Out There #1 Nieuwe Stedenbouw

Page 1

Out there.

1

#

1


is een ontwerpbureau onder leiding van Jeroen de Willigen, Willen Hein Schenk, Eric van Keulen en Jurjen van der Meer. In Groningen, Rotterdam en Keulen werken ongeveer tachtig mensen met verschillende achtergronden, competenties en vaardigheden. Zij werken in teamverband aan het integraal vormgeven en realiseren van architectuur, stedenbouwkundige opgaven en landschappelijke vraagstukken.

2


Voorwoord Deze publicatie is de eerste uit een reeks cahiers die wij vanaf nu in eigen beheer gaan uitgeven. Wij willen graag onze fascinaties, kennis en kunde op het gebied van architectuur, stedenbouw en landschaparchitectuur met u delen. Wij willen de vakdiscussie voeden met onze inzichten en hopen u mee te nemen in de werkwijze van De Zwarte Hond. De titel Hollandse Realist van onze bureaumonografie uit 2004 vertegenwoordigt nog steeds de ziel van het bureau en de publicatie liet de brede vakkundigheid zien van onze ontwerpers. Met de cahiers Out there gaan wij een stap dieper. Wij ventileren hierin ons engagement zonder dogma. De wereld van stedenbouw en architectuur wordt steeds complexer. Om als bureau waarde te creëren voor opdrachtgevers en gebruikers wordt iedere opdracht vanaf het begin integraal aangepakt. Wij maken het nuttige zo aangenaam mogelijk en dit lukt alleen door de mens centraal te stellen en midden in de samenleving te staan. Maatschappelijke invloeden, haar veranderingen en ontwikkelingen gebruiken wij niet alleen om onze ontwerpen te versterken. Het helpt ons te allen tijde om ons doel te bereiken: het verbeteren van de woon-, leef- en werkomgeving. Wij houden namelijk van mensen. In deze eerste uitgave van Out there hebben wij de herdefiniëring van de stedenbouwkundige discipline centraal gesteld. Eén van onze eerste stedenbouwkundige projecten waaraan wij vanaf eind vorige eeuw hebben gewerkt was meteen één van de omvangrijkste projecten in Nederland: Blauwestad in de gemeente Oldambt. Wij hebben veel geleerd van dit project en ruim tien jaar later zien de economische en maatschappelijke omstandigheden er compleet anders uit. Bij hedendaagse en toekomstige projecten staan programma en tempo van ontwikkeling centraal en niet meer winstmaximalisatie of een gewenst eindbeeld. Met deze publicatie verkennen we een andere vorm van stedenbouw.

J. de Willigen Directeur De Zwarte Hond

3


4


Inhoud Inleiding

hoofdstuk 01

hoofdstuk 02

8

DE STEDENBOUWKUNDIGE ALS MODERATOR Opdrachtformulerende stedenbouw

10

LANDSCHAP-LANDGOED-LANDHUIS Studie naar nieuwe landgoederen in Gelderland

16

DIVERGERENDE BESTEMMINGEN Ruimtelijke verkenning Airport Twente

30

PROGRAMMA ALS KATALYSATOR Ontwikkelingsvisie Tuincentrum Overvecht, Utrecht

44

VAN IDEAAL NAAR OPTIMAAL Daadkrachtige open stedenbouw

52

NIEUWE MARKTEN Strategie voor Wilhelm-Leuschner-Platz, Leipzig

60

MEER MET MINDER Ontwikkelingsstrategie Meerstad, Groningen

70

TERUG NAAR ZEE Waterfrontvisie Delfzijl

80

DRENTHE DRIVE Masterstudie FlorijnAs, Assen

90

PROJECTDATA

108

Colofon

110

5


Inleiding De afgelopen decennia stond het kortetermijnresultaat centraal in de hele bouwkolom. Ook bij stedenbouw ging het om harde financiële randvoorwaarden en starre programmatische afspraken. Stedenbouw vertaalde kritiekloos het resultaat van de publiek-private onderhandelingen en verkeerde in de waan nog altijd heldhaftig te zijn. De stedenbouwkundigen werden slechts ingezet om een toeschrijfbaar stedenbouwkundig plan te maken waarin auteurschap en eindbeeld dominant aanwezig waren. Terwijl de invloed van de stedenbouwkundigen zienderogen afbrokkelde, nam paradoxaal genoeg de behoefte aan charismatische ontwerpers toe. Met de innerlijke verbeeldingskracht van de auteur aan de ‘macht’ ging er een overmatige aandacht uit naar vormgeving en belevingswaarde, terwijl intussen alleen ontwikkelaars en overheden werden gefaciliteerd. Maar de tijd is voorbij waarin auteurschap en eindbeeld bij stedenbouw domineerden. Het denken moet drastisch veranderen en dit kan alleen door een proactieve en tegelijkertijd bescheiden houding in te nemen. In toekomstige plannen en projecten dienen de programmatische afspraken en financiële randvoorwaarden met gedegen kennis en onderzoek te worden onderbouwd. Het kostprijsgedreven grondexploitatiemodel moet worden vervangen door een vraaggestuurde strategie waarin het programma en het tempo van de ontwikkelingen centraal staan. De stedenbouwkundige discipline moet samen met overheidsorganisaties en marktpartijen op zoek naar de nieuwe grondtoon en logica van de stad, het platteland en de relatie hiertussen. Het eerste hoofdstuk over opdrachtformulerende stedenbouw gaat in op de nieuwe verhoudingen binnen de ruimtelijke ordening en de rol van de stedenbouwkundige hierin. De complexiteit van de ruimtelijke ordening is de afgelopen jaren exponentieel toegenomen, maar de integrale visie en aanpak

6


is juist steeds meer versnipperd en gedecentraliseerd geraakt. Een meerderheid van de bevolking vindt dat Nederland verrommelt, maar niemand weet eigenlijk wie hier verantwoordelijk voor is. De stedenbouw kan uitkomst bieden, maar de focus dient dan wel te worden verlegd van het kritiekloos oplossen van een opdracht naar het nauwkeurig verkennen, helder duiden en consistent vertalen van een toekomstige opgave. Dit vraagt meer om een moderatieve stedenbouw waarin met open houding betrokkenheid en draagvlak worden gecreĂŤerd. Aansluitend hierop gaat het tweede hoofdstuk over een nieuwe vorm van stedenbouw: open stedenbouw. Deze entamerende werkwijze zet de klassieke plannings- en ontwerpmechanismen op haar kop. De strikte scheiding tussen ontwikkeling en gebruik wordt niet meer gehanteerd. Bij open stedenbouw zijn bestaande gebruikers geen kostenpost en nieuwe gebruikers geen huurders of kopers, maar alle individuen, collectieven en (non)profitorganisaties zijn als stakeholder betrokken bij toekomstige ontwikkelingen in een gebied. De optiematrix is een platform waar alle stakeholders een plek kunnen krijgen en het dynamische keuzediagram introduceert een werkwijze die stap voor stap een haalbaar ontwikkelingsproces mogelijk maakt. Bij open stedenbouw is niet de grootste gemene deler maatgevend, maar het kleinste gemene veelvoud. Beide hoofdstukken worden geĂŻllustreerd met een aantal recente stedenbouwkundige projecten. Sommige projecten zijn opgenomen omdat ze een eerste aanzet zijn tot de in het essay genomen positie, andere projecten laten zien hoe de opgedane kennis in bepaalde mate in de praktijk is gebracht. Alle projecten tonen hoe stedenbouwkundige opgaven aan het veranderen zijn en dat dit tot inspirerende ontwerpen kan leiden die vrij zijn van iconografie.

7


01 8


01 • DE STEDENBOUWKUNDIGE ALS MODERATOR | OPDRACHTFORMULERENDE STEDENBOUW


DE STEDENBOUWKUNDIGE ALS MODERATOR Opdrachtformulerende stedenbouw

De complexiteit van de ruimtelijke ordening is de afgelopen jaren exponentieel toegenomen, maar de integrale visie en aanpak is juist steeds meer versnipperd en gedecentraliseerd geraakt. Overheden zijn daardoor niet meer in staat dit gecompliceerde proces aan te sturen en daarbij heeft de marktwerking de afgelopen decennia zo ongeveer alle ideologieĂŤn tot zwijgen gebracht. De gevolgen zijn onloochenbaar. De woningbouwgedreven ruimtelijke ordening heeft plaatsgemaakt voor een economisch gedreven ruimtelijke ordening. Het kostprijsgedreven grondexploitatiemodel dicteert de inrichting van ons land en verspilt te veel kostbare ruimte. De stedenbouwkundige discipline kan alternatieven leveren, maar de focus dient dan wel verlegd te worden van de ontwerpopgave naar het ontwerpen van de opgave.

10


NIEUWE VERHOUDINGEN De onvrede over de ruimtelijke ordening is groot. Het platteland loopt leeg, steden dijen alsmaar uit, natuur verdwijnt, het fileprobleem lijkt onoplosbaar en de woning- en kantorenmarkt is ziek. Een meerderheid van de bevolking vindt dat Nederland verrommelt, maar niemand weet eigenlijk wie hier verantwoordelijk voor is. Sinds het huidige kabinet het ministerie van VROM heeft opgeheven is de regie over de ruimtelijke ordening van Nederland verplaatst naar de bezemkast van het ministerie van Infrastructuur & Milieu en de fietsenberging van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De meeste lagere overheden kunnen de taken die de Rijksoverheid over de schutting heeft gegooid niet bolwerken. Het institutionele ontwerpen bij provincies en grote gemeenten is namelijk volledig uitgehold als gevolg van het neoliberalisme. De stedenbouwkundige diensten zijn bij gemeenten volledig uitgekleed en gereduceerd tot een faciliterend orgaan en in kleinere gemeenten is de stedenbouwkundige expertise langzamerhand bijna helemaal verdwenen. De politiek kan en wil geen richtlijnen meer geven voor de toekomst. Tegenover deze bestuurlijke inefficiĂŤntie staat een uiterst efficiĂŤnte lobby van projectontwikkelaars en andere marktpartijen, maar ook omwonenden, rivaliserende overheden, milieuactivisten en natuurliefhebbers. Menig ambitieus ruimtelijk plan wordt hierdoor in de kiem gesmoord of jarenlang tegengewerkt. In toenemende mate zijn overheden kennisontwikkeling, proces- en ontwerpwerkzaamheden gaan uitbesteden. Management- en consultantsbureaus hebben samen met ingenieursbureaus adequaat ingespeeld op deze ontwikkelingen. Zij hebben hun werkzaamheden kunnen uitbreiden bij overheidsorganisaties en leiden steeds vaker de proces- en advieskant van de ruimtelijke ordening. Projectontwikkelaars hebben de gebiedsontwikkeling volledig naar zich toe kunnen trekken en hebben, indien nodig, meegewerkt aan publiek-private samenwerkingsconstructies. In ruil voor de gegeven denk- en innovatiekracht hebben marktpartijen naar eigen inzicht de programmatische en esthetische uitvoering bepaald. Tegelijk met de verandering in het stedenbouwkundig opdrachtgeverschap wijzigde ook de ruimtelijke opgave.

11


De komende decennia zullen in het teken staan van de continue transformatie van bestaande stad en dorp. Deze uiterst complexe opgave betreft per definitie een groot aantal verschillende partijen met uiteenlopende belangen. COMPLEXITEIT De transformatie van het bestaande stedelijke en landelijke weefsel van Nederland is niet alleen een ruimtelijke opgave, want tegelijkertijd spelen hier economische, sociale, culturele en politieke krachten een prominente rol. De toegenomen individualisering, betekenisveranderingen van zekerheden, plus de ecologische effecten van globalisering hebben gevolgen voor onze maatschappij. Al deze maatschappelijke ontwikkelingen hebben invloed op het vak stedenbouw. De geijkte grenzen van planologie, stedenbouw en architectuur voldoen vaak niet meer voor de gecompliceerde ruimtelijke opgaven. Hedendaagse opgaven zijn vaak gesitueerd in de tussenschaal, tussen planologie en stedenbouw of tussen stedenbouw en architectuur in. Vorm heeft hierin een steeds kleiner belang, programma en programmatische allianties worden des te belangrijker. Stedenbouw moet op zoek naar een nieuwe eigen grondtoon en logica van de stad, het platteland en de relatie hiertussen. Op basis van deze veranderende context waarin een stedenbouwkundige moet opereren is het bestaande instrumentarium van stedenbouw niet meer adequaat. De stedenbouwkundige discipline dient niet naarstig op zoek te gaan naar haar (nieuwe) opdrachtgevers, maar zou de veranderde werkelijkheid tegemoet moeten treden met behulp van haar vermogen om kennis te ontwikkelen en te delen en haar potentie om speculatief en beeldend naar de toekomst te kunnen kijken. Hiermee kan een onmisbare schakel tussen de verschillende partijen met uiteenlopende motieven worden gecreĂŤerd. Stedenbouw behoeft dan wel de komende jaren haar werkterrein te verschuiven. Van het uitvoeren van opdrachten naar het verkennen en duiden van opgaven. Daarmee kan de stedenbouwkundige discipline behalve een bijdrage leveren aan het oplossen van actuele vraagstukken, ook proactief een serieuze positie veroveren in het krachtenveld van de ruimtelijke ordening. Een stedenbouwkundige is tenslotte onpartijdig en kan zonder voorbedachte rade opereren. OPDRACHTFORMULERENDE STEDENBOUW In de ooit productieve relatie tussen ontwerp en onderzoek zitten nu weer kansen voor een accentverschuiving. Tot ver in de twintigste eeuw wisten architecten en stedenbouwkundigen onderzoek en ontwerp feilloos te combineren in een ontwerppraktijk. Door ontwerp en onderzoek weer samen te brengen en gebruik te maken van de sterke analytische, projectieve en strategisch-tactische vaardigheden van de discipline ontstaat er een vorm van stedenbouw die wij opdrachtformulerende stedenbouw noemen.

12


!!!!

? ?

?

Niet alleen het uitvoeren van helder geformuleerde opdrachten behoort tot ons vakgebied, maar ook het verkennen, duiden en vertalen van complexe ruimtelijke transformatievraagstukken met een meerduidig commercieel en publiek belang is een taak. Met een nieuw stedenbouwkundig instrumentarium worden de kwaliteiten van mensen en onderwerpen met elkaar verbonden. De traditionele convergerende aanpak wordt vervangen door een divergerende manier van zoeken naar mogelijke oplossingen. In multidisciplinaire teams en in tijdelijke allianties kunnen ambities worden geformuleerd en getoetst op de programmatische eigenschap, ruimtelijke capaciteit en financiële mogelijkheid. Het doel is meer? waarde creëren op alle schaalniveaus en onderwerpen. Nieuwe programmatische concepten !!!! en ruimtelijke prototypen zijn in de huidige markt continu nodig.? Met ? opdrachtformulerende stedenbouw kunnen we opdrachtgevers kennis en kunde aanreiken, zonder een mogelijke belangenverstrengeling. Op een duidelijke en transparante manier worden continu alle belangen zorgvuldig afgewogen. Door beheersing van de competenties onderzoek, ontwikkeling en ontwerp wordt een onderscheidend profiel gecreëerd. Met publieke en commerciële opdrachtgevers kunnen toekomstige ruimtelijke opgaven adequaat worden aangepakt. van presentator naar moderator

? !!!!

?

?

Samenwerking met alle betrokkenen en partijen die over specifieke kennis beschikken is cruciaal bij opdrachtformulerende stedenbouw. Vanaf het begin wordt met open houding gehandeld om betrokkenheid en draagvlak te creëren. De stedenbouwkundige dient derhalve op te treden als moderator. Een moderator leidt het proces in goede banen en stelt de juiste vragen ? op het juiste moment aan de juiste stakeholder. Objectief kunnen door ? een !!!! moderator alle omstandigheden, randvoorwaarden en consequenties ? worden afgewogen. De moderator zorgt er ook voor dat programmatische afspraken en financiële randvoorwaarden worden onderbouwd met gedegen kennis, goed onderzoek en inspirerende ontwerpen.

13


LANDSCHAP-LANDGOED-LANDHUIS

De Zomp

‘t Elzend

Anckerwaerd

Het Eng

Roodselaar

Otelaar

STUDIE NAAR NIEUWE LANDGOEDEREN IN GELDERLAND

14


Olden Goor

Klein Zwitserland

Obbinkmark ‘t Veld

‘t Lenderinck

In opdracht van de provincie Gelderland zijn daarom twaalf gerealiseerde landgoederen geanalyseerd en geëvalueerd op hun ruimtelijke eigenschappen. Met als doel de landschappelijke en architectonische kwaliteiten in de toekomst beter te kunnen sturen en begeleiden. Daartoe zijn alle eigenaren en betreffende gemeenten bij het onderzoek betrokken. Door aandachtig te luisteren, goed te kijken, exact te meten, zorgvuldig te rekenen en precies te tekenen zijn op aspecten zoals zichtbaarheid, toegankelijkheid, ruimtegebruik en bebouwing, de landgoederen bestudeerd. De nadruk in deze analyse lag op de context, de (her)bestemming van de gronden en de wisselwerking tussen de verschillende schaalniveaus.

LANDSCHAP-LANDGOED-LANDHUIS STUDIE NAAR NIEUWE LANDGOEDEREN IN GELDERLAND 2009, in opdracht van provincie Gelderland

Prinsenveld

Er zijn twee verschillende motivaties bij het realiseren van een nieuw landgoed. Enerzijds de persoonlijke motivatie van de particuliere initiatiefnemer om een aantal hectare grond om te vormen tot een nieuw domicilie. Anderzijds het beleid van Rijk en provincie om de vitaliteit van de groene ruimte te vergroten. Hoe komen deze wensen samen? De huidige verschuiving van ruimtelijke ordening naar gemeenten en particulieren brengt eerder onduidelijkheid dan heldere richtlijnen met zich mee. Zo ontbreekt het ook de regeling Nieuwe Landgoederen aan heldere ruimtelijke randvoorwaarden wat leidt tot een onduidelijke opgave, een daardoor moeizaam proces en een willekeurig resultaat.

In aanvulling op het beleid zijn op basis van de studie ruimtelijke randvoorwaarden in de vorm van ontwerpuitgangspunten geformuleerd. Hiermee wordt de opgave voor de ontwikkeling van nieuwe landgoederen scherpgesteld in het ontwerp. Er ontstaat een gedeeld speelveld waarbij voor alle partijen helder is wat onder ruimtelijke kwaliteit wordt verstaan. Overheidsorganisaties en initiatiefnemer kunnen nu samenwerken aan een nieuw landgoed dat perfect past in de omgeving en een kwalitatieve meerwaarde geeft op alle schaalniveaus. Door het geheel te bundelen in een handboek vormt de studie tevens een rijke inspiratiebron. De Zwarte Hond en provincie Gelderland (2010); Nieuwe Landgoederen in woord en beeld - Analyses, handreiking en ontwerpsuggesties; Uitgever provincie Gelderland.

