijs een onderdeel is van het recht op een eerlijk proces. Degene die zijn recht op de bijstand van een advocaat uitoefent, verwerft het recht op de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten met het voordeel dat hij erop mag vertrouwen dat die confidentiële briefwisseling tussen zijn advocaat en de advocaat van zijn tegenpartij in de regel niet tegen hem zal kunnen worden ingeroepen, maar daarmee samenhangend ook met het nadeel van de beperking van zijn eigen bewijsmiddelen in die zin dat hij diezelfde briefwisseling in de regel ook niet zelf zal kunnen aanwenden. De beperking die hij aldus zal ervaren bij de uitoefening van zijn recht op bewijs, vloeit voort uit zijn eigen vrije keuze van rechtsbijstand die de afstand impliceert van bewijsvoering door middel van stukken die onder de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten vallen. Het hof besluit dat de aanvaarding van de stelling dat het recht op de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten te dezen het recht op bewijs beperkt wat die confidentiële briefwisseling betreft, niet strijdt met het recht op een eerlijk proces. Op dit laatste recht kan men zich dan ook niet baseren om de beslissing van de stafhouder van 20 mei 2010 terzijde te schuiven, noch om deze beslissing af te wijzen als wettige reden om geen uitvoering te geven aan het bevel tot overlegging van de confidentiële briefwisseling. 7. Het verbod om de vertrouwelijke briefwisseling tussen de advocaten over te leggen geldt ook voor de partijen zelf als een wettige reden om het bevel tot overlegging van die correspondentie niet uit te voeren. In haar brief aan de rechtbank van 18 mei 2010 meldde W. dat zij geen gevolg kon geven aan het bevel tot overlegging van de briefwisseling in kwestie omdat zij daarvan niet in het bezit was. 24

De advocaat mag de vertrouwelijke briefwisseling die met de advocaat van de tegenpartij wordt gevoerd niet afgeven aan zijn eigen cliënt. Die cliënt heeft, niettegenstaande het mandaat dat hij aan zijn advocaat gaf om namens hem met de advocaat van de tegenpartij briefwisseling te voeren, geen subjectief recht op de afgifte van de vertrouwelijke briefwisseling van zijn advocaat. Anders oordelen zou inhouden dat de vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten inhoudloos wordt. 8. Het hof stelt vast dat W. het bevel tot overlegging van stukken, aan partijen gegeven in het niet bestreden tussenvonnis van 15 januari 2010, niet heeft uitgevoerd om reden dat het bevel slaat op de vertrouwelijke briefwisseling tussen advocaten, en oordeelt op voormelde gronden dat W. daartoe een wettige reden inroept in de zin van art. 882 Ger.W. Het hof hervormt bijgevolg het bestreden tussenvonnis van 23 april 2010 en het daarin gegeven herhaald bevel tot overlegging van de stukken in kwestie. Het hof zegt voor recht dat de gesloten omslag met stukken die door D. op 20 mei 2010 ter griffie van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen werd neergelegd, buiten het debat moet worden gehouden. Het hof hervormt bijgevolg het bestreden vonnis van 25 juni 2010 waarin tot opening van de voormelde gesloten omslag en tot kennisname van de inhoud door de rechter werd besloten. ... noot: eindelijk respect voor de stafhouder Weze opgemerkt dat de stafhouder verbod kan opleggen tot overlegging van stukken ondermeer wegens: - schending beroepsgeheim - schending vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten - schending van het geheim van de bemiddeling - schending van het immuun karakter van bepaalde stukken (verwezen wordt niet alleen naar de immunisatie van stukken die in de bemiddeling werden aangewend,maar ook mededeling van

info@law 2012 i november-december

stukken die de openbare of private veiligheid of integriteit van personen in gevaar kan brengen, naast stukken die op grond van wetten of zelfs gebruiken (bv. diplomatieke stukken) niet kunnen aangewend worden. - schending van de verplichting tot kiesheid, waarheid en voornaamheid verbonden aan het beroep van advocaat - schending van de privacy - stukken die een cliënt zelf zouden incrimineren - ... De advocaat is de eerste rechter en anderzijds protagonist, antagonist en actor in de procedure. Hij pleegt, kneedt en pleit stellingen, feiten, stukken en verklaringen. Maar hij draait geen worsten. Hij pleegt het recht volgens de regels van het recht en de regels van zijn beroep en de deontologie, waartoe de ethiek behoort en waarop de stafhouder toeziet


Milieu INHOUD De uitgave ‘Milieu’ bestaat uit twee delen, ondergebracht in vier gebruiksvriendelijke mappen.

en.

