SB Begeleidingsbundel

Page 1

BASIS vorming deel 2 Scholingsbivak

Chirojeugd-Vlaanderen vzw Kipdorp 30 | 2000 Antwerpen [ Tel.] 03-231 07 95 [ Fax ] 03-232 51 62 [ Email ] info@chiro.be [ Site ] www.chiro.be


een voorbereiding. Ik geef toe dat het engagement van Wat voor mij onze SB sterk maakt, is de uitgebreide knutseldatwee het ervoor over hebben om vijf vergaderingen, begeleid(st)er hoog ligt, maar toch blijven mensen eringen ergad eid(st)er, een SB-speldag en nog enkele werkgroepv gen, een drietal samenkomsten met je medebegel dagen vijf na enthousiaste beginnende leidingsmensen die bij te wonen. Maar de return is dan ook groot. Al die terug huiswaarts keren‌ Ja, daar doe je het voor. Eva, begeleidster SB Antwerpen

2

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


VOORWOORD Was het nu de drang om iedereen te verenigingen, de zorg om de terugloop van SB-deelnemers, de frustratie van de Nationale Raad, de bekommernis om dat waar Chiro echt om draait, de wil om minigeschiedenis te schrijven, de aanlokkelijkheid van een kort project, de lieve lach van de vraagsteller, de verscheidenheid binnen de basisvorming of de strik van de vraag? Om de één of andere reden zijn we drie jaar samen op pad gegaan om te schrijven aan deze bundel. Alvast langer dan voorzien, maar misschien niet langer dan noodzakelijk hebben we met een leuk ploegje gewerkt aan deze basisvormingsmap. Geleuter over doelstellingen, geneuk over komma’s, veranderende opdrachten, nieuwe vragen, geen gepaste antwoorden, interverbondelijke rellen, romantische en filosofische momenten, we hebben ze allemaal overwonnen. Met enige trots bieden wij dan ook dit werkdocument aan. Bij dezen willen we graag nog enkele mensen bedanken. Eerst en vooral alvast de schrijvers en schrijfsters van deze map, onze zesenveertig wisselende vrijgestelden die ons ondersteunden, onze voorzitter en voorzitster en iedereen die ook maar een letter zou terugvinden van wat hij of zij ooit zelf schreef. Dankjewel!

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

3


INHOUDSTAFEL Deel 1 Bevat de theorieĂŤn en inhouden van de Inleidingscursus

Deel 2 x Scholingsbivak x TheorieĂŤn w Afdelingswerking w Begeleidingshouding w Leidingsploeg w Chirovisie w Chirostructuur en netwerk x Methodieken w Afdelingswerking w Groeilijn w Leefwereld van de afdelingen w Activiteit w Begeleidingshouding w Leidingsploeg w Chirovisie w Chirostructuur en netwerk w Evalueren x Bijlagen x Spiegelteksten x Chirovisie x Stage x Vormingaanbod

4

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


HIP HIP HOERA! De basisvorming staat op punt. En terecht zijn jullie blij, want tien wijze Chirokenners en vormingsspecialisten hebben zich enkele jaren beziggehouden met de inhoud van onze basisvorming. U hoort het al, succes verzekerd. Felicitaties, duizenden op de wachtlijst en extreem veel gevormde leidingsmensen zullen nu uw deel zijn. Of toch niet? Nee, natuurlijk niet. Maar we doen ons best! Met deze bundel proberen we een aanzet te geven tot een sterke cursus in elk gewest en elk verbond. Kleine tips en leuke ideetjes vind je er ook in. Het is de moeite waard om alles te lezen. Bij het uitschrijven van de doelstellingen stelden we onszelf telkens de vraag: “Wat moeten nieuwe leidsters en leiders kennen en kunnen, of waarvan moeten ze zeker geproefd hebben?” Met deze denkoefening hopen we natuurlijk dat binnen alle verbonden en gewesten alle thema’s dezelfde zijn. We willen alle eerstejaarsleiding, van Oostende tot Maasmechelen, dezelfde basisvorming geven. We hebben zeker niet opnieuw het warm water uitgevonden. We hebben alles op een rijtje gezet en de juiste formulering gezocht. Hier en daar wat accenten geplaatst: schaafwerk! (Misschien hier en daar wat fout of teveel geschaafd?) Deze bundel is meer dan alleen een antwoord op de vraag “wat moeten we geven?”. We geven jullie ook methodieken mee die je zo kunt gebruiken. Sommige methodieken zijn volledig nieuw, andere vonden we terug bij gewesten en verbonden en pasten we aan1. Je mag er natuurlijk ook je eigen creativiteit nog op loslaten. Of gebruik de ideeën gewoon om jullie eigen werkvormen te toetsen. Dit is een aanvulmap! Een geslaagde Chirocursus is meer dan doelstellingen en werkvormen. Leefgroepduo’s, begeleidingshouding, inkledingen, tafelmomentjes, afspraken en leefregels, ploegsfeer, promotie, lavertjes, geluk en ongeluk en nog veel meer. Ook die wirwar van gebeurtenissen is van belang op een Chirocursus. In de EHBO-bundel (Eerste Hulp Bij het Organiseren van een cursus) vind je hier achtergrond over. Je gewest- of verbondsleiding ontving die bundel in september. Je kunt altijd een nieuw exemplaar aanvragen via vorming@chiro.be of op het nationaal Chirosecretariaat: 03-231 07 95.

