Cvn jaarverslag 2014 voorwoord deel 1 deel 2

Page 1

CVN Jaarverslag 2014 Overzicht van activiteiten van de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland in 2014

Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland Brussel, maart 2015


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Inhoudsopgave Voorwoord.......................................................................................................................................... 3 Deel 1: 2014 in vogelvlucht .................................................................................................................. 4 Adviespraktijk .............................................................................................................................. 5 FotoPLUS ................................................................................................................................................. 5 CVN-SCAN ................................................................................................................................................ 5 Atlas voor Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking ...................................................................... 6 Partners, samenwerkingsverbanden en netwerk ...................................................................... 7 Samenwerking Taalunie .......................................................................................................................... 7 Samenwerking met deBuren ................................................................................................................... 7 Samenwerking De Brakke Grond............................................................................................................. 8 Collega adviesraden ................................................................................................................................ 8 Bilaterale verbinding onderwijsinstellingen ............................................................................................ 8 Communicatie ..............................................................................................................................10 Sociale media......................................................................................................................................... 10 Nawoord .......................................................................................................................................11 Vlaams Nederlands Fonds voor Culturele Samenwerking .................................................................... 11 Over CVN ......................................................................................................................................12 Cultureel Verdrag Vlaanderen - Nederland........................................................................................... 12 Opdracht ................................................................................................................................................ 12 De organisatie in 2014 ........................................................................................................................... 13 Deel 2: Inhoudelijk jaarverslag, Integraal verslag van de CVN-activiteiten in 2014 ................................17 FotoPLUS ......................................................................................................................................18 Podiumkunsten ..................................................................................................................................... 19 Sociaal-Cultureel werk........................................................................................................................... 24 Taal en Letteren..................................................................................................................................... 26 Creatieve Industrie ................................................................................................................................ 28 Meesters ................................................................................................................................................ 30 Vlaams-Nederlandse cijfers en data-ontsluiting ................................................................................... 32 Jong Lagerhuis van de Lage Landen ...........................................................................................35 Bilateraal overleg culturele attachĂŠs .........................................................................................36 Contactgegevens ................................................................................................................................38 Colofon ..............................................................................................................................................39

Pagina 2 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Voorwoord CVN schrijft dit jaarverslag op een bijzonder moment. Het is 2015, het jaar waarin het 20-jarig Cultureel Verdrag tussen Vlaanderen en Nederland wordt gevierd middels het programma BesteBuren, dat intussen zo schitterend is losgebarsten. Het is ook een periode van transitie. De Commissie CVN heeft recent collectief haar mandaat teruggegeven, zie het persbericht in bijlage 1, en de overheden hebben een nieuwe opzet aangekondigd, zie bijlage 2. In 2014 werden geen adviesaanvragen ontvangen. Wel werd een al eerder ingezette discussie tussen de Commissie en de overheden gevoerd over de positionering en mandaat van CVN, en de wederzijdse verwachtingen over de CVN-adviespraktijk. "De Commissie voelde ultiem onvoldoende steun en draagvlak vanuit de overheden. De adviserende kwaliteiten van de Commissie werden daardoor slechts zeer ten dele benut. Daarbij reikten, mede door de steeds smallere taakstelling en financiĂŤle ruimte, de ambities van de leden verder dan de mogelijkheden die de opdrachtgevers boden." Dit heeft de werking van CVN en haar secretariaat niet vergemakkelijkt. Ondanks dat is er in 2014 veel werk verzet rond de opvolging van de adviezen 2013. Dat kreeg vorm in FotoPLUS, de toekomstgerichte verdieping van de Foto van 20 jaar Vlaams- Nederlandse culturele samenwerking, als aangekondigd in haar advies over de Viering van het 20 jarig Verdrag. CVN wenst op deze plek iedereen die daaraan heeft bijgedragen nadrukkelijk haar erkentelijkheid uit te spreken. Dit inhoudelijk jaarverslag staat naast verantwoording vooral ook in het teken van kennisoverdracht. CVN vindt het van belang dat alle investeringen van derden, en dat waren er velen, wordt rechtgedaan, en dat de ontvangen verzamelde deskundigheid en kennis wordt vastgelegd om verder te kunnen bouwen aan de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking. CVN heeft er voor gekozen dit jaarverslag bij wijze van overdracht uit te breiden met een inhoudelijk luik waarin uitzonderlijk ook tussentijdse resultaten worden weergegeven. Deze tussentijdse resultaten zijn in wisselende fase van ontwikkeling, en vervolgactie is gewenst. Het huidige CVN kan niet verder werken aan de afronding ervan, en stelt het hier en via de website beschikbaar aan de collega instellingen, beleidsmakers en de Vlaams-Nederlandse culturele sector. "CVN hecht een onverminderd belang aan het voortbestaan van een onafhankelijk adviesorgaan dat de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland beleidsmatig in goede banen houdt, en maakt graag plaats voor nieuwe structuren en afspraken die dit kunnen bewerkstelligen. De taakvelden van het Verdrag hebben immers nog niets aan actualiteit ingeboet." CVN, Maart 2015 Pagina 3 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Deel 1: 2014 in vogelvlucht

Pagina 4 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Adviespraktijk In 2014 heeft CVN geen adviesaanvragen ontvangen. Naast de discussie tussen de Commissie en de overheden over de positionering en mandaat van CVN en de wederzijdse verwachtingen, heeft 2014 in de uitvoering in het teken gestaan van de opvolging van de adviezen 20131, en vooral in de voorbereidingen van wat FotoPLUS is gaan heten: de gevraagde verdere verdieping van de inventarisatie van resultaten van 20 jaar gezamenlijk cultureel beleid. FotoPLUS bood met een toekomstgerichte terugblik context op 20 jaar Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking, dat in dit feestjaar 2015 middels het programma BesteBuren2 wordt gevierd.

FotoPLUS Om inzicht te krijgen in de status quo van de culturele samenwerking en uitwisseling, hebben de overheden CVN gevraagd een overzicht op te maken; een Foto te nemen. CVN heeft daartoe het VlaamsNederlandse netwerk, zoals fondsen, steunpunten en instellingen, gevraagd informatie te leveren over hun Vlaams-Nederlandse activiteiten. CVN heeft dit verzameld in een eerste overzicht, dat op 4 september 2013 is opgeleverd als onderdeel van het beleidsadvies over de organisatie van de Viering (zie deel 2 van het advies Tot. En nu verder!). De overheden hebben CVN vervolgens gevraagd de foto nog scherper te maken: FotoPLUS. In dit technische gedeelte beschrijft CVN de werkwijze. In het inhoudelijke deel 2 worden de hier kort beschreven sectoren verder van toelichting voorzien.

CVN-SCAN CVN heeft de FotoPLUS opgezet als bilaterale schets van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking, op basis van bestaand kwantitatief en kwalitatief onderzoek, sectoranalyses en reeds gepubliceerde rapporten. In 2014 is FotoPLUS gaandeweg ontwikkeld van een adviestraject op zich (doel), naar een nieuwe werkwijze (middel) voor CVN: de CVNSCAN. In de CVN-SCAN heeft CVN permanente trends, analyses, cijfers en geluiden uit de culturele sectoren in het vizier. Op basis daarvan kunnen, waar relevant en urgent, sectoren en/of thema’s doorontwikkeld worden in flitsadviezen, brieven van bekommernis of adviezen. CVN kan zo, op verzoek, dan wel uit eigen beweging een gedragen advies leveren.

De CVN-SCAN is opgezet in een groeimodel. Voor 2014-2015 werd ingezoomd op 4 sectoren van de culturele samenwerking. De ‘flits’ was daarbij gericht op de volgende prominente en bepalende 1

Sleutels tot Verzilveren, Culturele samenwerking richting Derde Landen, Voorbij de mythen. De Groote Oorlog toen en nu. Beleidsadvies over 100 jaar Eerste Wereldoorlog in Vlaanderen en Nederland. En Tot hier. En nu verder! Beleidsadvies over de Viering van 20 jaar Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking in 2015. 2

Meer informatie over de Viering leest u op Beste Buren en de speciale website BesteBuren

Pagina 5 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

sectoren: de Podiumkunsten en Taal en Letteren, vanwege de meest opvallende intensiteit en historische verankering. Daarnaast op de Creatieve industrie op expliciet verzoek van de Nederlandse overheid, en het Sociaal-Cultureel werkveld op expliciet verzoek van de Vlaamse overheid. De sector Erfgoed werd via het traject Meesters ook meegenomen en bevindt zich momenteel nog in de fase van voorbereidingen. Daarbij is de verbinding van toerisme en erfgoed wel de Gouden Combinatie genoemd. Uiteindelijk zou het gehele kunstenveld bilateraal in beeld moeten worden gebracht en doorlopend actueel worden gehouden met de meest opvallende bevindingen en conclusies. Uitgebreide vergelijkingen van beschikbaar data- en analyse-materiaal en theoretisch kader overtuigde CVN van nut en noodzaak inzake een overkoepelend adviestraject aangaande Vlaams-Nederlandse cijfers en data-ontsluiting.

