Bolswards historie magazine lr nummer 3

Page 1

magazine

BOLSWARDS HISTORIE

H I S T O R I S C H M AGA Z I N E O V E R B O L S W A R D . U I T GA V E V A N D E S T I C H T I N G B O L S W A R D S H I S T O R I E

Het Zilveren stadhuis toerno oi: in schoonheid gestorven

Paniek in Bolsward

Een onbekende ‘Bolswarder kamer’

Leeuwarder Courant 250 jaar geleden Kunstenaar Jan Murk de Vries en zijn band met Bolsward Kolven terug in Friesland Een raadselachtige gevelsteen

ERKOO

R IJ S PP

EV

LOSS

4,95

ISSN: 2213-3925

50 Jaar Bos: nét iets meer, nét iets anders en nét iets nieuwer

M a g a z i n e B o l s w a r d s H i s t o r i e v e r s c h i j n t t w e e m a a l p e r j a a r | N R . 3 - O K T O B E R 2 012 - j a a r g a n g 2


Colofon Uitgever Stichting Bolswards Historie (SBH). Verschijnt tweemaal per jaar (in voorjaar en herfst). Bestemd voor de donateurs en andere belangstellenden.

Bestuur Stichting Bolswards Historie: Hans Berkhemer, Cor Greydanus, Mieke Kasimier-Stevens, Daniël Nauta, Brenda Nijboer, Willem Jan Topma en Piet Veldmans.

Vormgeving: Johan Dijkstra • Kreas Design.

Redactie: Dicky Bosma-Faber, Johan Dijkstra, Jan Keuvelaar, Peter Mulder en Daniël Nauta. Gasten: Sander de Rouwe (column), Sytse ten Hoeve, J. B. Elzinga en Henk Ritskes (fotografie). Info: Voor vragen, opmerkingen: redactie@stichtingbolswardshistorie.nl. Druk: Hanzedruk/Van der Eems.

Verspreiding: Losse nummers à € 4,95 verkrijgbaar bij Het Boekhuis, Jumbo Kooistra, Poiesz Supermarkt, de Cigo-winkel, Gysbert Japicxhûs. Werkgroep Archieven: Johan C. Dijkstra en Sidney Zeegers. Werkgroep Oudheidkamer: Age Boschma, Wytze Franzen, Jan Keuvelaar en Jan van der Klis.

Afbeelding voorpagina: het Zilveren Stadhuis, de wisselprijs voor het Zilveren Stadhuis Toernooi, in Bolsward gehouden in de jaren 1946 en 1947. Te bezichtigen in de Oudheidkamer.

Van de voorzitter

Met deze derde uitgave van ‘ons’ Magazine Bolswards Historie mag geconcludeerd worden dat het blad een blijvertje is geworden en een plaats heeft verworven in het ritme van de stad. En dat is een compliment waard, aan de redactie, aan de adverteerders en aan de bestaande en de nieuwe donateurs van Stichting Bolsward Historie. Het is mooi om in de stad te horen dat er over het blad gepraat wordt, over de verhalen en over de foto’s. Er worden meningen gevormd en oude vergeten verhalen komen door het blad weer aan de oppervlakte. Kortom het blad is een aanwinst gebleken voor ons als geïnteresseerden in de historie van Bolsward, maar ook voor bijvoorbeeld nieuwe bewoners van Bolsward. Het maakt ons bewust van het feit dat we in een stad wonen, werken en leven waar de historie altijd aanwezig is. Ons jubileumjaar loopt langzaam naar het einde toe. De activiteiten die we in het kader van dit jubileum hebben georganiseerd zijn een succes gebleken. De fotopanelen in de stad hebben veel toeristen , oud Bolswarders en inwoners van Bolsward ertoe aangezet eens een rondje langs deze panelen te maken. Met vaak verrassende ontdekkingen in de stad. Zeker iets dat voor herhaling vatbaar is. Het historisch festival van 22 september jongstleden heeft laten zien dat de historie mensen boeit, de grote di­fferentiatie aan onderdelen trok veel mensen en maakte er inderdaad. een “machtig moaie dei” van. Bolswards Historie deel drie bevat ook nu weer een groot aantal interessante verhalen en mooie foto’s. Ik weet zeker dat ook deze verhalen de aanzet zullen zijn voor nieuwe verhalen en meningen en zo hoort 't ook. Veel plezier met deze derde uitgave van Bolsward Historie.

Het stichtingsbestuur van Bolswards Historie.

Hans Berkhemer, Voorzitter Stichting Bolswards Historie

Dicky Bosma-Faber (Bolsward, 1944) voorheen werkzaam bij Kon.Tichelaar, Makkum, diverse publicaties in de rubriek 'Bolswarder Zaken' in het Bolswards Nieuwsblad.

Johan Dijkstra (Sneek, 1962) werkzaam bij de Noordelijke Dagblad Combinatie. Daarnaast grafisch vormgever en schrijft over sport voor regionale weekbladen.

Jan Keuvelaar (Den Haag, 1943) voorheen werkzaam bij de gemeente Bolsward, redactie gemeentelijk contactorgaan “de brugge”, diverse publicaties “Histoarysk Nijs”.

Peter Mulder (Sneek, 1959) directeur van de St. Thomasschool in Leeuwarden, publiceert wekelijks in het BN over de historie van de stad, verzamelaar van alles wat met Bolsward heeft te maken.

Daniël Nauta (1968) Beeldend kunstenaar en Cultureel ondernemer in o.a. educatieve kunst-projecten gericht op cultureel erfgoed en moderne kunst. Tevens lid bestuur St. Bolsward Historie.


INHOUDSOPAVE

Van de redactie

Het Zilveren Stadhuis Toernooi: in schoonheid gestorven

4

Column Sander de Rouwe

6

Paniek in Bolsward

7

Een onbekende ‘Bolswarder kamer’

9

Uit het fotoarchief van S.B.H.

11

Leeuwarder Courant 250 jaar geleden

12

Kunstenaar Jan Murk de Vries en zijn band met Bolsward

13

Kolven terug in Friesland

16

Vers Geperst

17

Een raadselachtige gevelsteen

18

50 Jaar Bos: nét iets meer, nét iets anders en nét iets nieuwer

19

In memoriam

20

Bolsward toen en nu - fotoreportage

21

Allerlei

22

Advertenties

23

Het blad Magazine Bolswards Historie valt bij velen in de smaak, dat blijkt uit alle positieve reacties die wij krijgen. Ook de losse verkoop van het blad loopt goed. Wij gaan dus welgemoed verder met het samenstellen van een nieuw nummer. Hiervoor hebben we als redactie in de ‘Hoge Hoed’ gegrabbeld en een aantal onderwerpen en wetenswaardigheden tevoorschijn gehaald die betrekking hebben op onze stad Bolsward. Dat financiële malversaties en frauduleuze praktijken van alle tijden zijn, blijkt uit het artikel van Peter Mulder over de corrupte Bolswarder kassier Brouwer, die er in 1896 met de banktegoeden vandoor ging en hierdoor veel mensen in het ongeluk stortte. Van Jan Keuvelaar een artikel over de ontstaansgeschiedenis van de Zilveren Stadhuistrofee en Johan Dijkstra verhaalt over het voetbaltoernooi, waarvoor deze trofee de inzet was. Peter Mulder en Dicky Bosma brachten een bezoek aan de veelzijdig kunstenaar en oud-Bolswarder Jan Murk de Vries, die over zijn boeiende leven en werk vertelde. Sytse ten Hoeve schreef in samenwerking met Jan Keuvelaar een verhandeling over een Bolswarder stijlkamer afkomstig uit het pand Bagijnestraat 3, die zich thans in het Stadhuis bevindt. Verder een verslag over de ontstaansgeschiedenis van het technisch bedrijf Bos. Dit bedrijf draagt met zijn 20 werknemers bij aan de werkgelegenheid in Bolsward. In de vaste rubriek ‘Vers geperst’ kunt u zien welke boeken die betrekking hebben op Bolsward onlangs zijn verschenen. In de rubriek ‘Uit de Oudheidkamer’ kunt u kennis nemen van de nieuwste aanwinst. Van de hand van J.B. Elzinga een verhandeling over een bijzondere gevelsteen in Bolsward; Peter Mulder heeft hier nog een paar feiten aan toegevoegd. Een aanleiding voor u, lezer, om eens te gaan kijken waar die gevelsteen ingemetseld is! Uiteraard zijn er weer een aantal bijzondere afbeeldingen geplaatst in de vaste rubriek ‘Uit het fotoarchief van SBH’. Behalve bovengenoemde onderwerpen vindt u nog veel meer lezenswaardigs in dit blad. Met veel enthousiasme en genoegen hebben wij aan dit nieuwe nummer gewerkt, we hopen dat het u veel lees- en kijkplezier verschaft! Dicky Bosma


HET ZILVEREN STADHUIS TOERNOOI

Het Zilveren Stadhuis Toerno Een bijzonder voorwerp in de collectie van de Oudheidkamer is het zilveren stadhuis, een op schaal zuiver model, dat oorspronkelijk als wisselprijs fungeerde bij het Zilveren Stadhuistoernooi. In 1945 staken de heren P.J. Fennema te Bolsward, H. Abma te Sneek en H. Huisman te Wolvega de “koppen” bij elkaar. Resultaat van die beraadslagingen was de organisatie van een voetbaltoernooi. ✑ door Jan Keuvelaar en Johan Dijkstra

▲ Zilversmid S. de Graaf

D

e organisatoren richtten zich op de volgende wijze tot het publiek. “Voor het sportminnend publiek van Bolsward is een voorlopige commissie al sedert geruimen tijd bezig met de voorbereiding tot het organiseren van

J

O

een hoogtijdag op voetbalgebied.