15


TWAALF LANDGOEDEREN

Klein Zwitserland, Aalten

Otelaar, Barneveld

‘t Lenderinck, Bronckhorst

Anckerwaerdt, Culemborg

Roodselaar, Ede

De Zomp, Heumen

16


Het Veld, Bronckhorst

Obbinkmark 1, Bronckhorst

Het Eng, Buren

Prinsenveld, Lochem

‘t Elzend, Wijchen

Olden Goor, Winterswijk

Fotografie: Francisco Reina

17


Landschap Landschap Landschap A part of an existing forest structure Landschap A partLandschap A partforest of anstructure existing forest structure of an existing

LANDSCHAPPELIJKE CONTEXT

A part of an existing forest structure A part of an existing forest structure

12. Olden 11. ‘t Elzend 12 - Goor Winterswijk - Olden Goor Obbinkmark - Het Lenderinck 08 02. Otelaar 05 - Bronckhorst - 05. Obbinkmark 04. Het Veld Wijchen - Het Elzend  02 - Barneveld - Otelaar  Olden 12 - Goor Winterswijk - Olden Goor  Obbinkmark 03 - Bronckhorst - Het Lenderinck 12. Olden 11. ‘t Elzend 12 - Goor Winterswijk12.- Olden Goor 02. Otelaar Obbinkmark 05 - Bronckhorst - 05. Obbinkmark 02. Otelaar 04. Het Veld Wijc 05 - Bronckhorst - 05. Obbinkmark  04. Het Veld Wijchen - Het Elzend   02 Barneveld Otelaar   02 Barneveld Otelaar    12. Olden 11. ‘t Elzend 12 - Goor Winterswijk - Olden Goor 12. Olden ‘t Elzend 04 - Bronckhorst - Het Veld 12 - Goor Winterswijk - Olden Goor  Obbinkmark Bronckhorst - Het Lenderinck Obbinkmark Bronckhorst - Het 08 -11.Ede - Roo 03.03 Het-Lenderinck 02. Otelaar 03.03 Het-Lenderinck 02. Otelaar  05 -Lenderinck Bronckhorst - 05. Obbinkmark 04. Het Veld 05 - Bronckhorst - 05. Obbinkmark Wijchen - Het Elzend 04. Het Veld Wijchen - Het E       02 Barneveld Otelaar  02 Barneveld Otelaar   Bronckhorst - Het Veld   04 - Bronckhorst - 04 Het- Veld     04 - Bronckhorst - Het Veld 04 - Bronckhorst - Het Veld  

Bronckhorst 03.03 Het-Lenderinck 

‘t Lenderinck

Obbinkmark 1

Het Lenderinck Bronckhorst 03. - Het Lenderinck 03.03 Het-Lenderinck

Olden Goor

Otelaar

Het Veld







  



 







 

Grote bosstructuren Zichtbaarheid Zichtbaarheid Zichtbaarheid Zichtbaarheid Zichtbaarheid







  







 



De Zomp De Zomp De DeZomp Zomp De Zomp De Zomp

 

































ZICHTBAARHEID UIT HET LANDHUIS Roodselaar Roodselaar Roodselaar Roodselaar Roodselaar Roodselaar

Olden Olden Goor Olden Olden Goor Goor Olden Goor Goor Olden Goor

 



De Zomp De Zomp De DeZomp Zomp De Zomp De Zomp 

Roodselaar





Olden Goor





 



















 

Anckerwaerdt 







 

    

 

 

 



  

 

 









    



 

















   



  

  









 





 







 

 









 



 



 







Otelaar



 







 

Het Veld



 



  















 













 



























 





 



 

















4%

6%

7%

Otelaar

Otelaar Otelaar

Otelaar

Otelaar

7%

7 % 77% %

Otelaar Otelaar Otelaar

7%

8% 7%

8%

8 % 88% %





Olden Goor Olden Goor

OldenGoor Goor Olden Olden Goor

8%

Olden Goor Olden Goor Olden Goor

  















 











 











Het Veld Het Veld



 





  

15%

11 % 11 % 11 11% % 11 % 11 %

HetVeld Veld Het

 





11% 8%

 



 



4 % 4 % 44% % 4% 4% 6 % 6 % 66% % 6% 6% Toegankelijkheid Toegankelijkheid Toegankelijkheid Toegankelijkheid Toegankelijkheid Toegankelijkheid Toegankelijkheid en netwerk en netwerk en netwerk en netwerk en netwerk en netwerk en netwerk























 













 



 



 







 



 









‘t Lenderinck ‘t Lenderin ‘t‘tLen Len

 





OtelaarOtelaar Otelaar OtelaarOtelaarOtelaar

 

 









 

 











De Zomp

 

 





 

 



 



Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerwaerdt



  

Het Veld Het Veld Het HetVeld Veld Het Veld Het Veld









 

‘t Elzend ‘t Elzend ‘t‘tElze Elz







Het Veld Het Veld Het HetVeld Veld Het Veld Het Veld

15 % 15 % 15 15% % 15 % 15 %

Het Veld Het Veld Het Veld Lenderinck ‘t‘tLenderinck Het Veld ‘t Lenderinck

‘t Lenderinck ‘t Lenderinck

15

‘t L

Deel 2 2804.indd Deel 2 Deel 2804.indd Deel13-16 22 2804.indd 2804.indd Deel13-16 2 2804.indd Deel 13-16 13-16 2 2804.indd 13-16 13-16

TOEGANKELIJKHEID EN NETWERK

Otelaar Otelaar Otelaar

Otelaar Otelaar ObbinkmarkII Obbinkmark

Otelaar

Otelaar Otelaar Otelaar Obbinkmark I

Obbinkmark I Obbinkmark I Obbinkmark I Obbinkmark I Prinsenveld Prinsenveld Obbinkmark I Prinsenveld

Obbinkmark 1

Sub thema’s

Anckerwaerdt Prinsenveld Anckerwaerdt Prinsenveld Olden Goor Anckerwaerdt Anckerwaerdt Prinsenveld Prinsenveld Olden Goor Anckerwaerdt Het Veld OldenGoor Goor Anckerwaerdt Olden Anckerwaerdt Het Veld Prinsenveld Anckerwaerdt Het Veld Olden Goor

Prinsenveld

Anckerweardt

Het Veld Olden Het VeldGoor Olden Goor Het Veld HetEng Eng Het Veld Het Het Veld Olden Goor Het Eng

Olden Goor

Sub thema’s

thema’s Sub thema’s Interne route, een aansluiting op Sub een bestaand netwerk Sub thema’s

Subthema’s thema’s Sub

Verbindende schakel

Sub thema’s

Interne route, Interne route, Interne route, Interne route, Interneroute, route, Eén aansluiting op een bestaand netwerk Interne Eén aansluiting op een bestaandInterne netwerk route, Eéneen aansluiting op een bestaand netwerk Eén aansluiting op bestaand netwerk Interne route, Eénaansluiting aansluitingop opeen een bestaand netwerk Eén bestaand netwerk Eén aansluiting op een bestaand netwerk Eén aansluiting op een bestaand netwerk

Deel 2 2804.indd 21-24 Deel 2 2804.indd 21-24 Deel 2 2804.indd 21-24 Deel 2 2804.indd 21-24 Deel22 2804.indd 2804.indd 21-24 21-24 Deel Deel 2 2804.indd 21-24 Deel 2 2804.indd 21-24

18

Het Eng Het Eng Lenderinck ‘t‘tLenderinck

Het Veld

Verbindende Verbindende schakel schakel

Verbindende schakel

Verbindende Verbindende schakel schakel

Verbindende Verbindende schakel Verbindende schakel schakel

He

‘t Lend


C laan

C laan C laan

D linear structure

B dijk

B dijk B dijk

‘t Elzend

C laan

C laan

B dijk

B dijk

C laan

Anckerwaerdt

B dijk

De Zomp

D linear structure

B dijk D linear structure D linear structureD linear structure

D linear structure D linear structure

Roodselaar

09 -Heumen - de Zomp  10 - Lochen - Prinsenveld

Klein Zwitserland

Het Eng

Wijchen - Het Elzend or 

 



 



















38 %

























 





38 %







 





  









 

Prinsenveld

09 -Heumen - de Zomp 01 - Aalten - Klein Zwitserland 09 -Heumen - de Zomp  09 -Heumen - de Zomp 01 - Aalten - Klein Zwitserland  01. Klein Zwitserland 06. Het Eng Beusichem 10. Prinsenveld   01. Klein Zwitserland 06 - Buren - Het Eng Beusichem 08. Roodselaar 08 - Ede - Roodselaar 09. De Zomp 07. Ankerwaard 10 - Lochen - Prinsenveld 07 - Culemborg - Ankerwaard 10 -Zwitserland Lochen - Prinsenveld 01 - Aalten 0 10 - Lochen - Prinsenveld Lochen - Prinsenveld 01 - Aalten - Klein Zwitserland  10- -Klein 10 - Lochen - Prinsenveld 01 Aalten Klein Zwitserland 01 - Aalten - Klein Zwitserland   - Klein Zwitserland 06. Het Eng Beusichem  01 - Aalten 10. Prinsenveld  09. DeKlein ZompZwitserland  01. 06. Het Eng Beusichem 01. Klein Zwitserland 10. Prinsenveld    01. Klein Zwitserland Beusichem 10. Prinsenveld 01. Klein Zwitserland 06. Het Eng Beusichem 10. Prinsenveld06. Het 09. De Zomp 06Eng - Buren - Het 06. Eng HetBeusichem Eng Beusichem 10. Prinsenveld 06 - Buren - Het Eng Beusichem  01. Klein Zwitserland 09. De Zomp 06 - Buren - Het Eng Beusichem 06 - Buren - Het Eng Beusichem  06 - Buren - Het Eng Beusichem    

09 -Heumen - de Zomp 09 -Heumen - de Zomp 08. Roodselaar  08 - Ede - Roodselaar 09. De Zomp 07. Ankerwaard 07 - Culemborg - Ankerwaard  11. ‘t Elzend 02.  Otelaar 04. Het Veld Wijchen - Het Elzend  02 - Barneveld - Otelaar  11. ‘t Elzend 08. Roodselaar d 08 - Ede - Roodselaar 07. Ankerwaard  08. Roodselaar 08 Ede Roodselaar Veld 09.07 De -Zomp 07. Ankerwaard 08. Roodselaar Wijchen Het Elzend 11. ‘t Elzend Culemborg Ankerwaard t Elzend 08. Roodselaar 07 Ankerwaard 08 - Ede --Roodselaar 07.Zomp Ankerwaard - Roodselaar 11.-Ankerwaard ‘tCulemborg Elzend De 07. 08. Roodselaar Wijchen - Het Elzend  08 - -Ede - Roodselaar 07 - 09. Culemborg - Ankerwaard nd04. Het Veld 08 - Ede 07. Ankerwaard 07Wijchen - Culemborg -Elzend Ankerwaard  04 Bronckhorst Het Veld Het  07 Culemborg Ankerwaard          Bronckhorst - Het Veld - Het 04 Veld - Bronckhorst - Het Veld  11. ‘t Elzend

C laan

09 -Heumen - de Zomp 





Oude landschapslijn

Dijk en uiterwaarde

‘t Elzend ‘t Elzend ‘t Elzend ‘t Elzend ‘t Elzend

Kleinschalig landschap

Grootschalig landschap

Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein Zwitserland

 















 











 



‘t Lenderinck  

 







 























 











 

















 

 



















 





Klein Zwitserland 

 



















 



















 



   









   



 













 





 

  

 



     

 















 





 







 



   





 

  





 



  

  

  







 



 

Het Veld







     





 











 

16 % 16 % 16 % 16 % 16 %









 



 



 

  



‘t Lenderinck

Het Veld



 



 



 



 



 

 







 















 







   





 

   





  

 











  



  



  

 



22%

28%

22 % 22 % 22 % 22 % 22 %

28 % 28 % 28 % 28 % 28 %





 





 



 







  







38%





 

45%

38 % 38 % 38 % 38 % 38 %

‘t Elzend

45 % 45 % 45 % 45 % 45 %

Het Eng

Het Veld

Het Eng

Verbindende

Verbindende

schakel

schakel Verbindende schakel

‘t Elzend

‘t Elzend

Het Eng

Het Eng

‘t Lenderinck

‘t Lenderinck De Zomp

‘t Lenderinck

‘t Lenderinck ‘t Lenderinck

De Zomp

De Zomp

Roodselaar

Roodselaar De Zomp

‘t Lenderinck

De Zomp De Zomp

Roodselaar De Zomp

De Zomp

Roodselaar ‘t Elzend

‘t Elzend Klein Zwitserland

Roodselaar Roodselaar

Roodselaar

Roodselaar

‘t Elzend

04-05-10 04-05-10 11:3004-05-10 04-05-10 11:30 04-05-10 11:30 11:3004-05-10 11:30 11:30 Klein Zwitserland

Klein Zwitserland

Klein Zwitserland

‘t Elzend ‘t Elzend ‘t Elzend

‘t Elzend

Klein Zwitserland

Klein Zwitserland

‘t Elzend Klein Zwitserland

Klein Zwitserland

Nieuw netwerk, verbindende schakel tussen bestaande routen

Nieuw netwerk, Nieuw netwerk, verbindende schakel tussen bestaande routes verbindende schakel tussen bestaande routes verbindende schakel tussen bestaande routes Nieuw netwerk, Nieuw netwerk,

verbindende schakel tussen Nieuwbestaande netwerk, routesNieuw netwerk, verbindende schakel tussen bestaande routes verbindende schakel tussen bestaande routes Nieuw netwerk, verbindende schakel tussen bestaande routes

04-05-10 11:30

04-05-10 11:30

04-05-10 11:30 04-05-10 11:30 04-05-10 11:30





 

‘t Elzend

‘t Elzend

‘t Lenderinck

‘t Lenderinck

Het Eng













 



‘t Elzend

Het Eng ‘t Lenderinck

Het Eng

Verbindende









‘t Lenderinck

schakel







 





 



    









‘t Elzend

Het Veld

schakel Verbindende

 





‘t Lenderinck

‘t Lenderinck

Het Eng



 



‘t Lenderinck

or

    



16%

15 % 15 % 15 % 15 % 15 %

‘t Lenderinck



Het Eng



















 



 

 





15%

5%

 





 

 

 





    



  



 













   













  



Prinsenveld 

 





















 













 













 





 





 



Het EngHet Eng Het Eng Het EngHet Eng

 











 





  

























 



 









 



























 















Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein Zwitserland Prinsenveld Prinsenveld Prinsenveld Prinsenveld Prinsenveld















 







 









Obbinkmark 1

 









 













































‘t Elzend









Obbinkmark Obbinkmark Obbinkmark I Obbinkmark I IObbinkmark I I

 



 

‘t Elzend ‘t Elzend ‘t Elzend ‘t Elzend ‘t Elzend











‘t Lenderinck ‘t Lenderinck ‘t Lenderinck ‘t Lenderinck ‘t Lenderinck



















04-05-10 11:30

04-05-10 11:30

19




Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik Ruimtegebruik

Het Eng

Het Eng

Het Eng

Het Eng

Het Eng Het Eng

RUIMTEGEBRUIK

Het Eng

Het Het Eng Eng

Het Eng Het Eng ‘t Lenderinck Het Eng ‘t Lenderinck Het Eng Het Eng

‘t Lenderinck

69%

5% 69% 5%

13%

69%

43%

5% 69% 5% 69%

13% 43%

3% 18% 3%

59% 41% 74%

74% 9%

74% 26%

9% 3% 9% 3% Otelaar n Goor Olden 9% Otelaar Otelaar Goor 5% n Goor Olden Goor 5% 26%

41%

26% 74% 26% Otelaar Otelaar

Otelaar

74%18%

Otelaar

13% 13% 43% 43%

59% 41% 59% 41%

Otelaar

5% 14% 5% 69% 14% 69%

15% 15%

14%

13% 13% 43% 43%

50% 50% 59% 3% 6% 50% 50% 3% 18% 41% 18% 50% 3% 59% 6% 43% 50% 3% 18% 74% 41% 43% 18% 74%

35%

14%

13%14% 13% 14%

15%

43% 43%21% 21%

15%

14% 15% 15% 35%

35%21% 65%

24% 65% 21% 35% 24% 65%

65%21% 59% 59% 41% 41%

14%

21%

50% 6%50%3% 3% 9% 50%18% 18% 6% 9% 43% 23% 50% 43% 23%

50% 50% 6% 50% 50% 43% 6%

Otelaar Olden Obbinkmar

De Obbinkmark De Zomp ZompI Obbinkmark I

Klein Zwitserland

21% 21% 59%

Otelaar

Otelaar Klein Zwitserland Zomp KleinHet Zwitserland De Klein ZompZwitserlandDeKlein De Zomp ‘t Lenderinck Zwitserland ‘t Obbinkmark I Eng ‘t Lenderinck Klein Zwitserland ‘t Lenderinck Lenderinck Het Eng Klein Zwitserland Klein Zwitserland De Zomp Obbinkmark I De Zomp ‘t Lenderinck Klein Zwitserland De Zomp ‘t Lenderinck

Het Eng

5% 69% 5%

Otelaar

Olden Obbinkmar

De Zomp

14% 14% 21%

14% 14%

14% 14% 14%

14% 14%14% 14%

15% 15%

8% 14% 21% 8% 10%

8% 21% 21%10% 8% 29% 32% 10% 29% 71% 21% 68% 32% 71% 24% 21% 24% 68%

10% 32% 21% 21%35%68% 35%32% 24% 21%65%68% 65%

32% 35% 32% 68% 24%65% 21% 68% 35%21% 24% 65% 21%

9% 9% 23%

6% 6% 43% 43%

24% 16%

16%

16% 9% 30% 23% 9% 30%

16% 9% 9% 30% 23% 23% 30%

9% 26% 9% 26% 9% 23% 43% 9% 23% 26% 5% 5% 5% 74%5% 5% Roodselaar Roodselaar Roodselaar Roodselaar Roodselaar 9% 3% 3% 3% 15% 15% 15% 9% 5% 3% 5% 26%15% Roodselaar 15% 5% 9% 9% 9%Roodselaar 9% 9% 9% 9% 3% 15% 15% 1% 3% 15% Anckerwaerdt Roodselaar Roodselaar Het Veld Het Veld Anckerwaerdt Het Veld Otelaar Het Veld Roodselaar Het Veld Anckerwaerdt Anckerwaerdt 5% 5% 5% 9% 9% Anckerwaerdt Roodselaar 9% 3% 3%Roodselaar 3% 3% 5%Roodselaar 9% 3% Roodselaar Het Veld Anckerwaerdt 9%1%Het Veld Roodselaar Otelaar Anckerwaerdt 5% 3% 3% 5% 3% 1% 1% 1% Roodselaar Het Veld1% Anckerwaerdt 1%

1%

Otelaar

1%

Roodselaar

1% Anckerwaerdt

Prins Prinsenveld Prinsenve

9% 9% 1% ‘t Elz Prins ‘t Elzend ‘t Elzend 1%

‘t Elz

Het Veld

Deel 2 2804.indd 29-32 Deel 2 2804.indd 29-32 Deel 2 2804.indd 29-32 Deel Deel 2 2 2804.indd 2804.indd 29-32 29-32 Deel 2 2804.indd 29-32 Deel 2 2804.indd 29-32 Deel 2 2804.indd 29-32

9% 9% 20% 20% 22% 22%

9% 9% 20% 22% 20%

78% 78% 29% 78% 24% 24% 29% 71% 24% 22% 24% 71% 78% 6% 6% 34% 34%

6% 6% 34% 34%

22% 22% 22% 22%22%

22% 20% 20% 78%20% 78% 20% 2%2% 2% 50% 50% 50%

22% 22% 22% 22% 78%20% 20% 78% 2% 50% 2% 50%

2% 50%

22% 22% 17% 17% 17% 83% 83% 83% 20% 17% 20% 83%

7%7% 7% 10% 10% 10% 17% 7% 17% 45% 45% 45% 83% 83% 10%

7% 7% 13% 10%13% 17%10% 87% 87% 83%45% 17% 45% 83%

45%

58% 58% 58%

2% 50% 2% 50%

7% 7%

6%6% 6% 6%

20

6% 6%

6%

13% 13% 13% 12% 13% 12% 12%13% 28% 88% 88% 13% 88%28% 87% 28% 28% 87% 12%

3%3% 3% 9% 9%9%12% 12% 48% 48% 48% 88% 3% 88% 9%

88%

48%

58% 58%

6% 6% 24% 24%

6% 24% 6%

8%8% 8%

6%

8% 8%

8%

3% 9% 11% 11%11% 3% 9% 89% 89% 89% 48%

1

2

48%11% 89%

5

58% 32% 32% 32%

24%

8%

3% 3% 9% 12% 9% 48% 88% 12% 48% 88%

58%

58% 6%6% 6% 24% 24% 24% 6% 24%

7% 7%

13% 13% 7% 13% 13% 13% 7% 10% 13% 28% 28% 87% 87% 10% 28% 13% 45% 87% 13% 45% 28% 87%

32% 32%

32%

8% 8%

8%

32%

32% 8%8% 8% 1%1%

1%

8% 1%

1% 1%

1% 1%

8%

8%

6


Otelaar

Otelaar Otelaar

Otelaar De Zomp De Zomp

Obbinkmark I Obbinkmark I

Roodselaar Olden Goor

Obbinkmark I Obbinkmark I

Olden Goor Olden Goor

Olden Goor

14% 14% 21%

14% 14%

14%

21% 21%

10% 8%

21% 35% 24% 35% 65% 24% 65%

24% 24%

14% 14%

8% 32% 68%

16% 9% 9% 23% 23% Het 9% Veld Het 9% Veld

16% 9% 9% 30% 23% 30% Prinsenveld 23% Prinsenveld Prinsenveld Prinsenveld Prinsenveld ‘t 9% Elzend ‘t 9% Elzend