Atlas voor Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking Aanvullend zou deze CVN-SCAN vergezeld worden door de eerste editie van de Atlas voor VlaamsNederlandse samenwerking. Deze Atlas is een CVN initiatief, dat samen met de Taalunie en de Atlas voor Nederlandse gemeenten in concept is ontwikkeld. Deze editie zou vanuit de aantoonbare waarde van de gedeelde Nederlandse taal de basis leggen voor verdere uitbreiding aan de hand van actuele culturele thema’s en sectoren. Vanwege het opheffen van de huidige commissie en het secretariaat zal dat vanuit CVN helaas geen doorgang kunnen vinden. CVN hoopt van harte dat het initiatief door de Taalunie verder kan worden opgepakt en doorontwikkeld tot een tot nu toe uniek en node gemist beleidsinstrument voor de VlaamsNederlandse culturele samenwerking. Expertmeetings In het kader van de door FotoPLUS beschreven sectoren organiseerde CVN in 2014 een reeks expertmeetings. De inhoudelijke resultaten ervan kunnen worden teruggevonden op de CVN-website en in deel 2 van dit jaarverslag, de lijst met bronnen in deel 3. Ontsluiting resultaten CVN heeft ter duiding en kaderstelling van de inhoudelijke resultaten ruimte voorzien voor bredere beschouwingen en overkoepelende thema’s. Deze zouden worden gebundeld in een CVN magazine waarin een aantal onderzoekers, denkers en mensen uit de sector aan het woord komen. Vanwege de huidige transitie van CVN zijn deze activiteiten stilgelegd en zullen de reeds beschikbare stukken ontsloten worden op de CVN website.

Pagina 6 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Partners, samenwerkingsverbanden en netwerk CVN fungeert als contactpunt om de gewenste Vlaams-Nederlandse samenwerking te ondersteunen en stimuleren. Daartoe is CVN actief in verbinding met de collega-instellingen in de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking.

Samenwerking Taalunie Conform artikel 8 van het Cultureel Verdrag zoekt CVN waar mogelijk prioritair de afstemming met de Taalunie. Het afgelopen jaar heeft dit geresulteerd in een aantal concrete initiatieven: 

Een traject over talige en niet-talige Meesters, in het kader van Derde Landen beleid en de basis van Erfgoed – FotoPLUS.

Nederlands in het Hoger onderwijs, een groot Taalunie traject, mede gebaseerd op eerder onderzoek van CVN.

Het CVN initiatief ‘Atlas voor Vlaams-Nederlandse Culture Samenwerking’, waarbij CVN en de Taalunie, samen met de Atlas voor Gemeenten, de waarde van Vlaams-Nederlandse cultuur in beeld willen brengen, gebaseerd en uitgaand van het belang van de gedeelde Nederlandse Taal (en daarop voortbouwend de samenwerking in het complete culturele veld ‘waarderen’). Deze Atlas van Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking kan samen met werkwijze FotoPLUS – CVN-SCAN gehanteerd worden als controle- en meetinstrument in de beleidscyclus en beleidsevaluatie van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking in de toekomst. Hiermee wil CVN de vraag om te komen tot een internationaal vergelijkende set van gegevens en beleidsresultaten beantwoorden. 

De Taalunie is prioritaire bron van geconsulteerde expertise in het traject Taal en letteren binnen de FotoPLUS.

Samenwerking met deBuren De samenwerking tussen CVN en deBuren is er voornamelijk een van cohabitatie, en het daarmee beoogde vermijden van onnodige overhead. Hoewel beide organisaties afstemden over inhoudelijke samenwerking, is dat tot dit moment nog niet uitgebreid gematerialiseerd. CVN heeft geen publieksgerichte taak, deBuren juist wel. Daar waar deze publieksgerichte bijeenkomsten van relevantie voor CVN kunnen zijn, wisselen de organisaties elkaars belangen. Heel recent was dit nog het geval bij een internationale bijeenkomst in het Vlaams-Nederlands Huis, georganiseerd samen met het Kunstenpunt en IETM, over de waarde van Cultuur, en de wetenschappelijke inzichten omtrent het thema van evident, dan wel Evidence based onderzoek. Deze uitkomsten worden door CVN weer gebruikt in de FotoPLUS – CVN-SCAN. Ook heeft bijvoorbeeld deBuren aangeboden een publieksgerichte bijeenkomst te organiseren met de

Pagina 7 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

door CVN bijeen gebrachte Cultuurwetenschappen.

Vlaams-Nederlandse

kennisinstellingen

op

het

gebied

van

Uiteraard wordt deBuren steevast geconsulteerd als het om inhoudelijke expertise gaat, in het kader van de CVN trajecten.

Samenwerking De Brakke Grond In het kader van het traject Podiumkunsten had CVN op regelmatige basis overleg met haar collega organisatie De Brakke grond op inhoudelijk vlak.

Samenwerking overige actoren in het Vlaams Nederlandse veld Waar nodig, nuttig en mogelijk zoekt CVN de samenwerking met en consultatie van Ons Erfdeel (Taal en letteren), de Brakke Grond (Podiumkunsten) en de NVAO (Kunstonderwijs en grensoverschrijdende mobiliteit). Dat heeft intussen een andere en bredere, transversale opzet gekregen, mede naar aanleiding van het expliciete verzoek van de Vlaamse overheid om ook in te gaan op de kansen voor samenwerking op het terrein van het Sociaal Cultureel luik.

Collega adviesraden Verder bouwend op de samenwerking in het kader van het advies ‘Grenzen doorbreken. Culturele belangen van de Vlaamse Gemeenschap.’ van de Strategische adviesraad Internationaal Vlaanderen (SARiV) en de Strategische adviesraad voor het Beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM), heeft CVN haar collega adviesraden nauw betrokken bij de inhoud van haar adviestraject FotoPLUS en vindt er steeds collegiale afstemming plaats over de relevante adviezen en onderzoeken.

Bilaterale verbinding onderwijsinstellingen In 2014 nam CVN het initiatief verbindingen te leggen tussen bilaterale onderwijsinstellingen op het vakgebied van de cultuurwetenschappen. Hiermee beoogde CVN niet alleen de laatste stand van kennis in haar werkveld binnen te halen. CVN kon zo ook ervaringsplekken bieden aan jonge wetenschappers binnen haar bijzondere werkveld van bilaterale diplomatieke culturele samenwerking. Afgelopen jaar zette CVN daarom twee groepen studenten actief aan het denken: Een stageteam bestaande uit studenten Taal- en Cultuurwetenschap uit Vlaanderen en Nederland stak de koppen bij elkaar om de Vlaams-Nederlandse samenwerking te schetsen en te inventariseren. Dit vooronderzoek werd meegenomen in de FotoPLUS. Hiernaast het team (met tussen haakjes de universitair begeleider): Tanja Tielen - Universiteit Antwerpen (Annick Schramme), Floris Jongens – Universiteit Utrecht (Kees Vuyk en Philomeen Lelieveldt), Mechteld Jansen - Maastricht University (Joop de Jong) en François Staring – VU Brussel (Piet Van de Craen).

Pagina 8 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Een projectgroep van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (Johan Kolsteeg) richtte zich op de vraag hoe cultuur Vlaamse en Nederlandse jongeren met elkaar kan verbinden. Ze werden vijf dagen ondergedompeld in de Vlaamse cultuur en doorkruisten Antwerpen, Gent, Brussel, Leuven en Mechelen met als resultaat een ‘roadmovie’. Dit project wordt opgevolgd door de studenten van Thomas More Mechelen.

Team HKU: Valerie Bollengraaf (projectleider), Rogier van Liempt (creatief leider), Vincent van de Brink (kwaliteitsbeheer), Floor Koster ( Teambuilder) en Floor van Hulsen (accountmanager)

Pagina 9 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Communicatie CVN fungeert als contactpunt om de gewenste Vlaams-Nederlandse samenwerking te ondersteunen en stimuleren. Dat kan CVN alleen door zich vindbaar, herkenbaar, en toegankelijk te positioneren. Daartoe is in 2014 de website omgevormd tot een doorlopende verantwoording van de activiteiten van CVN. De bezoeker kan op de website de laatste ontwikkelingen met Vlaams-Nederlandse relevantie vinden. Nergens anders is een vergelijkbaar overzicht van centrale bronnen- en informatieverzameling over de bilaterale Vlaams-Nederlandse ontwikkelingen beschikbaar. Door een systeem van interne en onderlinge verbanden, de zogenoemde ‘tags’, kan de bezoeker steeds gerelateerde informatie en bronnen vinden en wordt deze geleid naar de relevante Vlaams en Nederlandse beleidsdocumenten. In het verlengde hiervan heeft CVN in 2014 verschillende mogelijkheden verkend om haar resultaten op een inzichtelijke manier te presenteren en te ontsluiten richting derden. Door haar adviezen op meerdere manieren en platforms aan te bieden hoopt CVN een breder publiek te bereiken en het draagvlak te versterken: de website geeft de mogelijkheid om trends te actualiseren en zorgt door middel van tags, verweven te zijn met de bestaande website. Op die manier geeft CVN ook weer hoe een advies ontstaat en welk voorwerk daarbij geleverd wordt.

Sociale media Naast de website communiceert CVN via Twitter en Facebook. Hier worden niet alleen vanuit CVN relevante tweets en berichten geplaatst maar worden ook actuele nieuwsberichten en activiteiten in het VlaamsNederlands veld gevolgd. CVN heeft de kaap van 500 volgers intussen ruimschoots gehaald, en wordt op regelmatige basis geretweet als bron van Vlaams-Nederlandse informatie. Van raadpleging via ISSUU wordt goed gebruik gemaakt, evenals de presentatiemogelijkheden van de CVN Slideshares.