Lang leve IK en SB Onze Inleidingscursus (IK) blijft vooral de nadruk leggen op de Chironamiddag: spelen onder de loep nemen, een spel begeleiden en een programma ineenknutselen. Het Scholingsbivak (SB) bekijkt hoe Chiro nog meer Chiro wordt. En daar is heel wat meer voor nodig dan een goed programma en een juiste begeleidingshouding. Op SB werken we een dag rond afdelingen, zetten we een goeie begeleidingshouding in de kijker, vertellen we meer over een plaatselijk netwerk en de grote Chiro, en stellen we ons de vraag:”Wat maakt onze Chirogroep tot Chiro?” IK, SB én de stage in de plaatselijke Chirogroep zijn één geheel! Beide cursussen zijn er voor iedereen die in leiding staat. We willen ze héél toegankelijk maken, op maat van iedereen. Ouder, jonger – nieuwer, minder nieuw – speelser, slomer – slim, slimmer – filosofisch, praktisch – gemotiveerd, attestafhalend – Chirofanaat en toevallig verzeilde. Iedereen die in leiding staat, mag mee!

x

1

Niet alle methodieken werden vooraf getest.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

5


Nog vele jaren Deze map wil geen begin- of eindpunt zijn. Het is een werkdocument waarmee jullie aan de slag kunnen. Ideeën opdoen, ernaar teruggrijpen, kritisch verwerpen, van buiten leren, tussen de Bijbel en de Winkler Prins bewaren, met respect opstoken, het mag allemaal. We willen jullie geen zand in de ogen strooien. Het is niet deze bundel die zorgt voor goede en plezante vorming, maar het vele werk met jullie ploeg. Hopelijk is deze map een hulp. Alvast bedankt én véééééééééééél succes. Je mag natuurlijk al jullie reacties op deze map of klanken van jullie cursus doorgeven aan de commissie Vorming via vorming@chiro.be of op het nationaal Chirosecretariaat: 03-231 07 95.

6

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


INHOUD VAN DE BASISVORMING Wat willen we vertellen aan eerstejaarsleiding?

DOELSTELLINGEN Omdat IK en SB door verschillende ploegen georganiseerd worden, is de inhoud duidelijk afgebakend. We verwachten van cursusploegen dat ze zich aan die doelstellingen houden. Zo start elke deelnemer in de leefgroep met dezelfde cursusachtergrond. Bij elk thema staat een tijdsaanduiding. Gebruik die als richtlijn bij het indelen van je dagklapper.

INLEIDINGSCURSUS IK-deelnemers ontdekken de mogelijkheden van spel en leren ze toepassen.

Soorten spelen (1,5 uur) x Deelnemers ontdekken de rijke verscheidenheid in spelen.

Verschillende spelelementen (3 uur) x Deelnemers maken kennis met de verschillende elementen van spel: doel, inkleding, terrein, materiaal, uitleg, spelregels en aangepast. x Deelnemers leren de verschillende elementen van een spel gebruiken. x Deelnemers leren variëren met de verschillende elementen van een spel.

Een spel begeleiden (3 uur) x Deelnemers maken kennis met verschillende aspecten van ‘een spel begeleiden’: veiligheid, observeren, waarderen, aanpassen en stimuleren. x Deelnemers weten dat ze die verschillende aspecten moeten toepassen om activiteiten te doen slagen. x Deelnemers oefenen de verschillende aspecten van spelbegeleiding in.

Een Chironamiddag opbouwen (3 uur) x Deelnemers maken kennis met de verschillende elementen om een Chironamiddag op te bouwen: voorbereiding en bekendmaking, onthaal en opening, activiteit én slot en evaluatie. x Deelnemers leren verschillende spelen combineren, er een geheel van maken en ze inkleden. x Deelnemers maken een volledig Chiroprogramma.

Evalueren (1 uur) x Hebben we onze doelstellingen bereikt? We vragen de deelnemers wat ze meenemen van op IK. x We evalueren de werkvormen en de omkadering. x We evalueren of de deelnemers hun verwachtingen van de cursus werden ingevuld.

Groepsmomenten (4,5 uur ) De groepsmomenten2 reiken de deelnemers ideeën aan waarmee ze in hun eigen werking aan de slag kunnen. De IK-begeleidingsploeg plant de groepsmomenten en werkt ze uit. Ze zijn creatief en volgens de Chiromethoden.

x

2

Groepsmomenten zijn alle activiteiten die we met alle deelnemers samen doen: onthaal,

wekmomenten, tafelmomenten, zangstonde, thema, slotmomenten, duiding, massaspel,…

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

7


SCHOLINGSBIVAK ➔ AFDELINGSWERKING x SB-deelnemers weten dat kinderen en jongeren voortdurend in evolutie zijn en passen hun activiteitenaanbod en begeleidingshouding hieraan aan.

Groeilijn (2 uur) x Deelnemers maken kennis met de leeftijdsgebonden leefwereld van alle afdelingen. x Deelnemers leren welke soort activiteit voor welke afdeling geschikt is. x Deelnemers denken na over de voordelen om bepaalde activiteiten voor te behouden voor specifieke afdelingen, zelfs als dat niet onmiddellijk leeftijdsgebonden is. (Uitdagingen en variatie aanbieden gedurende een aantal Chirojaren.) x Deelnemers zijn zich bewust van het belang van een aspiploeg. x Deelnemers maken kennis met de afdelingsfiguurtjes, -liedjes, -voorwerpen, -uitgaven en -kleuren.