‘t Elzend ‘t Elzend

1% 1%

9%

20%

9% 9% 20% 20%22%

29% 24% 29% 71%

78% 22% 24% 24%78%

16% 16%

6%

30% 30%

34%

6% 6% 34% 34%

9% 20%

8% 8% 10% 29% 10% 29% 21%71% 21%71%

32% 10% 32% 21% 68% 68% 21%

68% 32%

24% 71%

34% 6%

3% 9% 11% 3% 48% 11% 89% 9%

Roodselaar Roodselaar

Roodselaar

22% 22%

22% 22%

22% 20%22% 78% 78% 20%

20% 20%

2% 50% 2% 50%

2% 50% 2% 50%

7% 17% 83% 17% 83%

Prinsenveld

7% ‘t Elzend Prinsenveld Prinsenveld 1% 7% Prinsenveld 1% Prinsenveld ‘t Elzend

Prinsenveld

7% 7%

6%

Prinsenveld

‘t Elzend

3% 9% 3%12%

Otelaar Otelaar

Otelaar

6%

6% 6%

10% 7%

17% 10% 17% 45% 83% 45% 83%

8%

8% 8%

8%

Prinsenveld

11% 11% 11% 29% 89% 11% 29% 89%

11%

Legenda

Legenda

Legenda

Legenda

Legenda

32% 32%

boomgaard boomgaard open gras en open gras en

29% 89% 11% 29% 89%

9%

11% 9% 91% 29% 91%

29%

9% 9% 9% 91% 9%18% 18% 91%

9% 9% 9% 18% 91% 9% 18% 91%

Legenda

32%

89% 48%

7% 7% 13% 10% 10%87% 13% 45% 45%87%

6% 6% 24% 24%

32%

48% 9% 88% 12% 48% 88%

Anck

6% 24% 6% 24%

9% privé erf, tuin, oprit privé erf, tuin, oprit privé erf, tuin, oprit 9% 18% privé erf, tuin, oprit privé erf, tuin, oprit privé erf, tuin, oprit in gebruik in gebruik in gebruik 18% in gebruik of in landbouw landbouw gebruik of weiland landbouw weiland in gebruik of weiland 13% landbouw of landbouw weiland of weiland landbouw of weiland bestaand bosbestaand bos bestaand bos 13% bestaand bos bestaand bos bestaand bos 54% privé-erf, tuin, oprit (nieuw) bos (nieuw) bos (nieuw) bos 54% in gebruik landbouw of weiland (nieuw) bos (nieuw) bos (nieuw) bos boomgaard bestaand bos boomgaard boomgaard

11% 11% 11%

Anck

Olden Goor

Obbinkmark 1

14%

Otelaar

Roodselaar Roodselaar

Roodselaar Roodselaar

13%

13%

13% 54%

54%

54%

54%

13% 54%

54%

54%

54%

54%

54%

boomgaard open gras en (nieuw) bos

open gras en open natuurgronden natuurgronden gras en open natuurgronden gras en boomgaard

8%

8%

8%

8%

6%

6%

6%

6%

6%

6%

6%

6%

6%

6%

natuurgronden natuurgronden natuurgronden water water open gras en natuurgrond water 6% water water water water 6%

04-05-10 11:30 04-05-10 11:30

04-05-10 11:30

21


Het veld Het veld Hetveld veldHet veld Het veld Het

Obbinkmark I Obbinkmark Obbinkmark IObbinkmark Obbinkmark I I I I Obbinkmark

De Zo De Zomp

BEBOUWINGSRATIO: VERHOUDING OPSTAL TOT GROOTTE LANDGOED Het veld Het veld Hetveld veldHet veld Het veld Het

‘t Lenderinck Prinsenveld Obbinkmark I Obbinkmark ‘t Lenderinck Lenderinck Olden Olden Goor Goor OldenGoor Goor Prinsenveld Obbinkmark IObbinkmark Obbinkmark HetEng EngHet EngHet Eng ‘t Lenderinck Olden GoorPrinsenveld Prinsenveld I Het EngHet ‘t Lenderinck Olden Goor Prinsenveld I Het Eng ‘t‘tLenderinck Olden Prinsenveld I I Obbinkmark

Het Veld

‘t Lenderinck

Olden Goor

31.800 m33 3 32.100 m33 3 3 3 3 3 3 3 1.800 m1.800 1.600 m1.600 2.100 m2.100 2.100 m 1.600 1.600 m31.600 m3 1.800 m m3 m m3 m1.600 m 2.100 m2.100 m 1.800 m1.800 m

Prinsenveld

Obbinkmark 1

3 3 3 3 3 3 3 3 m 3.800 m 2.000 2.000 m3 2.000 m32.000 m 3.800 m33.800 2.000 m3.800 3.800 m3 m m 2.000 m 3.800 m

Het Eng 3 3 3 3 5.900 m 5.900 m 5.900 m35.900 5.900 m3 m 5.900 m

7.700

/ha 520 m3520 520m m33/ha /ham3 520 /ha 520

3 /ham3 400 3 /ha m400 3 /ha /ham 340 m3340 /ham3340 340m m33/ha /ha m33/ha /ha m3400 340 m3340 /ham 400 400 /ham /ha 400

3 /ha 140m m33/ha /ha 140 m3140 /ham3 140 140 m3 140 /ham /ha

Roods Roodselaar

3 /ham3 /ha 3 /ham3 /ha 3 /ha 3 3 /ha 200m m33/ha /ha m3200 200 m200 m3210 /ham3 210 210m m33/ha /ha 240m m33/ha /ha 200 /ham 210 210 m3 210 /ham /ha 240 m 240 240 m3240 /ham /ha 200 240

15.3 ha15.3 ha 15.3 15.3ha ha 15.3 ha 15.3 ha

140 m³/ha

9.1 ha 9.1 ha 9.1 9.1ha ha

7.7ha ha 9.1 ha 9.1 ha7.7 ha 7.7 ha 7.7

200 m³/ha

7.7 ha 7.7 ha

210 m³/ha

8.5 ha 8.5 ha 8.5 8.5ha ha 8.5 ha 8.5 ha 11.2 ha11.2 ha 11.2 11.2ha ha 11.2 ha 11.2 ha

240 m³/ha

14.8 ha14.8 ha 14.8 14.8ha ha 14.8 ha 14.8 ha

340 m³/ha

14.7

400 m³/ha

Scheiding Scheiding openbaar openbaar Scheiding en en privé privé Scheiding openbaar en privé en privé Scheiding openbaar en privé Scheiding openbaar en openbaar privé Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerwaerdt AnckerwaerdtAnckerwaerdt Anckerwaerdt

Het Eng Het Eng

Het Eng Het Eng

Het Eng

Het Eng

‘t Lenderinck ‘t Lenderinck ‘t Lenderinck ‘t Lenderinc

Deel 2 2804.indd 37-40 Deel 2 2804.indd Deel 37-40 2804.indd 37-402 2804.indd Deel 37-40 Deel 2 2804.indd 37-40 Deel 22 2804.indd 37-40

Het Veld Het Veld

Het VeldHet Veld

Het Veld Het Veld Obbinkmark Obbinkmark I I Obbinkmark I Obbinkmark Anckerwaerdt Anckerwaerdt I Obbinkmark I Anckerwaerdt OldenOlden Goor Anckerwaerdt Goor Roodselaar Roodselaar Olden GoorRoodselaar Olden Goor Roodselaar Het Eng Het EngRoodselaar Anckerwaerdt Olden Goor Het Eng Het Eng Obbinkmark I Anckerwaerdt Olden Goor Roodselaar

SCHEIDING OPENBAAR EN PRIVÉ Het Veld

Obbinkmark 1

Anckerwaerdt

Informele overgang

Sub thema’s Sub thema’s

‘t Elzend‘t Elzend Kle

Het Eng

Roodselaar

Formele overgang door hekken of hagen

Sub thema’s Sub thema’s Sub thema’s Sub thema’s

Informele Informele overgang overgang Informele overgang Informele overgang Informele overgangovergang Informele

Olden Goor

‘t Elzend ‘t Elzend Het Eng Het Eng

Formele Formele overgang overgang Formele overgang Formele overgang Formele Formele overgangovergang door hekken door hekken of hagen ofdoor hagen door hekken of door hagen hekken of hagen hekken hagen doorof hekken of hagen

Compositie Compositie Compositie Compositie Compositie Compositie en ontwerpprincipes en ontwerpprincipes en ontwerpprincipes en ontwerpprincipes en ontwerpprincipes en ontwerpprincipes Deel 2 Deel 2804.indd 2 2804.indd 45-48 45-48 Deel 2 2804.indd Deel 45-48 2 2804.indd 45-48 Deel 2 2804.indd 45-48Zwitserland Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein Klein Zwitserland Deel 2Klein 2804.indd 45-48Zwitserland

Olden Goor OldenOlden Goor Goor Olden Goor Olden Otelaar Goor Olden Goor Otelaar Otelaar Otelaar Otelaar Otelaar

Het Veld

Het Veld Het Veld Het Veld

COMPOSITIE EN ONTWERPPRINCIPES Otelaar Otelaar Otelaar Otelaar Otelaar Otelaar Olden Olden Goor Goor Olden Goor Olden Goor Olden Goor Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein Zwitserland Klein ‘t Lenderinck Zwitserland ‘t Lenderinck ‘t Lenderinck ‘t Lenderinck Obbinkmark ‘t Lenderinck ‘t Lenderinck Obbinkmark I Obbinkmark I Obbinkmark I Obbinkmark I Obbinkmark I Goor Olden I Het Eng

Klein Zwitserland

‘t Lenderinck

Sub thema’sSub thema’s Sub thema’s Sub thema’s Sub thema’s Sub thema’s Contextuele ontwerpen ContextueleContextuele ontwerpen Contextuele ontwerpen Contextuele ontwerpen Contextuele ontwerpen Contextuele ontwerpen ontwerpen

22 Deel 2 2804.indd Deel53-56 2 2804.indd Deel 2 2804.indd Deel 53-562 2804.indd 53-56 Deel 2 2804.indd 53-56 Deel 2 2804.indd 53-56 53-56

Obbinkmark 1

Olden Goor

Het Eng Het Eng Het Eng Het Anckerwaerdt Eng Het Eng Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerw

Otelaar

Axiale, lineaire ontwerpen Axiale, lineare Axiale, ontwerpen Axiale, linearelineare ontwerpen Axiale,ontwerpen lineare Axiale,ontwerpen lineare Axiale,ontwerpen lineare ontwerpen

Het Eng


Roodselaar Roodselaar Roodselaar Roodselaar Roodselaar Roodselaar De Zomp De Zomp De De Zomp Zomp De ZompDeOtelaar Zomp OtelaarOtelaar Otelaar Otelaar Otelaar

Het Eng

Roodselaar

De Zomp

Otelaar

3 3 3 7.700 3 3 4.500 7.700 m7.700 m4.500 m7.700 7.700 m33 m37.700 m4.500 4.500 m33 m34.500 m3 m 4.500 m m

m33 m35.900 m3 900 m

Klein Zwitserland Anckerwaerdt ‘t Elzend‘t Elzend Klein Zwitserland Klein Klein Klein Zwitserland Zwitserland Zwitserland Klein Zwitserland Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerwaerdt ‘t ‘t Elzend Elzend ‘t Elzend ‘t Elzend

Klein Zwitserland

3 3 3 12.800 12.800 m 12.800 m 12.800 m 12.800 m33 m12.800 m3

Anckerwaerdt

‘t Elzend

3 3 3 3 5.200 3 6.400 3 3 6.800 5.200 m5.200 6.800 m6.800 m 5.200 5.200 m m33 m35.200 m3 6.400 m6.400 m 6.400 6.400 m m33 m36.400 m m 6.800 6.800 m m33 m36.800 m3

3 /ha 3 33 /ha 770 m3 /ha 770 m3 770 /ha 770 m m /ha m 840 840 /ha840 m33 /ha /ha 770 m3840 /ham 840 770 m3 /ha m m3 /ha 840 m3 /ha 690 m3 690 /ha m3690 690 /ha690 m m33 /ha /ha m3 /ha 690 m3 /ha

630 m3 630 /ha m3630 630 /ham m33 /ha /ha 630 m3 /ha 630 m3 /ha 3 /ha 3 520 m3 520 /ha m3 520 m 540 /ham 520 /ham 520 m33 /ha /ha m3 /ha 520 m3 /ha 540 m 540 540 540 m33 /ha /ha m3 /ha 540 m3 /ha

14.7 ha 14.7 ha 14.7 14.7 ha 14.7 ha ha

14.8 ha ha ha 14.8 ha

14.7 ha 8.4 ha 8.4 ha 8.4 8.4 ha ha 8.4 ha

520 m³/ha

‘t Lenderinck

20.4 ha 20.4 ha20.4 20.420.4 ha ha ha 20.4 ha

540 m³/ha

7.6 ha 7.6 ha 7.6 7.6 ha 7.6 ha ha

630 m³/ha

‘t Lenderinck

Prinsenveld

8.3 ha 8.3 ha 8.3 8.3 ha 8.3 ha ha

Prinsenveld

Prinsenveld

8.3 ha 8.0 ha 8.0 ha 8.0 8.0 ha ha 8.0 ha

770 m³/ha

Prinsenveld

Prinsenveld ‘t Lenderinck

7.6 ha

690 m³/ha

‘t Lenderinck

‘t Lenderinck ‘t Lenderinck

8.4 ha

840 m³/ha

Otelaar

Otelaar

Prinsenveld

Otelaar

8.0 ha

Otelaar

Otelaar

Otelaar

04-05-10 04-05-10 11:30 04-05-10 04-05-10 11:30 04-05-10 11:30 11:3011:30 04-0

‘t Elzend Klein Zwitserland

Het Eng ‘t Elzend Eng

Het Eng ‘t Elzend

‘t Elzend

Klein Zwitserland ‘t Lenderinck

‘t Elzend Klein Zwitserland Klein Zwitserland ‘t Lenderinck ‘t Elzend Klein Zwitserland Klein Zwitserland ‘t Lenderinck

‘t Elzend

Klein Zwitserland

De Zomp

‘t Lenderinck

‘t Lenderinck De Zomp De Zomp ‘t Lenderinck

‘t Lenderinck

Prinsenveld Otelaar

De Zomp Prinsenveld De Zomp Prinsenveld Prinsenveld De Zomp

Otelaar Prinsenveld Prinsenveld Otelaar

De Zomp

Otelaar

Otelaar

Otelaar

Prinsenveld

Otelaar

Formele overgang door slot of vijver Formele overgang

Formele overgang door slot of vijver door slot of vijver Formele overgang Formele overgang Formele overgang Formele overgang door slot of vijver door slot of vijver door slot of vijver door slot of vijver

HetHet VeldVeldHet Het VeldVeld Het Veld Het Veld

Prinsenveld Prinsenveld Prinsenveld Prinsenveld Prinsenveld Prinsenveld

Formele overgang door slot en hek

Formele overgang Formele overgang slot en hek slot en hek Formele overgang Formele overgang Formele overgang Formele overgang slot en hek slot en hek slot en hek slot en hek

04-05-10 11:30

Eng Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerwaerdt Anckerwaerdt HetHet VeldVeldHet Het VeldVeld Het Veld Het Eng Anckerwaerdt Het Veld

Anckerwaerdt

Het Veld

04-05-10 11:30

De Zomp De Zomp De Zomp De04-05-10 Zomp De Zomp 11:30 De Zomp 04-05-10 11:30

04-05-10 11:30

04-05-10 11:30

‘t Elzend ‘t Elzend‘t Elzend ‘t Elzend ‘t Elzend De Zomp De Zomp De Zomp De Zomp Prinsenveld Prinsenveld Prinsenveld Prinsenveld PrinsenveldDe Zomp Roodselaar Roodselaar Roodselaar Roodselaar Roodselaar ‘t Elzend De Zomp Prinsenveld Roodselaar

‘t Elzend

Roodselaar

Combinatie van axiale structuur en organische vormgeving

Combinatie Combinatie Combinatie vanCombinatie van axiale axiale structuur van Combinatie structuur van axiale axiale en structuur en van structuur axiale en structuur en en Combinatie van axiale structuur en organische organische organische vormgeving vormgeving organische vormgeving organische vormgeving vormgeving organische vormgeving

Prinsenveld

De Zomp

Organische vormgeving Organische Organische Organische vormgeving Organische vormgeving vormgeving Organische vormgeving vormgeving Organische vormgeving

23 04-05-10 04-05-10 11:31 04-05-10 11:31 04-05-10 11:3111:31 04-05-10 11:31


kI

De Zomp

Sub thema’s

Klein Zwitserland Het Eng

Deel 2 2804.inddHet 61-64 Veld

Roodselaar ‘t Elzend

‘t Lenderinck Roodselaar ‘t Elzend

Ensemble

Bebouwing

Landhuis

‘t Lenderinck

Olden Goor Anckerwaerdt

Roodselaar

Roodselaar

‘t Lenderinck

Het Veld

Het Veld

Otelaar

OtelaarPrinsenveld

Anckerwaerdt

Olden Goor

Obbinkmark I Klein Zwitserland

Prinsenveld

Otelaar 04-05-10 11:31

Otelaar

Het Veld

Roodselaar

Roodselaar

Het Eng

Klein Zwitserland Obbinkmark I

Meerdere geschakelde woongebouwen Woongebouw met meerdere wooneenheden woongebouwen Ensemble Het Veld ‘tGeschakelde Elzend Prinsenveld Het Eng

‘t Elzend

‘t Lenderinck

Anckerwaerdt De Zomp

Otelaar

‘t Elzend Otelaar

Het Eng

‘t Lenderinck

Bebouwing

Landhuis

DeAnckerwaerdt Zomp

Het Veld

Olden Goo

‘t Lenderinck

Geschakelde woongebouwen

Otelaar ‘t Elzend

04-05-10 11:31

Meerdere geschakelde woongebouwen Woongebouw met één wooneenheid Otelaar Roodselaar ‘t Lenderinck ‘t Elzend

Sub thema’s

Roodselaar

Deel 2 2804.indd 61-64

Meerdere geschakelde woon Woongebouw met één wooneenheid

Sub thema’s

Woongebouw met een wooneenheid

Klein Zwitserland Het Veld

‘t Lenderinck

De Zomp

Het Eng

Ensemble Woongebouw met meerdere wooneenheden

Woongebouwen met meerdere wooneenheden

Het Eng Obbinkmark 1

Klein Zwitserland

Meerdere geschakelde woongebouwen

Geschakelde woongebouwen

Geschakelde woongebouwen

De Zomp

Ensemble

Emsemble

Anckerwaerdt Roodselaar

Obbinkmark I Otelaar Het Veld

Geschakelde woongebouwen

24

Sub thema’s

Meerdere geschakelde woongebouwen

Woongebouw met één wooneenheid woongebouwen w met meerdere wooneenheden insenveld Het Eng Otelaar

insenveld waerdt

Otelaar

Woongebouw met meerdere wooneenheden Woongebouw met één wooneenheid Meerdere geschakelde woongebouwen

BEBOUWING


nheid

‘t Lenderinck

Olden Goor

Prinsenveld

Prinsenveld

Obbinkmark I

Het Eng

‘t Lenderinck

‘t Elzend

‘t Elzend

Bebouwing

Landhuis

‘t Lenderinck

De Zomp

Woongebouw met één wooneenheid

Sub thema’s

Olden Goor

‘t Lenderinck

Het Veld

Het Eng

Prinsenveld

Prinsenvel

Woongebouw me

Prinsenvel

Obbinkmark I

Klein Zwitserland

Prinsenveld

Olden Goor

25

Geschakelde woongebouwen

Het Veld

Prinsenveld

Olden Goor

‘t Lenderinck

De Zomp

Sub thema’s Woongebouw met één wooneenheid Het Eng Deel 2 2804.indd 61-64

Woongebouw met meerdere wooneenheden

‘t Elzend


Ontwerpaspecten Uit de analyse van de gerealiseerde landgoederen blijken naast aspecten als proces en beleid ook ontwerpaspecten cruciaal bij het creëren van een nieuw landgoed. Deze ontwerpaspecten moeten op alle schaalniveaus (huis, tuin, park, landschap) van een nieuw landgoed kwalitatieve meerwaarde geven. Tevens bieden deze aspecten een handreiking om met nieuwbouw de kwaliteit en vitaliteit van de groene ruimte te vergroten en wordt het makkelijker om eenduidiger naar ruimtelijke kwaliteit te streven van nieuwe landgoederen die perfect passen in een bepaalde omgeving.

Context De context is bepalend voor de kwaliteit van het landgoed. De aanwezigheid van bestaande hoofdstructuren in de directe omgeving vergroot de landschappelijke en recreatieve waarde van het landgoed. Als het nieuwe landgoed aansluit op deze structuren wordt het een onderdeel van het grotere geheel.

goed

Impact op de omgeving Een nieuw landgoed als landschappelijke entiteit heeft buiten zijn eigen grenzen impact op het landschap. Het landhuis is onderdeel van het landgoed en daarmee ondergeschikt aan het landschapsontwerp. Het landhuis speelt wel een belangrijke rol in de enscenering van het landgoed en gaat visuele relaties aan met het landgoed zelf en de omgeving.

toegevoegd ontwerp

landschappelijke ondergrond

Nieuw bos Als er sprake is van de aanleg van nieuw bos is het van belang zo snel mogelijk te beginnen met de aanplant. De bomen kunnen dan al wat vorm krijgen. Als het landhuis wordt gebouwd heeft het bos zich ontwikkeld tot een aantrekkelijk nieuw landschappelijk element.

voortzetten van bestaande hoofdstructuur

fout

Zichtbaarheid Zichtbaarheid gaat, naast zien en gezien worden, ook om niet gezien worden. Door zicht te ensceneren leg je relaties met de context en maak je visuele verbindingen op het landgoed. In het landschappelijk ontwerp dient een interessante afwisseling van verschillende zichtbaarheidslagen te worden toepast. Alle lagen hebben impact op de architectonische verschijningsvorm van het landgoed.