Pagina 10 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Nawoord Vlaams Nederlands Fonds voor Culturele Samenwerking In het advies over de viering van 20 jaar Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland in 2015 kondigde CVN een subadvies inzake instelling van een Vlaams-Nederlands fonds voor Culturele Samenwerking aan; een terrein waarop Vlaanderen en Nederland unilateraal vergelijkbare ambities en beleid hebben. Dit onderwerp werd tevens geraakt in de voorbereiding tot inventarisatie van middelen voor grensoverschrijdende culturele samenwerking. CVN was daarom verheugd te lezen dat de middelen die de Vlaamse en Nederlandse overheden ter beschikking stelden voor de Viering van het 20-jarig verdrag in 2015, met name ook voor deze inclusieve doeleinden aangewend konden worden. Het CVN-advies kreeg met deze eenmalige bilaterale regeling3 rechtstreeks, zij het incidenteel, invulling. Belangrijkste voorwaarden om in aanmerking te komen waren dat het projecten moesten zijn waarin de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen duidelijk aanwezig is, die een cultureel en inclusief karakter hebben, waarin gezocht wordt naar een nieuw publiek en nieuwe participatievormen, en waarvan de helft van de financiering al rond is. BesteBuren is een matchingfonds, geen subsidie. CVN hoopt dat een structurele borging mogelijk kan worden, indien de ervaringen en effecten van deze eenmalige middelen ingezet voor de Viering positief zijn. CVN had de monitoring van de resultaten van deze regeling reeds in de agenda opgenomen om behoefte, gebruik en effect te evalueren. Met het terugtreden van de voltallige commissie en de aangekondigde opheffing van het secretariaat zal die planning niet meer mogelijk zijn. CVN ziet nu echter wel een lang gekoesterde wens beschreven in bovenstaande adviestrajecten in vervulling gaan door de recente aankondiging van de overheden: “de vrijgekomen CVN-middelen worden integraal geheroriĂŤnteerd naar de financiering van Vlaams-Nederlandse culturele initiatieven in derde landenâ€?.4 CVN maakt zoals door de commissie verwoord in haar persbericht, graag plaats voor nieuwe structuren en afspraken die dit kunnen bewerkstelligen.

3

4

Lees voor meer info over de precieze regeling en voorwaarden om in aanmerking te kunnen komen op BesteBuren Vlaamse Overheid, Minister-president Bourgeois: Nieuwe ambities voor Commissie Cultureel Verdrag

Pagina 11 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Over CVN Cultureel Verdrag Vlaanderen - Nederland Op 17 januari 1995 werd in Antwerpen door de Nederlandse en de Vlaamse regering het Cultureel Verdrag ondertekend. Met de term ‘cultuur’ wordt verwezen naar de brede zin van het woord zoals beschreven in de volledige titel: "Verdrag inzake de samenwerking op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn tussen de Vlaamse Gemeenschap in het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden". Om beide ministers in opdracht als zowel op eigen initiatief te adviseren over de uitvoering van het Cultureel Verdrag, werd op 2 april 1998 in 's-Hertogenbosch de Commissie Cultureel Verdrag VlaanderenNederland aangesteld. De Commissie bestaat uit niet-ambtelijke leden die de verschillende sectoren uit het werkveld van het verdrag vertegenwoordigen. Op donderdag 24 mei 2012 is de Commissie in vernieuwde samenstelling begonnen aan haar vierde termijn, die drie jaar zal duren.

Opdracht De Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland (CVN) ziet toe op de uitvoering van het in 1995 gesloten Cultureel Verdrag tussen Vlaanderen en Nederland, dat zich richt op versteviging van de samenwerking op de terreinen Cultuur, Onderwijs, Welzijn en Wetenschap. CVN kijkt enerzijds naar opportuniteiten en optimalisatie tussen Vlaanderen en Nederland onderling, anderzijds is de focus sterk gericht op versterking van de imago, positie en markt van de gezamenlijke regio (the Low Countries) in Derde Landen. CVN is de enige Vlaams-Nederlandse beleidsadviesorganisatie die zich in opdracht van de Vlaamse en Nederlandse regeringen over de volle breedte van de 4 Verdragsthema’s uitspreekt. Zij doet dit onafhankelijk, gevraagd dan wel ongevraagd, met prioriteit voor de gevraagde adviezen en niet gebonden aan een publieksgerichte praktijktaak. CVN fungeert tevens als contactpunt om de gewenste Vlaams-Nederlandse samenwerking te ondersteunen en stimuleren.

Pagina 12 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

De organisatie in 2014 Commissie CVN De Commissie bestaat uit 10 leden, 5 Vlaamse en 5 Nederlandse prominenten uit de voor het verdrag relevante sectoren. De leden van de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen - Nederland zijn:

Van Nederlandse kant

Van links naar rechts:     

Onno Hoes (voorzitter, burgemeester van Maastricht) Yoeri Albrecht (directeur De Balie te Amsterdam) Henk Pröpper (directeur uitgeverij De Bezig Bij te Amsterdam) Cas Smithuijsen (oud- directeur Boekmanstichting, Studiecentrum voor kunst, cultuur en beleid te Amsterdam) Els van der Plas (directeur Nationale Opera&Ballet te Amsterdam)

Van Vlaamse kant

Van links naar rechts: 

   

Katia Segers - per 25 april 2014 is mevrouw Katia Segers verkozen Vlaams Parlementslid, en dientengevolge heeft zij haar lidmaatschap van de Commissie CVN neergelegd. Haar positie in de Commissie is vacant. Directeur Centrum voor Media en Cultuurstudies (ondervoorzitter, directeur Centrum voor Media- en Cultuurstudies, VUB) Martine de Clercq (voormalig hoogleraar Vergelijkende Literatuurwetenschap en voormalig wnd. rector aan de HUB-KU te Brussel) Luc Devoldere (hoofdredacteur Ons Erfdeel vzw te Rekkem) Mario Pauwels (Algemeen Secretaris Algemeen Christelijk Werknemersverbond Gent-Eeklo) Paul Salmon (directeur Sector Sociale Zaken voor de Stad Genk)

Pagina 13 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Overzicht commissievergaderingen 2014 

26 maart 2014 Vlaams-Nederlands Huis deBuren te Brussel

15 januari 2014 Vlaams-Nederlands Huis deBuren te Brussel

11 juni 2014 Uitgeverij De Bezige Bij te Amsterdam

10 september 2014 Vlaams-Nederlands Huis deBuren te Brussel

Pagina 14 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014 Team CVN Het secretariaat bestaat naast een deeltijds Algemeen secretaris (24 uur) uit 2 vte/fte, momenteel verdeeld over 3 medewerkers: 2 maal 0,8 en 1 maal 0,4 vte/fte.

Marijn ten Harmsen van der Beek Algemeen secretaris

Chris Deforche Officemanager

Roxanne Van Hulle Projectleider

Eline Verstegen Projectmedewerker

CVN heeft in 2014 afscheid genomen van Charlotte Rommes (Projectleider)

Foto’s: Jonas Lampens

Pagina 15 van 39


Financiën De reguliere werkingsmiddelen worden 50/50 door Nederland en Vlaanderen gedragen, respectievelijk door het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Departement Internationaal Vlaanderen. In 2013 was vanuit beide overheden €131.000 beschikbaar, wat neerkomt op een totaalbudget voor €262.000.


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Deel 2: Inhoudelijk jaarverslag, Integraal verslag van de CVN-activiteiten in 2014

Pagina 17 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

FotoPLUS De FotoPLUS: de bilaterale schets van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking op basis van bestaand kwantitatief en kwalitatief onderzoek, sectoranalyses en reeds gepubliceerde rapporten is zoals reeds beschreven in Deel 1 in 2014 technisch doorontwikkeld naar de werkwijze CVN-SCAN.

Inhoudelijk: In dit groeimodel, waar permanent trends, analyses, cijfers en geluiden uit de culturele sector worden bijgehouden, zou het gehele kunstenveld bilateraal in beeld moeten worden gebracht en doorlopend actueel worden gehouden met de meest opvallende bevindingen en conclusies. In 2014 heeft CVN geconcentreerd op de volgende prominente en bepalende sectoren van culturele samenwerking: Podiumkunsten en Taal en Letteren, vanwege de meest opvallende intensiteit en historische verankering. Creatieve industrie op expliciet verzoek van de Nederlandse overheid, en het Sociaal-Cultureel werkveld op expliciet verzoek van de Vlaamse overheid. De sector Erfgoed werd via het traject Meesters ook meegenomen en bevindt zich momenteel nog in de fase van bevindingen. Daarbij is de verbinding van toerisme en erfgoed wel de gouden combinatie genoemd. Uiteindelijk zou het gehele kunstenveld bilateraal in beeld moeten worden gebracht en doorlopend actueel worden gehouden met de meest opvallende bevindingen en conclusies. Uitgebreide vergelijkingen van beschikbaar data- en analyse-materiaal en theoretisch kader overtuigde CVN van nut en noodzaak inzake een adviestraject aangaande Vlaams-Nederlandse cijfers en dataontsluiting.