Leefwereld van de eigen afdeling (2 uur) x Deelnemers weten wie HUN AFDELING is. x Deelnemers weten wie HUN LEDEN zijn en kunnen hierop inspelen. x Deelnemers weten wie HUN LEDEN OP DIT MOMENT zijn. Ze zien in dat dit het hele jaar in evolutie is en passen hun activiteiten hieraan aan. x Deelnemers weten dat ze de denkoefening van de vorige drie doelstellingen moeten toepassen op elke nieuwe afdeling.

Activiteiten voor de eigen afdeling (3 uur) x Deelnemers spelen een geschikte Chironamiddag voor hun afdeling, gebracht door de begeleiding. Deelnemers doen ideeën op waarmee ze zelf aan de slag kunnen. x Deelnemers kunnen eigenschappen formuleren van een goed activiteitenaanbod.

Begeleidingshouding (3,5 uur) x Deelnemers reflecteren over hun eigen begeleidingshouding, ervaren wat een goede begeleidingshouding is en oefenen om zich die eigen te maken Thema’s die in de basisvorming aan bod kunnen komen: x Belonen en straffen x Fysieke en psychische veiligheid x Verantwoordelijkheid x Deelnemers leren omgaan met specifieke situaties. x Pesten x Mensen met een handicap x Cultuurverschillen x Sociale verschillen !!! Vul dit lijstje aan met thema’s die deelnemers zelf aanhalen. x Deelnemers zien het belang in van een goede communicatie met hun leden, hun medeleiding en de ouders van hun leden.

8

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


➔ LEIDINGSPLOEG (3 uur) x Deelnemers reflecteren over het functioneren van de eigen leidingsploeg, over haar mogelijkheden en beperkingen.

De leidingskring (LK) x Vergadercultuur en gewoontes x Afspraken maken x Taakverdeling x Leidingsverdeling x Taak van de groepsleiding (GL, VB, proost) x Hoe worden beslissingen genomen? x Vergaderfrequentie x Hoe verloopt een vergadering? x Kun je op de leidingskring feedback geven en krijgen? x Evalueren x Agenda: Wat staat erop? Hoe wordt hij opgesteld? x Inhoud (bijvoorbeeld: is er ruimte voor inhoudelijke thema’s?) x Hoe pak je de organisatie van een grote activiteit aan? x Wat komt er nog meer bij kijken dan de leidingskring en in leiding staan tijdens de werking? x Andere (Chiro-)activiteiten x Engagement x Leven in de Ploeg !!! Afhankelijk van de interesses en de vragen van de deelnemers komen bepaalde dingen meer of minder aan bod.

Zich bewust worden van de mogelijke verschillen met andere Chirogroepen en leidingsploegen x Tradities herkennen en erkennen x Hoe kun je dingen veranderen? x Hoe kun je het aanpakken als je iets wil veranderen? Wanneer wordt iets in vraag gesteld? Een klankbord en ‘denktank’ bieden voor eventuele concrete vragen of problemen !!! Het is belangrijk om open te staan voor andere tradities en gewoontes, ook al vind je ze zelf eigenaardig. Stel ideeën of gewoonten in vraag, zonder ze te becommentariëren of af te breken.

➔ CHIROVISIE (3 uur) Deelnemers weten welke visie Chirojeugd Vlaanderen heeft over de volgende thema’s: x betrokkenheid op de wereld, dichtbij en veraf x zingeving x genotsmiddelen x milieu x participatie x relaties en seksualiteit x toegankelijkheid

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

9


x Deelnemers weten dat de visie van Chirojeugd Vlaanderen voortvloeit uit de drie Chirowaarden: graag zien, innerlijkheid en rechtvaardigheid. x Deelnemers weten dat de Chirovisie verwoord staat in drie spiegelteksten. De teksten staan in de deelnemersbundel. x Begeleiding bereidt zich voor op basis van de visieteksten in de bundel. x Begeleiding kan verschillende accenten bij de thema’s leggen naargelang de interesses van de deelnemers. x Deelnemers toetsen hun eigen visie aan de Chirovisie. x Deelnemers zoeken concrete voorbeelden uit hun eigen Chirogroep die de Chirovisie waarmaken. x Begeleiding en deelnemers kunnen elkaars visie in vraag stellen.

➔ CHIROSTRUCTUUR EN NETWERK (3 uur) x De deelnemers leren de Chirostructuur en hun netwerk kennen. Ze zien het belang ervan in en leren ermee omgaan.