Deel 1 (1e en 2e map) bevat de algemene milieuwetgeving, die niet specifiek betrekking heeft op de milieucompartimenten afval, lucht, geluid, bodem en water:

4 (zonder abonnement).

etapplicatie beschikbaar

reuvelslaan 73 eule 6 36 32 00 35 60 96 publ@uga.be e: www.uga.be

4 aanvullingen per jaar

Deel 2 (3e en 4e map) behandelt volgende onderwerpen: • afvalwetgeving : ook de regeling inzake meststoffen is opgenomen • lucht en luchtverontreiniging • geluidsnormen • water (grondwater, oppervlaktewater, …) • bodemsanering

• het milieuvergunningsdecreet • de milieu-effectrapportering • de Seveso-reglementering • Vlarem I en II • andere algemene regelgeving

Volledigheidshalve bevat deze uitgave links naar verschillende relevante websites teneinde u in staat te stellen onmiddellijk over die informatie te beschikken die u nodig hebt. Prijs: € 129,45 (portkosten niet inbegrepen)

EVENEENS VERKRIJGBAAR

WETGEVING WELZIJN OP HET WERK Een losbladige uitgave in samenwerking met: de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, PreBes (Koninklijke Vlaamse Vereniging voor Preventie en Bescherming), Prevent (het Instituut voor Preventie, Bescherming en Welzijn op het Werk) en het Provinciaal Veiligheidsinstituut (P.V.I.) van Antwerpen. Map 1 Welzijnswet Codex over het welzijn op het werk Mappen 2 tot 5 A.R.A.B. (Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming) Andere teksten inzake arbeidsbescherming, o.a.: • afwijkings- en uitvoeringsteksten van het A.R.A.B. • gevaarlijke stoffen (o.a. REACH & CLP) • ingedeelde inrichtingen • A.R.E.I. (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) Prijs: € 167 (portkosten niet inbegrepen) Onze uitgave Wetgeving welzijn op het werk is ook via een internetapplicatie beschikbaar (www.preventlex.be).

U WENST TE BESTELLEN? Uitgeverij UGA U kan ook online bestellen op

T: 056 36 32 11 - F: 056 35 60 96 www.uga.be

Stijn Streuvelslaan 73, 8501 Heule E: publ@uga.be

info@law 2012 i november-december

25


rechterlijk recht

MAG EEN RECHTER NAAR DE KERK GAAN Het Hof van Cassatie heeft in een arrest van 08.05.2012 uitdrukkelijk gesteld dat een magistraat lid kan zijn van een levensbeschouwelijke vereniging en deel kan nemen aan de activiteiten van de vereniging, zonder dat dit een recht op wettige verdenking doet ontstaan. Het Hof van Cassatie heeft dus niet alleen gekozen voor godsdienst, maar ook voor elke levensbeschouwing zoals vrijzinnigheid, vrijmetselarij, atheïsme, … Het Hof heeft zich niet uitgesproken over de wijze van actieve beoefening van deze religie. Anders dan in Frankrijk bestaat er in België geen deontologische codex voor de magistratuur. In Frankrijk mag een magistraat binnen zijn rechtsgebied elke godsdienst of filosofische overtuiging belijden, maar mag hij geen deelname plegen aan wervende belijdingsactiviteiten. • Rechtspraak: Cassatie, 08.05.2012, P.12.073n • Rechtsleer: Hugo Lamont, de rechter en zijn levensbeschouwing: ‘Schijnt er nu licht in de duisternis?’, de juristenkrant, nr. 249, 16.05.2012, pag. 10 en Eric Brewaeys, de onafhankelijke rechter, ni Dieu, ni Maître, de juristenkrant, nr. 249, 16.05.2012, pagina 16, een rechter is ook maar een mens…

n o oT: Een rechter dient een eigen deontologie op te bouwen die hij kan verliezen door lidmaatschappen van kerken, loges, met invloed in zijn rechtsgebied. 26

info@law 2012 i november-december

www.lindersbrussels.be www.lindersbrussels.be bvba linders quality toga’s & uniforms sprl A. Dansaertstraat 84 Rue A. Dansaert • 1000 Brussel-Bruxelles • België-Belgique

bvba linders quality toga’s & uniforms sprl A. Dansaertstraat 84 Rue A. Dansaert • 1000 Brussel-Bruxelles • België-Belgi


rechterlijk recht

HET KWALIjK RIEKEND OVERLEG TUSSEN DE MAGISTRATEN Justice must not only be done, but must be seen to be done Het is een oud zeer, magistraten die met mekaar eigenlijk niet zouden mogen communiceren over de zaak, communiceren met mekaar wel degelijk. Zelfs magistraten van de zittende en de staande magistratuur, lees rechters en Parket, overleggen meer dan men zou denken. Een en ander is een vorm van misplaatst wederzijds respect, hetgeen neerkomt op een misplaatst misprijzen voor de democratie en de onafhankelijkheid van elke rechter, dan wel een manifestatie van luiheid en laksheid. Een rechter dient vrij en onbevangen te oordelen en als rechter niet te oordelen naar de opportuniteiten die het Parket stelt. Hij dient het Parket te beoordelen, dan wel te oordelen nadat het Parket werd gehoord en ook de verdediging. Zo ook dient de Raadkamer te oordelen op de zitting zelf, na het verslag te hebben gehoord van de Onderzoeksrechter, de vordering van het Parket en conclusies en de pleidooien van de verdediging. Deze onafhankelijkheid tussen de verschillende actoren van de magistratuur staat niet alleen ingeschreven in de verschillende wetten, maar maakt een van de hoekstenen uit van onze democratie. Advocaten zijn in staat om enerzijds vriend te zijn en anderzijds tegenstrever te zijn, waarbij zij in staat zijn om geheimen voor zich te houden en niet te overleggen en te sjoemelen of afspraken te maken. Eerlijkheidshalve dient gesteld te worden