Pagina 18 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Podiumkunsten Uit de resultaten van een eerdere verkenning is gebleken dat een advies over de Vlaams-Nederlandse uitwisseling en samenwerking binnen de podiumkunstensector aangewezen is op basis van onderstaande thema’s. Er bleek een grote discrepantie in de Nederlandse en Vlaamse manier van financieren, programmeren en produceren. Tussentijdse resultaten Het Vlaamse en Nederlandse podiumlandschap delen een aantal sterke ambities: zowel op artistiekinhoudelijk vlak als naar publieksopbouw. Binnen de financiële context waarbinnen deze gerealiseerd moeten worden werpen zich enkele (financiële) drempels op, namelijk het verschil in subsidiëring en de bijkomende reis-, transport en verblijfskosten. Verschil in subsidiëring Het verschil in subsidiëringssystematiek is een enorme beperking voor de mobiliteit binnen de gesubsidieerde podiumkunstensector. Nederlandse producties ontvangen gekoppeld aan een bepaald aantal speelbeurten subsidie. Middelen met betrekking tot het reizen van de productie/gezelschap zijn hierin verrekend, net als het makers-proces. Deze kostenposten worden in Vlaanderen niet door subsidies gedekt en daarmee meegenomen in de uitkoopsom die aan de podia wordt aangerekend. Hierdoor bedraagt de uitkoopsom van Nederlandse producties een stuk minder dan van Vlaamse producties. In de praktijk zorgt dit ervoor dat de uitkoopsom van een Vlaamse productie te duur blijkt voor Nederlandse huizen. Daarnaast ligt het accent van de Rijksverantwoordelijkheid in Nederland bij het aanbod van podiumkunsten op landelijke schaal. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van de accommodaties en de provincies voor het aanbod en spreiding op provinciale schaal. Het budget dat de gemeenten uittrekken voor speelplekken ligt een stuk lager dan deze van producerende huizen. Voornamelijk bij kleinschalige producties remt het verschil in subsidiëringssystematiek grensoverschrijdend werken af. Plus-plus-plus- kosten Naast de uitkoopsom die bij Vlaamse producties duurder blijkt, zijn het de kosten verbonden aan het programmeren van een productie aan de andere kant van de grens die de doodsteek geven (reis-, transport-, en verblijfskosten). Producenten rekenen deze bijkomende kosten steeds zwaarder door aan de podia. Dit probleem doet zicht zowel unilateraal als bilateraal voor. Hoewel tourcircuits deze kosten kunnen drukken wordt door de sector aangegeven dat de unilaterale regelgeving m.b.t. tussenkomsten in reis-, verblijf- en transportkosten in eigen land én de buurlanden herbekeken moet worden. Onbekend maakt onbemind Pagina 19 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014 De afgelopen 15 jaar is het aantal Vlaamse voorstellingen in Nederland met één vijfde gedaald. Het aantal speelplekken is globaal afgenomen met één vierde en in de steden en gemeenten zelfs met meer dan één derde. Het aantal Nederlandse producties in Vlaanderen daarentegen blijft gestaag. De voorkeur voor producties en gevestigde namen uit eigen land blijkt toegenomen. CVN merkt op dat deze voorkeur voornamelijk bij programmatoren bestaat, met het oog op het publiek. Het publiek zelf daarentegen blijkt echter voornamelijk op basis van inhoud of thema voor een bepaalde voorstelling. Mogelijk wordt het publiek door programmeurs onderschat. In Nederland speelt het invullen van de subsidievoorwaarden en de hoge uitkoopsom van Vlaamse producties daarnaast een grote rol. Onbekend maakt onbemind waardoor het risico bestaat dat de Vlaams-Nederlandse uitwisseling in een neerwaartse spiraal terecht komt. Coproduceren Het grensoverschrijdend programmeren is sinds 2008 sterk afgenomen. Het aantal Vlaamse producties op Nederlandse planken liep tussen 2008 en 2010 terug met ruim 60 procent waarna het aantal stagneerde. De afname kan gekaderd worden binnen de opkomst van de economische crisis en een overaanbod in Nederland. Toch blijft Nederland voor Vlaanderen de grootste ‘afzetmarkt’ voor podiumproducties. Sinds 2010 kan een toename van ruim 50 procent aan Vlaams-Nederlandse coproducties worden opgemerkt. Ook aan Nederlandse kant neemt het aantal coproducties significant toe. Een trend dewelke eerst opgemerkt kon worden tussen kunstenfestivals en later doorsijpelde tot op organisatie- en productieniveau. Coproduceren betekent een grotere pot middelen, uitbreiding van het aantal speelplekken (aan de andere kant van de grens) en het drukken van productiemiddelen. Deze drieslag biedt met de huidige economische crisis en besparingen binnen de sector een mooie toevoeging. Podiumkunstenprofessionals maken in tijden van kwantificering en economisering gebruik van de meerwaarde die coproduceren biedt. Publieksbereik Producties hebben zelden het netwerk en de expertise in huis om de promotie van hun producties over de grens in de markt te zetten. Onvoldoende inzicht in het publiek, netwerk aan de andere kant van de grens en het gebrek aan informatie hieromtrent blijkt een gemis. Anders dan in Vlaanderen, zijn Nederlandse producties voor het grootste deel zelf verantwoordelijk voor het trekken van publiek. Een taak waar velen, vooral kleine producties geen ervaring in hebben. Daar komt nog bij dat ze dit voor een eerste keer moeten doen in een voor hen nog onbekende markt. Coproduceren kan ook hier een oplossing bieden waarbij kennisuitwisseling een rol speelt binnen de samenwerking. Ook een grotere promotierol voor festivals kan solaas bieden. Tussentijds advies Het uitwisselen van Vlaamse en Nederlandse producties is afgenomen en heeft plaats gemaakt voor coproduceren. CVN heeft waargenomen dat het positief is dat de sector zelf de handen in elkaar slaat en Pagina 20 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014 economische en inhoudelijke meerwaarde zoek in coproduceren over de grens heen. Anderzijds neemt dit de problemen die hiervan aan de basis liggen niet weg:  De reis-, transport- en verblijfskosten van producties in Vlaanderen en Nederland blijven een grote kost.  Het tekort aan budget voor het programmeren van Vlaamse producties omwille van een, in verhouding hogere, uitkoopsom.  Weinig publieksopbouw aan de andere kant van de grens. CVN zou daarom beide overheden hebben aanbevolen om enerzijds coproductie in hun beleid verder te ondersteunen en stimuleren en anderzijds de hogergenoemde knelpunten onder de loep te nemen. Mogelijke denkpistes CVN benadrukte het belang van continuïteit, tijd en kwaliteit bij het uitwerken van oplossingen. Deze worden door de sector namelijk gezien als grote voorwaarde bij het opbouwen van duurzame samenwerkingsverbanden. Als vertrekpunt worden de speelplekken en programmatoren genomen omwille van de discrepantie die bestaat tussen het stijgend aantal Vlaams-Nederlandse coproducties en het gedaalde aantal speelplekken waar deze geprogrammeerd kunnen worden. Grensoverschrijdend programmeren: intensief en lokaal Om de grens binnen het podiumkunstenlandschap weg te nemen moet worden ingezet op de binding tussen gezelschappen, podia, festivals en het lokale publiek. Intensief en geconcentreerd grensoverschrijdend aanbod tonen kan deze band versterken. CVN zou hebben aanbevolen om (financiële) ruimte te bieden voor meerjarige trajecten waarbij partners zich binnen het Vlaamse en Nederlandse podiumkunstenlandschap met elkaar verbinden om uitwisseling concreet invulling te geven. Expertmeetings In het kader van dit advies organiseerde CVN een expertmeeting tijdens het Theaterfestival Boulevard op 11 augustus 2014. De deelnemers schoven de termen continuïteit, community en kwaliteit naar voor als centrale uitgangspunten. Naast de vraag om samenwerkingen tijd om te groeien te bieden werd ook het belang van kwaliteit boven kwantiteit benadrukt. CVN werd gevraagd in een vervolgmeeting met een nog bredere samengestelde groep nader in te gaan op een drietal onderwerpen: de dans en muzieksector, publieksonderzoek m.b.t. risicoprogrammering en de rol/verantwoordelijkheid van de overheid. Belangrijkste uitkomsten 

De mobiliteit binnen de gesubsidieerde podiumkunstensector wordt beperkt door een verschil in subsidiëringensystematiek.

Het zijn voornamelijk de reis-, verblijfs-, en transportkosten (zogenaamde ‘plus-plus-plus’kosten) die mobiliteit binnen Vlaanderen en Nederland beperken.

Pagina 21 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014 

Theaters en festivals moeten de tijd krijgen om een duurzaam samenwerkingsverband op te bouwen met partners over de grens, makers en gezelschappen. Continuïteit staat hierbij centraal

Producties hebben niet het netwerk en de expertise in huis om de promotie van een voorstelling aan de andere kant van de grens voor hun rekening te nemen. Daarbij komt dat de kennis over het publiek aan de andere kant van de grens beperkt blijft en informatie hierover niet beschikbaar. Coproducties en een grotere promotierol voor festivals kan hier soelaas bieden.

Cijfermateriaal van het Vlaams Theater Instituut onderschrijft dat er, eerder dan grensoverschrijdend opereren, organisaties steeds vaker voor coproductie kiezen.

Intensiever en minder gespreid spelen aan de andere kant van de grens kan de binding tussen gezelschappen, podia, festivals en het lokale publiek versterken. Intensiever en geconcentreerder spelen met als doel een vast publiek opbouwen staat haaks op het huidige spreidingsbeleid. Een beleid dat volgens alle experts herbekeken moet worden.