Het plan, een voor Bolsward telken jare terugkeerende voetbaldag op PAASCHMAANDAG met een gewaarborgde bezetting van eerste klassers, neemt vastere vormen aan. De opbrengst van deze dag komt ten goede aan nader te bepalen Bolswarder liefdadigheidsinstellingen. EEN ZILVEREN STADHUIS, de door ons gedachte wisselprijs, zal zeker door de voetbalvrienden uit de burgerij van Bolsward bijeen kunnen worden gebracht. Mogen we daartoe ook op uw medewerking rekenen?

p het C.A.B.-veld aan de Snekerstraat vond op 22 april 1946 het eerste Zilveren Stadhuis Toernooi plaats. Een toernooi waar in Bolsward naar uitgekeken werd, want hoe stond C.A.B. als derde klasser (bijna gepromoveerd naar de tweede klasse) ten opzichte van eerste klassers? De tegenstanders waren PEC Zwolle (als vervanger voor het verhinderde L.S.C. uit Sneek) en Sneek. Door deelname aan de competitie om het kampioenschap van Nederland moest Heerenveen afzeggen. Eerste tegenstander voor C.A.B. was Sneek. Het bleef 0-0 en voor C.A.B. een enorme prestatie; Sneek was tenslotte als derde geëindigd in de eerste klasse Noord, de hoogste klasse van het amateurvoetbal. Ook tegen PEC Zwolle hielden de rood-witten lang stand om tenslotte met een 0-1 verlies van het C.A.B.-veld te stappen. PEC Zwolle werd zo – op deze winderige dag – de eerste winnaar van het toernooi. Doelman Ælze Ruiter maakte zo'n indruk op de leiding van PEC Zwolle dat deze gevraagd werd om zijn kunsten in het volgende seizoen onder de PEC-lat te demonstreren. Ruiter had een week bedenktijd maar zijn liefde voor C.A.B. hield hem in Bolsward. In 1947 zou het minder gaan met C.A.B. Het vertrek van zes spelers was amper op te vangen. Onder zeer grote publieke belang-

4

nummer 3 - jaargang 2

Met enige dagen hopen wij U hierover te bezoeken.” Als erevoorzitter voor het comité wist men K.J.J. Lotsy te strikken. Karel Lotsy was actief als bestuurder in de KNVB en voorzitter van de keuzecommissie van het Nederlands Elftal. Als het goede doel koos men de Vereniging Het Groene Kruis, afdeling Bolsward. De opdracht voor het maken van het zilveren stadhuis werd aan de N.V. Koninklijke Begeer te Voorschoten gegeven. De totale kosten inclusief de vitrine waarin het stadhuis werd geplaatst beliepen fl. 1875,00. Door de fa. Kramer te Bolsward werd aan Begeer 600 gr. zilver bijgeleverd, waarvan de waarde werd gesteld op

stelling (zo'n 2500 bezoekers), moest C.A.B., op het tweede Zilveren Stadhuis Toernooi, het onderspit delven tegen een superieur Heerenveen met in de gelederen Abe Lenstra. Het werd tenslotte 0-8 ondanks enkele kansjes voor C.A.B. Ook de tweede wedstrijd

▲ C.A.B. in 1946. staand vlnr: G. Douma, H. Tuil, H. v.d. Meer, J. Ferwerda, P. de Vries, C. Bakker, M. Hoekstra, H. Grunstra, F. Mobach, G. Schuurmans. Onder vlnr: E. v.d. Veen, H. Zijsling, AE Ruiter, J. Bosma en S. de Jong.

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie


HET ZILVEREN STADHUIS TOERNOOI

oi: in schoonheid gestorven fl. 210,00. Via de intekenlijst waarmee men bij “de voetbalvrienden” langs ging werd fl. 1850,00 opgehaald. De nettoopbrengst van het 1e toernooi, fl. 1.342,50 werd aan het Groene Kruis uitbetaald. Bij het 2e toernooi gehouden op 7 april 1947 werd de afdracht aan het Groene Kruis begroot op fl. 1750,00. In werkelijkheid bedroeg deze fl. 725,00. In 1948 lukte het niet de wedstrijd op 2e paasdag te houden. Wel werd op zaterdag 11 december een wedstrijd georganiseerd, dit onder het motto “de sterken voor de zwakken”, tussen Sneek I (met de nationale midvoor Roosenburg) en een vertegenwoordigend K.N.V.B. zaterdagmiddagelftal. De afdracht aan

het Groene Kruis was dat jaar maar fl. 101,50. Ook in 1949, 1950 en 1951 lukte het, hoewel weer niet op 2e paasdag, een wedstrijd/toernooi te organiseren. In 1952 verzette de commissie de bakens. De organisatie werd in handen gelegd van de Friese Terrein Commissie van de KNVB. Notarieel werd vastgelegd dat de Commissie het stadhuis om niet aan de gemeente Bolsward zou overdragen wanneer het houden van de “Zilveren-Stadhuiswedstrijden” zou worden gestaakt. De inleggers van het eerste uur kregen desgewenst hun inleg terug. In 1961 was het naar het oordeel van de gemeente zover. De Friese Terrein Commissie was opgeheven en de gemeente wilde daarom de wisselprijs in eigendom verkrijgen. Dit had heel wat voeten in de aarde, omdat de KNVB, afdeling Friesland, meende dat het beroep van de gemeente op de contractbepalingen niet correct was. De wisselprijs was en bleef uiteindelijk in en aan de gemeente. In 1988 is het stadhuis in opdracht van de gemeente geheel gerenoveerd, voorzien van een nieuw voetstuk en er is er een constructie aangebracht waardoor het stadhuis van het voetstuk kan worden gehaald. De renovatie werd uitge-

voerd door de heer S. de Graaf, dezelfde zilversmid die in 1945 het stadhuis had vervaardigd. Sedertdien kan elke bezoeker van de Oudheidkamer zich van zijn vakmanschap overtuigen.

E. Ruiter

W. v.d. Zee - N. Hoekstra E. v.d. Veen - P. de Vries - S. de Jong H. Tuil, H. v.d. Meer, C. Bakker, M. Hoekstra, H. Adema

C.A.B. HEERENVEEN Hofma, Abe Lenstra, Brandsma, Ploeg, H. Jonkman. J. Bosscha - J. de Jong - Fr. Wuitz Jan Lenstra - S. v.d. Laan

T. Veenstra

De opstelling voor de wedstrijd C.A.B. - Heerenveen op 7 april 1947. Eindstand: 0-8.

om de derde en vierde plaats werd fors verloren van PEC Zwolle, de winnaar van vorig jaar. PEC zegevierde met maar liefst 9-1. De finale werd gewonnen door Heerenveen dat met 4-2 Sneek wist te verslaan en daarmee winnaar werd van het tweede Zilveren Stadhuis Toernooi in Bolsward. Doordat Heerenveen ieder jaar weer een overbeladen programma had door de kampioenscompetities (derde in 1946 en tweede achter Ajax in 1947), kon het toernooi geen doorgang meer vinden. Pas in 1952 probeerde het bestuur van C.A.B. een herstart van het toernooi bespreekbaar te maken. Voor het bestuur was duidelijk dat een sterk(er) team geformeerd moest worden om tegenstand te kunnen bieden aan de eersteklassers. Er werd gedacht aan een gecombineerd Bolswarder team met R.E.S. en het net opgerichte Bolswardia. Tot verbijstering van het C.A.B.-bestuur werd er een notarieel

stuk opgesteld tussen de afdeling Friesland van de KNVB en het organisatiecommité. Deze Friese Terrein Commissie achtte het niet meer mogelijk om dit toernooi in Bolsward financieel rond te krijgen. Burgemeester Bruinsma van Bolsward was een van de mede-ondertekenaars, hetgeen niet iedere Bolswarder kon waarderen. Zo werd in 1952 toch een Zilveren Stadhuis Toernooi, zonder Bolswarder inbreng, gespeeld op Het Sportpark in Sneek. De thuisclub werd winnaar na twee finales en twee gelijke spelen (3-3 en 4-4) tegen Heerenveen. Na de strafschoppen was de stand nog steeds gelijk zodat het opgooien van de munt bepaalde dat Sneek de laatste winnaar werd. In 1954 besloot de KNVB tot de intrede van het betaalde voetbal. Als gevolg van deze professionalisering van het voetbal staakte de Friese Terrein Commissie al haar plannen. Het geweldige C.A.B-initiatief, "zomaar ▲ Ook Abe Lenstra nam deel aan het Zilveren overgenomen" door de commissie ging zo Stadhuis Toernooi. Hier op het oude R.E.S.-veld als een nachtkaars uit. gefotografeerd. Foto: Bolswards Historie

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie

nummer 3 - jaargang 2

5


COLUMN SANDER DE ROUWE

Column I

Sander de Rouwe

n het vorige nummer van “Magazine Bolswards Historie” prijkte op de voorpagina mijn fiets. Althans zo leek dat. Witte banden, grote koplamp, dito bel en zo’n ouderwets leren zadel, waar je achterste bij regenval uren later nog nat van is na een stukje fietsen. Het bijschrift bevestigde inderdaad dat de fiets niet van mij was, maar toebehoorde aan de heer J. Boltjes tijdens zijn doorkomst van de eerste fiets-Elfstedentocht. Grappig is dat. Soms lijkt de geschiedenis zich te herhalen. Of dat nu geldt voor de maakindustrie, zoals bij mijn fiets, of voor ontwikkelingen zoals de financiële crisis van vandaag. Op elk moment, te allen tijde, lijkt de geschiedenis zich te herhalen. Of toch niet? Ik moet u eerlijk bekennen dat ik eigenlijk wel trots was op mijn eerste beëdiging in de Tweede Kamer. Het was maart 2007. Ik was 26 jaar en stond in de bekende wandelgang van de Tweede Kamer. Om mij heen liepen alleen maar mensen die ik van de TV kende. De Kamervoorzitter kondigde het volgende agendapunt aan. De beëdiging van enkele nieuwe leden. Statig las ze de namen én woonplaats voor van de nieuwe leden. Niet nerveus, maar wel wat dromerig hoorde ik de namen aan. Toen kwam mijn naam. Die nam ik voor kennisgeving aan. Totdat de woonplaats werd genoemd. “Bolsward”! Ik werd wakker en dacht: een Kamerlid uit Bolsward?! Mij amper realiserende dat ik die persoon was, gingen mijn gedachten direct terug naar bekende Bolswarders die eerder Kamerlid waren. Mieke Andela-Bauer en Annemarie Jorritsma. De geschiedenis herhaalt zich dacht ik. Opnieuw heeft Bolsward een “eigen” Kamerlid in het parlement.

De fiets, de beëdiging en de Bolswarder financiële crisis van 1896. Enkele uiteenlopende voorbeelden waarin de geschiedenis zich lijkt te herhalen. Op elk moment kan zich een situatie voordoen waarin herkenning uit het verleden nabij wordt. De geschiedenis herhaalt zich is dan een gevleugelde Nederlandse uitdrukking die regelmatig uitgesproken wordt. Ik deel deze mening niet. Het zou betekenen dat dezelfde mensen in andere tijden hetzelfde gedrag vertonen in een vergelijkbare situatie. Onbewust stoort mij misschien nog wel het meest de berustende toon die een uitdrukking als “de geschiedenis herhaalt zich” uitstraalt. Zo van, wat je ook doet, je kunt er toch niks aan doen. Jazeker, de geschiedenis heeft regelmatig of misschien wel vaak overeenkomsten met eigentijdse situaties. En ja, daar kunnen we ook veel van (af) leren. Maar nee, berusting of lauwheid is daarop niet het antwoord en ook niet onze opdracht. Of het nu in je gezin is, in je straat of in de Tweede Kamer. Samen werken we aan onze toekomst. Te allen tijde? De geschiedenis die zich herhaalt? Ik kies voor mijn motivatie en inspiratie voor een filosoof die wel heel erg ver terug gaat in de historie. Bisschop, filosoof en kerkvader Augustinus schreef hierover: “Het zijn slechte tijden! Het zijn moeilijke tijden! Dat zeggen de mensen tenminste. Laten we liever goed leven, dan worden de tijden vanzelf goed. Wij zijn de tijden. Zoals wij zijn, zo zijn de tijden.”