dat dit ook geen vaste regel is en dat er advocaten zijn die zich schuldig maken aan onderlinge regelingen. Er zijn zelfs advocaten van wie gezegd wordt dat zij regelingen afsluiten met de magistratuur. Wellicht is dit klinkklare onzin maar deze geruchten worden natuurlijk gestaafd wanneer magistraten onderling, en magistraten en advocaten anderzijds mekaar tegenkomen in gesloten gemeenschappen, geheime vergaderingen, serviceclubs, of gewoon vriendschap en al te groot respect voor mekaar houden, lees misplaatst respect. Het juiste respect is respect voor de onafhankelijkheid. Zo bestaat de vaste gewoonte dat wanneer de beste vriend van een advocaat, Stafhouder wordt deze niet meer gedurende 2 jaar met zijn voornaam wordt benoemd maar met meneer/mevrouw de Stafhouder. Het rechterlijk overleg is aan het licht gekomen na een ziedend recht van antwoord in de juristenkrant. Het getuigt van moed om iets wat al jarenlang gekend is, maar onuitgesproken bleef in het publiek aan te klagen.

o n T w e r P Vo n n i s s e n Het is tergend te moeten vaststellen als advocaat dat vlak voor uw pleidooi het project van het vonnis reeds klaar zit in het bundel. Welke frustratie heeft de advocaat wanneer hij vaststelt dat het vonnis reeds gemaakt nog voor hij zijn pleidooi heeft aangevat. Dit is gelukkig een uitzondering. Alhoewel een uitzondering? Vaak gebeurt het dat de ontwerpvonnissen niet in het bundel zitten en de advocaat ze niet

kan vaststellen. Laat ons zeggen dat het meer dan eens gebeurd en zelfs vaak gebeurd. Tegen het maken van een project van een vonnis is er op zichzelf niets verkeerd en dit is dan ook de verdediging van de rechters, die nadat zij het bundel hebben voorbereid een eerste oordeel hebben geveld, een project van een vonnis, waarbij zij op basis van de stukken gemeend hebben om een voorlopig project op te maken en waarbij zij het recht zichzelf voorbehouden om dit project nog aan te passen na de pleidooien en de zitting. Is dit wel zo en is dit ook correct? Op de zitting zelf dient de rechter onbevangen te zijn, zijn geest dient nog steeds open te blijven staan. Hij mag zich nog geen enkel oordeel gevormd hebben over de zaak zelf of hij is bevangen en dient zichzelf te wraken of dient gewraakt te worden. En dan is er nog het verhaal van de luiheid, welke rechter heeft na 4 weken nog de moed om naar zijn nota’s te kijken van de pleidooien om nog de conclusies na te lezen wanneer hij met een eenvoudige pennentrek een reeds opgemaakt project kan ondertekenen. Rechters dienen inderdaad niet te talmen met een uitspraak. Zij hebben 4 weken tijd om een uitspraak te vellen. Deze 4 weken zijn geen louter formalisme. Deze 4 weken zijn een echte bedenkingstijd waarbij zij, elke these en anti-these aan mekaar kunnen afwegen om tot een finale conclusie te komen. Hun tijdsdruk en hun vakantieplanning verhelpen zij niet door bij voorbaat vonnissen klaar te maken. info@law 2012 i november-december

27

➤


Het beraad van de rechter is een innerlijk proces dat inderdaad meerdere weken kan duren. Het beraad neemt pas aanvang na de sluiting van de debatten. Het is een eenzaam overleg zonder overleg met derden. Er anders over oordelen is een gebrek aan respect voor onze democratie en onze rechtstaat en het brein van onze magistratuur. Wij dienen erop te kunnen rekenen dat elk vonnis wel doordacht naar rijp beraad werd genomen en niet vlug, vlug en bij voorbaat alvorens een vonnis te vellen. De schrijver in de juristenkrant getuigde van uitzonderlijke moed om dit aan te klagen Vergeten we niet dat zij die men vaak ten onrechte procedurepleiters heet, de beste en de laatste hoeders zijn van de rechtstaat die soms tegen de sympathie van de rechtbank ingaan, hetgeen hem soms persoonlijk duur komt te staan en dit op totaal ten onrechte wijze. Het is gekend dat vele advocaten een slecht karakter hebben. Maar is het een slecht karakter wanneer men het zuivere recht van de burger verdedigt, de rechtstaat verdedigt en hierbij vijanden creĂŤert. Is met ten deze niet beter gevreesd dan geliefd te zijn. Het is gekend dat vele advocaten slecht gehumeurd zijn. Zou u niet om minder wanneer je als advocaat moet vaststellen dat het recht zo vele malen verkracht wordt en wij keer op keer verhinderd worden om tot de essentie van de zaak te kunnen doorbreken om eerst de schil te breken van de geschonden procedureregels en de schendingen van het recht. Is het te veel gevraagd dat het recht correct wordt toegepast? Wij durven zonder blozen stellen dat het recht in 2012, datum waarop we schrijven er gans anders zou hebben uitgezien zonder de moed en kritische visie van sommigen. ja In het recht hebben zovelen aan zo weinigen te danken. 28