Fysieke ontmoetingen tussen gezelschappen en programmatoren zijn van groot belang voor het opbouwen van lange termijn relaties en uitwisseling over de grens.

De interesse in podiumkunstenaanbod van de andere kant van de grens neemt af waarbij de interesse in producties van ‘eigen kweek’ toeneemt. Onbekend maakt onbemind waardoor het risico bestaat dat de Vlaams-Nederlandse uitwisseling binnen de sector in een neerwaartse spiraal terecht komt.

De ontsluiting van het aanbod van de podiumkunsten aan de andere kant van de grens: Nederlandse podia die geraakt werden door de bezuinigingen spelen eerder op safe dan dat ze jong en onbekend talent op podium vragen. Er wordt steeds vaker voor gevestigde grote namen uit eigen land gekozen en gaan gedurfde keuzes uit de weg.

Scope sessie Podiumkunsten/Kunstonderwijs, 1 april 2014 Ter verkenning van de adviesthema’s Podiumkunsten en Kunstonderwijs organiseerde CVN een brede expertmeeting met als sub-onderwerpen arbeidsmobiliteit, uitstraling richting derde landen en talentontwikkeling. Dit omwille van de gesignaleerde dwarsverbanden tussen Podiumkunsten en Kunstonderwijs aangaande deze onderwerpen. Belangrijkste uitkomsten De expertmeeting bevestigde aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden dat CVN met de Startnotitie Podiumkunsten en Kunstonderwijs een aantal actuele en relevante onderwerpen aansnijdt. Suggesties voor de structuur van het CVN-adviestraject: 

Inzetten op gezamenlijke aanpak van optimalisering van talentontwikkeling en arbeidsmobiliteit binnen de Lage Landen (als één geheel). Nadien een strategie uitstippelen richting Derde Landen

Geografische focus bij het formuleren van aanbevelingen is nodig. Gezamenlijke prioritaire partners moeten worden geformuleerd.

Pagina 22 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Expertmeeting Cultuureducatie en Kunstonderwijs , 8 september 2014 Op woensdag 17 september 2014 zat CVN met een aantal experts samen over enkele actuele uitdagingen binnen de keten ‘van Cultuurparticipatie tot Talentontwikkeling’. Belangrijkste uitkomsten  Educatie en participatie betreft een netwerk eerder dan een piramidevorm. Expertmeetings moeten dus breder ingevuld worden.  Vlaamse Nederlandse samenwerking kan een antwoord bieden op uitdagingen in het Hoger Kunstonderwijs door middel van kennisdeling- en uitwisseling.  Decentralisatie in Vlaanderen brengt risico’s: deze moeten worden beschreven en geëvalueerd. Nederland kan Vlaanderen hierbij begeleiden.  Steunpunten worden expertisecentra waardoor ze minder voeling met het publiek krijgen.

Pagina 23 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Sociaal-Cultureel werk Op expliciet verzoek van de Vlaamse overheid heeft CVN de culturele samenwerking binnen het SociaalCulturele veld beschouwd. CVN heeft met deze schets de huidige situatie van het Vlaams-Nederlandse sociaal-culturele landschap in beeld gebracht. Dit diende als uitgangspunt voor de identificatie van kansen en belemmeringen die werden meegenomen in praktische aanbevelingen voor de uitvoering van beleid naar de toekomst. Tussentijdse resultaten Vlaanderen kent een grote sociaal-culturele traditie. Het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing staat in de Belgische grondwet opgenomen en heeft dus, in tegenstelling tot in Nederland, meer en diepere wortels in aarde. De nieuwe decentralisatiegolf in Vlaanderen verandert het bestuurlijke landschap en daarmee ook haar unieke sociaal-cultureel weefsel binnen Vlaanderen. Het nieuwe Vlaamse Regeerakkoord vertrekt van een duidelijke doelstelling en taakstelling ten aanzien van lokale besturen: “We geven de gemeenten en steden nog meer vertrouwen en meer verantwoordelijkheid. We versterken hun bestuurskracht en autonomie. En dus krijgen ze bijkomende bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden.” Deze visie zal in de komende jaren geconcretiseerd worden. CVN noteerde echter een grote bezorgdheid vanuit de sector bij de invulling en de overdracht van deze bevoegdheden, met inachtneming van de Vlaamse traditie. Tussentijds advies Het ‘loslaten’ in navolging van het subsidiariteitsbeginsel vraagt tijd en aanpassing. De sector vreest voor onvoldoende ruimte en tijd om de taken die tijdens de decentralisatie afgestoten worden op Vlaams niveau op te laten nemen door het middenveld. Om een periode van (te snelle) verandering te overbruggen heeft CVN geadviseerd om na te denken over een tijdelijke tussenpartij die het middenveld ondersteund in haar nieuwe taken. Vlaanderen staat aan het begin van een verandering die de afgelopen 20 jaar in Nederland al plaatsvond. Waar dit verschil in het verleden het Vlaams-Nederlandse sociaal-culturele veld op ongelijke voet plaatste en kennisuitwisseling bemoeilijkte, biedt dit vandaag de dag kansen: Nederland kan Vlaanderen bijstaan in deze verschuivingen tussen de verschillende bestuurslagen. Om deze reden heeft CVN de aanbeveling willen doen om de kennisuitwisseling tussen Vlaanderen en Nederland te faciliteren en opnieuw leven in te blazen. Dit alles in het kader van de decentralisatie binnen Vlaanderen. CVN heeft benadrukt dat hier niet per se extra middelen

voor vrij gemaakt dienen te worden, maar dat het gaat om het optimaal benutten en inzetten van bestaande infrastructuren en bovenal het uitwisselen van kennis en praktijkvoorbeelden. Pagina 24 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Expertmeetings Overleg experts Sociaal-Cultureel werkveld, 8 september 2014 Vlaams Minister-president Peeters geeft in zijn reactie op het advies Tot hier. En nu verder!, Beleidsadvies over de Viering van 2à jaar Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking in 2015, de expliciete aanvullende opdracht om het sociaal-cultureel werkveld actiever te benaderen. Om deze opdracht af te bakenen zat CVN aan tafel met enkele relevante partners. Belangrijkste uitkomsten 

“Het gaat niet over geld maar het optimaal benutten van bestaande infrastructuren en het uitwisselen van kennis.”  Samenwerking heeft zich binnen het sociaal-culturele veld voornamelijk beperkt tot kennisuitwisseling, dewelke sinds een tiental jaren verwaterd is.  De vraag vanuit de sector tot samenwerking beperkt zich dan ook voornamelijk tot het opnieuw stimuleren van deze kennisuitwisseling.  Algemene zorg: De decentralisatie zou het loslaten van een aantal verantwoordelijkheden m.b.t. het sociaal-culturele veld kunnen betekenen. In het bijzonder landelijke regio’s zullen kwetsbaar worden. Op expliciet verzoek van de Vlaamse overheid beschouwt de Commissie Cultureel verdrag Vlaanderen – Nederland de culturele samenwerking binnen het Sociaal-Culturele veld. Verder bouwend op de besloten expertmeeting van 8 september zoomde deze brede expertmeeting in op de uitdagingen van de decentralisatie, het belang van het middenveld en intergemeentelijke samenwerking. Deze expertmeeting vond plaats op 25 november 2014 in de vergaderzaal van CVN. Expertmeeting Sociaal-Cultureel werkveld, 25 november 2014 Belangrijkste uitkomsten  Sectorspelers uit zowel Nederland als Vlaanderen geven aan dat samenwerking op regionale schaal vaak alleen nog maar in projectmatige vorm onderwerp van gesprek is: de sector signaleert nood om een aantal zaken overkoepelend op te nemen, in het bijzonder bij het wegvallen van het provinciale niveau  Kennisdeling is een eerste belangrijke stap in regionale samenwerking. In een tweede stadium moet er gekeken worden naar aanvullend werken / programmeren  De sector vreest voor onvoldoende ruimte en tijd om de taken die tijdens de decentralisatie afgestoten worden op te laten nemen door het middenveld: er moet worden nagedacht over een externe organisatie die het middenveld helpt deze nieuwe taken op te nemen