Te allen tijde?

Een derde voorbeeld waarin de geschiedenis zich lijkt te herhalen is de Bolswarder financiële crisis van 1896. De Zaak Brouwer, noemt schrijver Peter Mulder deze geschiedenis. In deze uitgave leest u er uitgebreid over. Kort gezegd komt het er op neer dat het vertrouwen van gewone spaarders ernstig beschadigd wordt door crimineel en immoreel gedrag van diegene aan wie het geld is toevertrouwd. Hoe treffend en verleidelijk is een vergelijking anno 2012? Bankiers die met een bonus vertrekken, terwijl de Staat “zijn” failliete bank moet overnemen.

6

nummer 3 - jaargang 2

Elke tijd kent zijn eigen kenmerken met daarin eigen keuzes van mensen. Deze keuze van mensen bepaalt niet de historie, maar juist de toekomst van die mensen en hun nakomelingen. Daar zitten geen automatismen of voorgeprogrammeerde keuzes in. En dat is soms maar goed ook, want als die fiets op de voorpagina van de vorige uitgave van dit Magazine (wat een eigentijds woord eigenlijk voor dit podium van de historie) echt van mij was geweest, had ik komend jaar op mijn stalen ros de Elfstedentocht moeten fietsen. En dat zie ik eerlijk gezegd nog niet zo zitten…

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie


PANIEK IN BOLSWARD

Een financiële crisis in 1896

Paniek in Bolsward ✑ door Peter Mulder

Op vrijdag 1 mei 1896, marktdag, kreeg Anton van der Meer, de vader van wijlen professor Frits van der Meer en boekhouder bij Brouwer, een kleine kassier-bankier aan de Appelmarkt een briefje in handen afkomstig van directeur Brouwer junior: “Komt avviso (handgeschreven briefje) van geld Nederlandsche Bank, dan uitbetalen aan X”. De chef, Brouwer senior zweeg en Van der Meer vroeg aan de echtgenote van Brouwer junior waar hij haar man kon vinden voor nadere uitleg. Zij had echter geen verdere verklaring waar haar man kon zijn. Van der Meer begreep dat er grote financiële problemen waren, weigerde verdere deposito’s (het in bewaring geven van geld aan een bank) en betaalde niets meer uit. Het gerucht dat de bankdirecteur verdwenen was, verspreidde zich als een lopend vuurtje en toen de inwoners van Bolsward vernamen dat deze van ouds zeer vertrouwde firma zijn financiële verplichtingen niet kon nakomen, ontstond er een ware paniek in de stad. Vele particulieren en kleine zelfstandigen uit Bolsward en verre omtrek hadden bij Brouwer & Zoon geld geleend of gespaard geld weggezet en vermoedden een catastrofe.

De Firma Brouwer en Zoon Het kassierskantoor werd beheerd door vader Jan Brouwer, op dat moment 81 jaar oud en door zijn zoon Dirk Jans Brouwer. Dirk was in 1841 geboren uit het huwelijk van Jan Brouwer en Louise Steensma. De bank werd gehouden in het huis Marktplein 10. Het was een kleine maar drukke zaak. Jan Brouwer had de zaak overgenomen van Wopke Brouwer. De familie Brouwer behoorde tot de doopsgezinde gemeente. Brouwer senior was tevens boekhouder van de in 1867 gestichte Spaarbank Bolsward, die tweemaal per week zitting had in de kosterij van de doopsgezinde kerk aan het Skilwyk. De kassierszaak was het domein werk van Jan Brouwer terwijl zoon Dirk zich meer bezighield met de handel in effecten. De aanleiding van de financiële problemen De doopsgezinde dominee Joost Halbertsma, die in 1814 was aangesteld voor een salaris van fl 550,00 per jaar inclusief vier vrije beurten, waar hij bijverdiensten kon binnenhalen, was in de tijd dat hij in Bolsward stond, slecht te spreken over de vrijgevigheid van de steenrijke

doopsgezinde Bolswarder families. Volgens hem bezat een tiental families meer dan een miljoen gulden, maar was men niet bereid om de dominee een behoorlijk salaris te betalen. Hij stelde voor om een fonds van fl 20.000,- in

Dirk Jans Brouwer

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie

het leven te roepen om daardoor vanuit de genoten rentes de dominee een beter salaris te gunnen. Halbertsma kreeg dat niet voor elkaar en vertrok in 1821 naar Deventer waar hij een salaris ontving van fl. 1200,00 en bij zijn emeritaat een pensioen van fl 600,00. Uiteindelijk werd er in 1831 toch een Predikantenfonds opgericht van fl. 15.000,00 dat moest worden belegd in hypotheken of in landgoederen. Het fonds werd beheerd door de kassiersfirma Brouwer. Wopke droeg het in 1881 in goede staat over aan Jan Brouwer. Gedurende de laatste jaren vóór 1894 was het geld belegd in een aan S.J. Hettinga te Idse­ gahuizen verstrekte hypotheek tegen 4 ½ % rente. De vordering werd per 1 september 1894 door de schuldenaar opgezegd en Hettinga loste de schuld af. In plaats van het geld te beleggen in een nieuwe hypotheek werd het in de brandkast gelegd. Na verloop van tijd werd het door Brouwer jr. gebruikt voor andere doeleinden en versmolt het als het ware in de algemene kas van de firma, buiten medeweten van de andere firmant, zoals bankier Brouwer sr. het tijdens de rechtszitting vermeldde. De kas raakte leger en leger en het gevolg was dat men niet meer bij machte was de crediteuren uit te betalen terwijl het geld ook niet meer aan het fonds kon worden teruggegeven. Nicolaas de la Lande Cremer Nicolaas de la Lande Cremer was eigenaar van een flinke fabriek van potten en draineerbuizen aan het Grootzand in Bolsward. Als zoon van een rijke doopsgezinde Bolswarder familie stond hij in aanzien en was hij naast Gemeenteraadslid gecommitteerde in het Predikantenfonds. Hij had als taak de boeken van tijd tot tijd te controleren. Tot 1891 had hij dat regelmatig gedaan samen met de heer R. van der Meulen, die dat jaar overleed. Het fonds bestond toen uit drie hypotheken en een aantal effecten. Nadien werd hij niet meer uitgenodigd om de boeken in te zien en zorgde de prima reputatie van de firma Brouwer voor een zekere gemakzucht wat betreft de controle. Een grove inschattingsfout bleek later.

nummer 3 - jaargang 2

7


PANIEK IN BOLSWARD

▲ Foto van het Marktplein, kassierkantoor links van de steeg. Een bewaarde brief van 17 mei 1896 aan zijn zusters Mien en Chris laat een wanhopige Nicolaas de la Lande Cremer aan het woord. “Van den uitslag van mijn tocht van verleden donderdag naar Leeuwarden kan ik nog niets nieuws melden. Wel verzekert notaris Schotman mij dat dit zeker zoo in orde komt, doch voordat ik geen zekerheid heb leef ik toch steeds in erg gespannen toestand en valt het me zwaar mij voor het oog der wereld goed te houden en mijn gewonen levensmanier te volgen.” En even verder op: “…. ik kan zoo verlangen hier om uit die akelige toestand weg te komen en eens liefderijke en liefdevolle harten te ontmoeten en eens rustig en kalm kunnen wandelen in een mooie natuur.” Overmand door verdriet overleed hij op 18 september 1896 op bijna 62-jarige leeftijd. Het faillissement Toen de kruitdampen boven Bolsward waren opgetrokken en de paniek enigszins was weggeëbd, kon de balans worden opgemaakt. De 81-jarige Jan Dirks Brouwer en oudste firmant van de zaak werd per rijtuig onder geleide van de Rijksveldwacht naar Leeuwarden gebracht en kwam in voorlopige hechtenis. De 53-jarige jongste firmant Dirk Jans Brouwer bleek op de 29e april Bolsward per tram te hebben verlaten. Hij stuurde diezelfde dag vanuit Nijmegen een brief en werd later door een Bolswarder in Bergen op Zoom gezien. De Bolswarder die in een landelijke krant had gelezen dat de firma de betalingen had gestaakt, waarschuwde

8

nummer 3 - jaargang 2

de politie. Omdat er nog geen bevel tot aanhouding was uitgegaan, kon Brouwer niet worden aangehouden. In veel landelijke nieuwsbladen verscheen een aantal dagen na zijn verdwijning een bericht dat het lijk van de voortvluchtige kassier D.J. Brouwer in de Schelde bij Antwerpen was gevonden. Datzelfde bericht werd later herroepen en van Brouwer jr. werd nooit meer iets vernomen. Werknemer en vertrouweling Van der Meer ontving een brief uit Antwerpen: “Ik kan de dood niet vinden, maar vandaag moet het toch gebeuren.” Het faillissement werd spoedig uitgesproken en de schuldeisers werden opgeroepen zich bij de curator te melden. Een ramp voor vele betrokkenen in het faillissement De lijst met crediteuren en debiteuren werd opgesteld. Een aantal Bolswarder zaken werd in de gelegenheid gesteld een regeling te treffen met de curator. De firma M. Oosterbaan & Co had bij de opening van het faillissement een schuld van fl. 29.001,80 bij de fa. Brouwer. Een bedrag dat onmogelijk opgebracht zou kunnen worden zonder dat het bedrijf zou omvallen. Men trof na rijp beraad een schikking. De firma Oosterbaan betaalde fl 15.000,00 ineens tegen finale kwijting. De firma Thomas van der Meulen in ijzerwaren,