Chirostructuur x De deelnemers weten wat een gewest is en wat zij doen. x De deelnemers weten wat het verbond is en welk aanbod zij hebben voor de plaatselijke groepen. x De deelnemers weten welke de commissies en diensten zijn die een rechtstreeks aanbod hebben voor de groepen. Commissies en diensten: DArtA, DAA, Dubbelpunt, website, afdelingscommissies, Internationale Commissie, commissie Jeugdbeleid, De Banier. x De deelnemers weten dat de Chiro grotendeels draait op vrijwilligers. x De deelnemers weten waar ze terecht kunnen met vragen. Het gewest moet in alle omstandigheden het eerste aanspreekpunt zijn voor onze groepen. Het gewest kan/moet groepen doorverwijzen. Als we het gewest inschakelen als tussenpersoon zullen ze de vragen en problemen van hun groepen beter leren kennen. Stadsgroepen moeten weten wie educatieve medewerk(st)er is die verantwoordelijk is voor de stadswerking. x Deelnemers kennen ons aanbod “voortgezette vorming”

Netwerk x x x x x

De deelnemers kennen hun netwerkpartners en weten wat het belang is van een goed netwerk. De deelnemers begrijpen wat een netwerk kan betekenen voor een Chirogroep. De deelnemers weten hoe ze moeten omgaan met hun netwerk. De deelnemers denken na over hoe het zit met hun eigen netwerk. De deelnemers kunnen het imago van hun Chirogroep binnen hun netwerk inschatten en denken na over hoe ze dat eventueel kunnen veranderen.

Netwerkpartners die aan bod moeten komen: oud-leiding, ouders, andere jeugdbewegingen, jeugdraad, jeugddienst, parochieraad/pastoor, andere verenigingen, school, eventuele vzw

10

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


➔ EVALUEREN (3 uur) x Deelnemers maken kennis met evaluatiemethodieken door stil te staan bij de activiteiten op SB en het groepsproces in de leefgroep.

Tussentijdse evaluatie (1,5 uur, eventueel verspreid over de verschillende dagen) x Deelnemers reflecteren over de voorbij dag(en) en passen dit toe op hun afdeling en/of hun Chirogroep en/of zichzelf. x We testen het smiegehalte3 in de leefgroep: x Hoe gaat het in de leefgroep? x Voelt iedereen zich goed? x Kan iedereen zijn of haar zegje doen? x We toetsen of de verwachtingen van de deelnemers tot dan toe werden ingelost. Als dat niet zo is, kader dan of dit al dan niet later op het SB kan/zal gebeuren. !!! Het is niet de bedoeling om in elkaars psyche te gaan graven, wel om optimaal verder te kunnen met deze leefgroep. Dit is een gelegenheid om feedback te geven.

Eindevaluatie (1,5 uur) x x x x

We toetsen bij de deelnemers of de doelstellingen bereikt zijn. We vragen hen wat ze meenemen van op SB. We leggen de nadruk op de inhoudelijke blokken. We evalueren de werkvormen en de omkadering. We leggen de stage uit en laten de deelnemers die voorbereiden door enkele persoonlijke leerpunten te formuleren.

➔ KEUZERUIMTEN (3 uur) Bied een cursus op maat aan: de deelnemers kunnen het ‘vaste pakket’ aanvullen met een aantal blokken waar zij een specifieke nood of interesse aanvoelen. Stimuleer de deelnemers een EHBO-vorming te volgen. Een cursus op maat, dat wil zeggen: zowel basispakketten als werkwinkels voor gevorderden. De deelnemers krijgen een aanbod van: x Creatieve activiteiten x Spelactiviteiten x Informatieve blokken Vrije keuze: x Bvb. 3x uit dezelfde groep een activiteit doen. (Bvb. Drie keer informatief mag; of twee keer speels, één keer informatief; of van alle groepen één.)

x

3

Smie is een begrip dat gelanceerd werd met het jaarthema “Ik ren, dus ik ben”. Het is een

eenheid die kwaliteit van samenleven meet.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

11


➔ EHBO Alle deelnemers moeten in de basisvorming de kans hebben om een basispakket EHBO te krijgen. x Ofwel op IK, ofwel op SB (af te spreken met de gewesten). x Deelnemers die deze knowhow al meekregen van buiten de Chiro moeten dit niet nog eens volgen.

➔ GROEPSMOMENTEN (18,5 uur) De groepsmomenten4 reiken de deelnemers ideeën aan waarmee ze in hun eigen werking aan de slag kunnen. De SB-begeleidingsploeg plant de groepsmomenten en werkt ze uit. Ze zijn creatief en volgens de Chiromethoden.

overlopen we medebegeleid(st)er. Samen gezellig iets eten met mijn en sam jd alti de deelik ga van in, gen beg anticiperen op vra Voor ik aan de cursus de discussies en kunnen we bij k ster we waar an en, sta zitt Zo zij en. ziet ster eigenlijk? Wat alle blokken en stelling : “Wie is mijn medebegeleid nen ken geoliede ook een l zo ar esta me elka n ” Op SB zijn we dan ook nemers. Maar we lere en? ang opv ten pun kke nen zo hoe kan ze mijn zwa zeer op elkaar te letten en kun liggen haar sterke punten, de. We hoeven niet meer zo goe ten er zek rs me lne dee de machine en dat komt de deelnemers richten. onze aandacht volledig op n

Kurt, begeleider SB Antwerpe

12

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

x

4

Groepsmomenten zijn alle activiteiten die we met alle deelnemers samen doen, zoals

onthaal, wekmomenten, tafelmomenten, zangstonde, thema, slotmomenten, duiding, massaspel,…


VOORBEELDDAGKLAPPERS SB Omdat we enkele klanken opvingen van cursusploegen die moeilijkheden ondervonden om de aangegeven uren in een dagklapper te gieten, hebben we geprobeerd om enkele voorbeelden uit te werken. Je kunt ze helemaal overnemen, of als richtlijn gebruiken, of als discussiepunt meegeven op jullie SB-planning, of... We hopen dat ze op de een of andere manier hun nut kunnen bewijzen. Groeilijn: 2 uur Leefwereld: 2 uur Afdelingsactiviteit: 3 uur Begeleidingshouding: 3,5 uur Leidingsploeg: 3 uur