 Voordat er gesproken kan worden van grensoverschrijdende samenwerking dienen zowel Vlaanderen als Nederland op de hoogte te zijn van elkaars werkzaamheden in de sector: kennisdeling en ontmoetingen. Pagina 25 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Taal en Letteren Vanwege de opvallende intensiteit en historische verankering heeft CVN in relatie tot FotoPLUS de Vlaams-Nederlandse samenwerking binnen het Taal- en Letteren veld bekeken. CVN heeft gewerkt aan een schets waarmee de huidige situatie van het Vlaams-Nederlandse Taal- en Letterenlandschap in beeld werd gebracht. Dit met als uitgangspunt de identificatie van kansen en belemmeringen die meegenomen werden in praktische aanbevelingen voor de uitvoering van het beleid in de toekomst. Tussentijdse resultaten Dankzij een verwant historisch artistiek erfgoed en hedendaagse culturele interactie, zijn er tal van mogelijkheden tot samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland. De belangrijkste verbindende factor in deze is de gedeelde Nederlandse taal. In beleidstermen wordt er vaak gesproken over een Nederlandstalige grensoverschrijdende taal en letterenmarkt. Ondanks de intenties op beleidsniveau en initiatieven uit de sector merkt CVN in de praktijk open kansen tot meer samenwerking. Ze ziet dan ook de gezamenlijke presentatie van Vlaanderen en Nederland op de Frankfurther Büchmesse in 2016 als startpunt voor nauwere samenwerking en een etalage die Nederlandse literatuur “doet schitteren en onze boekensector stimuleert”5 Letteren In het streven naar een gedeelde boekenmarkt merkt CVN een aantal grensoverschrijdende belemmeringen op.  De uitwisseling van boeken verloopt grotendeels van Vlaanderen naar Nederland. De schaalgrootte van beide landen, waarbij Vlaanderen een kleinere afzetmarkt heeft en een beperkter instrumentarium voor de boekensector speelt hierbij een rol.  Vlamingen en Nederlanders kijken (te) weinig over de grens bij de keuze van hun lectuur en laten zich voornamelijk informeren door media uit eigen land.  Beide landen gedragen zich op het gebied van vertalingen vaak als concurrenten in plaats van concullega ’s. Hoewel de tolerantie t.o.v. Belgisch-Nederlands taalgebruik toeneemt bepaald de economische macht de vertaal-voorkeur: die van het Noord-Nederlands. Ook hier speelt de grotere afzetmarkt van Nederland een rol waardoor vaker gekozen wordt om te vertalen naar Noord-Nederlandse norm.  In functie van Vlaams-Nederlandse samenwerking wordt er hoopvol uitgekeken naar de mogelijke positieve resultaten van het invoeren van een vaste boekenprijs. Deze zou binnen Vlaanderen naar analogie met Nederland worden ingevoerd, waar de vaste boekenprijs vanaf 2005 in werking is. Deze gereglementeerde prijs kan de grens tussen de Vlaamse en de Nederlandse boekenmarkt verder doen vervagen. CVN heeft aangeraden om het onderzoek dat in Nederland de komende 4

5

Sven Gatz, Beleidnota 2014-2019

Pagina 26 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014 jaar gevoerd wordt naar de werking van de vaste boekenprijs op de voet te volgen en de resultaten mee te nemen in de verfijning van de concrete uitwerking en verdere opvolging. “uitgevers en boekenverkopers krijgen door de voorlopige handhaving van de vaste prijs juist de kans krijgen om zich voor te bereiden op alles wat op hen afkomt. Het vak is enorm in beweging: de digitalisering zet door, er ontstaan nieuwe ondernemingsvormen. Dat moet in goed banen geleid worden”6. CVN heeft kansen waargenomen in de positieve, gemeenschappelijke positionering van Vlaanderen en Nederland en ziet dit tot uiting komen in de Frankfurter Büchmesse in 2016. Door samen op te treden als gastland benadrukt men niet de grens tussen beide regio’s maar het gedeelde goed. Vlaamse en Nederlandse schrijvers zullen er niet worden gepresenteerd op basis van hun afkomst, maar op basis van thema’s waarmee de dialoog kan worden aangegaan met buitenlandse schrijvers. “De Büchmesse moet het brede culturele leven in de Lage Landen in de kijker plaatsen. Die focus op het internationale vormt een rode draad doorheen het gehele cultuurbeleid.”7 Taal Naast grensoverschrijdende opmerkingen heeft CVN vastgesteld dat er binnen Letteren steeds meer sprake is van een vertakt beleidsdomein. De Neerlandistiek, de wetenschappelijke studie van het Nederlands en de Nederlandstalige Letteren, wordt steeds meer internationaal en interdisciplinair. Vooral in Nederland neemt de rol van de klassieke neerlandistiek als aparte wetenschappelijke discipline af. Neerlandistiek en de studie van de Lage Landen dreigt een wetenschap te worden die in het buitenland meer ruimte krijgt. De sector vreest dat taal op die manier wordt geïnstrumentaliseerd. CVN benadrukt het belang van de drie aspecten die verbonden worden: taal, literatuur en cultuurgeschiedenis.

6 7

Nederlands Minister van Cultuur Jet Bussemaker Vlaams Minister voor Cultuur Sven Gatz in zijn beleidsnota 2014-2019

Pagina 27 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Creatieve Industrie Vlaanderen en Nederland benadrukken beiden afzonderlijk de kracht van de creatieve industrie: ambitie om creativiteit te bevorderen en de creatieve sectoren te laten bloeien. Niet perse gelijkelijk geformuleerd, maar intentioneel zeer overeenkomstig. De vraag ligt voor de hand of er voordelen te behalen zijn richting derde landen in grensoverschrijdende samenwerking. Welke concrete en praktijkgerichte kansen zouden beschreven kunnen worden om samen op te trekken? CVN heeft daarnaast zich de vraag gesteld in hoeverre deze wens in de sector zelf bestond. CVN heeft vanuit de praktijkgerichte aanpak, ondernemers bevraagd over de ervaren meerwaarde van een grensoverschrijdende samenwerking op dit gebied. Tussentijdse resultaten Zowel Vlaanderen als Nederland hebben beide, afzonderlijk in hun beleid de kracht van de Creatieve Industrie naar voren gebracht. Men spreekt over de ambitie om creativiteit te bevorderen en de creatieve sector te laten bloeien. De omschrijvingen zijn niet perse gelijkelijk geformuleerd, maar zijn intentioneel zeer overeenkomstig. Hoewel vaak besproken op beleidsniveau, heeft CVN vastgesteld dat Vlaams-Nederlandse samenwerking binnen de creatieve sectoren in de praktijk nog maar sporadisch plaatsvindt. De complexe sector van de Creatieve Industrie omvat zowel economische- als culturele en creatieve waarden. De sector geeft aan dat samenwerking ontstaat wanneer deze opportuun is en economische winst behaald kan worden. CVN heeft dan ook opgemerkt dat er meer sprake is van samenwerking tussen economische spelers, waartegen dit voor culturele partners nog niet vanzelfsprekend is. De sector geeft aan dat een gedeelde taal en geschiedenis geen doorslaggevende factoren zijn in de overweging tot samenwerking. Tussentijds advies 

Zowel de sector als het beleid leggen de focus op internationalisering. Toch werd meer dan in andere sectoren, de meerwaarde van een Vlaams-Nederlandse samenwerking in vraag gesteld. Niettemin heeft de sector wel haar interesse getoond door vragende partij te zijn naar de facilitatie van Vlaams-Nederlandse ontmoetingen in het kader van kennisuitwisseling en netwerking. In reactie op inzet van het beleid op gezamenlijke Vlaams-Nederlandse representatie en/of het promoten van de lage landen als regio, heeft de sector gevraagd een duidelijke focus aan te brengen. Beide landen zetten afzonderlijke pijlers op sectorale actoren zoals mode, design, gaming…waardoor Vlaanderen-Nederland zich moeizaam met een gezamenlijke specialisatie promoot. Versnippering van beleid belemmert momenteel de continuïteit van internationale samenwerking. Zo wordt er momenteel nog te vaak ingezet op eenmalige projecten, wat te boete doen aan profilering en mist aan vooropgestelde visie. Pagina 28 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

De kracht van de Creatieve Industrie ligt in de opkomst van bottum-up organisaties en zelforganiserende netwerken die in nauwe samenwerking met en langs artiesten ontwikkeld worden. Om die reden zou een conclusie kunnen zijn om het zwaartepunt van de Creatieve Industrie mogelijk meer op lokaal- dan op beleidsniveau te leggen.

Expertmeetings Expertmeeting Creatieve Industrie, 18 november 2014 Op expliciet verzoek van de Nederlandse overheid beschouwt de Commissie Cultureel verdrag Vlaanderen – Nederland de culturele samenwerking binnen de Creatieve Industrie. Deze expertmeeting vond plaats op 18 november 2014 in de vergaderzaal van CVN. Belangrijkste uitkomsten      

Beleid is vaak nog afgestemd op grote spelers Bilaterale kansen binnen de Creatieve Industrie liggen in een eerste stadium bij kennisdeling Vlaanderen en Nederland kunnen gezamenlijk een kader bieden inzake internationalisering Gedeelde taal en geschiedenis legt geen gewicht in de schaal bij het zoeken naar interessante partners Gezamenlijke presentatie naar derde landen toe kan daarentegen wel interessant zijn In ondersteuning van internationale projecten zien we versnippering van het beleidsinstrument

Pagina 29 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Meesters In haar reactie op het Derde Landen advies bevestigde de Nederlandse overheid de relevantie om kansen binnen het gezamenlijk toerismebeleid te formuleren. Hierop aansluitend heeft CVN voor FotoPLUSErfgoed verkend of, en zo ja hoe, inzet van de 'Meesters8' aangewezen is, om hierdoor voor de VlaamsNederlandse regio een zo groot mogelijk (internationaal) publiek te genereren. Veelal wordt bij het begrip ‘Meesters’ gedacht aan de rijke picturale traditie van de Lage Landen en kunstvormen op basis van de Nederlandse taal. Hieronder beschrijft CVN een brede aanpak die zich laat indelen in de Meesters van het heden en het verleden. Verleden De Gouden Eeuw in de Lage Landen kent wereldfaam als het gaat over de kunsten. Rubens en Rembrandt. Ook op vlak van architectuur, literatuur, toegepaste kunsten en historische ontwikkelingen zijn de Lage Landen wereldberoemd. Aandacht gaat uit naar het behoud en beheer van het erfgoed en tegelijkertijd naar ontsluiting, publieksbereik en zelfs marktverruiming. Deze twee belangen lopen per definitie niet steeds parallel. De Meesters verleiden toeristen, jong talent, wetenschappers en kunstenaars om af te reizen naar de Lage Landen en zijn tegelijk ook onze visitekaartjes in het buitenland. Deze dynamiek van ‘halen en brengen’ werd reeds beschreven in het CVN advies Sleutels tot Verzilveren.