bij oudere lezers ongetwijfeld nog in herinnering, was fl. 37.161,54 schuldig. Twee leveranciers, te weten Haga en Hartelust verleenden steun en vonden een compromis door een betaling van 60 % van de schuld in twee termijnen tegen finale kwijting. Er waren ook middenstanders die minder fortuinlijk waren. De Bolswarder winkeliers J.P. Westerbaan en J.L de Wolff werden meegesleurd in het faillissement. Uiteindelijk werden 383 schuldeisers erkend en werd de schuld bepaald op fl. 501.502,03. Een aangeslagen Nicolaas de la Lande Cremer schreef 17 mei 1896 in een brief: “Gisteren werd bekend dat Jan Westerbaan in faillissement was, dat is dus de eerste die valt. Hoe jammer ook voor de lieve vrouw en kinderen.” Bolsward in crisis Zonder twijfel moet het nog lang nagedonderd hebben in Bolsward en omstreken. Kassier Jan Brouwer werd veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. Hij overleed drie jaar later in De Knipe. Van zoon Dirk Brouwer jr. werd bij mijn weten nimmer meer wat gehoord. Over zijn echtgenoot Grietje Bouma vertelt professor Frits van der Meer in een familiegeschiedenis: “Mevrouw, een statige forse vrouw, rood en gezond onder haar dure oorijzer met de juwelen “veren”, ging naar oom Bouma; ik zag haar later, deftig en levendig, altijd in het zwart, energiek uit haar kerkje komen.” In 1897 ontvingen de crediteuren een tegemoetkoming van 20 % van het geld dat ze bij de bank hadden uitgezet. Er zou nog een restant volgen. In 1907 had men nog niets van het toegezegde restant ontvangen. Een geschil van de curator met de Spaarbank Bolsward zorgde voor een enorme vertraging. De laatste jaren van de 19e eeuw brachten zorg en verdriet in de gezinnen van vele spaarders uit Bolsward en omstreken. Het door hard werken en zuinig leven verdiende appeltje voor de dorst was velen ontnomen. Bovenal was het vertrouwen geschaad. Als zelfs de bankier niet meer te vertrouwen was…. Bankiers van elders zagen hun kans schoon en Kingma’s bank opende een filiaal in Bolsward. De start van een nieuwe periode waarin het vertrouwen beetje bij beetje teruggewonnen zou worden.

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie


EEN ONBEKENDE BOLSWARDER KAMER

Een onbekende ‘Bolswarder kamer’ Beschilderde en betegelde Hindelooper kamers zijn sinds het midden van de 19de eeuw wereldberoemd en in diverse musea binnen en buiten Nederland te bewonderen. Dat er ooit vergelijkbare kamers waren in plaatsen als Molkwerum, Warns, Workum, Makkum, Heeg en IJlst werd in de loop van de 20ste eeuw bij interieurdeskundigen wel bekend. Dat er ook zo’n kamer uit Bolsward bewaard bleef is velen, zelfs Bolswarders, tot nu toe ontgaan, terwijl de kamer te vinden is in het stadhuis van Bolsward. Daar deed hij vele jaren dienst als werkvertrek van de gemeentesecretaris. De kamer heeft een beschilderde en betegelde schoorsteenmantel, een beschilderde bedstedenwand, een beschilderde deur en betegelde wanden. ✑ door Sytse ten Hoeve met medewerking van Jan Keuvelaar Circa 1740 en 1785 De vormgeving en detaillering van de schoorsteenmantel en de bedstedenwand geven aanleiding tot een datering op circa 1740. Een deel van de beschildering is ook uit die tijd. De wandbetimmering omvat twee open bedsteden, die zoals in de eerste

die toegang geeft tot de kamer. Het houtwerk is bruinrood geschilderd, maar de meeste, doorgaans zware profielen hebben een beschildering in marmerimitatie. Boven de bedsteden zijn in de hoekvullingen (de zwikken) bazuinengelen weergegeven. Op de schoorsteenmantel zijn ook engelen uitgebeeld. Zij flankeren een piëdestal

helft van de 18de eeuw gebruikelijk was, konden worden afgesloten door bedgordijnen van bedrukt katoen. De porseleinkast tussen de bedsteden heeft twee deuren met aan de onderzijde panelen en daarboven drie maal drie glasvensters. De hangende schoorsteenmantel is voorzien van een zware, geprofileerde kooflijst die aan de bovenzijde in en uitzwenkt. Dan is er nog een paneeldeur,

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie

(voetstuk), waarop een korf met fruit is geschilderd. Al dit decoratiewerk, dat op een wat naïeve wijze is geïnspireerd op voorbeeldprenten van de bekende Frans-Hollandse architect en graveur Daniël Marot (1661-1752), is op stilistische gronden te dateren op circa 1740. Merkwaardig is dat er op de betimmering, de schoorsteenmantel en de kamerdeur nog andere decoraties zijn aangebracht in de vorm van bloemfestoenen, asymmetrische krullen en duiven. Ze zijn geschilderd in de galante stijl van het rococo en verraden daardoor en door hun lichte kleuren dat ze van omstreeks 1785 dateren. Tegels Met het jaartal 1785 komen we bij de betegelingen, want oorspronkelijk moeten ook die rond dat jaar zijn ontstaan. In 2001 verscheen het aan Bols-

nummer 3 - jaargang 2

9


EEN ONBEKENDE BOLSWARDER KAMER tableaus die hij in 1778 en 1779 schilderde voor de gangen van het Bolswarder St. Anthonygasthuis.

ward gewijde deel II in de serie ‘Fries Aardewerk’ van Pieter Jan Tichelaar en Sytse ten Hoeve. Daarin is als een van de schilders van de Bolswarder gleibakkerij Sybren Taekeles (1724-1797) geïdentificeerd. De betegelingen verraden zijn schildertrant, met name die onder de schoorsteenmantel: brede geschilderde pilasters of ‘pauwranken’ (12 x 2

tegels van de afwijkende maat 13x 7,5 cm.), een bloempot met flankerende papegaaien op een piëdestal (6 x 4 tegels), twee ondersteboven geplaatste festoenen of ‘hangers’ (6 x 1 tegels) en tenslotte een kat en een hond (3 x 3 tegels). De kamer heeft een tegellambrisering, die wordt afgesloten door met bloemranken beschilderde randtegels of ‘halfjes’. Er zijn losse bloemtegels in geplaatst en sterornamenten van ‘wezen’ (diagonaal blauw en wit) rond vier hoekanjeliertegels. Aan de raamzijde bevinden zich in de lambrisering drie tableaus (4 x 4 tegels) met bloempotten, die zeer karakteristiek zijn voor de stijl van Sybren Taekeles en verwant aan de

Bagijnestraat 3 De stijl van inrichting van de secretariskamer verraadt duidelijk dat de onderdelen van dit vertrek niet oorspronkelijk tot het stadhuis behoren. Ze zijn afkomstig uit het pand Bagijnestraat 3. Dat is tegenwoordig een woonhuis met een klokgevel, die ruim een halve eeuw geleden nieuw is opgemetseld met gebruikmaking van oude aanzetkrullen en deklijsten van zandsteen. Deze ornamenten zijn op circa 1785 te dateren en moeten, gezien de stijl waarin ze zijn uitgevoerd, zijn vervaardigd door een Sneker steenhouwer, Gerrit Gorp (1729-1805) of Mathijs Ankringa (1754-1814).

10

nummer 3 - jaargang 2

Strijd om behoud In 1943 was het verval van Bagijnestraat 3 zo ver voortgeschreden dat afbraak onvermijdelijk leek.

▲ opmeting kamer Bagijnestraat 3 Toen het oorspronkelijke huis aan het einde van de 18de eeuw werd gebouwd, was het eigendom van een vooraanstaande Bolswarder, namelijk Wopke Cnoop (1740-1801). Hij was een vermogend leerlooier en pottenbakker en zijn beide bedrijven stonden achter het huis aan de Bagijnestraat. De doopsgezinde Cnoop behoorde tot de financiële en culturele elite van Bolsward en hij was verzwagerd met leden van andere vooraanstaande families als Belkmeer, Brouwer, Coopmans en Mesdag. Hij was ook een op de voorgrond tredend patriot. Vanwege zijn rol bij de revolutionaire woelingen in 1787 werd hij veroordeeld tot twee jaar opsluiting in het Leeuwarder blokhuis en daarna vanaf

1789 tot tien jaar verbanning buiten Friesland. Hij vertrok naar Amsterdam en bleef daar wonen toen de tijd van zijn verbanning uit Friesland was beëindigd en hij overleed er in 1801. Daarvóór werd hij in 1793 nog eigenaar van de Bolswarder gleibakkerij, waar eerder de tegels uit zijn kamer waren gemaakt. Het is niet onmogelijk dat Wopke Cnoop het huis met de beschilderde en betegelde kamer zelf heeft bewoond, maar na 1787 werd het verhuurd. In de 19de eeuw was het onder andere in gebruik als stadsboerderij en slagerij. In de 20ste eeuw raakte het pand ernstig in verval.

Het gemeentebestuur van Bolsward besloot het waardevolle interieur aan te kopen om het te herplaatsen op de stadhuiszolder. Het liet architect Andries Baart uit Leeuwarden opmetingstekeningen maken en ook een plan voor heropstelling maken. De architect raamde de kosten op fl. 2000. De Rijkscommissie van Advies inzake Musea verzette zich tegen het plan en stelde voor het huis te restaureren en in te richten tot stedelijk museum. In 1944 kocht de Amsterdamse Vereniging Hendrick de Keyser het huis aan voor fl. 3.000 met fl. 2.000 subsidie van het Rijk. Er volgde een lang traject van plannen maken en pogingen om subsidies te verkrijgen, maar alle acties

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie


EEN ONBEKENDE BOLSWARDER KAMER de Bolswarder tegels nagevolgd, en aanvullingen gemaakt, onder andere met twee bloempottableaus. De fraaie kamer, waarin de betegelingen met de beschilderde betimmeringen zijn aangebracht, kan daarom met recht een Bolswarder kamer worden genoemd.

â–˛ opmeting woning Bagijnestraat 3, juli 1943. bleken vergeefse moeite. In 1955 werd het huis afgebroken. De gemeente kocht de ondergrond terug van de Vereniging Hendrick de Keyser en er werd een nieuw huis op gebouwd met een gereconstrueerde gevel, waarin de oude zandstenen ornamenten werden opgenomen. De betimmerde en betegelde kamer werd in het stadhuis gereconstrueerd in een ruimte achter de Vierschaar. De aardewerk- en tegelfabriek van Tichelaar in Makkum kreeg opdracht de betegelingen te restaureren. Het is er op uitgelopen dat de restauratie een

â–ź Bagijnestraat 3, 2 en 1. reconstructie werd. De tegelschilders uit Makkum hebben de tableaus van de kat en de hond (die elkaar aan hadden moeten kijken, zoals in de oorspronkelijke situatie) naar Makkumer voorbeelden gemaakt. Verder hebben ze wel heel nauwgezet de karakteristieke stijlkenmerken van

Uit het fotoarchief van de Stichting Bolswards Historie Foto's van de zwemschool aan de Snekervaart in Bolsward. Deze school werd officieel geopend in 1923. Al in 1911 werd er gesproken over een zwemschool. In 1962 werd de school gesloten. De werkgroep Archieven van de SBH verzamelt materiaal over Bolsward, waaronder foto's. Mocht u (oud) materiaal hebben over Bolsward, dan kunt u contact opnemen met de Werkgroep Archieven, archieven@stichtingbolswardshistorie.nl

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie

nummer 3 - jaargang 2

11


LEEUWARDER COURANT 250 JAAR GELEDEN

Wat was er in 1762, 250 jaar geleden, van belang in en voor Bolsward?