Maar de goede advocaat heeft een dik vel hij spuwt kritiek waar nodig en kan elke aanval aan, staat recht in zijn schoenen (want dit is zijn enig wapen) en is hij soms moedeloos en verbitterd. Maar de volgende morgen wordt hij gepokt en gemazeld weer wakker boordevol energie en met humor, want dit is een van de beste beste wapens, als oude wijn in nieuwe zakken (want dit is de beste), met fierheid het recht te kunnen dienen en met het geluk bevoorrecht te zijn hiervoor te mogen strijden. En hij of zij die de stress niet aankan en het geluk niet kan vinden verlaat de balie, laat ons dan hopen dat het dan niet is om een verbitterd rechter te worden.

o n Pa rT i j d i g h e i d e n o n k r e u k Ba a r h e i d Bij discussie over een rechter deed men voorheen wel eens beroep op andere maatregelen... De onpartijdigheid en de onkreukbaarheid van de rechters is een thema dat in de schilderkunst meermaals aan bod kwam. De schilderijen werden in opdracht besteld om boven het hoofd van de rechters te hangen in de schepenzalen om hen tot nederigheid te dwingen en hen te wijzen op het verschrikkelijke lot dat hen kon te wachten staan in geval zij hun plichten verzuimden of zich lieten omkopen. Hiertoe werd zeer vaak het thema van de kuise Suzanna gehanteerd. Minder bekend is het schilderij “hetoordeel van van Cambyses� van Gerard David. Sisamnes werd op bevel van de koning van Cambyses aangehouden wegens corruptie (eerste schilderij. Op het tweede paneel wordt hij levend gevild, waarna zijn zoon diende plaats te nemen op zijn rechtersstoel bekleed met de dode huid van zijn vader. Dit schilderij hing tot de Franse revolutie in de Brugse schepenzaal. In latere justitiepaleizen werd juist het omgekeerde gedaan. De macht van de rechter

info@law 2012 i november-december

werd benadrukt door afbeeldingen van godinnen die de justitie, de wet, de charitas en de billijkheid voorstelden. Zij flankeerden het kruisbeeld waaronder de rechter plaatsnam en waren bedoeld om de autoriteit van de rechter te benadrukken, Gods vertegenwoordiger van het aardse recht was, hierin bijgestaan en begiftigd met een onuitputtelijke wijsheid die terugging op de godinnen of muzes van wijsheid en gerechtigheid. . Daar waar voorheen de onpartijdigheid en bescheidenheid van de rechter de symbolen van justitie waren. roland freisler is het toonbeeld van de (nazi)rechter met de meest afschuwelijke houding en minachting voor het recht. Hij was het toonbeeld van de verkrachting van het vermoeden van onschuld, ontzegde elk recht van verdediging en liet van bij de aanvang van het proces reeds verstaan dat elke verdediging zinloos was. Cassatie 19 februari 2008, nJw, 179,256: De onpartijdigheid waarvan de rechter blijk moet geven, is in de regel bereikt door de houding van die rechter bij de behandeling van de zaak. Meer bepaald moet de rechter vooraleer hij bij vonnis over de zaak uitspraak doet, erover waken dat hij geen standpunten inneemt waardoor hij laat verstaan dat hij reeds een mening heeft over de hem voorgelegde geschilpunten.

De rechtstaat en de rechtsbedeling sterven achter gesloten deuren, achter omheinde muren of in de beslotenheid, de geheimen, complotten, afspraken en wederdiensten van filosofische of religieuze groepen, of op het forum waar zij in de profane wereld, alweer achter gesloten deuren mekaar ontmoeten in service-clubs of andere elitaire clubs alwaar netwerken spinrag worden die de democratie omspant en ontoegankelijk maakt.


reChTsPraak de publicerende rechter publicaties van de rechter en reden tot wraking Hof van Cassatie, 1e Kamer – 15 oktober 2010 L.V. en J.V. I. Het verzoek tot wraking De verzoekers hebben op 14 september 2010 op de griffie van het Hof van Beroep te Gent een verzoek tot wraking neergelegd... IV. Beslissing van het Hof Beoordeling 1. Art. 828, 1o, Ger.W. bepaalt dat iedere rechter kan worden gewraakt wegens wettige verdenking. Dit is het geval wanneer de door de verzoeker aangevoerde feiten bij partijen en derden gewettigde verdenking kunnen wekken aangaande de geschiktheid van die magistraat om op onafhankelijke en onpartijdige wijze uitspraak te doen.