Op het vlak van presentatietechnieken, ontsluiting conservatie en curatie van haar kostbare erfgoed zijn de Lage Landen een kenniscentrum. Een voorbeeld hiervan is de restauratie van het veelluik ‘De Aanbidding van het Lam Gods’ van de gebroeders Van Eyck. Deze restauratie is voor het publiek toegankelijk en wordt onder grote internationale belangstelling gevolgd. Op Closer to van Eyck kan de digitale bezoeker het werk zelfs tot in detail bestuderen. Dit virtueel toerisme kan nog beter benut worden in het presenteren van de Meesters en het bieden van een oplossing m.b.t. duurzaam toerisme.

Heden 8 Met de term 'Meesters' wordt het erfgoed bedoeld dat het artistieke product is van de gedeelde Vlaams-Nederlandse culturele ruimte die het meest aanspreken en waarvan een hoge externe herkenbaarheid uitgaat. Ze verwijst tevens de titel voor iemand die een hoog niveau van expertise heeft bereikt.

Pagina 30 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014 Naast de Meesters van het verleden heeft CVN suggesties willen doen over hoe de hedendaagse Meesters geëtaleerd kunnen worden. Hoe de Lage landen hun kunstenaars, creatieve producten of talent dat op dit moment tot de wereldtop behoort als toonbeeld van Meesterschap uitgestald kan worden. En hoe deze optimaal geprofileerd kunnen worden in het buitenland om zo nieuw jong talent te inspireren en naar de Lage Landen te lokken. Expertmeetings Expertmeeting Meesters, 26 november 2014 Hierop doorwerkend nodigde CVN de erfgoedsector en toeristische sector uit op haar expertmeeting Meesters/Erfgoed. CVN kadert dit adviestraject binnen de FotoPLUS, waarbij Erfgoed als sector beschreven wordt. Belangrijkste uitkomsten 

Vlaanderen en Nederland zijn beiden kleinschalig en sterk verstedelijkte gebieden. Afzonderlijk zijn ze geen gelijkwaardige spelers voor grote, maar tegelijkertijd prioritaire partners/musea. Ze hebben beiden baat bij het zich gezamenlijk presenteren als één regio.

De aanwezigen benadrukken het belang van het betrekken van alle partijen vanaf het begin van het productieproces.

Grote en kleine spelers kunnen instrumentaal elkaar aanvullen. Dit gebeurt (in Vlaams-Nederlandse context) nog te weinig.

Duidelijk is geworden dat ook door de geraadpleegde deskundigen veel mogelijkheden herkend werden voor inzet van Meesters, en intensifiëring ervan. Tegelijkertijd werd even duidelijk dat de onderlinge afstemming hierover nog verbeterd moet worden. Positief resultaat in ieder geval een wederzijds uitgesproken ambitie hierop inzet te plegen. De Gouden Combinatie van Erfgoed en Toerisme kan en zal beter benut worden, indien de bekommernissen wederzijds gewaardeerd worden. Vervolg Een vervolg is derhalve zeker gewenst, en CVN werd daartoe reeds bevraagd. Gezien het opheffen van CVN, en de transitie waarin CVN zich bevindt derhalve een aanbeveling voor de opvolgende structuren hier zeker aandacht aan te geven.

Pagina 31 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Vlaams-Nederlandse cijfers en data-ontsluiting CVN merkt op dat unilaterale sectoranalyses en landschapstekeningen binnen het brede culturele veld onderling moeilijk vergelijkbaar zijn. Zowel grens- als sector overschrijdend. Dit omwille van het hanteren van variabele definiëringen, data-verzamelingsmethoden en verwerking, en het ontbreken van betrouwbare bilateraal vergelijkbare gegevens. Dataverzameling loopt in zowel Vlaanderen als Nederland decentraal. Concreet wil dit zeggen dat cijfers unilateraal verspreid zijn onder verschillende instellingen, in verschillende databanken die vaak niet met elkaar in verband worden gebracht. Maar niet alleen na analyse van het theoretische materiaal, ook de sector en het beleid heeft de wens uitgesproken voor een onderling vergelijkbaar statistisch onderzoeksinstrument binnen de brede culturele sector. Vlaams Minister van Cultuur Sven Gatz stelt in zijn beleidsnota werk te willen maken van het volgende: “gedegen statistische rekeningen voor de culturele en de creatieve sectoren en van een cultuurindex, een set van bestaande of te creëren indicatoren die de gezondheid van de cultuursector monitoren en inzichtelijk en internationaal vergelijkbaar maken9.” CVN kan de nut en noodzaak van een dergelijk onderzoeksinstrument naar eigen ervaringen beamen. Naast het feit dat de voorhanden publicaties, ruwe data, indexen en gecodeerde data onderling geenszins vergelijkbaar zijn, stelt CVN binnen bepaalde sectoren ook een gebrek aan cijfermateriaal vast en een zeer beperkte toegankelijkheid voor derden. Nut en noodzaak CVN benadrukt dat een Vlaams-Nederlands onderzoeksinstrument en/of het indexeren van kwalitatieve én kwantitatieve data (zoals databases, ruwe data, indexen, gecodeerde data als landschapsschetsen en sectoranalyses) van belang zijn om beleid bij te kunnen sturen10. In de sector leeft een bezorgdheid over het toenemende belang van cijfers en data in het debat over de waarde van kunst en cultuur. Cijfers zijn steeds vaker nodig als bewijs om de samenleving te overtuigen van die waarde, terwijl net de kern van het culturele of artistieke zo goed als niet meetbaar is. CVN plaatst bij de culturele indexatie dan ook de kanttekening dat niet alle waarden van cultuur, waaronder die van zingeving, in cijfers uitgedrukt kunnen worden. Zoals Nederlands minister van Onderwijs, Cultuur en

9

Gatz, S., (2014) Cultuur in Beeld 2014, ministerie van OCW richt zich met haar publicatie cultuur in beeld vooral op hen die het cultuurbeleid vormgeven. Daarnaast biedt ze overzicht voor de geïnteresseerde journalist, cultuurmaker en cultuurliefhebber. 10

Pagina 32 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014 Wetenschap Jet Bussemaker in haar Visiebrief verduidelijkt: cultuur heeft artistieke, maatschappelijke en economische waarden11. Doorwerkend op opmerkingen van Pascal Gielen12 vindt CVN het belangrijk niet alleen methodologisch bewijs voor te leggen, maar deze ook te kunnen beargumenteren. Cijfers en argumentatie moet niet als afzonderlijk, maar als synergetisch worden beschouwd. Tussentijds Advies Dataverzameling in Vlaanderen en Nederland verloopt volgens verschillende grootheden en definities. Bovendien worden deze in verschillende formats gepresenteerd. Dit maakt bilateraal gezamenlijke evaluatie van resultaten en onderbouwing van toekomstig beleid moeilijk. CVN beveelt aan om de dataverzameling in Vlaanderen en Nederland waar mogelijk te centraliseren en gelijk te schakelen aan de hand van een meerjarig tijdsverloop om te worden geduid en geanalyseerd, door een onafhankelijke organisatie. Dit ter onderbouwing van toekomstig beleid voor samenwerking. CVN verwijst hier naar de beleidsnota13 van de Vlaams Minister President Bourgeois waarin hij onderstaande uitdaging formuleert: “Minder bureaucratie, meer efficiëntie en meer resultaat per uitgegeven euro (…)”. En naar de vraag van minister van Cultuur Sven Gatz om indicatoren inzichtelijk en internationaal vergelijkbaar te maken. Het bundelen van bestaande gegevens vraagt een investering maar levert volgens CVN een grote meerwaarde voor de Vlaams-Nederlandse samenwerking. Gebruik maken van de bestaande infrastructuur is hierbij dan ook prioritair. Zonder te willen vooruitlopen op uitvoering van advisering, zou het voor de hand kunnen liggen met de Boekmanstichting het gesprek aan te gaan, om te bezien op welke wijze hun nieuwe Cultuurindex aangevuld kan worden met Vlaams materiaal. Hergebruik van kennis en technieken die daaraan ten grondslag liggen kan alleen maar tot meerwaarde leiden. Het nieuwe Kunstenpunt in Vlaanderen kan wellicht vanuit hun opdracht een significante rol spelen. Een verzameling nationale (en dus ook bilaterale) cijfers, met een eenvoudige interface, en duiding van trends en ontwikkelingen. Mogelijk met dieperliggende en aanvulende informatie voor onderzoekers en verdere vraagafhankelijke cijfermatige doorgrekeningen. Op deze manier zou een echt compleet platform kunnen ontstaan, waar iedereen beschikbare cijfers aanlevert, ook de overheden, en wordt ook voorkomen dat ‘het eigen beleid wordt beoordeeld’. Atlas voor Gemeenten Om tegemoet te komen aan de nood voor een bilateraal onderzoeksinstrument publiceert CVN in samenwerking met de Taalunie en de Atlas voor Gemeenten: de Atlas voor Vlaams-Nederlandse

11

Minister Bussemaker. Cultuur beweegt. De betekenis van cultuur in een veranderende samenleving (2013). Gielen, P. (2015). No Europe, No Culture: on the foundations of politics 13 Beleidsnota 2014-2019: Algemeen Regeringsbeleid 12

Pagina 33 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014 samenwerking. Ze vertaalt daarmee een vraag van de Vlaams Minister President Bourgeois om samen te werken met de privésector14 naar de praktijk. In de Atlas voor Vlaams-Nederlandse samenwerking wordt op regelmatige basis het gehele VlaamsNederlandse veld, van grond af, met dezelfde dataverzamelingsmethoden geanalyseerd en gevisualiseerd. De Atlas van Vlaams-Nederlandse samenwerking vormt een uniek ‘praktijkgericht beleidsinstrument’, dat voor zowel overheden, als spelers in het veld van nut kan zijn. Zoals in de reguliere Atlas voor Gemeenten jaarlijks een specifiek deelaspect wordt benadrukt, zo zal in de Atlas voor Vlaams-Nederlandse samenwerking ook per editie een aspect van die samenwerking kunnen worden gepresenteerd.