O

p 6 februari werd een beurtschip uit de hand te koop aangeboden. In de krant als volgt beschreven:“Een welbezeild KOFFE SCHIP of anders een dubbeld ROEY-SCHIP, Lang over steven 45 Voet, Wyd 12 Voet op zyn Berkhout, Hol op zyn berkhout 3 en een tweede Voet, oud 5 Jaar, varende in Beurt van Bolsward op Amsterdam, met Zeil, Treil, Ankers en Touw, Lopende Wandt, drie Kluiffokken beter als halfsleten, Zeil en Fok wel halfsleten, een Boesaanzeil, een Schuizeil over de Luiken, een Dregge, een Tros; en wat kopers meer kunnen zien.”

Zo’n beschrijving heeft enige uitleg nodig. Het kofschip was een scheepstype dat in de 18e en 19e eeuw als vrachtschip werd gebruikt. Dit te koop aangeboden schip was een tweemaster. Destijds was de maatvoering in voeten. In Nederland had praktisch elke stad zijn eigen voet. Het meest in gebruik was de zogenaamde Rijnlandsche met een lengte van 0,3140 meter, deze voet was weer onderverdeeld in 12 Rijnlandsche duimen. Het schip zou dan circa 14 meter lang en ruim 3,5 meter breed geweest zijn. Het berkhout, ook wel bergof barghout genoemd, is een band om de buitenzijde van het schip heen, die dient voor meer stevigheid. Treil is het touwwerk van het schip. Wanneer het schip geheel getuigd was, dan voerde het aan de voorste mast een (groot)zeil, de fok en drie kluiverfokken en aan de bezaansmast het “boesaanzeil”. Tegen overkomend water kon het “schuizeil” over de luiken worden getrokken. Of het schip verkocht is en aan wie is in de krant niet te vinden. Dezelfde dag werd door Fedde Heslinga het veer van Harlingen op Bolsward en vice versa uit de hand te koop aangeboden. Deze Fedde behoorde tot de Doopsgezinden in Bolsward. Hij was zeer bemiddeld, houtkoper van beroep. Op 24 februari komen we een oproep tegen van de se-

12

nummer 3 - jaargang 2

cretarissen Wiarda te Oosterlittens en Bolsward. Zij roepen als curatoren van de boedel van wijlen Jelte Hinnes te Bolsward ieder die iets schuldig is of te vorderen heeft op, zich voor 12 maart te melden. Jelte Hinnes was bakker en molenaar geweest in Oosterwierum, maar ook distillateur en had zich nadat hij zijn zaken aan de kant en van de hand had gedaan in 1760 in Bolsward gevestigd. Hij hanteerde toen de achternaam Van der Meulen. Eind januari 1762 overleed hij. Abel Wiarda was secretaris van de grietenij Baarderadeel en een van de schuldeisers van Jelte, zijn broer Hans Willem was secretaris van de grietenij Wonseradeel en woonde in Bolsward. Op 16 februari had de boedelbeschrijving plaats gevonden. Tot de boedel behoorden onder andere circa 25 zilveren voorwerpen. Pas op 27 november komen we de volgende vermelding tegen. In de rubriek scheepsberichten lezen we dat op 1 november te Bordeaux is gearriveerd - komende van Brest - het Koffe-schip “De jonge Basseleur”, met als kapitein Fokke Lases. Er werd wijn ingeladen bestemd voor Amsterdam. Fokke woonde op de Koornmarkt, thans Marktplein. De naam van het schip verwijst waarschijnlijk naar Sipko Basseleur, zoon van de in Bolsward wonende doctor Ime Adriaan Basseleur, secretaris van Westergo’s IJsselmeerdijken. Op 22 december wordt de door de raad gedane voordracht aan de stadhouder afgedrukt. “In de nominatie zijn gebracht”: de heren oud-burgemeesters Jonkheer G. S. van Heemstra en D. Bouma en de oud-raadsleden S. Swerms en G. Braaksma. Hoe kwam zo’n nominatie tot stand? Uit de vroedschap (36 leden) werden door loting 5 leden aangewezen, die per vacature een dubbeltal samenstelden en dit in gesloten brief aan de stadhouder zonden. De stadhouder benoemde per brief uit het dubbeltal de nieuwe magistraatsleden. De brief van de stadhouder mocht eerst op nieuwjaarsdag worden geopend.

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie


KUNSTENAAR JAN MURK DE VRIES

Kunstenaar Jan Murk de Vries en zijn band met Bolsward Eén van de bekende persoonlijkheden afkomstig uit Bolsward is beeldend kunstenaar Jan Murk de Vries. Reden voor ons hem te bezoeken in zijn woonplaats Firdgum. In zijn woning annex atelier hadden we een prettig gesprek over zijn herinneringen aan Bolsward, zijn werk en zijn levensvisie.

✑ door Dicky Bosma-Faber Jeugd in Bolsward Het is 11 november 1919, de dag van Sint Maarten. In het gezin van Klaas de Vries en Murkje Langeraap worden op deze dag Alida Klaziena en haar tweelingbroertje Jan geboren. Er is al een zoontje Klaas (11 november 1917) en een dochtertje Fettie (11 december 1915). Vader Klaas is onderwijzer aan de christelijke CVO-school. Het gezin woont aan de Snekerstraat 46, maar verhuist later naar het Jugendstilhuis nummer 25 aan de overkant. Jan Murk heeft nog levendige herinneringen aan die tijd. Spelen op straat met een hoepel en verstoppertje spelen in de grote tuin met tweelingzusje Alie en buurmeisje Baukje de Boer. , zomer 1929 Aan het eerste jaar op de lagere school heeft hij minder prettige herinneringen. Jan is namelijk linkshandig en om hem dat af te leren wordt hij hardhandig door Juf Talens op z’n hand geslagen. Alle kastijdingen ten spijt, hij blijft linkshandig. (Jaren later ontmoet Jan Murk in Nijlânstate te Leeuwarden zijn oude Juf Talens en vraagt haar of ze zich nog herinnert dat ze hem zo vaak sloeg. Ze weet er niets meer van. Jan Murk daarentegen wordt er nog dagelijks aan herinnerd wanneer hij verftubes met de naam Talens gebruikt.)

▲ vlnr: tweelingzus Alie, Jan, buurmeisje Baukje de Boer Vader is ook organist in de Broerekerk. Kleine Jan mag vaak mee naar de kerk. Zittend naast vader op de orgelbank, gluurt hij nieuwsgierig naar de mensen die de kerk binnenkomen. Om hem rustig te houden, heeft vader in de ruimte achter het orgel een tafeltje onder het hoge spitsboograam gezet. Tijdens de preek kan Jan daar naar hartenlust tekenen. Op zulke momenten voelt Jan zich intens gelukkig.

deze school niet af. Hij wordt namelijk ziek, krijgt een vorm van kinderverlamming en kan zich na die tijd slecht concentreren op de studie. Omdat hij zo goed kan tekenen gaat hij naar de Rijksnormaalschool voor Beeldende Kunsten (tegenwoordig Rietveld-academie) in Amsterdam. Hier behaalt hij in 1938 zijn lagere tekenakte en een jaar later zijn middelbare tekenakte.

Helaas, op 7 maart 1926 overlijdt mamme De Vries aan de gevolgen van een fatale val over een hek. Na enige tijd hertrouwt vader met Joukje van der Feen-Jager, die dan al tien jaar weduwe is. Werd de echte moeder door de kinderen mamme genoemd, de tweede moeder noemen ze moeder. Door dit huwelijk krijgt Jan er een (stief)broer bij, Siebren Justus, met wie hij het heel goed kan vinden. Deze Siebren is erg muzikaal, speelt viool en krijgt les van de befaamde Bolswarder toonkunstenaar Abraham Alt. Later zal Siebren een begaafd violist worden in het Frysk Orkest. Opleiding, studie en werk Het blijkt dat tekenen heel belangrijk is voor Jan. Na de lagere school gaat hij een paar jaar naar de HBS, maar maakt

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie

▲ Jan, zomer 1929 nummer 3 - jaargang 2

13


KUNSTENAAR JAN MURK DE VRIES

▲ Jan Murk de Vries in zijn atelier. Lerares Welleman zegt al tijdens een van de eerste lessen dat Jan aanleg heeft voor monumentale kunst. Ze heeft een vooruitziende blik, in de toekomst zal Jan veel monumentale werken maken. Met het behalen van beide aktes ligt het in de lijn dat Jan tekenles gaat geven, maar hier voelt hij niets voor. Hij wil autonoom en ongebonden kunstenaar zijn.

▲ Houtplastiek gedachteniskapel Titus Brandsma St. Franciscuskerk, Bolsward

14

nummer 3 - jaargang 2

Hij maakt studiereizen naar Scandinavië, Italië en Frankrijk. Hij bekwaamt zich in verschillende technieken en ontwikkelt een eigen, karakteristieke stijl. Dit houdt wel in dat hij de eerste jaren na zijn studie in betrekkelijke armoede leeft. Gelukkig vindt hij steun bij zijn vroegere buurmeisje Baukje de Boer, met wie hij zich verlooft. Zij werkt als diëtiste in het Burgerziekenhuis in Amsterdam. Wanneer Jan er achter komt dat hij homoseksueel is, komt de relatie onder druk. Ze bespreken de situatie en Baukje toont veel begrip. Ze blijven hun hele leven goede vrienden. In

1943 wordt Jan opgenomen in de Annakliniek te Leiden, destijds de enige orthopedische kliniek in Nederland. Als nasleep van de vorm van kinderverlamming ondergaat hij hier een operatie aan zijn rechter been. Hij verblijft er acht weken. Nadien heeft hij last van evenwichtsstoornissen. Op doktersadvies gaat hij een tijdje naar Terschelling om in de zuivere zeelucht aan te sterken. Uit deze periode toont hij ons een schilderij. Hij woont daarna nog enige jaren in Workum, maar verhuist in 1952 naar Leeuwarden. In deze periode komt hij in artistiek opzicht volledig tot ontplooiing. Een tentoonstelling in het Kunstcentrum Prinsentuin, waar een op groot formaat geschilderde Mariafiguur opvalt, geeft aanleiding tot een van de eerste grote opdrachten: gezandstraalde ramen met als onderwerp het scheppingsverhaal voor de St.Thomasschool te Leeuwarden. (Toevallig dezelfde school waarvan Peter