2. Art. 828, 9o, Ger.W. bepaalt dat iedere rechter kan worden gewraakt indien hij raad gegeven, gepleit of geschreven heeft over het geschil of indien hij daarvan vroeger kennis heeft genomen als rechter of als scheidsrechter, behalve indien hij in dezelfde aanleg heeft meegewerkt aan een vonnis of een uitspraak alvorens recht te doen.

3. De verzoekers voeren aan dat raadsheer M. niet onafhankelijk en onpartijdig is in de onderhavige zaak waar zij een beroep doen op de «Salduz-rechtspraak» van het Europees Hof van de Rechten van de Mens om reden dat: • raadsheer M. deel uitmaakt van de redactie van een juridisch tijdschrift en in die hoedanigheid het initiatief heeft genomen om een cassatiearrest te laten publiceren met een commentaar van zijn hand;

Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privédetectives

Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde Privédetectives Privédetectives

U vindt bij ons de “nieuwe” generatie vergunde privédetectives : hoger geschoold, professioneel en to the point !

U vindt bij ons de “nieuwe” generatie vergunde privédetectives : De tijd dat privédetectives in hun wagen sprongen en achter de hoger en to the point ! privédetectives : U vindtgeschoold, bij ons deprofessioneel “nieuwe” generatie vergunde feiten

aangingen

is

immers

lang

voorbij.

Vandaag

staat

de

Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde hoger geschoold, professioneel en to the point ! verhouding kostprijs van inde t.o.v. de De tijd dat privédetectives hunopdracht wagen sprongen en resultaten achter de Privédetectives voorop ! feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde De tijd dat privédetectives in hun wagen sprongen en achter verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten U vindt bij ons de “nieuwe” generatie vergunde privédetectives feiten aangingen is immers lang voorbij. Vandaag staat de: Onze specialiteiten : Privédetectives hoger geschoold, professioneel to the point ! voorop ! verhouding kostprijs van de en opdracht t.o.v. de resultaten Solvabiliteitsonderzoeken Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde

U vindt bij ons de “nieuwe” generatie vergunde privédetectives : voorop De tijd !dat privédetectives in hun wagen sprongen en achter de Nationaal Netwerk van Gespecialiseerde hoger geschoold, professioneel en to the point ! Pre-employment screening Privédetectives Onze feitenspecialiteiten aangingen :is immers lang voorbij. Vandaag staat de

Privédetectives

verhouding kostprijs van inde t.o.v. de resultaten De tijd dat privédetectives hunopdracht wagen sprongen en achter de Onderzoek op Onze specialiteiten : kandidaat-huurder U vindt aangingen bij generatie vergunde privédetectives : voorop ! ons de “nieuwe” feiten is immers lang voorbij. Vandaag staat de Solvabiliteitsonderzoeken Opzoeking “Bron van Inkomsten” U vindt bij ons deprofessioneel “nieuwe” generatie vergunde : hoger geschoold, enopdracht to the point ! privédetectives verhouding kostprijs van de t.o.v. de resultaten Solvabiliteitsonderzoeken hoger geschoold, professioneel en to the point ! Pre-employment screening Onze specialiteiten : voorop De tijd !dat privédetectives in hun wagen sprongen en achter de Pre-employment screening De tijd aangingen dat privédetectives in hun sprongen en achter de feiten is kandidaat-huurder immers langwagen voorbij. Vandaag staat de Onderzoek op Ward VRIJSEN Solvabiliteitsonderzoeken Onze specialiteiten : immers feiten aangingen is voorbij. Vandaag staat de verhouding kostprijs van de lang opdracht t.o.v. de resultaten Onderzoek op kandidaat-huurder Pre-employment screening “Bron van Inkomsten” verhouding kostprijs van de opdracht t.o.v. de resultaten Fraud Forensic Investigator voorop !Opzoeking Solvabiliteitsonderzoeken voorop Opzoeking !Onderzoek“Bron Privédet., FOD BiZa nr. 14.1675.02 van vergund Inkomsten” op kandidaat-huurder Pre-employment screening Onze specialiteiten : Opzoeking “Bron van Inkomsten” Onze specialiteiten : Serge DE CORTE Onderzoek op kandidaat-huurder Ward VRIJSEN Solvabiliteitsonderzoeken Solvabiliteitsonderzoeken Opzoeking “Bron van Inkomsten” Criminoloog Ward VRIJSEN Pre-employment screening Fraud Forensic Investigator Wardscreening VRIJSEN Pre-employment Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08 Onderzoek Privédet., op kandidaat-huurder vergund FOD BiZa nr. 14.1675.02 Fraud Forensic Investigator Fraud Forensic Investigator Onderzoek op kandidaat-huurder Ward VRIJSEN Opzoeking “Bron van Inkomsten” Peter DU CHAU Privédet., Privédet., vergund vergund FOD FOD BiZa BiZa nr. nr. 14.1675.02 14.1675.02 Opzoeking “Bron van Inkomsten” SergeForensic DE CORTE Fraud Investigator Commercieel Directeur Serge DE DEvergund CORTE Privédet., FOD BiZa nr. 14.1675.02 Serge CORTE Ward VRIJSEN Criminoloog Ward VRIJSEN Criminoloog Serge DE CORTE Fraud Forensic Investigator Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08 Criminoloog Privédet., vergund FOD BiZanr. nr. 14.1675.02 14.1683.08 Fraud Forensic Investigator FOD BiZa OPGELET : wij Privédet., werken invergund eerste instantie voor bedrijven !