Landschappelijke lagen De compositie van en interactie tussen drie verschillende landschappelijke lagen is de centrale ontwerpopgave.

nieuwe schakel

Minimaal 5 ha

Delen die in agrarisch gebruik blijven worden niet meegerekend

interne routen Zichtbaarheid binnen het landgoed

Zichtbaarheid van de context

Privacy: onzichtbaarheid

Afwisseling binnen verschillende zichtbaarheidslagen

26

Toegankelijkheid en netwerk De toegankelijkheid van het landgoed speelt op twee schaalniveaus. Verbindingen met de omgeving zorgen ervoor dat het landgoed gaat functioneren als een schakel tussen bestaande paden. Door de aanleg van interne routen zal het landgoed zelf recreatief interessant worden.

Maximaal 10% van het landgoed is privé

Verhouding bebouwingsvolume tot landgoed 0.06 m³/1 m²


Uitbreiden bestaand bos Als het nieuwe bos wordt aangepland langs de rand van het bestaande bos, dan neemt het al het zicht weg. Bestaand bos kun je daarom het beste uitbreiden in één specifieke richting. Daarnaast is het van belang enige afstand te houden tussen nieuw en bestaand bos, zodat het bestaande bos toegankelijk blijft.

bestaand bos uitbreiden in een specifieke richting

behouden afstand tussen bestaand en nieuw bos

Scheiding openbaar en privé Een geleidelijke en onopvallende overgang tussen openbaar en privégebied draagt bij aan de synergie tussen landhuis en landgoed. Deze entiteiten dienen samen een sterk geheel te vormen. Diverse middelen zijn in te zetten om de overgang tussen openbaar en privé vorm te geven.

landhuis tuin muren en portalen

bomen water natuur; grasland

architectuur

routen aanplanten nieuw bos

bouw landhuis

Oppervlakten en volumen Bij nieuwe landgoederen is een minimale hoeveelheid toegankelijke natuur verplicht. Landbouwgronden tellen niet mee omdat deze geen nieuwe waarde toevoegen in de vorm van natuur, bos, water of park. Maximaal 10% van het oppervlak mag privéterrein zijn en het bouwvolume (inclusief stallen, garages en andere bijgebouwen) moet in verhouding staan tot de grootte van het landgoed.

Aanplant van snel en langzaam groeiende boomsoorten

Snelgroeiers geven indruk van bos

Na kap snelgroeiers is een duurzaam bos ontstaan

Slim bos Door een combinatie aan te planten van snelgroeiers en langzaam groeiende inheemse soorten ontstaat al snel een bos. Na 15 jaar kun je een deel van de snelgroeiers kappen om plaats te maken voor duurzame soorten. Na ongeveer 25 jaar zullen alle snelgroeiers gekapt zijn en bestaat het bos uit duurzame, inheemse soorten van verschillende leeftijden.

details

visuele relaties

nieuw bos, natuur, grasland, boomgaard etc.

water

landgoed als onderdeel van een bestaande landschappelijke structuur

Compositie en ontwerpprincipes Het landschappelijke ontwerp is de complexe combinatie van ontwerpelementen. De bestaande landschappelijke structuur is onderlegger, waar nieuwe landschappelijke en architectonische elementen aan toe worden gevoegd. Visuele relaties en het ensceneren van routen dragen sterk bij aan de inpassing van het landhuis in het landgoed en het landgoed als geheel in het landschap. Ruimtelijke details spelen hierbij een cruciale rol, deze functioneren als een schakel tussen de ontwerpelementen en schaalniveaus. Elk van de lagen is van belang om tot een integraal en compleet ontwerp te komen.

27


DIVERGERENDE BESTEMMINGEN RUIMTELIJKE VERKENNING AIRPORT TWENTE

28


Met drie opdrachtgevers, ruim 35 maatschappelijke en culturele organisaties plus de omwonenden van de luchthaven, is er sprake van een zeer complexe opgave. De crux is om niet te verzanden in verzamelingen van mogelijkheden en onmogelijkheden, wensen en bezwaren. De taak van de stedenbouwer in deze fase is vooral om het proces en de communicatie transparant te houden. Na een inventarisatie van alle eisen en wensen van de verschillende stakeholders en een analyse van de landschappelijke, stedenbouwkundige en infrastructurele kwaliteiten van het vliegveld en omgeving, zijn vier programmatische, ruimtelijke en economisch haalbare scenario’s ontwikkeld. Deze verschillende ontwikkelingsscenario’s zijn in diverse werkateliers als instrument gebruikt in de discussie en om te onderzoeken wat de kansen en de beperkingen zijn.

DIVERGERENDE BESTEMMINGEN RUIMTELIJKE VERKENNING AIRPORT TWENTE 2007 - 2008, in opdracht van Vliegwiel Twente Maatschappij

Na zeven decennia kwam in 2008 een einde aan de militaire aanwezigheid op vliegbasis Twenthe, nu Enschede Airport Twente. Het Rijk, provincie Overijssel en gemeente Enschede zijn sinds 2005 een gezamenlijke projectgroep gestart voor de herontwikkeling van de luchthaven. Voorafgaand aan een daadwerkelijke gebiedsontwikkeling is een studie uitgevoerd om een brede maatschappelijke en economische basis te creëren. De transformatie van de luchthaven moet een vliegwielfunctie vervullen voor een economisch sterker en duurzamer Twente. Het creëren van draagvlak en het helder krijgen welke kansen er liggen, gekoppeld aan een economisch haalbaar scenario, is geen sinecure.

In plaats van te convergeren naar een geforceerde eindoplossing is er gedivergeerd naar meerdere mogelijkheden die, afhankelijk van toekomstige (economische) omstandigheden, tot een keuze moeten leiden die breed gedragen wordt. Want alle mogelijke stakeholders zijn vertegenwoordigd en de kansen in het gebied zijn duidelijk gemaakt. Dankzij dit proces wordt een opgave geformuleerd waarin te allen tijde een zorgvuldig afgewogen programma en een integrale inrichting voor Airport Twente economisch haalbaar en passend zijn.

29


30


31


1.

4

zonder

Twente Ecopark

+

extensief

+

+

53

+

In dit scenario ligt de nadruk op hercultiveren van bestaande natuur en aanleg van nieuwe natuur. Daaraan toegevoegd worden functies die baat hebben bij een omgeving met een natuurlijke uitstraling. Bijvoorbeeld een uitvaartcentrum, landschapshotel, kleinschalig onderzoeksen natuurcentrum, boerenbedrijven, camping, exclusieve (vakantie)woningen en culturele, educatieve, sporten spelvoorzieningen.

+ +

3. Twente Air Park

++

Het vliegveld blijft bestaan in beperkte omvang zonder burgerluchtvaart. Dit scenario faciliteert wel zakelijke privĂŠjets, vluchtscholen en rondvluchten. Rondom de landingsbaan worden enkele bijzondere woonvormen aangelegd die in relatie staan tot het vliegveld, zoals een fly-in community. In het cultuurlandschap kunnen exclusieve woonmilieus (golfwoningen, manegewoningen en waterwoningen) worden ontwikkeld.

+

+

2. Twente Resort Park

+

+

+

1. Twente Eco Park

+

4 modellen

+

programma

+

+

Twente Airpark

met 32


4.

3.

2. De 4 modellen

vliegveld

Naast een grote paardenwoonwijk met hippische voorzieningen zijn er twee grootschalige, bovenregionale programma’s toegevoegd die de identiteit van dit scenario vormen. Enerzijds een vakantiepark en anderzijds een Healthpark met (ver)zorgfuncties. Het gehele Resortpark wordt aangevuld met diverse publieke recreatieen sportvoorzieningen die nauw verweven zijn met alle andere functies.

+

+

Twente Resortpark intensief

Twente AirportCity Uitgangspunt van dit scenario is een internationaal vliegveld voor commerciĂŤle burgerluchtvaart en het versterken van de ecologie in het gebied. De strategie is niet zo min mogelijk natuur verstoren, maar zo veel mogelijk nieuwe natuur maken door een vliegveld te plannen dat gebruikmaakt van bestaande infrastructuur en vastgoed op de locatie.

+

4. Twente Airport

+

++

vliegveld 33


1.

4

zonder - Groen-blauw raamwerk blijft autovrij - Nieuw programma op overige plaatsen

sloop infrastructuur sloop gebouwen nieuwe infrastructuur handhaven 0ha

53

50ha

Twente Ecopark

+

extensief

+

- Sloop of verval landingsbanen - Aanleg blauw raamwerk en herstel historische beken - Ontsluiting d.m.v. bestaande infrastructuur

+ +

+

++

- Woonmilieus om landingsbaan - nieuwe recreatieve landschappen

+

programma

+

+

Twente Airpark

1. Twente Eco Park

handhaven

4 modellen

50ha

0ha

3. Twente Air Park

sloop gebouwen nieuwe infrastructuur

2. Twente Resort Park

sloop infrastructuur

- Hergebruik bestaande infrastructuur - Ringweg als hoofdontsluiting

met 34


4.

3.

2. vliegveld

- Groen-blauw raamwerk blijft autovrij - Nieuw programma op overige plaatsen

sloop infrastructuur sloop gebouwen nieuwe infrastructuur handhaven

De 4 modellen

0ha

50ha

- Sloop of verval landingsbanen - Aanleg blauw raamwerk en herstel historische beken - Ontsluiting d.m.v. bestaande infrastructuur

Twente Resortpark Twente AirportCity

intensief

+

- Ontsluiting compacte vliegveldstrip - Gedeeltelijk herstel bekenstructuur

sloop infrastructuur sloop gebouwen

4. Twente Airport

nieuwe infrastructuur handhaven 0ha

50ha

- Hergebruik bestaande infrastructuur en vastgoed - Aanleg nieuwe terminal ten noorden van de landingsbaan - Sloop/natuurlijk verval taxibanen - Aanleg nieuwe natuur in het zuiden

vliegveld 35


1.

4

LA N G E B I E D 41 AA L P TOTDEELEXPLOITATIE GEBIEDEN 223,4 h3,6 ha a

zonder

,2

54

N & WATER 154,7 ha

en

& WATER 154,7 h

VERH

g e ha n d 10 6 ha ha

DING 3 AR

erd

eri

j ,2 54 7,7

7,7 14,4

va k

vakantiewonin an

ca

ote ng hapsh pi ndsc mla

ca

m

nt

ev en

pi

9,7

m

9,7 24,8

l

24,8

5,8

e

an

w on

ng

nt

12 ,2

e

evenemen tenterrein nterrein

em

tie

in

w on

ge

14,4

n 39

evenemen te

em e nt e rre in

va k

tie

gen

en t

in

ge

5,8

e

n

rre in

53

ntru

natu l ur- hapshote c onla denrdzs en oek sce ntru m

ev en

g e ha n d 10 6 ha ha

ha

VERH

a 5,5

nieuw te o 4 8,7 nt h

DING 3 AR

le n

ha

w

e ikk

bo

n ninge tiewo vakan rij e d er bo vee vakantiewonin ge n ningen tiewo vakan

a

5,5

nieuw te o 4 8,7 nt h

aa tv ui

ik

OE N GRa

d af

na t u u ond r- en erzo eks ce

rtc

w

vee

le n ke

d af

tru

m

ui

a tv

OE GR

39

24,7

12 ,2

24,7

Twente Ecopark

+

extensief

+ + +

++ + + 27,4

a

8,5

an 10 d 4

spo

rtre

geh

sor

11,5 11,5

t 30

b

spo

rtre

jk

sor

t

i

ein terr

wi

golf

er bu

nh e

ke r

30

s

10

jk in

11 ,5

h

ein terr

wi

golf

n

tb o

32,5

os

11

et b

multif multif uncti onele uncti cen oneletra centr a

un k

8,5

3. Twente Air Park

27,4

ity mun ceyn-trin com fl umeel id paard indiv ensp ort co ge mm. ne die racl e n anv trusmtve iat r paard on leni ein spor ng t co ge mm. 10 ne die ral n av stve iat ion rlen ing

4 modellen

RDING 51 , HA

6h

t e o ni e nt 3 3 wi ,8

ha

geh an 10 d 4

k

a

a

uw e l e n k

39

en en

RDING 51 , HA

8,3

ity

un m m unity co ein f comm l -in flcytie e y fl lle individ co

6h

VER

GR

VER

en

ng

go l bo f- en sw on ing

on ew

+

e

i on ew

ATE haOEN & W R 137,8 h

go l bo f- en sw on ing

n g,e9 in6

ha 1

39

4

i ity i ity nt un 4 s nt m un a ker m rs m vak ka e o un k a m v ucn pb co pecbo no o e te o ecnoie g en nt nin ng wo 3 3 wi woni ,8

6,9

1 + 4 4,

r op et ni

paa rd incl. enwo on 10 h a h wijk ipp odo me paa rde nwo inc l. 1 0 h onwijk ah ipp odo m

k

un m m o c ef -in cti fly lle co

a

uw e l e n k

8,3

ity

1. Twente Eco Park

op et ni ha

d

4 4,

& WATER 137,8 OEN h

afd ha a h

n ro

LA N G E B I E D 41 AA L P TOT EELEXPLOITATIE GEBIEDEN 224, 3,6 ha 2 ha D

afd ha a h

sg ijk

ha

programma

sg k rij

D

2. Twente Resort Park

n ro

d

+

Twente Airpark

LA N G E B I E D 41 AA L P TOT EELEXPLOITATIE GEBIEDEN 224, 3,6 ha 2

GR

11 ,5 11

32,5

36

+

tc ar

30

en

,9

tru

m

30

,9

LA N G E B I E D 41 AA L P TOTDEELEXPLOITATIE GEBIEDEN 223,4 h3,6 ha a

met


4.

3.

2.

LA N G E B I E D 41 AA L P TOTDE E LEXPLOITATI E G E B I E DE N 163,6 ha 6,7 ha

vliegveld

LA N G E B I E D 41 AA L P TOTDE E LEXPLOITATI E G E B I E DE N 163,6 ha 6,7 ha

GR

OE N

& WATER 197,5 ha

WATER 197,5 ha

enROEN &

a

VER

an dhaa g e h a n d h a a fd g e h fd 113 ha 113 ha

RDING 49, HA

4h

te ontw uw te ontwniikeuw ikk 8 4 , 5 ha kel 8 4 , 5 ha el

G

RDING 49, HA

4h

nie

a

VER

en

en e iev ning o lus exc ntiew a 45 vak k nwij 7,8 woo rden paa n e e iev oning lus iew exc ant 45 vak k nwij woo rden paa 7,8

ca re ‘

75

n cu re

75

21, 5 5,5

12,1

De 4 modellen

n rde

12,1 um sportcentrumsportcentr

rk ark pa ep 5,5 tie nti an ka val tel e hot nho rde paa

paa

re ‘

k va

ca nc ure

21, 5

Twente Resortpark

intensief

Twente AirportCity

LA N G E B I E D 41 AA L P TOT ELEXPLOITATIE GEBIEDEN 224,2 3,6 ha E h D

a

+

LA N G E B I E D 41 AA L P TOT ELEXPLOITATIE GEBIEDEN 224,2 3,6 ha ha DE

GR

& WATER 152,6

O EN

ha

VER H

VER H

len

ke n

nie uw t e on t 12 3 wik ha

ha

le ke

d af

DING 50,7 AR

a

4. Twente Airport

ha

g eha nd 2 9, ha 6 h

air

sid

air

e

sid

13 5

e

nie uw t e on t 12 3 wik ha

rk

lan

19,9

pa

ge te

ijn

rk

19,9

+

13 5

14 ,7 20 ,4

p

et o

ni

2,3

ha

ro nd

6,1

ere n

1,5

,4

pa

20

2,3

rm

6,1

en er rk pa ijn m er et n ng la re zone e n s dse go rk eid car injvpna gh htloo rij ac berd m d vr e bie et ge ng la ne szo sen eid d go car ijvngh htloo r c bed ed vra i geb

ijn

langeterm

rm

ha op sg s

rij k

en en 12 12 er er rk al rk al rrein pa temrirnein pa min nte r en r nte te ent te me nem p evene mp eve 1,2 m 1,2 tka tka 2 1, oos ling 1,2 g oos ke rontwikkelin rontwik kantoo kantoo 4 4,4 lening verlen dienstver m. ing comm. dienstcom 1, 1,2 lange rm ijnparkeren ijnparkerte en 5, 5,1

lan

ge te

+

ere n

1,5

14 ,7 ni et rij k

vliegveld

& WATER 152 OEN RDING 50,7 ,6 ha A

a

GR

d af

g eha nd 2 9, ha 6 h

37


1.

4

zonder

Twente Ecopark

+

extensief

+

53

Gastenkamers op en parkeren in de bunkers

+ +

3. Twente Air Park

++ +

2. Twente Resort Park

+

1. Twente Eco Park

4 modellen

programma

+

+

Twente Airpark

Te paard door het golfresort

met 38


4.

3.

2. vliegveld

De 4 modellen

Overdekte kermis in vliegbunker

Twente Resortpark intensief

4. Twente Airport

+

130 Twente AirportCity

De goed bereikbare nieuwe terminal in het landschap

vliegveld 39


1.

4

zonder Herstel bekenstructuur en nieuwe natuur vormen het groene raamwerk

onderzoeks- en natuurcentrum uitvaartcentrum vakantiewoningen

landschapshotel nieuwe natuur

evenemententerrein veeboerderij exclusieve vakantiewoningen vakantiewoningen bij de boer

Twente Ecopark

+

extensief

+

53

kamperen bij de boer

sportresort

commerciĂŤle dienstverlening General Aviation

4 modellen

fly-in Bilderberghotel

fly-in community individueel

+ +

++

woningen op bunkers

multifunctionele centra

3. Twente Air Park

fly-in community collectief

2. Twente Resort Park

1. Twente Eco Park

eco community

vakantiewoningen golf- en boswoningen

+

paardenwoonwijk

+

centrum paardensport

programma

+

+

Twente Airpark

Exclusieve woonmilieus rondom landingsbaan

met 40


4.

3.

2. vliegveld

Groenstructuur als drager voor woon-, zorg- en recreatieparken

paardenhotel

nieuwe natuur care & cure campus exclusieve vakantiewoningen

De 4 modellen

paardenwoonwijk

sport- en leisture centrum

Twente Resortpark intensief

+

Twente AirportCity

4. Twente Airport

terminal eerste fase

langetermijnparkeren

commerciĂŤle dienstverlening

terminal airside

commerciĂŤle dienstverlening commerciĂŤle dienstverlening

Compacte strip met nieuwe natuur

vliegveld 41


PROGRAMMA ALS KATALYSATOR ONTWIKKELINGSVISIE TUINCENTRUM OVERVECHT, UTRECHT

42


Door het voeren van gesprekken en houden van interviews ontstonden op zowel programmatisch als landschappelijk niveau oplossingen. Verrassend genoeg blijkt dat uitbreiding en opwaardering van het programma van het tuincentrum voorziet in de aansluiting en verweving met het recreatieve karakter van het Noorderpark. Een landmarkt met biologische streekproducten, een bouwmarkt en een restaurant zorgen voor functionele synergie tussen park en tuincentrum. Het gebouw en het (parkeer)terrein van het tuincentrum worden een vanzelfsprekend onderdeel van het landschap door de vorm te baseren op het bestaande forten- en slagenlandschap. Het complex wordt met deze ontwerpingrepen een multifunctioneel onderdeel van het nieuwe landschapspark. De verschillende specifieke functies in het Noorderpark kunnen mede door deze ontwikkeling geëxploiteerd worden.

PROGRAMMA ALS KATALYSATOR ONTWIKKELINGSVISIE TUINCENTRUM OVERVECHT, UTRECHT 2008 – 2009, in opdracht van BS beheer bv

Wat gebeurt er als een ondernemer gelegen in een natuurgebied van de Hollandse Waterlinie wil expanderen? En als de gemeente haar erfgoed en natuur juist wil beschermen? Dan lijkt een botsing van belangen onvermijdelijk. Hetgeen in het Utrechtse Overvecht gebeurde toen het tuincentrum aan de rand van het Noorderpark wilde uitbreiden. Een kant en klaar ontwerp gebaseerd op de traditionele financiële exploitatiemodellen zou de impasse waarin de ondernemende en beschermende partij terechtkwamen, niet doorbreken. Onze rol was de gezamenlijke belangen te herkennen en te benoemen waardoor de opgave kon worden geduid.