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie


KUNSTENAAR JAN MURK DE VRIES Mulder, een van de redacteuren van dit blad, nu directeur is.) Er zullen nog veel opdrachten volgen: muurschilderingen, houtreliëfs, metaalplastieken en acrylaatglas- ramen. Levensbeschouwing Begin jaren vijftig besluit hij, als hommage aan mamma Murkje, haar naam als tweede naam toe te voegen. Sindsdien is het dus Jan Murk de Vries. In die tijd verdiept Jan Murk zich in het R.K.-geloof. Hij heeft altijd al gevoelens gehad voor de Maria-verering, de Moederfiguur spreekt hem erg aan. Hij beleeft de eucharistieviering in de R.K.-kerk intenser dan het heilig avondmaal in de Hervormde Kerk. Wanneer broer Klaas en zus Fettie hiervan horen, zijn ze danig ontstemd. Jan Murk laat zich echter niet van de wijs brengen en volgt de stem van zijn hart. Op 18 december 1963 treedt hij toe tot de R.K.-kerk. Hij legt echter wel vast dat er bij zijn dood een oecumenische dienst gehouden zal worden, met een pastoor en een dominee. Dit als eerbetoon aan de protestantse opvoeding die hij van zijn ouders kreeg. Werken en wonen In 1964 verhuist Jan Murk naar Harlingen, waar hij 22 jaar zal wonen en werken. Hoewel hij het vak van tekenleraar nooit ambieerde, geeft hij in de jaren 70 enige tijd tekenles aan R.K.mavo in Bolsward. In 1986 betrekt hij met levenspartner Wilt Cordes een

▲ schilderij Hooiland op Terschelling woning in Firdgum. Tot op de dag van raam aan een tafeltje zat te tekenen. vandaag werkt Jan Murk hier in zijn ruime atelier. Wat zou ik het prachtig vinden om in die Broerekerk nog eens een over Broerekerk zichtstentoonstelling van mijn werk Nadat we de werken in zijn atelier heb- te hebben….’ Laten we hopen dat die ben bezichtigd, zegt Jan Murk bij het wens eens uitkomt. afscheid: ‘Ik heb nog één grote wens. Als ik op het Broereplein in Bolsward Een kleine greep uit de vele voor de Broerekerk sta en ik kijk naar het grote spitsboogvenster boven de inmonumentale werken van gang, dan moet ik altijd denken aan dat Jan Murk de Vries kleine jonkje dat daar, terwijl vader op het kerkorgel speelde, onder het grote Harlingen, St.- Michaëlkerk: in het koor van de kerk enorme acrylaat-glazen ramen, het open kruisbeeld en een chamotteplastiek. Harlingen, St.-Michaëlsc hool: chamotteplastiek ‘de wonderbare visvangst’. Bolsward, Martinikerk: fresco, kruis in het koor en houtsnijwerk aan het koororgel. Bolsward, St.-Franciscuskerk: houtplastiek gedachteniskapel van Titus Brandsma. Restauratie kruiswegstaties. Bolsward, Houtplastiek gedachteniskapel Titus Brandsma Bolsward, voormalige Chr. Mavo aan de Burgemeester Praamsmalaan: een gezandstraald raam. Omdat het gebouw een andere bestemming heeft gekregen is het raam verwijderd en door de gemeente in depot opgeslagen. Lemmer, N.H.-kerk: houten doopvont. Oldeboorn, N.H.-kerk: glas-in-loodraam. Schiphol, stiltecentrum: decoratieve acrylaatglas-panelen die de vier elementen water, vuur, aarde en lucht uitbeelden.

▲ Schiphol, stiltecentrum Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie

nummer 3 - jaargang 2

15


KOLVEN TERUG IN FRIESLAND

▲ Koflbaan 'De Doele'

Kolven terug in Friesland ✑ door Peter Mulder

E

nkele logementen als “’t Rood Hert” (later spaarbank tegenover het Stadhuis) en sociëteiten “De Doele” en “De Nederlanden” (bij het Plantsoen aan het Hoog Bolwerk) hadden speciaal daarvoor in een van hun ruimtes een spiegelgladde baan aangelegd. In 1882 werd in “De Doele” een zogenaamde invitatiewedstrijd gehouden. De eerste prijs werd behaald door R.J. Vos uit Bolsward terwijl premies werden gewonnen door inwoners van Sneek, Andijk, Arum en Hoogkarspel. De 5e premie was voor Nicolaas de la Lande Cremer. De wedstrijd slaagde dermate goed dat werd besloten tot de oprichting van “De Kolfclub Bolsward”. Belangrijke leden uit de beginjaren waren Petrus Jorrit de Boer, eigenaar van kruidenierswinkel “De Ster”op de hoek van de Koemarkt en de Grote Dijlakker, Rinke Jans Vos, eigenaar van het Verkoophuis aan de Marktstraat en P.J. Fennema, uurwerkverkoper tegenover het stadhuis. De sterkste Bolswarder speler was gedurende een reeks van jaren architect Klaas Tromp. Verschillende jubilea In 1894 ging het 12,5 jarig jubileum van de kolfclub “Bolsward” gepaard met een wedstrijd en een feestavond. Speciaal voor deze gelegenheid werd het volgende lied in de Friese taal gecomponeerd: Feestsangkje Wijze: Daar gaat nu mijn Kloris vol moed met zijn vrinden Lit nou ús soargen in poaske forjitte Wij meije sa fleurich hjir bij enoar

16

nummer 3 - jaargang 2

Met deze kop liet het Bolswards Nieuwsblad het lezerspubliek onlangs weten dat de belangstelling voor de kolfsport groeiende is. In de horecagelegenheid “’t Honk ” te Exmorra werd pas geleden na vele jaren weer een Friese kolfbaan geopend. In het artikel werd terecht opgemerkt dat Bolsward vroeger het centrum van de kolfsport in Friesland was. Interessant is een transactie uit 1766 waarin Johan Hendrik Creser, gewezen mondkok van wijlen haar doorlugtigste hoogheijt mevrouwe de princesse douarière de Oranje en Nassau etc. etc. etc, en Catharina Johan Netta Thiel, echtelieden te Leeuwardent een huis met stalling en kolfbaan kopen, het Wapen van Wonseradeel genaamd. Later werd dit logement ’t Rood Hert genoemd.

sitte; Hwa wit it honear ús dit wer barr mei? Dit is dôch gjin pretsje fen kom alledei. Lit dompers mar grine, lit dwersdriuwers tsiere, Lit oaren yn tsjustere saken omriere; Lit ús ljeaver sjonge, hwent haters fen sang Binn’ haters fen ’t goede, dat witte wy lang. Wy moatte alle dagen safolle biskreppe, For’n hopen bilangen ús warre en ús reppe, Nou binn’ wij ris efkes fen ’t ketting en frij Op ’t feest fen ús Boalserter priiskolverij. En dêrom, goe frjeunen, lit fleurich ús sjonge; Helje mar op, mei oandrang, lit los mar de tonge! Wy hoopje, dat dit yette faken hjir nei Op ’t feest fen ús kolven ús wer barre mei.

der” speelde het Stedelijk Muziekkorps een concert op het Marktplein. Op de laatste avond hield men een feestelijke prijsuitdeling, met een optreden van het vermaarde duo Hartman, waarna muziek, voordrachten en bal. De ereprijs was beschikbaar gesteld door Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden. Er namen 14 verenigingen deel, waaronder naast “Bolsward”, o.a. “Utrecht”, “Amsterdam”, “Recht Door” uit Alkmaar, “De Prins van Oranje” uit Goes en “Sta Vast” uit Grootebroek. Na verloop van jaren kwam de klad er in. Vele verenigingen verdwenen en slechts een aantal, vooral in West-Friesland hielden stand. De toekomst Er lijkt in de kolfsport weer een opleving te komen en wie weet strekt dat zich uit tot Bolsward. Mocht men om een kolfbaan verlegen zijn, het schijnt dat de originele baan onder “De Doele” weliswaar weg getimmerd maar nog wel aanwezig is.

Op 12, 13 en 14 september 1909 werd ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de kolfclub “Bolsward” een nationale kolfwedstrijd gehouden op de kolfbaan van sociëteit “De Doele”. Uit een programmaboekje blijkt dat twee leden, te weten R.J. Vos en C.W. Eisma zitting hadden in het hoofdbestuur van “den Nederlandschen Kolfbond”. Er was een uitgebreid feestprogramma. Er werd gekolfd, gebiljart, en men kon aanzitten aan de feestdis van “de Doele”, voor fl. 2,50 per couvert, met inbegrip van een halve fles wijn. Bij “gunstig we-

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie


VERS GEPERST

Vers Geperst ✑ door Jan Keuvelaar

In deze rubriek wordt aandacht besteed aan kortgeleden, dus vers van de pers gekomen boeken en brochures die Bolsward als onderwerp hebben of waarbij Bolsward een rol speelt. Dit jaar verschenen tot nu toe:

In moaie dei yn ‘e hjerst en Wa rêdt Cesilia Tan Auteur: Aggie van der Meer Voor beschrijving zie: www aggievandermeer.nl Uitgever: Elikser - Frysk en Frij útjouwerijen, 2012; paperback; prijs € 18,50.

Overvaart: Historische familieroman Auteur: Aggie van der Meer In 2006 verscheen deze roman in het Fries. Dit jaar verzorgde de schrijfster een vertaling in het Nederlands. Dit boek werd bekroond met de Piter Jelles Priis van de gemeente Leeuwarden. Uitgever: Pumbo 2012; paperback: 247 pagina’s; te bestellen via www.aggievandermeer.nl; prijs € 17,50.

De beul van Bolsward… en andere persoonlijke verhalen Auteur: Willem Haanstra De verhalen gaan over 20 Bolswarders die een band met Bolsward hadden of hebben. Van Bo(a)lsert tot Jorritsma. Uitgave: Mostert & van de Kamp Multimediamakers; gebonden; 122 pagina’s; prijs € 24,95.

De koorbanken in de Martinikerk te Bolsward / en hun Europese context Auteur: Regenerus Steensma

Eenvoud is het kenmerk van het ware De 100 beste columns van stadsboer Corrie de Groot, samenstelling Ronald Wijnia. Een keuze uit de bijdragen die Corrie de Groot schreef voor ‘t Groentje, het clubblad van de voetbalvereniging Bolswardia in de periode 1970 tot 2007. Uitgever: Friese Pers Boekerij; paperback; 176 pagina’s; prijs € 14,95.