Privédet., vergund FOD nr. 14.1683.08 Criminoloog vergund FOD BiZa BiZa nr. ze 14.1675.02 Private opdrachtenPrivédet., worden enkel aanvaard indien ons worden Peter DU DUvergund CHAU FOD BiZa nr. 14.1683.08 Peter CHAU Privédet., DE CORTE aangereikt door Serge bemiddeling van een advocaat, een Serge DE notaris. CORTE Peter DU CHAU gerechtsdeurwaarder of een Commercieel Directeur Peter DU CHAU Criminoloog Commercieel Directeur

www.checkpoint-online.be Criminoloog Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08

Commercieel Directeur Commercieel Directeur Privédet., vergund FOD BiZa nr. 14.1683.08

Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

Peter DU CHAU OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven ! Peter DU CHAU Private opdrachten worden aanvaard indien ze bedrijven ons worden T : 09/369.99.20 Minenkel : eerste info@checkpoint-online.be OPGELET : wij Commercieel werken instantie voor ! Directeur aangereikt : wij doorwerken bemiddeling een voor advocaat, een OPGELET in eerstevan instantie bedrijven Private opdrachten wordeninenkel aanvaard indien ze bedrijven ons worden!! Commercieel Directeur OPGELET : wij werken eerste instantie voor gerechtsdeurwaarder of eenenkel notaris. Private opdrachten worden aanvaard indien ze ons worden

aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een Private opdrachten enkel aanvaard indienadvocaat, ze ons worden aangereikt door worden bemiddeling van een een www.checkpoint-online.be gerechtsdeurwaarder of een notaris. aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een notaris. OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven ! OPGELET : wij werken in eerste instantie voor bedrijven gerechtsdeurwaarder of een notaris. Private opdrachten worden enkel aanvaard indien ze ons worden! Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM

www.checkpoint-online.be

Private opdrachten enkel aanvaard indien ze ons worden aangereikt door worden bemiddeling van een advocaat, een aangereikt door bemiddeling van een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een notaris. T : 09/369.99.20 M : info@checkpoint-online.be Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM gerechtsdeurwaarder of een notaris.

www.checkpoint-online.be Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM www.checkpoint-online.be T : 09/369.99.20 M : info@checkpoint-online.be Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM www.checkpoint-online.be T : 09/369.99.20 M : info@checkpoint-online.be Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM Molenkouter 148/6 - 9620 ZOTTEGEM T : 09/369.99.20 M : info@checkpoint-online.be

T : 09/369.99.20 T : 09/369.99.20

M : info@checkpoint-online.be M : info@checkpoint-online.be

info@law 2012 i november-december

29


mensenrechten

• dit cassatiearrest betrekking heeft op het arrest- «Salduz» van het Europees hof voor de rechten van de Mens; • hij zich in deze commentaar gunstig uitlaat over het cassatiearrest dat hij als «pragmatisch» kwalificeert en «wars van iedere juridische wereldvreemdheid» en dit standpunt ook heeft vertolkt in e-mailverkeer met de andere redactieleden.

4. Het innemen door een rechter van een bepaald standpunt over een juridisch twistpunt door middel van wetenschappelijke publicaties of in het raam van de activiteiten binnen een redactie van een juridisch tijdschrift, heeft niet noodzakelijk tot gevolg dat de rechter daardoor ongeschikt wordt om kennis te nemen van een geschil waarin dat rechtspunt aan de orde is.

KLIKLIjN een kliklijn of tiplijn is een telefoonlijn of website voor het (anoniem) melden van misstanden op verschillende gebieden. zij zijn strijdig met de wet op persoonlijke levenssfeer. Terecht kwamen dan ook de kliklijnen van het Vlaams belang en deze van Casa in opspraak.

Dit is evenmin het geval wanneer hij hierbij afkeuring of bijval doet blijken voor een bepaald standpunt, op voorwaarde dat dit gebeurt met de gematigdheid en genuanceerdheid die het optreden van een magistraat steeds dienen te kenmerken.

5. Uit de overgelegde elementen blijkt niet dat raadsheer M. bij de voorbereiding van een wetenschappelijk publicatie en in de gedachtewisseling hierover binnen de redactie de grens heeft overschreden waardoor zijn geschiktheid om op onafhankelijke en onpartijdige wijze uitspraak te doen in het gedrang komt.