Chirovisie: 3 uur Chirostructuur en netwerk: 3 uur Evalueren: 3 uur Keuzeruimten: 3 uur Groepsmomenten: 18,5 uur

Voorbeelddagklapper 1 (logische opbouw, maar niet-afdelingsleefgroepen zitten al erg snel niet meer in leefgroep) DAG 1

DAG 2

DAG 3

DAG 4

DAG 5

START om 11.00 uur Groepsmoment (1,5 u)

Afdelingsactiviteit (3 u)

Leidingsploeg (3 u)

Chirovisie (3 u)

Chirostructuur en netwerk (3 u)

12.30 uur

Middagpauze

Middagpauze

Middagpauze

Middagpauze

Middagpauze

13.30 uur

Groepsmoment (0,5 u)

Groepsmoment (0,5 u)

Groepsmoment (0,5 u)

Groepsmoment (0,5 u)

Groepsmoment (0,5 u)

9.30 uur

1

14 uur

Groepsmoment (2 u) Begeleidingshouding (2 u)

Keuzeruimtes (1,5 u) Groepsmoment (0,5 u)

Groepsmoment (2 u) Eindevaluatie (1,5 u) Groepsmoment (0,5 u)

16 uur

Vieruurtje

Vieruurtje

Vieruurtje

Vieruurtje

16.30 uur

Groeilijn (2 u)

Begeleidingshouding (1,5 u) + Groepsmoment (0,5 u)

Keuzeruimtes (1,5 u) Groepsmoment (0,5 u)

Groepsmoment (2 u)

18.30 uur

Avondpauze

Avondpauze

Avondpauze

Avondpauze

19.30 uur

Groepsmoment (0,5 u)

Groepsmoment (0,5 u)

Groepsmoment (0,5 u)

Groepsmoment (0,5 u)

20 uur

Leefwereld (2 u)

Groepsmoment (2 u)

Tussentijdse evaluatie (1,5 u) Groepsmoment (0,5 u)

Groepsmoment (2 u)

22 uur

Laver

Laver

Laver

Laver

1 Tafelmomentjes tellen ook mee als groepsmomenten

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

13


Voorbeelddagklapper 2 (sessies starten ‘s morgens om 9 uur - Leidingsploeg en Chirovisie zijn opgesplitst > zie methodieken) DAG 1 9 uur

DAG 3

DAG 4

DAG 5

Groeilijn (2 u)

Begeleidingshouding (3,5 u)

Groepsmoment (3,5 u)

Chirostructuur en netwerk (3 u)

Groepsmoment (1,5 u)

12 uur 12.30 uur 13.30 uur

DAG 2

Middagpauze

Middagpauze

Middagpauze

Groepsmoment (2 u) Leidingsploeg 2 (1 u)

Groepsmoment (2 u) Eindevaluatie (1,5 u) Groepsmoment (0,5 u)

Vieruurtje

Vieruurtje

Vieruurtje

Groepsmoment (1,5 u)

Tussentijdse evaluatie (1,5 u)

Keuzeruimten (1,5 u) Avondpauze

Groepsmoment (3 u) leefwereld (2 u) Afdelingsactiviteit (3 u)

16.30 uur 17 uur 18.30 uur

14

Groepsmoment (0,5 u)

Avondpauze

Avondpauze

Avondpauze

20 uur

Leidingsploeg 1 (2 u)

Chirovisie 1 (2 u)

Chirovisie 2 (1 u) Groepsmoment (2 u) Groepsmoment (1 u)

22 uur

Laver

Laver

Laver

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

Laver

Middagpauze


DE LEEFGROEP Het grootste deel van het cursusgebeuren vindt plaats in de leefgroep. Een groepje deelnemers gaat samen met hun begeleid(st)er(s) op weg om al doende te leren, van de begeleid(st)er(s) én van elkaar. Je leefgroep wordt dan een bootje in een stroom. De groep roeit en stuurt mee. Maar jij, als begeleid(st)er, blijft de kapitein die af en toe het geheel overschouwt en aangeeft waar we al zijn en waar we naartoe gaan. We hebben als begeleiding bepaalde doelstellingen voor ogen in het begin van de cursus. Daarnaast hebben we onze leefgroep. Met die leefgroep willen we een proces opstarten, gericht op de doelstellingen, dat ervoor zorgt dat de deelnemers zoveel mogelijk kunnen opsteken. Als begeleid(st)er begeleiden we het proces in de leefgroep, vatten we de dingen samen en brengen we nieuwe zaken aan, confronteren we de deelnemers, toetsen we wat zij erg belangrijk vinden om dieper op door te gaan. Allemaal makkelijker gezegd dan gedaan, een leefgroep ‘begeleiden op maat’: zorgen dat je kunt inspelen op de noden, vragen en ervaringen van de deelnemers, en tegelijk de doelstellingen bereiken. Maar als begeleiding kun je je hierin oefenen. Hoe meer je de knepen van het vak kent, hoe uitdagender het leefgroepgebeuren voor jou zal worden. Je zult er meer voldoening uithalen voor jezelf én voor de deelnemers. We willen je hier een aantal richtlijnen geven waar je rekening mee kan houden. Waarschijnlijk zul je enkele dingen herkennen van op KIC 1. We zeggen niet zomaar dat KIC 1 echt wel een must is voor elke cursusbegeleid(st)er.