60 jaar Heamiel, wat bleef en veranderde Auteurs: Jubileum-commissie en studenten Noordelijke Hogeschool; Uitgave in eigen beheer; gebonden; 18 pagina’s; prijs € 10,00.

Uitgever: Bornmeer, Gorredijk 2012; gebonden; 240 pagina’s; prijs € 27,50.

Melis van der Sluis Ceramic artist Potter Uitgave: De Roos van Tudor, Leeuwarden 2012 In het Engels, Nederlands en Fries. De uit Bolsward afkomstige Van der Sluis vestigde zich - samen met een zus - als kwartiermaker voor de rest van de familie in februari 1952 in Nieuw Zeeland. Ontwikkelde zich daar in de loop der jaren tot kunstenaar/pottenbakker.Hij exposeert regelmatig in Nederland. Het boek verscheen ter gelegenheid van de opening van een solo-expositie op 9 juni 2012. Uitgave: De Roos van Tudor, Leeuwarden 2012; gebonden; 168 pagina’s; prijs € 24,50

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie

nummer 3 - jaargang 2

17


EEN RAADSELACHTIGE GEVELSTEEN

Een raadselachtige gevelsteen Deze gevelsteen is ooit vanuit een andere hoek gefotografeerd en afgedrukt in het fotoboek “Bolsward, bezien en bezongen”, van E.S. de Jong, uitgave 1971. Sinds “onheuglijke” tijden is de steen op grote hoogte aan het begin van de tegenwoordige Lombardsteeg aan de zijmuur ingemetseld en had daarom als kijkobject geen betekenis. Recent is het betreffende pand gerenoveerd, waarbij de zijmuur aan de steegkant werd vernieuwd. De steen is op dezelfde hoogte herplaatst. ✑ door J. B. Elzinga Onder de steen staat gegraveerd: T IS BEGONNEN, MAERT NYET VERWONNEN, AL TOT SPYT DIET BENYET Verdere uitleg van het cryptische onderschrift ontbreekt. Mijns inziens is de belangrijke vraag, wat in een heel ver verleden de aanleiding voor de vervaardiging van deze steen is geweest. Misschien heeft de tekst betrekking op

▲ geveltekening Martin, 1865. een gevoerd proces. Onderzoek naar processtukken in het moeilijk toegankelijke Nedergerechtsarchief geeft mogelijk meer duidelijkheid. De Lombardsteeg heette in de 18e eeuw “de lange steeg”, nog vroeger was de naam Jarich Heeressteeg. Die naam was ontleend aan de burgemeester, die omstreeks

18

nummer 3 - jaargang 2

1600 in het huis op de hoek van de Appelmarkt woonde, waarin thans aan de steegzijde de gevelsteen is ingemetseld. De beeltenis stelt vermoedelijk deze Jarich Heeres voor. Ter aanvulling door Peter Mulder Het komt vaker voor dat gevelstenen worden herplaatst. Soms in het pand waar de steen ooit heeft gezeten, soms ook elders in de stad. Dit eerste is het geval geweest met de buste die met enige moeite in de Lombardsteeg is te bewonderen. Aanvankelijk versierde de steen de voorkant van de gevel. In vroeger jaren was dit pand samengetrokken met het naastgelegen huis en zelfs het huis er achter aan de Koemarkt hoorde erbij als koetshuis. In Bolswarder Zaken, de vaste historische rubriek van het Bolswards Nieuwsblad, zullen Jan Keuvelaar en ik verder op de geschiedenis van dit pand ingaan. Het hoekpand werd in 1866 voor fl. 2700,00 eigendom van Herman Oosterbaan en ingericht als winkel. Het kreeg daarbij een nieuwe gevel. Op dat moment is de gevelsteen verplaatst naar de steeg. Wat men tegenwoordig in de zijmuur aantreft, is slechts een deel van de versiering die dit mooie grachtenpand droeg. Voor men tot sloop van het huis overging, is op verzoek van het Oud-

▲ De gevel op de hoek van de Appelmarkt heidkundig Genootschap door stadstekenaar Martin een tekening gemaakt, die vervolgens in het Provinciaal Archief is bewaard. Het feit dat dit toen is gebeurd, tekent de historische waarde van de gevel. Na enig speurwerk is de tekening boven water gekomen en laat het ons een beeld zien van een bovenkant van een mooie gevel in Bolswards binnenstad, die helaas verloren is gegaan. Zoals Elzinga al zei: in het begin van de 17e eeuw werd het huis bewoond door burgemeester Jarich Heeres. De overlevering vertelt dat hij in een procedure betrokken is geweest en dat hij zijn beeltenis in steen heeft laten aanbrengen, met het satirisch gedichtje er onder. Volgens molenkenner drs. D.M. Bunskoeke, die rond 1990 als archivaris werkzaam was in Bolsward, was Jarich Heeres in 1592 eigenaar van de molen buiten de Blauwpoort. In 1608 wordt er over een “leedige molensteed” gesproken, zodat er van afbraak of vernieling sprake moet zijn geweest. Drie jaar later stond er opnieuw een molen, nu eigendom van onder meer Jacob Pieters. Nader onderzoek zou ons duidelijk kunnen maken of het gedicht iets met de affaire rond de molen te maken heeft. Hopelijk wordt dit mysterie eens ontrafeld, zodat de betekenis van de gevelsteen aan waarde wint.

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie


50 JAAR BOS

50 Jaar Bos: nét iets meer, nét iets anders en nét iets nieuwer ✑ door Peter Mulder

N

a zijn diensttijd keerde Eise niet terug naar school, maar besloot hij een bedrijf te starten. Samen met Klaas Ybema werd een constructiebedrijf opgezet onder de naam “Bos en Ybema”. Ybema besloot al vrij snel te stoppen en Eise veranderde de naam in “E.H. Bos Constructiebedrijf”. We schrijven het jaar 1962 en het eerste ontwerp dat werd geconstrueerd was een slotenreiniger. Met medewerking van de Landbouwvoorlichtingsdienst konden demonstraties worden georganiseerd. Dat de familie achter de ambities van Eise stond, werd zichtbaar in de hulp van broer Andries en het uitlenen van de trekker door heit Bos. De ouderlijke boerderij van waaruit men werkte, bleek snel te klein en er werd uitgeweken naar een pand in Lollum. Daar begon de productie op 1 oktober 1962. Aanvankelijk werkte Eise alleen met hand- en spandiensten van zijn broers Andries, Henk en Sjaak, maar weldra trok men een extra kracht aan. Naast het constructiewerk kwamen er steeds meer reparatieopdrachten. In 1965 ontstond de mogelijkheid om het dealerschap van Renault-tractoren te verkrijgen. Een mooie gelegenheid

Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat Eise Bos de basis legde voor een inmiddels gerenommeerd constructie- en machinebouwbedrijf, dat nu een 20-tl werknemers in dienst heeft. Eise wilde na de lagere school naar de LTS waar hij een voorkeur voor timmeren had. Een beroepstest wees uit dat de metaalsector een betere richting voor hem zou zijn, en aldus geschiedde. Na de LTS volgde een driejarige opleiding in Voortgezet Technisch Onderwijs en een jaar schakelklas, waarna de HTS-opleiding werd gevolgd. Een jaar later werd hij opgeroepen voor militaire dienst om daar te gaan werken bij de Technische Dienst. de werkzaamheden uit te breiden. Het aantal personeelsleden groeide en de komst van het dealerschap met alle daaruit voortvloeiende service- en reparatiewerken betekende in feite de start van het mechanisatiebedrijf. De tijd stond niet stil en het werk breidde zich uit. Daarmee ontwikkelde zich ook de filosofie die nu nog steeds recht overeind staat. Het ontwikkelen van innoverende machines voor de professionele gebruiker in sloot- en bermonderhoud, grondwerk en egalisatie. Dit alles vanuit het perspectief van een totaaloplossing. Kortgezegd net iets meer, nét iets anders en nét iets nieuwer. Toename van de activiteiten leidde er in 1969 toe dat de voormalige grasdrogerij in Oosterend werd aangekocht. Broer Henk was inmiddels tot de zaak toegetreden en onder de naam “Firma E.

en H. Bos Landbouwmechanisatie en Constructie” werden de werkzaamheden voortgezet. De mechanisatie onder leiding van Henk vanuit Oosterend en

de constructie vanuit Lollum. Het ging de firma voor de wind en het bedrijf groeide uit tot dertig man personeel. De ambities kenden geen grenzen en er werd uitgekeken naar een ruimte voor een nieuw te bouwen bedrijf. Het idee om een industrieterrein op te zetten in Lollum mislukte, maar via onderhandelingen met de NMB-bank werd een oplossing gevonden in Bolsward. Op 1 juli 1979 kon het bedrijf van Schukken aan de Hichtumerweg worden overgenomen. Dit Bolswarder bedrijf produceerde cyclomaaiers. Problemen rond door Schukken aangevraagde octrooien dreigden roet in het eten te gooien, maar uiteindelijk werden machines, voorraden en personeel overgenomen. Het bedrijf Bos kende nu drie onderdelen: Lollum was het centrum voor de tractoren, Oosterend had de landbouwmechanisatie en Bolsward de constructie van de eigenbouw-machines en de reparaties van de maaimachines. Samen boden de bedrijven werk aan 60 man personeel. In 1983 besloten Henk en Eise tot een splitsing van het bedrijf. In goed overleg ging Henk verder

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie

nummer 3 - jaargang 2

19


50 JAAR BOS in Oosterend en Lollum met de landbouwmechanisatie, terwijl Eise het beheer kreeg over de constructiefabriek in Bolsward. Vier jaar later kwam het fabriekspand van Koopmans Machinefabriek door faillissement leeg te staan. Er vonden gesprekken met de curator plaats en na veel overleg kwam er een doorstart. Bos nam het pand met een deel van de inboedel over. Een aantal personeelsleden van Koopmans startte een eigen bedrijf onder de naam De Klokslag en huurde ruimte van Bos. In 1992 brandde de fabriekshal af. Door een slordigheid was er een ver-

✑ door Dicky Bosma-Faber

IN MEMORIAM zekering afgesloten op Hichtumerweg nummer 1, terwijl de nummers 1 t/m 6 een prooi van de vlammen werden. Het gevolg was een schadepost van enkele tonnen. Uiteindelijk dwong de brand tot een grondige reorganisatie. De straalmachine werd niet opnieuw gebouwd en de rvs-stralerij onderging een modernisatie. Vanaf het jaar 2000 werden plannen ontwikkeld voor de opvolging. Dit resulteerde in 2005 tot de toetreding van neef Joris Bos. Samen met Eise werd hij

eigenaar van dit prachtige, moderne bedrijf. Eise trok zich geleidelijk aan meer en meer terug uit het productieproces, maar komt ook nu nog regelmatig over de vloer. Terugkijkend op de afgelopen 50 jaar schrijft hij in een keurig uitgegeven jubileumboekje: “50 jaar Bos”, dat het een mooie tijd was. “Mijn leukste tijd was toch wel toen ik met Henk samenwerkte. Die had altijd veel fantasie. Het was een grote domper dat Henk op 59-jarige leeftijd kwam te overlijden. Aldus de jubilerende nestor van dit eigentijdse familiebedrijf.