6. In zoverre het verzoekschrift gebaseerd is op art. 828, 1o, Ger.W., moet het worden verworpen.

7. Het publiceren van een wetenschappelijke bijdrage over een rechtspunt kan niet worden beschouwd als het schrijven over een geschil in de zin van art. 828, 9o, Ger.W. 30

info@law 2012 i november-december

Het wetboek van strafvordering voorziet dat het parket dient te waken over de legaliteit van de verzameling van bewijsmiddelen. Het artikel 44/2 van de wet van 5 augustus 1992 nopens de werking van de politiediensten, ingevoegd bij wet van 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, bepaalt dat de politie geen persoonlijke gegevens mag verzamelen en verwerken behoudens voorzover dit gebeurt conform de wet van 8 december 1992, zijnde de wet ter bescherming van het privéleven.


Welnu in het artikel 8 van deze wet is de verzameling van gegevens inzake verdachtmakingen volledig verboden. Een kliklijn houdt een misprijzen in nopens de bevoegdheden van de staat, is een rechtstaat onwaardig en enkel terug te vinden in totalitaire rechtstelsels.

e) die noodzakelijk zijn voor het wetenschappelijk onderzoek en verricht worden onder de voorwaarden vastgesteld door de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

T e k sT a rT i k e l 8 Va n d e P R I VAC y w e T

§ 3. De personen die krachtens § 2 gemachtigd zijn om de in § 1 bedoelde persoonsgegevens te verwerken, zijn tot geheimhouding verplicht.

“Art. 8. <W 1998-12-11/54, art. 11, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2001> § 1. De verwerking van persoonsgegevens inzake geschillen voorgelegd aan hoven en rechtbanken alsook aan administratieve gerechten, inzake verdenkingen, vervolgingen of veroordelingen met betrekking tot misdrijven, of inzake administratieve sancties of veiligheidsmaatregelen, is verboden. § 2. Het verbod om de in § 1 bedoelde persoonsgegevens te verwerken, is niet van toepassing op verwerkingen : a) onder toezicht van een openbare overheid of van een ministeriële ambtenaar in de zin van het Gerechtelijk Wetboek, indien de verwerking noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taken; b) door andere personen, indien de verwerking noodzakelijk is voor de verwezenlijking van doeleinden die door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie zijn vastgesteld; c) door natuurlijke personen of door privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersonen inzoverre dat noodzakelijk is voor het beheer van hun eigen geschillen; d) door advocaten of andere juridische raadgevers inzoverre de verwerking noodzakelijk is voor de verdediging van de belangen van de cliënten;

§ 4. De Koning legt, bij een in Ministerraad overlegd besluit, na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, bijzondere voorwaarden vast waaraan de verwerking van de in § 1 bedoelde persoonsgegevens moet voldoen.” Kliklijnen geven voorrang aan gerucht boven gerecht aan controledrang boven vertrouwen aan Big Brother boven de rechtstaat aan het indirecte boven het directe aan sluwheid boven rechtschapenheid aan voortvarendheid boven behoedzaamheid Zij bieden het middel tot afrekening en pesten Hun waarheidsgehalte is onbetrouwbaar tot nihil De bewijswaarde is nihil. Zij installeren wantrouwen van iedereen tegenover iedereen Zij maken de samenleving, dan wel een werkvloer onleefbaar Zij doen terugdenken aan Nazi en Stasi werkwijzen Zij getuigen van een ziekelijke controledrang van een maatschappij die geen enkel risico meer duldt Zij militariseren de burger tot privéparket Privacy is geen hinderpaal voor politioneel werk of bescherming van

eigendommen of de bescherming van de rechtstaat. Het is daarentegen de hoeksteen van de rechtstaat, een essentieel recht van vrije burgers. Deze vrijheid en deze privacy zijn geen holle begrippen. Ze zijn de ingrediënten van het geluk van de burger en zijn vertrouwen in medeburger en overheid, Deze vrijheden zijn geen zwakheden, zij zijn de zaken waar alles om draait en waarvoor de tweede wereldoorlog werd beslecht en miljoenen het leven hebben gelaten.

Co M M e n Ta a r: Vergeten we hierbij niet dat Google, hoe nuttig ook, en het internet niet alleen een bron van nuttige informatie is, maar als het ware een Stasiarchief met ongekende opslagkracht, ongekende open toegang, een ongekende engine, waarvan we allen het slachtoffer worden. Vergeten we ondertussen ook de andere kliklijnen niet zoals de kliklijn rookverbod en de kliklijnen van het Vlaams belang. Een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO n°68 van 16 juni 1998) behandelt ook de bewaking van de werkplaats door camera’s. Een andere CAO (n°81 van 26 april 2002) reglementeert de controle op de elektronische communicatiegegevens (e-mail, internet). De bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft ook betrekking op andere domeinen, namelijk het medisch toezicht op werknemers. Meer info over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer op het werk op de site van de FOD Tewerkstelling, Arbeid en Sociaal Overleg.

info@law 2012 i november-december

31


Productiviteit onderweg met de dicteerrecorder voor iPhone

DICTEERT U NOG ANALOOG?