Waarop steun je als begeleid(st)er? Als begeleid(st)er steun je op een vijftal pijlers: de inhoud, de werkvormen, de begeleidingsploeg, je eigen ervaringen en de deelnemers met hun ervaringen.

De inhoud. De doelstellingen van de cursus zijn vertaald in een welomschreven inhoud. Zorg dat je de inhoud meester bent, maar dat je ook weet waarom de cursus juist rond die inhoud is opgebouwd. Het is van belang dat je met de begeleidingsploeg echt de tijd neemt om bij de doelstellingen van de IK of het SB eens stil te staan, bij datgene wat je met de cursus wilt bereiken. Niet alleen de doelstellingen van de cursus in haar geheel, maar ook de doelstellingen van elk onderdeel zou je best eens doorpraten. Zo werk je als begeleidingsploeg in één en dezelfde richting.

De werkvormen. Een werkvorm is er om de inhoud over te brengen. Het is van belang dat je je goed voelt bij een werkvorm, zo kun je de inhoud des te makkelijker aanbrengen. In de voorbereiding van elk gedeelte van de cursus zoek je best naar werkvormen die je liggen, en/of naar werkvormen waar je eventueel een mouw aan kunt passen, als dat nodig blijkt. Dat kan afhangen van je leefgroep, de cursussfeer, en andere factoren. De werkvormen hoeven niet in elke leefgroep gelijk te zijn, als je maar duidelijk in de richting van de doelstellingen werkt. Zorg er wel voor dat de werkvormen goed voorbereid zijn.

De begeleidingsploeg. Het is de begeleidingsploeg die de cursus maakt, ze is de motor van de cursus. Een begeleidingsploeg zou eigenlijk samen naar een cursus moeten kunnen groeien. Samen met hen neem je de inhouden en de werkvormen door, je kunt raad vragen aan elkaar, je kunt je thuisvoelen bij elkaar. Als je met iemand anders samen bij een leefgroep staat, is het goed elkaar te leren kennen, om zo aan te voelen hoe je op elkaar kunt inspelen.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

15


Je eigen ervaringen. Jij hebt zelf in de Chiro heel wat ervaringen opgedaan. Daaruit put je bij het begeleiden van een leefgroep. Naarmate je meer cursussen geeft, komen daar ook dĂ­e ervaringen bij.

De deelnemers. De deelnemers van jouw leefgroep hebben elk hun ervaringen en hun verwachtingen. Voor heel wat thema’s die op de cursus aangeboden worden, kunnen ze uit hun ervaringen putten. Dat is van belang als ondersteuning van de cursusinhoud. Door de deelnemers de kans te geven aanknopingspunten te zoeken in hun eigen ervaringen en die uit te wisselen, verrijk je de cursusinhoud. Het hangt af van hun ervaringen welke input jij zelf nog moet geven om de uiteindelijke doelstelling van de cursus te bereiken. Hun ervaringen, jouw ervaringen en de cursusinhouden moet je regelmatig aan elkaar toetsen. Het is ook goed te peilen naar de verwachtingen van je deelnemers. Zo kun je die verwachtingen en de cursusdoelstellingen met elkaar confronteren. Ook kun je verkeerde verwachtingen bijsturen en de doelstellingen scherper stellen.

Slaapuur

worden op de eerste g naar bed gestuurd no h toc n da en an ding sta ten ze dat ik dat op rachtig! Eindelijk in lei n, hoor. Of hoe dach me ne lijk rde oo Eerst vond ik het kinde tw f mijn veran Ik heb op een avond Ik kon immers wel zel s niet zoals kinderen. on en eld nd ha be ze cursus die ik volgde. gal mee, begeleidster die hien? Maar het viel no deelneemster) en mijn re de an n ee ar na bivak ging doen, missc p, rliefde ko t anders dan slapen. schreven (met mijn ve kon op SB wel niet ech s, wa e mo e wi ar nog rustig een brief ge Ma en doen. kele volgende cursus heeft me dat rustig lat . Er is immers geen en eft he n ele ord vo el ook in de kamer lag, ve r toch ook t mijn eigen verantnnen dat een slaapuu mij erop betrappen da ik et mo er lat r jaa e Nadien moet ik beke En zelfs dri heb kunnen beleven. iets te laat mijn bed. gekomen die ik zo fris Ik kruip meestal toch is. dig ou nv ee zo t nie n me woordelijkheid ne twerpen

Ben, deelnemer SB An

16

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


Een aantal aandachtspunten: Een positieve sfeer opbouwen Om feedback te kunnen geven over de manier van spelaanbreng en spelbegeleiding is het nodig dat er een open en positieve sfeer is in een leefgroep. Als begeleid(st)er moet je voldoende veiligheid creëren zodat iedereen zich goed voelt in de groep. Goeie kennismakings- en onthaalspelen zijn al een goeie aanzet. Kunnen luisteren naar elkaar en iedereen laten uitspreken, is een vereiste.