Door het ruimtelijke conflict in een bredere context te plaatsen en de opgave te herformuleren ontstaat een oplossing waarin park en tuincentrum onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het gaat niet om concessies doen of stelling te nemen, maar om het zoeken naar gemeenschappelijke waarden. Hierdoor kan een tijdbestendig plan gevormd worden waarin van elkaars bestaande kwaliteiten gebruikgemaakt kan worden met onverwachte landschappelijke ontwerpen en nieuwe programmatische allianties. Dit vraagt wel om een ontwerphouding met open vizier.

43


Loosdrechtse plassen

Noorde Fort Tienhoven

Bethunepolder

Molenpolder Wilgenplas

Fort Maarsseveen

Maarsseveense Plassen

Natuurr

Fort de Gagel

Het Noorderpark van Utrecht is een herinrichtingsgebied ten behoeve van recreatie- en natuurontwikkeling. De landschappelijke structuur wordt gedomineerd door het slagenlandschap van de verschillende polders. In deze orthogonale regelmaat staan als autonome dissonanten, verscheidene forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Zodra het tuincentrum in de Ruigenhoeksepolder programmatisch en landschappelijk aansluiting vindt bij haar directe omgeving ontstaat een ideale ontsluiting voor het Noorderpark. De bebouwingsvorm van het nieuwe tuincentrum is een rechtstreekse vertaling van het aanwezige landschap. Door de extrusie van het slagenlandschap te combineren met het autonome object ontstaat een unieke bebouwingsvorm die tegelijk herkenbaar en vervreemdend is.

44

Fort aan de Klop


Versmelting van landschappelijke typologieën als inspiratie voor de architectuur

erpark Het slagenlandschap als onderlegger

landschappelijke onderlegger

Polder Achttienhoven

landschappelijke onderlegger

landschappelijke onderlegger landschappelijke onderlegger kassen als vertaling van het slagenlandschap

Gelderpolder

Kassenbouw door het extruderen

kassen als vertaling van het slagenlandschap van het slagenlandschap

kassen van het slagenlandschap kassenalsalsvertaling vertaling van het slagenlandschap

reservaat SBB

Gagelpolder

Fort Ruigenhoek Ruigenhoeksepolder PARK

Tuincentrum Overvecht

autonome vorm forten als mal Fort Blauwkapel

autonome vorm forten als mal De autonome vorm van de forten als mal

Fort Voordorp

autonome vorm forten als mal autonome vorm forten als mal

samensmelting landschappelijke typologiën Fort De Bilt

Utrecht

samensmelting landschappelijke typologiën Samensmelting landschappelijke typologieën

samensmelting landschappelijke typologiën samensmelting landschappelijke typologiën

45


Fort Ruigenhoek

Tuincentrum Overvecht

Fort Blauwkapel

46


Fort Voordorp

47


HH

WE

B MAOUW RK T

ERE

T DO

OR

L AN

DM

ARK

T

ESS HO TEL

TUI

PAR K

LLN

OU

N

NC

ENT

RU

M Het tuincentrum (17.000 m²) kan uitgebreid worden met een bouwmarkt (6.000 m²), een landmarkt met ecologische en biologische streekproducten (2.500 m²), een hotel (oppervlakte onder meer afhankelijk van marktonderzoek), een conferentiecentrum (5.000 m²), een restaurant (afhankelijk van inpassing in andere functies), outdooractiviteiten, kinderen wellnessfuncties (5.000 m²). Alle functies kunnen van een gezamenlijke parkeergelegenheid gebruikmaken. Vanwege de verschillende openingstijden van de functies kan het totale aantal parkeerplaatsen beperkt worden. Uit het relatieschema blijkt dat de horecaen kinderfaciliteiten cruciaal zijn tussen de verschillende programmapunten. Wellness, outdooractiviteiten en het park hebben onderling een sterke relatie. Evenals de landmarkt, het restaurant en de kookschool. Deze kunnen eventueel als aparte themaclusters opereren.

48


Het huidige Tuincentrum Overvecht dient nieuwe programmatische allianties aan te gaan met functies die een toegevoegde waarde hebben voor het tuincentrum en het Noorderpark. Een defensieve houding van uitbaters in het gebied levert niets op, terwijl een coöperatieve manier van werken elkaars kwaliteiten worden versterkt. Het afstemmen en combineren van functies zorgen tevens voor een harmonisch en duurzaam evenwicht tussen gebouw en omgeving. Uitgangspunt is wel dat de nieuwe functies passen bij de perifere ligging én het snelweglandschap.

1 6 2 5 3 4

defensief

1 fort 2 camping 3 crossbaan 4 tuincentrum 5 café/restaurant 6 golfbaan

attractie

tie nc lfu ho

te

HO

tu

in

TE

L

KIN

D

spee

lterre

in bin

speelterrein bu

nen

iten

coöperatief

en

ut

ro t por

in

ke

l

res

rw oo

at

ou

td

n

rei

ter

tra

t

ran

tau

ens buit

ie

adve

nture

klimmuur

park

r

te

wa ct

tie

en

er

nf

co

sp

uit en

b

in

rre

lte

ee

a

un

golf

sa n

ein b inne

lterr

spee

PARK

fitness

restaurant

RETAIL

mass

age

co

tuinc

entru

nfe

zw

em

ren

tie

outd

oorw

ba

m

d

ho

ko

ma

sc

ok ho ol

tuinc entr

bu

ite

t

lan

dm

um

gamma

ark

lan dm

te lfu nc tie

gam

ar

kt

kli

mm

ad pr

o g ra m m a

S

ES

a

LN

saun

fitness

massage

zwem bad

hoo l

ksc

koo

OR

L WE

rk

pa

OU TD O

re

ve nt u

o m g ev in g

49

uu

r

nsp

ort

inke

l


02 50


02 • VAN IDEAAL NAAR OPTIMAAL | DAADKRACHTIGE OPEN STEDENBOUW


VAN IDEAAL NAAR OPTIMAAL Daadkrachtige open stedenbouw

De Nederlandse ruimtelijke ordening kent een sterke traditie in planning en maakbaarheid. Op grote schaal zijn sinds de tweede helft van de vorige eeuw lege gebieden buiten de stad ontgonnen voor huisvesting van volk en bedrijvigheid. Gebiedsontwikkeling was lange tijd een vorm van kolonisatie en met de Vinex-operatie sluiten wij dit tijdperk af. Deze dogmatische manier van werken staat op de helling. Wat rest, is argwaan tussen alle betrokken partijen en een onverschillige publieke opinie tegenover ruimtelijke projecten. De toekomstige opgave is niet meer iets nieuws vormen op een lege plek, maar het omvormen van een bestaande plek tot iets nieuws. Ruimtelijke ordening transformeert naar ruimtelijke organisatie en hier hoort een andere vorm van stedenbouw bij.

52


TRANSFORMEREN ONMOGELIJK Bij stedelijke, maar ook bij landelijke transformatieprocessen was de laatste jaren het patroon: een radicale make-over met een behoorlijke schaalvergroting. Naoorlogse stadsuitbreidingen, stationsgebieden, kantoor- en bedrijfslocaties, maar ook bij herstructureringen van binnenstedelijke gebieden was grootschalige sloop eerder regel dan uitzondering. Elke generatie ontwerpers waant zich kennelijk superieur aan een vorige en wil het liefst van de grond af aan beginnen. Blijkbaar waren we even vergeten dat deze manier van werken heeft geleid tot oplossingen die nu überhaupt de redenen zijn voor transformatie. De stedenbouwkundige structuren uit het verleden blijken dermate star dat een continue vernieuwing onmogelijk is. Inmiddels weten we dat schaalvergroting op termijn uiteindelijk leidt tot verarming van functionele diversiteit. Ruimtelijk, maar ook financieel hebben grootschalige ingrepen niet de flexibiliteit om in te spelen om de continu veranderende vraag en geen partij wil en durft nu een langdurig financieel committent aan te gaan. Een niet onbelangrijke toevoeging is dat het interval van ontwikkelen, gebruiken en herontwikkelen alleen maar korter wordt. Gesuggereerd wordt dat Vinex-wijken nu al een herontwikkelingsopgave zijn, terwijl de laatste wijk nog niet eens af is en er nu pas boeken en films verschijnen waarin deze wijken het decor vormen. EINDBEELD ALS IDEE-FIXE Wij kunnen nu niet meer tevreden zijn met een suboptimaal ruimtelijk, financieel en maatschappelijk eindresultaat dat gebaseerd is op één leidend beeld. Het eindbeeld, de kristallisatie van ontwerp, realisatie en gebruik, is een ongemakkelijk residu van het denken in idealen. Vanaf een eerste schets wordt naar het eindbeeld toegewerkt en proces- en financiële afspraken zijn hier een weerspiegeling van. Deze manier van werken is niet meer geschikt als stedenbouwkundig instrumentarium. Het bereiken van het beoogde eindbeeld markeert de overgang van een project van het ontwikkelingsstadium naar het gebruiksstadium. Organisaties uit het ontwikkelingstraject worden op het moment van ingebruikname meestal vrijgesteld van de verantwoordelijkheid voor (duurzame) kwaliteit op

53


de lange termijn. Een in alle opzichten gemaximaliseerd ontwerp blijkt opeens onveranderbaar en niet toekomstvast. Het eindbeeld creëert een schijnzekerheid. Dit beeld dient er in de regel toe om in een zo kort mogelijke tijd zekerheid en controle over een ontwikkelingsproces te krijgen. De planning moet een maximum aan voorspelbaarheid genereren en op specifieke punten hoge investeringskosten kunnen rechtvaardigen. Bij de planning worden fictieve boekwaarden gecreëerd, maar die zijn bij een veranderde of ontbrekende vraag snel illusoir. De investeerder kan met het lock in-effect worden geconfronteerd: na de (dure) realisering van het project is hij ‘opgesloten’ in de voorwaarden, waarbij bijvoorbeeld de gebruiksmix niet klopt, het onroerend goed geen huurders vindt of het geplande terreinoppervlak niet strookt met het absorptievermogen van de lokale onroerendgoedmarkten. Ook de gehele wet- en regelgeving is gerelateerd aan een eindbeeld. De hiërarchische en lineaire opbouw van de ruimtelijke ordening met structuurvisie, masterplan en bestemmingsplan maakt bijstellen van doelen moeilijk. Al deze beleidsdocumenten proberen een ontwikkeling voorspelbaar te maken en het onverwachte te voorkomen. Het ideologische uitgangspunt van het modernistische geloof waarin een maakbaar wensbeeld de stad efficiënt kan ordenen, functies kan scheiden en conflict kan vermijden blijkt dus niet meer geschikt te zijn. Deze oude werkwijze is te monodisciplinair, het proces is te sequentieel, het kortetermijnbelang te overheersend en er wordt te snel gezocht naar een ruimtelijke oplossing. OPEN STEDENBOUW Vastklampen aan een houding waarin auteurschap en eindbeeld overheersen, kritiekloos het publiek-private onderhandelingsresultaat vertalen en alleen oog hebben voor het kortetermijnbelang is dus niet meer verstandig. Maakbaarheid dient plaats te maken voor haalbaarheid. Met open stedenbouw kunnen de kwaliteiten van ruimtelijke improvisatie gecombineerd worden met uitdagende, tijdloze plannen. De tijdelijk activiteiten op een plek dienen gebruikt te worden als opmaat voor een structuur waarin een permanent programma kan nestelen. Het op kleine schaal handelen moet verbonden worden met het op grote schaal denken. Een door het gedachtegoed van spontane ruimtelijke ordening met een tijdelijk karakter te combineren met het adagium ‘Make no little plans’ van Daniel Burnham, kan een antwoord worden geformuleerd op hedendaagse ruimtelijke vraagstukken. Het ontwerp is bij deze manier van werken geen doel op zichzelf. Het is een middel om te analyseren, alle mogelijkheden te onderzoeken en varianten te testen. Nu worden tijdelijke creatieve functies vaak ingezet als aanjager voor de ‘nieuwe’ wederom commerciële programmering bij projecten die in het einde van hun levenscyclus verkeren. Dit tijdelijke beheer dient nooit als begin van een permanente structuur, maar fungeert tot nog toe enkel en alleen als katalysator voor

54


een versnelde waardeontwikkeling in de grondexploitatie. Maar activiteiten op een plek hoeven elkaar niet serieel op te volgen. Juist als niet-commerciële en commerciële functies co-existeren in een gebied kunnen ze van elkaars kracht gebruikmaken. De transformatie van een gebied hoeft niet meer op één grote exploitatie gebaseerd te zijn, maar kan bijvoorbeeld thematisch gefinancierd en georganiseerd worden. Open stedenbouw produceert van onderaf en bovenaf tegelijk kennis waarmee het tot participatie aanspoort in plaats van bemoeilijkt. Voor het operationeel maken van deze kennis is een nieuwe werkwijze en platform waar deze kennis gedeeld wordt, nodig.

emome uz

nt

ke

stroomdiagram voor dynamische ontwikkeling

begin

korte termijn

lange termijn

DYNAMISCH KEUZEDIAGRAM Het is belangrijk om altijd vanuit de vraag de programmatische en ruimtelijke invullingen te kunnen sturen. Een ontwikkelingsproces moet hiervoor flexibel en accuraat zijn. Het is een kunst om mijlpalen in de ontwikkeling te herkennen en er adequaat op in te spelen. Dit kan door bijvoorbeeld de organisatievorm te veranderen of nieuwe investeerders of partners te zoeken. Hoe en op welk moment deze mijlpalen zich in de ontwikkeling aandienen, valt onmogelijk van tevoren te plannen. Met deze onzekerheid moeten wij leren leven. Wij kunnen wel een open en flexibele ontwikkeling faciliteren waarin het dwangmatig naar een eindbeeld toewerken wordt vervangen door het denken in kleine behapbare deelplannen, die afzonderlijk afgerond kunnen worden. Een gebied is dan niet meer in staat van continue transitie, maar in elke fase van het proces is het plan opnieuw afgerond. Bovendien kan na elke fase opnieuw bekeken worden wat de volgende verstandige stap is in de ontwikkeling. Een plan is niet gebonden aan een groeisnelheid en is in staat te reageren op wisselende economische en

55


maatschappelijke omstandigheden en woonwensen. Voor elke nieuwe fase kan dan ook een passende financieringsconstructie worden gevonden. Het openstedenbouw-keuzediagram schept flexibiliteit, nauwkeurigheid en zorgvuldigheid op het juiste moment. Op diverse manieren, met variërende snelheid en met verschillende omvang kunnen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Dit in tegenstelling tot het traditionele model, het gecentraliseerde model van ontwikkelen. Het wordt tijd te breken met de onbereikbare einddoelen die gekoppeld zijn aan maakbaarheid en stap voor stap een haalbaar transformatieproces in te steken. OPTIEMATRIX De basisvoorwaarde voor een continu ontwikkelingsproces is een manier te vinden waarop alle betrokken stakeholders afspraken kunnen maken. Deze afspraken gaan niet alleen over de fysieke massa (m² of m³) maar in eerste instantie over de toegevoegde waarde van de actoren. Naast sociale voorzieningen, openbare ruimte en economische ontwikkelingskansen zijn dit bijvoorbeeld acceptatie van een conflict (bijvoorbeeld geluid, schaduw, luchtvervuiling) en resourcegebruik (ruimte). Ook financieel is het principe van open stedenbouw verschillend ten opzichte van vroeger; alle actoren nemen deel, waardoor elke stap gedragen wordt door de uiteindelijke gebruikers en financieel steviger wordt. De klassieke publiek-private samenwerkingsverbanden zijn hiermee voorbij. Wij gaan niet meer op zoek naar de grootste gemene deler, maar naar het kleinste gemene veelvoud. matrix voor strategische keuze

Actoren

publiek

privaat

profit

non-profit

ontwerpers

specialisten

gebruikers

passanten

Randvoorwaarden voor ontwikkeling

Ruimtelijke kenmerken

Onderwerp A

56

Onderwerp B

Onderwerp C

Onderwerp D

Onderwerp E


Voor de nieuwe werkwijze is een platform voor alle betrokkenen een goed middel om kennis in te brengen en te delen. Een goede samenstelling van de actoren die van dit platform gebruikmaken en het vastleggen van een gezamenlijk streven zijn wezenlijk voor het slagen van open stedenbouw. De optiematrix is hiervoor een geschikt model. In deze matrix worden de ruimtelijke kenmerken en kwaliteiten afgezet tegen alle mogelijke randvoorwaarden voor ontwikkeling. Op een overzichtelijke manier zijn de gegevens van alle mogelijke (deel)onderwerpen, ingebracht door alle mogelijke stakeholders, te zien en te analyseren. Het grote voordeel van een optiematrix is dat ze zich richt op de gebruikers van een gebied, dat harde en zachte data kunnen worden verwerkt en kleine en grote spelers een plek kan worden gegeven. Actoren kunnen door de heldere structuur tevens makkelijker deelnemen aan het proces. Deelname kan variĂŤren van afstemming tot een hechte vorm van participatie. De matrix maakt het mogelijk op verschillende schaalniveaus de problemen te bestuderen, keuzen te maken en consequenties te ontdekken. Bij elk onderwerp wordt het geschikte schaalniveau van de oplossing bepaald. Verder kunnen met de matrix collectieve waarden worden opgespoord, de gedeelde ambities worden gedefinieerd, nieuwe programmatische en ruimtelijke allianties worden gesloten, maar ook conflicten worden blootgelegd. De openstedenbouw-matrix staat verschillende belangen, eisen en wensen toe waardoor gelijkwaardige samenwerking ontstaat. VAN IDEAAL NAAR OPTIMAAL Breken met het ideaal van maakbaarheid is niet zo moeilijk. De centrale structuren uit de twintigste eeuw hebben inmiddels plaatsgemaakt voor een gefragmenteerde doe-het-zelfsamenleving waarin ieder individu zelf een weg mag zoeken. De collectieve zekerheden zijn vervangen door kortstondige verbintenissen in een van de netwerken waarin wij ons begeven. Men is minder plekgebonden, zowel qua wonen, werken als in de vrijetijdbesteding. Deze dynamische samenleving dringt maar moeizaam door tot ruimtelijke plannen. Breken met een maatschappelijke werkelijkheid die voortkwam uit het denken in maakbaarheid is niet eenvoudig. Toch zullen deze vertrouwde procedures en werkwijzen gekoppeld aan een aanbodgerichte en seriematige manier denken, losgelaten moeten worden om de stap te kunnen maken naar een open en flexibele manier van stedenbouw bedrijven. Stedenbouw is nu realpolitiek. In plaats van maakbaarheid, wat afdwingbaar is, moeten wij in termen van haalbaarheid, wat praktisch mogelijk is, gaan denken. Haalbaarheid wordt vaak afgedaan als niet-ideologisch en oninteressant, maar het vereist juist een sterke moraliteit en een holistische blik. Het ideale, utopische plan moet worden vervangen door de optimale ontwerp- en ontwikkelingsstrategie waarin de context en alle participanten tot hun recht kunnen komen.

57


NIEUWE MARKTEN STRATEGIE VOOR WILHELM-LEUSCHNER-PLATZ, LEIPZIG

Fotografie: Craig Toocheck, B端ro f端r urbane Projekte

58


Deze perceptie heeft geleid tot een strategie voor de WilhelmLeuschner-Platz, waarin drie methoden voor urbanisme worden gecombineerd: het principe van een specifieke activiteit op een specifieke plek (Ad hoc), een vooraf gedefinieerde structuur (Framework) en een programmageoriënteerde ontwikkeling (Freestyle). Met tijdelijke functies en eenvoudige ruimtelijke ingrepen kan op een logische manier een structuur worden gemaakt en beschutting worden gevormd. Gebruikers zijn nu in staat de ruimte toe te eigenen. Ook zonder ontwikkelingsdruk kan het plein als marktplaats, openbare ruimte of parkeerterrein fungeren en daardoor zal de plek als een daadwerkelijk onderdeel van de stad gaan functioneren. Activiteiten leiden tot meer openbaarheid en interactie, wat de ontwikkelingspotentie doet toenemen. Verdere bebouwing kan dan successief, geleidelijk en zonder een specifieke volgorde op de verschillende bouwvelden georganiseerd worden.