14

‘De noodzaak om te innoveren en tot meer efficiëntie te komen bij de realisatie van publieke taken maken samenwerking met de privésector noodzakelijk.’(Beleidsnota 2014-2019: Algemeen Regeringsbeleid)

Pagina 34 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Jong Lagerhuis van de Lage Landen Betrokkenheid van de jeugd en talentontwikkeling zijn vitale onderdelen van de uitstraling die Vlaanderen en Nederland gezamenlijk beogen richting derde landen. CVN ziet hier een mogelijkheid voor een nieuw gezamenlijk initiatief, dat tevens bijdraagt aan wederzijdse uitwisseling van kennis en vaardigheden: een uitgelezen kans voor jonge Nederlandstaligen om hun ontwikkeling van taalgebruik, debattechnieken en kennis van politieke systemen te versterken tijdens een nieuw te lanceren Vlaams-Nederlandse jeugddebatreeks, genaamd Lage Landen Lagerhuisdebatten.

Een gezamenlijke opzet met uitstraling richting derde landen Gezamenlijk optrekken in de organisatie van (een combinatie van) bovenstaande debatwedstrijden is belangrijk voor de uitstraling van Vlaanderen en Nederland richting derde landen op basis van de volgende overwegingen. 

Jongeren groeien vandaag op in een geïnternationaliseerde wereld. Grensopenende, multinationale organisatie van de debatwedstrijden sluit aan op deze realiteit.

Beeldvorming gebeurt vandaag op basis van soundbites en oneliners, wat aandacht voor speech- en debatvaardigheden extra belangrijk maakt. Laat jongeren uit Vlaanderen en Nederland zich aan elkaar meten en elkaar inspireren. Dit stuwt het vaardigheidsniveau binnen ons taalgebied op. Op langere termijn versterkt het de stem van de nu nog jonge Nederlandstalige generaties. Bijvoorbeeld richting de Angelsaksische wereld, waarin speech- en debattraining veel aandacht krijgen tijdens opvoeding en opleiding.

Een nieuw Vlaams-Nederlands initiatief op het gebied van talentontwikkeling kan uitgroeien tot een actueel paradepaardje. Een goede lancering van het initiatief trekt publiciteit aan.

Voorgestelde/mogelijke actoren (in non-exclusieve opsomming)      

Nederlandse Taalunie Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond Vlaams-Nederlands Huis deBuren Organisatoren van de bestaande nationale initiatieven ProDemos Huis voor democratie en rechtsstaat Organisatoren van de bestaande nationale initiatieven Nederland: Het Nationaal Jeugddebat; De Debatcompetitie ‘Op weg naar het Lagerhuis’; Het Model European Parliament. Vlaanderen: BPolitix; Jeugd Parlement Jeunesse; De kracht van je stem; Vlaams Belang Jongeren; Scholierenparlement in de Senaat; Het Model European Parliament.

Een eerste verkenning met mogelijke partners heeft geleid tot zeer positieve reacties uit de sector. Om die reden wil CVN, Vlaams-Nederlandse college instellingen adviseren om het idee van Jong Lagerhuis van de Lage Landen niet verloren te laten gaan en het in samenwerking met partners in de toekomst tot een mooi initiatief te laten brengen.

Pagina 35 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Bilateraal overleg culturele attachés De gedeelde grens en de gemeenschappelijke taal maken Vlaanderen en Nederland tot natuurlijke partners voor samenwerking. De sterke en wereldwijd gewaardeerde culturele infrastructuur van de Lage Landen staat klaar om binnen de grenzen van de Lage Landen en met name ook richting Derde Landen steviger maatschappelijke en economische impact te realiseren. De Vlaamse en Nederlandse diplomaten zetten in op de verwezenlijking van deze ambitie, die is neergelegd in de beleids- en strategienota’s van beide regeringen. Door het naast elkaar leggen van prioriteiten en het gezamenlijk beantwoorden van vragen m.b.t. culturele diplomatie, kunnen de Vlaamse en Nederlandse buitenlandse posten nog meer synchroon optrekken bij de uitvoering van de geformuleerde ambities. Met Sleutels tot Verzilveren. Beleidsadvies over Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking richting Derde Landen heeft CVN een voorzet gedaan om de gezamenlijke ambities naar beleid en uitvoering te vertalen. Sinds publicatie is CVN voortgegaan met de inventarisatie van concrete kansen voor samenwerking richting derde landen op de verschillende deelgebieden van het Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland. De viering van het 20-jarig bestaan van het verdrag in 2015 biedt, zoals CVN heeft genoteerd in het advies Tot hier. En nu verder!, de uitgelezen kans om de Vlaams-Nederlandse culturele diplomatie richting het buitenland verder vorm te geven. Naar aanleiding van de aanwezigheid op de bijeenkomst voor Nederlandse cultureel attachés15 ziet CVN een kans om de onderlinge Vlaams-Nederlandse afstemming te versterken. Dit door de planning en het programma van de diplomatenconferenties in het thuisland (de ‘terugkomdagen’) met enige regelmaat op elkaar af te stemmen, zowel qua planning als inhoud. Mogelijke agenda voor een gezamenlijke Vlaams-Nederlandse terugkomdag voor Vlaamse en Nederlandse diplomaten:  Welke derde landen zijn prioritaire afzetmarkten voor Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking?  Op het etaleren van welke sectoren kan gezamenlijk ingezet worden om optimale impact te realiseren?  Hoe worden de gezamenlijke presentaties in het buitenland best opgezet?” “Hoe branden Vlaanderen en Nederland zich gezamenlijk?  Welke internationale evenementen en toonmomenten zijn geschikt voor het brengen van een VlaamsNederlandse culturele presentatie?  Welke buitenlandse posten zijn zowel uni- als bilateraal van strategisch belang?  Wat kunnen we van elkaar leren? Hoe kunnen we de verschillen in organisatie en bekostiging versterkend laten werken?  Zijn de overeenkomsten niet veel nuttiger en gewichtiger dan de verschillen? Door deze en gerelateerde vragen samen te beantwoorden en praktische prioriteiten af te spreken, kunnen de Vlaamse en Nederlandse buitenlandse posten nog synchroner optrekken bij de uitvoering van de geformuleerde ambities.

15

Linking Mutual Heritage op 12 februari 2014

Pagina 36 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014 CVN heeft met enkele cultureel diplomaten en DutchCulture verkend of, en zo ja hoe een dergelijk bilaterale terugkomdag georganiseerd zou kunnen worden. Hoewel inhoudelijk enthousiast is gereageerd, zouden praktische bezwaren dat echter verhinderen. Niettegenstaande die vaststelling, lijkt een hernieuwde poging om een dergelijke bilaterale bijeenkomst te organiseren voor de hand te liggen. Zeker nu recent door beide overheden is beklemtoond dat het gezamenlijk optreden richting Derde Landen hernieuwd prioritair op de agenda staat. CVN ziet die besluitvorming16 als een bevestiging van het door haar ge誰nitieerde briefadvies, en is daarvoor erkentelijk.

16

Vlaamse Regering, Minister-president Bourgeois

Pagina 37 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Contactgegevens

Bezoek- en postadres: Leopoldstraat 6, bus 2 1000 Brussel, BelgiĂŤ T +32 (0) 2 212 19 45 W www.cvn.be E commissie@cvn.be

facebook.com/ CommissieVLNL @CommissieVLNL Pagina 38 van 39


Jaarverslag Commissie Cultureel Verdrag 2014

Colofon CVN Jaarverslag 2014 Overzicht van activiteiten van de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland in 2014

Dit is een uitgave van de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen – Nederland (CVN).

Het is toegestaan (delen van) de inhoud van deze publicatie te citeren of te verspreiden, mits daarbij CVN en deze publicatie als bronnen vermeld worden. Aan deze publicatie kunnen geen rechten ontleend worden.

Bekostigd door: Het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Brussel, maart 2015

het Departement internationaal Vlaanderen.

Pagina 39 van 39


CVN evalueert en ziet toe op de uitvoering van het Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland dat in 1995 werd ondertekend. CVN is onafhankelijk en adviseert de Vlaamse en Nederlandse regeringen gevraagd en ongevraagd over actueel bilateraal beleid inzake de vier verdragsthema's cultuur, onderwijs, wetenschap en welzijn.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.