Feedback geven We geven feedback op het spel en de manier van begeleiden, niet op de persoon die het aanbrengt. Er is bijvoorbeeld een verschil tussen de volgende twee uitspraken: “Jij kan geen spel uitleggen” en “Jouw speluitleg was verwarrend”. In de eerste uitspraak wordt er iets gezegd over de persoon, in de tweede uitspraak over het voorbije spel. Let erop dat je het over het spel blijft hebben. Een persoonsevaluatie zou ertoe kunnen leiden dat de persoon dichtklapt en niets meer bijleert over zijn/haar manier van spelaanbreng en begeleiden. Laat de deelnemers eerst zichzelf evalueren, laat hun collega’s eventueel aanvullen, en vul dan als begeleid(st)er aan. De deelnemers kunnen van elkaar veel leren. Zo kom jij als begeleid(st)er niet alleen aan het woord. Op die manier maak je de deelnemers ook vaardig in het uiten van hun mening en het aanvaarden van kritiek. Feedback geven en krijgen is leren, om sterker te worden. De deelnemers komen uiteindelijk op cursus om iets bij te leren. Zo worden ze ook sterker in wat ze doen.

Keuze voor afdelingsleefgroepen of gemengde leefgroepen Op SB gaan de deelnemers heel wat dieper in op hun eigen afdeling. Sommige verbonden kiezen ervoor om de leefgroepen zo te verdelen dat je 5 dagen lang met mensen uit dezelfde afdeling bijeen zit. Anderen kiezen voor gemengde leefgroepen en verdelen enkel in afdelingen op het moment dat het specifiek over het eigen afdelingsleven gaat. We willen zeker geen keuze opleggen aan jullie, we willen hier alleen enkele argumenten op een rijtje zetten. Bij de methodieken hebben we het expliciet vermeld als de methodiek per afdeling moet worden gespeeld.

Argumenten voor een afdelingsleefgroep op SB x Logischerwijs start je op SB met de afdelingswerking. In afdelingsleefgroepen kan het groepsproces dus snel starten. x Als begeleid(st)er weet je vooraf bij welke afdeling je terecht komt. Je kunt er dus op inspelen voor je inkleding, bij het uitwerken van tussendoorspelletjes, het bedenken van concrete situaties, enz. x Wanneer het over begeleidingshouding gaat, kun je dieper ingaan op concrete afdelingssituaties. x Er is meer uitwisseling mogelijk over concrete activiteiten en situaties van de eigen afdeling. Argumenten voor een gemengde leefgroep op SB x Op SB leer je basisvaardigheden aan. Het is niet omdat je het eerste jaar bij een bepaalde afdeling staat dat je er de volgende jaren ook bij zal staan. Bij gemengde leefgroepen krijg je een ruimer beeld op alle afdelingen. x Leiding van oudere afdelingen staat vaker al langer in leiding. Door die ervaring te verspreiden over verschillende leefgroepen, zorg je ervoor dat alle leefgroepen ongeveer even sterk zijn. x Uitwisseling gaat ruimer dan enkel de eigen afdeling. x Praktische overwegingen: het is niet altijd mogelijk om voor iedere afdeling een eigen leefgroep te maken (maar je kunt ook deelnemers laten kiezen voor een andere afdeling). Het is ook niet evident om voor elke afdeling een ‘specialist’ te vinden in de begeleidingsploeg.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

17


De KESPI-leiding gaat ook mee op SB! Niet alle groepen zijn hetzelfde! Sommige groepen zijn groot, anderen klein. Sommige hebben teveel leden, anderen te weinig. Sommige groepen worden ondersteund door een netwerk van oud-leiding, andere groepen kennen weinig mensen in de buurt. In sommige groepen is het Chiro-uniform verplicht, in weer andere niet. Het valt op dat groepen in een stadscontext vaker wat verschillen van het “mainstream” Chiromodel. Ongetwijfeld gaan er ook mensen uit een stadsgroep mee op jouw SB. Hieronder alvast wat tips om je SB stadsvriendelijker te maken (maar zoals je al wel begrepen hebt, de tips zijn goed voor elk SB dat wil rekening houden met de diversiteit aan Chirogroepen).

ALGEMEEN Uitnodiging voor de cursus x Gebruik geen te zware taal zoals bijvoorbeeld ‘met nadenkers over de wortels van onze Chiro’. x Spreek niet altijd over Chirofreaks, Chirofanaten, Chirosfeer, Chirosausje, … x Zorg voor zo weinig mogelijk drempels. Chiro’s zelf extra inschrijvingsformulieren laten kopiëren of slogans zoals ‘Schrijf je snel in want de plaatsen zijn beperkt’ kunnen twijfelaars afschrikken. x Verkleedkledij meenemen of verkleed komen naar een SB is niet voor iedereen of elke cultuur evident. Zorg zelf voor wat attributen voor de deelnemers. x Moet iedereen in Chirokledij komen?

Zangstonde x Zeg niet: “De Notenkraker zit in het borstzakje van ons Chirohemd”. Zowel het hemd als De Notenkraker zijn geen vanzelfsprekendheid. x Zorg voor teksten en melodieën van Chiroliedjes, niet iedereen kent ze uit zijn hoofd… x Is er alleen sfeer wanneer iedereen heel het repertoire aan Chiroliedjes kan meezingen of knalt het pas echt wanneer er ook andere toffe chansons en R&B nummers in je zangstonde opgenomen worden? x Pas op met typetjes die de liedjes aanbrengen, misschien zit er wel zo’n typetje in de leidingsploeg van een van je deelnemers of is het de mama of papa van iemand uit de Chiro.