NIEUWE MARKTEN STRATEGIE VOOR WILHELM-LEUSCHNER-PLATZ, LEIPZIG 2010, in opdracht van Stadt Leipzig

Aan de zuidelijke binnenringweg van Leipzig ligt één van de laatste toplocaties van de stad: Wilhelm-Leuschner-Platz. Het is één van de weinige open plekken in het centrum en ondanks verschillende pogingen heeft geen enkele ontwikkeling tot succes geleid. De lage ontwikkelingsdruk in combinatie met de hoge publieke verwachtingen aan de kwaliteit van een eventuele ontwikkeling houden de plek de afgelopen twintig jaar in de greep. Uit de analyse van de geschiedenis van de plek is een aantal factoren naar boven gekomen die door de eeuwen heen de condities van de locatie hebben beïnvloed. In dit perspectief lijken de verschillende en continu wisselende invullingen eerder het resultaat van toevalligheden dan van klassieke stedelijke planning.

Voldoende activiteiten op de Wilhem-Leuschner-Platz zullen tot kritieke intensiteit voor nieuwe markten leiden. Hiermee kan deze ingewikkelde locatie te allen tijde duurzaam en met een beheersbaar risico worden (her)ontwikkeld. Met open stedenbouw kunnen op één plek, gelijktijdig, verschillende benaderingen toegepast worden. Deze strategie kan op eenvoudige en doeltreffende wijze publiek genereren en functies op hun haalbaarheid toetsen. In samenwerking met Studio UC Berlin

59


Het vrije schietveld

De openbare ruimte

Een verzameling willekeurige objecten

Een zone met bijzondere deelverzameling

P

P

P

Een provisorische wereld

De toevallige hoekverdraaiing

Beweging versus stilstand

Waar is de Wilhelm-Leuschner-Platz?

Wachten op‌

Conclusie

PERCEPTIE VAN WILHELM-LEUSCHNER-PLATZ 60


Ad Hoc

Oude stedenbouw In stedelijke ontwikkeling is er lang geloofd in het eindbeeld als ultieme kristallisatie van ontwerp, realisatie en gebruik. Proces- en financiële afspraken zijn een weerspiegeling van het eindbeeld. In theorie belooft deze manier van werken een ideale toekomst over een groot aantal jaren, maar na (gedeeltelijke) realisatie van het eindbeeld lijkt een geoptimaliseerd ontwerp opeens onveranderbaar en niet toekomstvast. Een eindbeeld creëert een schijnzekerheid die er in de regel toe dient om in een zo kort mogelijke tijd zekerheid en controle over een ontwikkelingsproces te krijgen. Planning moet een maximum aan voorspelbaarheid genereren en op specifieke punten hoge investeringskosten rechtvaardigen. In werkelijkheid zijn er tal van projecten waarin de planning deze rol nog nauwelijks kan waarmaken. Programma blijkt bijvoorbeeld niet te passen op een plek of een plek niet bij een programma of een beoogde doelgroep maakt geen gebruik van een functie. Bij de planning worden fictieve boekwaarden gecreëerd, die bij een veranderde of ontbrekende vraag door de jaren heen imaginair blijken te zijn. Wat rest zijn rudimenten die ooit een zekere toekomst verbeeldden en die nu alleen maar voor ingewikkelder opgaven zorgen. Een gewenste zekerheid nastreven is een hoogst onzeker proces geworden.

j

Freestyle

0

b ö

5

10

15

20

25

a

tijd

e

Theorie

Praktijk I

Praktijk II Framework

Open

Principe van st(l)abiele stedelijke ontwikkeling Framework

Ad Hoc

Nieuwe stedenbouw Stedelijke ontwikkelingen staan sterk onder invloed van de economie. In een Ad crisissituatie Hoc wordt dit pijnlijk duidelijk en stedelijke ontwikkelingen of transformaties die op een eindbeeld zijn gebaseerd blijken bijzonder kwetsbaar te zijn. Ontwikkelingen die stap voor stap plaatsvinden en gebaseerd zijn op een Freestyle open content-systeem zetten het klassieke planningsmechanisme op zijn kop. Bij open source stedenbouw worden gebruikers in een zeer wordt er25 0 vroeg5stadium 10 betrokken 15 en 20 gestreefd naar het comprimeren van activiteiten, programma’s en netwerken. Deze worden tijd geleidelijk vertaald in een (steden)bouwkundige structuur. Stakeholders worden van het begin af Theorie aan medeplichtig aan een ontwikkeling en kunnen hierdoor adequaat reageren op de veranderende betekenis van een plek of de gewijzigde economische randvoorwaarden.

Open j

Freestyle

b

Zone

0

ö

5

10 15 Bouwveld

20

tijd Proef

e

Toeval 5 10

0

b

ö

15

20

25

Adres

Tijdelijk

a

Proef

tijd Vestiging

Tijdelijk

Permanent

e

I

Afhankelijk van de ontplooiing van deze lege plek in de komende jaren ligt de nadruk op een van de Praktijk I volgende ontwikkelingsmethoden: • Framework Urbanism Op de tekentafel gedefinieerde stevige structuur van straten, gebouwde massa en openbare ruimte wordt deel na deel ingevuld. • Ad hoc Urbanism Beslissingen (tot bouw) worden genomen zonder een strategie voor het helePraktijk gebied maar II puur op basis van noodzaak en behoeften van een meerderheid. • Freestyle Urbanism Programmageoriënteerde ontwikkeling waarbij functies worden getest, vervangen en gemodificeerd.

Theorie

Praktijk I Economische ontwikkeling

ö

e

Framework Economische ontwikkeling

b

a

Toeval 25

a

j

j

Zone

Openbare ruimte

Praktijk II

Ad Hoc

1950 Freestyle

1990

j b

ö a e

1950

1990

2008 2010

tijd

Invloed economie

61


10m

studio

Ovale Schrumpfung Wedergeboorte historische pleinvorm

klaus overmeyer

studio

Ausgang vs. Platz Conflict met toekomstig metrostation

studio

Markthalle in 2. Reihe Inkrimping plein

klaus overmeyer

studio

Die Platzwende Ontsluiting metro niet op het plein

studio

Einbindung Freiraumstruktur Markthal op de tweede rang

Nieuwe structuur open ruimte

klaus overmeyer

klaus overmeyer

klaus overmeyer

studio

Ă–ffentliche Vernetzung Wending van het plein

klaus overmeyer

Nieuw looproutenetwerk

RUIMTELIJKE VOORWAARDEN EN NIEUWE CONFIGURATIE

62


Mogelijke stappen in de fysieke transformatie van Wilhelm-LeuschnerPlatz. Bescheiden en tijdelijke plekken zijn de opmaat naar een volwaardig en permanent programma.

studio

2015

klaus overmeyer

studio

2020

klaus overmeyer

studio

2024

klaus overmeyer

studio

2030

klaus overmeyer

Open

Openbare ruimte

Zone

Bouwveld

k

Toeval

c

e

j b รถ

0

5

10

15

20

Proef

Vestiging

Tijdelijk

Permanent

25

a e

Adres

tijd

Transformatie mogelijkheden

Framework

63


Marktpotentie De eerste stap in de ontwikkeling van de WilhelmLeuschner-Platz is om de huidige gebruikers en bestaande activiteiten beter te faciliteren. De toename van de intensiteit van de plek - meer activiteiten, meer openbaarheid en meer interactie leidt tot een betere marktpotentie.

64


Fotografie: Craig Toocheck, B端ro f端r urbane Projekte

65


Dynamisch Masterplan Door de drie methoden van ontwikkeling kan de Wilhelm-Leuschner-Platz door de jaren heen op een flexibele manier groeien. Op elk moment in de tijd wordt de maximale potentie van de plek gebruikt. Wensen en eisen van verschillende stakeholders kunnen kleinschalig en betrekkelijk veilig worden opgezet. Indien er voldoende draagvlak is ontstaan kan de volgende ontwikkelingsstap genomen worden.

Framework

Ad Hoc

j

Freestyle

b รถ

0

5

10

15

20

25

a e

Theorie

Praktijk I

Praktijk II

66

tijd


Transformatieverloop De strategie voor de Wilhelm-Leuschner-Platz start met de bouw van een tijdelijke tuinbouwkas op de fundamenten van een historische markthal. Met een beperkt risico kan de potentie en haalbaarheid van een markt worden getest en kan er een sterke attractie ontstaan. De volgende zet in de strategie kan zijn om de grond die vrijkomt met de bouw van de nieuwe kerk op het plein in te zetten voor het vormen van aarden schotten die met gras bekleed kunnen worden. De tuinbouwkas en aarden schotten geven op een logische manier structuur en beschutting aan de open vlakte van het plein. Gebruikers van het plein kunnen de ruimte toe-eigenen.

67


MEER MET MINDER ONTWIKKELINGSSTRATEGIE MEERSTAD, GRONINGEN

Fotografie: Janna Bathoorn

68


Het oorspronkelijke grootschalige masterplan is door ons teruggebracht tot kleine deelplannen met een grote mate van wendbaarheid. Bij elk deelplan worden de investeringen afgezet tegen de opbrengst. En de exploitatiekosten van een deelgebied bepalen wat de volgende stap wordt in de ontwikkeling van Meerstad. Ieder deelplan wordt als afgerond geheel ontworpen en gerealiseerd. De eerstvolgende stap in deze vernieuwde strategie is de ontwikkeling van een raamwerk dat nauw aansluit op het bestaande landschap. Dit geraamte levert een grote mate van flexibiliteit voor het woningbouwprogramma en maakt het mogelijk dat de kleine deelplannen in hun eigen tempo tot wasdom komen.

MEER MET MINDER ONTWIKKELINGSSTRATEGIE MEERSTAD, GRONINGEN 2007 – heden, in opdracht van Projectbureau Meerstad

Ten oosten van de stad Groningen wordt Meerstad gerealiseerd. Het ambitieuze project werd in 2005 groots in de markt gezet door de Grondexploitatiemaatschappij Meerstad (GEMM). Deze publiek-private samenwerking bestaat uit vier overheidsorganisaties en vier private ontwikkelaars. Zij zouden de komende decennia een paar duizend hectare landbouwgrond omzetten in een nieuw woonlandschap rond een nieuw meer. Door de grote voorinvesteringen staat een sluitende exploitatie inmiddels onder druk. En hiermee de realisatie van Meerstad. Het groots opgezette traditionele masterplan op basis van een conventionele ontwikkelingsstrategie met een wenkend eindbeeld is in crisistijd te dogmatisch en niet meer opportuun.

Bij deze nieuwe en flexibele ontwikkeling is het niet noodzakelijk om vooraf een totaalplan te kiezen, maar op cruciale momenten in het proces kan een nieuwe strategische richting worden bepaald. Onafhankelijk van de (onzekere) toekomst kan het plan in alle fasen als voltooid gezien worden. Ruimtelijke randvoorwaarden, programma, financiĂŤn en snelheid worden per deelplan vastgesteld en zijn daardoor behapbaar. Zo ontstaat een dynamisch masterplan dat Meerstad uit een impasse kan tillen. Een robuust openbaar raamwerk zorgt ervoor dat de ruimtelijke kwaliteit niet inboet.

69


Het groots opgezette masterplan van de bureaus Hosper & KCAP uit 2005 heeft als doel om 2500 hectare landbouwgrond te transformeren naar woonlandschap rond een nieuw te graven meer. Met een productie van 600 woningen per jaar moesten uiteindelijk 10.000 nieuwe woningen worden gerealiseerd. De feitelijke situatie medio 2011 is confronterend. Pas 35 hectare is getransformeerd en slechts 50 woningen zijn opgeleverd.

Plan 2005

2019-2022

2012-2013

Groningen

2013-2018

2018-2019

2008-2010 2010-2012

2022-2027

70


Werkelijkheid 2011

Meeroevers

71


De gepaste strategie voor Meerstad is een open en flexibele ontwikkeling waarin het dwangmatige toewerken naar het eindbeeld wordt vervangen door het denken in kleine behapbare deelplannen die afzonderlijk afgerond kunnen worden. Het gebied is nu niet meer in een staat van continue transitie, maar in elke fase van het proces is het plan opnieuw afgerond. Na elke fase kan opnieuw worden bekeken wat de volgende verstandige stap is in de ontwikkeling. Een plan kan nu op eigen snelheid groeien en adequaat reageren op wisselende economische en maatschappelijke omstandigheden en woonwensen. Door een negatieve kasstroom in het begin van een gebiedsontwikkeling ontstaat het fenomeen badkuip. Als die negatieve kasstroom te lang en te diep (te negatief) is bestaat het risico dat een gebiedsontwikkeling deze verliezen nog amper kan goed maken in de toekomst. Een open en flexibele manier van werken zorgt ook voor een heldere financieringsconstructie voor korte en lange termijn. Hiermee kan het badkuipprobleem worden voorkomen. De investeringskosten en de opbrengsten kunnen met grotere zekerheid worden bepaald en op basis hiervan kunnen keuzen worden gemaakt voor de toekomstige ontwikkelingsrichting.

hoe nu verder?

co

72

nv en tio fle ne xib le el on e s tw tra ikk te eli gie ng


73


Hoofdweg

Hoofdweg

Een open en flexibele manier van ontwikkelen wordt ook toegepast op een lager schaalniveau. Het eerste deelgebied dat ontwikkeld wordt in Meerstad is Meeroevers. Dit deelgebied heeft een degelijk raamwerk van openbare ruimten met elk een eigen identiteit en kan als een afgerond geheel beschouwd worden. Tegelijk zijn de groeimogelijkheden als vanzelfsprekendheid opgenomen in het robuuste raamwerk. Langs de doorgaande lijnen kan verdere expansie van het plan plaatsvinden.

74


Erfpad

Erfpad

Kwelvaart

Dorpslaan

Kwelvaart

Dorpslaan Panorama Meeroevers Fietsend of wandelend langs een Radiaal kom je vanaf de Hoofdweg bij het Meer. Je kruist daarbij de verschillende sferen van Meeroevers. Hoofdweg Aan de kant van Meeroevers is het een afwisseling van bebouwingserven die gegroepeerd zijn rond een weiland of een vrijstaande boerderij. De afwisseling tussen open en dicht en in korrelgrootte van de bebouwing kan worden versterkt. Erfpad Het Erfpad is het ‘achterpad’ van het lint van de Hoofdweg, het ontsluit de woonerven die tussen de Hoofdweg en de Kwelvaart worden toegevoegd. Dorpslaan Het brede profiel van de Dorpslaan is asymmetrisch opgebouwd. Aan de zuidwestkant staat een losse rij dubbele bomen. Aan de goed bezonde noordoostkant komen een aantal openbare ‘overtuinen’, omzoomd door hagen.

Ruimtelijk Raamwerk

Ruimtelijk Raamwerk Ruimtelijk Raamwerk Hoofdweg Hoofdweg

Hoofdweg Erfpad Kwelvaart Dorpslaan Oeverpad

Waterfront Het Oeverpad vormt samen met de bebouwing het Waterfront van het meer. Het is het samenbindend element langs de oever van het Meer met een afwisselend beeld van kleinschalige bebouwing en verspreide bomen langs een groen talud met bootjes langs een doorlopende steiger. Rieteilanden De Eilanden worden omgeven door riet. Aan de meerzijde zijn dit brede rietvelden die het Meer een zachte, landschappelijke rand geven.

Erfpad Erfpad Kwelvaart Kwelvaart Dorpslaan Dorpslaan Oeverpad Oeverpad Radialen Dwarswegen

Dwarswegen

Rieteilanden Rieteilanden

Rieteilanden

Meer Meer

Meer 75


*HPHHQVFKDSSHOLMNH UHJHOLQJ 0HHUVWDGB/RJR 306

Binnenterrein

Waterfront

Binnenterrein

12.11.2010 Beeldkwaliteitplan Meeroevers I

Waterfront Figuur .5: Opbouw in 5 lagen

1. Langssteiger met bootjes 1. Langssteiger met bootjes

2. Oeverpad met groene oever 2. Oeverpad met groene oever

12.11.2010 Beeldkwaliteitplan Meeroevers I

Opbouw in vijf lagen Meerstad moet een versmelting van groen, water en bebouwing worden. Voor het Waterfront betekent dit dat de bebouwing slechtswaterfront een onderdeel uur . : Opbouw in 5 lagen is van het totale beeld. Het Waterfrontbeeld zal vanaf het meer uit vijf lagen gaan bestaan. De bootjes met hun masten op de voorgrond, de groene oever met verspreide bomen erachter. De Waterfrontbebouwing vormt de derde laag. Achter de bebouwing, op de binnenterreinen, vormen bomen van de tweede orde de vierde laag. De laatste laag wordt gevormd door de bomen die in de Meeroeverslaan geplant gaan worden. Deze bomen van de eerste orde zullen uiteindelijk overal bovenuit torenen en het Waterfrontbeeld compleet maken. bootjes

groene oever

Waterfrontbebouwing

uur 3.4: Het Waterfront is een decor, opgebouwd uit 5 lagen

76

3. Waterfrontbebouwing 3. Waterfrontbebouwing

Bomen op de binnenterreinen 4. Bomen op 4.de binnenterreinen

bomen op binnenterrein 5. Bomen langs delangs Meeroeverslaan 5. Bomen de Meeroeverslaan

bomen Meeroeverslaan


Strootman landschapsarchitecten Rieteilanden

Meer

40

Rieteilanden

12.11.2010 Beeldkwaliteitplan Meeroevers I

Meer

*HPHHQVFKDSSHOLMNH UHJHOLQJ 0HHUVWDGB/RJR 306

12.11.2010 Beeldkwaliteitplan Meeroevers I

Radiaal

Uitz De mo het verd een hek

Figuur 3.25: de Groene Radiaal is een open, natuurlijk gebied met zicht op het Woldmeer en Meeroevers 1.

Voo Op wee ver

42

12.11.2010 Beeldkwaliteitplan Meeroevers I

Figuur 3.26: Overgang openbaar - prive d.m.v. hagen

Figuur 3.27: Referentie voor inrichting Groene Radiaal

Oeverpad Figuur 3.9: Oeverpad met groene oever en steiger.

Figuur 3.10: Broek in Waterland, een goed voorbeeld van de lagenopbouw van een dorps, groen waterfront. De eerste laag wordt gevormd door de aangemeerde bootjes met daarachter het groene talud met een aantal kleine bomen. De bebouwing vormt de derde laag, de hoog opgaande bomen achter de woningen maken het beeld af.

8

Figuur 3.11: Voorbeeld van verharde voorzone

12.11.2010 Beeldkwaliteitplan Meeroevers I

Fig

afw

Radiaal

laa

Fig

vo

no

Dorpslaan Figuur 3.20: Bomen van de eerste orde domineren het beeld aan de Meeroeverslaan. Overgang openbaar-prive d.m.v. een haag.

77


TERUG NAAR ZEE WATERFRONTVISIE DELFZIJL

78


Door de zeedijk te bekijken als de ruggengraat van Delfzijl ontstaat een kans om juist de samenhang van de stad te vergroten. Het omvormen van de dijk tot een langgerekt stadspark levert één doorgaande fiets- en wandelroute op met allerlei aftakkingen naar de verschillende delen van de stad. Hiermee kunnen huidige en toekomstige ontwikkelingen langs de zeedijk en in het centrum van Delfzijl aan elkaar worden gekoppeld. De ontwikkelingen gaan een relatie met elkaar en de directe omgeving aan en creëren hiermee een meerwaarde voor de ruimtelijke kwaliteit van Delfzijl. Het hele waterfront van Delfzijl wordt hierdoor versterkt en integraal onderdeel van de stad. Door de onzekerheid van het programma en de realisatietermijn is het van belang om een open proces in te richten dat niet gebaseerd is op één enkel toekomstig eindbeeld.

TERUG NAAR ZEE WATERFRONTVISIE DELFZIJL 2007, in opdracht van Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl

Delfzijl worstelt met haar imago. De perifeer gelegen havenstad heeft in het verleden tevergeefs verschillende ruimtelijke ingrepen gepleegd om het tij te keren. Veel van deze ingrepen pasten niet bij de stad en Delfzijl raakte hierdoor sterk gefragmenteerd. Door de unieke ligging van Delfzijl beter te benadrukken kan de stad aantrekkelijker gemaakt worden. De prominent aanwezige zeedijk is een van de kenmerkende ruimtelijke elementen. Maar door de gebrekkige toegankelijkheid van de zeedijk en de duidelijke scheiding tussen de stad en het water, is de zeewering alleen een fysieke barrière.

Door groot te denken maar kleine stappen te zetten kan het Nieuwe Waterfront geleidelijk ontstaan. Relatief eenvoudige ingrepen die de zeedijk beter toegankelijk moeten maken voor fietsers en wandelaars zetten het proces voor verdere ontwikkelingen in gang. Door vervolgens iedere nieuwe ontwikkeling te koppelen aan de zeedijk neemt deze geleidelijk in betekenis en gebruiksintensiteit toe. Welke ontwikkelingen dit zijn ligt niet vast. Hierdoor kan het Waterfront van Delfzijl zich flexibel ontwikkelen zonder dat dit ten koste gaat van de ruimtelijke samenhang.