De weg van uw dictaat naar het kant-en-klare tekstdocument was nog nooit zo kort Van analoog naar digitaal is een eenvoudige omschakeling. Digitale dicteeroplossingen Doordatdicteren u dicteerbestanden via uw iPhone kunt opnemen, van Philips bieden in vergelijking met analoge, op cassette gebaseerde dicteerapparaten een hele reeks aan bewerken en verzenden wint u aan mobiele flexibiliteit en voordelen en kunnen naadloos in uw bestaande ondernemingsworkfl ow geïntegreerd worden. kunt u de verwerkingstijd van een document verbeteren. Van de nummer 1 in professioneel dicteren Interesse? Contacteer

onswww.philips.com/dictation om uw inruilkorting te kennen*. *Aanbod geldig tot 31/12/2011

SPEECH AND LANGUAGE TECHNOLOGY Services and Integration

Contactinfo: tel. 0475 58 59 84 – e-mail: info@e-deo.be – www.e-deo.be

Contactinfo • Tel: 0475 58 59 84 • email: info@e-deo.be • www.e-deo.be

AD_IPHONE_A4_NL_E_DEO.indd 1

321 PHIL_e-deo_adv.indd

info@law 2012 i november-december

22.05.12 17:53 28/09/11 10:25


Prikbord

U zoekt wat u niet vindt?

Prik hier uw memo en bereik duizenden mensen uit de juridische wereld. Voor meer info over het plaatsen van een oproep of advertentie stuurt u best een e-mail naar magazine@uga.be met vermelding “MEMO”.

Memo! iNFO Tijdschrift voor de

ghostwriter gezocht,

die in samenwerking met een auteur aan de hand van gesprekken of aangeleverde teksten een redactioneel afgewerkt boek kan samenstellen. Vergoeding op basis van percentage op het auteursrecht. Reageren: Email: magazine@uga.be www.uga.be

GeZoCHT! Foto’s van gerechtsgebouwen, zittingszalen, magistraten, advocaten, griffiers, liefst in toga, dan wel abstracte foto’s met justitie als thema. Mail naar elfri@elfri.be

UGA zoekt auteurs ! Hebt u een vlotte pen en bent u gespecialiseerd in een bepaalde rechtstak ?

I

lees nu uw wetboek op uw ipad of ipod Meer info: www.elfri.be\node\5966 of http://tinyurl.com/42el73g

rechtspracticus.

ik zoek een stageplaats Reageren via …

Meent u dat over een bepaald juridisch onderwerp moet worden gepubliceerd ? kn-HeIsT prachtig gerenoveerd app, mooi zeezicht, 2 slk., lift, alle comfort, nt-rokers, gn huisdieren, 400 euro/ week behalve in schoolvak juni en sept, vr inl.: 0477 61 00 90

Neem contact met ons op en vertel uw project of suggestie! Stuur gewoon een e-mail met uw gegevens en korte omschrijving van uw project naar magazine@uga.be Wij nemen in ieder geval contact op met u. Erik-Frederik VAN EECKHAUT Uitgeverij UGA

info@law 2012 i november-december

33


Toonaangevende uitgeverij inzake wetgeving welzijn op het werk, milieu & verkeer. Gespecialiseerd in diverse takken van het recht.

www.uga.be

www.continuga.be

De specialist in al uw drukwerk.

34

info@law 2012 i november-december


SYNTRA Midden-Vlaanderen is in Oost-Vlaanderen en Vlaams Brabant de toonaangevende opleidingsorganisatie, erkend door de Vlaamse Regering, en werkt aan een kwaliteitsvolle, arbeidsmarktgerichte competentieontwikkeling in functie van meer en beter ondernemen. We streven ernaar het centrum te zijn voor talent- en competentieontwikkeling van bedrijven en bedrijvige mensen en willen de markt klantgericht benaderen via een innovatief, kwaliteitsvol en arbeidsmarkt-gericht opleidingsaanbod. Met meer dan 100 vaste medewerkers en een gespecialiseerd netwerk van meer dan 1.200 docenten en trainers organiseren wij in onze campussen te Aalst, Asse, Gent, Oudenaarde en Sint-Niklaas of op locatie, ondernemersopleidingen voor particulieren en bijscholingen en trainingen voor tal van ondernemingen, overheidsbedrijven, openbare besturen,...

Meer info over deze opleidingen? Surf naar: www.syntra-mvl.be of e-mail naar: info@syntra-mvl.be

MIDDEN-VLAANDEREN

[ uw opleiding

•

onze zaak ]

Schrijf online in op www.syntra-mvl.be info@law 2012 i november-december

35


iNFO Tijdschrift voor de rechtspracticus.

36

info@law 2011 i juli-augustus


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.