In Memoriam

In maart jl. overleden kort na elkaar twee oud-bestuursleden van de Stichting Bolswards Historie, Piet Doornbos en Auke Vlagsma. Piet Doornbos werd op 7 juni 1934 geboren in Maasland, waar hij zijn jeugd doorbracht. Door het werk van zijn vader - hoofd der school - verhuisde het gezin naar Kampen. Hier bezocht Piet het gymnasium. Na het behalen van zijn diploma ging hij theologie studeren. Toen hij zijn propedeuse had gehaald, stopte hij echter met de studie en ging in militaire dienst. Inmiddels waren zijn ouders naar Friesland verhuisd. Na zijn diensttijd kwam Piet weer thuis wonen. Hij kreeg een baan op de secretarie van de gemeente Sneek en werd later secretaris van het samenwerkingsverband van de negen gemeenten in Zuidwest-Friesland. Eind jaren tachtig betrok hij een flat aan de Boudewijnstraat in Bolsward. Hij had grote belangstelling voor geschiedenis in het algemeen en voor de geschiedenis van de stad Bolsward in het bijzonder. Hij had een indrukwekkende antiekverzameling, met een voorliefde voor zilver. Na zijn pensionering is hij nog jaren voorzitter geweest van de commissie Bezwaar en Beroep van de gemeente Bolsward. In 1994 werd hij door Cor Greydanus benaderd om zitting te nemen in het bestuur van Bolswards Historie. In 1999 volgde hij voorzitter Rinze Stellingwerf op. Deze functie vervulde hij tot 2003. Gezondheidsredenen maakten dat hij de voorzittershamer neer moest leggen. Hij blijft in onze herinnering als een aimabele en bescheiden voorzitter, die in de vergadering met subtiele humor ieder bij de les wist te houden. Op 17 maart 2012 overleed hij. Auke Vlagsma werd op 20 april 1938 geboren in Bolsward, waar hij ook zijn jeugd doorbracht. Na zijn middelbare schoolopleiding vertrok hij naar Eindhoven. Hier maakte hij carrière bij Philips. In 1962 trouwde hij met Hannie. Ze kochten een huis in Brabant en samen kregen ze drie kinderen. Hoewel hij met veel genoegen in het zuiden des lands woonde, toch bleef Bolsward trekken. Na zijn prepensioen verkocht hij zijn huis en kocht een woning in zijn geboortestad Bolsward. Auke was zowel op maatschappelijk als kerkelijk gebied actief. Zo was hij jarenlang vrijwilliger bij de stichting ‘De Zonnebloem’. Als contribuant van de Stichting Bolswards Historie was hij in het Nationaal Museumweekend en op de Open Monumentendag suppoost in het Stadhuis. Bovendien verzorgde hij met groot enthousiasme stadswandelingen, ‘stadskuiers’ zoals hij ze noemde. In 2000 werd Auke door Sip Gorter gevraagd als bestuurslid. In 2001 volgde Auke secretaresse Anneke Bouma op. Als secretaris van SBH stroomlijnde Auke onder meer de donateursadministratie. Hij deed dit zo gedegen, dat het secretariaat van de stichting er nog steeds profijt van heeft. Verder was hij redacteur van het contactblad ‘Histoarysk Nijs’, de voorloper van het Magazine Bolswards Historie. In 2011 legde hij zijn functie neer. Kort nadien werd hij ziek en op 24 maart van dit jaar is hij overleden. Wij blijven ons Auke herinneren als een bevlogen ambassadeur voor ‘zijn’ Bolsward.

20

nummer 3 - jaargang 2

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie


BOLSWARD TOEN EN NU

Zicht op Martinikerk 2011 - 1919

Kerkstraat datum onbekend - 2011

Broerekerk 1930 - 2011

Fotograaf Henk Ritskes combineert oud en nieuw

Bolsward toen en nu

De fotoserie is een beeld van het oude Bolsward verwerkt in een beeld van het huidige Bolsward. Hierdoor krijgt men in ĂŠĂŠn beeld een overzicht van

het heden en het verleden. Een deel van de foto lijkt er afgescheurd en is vervangen door een recente opname. Het betreft een serie van elf foto's. Magazine Bolswards Historie plaatst hierbij de tweede serie van vier foto's.

Marktstraat 1934 - 2011 Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie

nummer 3 - jaargang 2

21


ALLERLEI - UIT DE OUDHEIDKAMER

Allerlei Antje Weidema In het eerste nummer van dit blad werd aandacht besteed aan de butte die eigendom was van Antje Weidema. De heer Sytse ten Hoeve uit Nijland maakte ons attent op het bestaan van een afbeelding van haar. Willem Bartel van der Kooi

(1768-1836) heeft in 1815 een tekening gemaakt in zwart krijt op grijs papier. Op deze tekening is zij 49 jaar oud. Op de achterzijde ervan staat: Antje Weidema, geboren 28 april 1766, /Huisvrouw van P. Gosliga, vice president bij / de Rechtbank van aanleg te Leeuwarden. De tekening is sinds 1935 in bezit van het Fries Museum. Bron: C. Boschma, Willem Bartel van der Kooi (17681836), tekenonderwijs in Friesland (Leeuwarden, 1978).

De Spaanse Dame, voorheen stadsdraaiorgel Omke Romke Ons stadsdraaiorgel Omke Romke wordt in 2012 ook honderd jaar. Het orgel dateert uit het jaar 1912 en verscheen toen als “de Spaanse Dame” in de straten van Amsterdam. Het orgel draait sinds 1959 in Bolsward en werd toen omgedoopt tot Omke Romke, een eerbetoon aan mr. Romke de Waard. Het orgel is sindsdien ook onlosmakelijk verbonden met de Fietselfstedentocht. Bij start en finish en bij de MINI-fietselfstedentocht zorgt het orgel voor vrolijke klanken en vertier. Ter gelegenheid van de 100e verjaardag is het orgel volledig gerestaureerd en zijn de dirigent en de beldames teruggeplaatst op het orgel. En ze bewegen. De restauratie is mogelijk gemaakt door de Bolswarder stichtingen, die

ook het bestuur vormen van de stichting waarin het orgel sinds de gemeentelijke herindeling is ondergebracht. In het pinksterweekend en ook daarna kunt u het orgel volop bewonderen en beluisteren. Het is een plaatje en een foto waard. Hulde aan de Bolswarder stichtingen en aan de restaurateurs Jetze de Boer uit Irnsum en Martin Conrads uit Kerkdriel.

✑ door Jan Keuvelaar Begin september kon voor de zilvercollectie van de Oudheidkamer op een veiling een prachtig zeldzaam voorwerp worden aangekocht. De gelobde zilveren brandewijnkom werd in 1680 door de Bolswarder meester Jan Jacobs Munnickhuys ter keuring aangeboden. Op de kom is in het midden een huismerk op schild gegraveerd en links en rechts van dit schild zijn sierlijke initialen aangebracht. Tot nu toe zijn er van Munnickhuys maar vier voorwerpen boven water gekomen, waarvan deze kom er een is. Jan trouwde in 1664 met een dochter van Pieter Jans Poelgeest en kwam in dezelfde stiel als zijn schoonvader terecht. Hem kennen we als de meester van de zilveren flapkan met drie inpassende bekertjes, eigendom van het weeshuis en als bruikleen behorend tot de collectie van de Oudheidkamer. Deze kan zou gemaakt zijn van de zilveren schoentjes van Hid Hero, de stichteres van het weeshuis.

22

nummer 3 - jaargang 2

De nieuwste aanwinst

Magazine Bolswards Historie is een uitgave van de Stichting Bolswards Historie


Advertenties

Woningbouw Utiliteitsbouw Agrarische werken Restauratiewerk Molenbouw Onderhoudswerk

Op ‘e Wâl 8 | 8721 GJ Warns Telefoon (0514) 681 413

Al is ITS een klein busbedrijf, de onderneming biedt meer variatie dan vele groten. Er zijn twee VIP-bussen, waarvan één de officiële bus van de provincie is en dus voorzien is van het logo van de provincie. Deze bus heeft een salonachtig interieur met achter een rondzit in U-vorm en om tafeltjes gegroepeerde stoelen. Voor mensen die slecht ter been zijn of aan een rolstoel gebonden zijn, heeft ITS een speciale bus met verlaagde instap en een rolstoellift. De indeling is variabel, maar veelvoorkomend is 10 rolstoelen en 35 vaste stoelen. Speciaal voor touroperators is de 91-persoons dubbeldekker. Henk Sjollema: “Onze prijsstelling is voor wat wij bieden aanlokkelijk. Stunten doen we niet, in het belang van de veiligheid, de kwaliteit, reinheid, comfort en uitstraling van de bus en de sfeer. Wie aan boord stapt van één van onze bussen voelt zich thuis, of beter gezegd uit. Wij vervoeren kostbaar goed, mensen, en die moeten een fijne reis hebben gehad, ongeacht het doel van de trip. In ons geval praat je ook vaak over zakelijke en politiek-bestuurlijke relaties van onze opdrachtgevers waarmee ze op excursie gaan of die een dagje uit aangeboden hebben gekregen. Dat moet goed.” Dat het goed is bij ITS bewijzen ook kwaliteitskeuren als het Keurmerk Busbedrijf, het ISO 9001 certificaat en het mogen voeren van logo’s van vooraanstaande organisaties en overheden. Voor de continuïteit van het bedrijf is Anne Mulder met zijn partner Hinke uit Hindeloopen de beoogde opvolger en overnamekandidaat.

www.agricolabouw75.nl

HET BOEKHUIS www.hetboekhuis.nl

Appelmarkt 6 • 8701 KH Bolsward Tel: 0515-577717 Noard 17 • 8711 AA Workum Tel: 0515-541314 e-mail: bolsward@hetboekhuis.nl


Advertenties

5 0 ja a r B o s 1 9 6 2 - 2 01 2 Gespecialiseerd in het ontwikkelen en fabriceren van innovatieve machines voor grondverzet en sloot- en bermonderhoud

BOS kOnStruktie en machineBOuw BV Hichtumerweg 1, Bolsward | 0515 - 57 29 41 | www.bosbolsward.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.