79


Barrières tussen de stad en het water

16

16

16

De zeedijk scheidt de stad van

Barrière: Barrière: Barrière: de haven en de Eems. ZeedijkZeedijkZeedijk

Waterfront Waterfront Delfzijl Waterfront -Delfzijl Inspiratiedocument - Delfzijl Inspiratiedocument - Inspiratiedocument 18.09.2008 18.09.2008 18.09.2008

De drukke Oosterveldweg met De afsluiting van de sluis in Barrière: Barrière: Barrière: de stad het Eemskanaal maakt het Afsluiten Afsluiten OudeAfsluiten Eemskanaalsluis Oude Eemskanaalsluis Oude Eemskanaalsluis van het water. centrum onbereikbaar voor vracht- en pleziervaart.

Barrière: Barrière: Barrière: het havenspoor scheidt Oosterveldweg Oosterveldweg Oosterveldweg

Kansen voor Delfzijl

1

1

2

Door het stijgen van de Kans: Kans: Kans: waterspiegel dient de zeedijk te Verleggen Verleggen Zeedijk Verleggen ZeedijkZeedijk worden verlegd.

aanleg fiets-/wandelpad

4

1

2

4

2

4

Potentiële ontwikkelingsgebie-

Reconstructie kleinschalige centrum van het vestingstadje.

Kans: Kans: Kans: Kans: Kans: Kans: den: AquariOm/Maring-terrein bebouwing historisch Ontwikkelingsgebieden Ontwikkelingsgebieden Ontwikkelingsgebieden Reconstructie Reconstructie Reconstructie centrum centrumcentrum

[1], Damster- en Handelskade [2], Ubbensterrein [3], Industriegebied Eemskanaal Zuidzijde [4].

Uitgangspunten ontwerpvisie

Recreatieve route over de dijk met aftakkingen naar de omgeving.

strand

aanleg wandeldek over Oosterveldweg

taludverharding verwijderen, verlichting plaatsten

Zeedijk omvormen tot langgerekt stadspark.

aanleg trappen

fietsbrug over Oosterveldweg

aanleg fiets-/wandelpad

Natuur en haven tot aan het centrum trekken.

80

Zeedijk als ruggengraat voor de verschillende deelontwikkelingen.


81


AquariOm/Maring-terrein strand Eemspier parkeerterrein

bunker

activiteitencentrum

infocentrum

wandelpromenade vanaf het station

P

doorsnede zeehondencreche #1 - 1:1.000

doorsnede zeehondencreche #2 - 1:1.000

82


Het AquariOm/Maring-terrein zal de komende jaren vrijkomen en plaats gaan bieden aan nieuwe ontwikkelingen. Vanwege de ligging tussen het stadcentrum en de zeedijk is het terrein uitermate geschikt voor een watergerelateerde publiekstrekker zoals een activiteiten- en infocentrum. Voor de herontwikkeling van dit gebied is het belangrijk dat het ‘Kwelderland’ wordt doorgetrokken tot aan het centrum waardoor een groot kwelderlandschapspark ontstaat. Door het landschap op een juiste manier te ontwerpen en er functies aan toe te voegen kan de relatie tussen Delfzijl en de Eems verbeteren. Voor bezoekers die met de auto of trein komen dient de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte hoog te zijn. Daarom vindt het parkeren plaats op een aantal kleinere terreinen en worden er aantrekkelijke routen aangelegd van het parkeerterrein, maar ook van het treinstation, centrum en havenfront, naar het bezoekerscentrum.

83


Havenboulevard en jachthaven

nieuwe centrumbebouwing

mogelijke uitbreiding jachthaven

herinrichting openbare ruimte

havenboulevard met nieuw havenfront

84


De ontwikkelingen rond het AquariOm/Maringterrein in het noorden en de Waterdriehoek in het zuiden geven het waterfront van het historische centrum een nieuwe betekenis. Door verbreding van het wandelpad over de zeedijk en toevoeging van nieuwe centrumbebouwing georiĂŤnteerd op de haven zal een havenboulevard kunnen ontstaan waar winkels en horeca de route tussen het bezoekerscentrum, de binnenstad en de Waterdriehoek aantrekkelijk maken. Door de toekomstige vestiging van het activiteiten- en infocentrum zal Delfzijl meer en meer een toeristische bestemming gaan worden. De jachthaven kan uitbreiden langs het noordelijke deel van de Westelijke Handelskade. Deze nieuwe ligplaatsen zijn vlakbij het nieuwe bezoekerscentrum en het stadscentrum. Het zuidelijke deel van de Westelijke Handelskade zal door extra voetgangersbruggen tussen de jachthaven en de havenboulevard kunnen uitgroeien tot een maritiem centrum met grootschalige marine detailhandel.

85


Waterdriehoek

zeehonden

werfwoningen

fiets- en wandelroute

0

openluchttheater vuurtoren

zeevaartschool herstructurering Ubbenslocatie

Eemsmondgebouw

86


Bij de Waterdriehoek is een aantal ontwikkelingen gaande waarop geanticipeerd kan worden. Er wordt hier een zeevaartschool gerealiseerd, het Eemsmondgebouw wordt gerenoveerd en de aangrenzende, vervallen industriegebieden worden geherstructureerd. Daarbij worden de mogelijkheden voor de bouw van werfwoningen op de Damsterkade onderzocht. Deze buitendijkse werkwoningen, waar men wonen en klussen aan de eigen (historische) boot kan combineren, zorgen voor nieuwe activiteiten en vergroten de recreatieve aantrekkingskracht van dit gebied. De oude vuurtoren van Delfzijl zou in de Waterdriehoek goed tot zijn recht komen, zeker als dit gecombineerd wordt met de aanleg van een openluchttheater. Ook zou er gedacht kunnen worden aan het werven van een publiekstrekker in de vorm van een historisch schip, een oude onderzeeĂŤr of watervliegtuig. Op de langere termijn zal onderzocht moeten worden of de oude Schutsluis naar het Damsterdiep weer heropend kan worden voor de recreatievaart zodat daarmee de levendigheid verder terugkomt in de Waterdriehoek.

87


DRENTHE DRIVE MASTERSTUDIE FLORIJNAS, ASSEN

88


Deze groei van Assen vraagt om een integrale ruimtelijke visie waarin opvattingen over programma en ontsluiting voor de vervoersmodaliteiten parallel ontwikkeld moeten worden. Daarvoor zijn deelgebieden aangewezen waar nieuwe ontwikkelingen kunnen plaatsvinden, samen de FlorijnAs genoemd. De bereikbaarheid met de fiets, het openbaar vervoer en de auto is van cruciaal belang voor een regionale en landelijke inbedding van Assen. Het budget dat het Rijk beschikbaar heeft gesteld om de infrastructuur van de noordelijke regio te versterken kan ingezet worden voor deze integrale ontwikkeling. Om alle mogelijkheden af te tasten en te kunnen kiezen is er een optiematrix ontwikkeld met zes potentiële verkeersmodellen voor de hoofdontsluitingstructuur. Elk model wordt afgezet tegen de ruimtelijke kwaliteit, verblijfskwaliteit, duurzaamheid, bereikbaarheid en functionaliteit maar ook naar technische, maatschappelijke en financiële haalbaarheid.

DRENTHE DRIVE MASTERSTUDIE FLORIJNAS, ASSEN 2009 -2010, in opdracht van gemeente Assen

Groei en krimp gaan in Noord-Nederland hand in hand. Door het landschap worden de groeiende en krimpende delen van deze regio, stad en land, met elkaar verbonden. Assen is een van deze groeigemeenten. De komende decennia zal de stad groeien van 67.000 inwoners nu naar zo’n 80.000 in de toekomst. Deze groei zal vooral plaatsvinden in de bestaande stad. De ontwikkeling van nieuwe woon- en werkmilieus met diverse nieuwe voorzieningen hebben een grote impact op het verkeer, de bereikbaarheid en op de relatie tussen de stad en het landschap. De uitdaging is dat de Assenaren en de regio niet van de stad zullen vervreemden, Assen dient haar territoriale kwaliteiten te versterken.

Met de matrix kunnen de verkeersmodellen goed met elkaar worden vergeleken en staan de verschillende belangen overzichtelijk naast elkaar. De matrix fungeert voor het grote aantal actoren in het gebied (gemeente, Staatsbosbeheer, Prorail, NS en diverse ontwikkelaars) als een helder communicatiemiddel waarmee gemeenschappelijke doelen en problemen besproken en consequenties in kaart gebracht kunnen worden. Om uiteindelijk tot een onderbouwde besluitvorming te komen waarbij de stad Assen en het landschap goed met elkaar verweven zijn.

89


wegennet Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn De Nederlandse Spoorwegen presenteerde in 1989 de eerste plannen voor de Zuiderzeelijn. De ambitie was om een nieuwe spoorverbinding te realiseren van Amsterdam naar Groningen via de Flevopolder. Het tracé zou de autosnelweg A6 en A7 langs Almere, Lelystad, Emmeloord, Heerenveen en Drachten volgen. Door de liberalisering van de Nederlandse Spoorwegen is er een splitsing aangebracht tussen exploitatie en spoorbeheer met grote gevolgen voor de Zuiderzeelijn. De Nederlandse Spoorwegen was zelf niet meer in staat om de spoorverbinding te realiseren en marktpartijen hadden een beduidend hoger bedrag in gedachten voor het bouwen van de spoorlijn. In 1997 concludeerde de commissie ruimtelijk-economisch perspectief Noord-Nederland (de commissie-Langman) dat het noorden van Nederland een economische achterstand had ten opzichte van de rest van het land. Het Rijk stelde hierop 2,73 miljard euro ter beschikking om nieuwe plannen te maken voor de Zuiderzeelijn. In een langdurig proces werden verschillende varianten voor de verbinding onderzocht en berekend. Het beschikbare geld en jaren van onderzoek mochten niet baten. Geconcludeerd werd uiteindelijk dat de enorme investering nauwelijks een bijdrage zou leveren aan het versterken van de economische structuur in Noord-Nederland. In 2007 werd definitief een streep gezet door de plannen voor een Zuiderzeelijn. In ruil daarvoor is het convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) opgesteld. Het Rijk stelt hierin 2 miljard euro beschikbaar voor verbetering van de infrastructuur in Noord-Nederland.

Assen

Voor zowel het wegen- als het spoorwegennet geldt dat de bereikbaarheid van de regio voornamelijk in noord-zuidrichting loopt.

Het vervallen van de Zuiderzeelijn heeft dan ook ruimtelijk en financieel positieve consequenties voor Assen. De infrastructuur die nodig is om de groei van Assen te faciliteren kan dus mede gefinancierd worden door deze zogenaamde RSP-gelden. Voor de FlorijnAs wordt het RSP-budget aangewend om op een doordachte manier de verschillende gebieden te ontwikkelen. De afzonderlijke deelgebieden kunnen profiteren van de investeringen die gedaan worden in de bereikbaarheid van de hele stad en regio. Verder komen afschrijvingen van een infrastructurele investering in een specifiek deelgebied niet te laste van de exploitatie van dit gebied. Daarmee kan je rustiger en in eigen tempo ontwikkelen en kunnen parallel locaties worden ontwikkeld. In plaats van de dat er sterkere en zwakkere gebieden ontstaan, zoals bij het serieel aanbieden van locaties, kunnen ze nu naast elkaar bestaan door middel van hun specifieke kwaliteiten.

  













  







Assen is één van de twee belangrijkste steden in de stedelijke regio.

90

Assen als een van de twee belangrijkste steden in de

T-structuur van de stedelijke


de stedelijke regio sporennet

er de toekomst van Assen spelen de ontwikkelingen in de l. Zo is met het vervallen van de Zuiderzeelijn de positie van jke regio positief veranderd. iderzeelijn de ‘uitgang’ van de stedelijke regio vormde, Assen n de hoofdentree met de A28 en de bestaande spoorlijn elangrijkste verbindingen richting de noordelijke regio. Het 3 ten zuiden van Assen heeft er bovendien voor gezorgd dat ngrijke positie in het landelijke wegennet heeft gekregen. Als knooppunt Assen aankomt kiest men tussen Duitsland of de roningen en Assen als belangrijkste steden. Deze veranderde schept nieuwe kansen voor Assen. Om deze goed te benutten Wanneer we spreken over de toekomst van Assen spelen de ontwikkelingen in de wust zijn van de omgeving en de toekomst van de regio regio een belangrijke rol. Zo is met het vervallen van de Zuiderzeelijn de positie van zal met name in de kleinere dorpen te maken krijgen met Assen binnen de stedelijke regio positief veranderd. spreekbaar te maken en gezamenlijk na te denken over de Waar de stad met de Zuiderzeelijn de ‘uitgang’ van de stedelijke regio vormde, ere afspraken worden gemaakt. Daarom is het noodzakelijk ligt Assen inmiddels aan de hoofdentree met de A28 en de bestaande spoorlijn nten te betrekken bij het gezamenlijk overleg over de te Zwolle-Groningen als belangrijkste verbindingen richting de noordelijke regio. Het het gebied van woningbouw, werkgelegenheid, verkeer en verdubbelen van de N33 ten zuiden van Assen heeft er bovendien voor gezorgd dat de stad tevens een belangrijke positie in het landelijke wegennet heeft gekregen. Als men in de toekomst bij knooppunt Assen aankomt kiest men tussen Duitsland of de noordelijke regio met Groningen en Assen als belangrijkste steden. Deze veranderde positie binnen de regio schept nieuwe kansen voor Assen. Om deze goed te benutten moet men zich goed bewust zijn van de omgeving en de toekomst van de regio in haar geheel. De regio zal met name in de kleinere dorpen te maken krijgen met krimp. Door dit nu al bespreekbaar te maken en gezamenlijk na te denken over de toekomst, kunnen heldere afspraken worden gemaakt. Daarom is het noodzakelijk de omliggende gemeenten te betrekken bij het gezamenlijk overleg over de te naar ingang van afslag naar knooppunt formuleren opgaven op het gebied van woningbouw, werkgelegenheid, verkeer en landschap.

Assen in de stedelijke regio

vanafslag uitgang

naar ingang knooppunt

van afslag

Assen in de stedelijke regio

Assen in de stedelijke regio De infrastructurele ontwikkelingen maken Wanneer overvan de toekomst van Assen spelen de ontwikkelingen in de Assenwe totspreken de entree de noordelijke regio een belangrijke rol. Zo is met het vervallen van de Zuiderzeelijn de positie van regio. De as Groningen-Assen vormt de binnen belangrijkste economische spilveranderd. in Assen de stedelijke regio positief deze regio waarin sterke groei voor hetvan de stedelijke regio vormde, Waar de stad met de Zuiderzeelijn de ‘uitgang’ gebiedaan samengaat met sterke ligtstedelijk Assen inmiddels de hoofdentree met de A28 en de bestaande spoorlijn krimp voor hetalslandelijk gebied. Voor een richting de noordelijke regio. Het Zwolle-Groningen belangrijkste verbindingen verstandige is het verdubbelen vantoekomstontwikkeling de N33 ten zuiden van Assen heeft er bovendien voor gezorgd dat van tevens belangeen datbelangrijke de stedenpositie en dorpen de de stad in het in landelijke wegennet heeft gekregen. Als regio gezamenlijke opgave formuleren men in deeen toekomst bij knooppunt Assen aankomt kiest men tussen Duitsland of de Wanneer we spreken over de toekomst van Assen spelen de ontwikkelingen in de op het gebied vanGroningen werkgelegenheid, noordelijke regio met en Assen als belangrijkste steden. Deze veranderde regio een belangrijke rol. Zo met het vervallen van de Zuiderzeelijn de positie van woningbouw, verkeer enisnieuwe landschap waarin positie binnen de regio schept kansen voor Assen. Om deze goed te benutten Assen binnen de stedelijke positief veranderd. gebruikgemaakt wordtregio vanvan de aanwezige moet men zich goed bewust zijn de omgeving en de toekomst van de regio Waar de stad met de Zuiderzeelijn de ‘uitgang’ van de stedelijke regio vormde, kwaliteiten. in haar geheel. De regio zal met name in de kleinere dorpen te maken krijgen met ligt Assen inmiddels aan de hoofdentree met de A28 en de bestaande spoorlijn krimp. Door dit nu al bespreekbaar te maken en gezamenlijk na te denken over de Zwolle-Groningen als belangrijkste verbindingen richting de noordelijke regio. Het toekomst, kunnen heldere afspraken worden gemaakt. Daarom is het noodzakelijk verdubbelen van de N33 ten zuiden van Assen heeft er bovendien voor gezorgd dat de omliggende gemeenten te betrekken bij het gezamenlijk overleg over de te de stad tevens een belangrijke positie in het landelijke wegennet heeft gekregen. A formuleren opgaven op het gebied van woningbouw, werkgelegenheid, verkeer en men in de toekomst bij knooppunt Assen aankomt kiest men tussen Duitsland of de landschap. noordelijke regio met Groningen en Assen als belangrijkste steden. Deze veranderd positie binnen de regio schept nieuwe kansen voor Assen. Om deze goed te benutte moet men zich goed bewust zijn van de omgeving en de toekomst van de regio in haar geheel. De regio zal met name in de kleinere dorpen te maken krijgen met krimp. Door dit nu al bespreekbaar te maken en gezamenlijk na te denken over de toekomst, kunnen heldere afspraken worden gemaakt. Daarom is het noodzakelijk de omliggende gemeenten te betrekken bij het gezamenlijk overleg over de te formuleren opgaven op het gebied van woningbouw, werkgelegenheid, verkeer en landschap.

Assen in de stedelijke regio

van uitgang

naar ingang

van uitgang uitgang

naar knooppunt

naar ingang ingang

van afslag

van afslag

naar knooppunt

naar knooppunt

orijnAs Assen

1



FlorijnAs Assen



c Tra

 

1

ui éZ

1

FlorijnAs Assen





der

ze e

lijn

FlorijnAs Assen

















 



Assen als ‘ingang van de regio’ wordt extra versterkt door de verdubbeling van de N33 en de aansluiting op de A28. De stad ligt hierdoor op een strategische plek. Een eenvoudige afslag wordt nu een knooppunt in het (inter)nationale wegennet.

Door de nadrukkelijke verkeersstructuren ontstaat een T-structuur in de noordelijke stedelijke regio van Nederland. Het tracé van de Zuiderzeelijn liep in de oost-westrichting. Door het vervallen van deze lijn wordt de noord-zuidverbinding benadrukt. Assen ligt als één van de twee belangrijkste steden in de noord-zuidas. Assen verandert hierdoor van uitgang naar ingang van de regio.

alsN33 eenen vaneen denieuwe twee belangrijkste steden in de T-structuur vanbelangrijk de stedelijke regio ontstaat door de Door het verdubbelenAssen van de Assen vormt samen met Beilen een

91


92


93


94


95


96


97


RSP gelden inzetten voor infrastructuur MODEL 2 RSP RSP

RSP

RSP

RSP-gelden De hoofdinfrastructuur door de stad zorgt voor een toekomstvaste bereikbaarheid van de oostzijde van Assen.

RSP

Inzetten op de Stadsboulevard

Stadsboulevard De hoofdinfrastructuur krijgt haar vorm in een Stadsboulevard die de verschillende stedelijke condities van Assen aandoet. Van de periferie naar het centrum en weer naar de periferie.

Kansen voor deelgebieden FlorijnAs

FlorijnAs De investeringen in de Stadsboulevard genereren een positieve spin-off in de omliggende ontwikkel-, transformatie-, herstructurering-, en revitaliseringlocaties.

Multifunctionele landschappen Multifunctionele landschappen Door de Stadsboulevard deels te financieren met RSP-gelden, ontstaat er ruimte voor de omliggende ontwikkellocaties om hun eigen locatiespecifieke kwaliteit en ontwikkeltempo te genereren.

Gelijktijdige ontwikkeling Gelijktijdige ontwikkeling Door het tempo van ontwikkelen laag en de omvang beperkt te houden is het mogelijk de locaties parallel aan te bieden. Bij het één voor één aanbieden (serieel) van locaties ontstaat een monopoliepositie. De specifieke kwaliteiten van een locatie creëren nu een concurrerend klimaat.

Verknoping stad en landschap

Verknoping stad en landschap De ontwikkelingen rondom de Stadsboulevard bieden de mogelijkheid om de relatie tussen stad en landschap opnieuw vorm te geven.

98


MODEL 1

MODEL 2

In de matrix zijn zes verkeersmodellen getoetst aan 23 criteria verdeeld over vijf thema’s: Verkeer en Mobiliteit, Programma, Ruimtelijkheid, Duurzaamheid en Haalbaarheid. Uitgaande van het feit dat investeren in hoofdinfrastructuur stedelijke druk veroorzaakt en dus investeringen aantrekt, genereren de verschillende verkeersmodellen verschillende programmatische druk in de stad. Vanuit deze optiek zijn er binnen de zes verkeersvarianten drie basismodellen te onderscheiden. In model 1 ligt de ontwikkeldruk vooral aan de westkant van de stad langs de Europaweg en de verschillende op- en afritten van de A28. Model 2 (2a, 2b, 2c) legt de ontwikkeldruk vooral op de spoorzone van Assen-Zuid tot en met de Havenkade. Model 3 (3a, 3b) legt de ontwikkeldruk op zijn beurt vooral langs de nieuwe rondweg, van AssenZuid via Assen-Oost tot de Havenkade.

MODEL 3

Model 2 sluit het beste aan op de ambities van Assen. In dit model resulteert de programmatische groei niet in een verdere annexatie van het landschap, maar wordt deze juist gebruikt om een aantal ontwikkelingen binnen de stadsgrenzen mogelijk te maken. Het model streeft naar een divers en compact Assen.

99


Bij de ontwikkeling van de generieke bedrijventerreinen worden de verschillende terreinen in chronologische volgorde aangeboden. Wanneer bedrijventerrein nummer één vol is wordt bedrijventerrein nummer twee aangeboden et cetera. Deze manier van ontwikkelen leidt ertoe dat bedrijven die willen groeien vrijwel meteen doorverhuizen naar een nieuw aangeboden bedrijventerrein. Door de ontwikkeling van multifunctionele landschappen met een eigen karakter krijgen bedrijven de mogelijkheid om te kiezen voor een plek €/m2 die beter aansluit bij hun identiteit. Dit heeft tot€/m2gevolg dat het verhuizen afneemt en de bereidheid om te investeren in de plek toeneemt.

€/m2

€/m2

/m2

/m2

Hogere grondprijzen genereren meer geld voor de inrichting van de openbare ruimte.

/m2

/m2

serieel bedrijf a b

tijd

c a

parallel locatie

bedrijf

1 2

a

3

b c a

b

b

c

c

a

a

b

b generieke werklandschappen

locatie 1 2

gelijktijdig

tijd

In de FlorijnAs is een reeks multifunctionele landschappen ontworpen met elk een eigen karakter, een eigen thema en een eigen identiteit. Zo zullen er landschappen zijn waarin het wonen gemengd wordt met kantoren en detailhandel, terwijl in een ander landschap een combinatie tussen bedrijvigheid, recreatie en wonen wordt aangegaan. Daarnaast komen er kleinere specialistische clusters voor die zich vanwege hun verkeersaantrekkende of milieubelastende eigenschappen minder goed laten mengen met andere functies. De clusters worden gekenmerkt door een sterke en herkenbare identiteit, zoals een woon- of autoboulevard. Elk multifunctioneel landschap krijgt daardoor een specifiek karakter dat aansluit bij de verschillende eisen en wensen van individuele bedrijven, bewoners, bezoekers of recreanten. Op deze manier kan er voor elke functie een optimaal vestigingsklimaat worden gerealiseerd.

Specifiek

Generiek

chronologisch

Van generiek naar specifiek: het multifunctionele landschap Bedrijventerreinen zijn ontstaan door radicale functiescheiding in de vorige eeuw. Om het leefklimaat in de stad te verbeteren werden overlastveroorzakende activiteiten verplaatst naar de rand van de stad. Door een radicale uitvoering zijn nu veel bedrijven onnodig op een bedrijventerrein gevestigd. Door nieuwe technologieën, andere manieren van werken en veranderingen in de bedrijfsvoering zal het aantal bedrijven dat niet thuis hoort op een bedrijventerrein alleen maar toenemen. Het is noodzakelijk om bedrijven een nieuwe positie te geven binnen het stedelijke weefsel en bedrijventerreinen een nieuwe betekenis. Bedrijventerreinen zijn door monofunctioneel gebruik inflexibel en voegen weinig waarde toe aan de ruimtelijke kwaliteit van een stad. Door functiemenging kan het ruimtegebruik een stuk efficiënter en dus duurzamer. Door functies te combineren kunnen op verschillende momenten van de dag gebieden gebruikt worden om te wonen, te werken, te leren of te ontspannen. Door tevens groen, infrastructuur en parkeren slim te clusteren kan hier veel efficiënter gebruik van worden gemaakt. Levendigheid en sociale veiligheid zullen hierdoor aanzienlijk verbeteren. Het creëren van multifunctionele landschappen met zorgvuldig ingerichte ruimten en overgangen past bij deze tijd en speelt in op de veranderende situatie. Dit vraagt om een andere wijze van ontwikkelen.

3

specifieke werklandschappen

In het seriële model worden de verschillende te vestigen bedrijven op chronologisch aangeboden locaties gehuisvest. Hierdoor ontstaan er generieke bedrijventerreinen die aan alle soorten bedrijven ruimte moeten bieden. In het parallele model kan een passende locatie bij een specifieke vraag uit de markt worden gezocht waardoor het bedrijf op haar beurt de kracht van de desbetreffende locatie kan versterken.

100


A 28

1

2

Noord

3

4 Station

4

5

6

Station

Centrum

West

3

Florijn As

Centrum

Florijn As

2

West

LOCATIES AAN DE FLORIJNAS

1

Noord

5

7

6

7 8

N 33 Zuid

8

N 33

1. Peelerpark/Messchenveld • Conventioneel bedrijventerrein • Directe aansluiting op de A28 en de FlorijnAs • Het kanaal als belangrijkste landschappelijke drager 2. Sportzone • Zone met sportvelden en recreatie • Directe aansluiting op de FlorijnAs (Peelo) • Groen karakter door sportvelden en omliggend groen 3. Stadsbedrijvenpark • Revitalisering van monofunctioneel bedrijventerrein tot een gevarieerd woon- en werklandschap • Perifere detailhandelvestigingen • Ontsluiting via Industrieweg (Stadsboulevard) en de Europaweg 4. Havenkwartier/Veemarktterrein • Transformatie van monofunctioneel bedrijventerrein tot een gevarieerd woon- en werklandschap • Ontsluiting via Dr. Philipsweg, Europaweg en A.H.G Fokkerstraat • Belangrijkste landschappelijke en recreatieve drager is het kanaal • Wonen en recreëren aan kanaal • Stedelijk gebied met hoge dichtheid tussen binnenstad en wijken • Grote mix van wonen, winkels, kantoren en bedrijvigheid • Ontsluiting door de Industrieweg i.c.m. de Dr. Philipsweg • Ontsluiting per OV door nabijheid van het station • Het kanaal als belangrijkste landschappelijke drager 5. Binnenstad • Binnenstedelijk gebied met een grote mix van wonen werken en recreëren • Ontsluiting per OV door nabijheid van het station • Belangrijke aandacht voor langzaam verkeer • Verblijfskwaliteit van de openbare ruimte is groot 6. Stationsomgeving • Nieuwe stationsomgeving met nieuw bus- en treinstation aangevuld met kantoren • Multimodaal knooppunt van doorgaand verkeer, bestemmingsverkeer, langzaam verkeer en OV • Goede routing tussen het station en de Drentsche Aa • Openbare ruimte rond het station zorgt voor overgang tussen oost en west 7. Zorgcluster • Groene zone met het ziekenhuis, GGZ en Diepstroeten • Intensieve zorgzone aangevuld met woonfuncties • Ziekenhuis ligt direct aan de Stadsboulevard • Nieuwe (auto)verbinding verbindt de zorgzones van west en oost • Functies liggen in bosachtige omgeving die wordt doorsneden door de beeklopen 8. Schepersmaat • Kantoren- en bedrijfslocatie direct ten noorden van de N33 • Ontsluiting van het gebied via de Graswijk • Ligging aan het belangrijke knooppunt van de N33 en de A28 • Landschappelijke kwaliteit wordt bepaald door de beekloop 9. Assen Zuid/ TRZ • Serie van multifunctionele landschappen gekoppeld aan de TT • Eventueel uitbreiden met zorggerelateerde functies

Zuid

9

Station TT

oppervlakte locatie

9

10 0 0 10 0 0

Station TT

10 0

0

%

werken wonen recreëren

Totale oppervlakte van de locatie en de mogelijke verdeling van het programma

%

101


Messchenveld

F lorijn

As

Peelerpark

Sportzone

Stadsbedrijvenpark

Havenkwartier

Kop Havenkwartier

Binnenstad

F lorijn

As

Stationsomgeving

P

Zorgcluster

P P

P P

Schepersmaat TRZ

P+R



102

FlorijnAs

Assen-Zuid


Om het beeldkenmerk van TT Universe daadwerkelijk vorm te geven is het noodzakelijk een synergie tussen de verschillende programmapunten te bewerkstelligen. Een bundeling van TT gerelateerde recreatie en bedrijvigheid is uniek in Nederland. Daarmee kan Assen Zuid een bovenregionale bekendheid en aantrekkingskracht verwerven om zo haar eigen betekenis te versterken. In eerste instantie is de ontwerpopgave van Assen Zuid of TT Universe dan ook niet zozeer een ruimtelijke, maar vooral een inhoudelijke (programmatische) opgave. Universe Deze inhoudelijke opgave is het TT vertrekpunt voor de verdere uitwerking van alle De Florijnas bestaat uit tien verschillende deelgebieden. Eén daarvan ontwikkelingen in Assen Zuid. is Assen-Zuid waar naast het reeds aanwezige programma (TT-circuit, Verkeerspark en militair oefenterrein) een bedrijventerrein en een Toeristisch Recreatieve Zone is gepland. Het beeldkenmerk van de TT is zo krachtig dat het voor de hele ontwikkeling van Assen van grote waarde kan zijn. In Assen-Zuid wordt de TT ingezet om de overige programmapunten betekenis te geven op bovenlokaal en bovenregionaal niveau. Assen-Zuid wordt TT Universe en vanuit de visie van de multifunctionele landschappen is gekeken hoe AssenZuid zich regionaal kan onderscheiden als vestigingsklimaat voor ondernemers en bedrijven. Een nieuwe ontsluitingsring in de vorm van een extra ‘loop’ naast het TT-circuit verbindt de verschillende onderdelen van TT Universe. Een jaarlijkse race op deze ‘loop’ versterkt de connectie tussen de TT en de hieraan gevestigde ondernemers.

TT Onderwijs

TT Defensie

i

TT Experience

P&R Assen-Zuid

P Station Assen Zuid -

TT World

TT Bedrijvenpark

TT Bedrijvenpark

TT Verkeerspark

TT Sale

TT Universe

103


104


Assen-Zuid Uitgangspunt voor Assen-Zuid is de bestaande kwaliteit van het landschap en de ruime opzet van het gebied. Kleinschalige en compacte clusters van werken, recreĂŤren en wonen positioneren zich in het landschap en worden ontsloten door de ring. De clusters zijn de bouwstenen van TT Universe. De clusters vertonen verwantschap op het gebied van programma, grootte en duurzaamheid en zijn complementair aan elkaar. Naast deze bedrijfseconomische voordelen en de landschappelijke inpassing biedt de bouwsteen ook kansen voor duurzaamheid. Het grootste voordeel met betrekking tot duurzaamheid zit hem niet binnen de grenzen van een cluster maar in de flexibiliteit van heel Assen-Zuid. Door het toepassen van kleine clusters en het waarborgen van de landschappelijke kwaliteiten is de transformatie van een cluster relatief eenvoudig. Hierdoor kan er snel geanticipeerd worden op een wisselende vraag vanuit de markt of zelfs een functieverandering van een cluster in de toekomst. Het proces van het groeimodel dicteert de ontwikkel- en ontwerpstrategie. Elk afzonderlijk moment in het proces zou een eindbeeld kunnen zijn.

Synergie tussen de verschillende programmaonderdelen in een cluster

Transformatie van een individueel ontwikkelingscluster door de tijd heen

105


PROJECTDATA

Olden Goor

‘t Lenderinck

Obbinkmark ‘t Veld

Klein Zwitserland

De Zomp

‘t Elzend

Het Eng

Anckerwaerd

Roodselaar

Otelaar

Prinsenveld

hoodstuk 01 DE STEDENBOUWKUNDIGE ALS MODERATOR Opdrachtformulerende stedenbouw

LANDSCHAP-LANDGOED-

DIVERGERENDE

PROGRAMMA ALS

LANDHUIS

BESTEMMINGEN

KATALYSATOR

STUDIE NAAR NIEUWE

RUIMTELIJKE VERKENNING

ONTWIKKELINGSVISIE

LANDGOEDEREN IN GELDERLAND

AIRPORT TWENTE

TUINCENTRUM OVERVECHT, UTRECHT

Jaar

Jaar

Jaar

2009

2007 – 2008

2008 – 2009

Omvang

Omvang

Omvang

135 ha

414 ha

24 ha

Opdrachtgever

Opdrachtgever

Opdrachtgever

Gedeputeerde Staten van de

Vliegwiel Twente Maatschappij (Rijk,

BS beheer bv

provincie Gelderland

provincie Overijssel en gemeente

Projectomschrijving

Projectomschrijving

Enschede)

visie en stedenbouwkundig

Ontwerpend onderzoek naar

Projectomschrijving

uitbreidingsplan voor tuincentrum

nieuwe landgoederen in het

Structuurvisie voor

Locatie

landschap

herontwikkeling Vliegveld

Overvecht, Utrecht

Locatie

Locatie

Setting

Gelderland

Enschede

Natuurgebied, infrastructuur,

Setting

Setting

stadsrand

landelijk

Landelijk, natuurgebied

Team

Team

Team

Jeroen de Willigen, Bas van

Jeroen de Willigen, Matthias

Jeroen de Willigen, Orri

Bolderen, Joana Garcia de Oliveira

Rottmann, Miriam Ram, Joana

Steinarsson, Michiel van der Lugt,

Partners

Garcia de Oliveira, Agnieszka

Cathelijn Dijk, Sabine Hogenhout,

Van Heijst & partners, Ecofys

Sekula

Marc Lackmann, Anne Voigt,

Fotografie

Niels Dik

Francisco Reina

Partners Twynstra Gudde, Arcadis

pagina 16

106

pagina 30

pagina 44


hoofdstuk 02 VAN IDEAAL NAAR OPTIMAAL Daadkrachtige open stedenbouw

NIEUWE MARKTEN

MEER MET MINDER

TERUG NA AR ZEE

DRENTHE DRIVE

STRATEGIE VOOR

ONTWIKKELINGSSTRATEGIE

WATERFRONTVISIE DELFZIJL

MASTERSTUDIE FLORIJNAS,

WILHELM-LEUSCHNER-PLATZ,

MEERSTAD, GRONINGEN

ASSEN

LEIPZIG

Jaar

Jaar

Jaar

Jaar

2010

2007 – heden

2007

2009 – 2010

Omvang

Omvang

Omvang

Omvang

53 ha

2500 ha

132 ha

20 ha

Opdrachtgever

Opdrachtgever

Opdrachtgever

Opdrachtgever

Stadt Leipzig, Dezernat für

Projectbureau Meerstad

Ontwikkelingsmaatschapij Delfzijl

Gemeente Assen

Stadtentwicklung und Bau

Projectomschrijving

en Gemeente Delfzijl

Projectomschrijving

Projectomschrijving

Stedenbouwkundige

Projectomschrijving

Masterstudie voor de FlorijnAs

Onderzoek naar revitalisering plein

ontwikkelingstrategie, ontwerp

Ontwikkelingsstudie voor

Locatie

Locatie

stedenbouwkundige (deel)plannen

herontwikkeling waterfront

Assen

Wilhelm-Leuschner-Platz, Leipzig,

en supervisie

Locatie

Setting

Duitsland

Locatie

Delfzijl, waterfront

Landelijk, infrastructuur, stadsrand,

Setting

Ten oosten van de stad Groningen

Setting

stedelijk

Plein in centrum

Setting

Aan zee

Team

Team

Stadsrand, landelijk, (nieuwe)

Team

Jeroen de Willigen, Bas van

Jeroen de Willigen, Matthias

natuur, woonwijk

Jurjen van der Meer, Jeroen de

Bolderen, Linda van Heugten, John

Rottmann i.s.m Klaus Overmeyer,

Team

Willigen, Michiel van der Lugt,

de Groot, Michiel van Driessche,

Philip Schläger, Matthias Seidel

Jurjen van der Meer, Jeroen

Cathelijn Dijk, Marc Lackmann

Joana Garcia de Oliveira, Richard

(Studio UC, Berlijn)

de Willigen, Michiel van der

Vrijland, Gabriele Cavoto

Lugt, Miriam Ram, Sander van

Partners

Schaik, Cathelijn Dijk, John de

Movares, Goudappel Coffeng

Groot, Sijmen de Goede, Sabine Hogenhout, Gabriele Cavoto Partners Strootman Landschaparchitecten, Invraplus, PAU, Gjald Fotografie Janna Bathoorn

pagina 60

pagina 70

pagina 80

pagina 90

107


Colofon Out there. 1e jaargang, nummer 1, juli 2011 Out there. is een onregelmatig verschijnend cahier met architectuur en stedenbouw van De Zwarte Hond. Eindredactie: Theo Hauben Redactie: Theo Hauben en Jeroen de Willigen Tekst: Theo Hauben, Jeroen de Willigen, Inge Hagenbeuk en met dank aan Jelte Boeijenga Tekstcorrectie: Marianne Lahr Vormgeving: Julia Radowitz en Wendy van der Raad Productie: Julia Radowitz Druk: Ando bv, Den Haag Out there is gedrukt in de lettertypen Hamburg en SG Next op 100% gerecycled Cocoon Offset papier. Het papier is gecertificeerd door FSC, Europees Ecolabel en NAPM. Forest Stewardship Council (FSC) is een internationale organisatie zonder winstoogmerk, die verantwoord bosbeheer wereldwijd stimuleert via een onafhankelijk systeem voor certificering van bossen. Europees Ecolabel wordt toegekend aan producten die voldoen aan de strikte milieueisen van de Europese Unie. De criteria houden rekening met alle aspecten van de levenscyclus van een product, van de productie tot de later vernietiging ervan. Het label van National Association of Paper Merchants wordt toegekend aan papiersoorten die voor minstens 50% vervaardigd worden uit hergebruikte vezels. Cocoon Offset papier voldoet verder ook aan ISO 14001 (internationale norm voor milieubeheer), ISO 9001 (internationale norm voor kwaliteitsbeheer) en ISO 9706 (internationale norm voor duurzaamheid en houdbaarheid van papier). Tenzij anders vermeld zijn de beelden en illustraties gemaakt door De Zwarte Hond. Aan de informatie in de publicatie kunnen geen rechten worden ontleend en De Zwarte Hond neemt geen verantwoordelijkheid voor de consequenties van het gebruik van de informatie uit de publicatie. De Zwarte Hond heeft getracht aan alle auteursrechtelijke verplichtingen te voldoen. Voor zover iemand meent alsnog rechthebbende te zijn, kan deze zich tot De Zwarte Hond wenden. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Zwarte Hond. ISBN 978-90-817339-0-8 Gedrukt en gebonden in Nederland.

108


Groningen Postbus 1102 9701 BC Groningen T +31 (0)50 313 40 05 F +31 (0)50 318 54 60 info@dezwartehond.nl

Rotterdam Postbus 25160 3001 HD Rotterdam T +31 (0)10 240 90 30 F +31 (0)10 240 90 25 info@dezwartehond.nl

Kรถln Kamekestraร e 20-22 50672 Kรถln (Duitsland) T +49 (0)221 168 262 34 F +49 (0)221 168 234 31 info@dezwartehond.de


© 2011


Out there. 1# DE STEDENBOUWKUNDIGE ALS MODERATOR Opdrachtformulerende stedenbouw LANDSCHAP-LANDGOED-LANDHUIS Studie naar nieuwe landgoederen in Gelderland DIVERGERENDE BESTEMMINGEN Ruimtelijke verkenning Airport Twente PROGRAMMA ALS KATALYSATOR Ontwikkelingsvisie Tuincentrum Overvecht, Utrecht VAN IDEAAL NAAR OPTIMAAL Daadkrachtige open stedenbouw NIEUWE MARKTEN Strategie voor Wilhelm-Leuschner-Platz, Leipzig MEER MET MINDER Ontwikkelingsstrategie Meerstad, Groningen TERUG NAAR ZEE Waterfrontvisie Delfzijl DRENTHE DRIVE Masterstudie FlorijnAs, Assen

www.dezwartehond.nl

ISBN 978-90-817339-0-8


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.