Thema x Pas op met typetjes, misschien zit er wel zo’n typetje in de leidingsploeg van een van je deelnemers of is het de mama of papa van iemand uit de Chiro. We denken aan Mo met joggingbroek en witte sokken, ma Flodder, Kelly de marina …

Varia x Kan iedereen op je cursus mee eten zonder daarbij problemen te krijgen met zijn principes of geloof? x Chirotaal is niet voor iedereen begrijpbaar. Laver, tafelmoment, dagklapper, leefgroep, … verduidelijk op tijd en stond.

18

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


SPECIFIEK VOOR SB Afdelingen x In heel wat stadsgroepen voegt men afdelingen samen. Vergeet deze keto’s, ketia’s, tipta’s, speelrakkers, … niet aan bod te laten komen. Bvb wanneer je de groeilijn behandelt kan je met volgende vraag werken: ‘Kunnen kespi’s kiezen of ze op een aspibivak of een ketiweekend meegaan?’ x De opbouw van een jaar komt uitvoerig aan bod tijdens de groeilijn, van kennismaking over opbouw tot bloei. In heel wat stadsgroepen sluiten er tijdens het jaar of net voor het kamp nog nieuwe kinderen aan. De groepen vinden dat niet erg. Aandacht voor het onthaal van die nieuwe kinderen in de groep kan op een SB aan bod komen.

Netwerk x Op SB is er heel wat aandacht voor het netwerk rond een Chirogroep. Omtrent ouders willen we jullie een bedenking meegeven. Ga er niet vanuit dat alle ouders overal zo betrokken zijn op de Chiro en eender wanneer kunnen inspringen. Sommige ouders weten bijgod niet waar hun kinderen in het weekend heen gaan… Misschien ook eens denken over hoe de Chiro voorstellen aan mensen die het niet kennen.

Diversiteit x Stellingen omtrent diversiteit komen in heel wat blokken aanbod, toch heeft de individuele leefgroepbegeleiding nog de vrijheid om er iets mee te doen, of net die stelling aan de kant te laten. Wij zouden er voor pleiten om die stellingen zeker aan bod te laten komen. We willen er ook voor pleiten om het repertorium aan stellingen of momenten dat er ingegaan wordt op diversiteit binnen de Chiro zeker niet te verminderen.

Begeleidingshouding x Ook de manier waarop begeleidingshouding aan bod komt op het SB is niet altijd toereikend voor leiding. Ze zijn op zoek naar concrete tips om de situatie in hun groep aan te pakken. Misschien kan je eens een organisatie uitnodigen om een workshop te geven rond één van de thema’s van begeleidingshouding?

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

19


DE CHIROMETHODEN OP CURSUS IK en SB zijn sterk belevende cursussen. Ze stralen onze Chiromethoden uit. Het samenleven met anderen staat er centraal (gemeenschapsgericht), we kiezen bewust voor actieve methodieken die toegankelijk zijn voor iedereen (participatief ), er wordt veel geleerd op een belevende manier, door de inkleding, tafel- en slotmomentjes,... (intuïtief ). Het is zinvol dat een eerstejaarsleid(st)er weet hoe wij in de Chiro iets doen en nog niet noodzakelijk waarom wij iets doen. Een leid(st)er moet bijvoorbeeld weten dat we in de Chiro tafelmomentjes doen en moet er in de basisvorming ideeën voor meekrijgen. De vraag “Waarom doen we tafelmomentjes?” is voortgezette vorming. Het benoemen en uitleggen van onze Chiromethoden komt daar aan bod.

20

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


sb SCHOLINGSBIVAK

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

21


DE CHIROMETHODEN OP CURSUS IK en SB zijn sterk belevende cursussen. Ze stralen onze Chiromethoden uit. Het samenleven met anderen staat er centraal (gemeenschapsgericht), we kiezen bewust voor actieve methodieken die toegankelijk zijn voor iedereen (participatief ), er wordt veel geleerd op een belevende manier, door de inkleding, tafel- en slotmomentjes,... (intuïtief ). Het is zinvol dat een eerstejaarsleid(st)er weet hoe wij in de Chiro iets doen en nog niet noodzakelijk waarom wij iets doen. Een leid(st)er moet bijvoorbeeld weten dat we in de Chiro tafelmomentjes doen en moet er in de basisvorming ideeën voor meekrijgen. De vraag “Waarom doen we tafelmomentjes?” is voortgezette vorming. Het benoemen en uitleggen van onze Chiromethoden komt daar aan bod.

Thema

ers . Elke morgen werden we imm eens echt speelclubber gevoeld nog me ik heb het theSB r Op naa . en eten kijk r gefascineerd te Ik zal het nooit verg ls onze ribbels op bivak zat ik wee zoa Net s. urd sbo esle okje eng spro ot binn gro ontvangen in een n, en hoe dat halve bos aan het decor kan ik niet schatte is seld zijn nut in r gek er elle vert uren l de vee ts aangingen en matoneeltje. Hoe ding weet ik zeker. Zodra de spo één ar Ma l. dse st raa alva een jd dag alti mijn kon werd, is voor mij nog verwondering. Met zo’n start ndeed, was ik één en al oor en wolk zijn grote spookjesboek ope niet meer stuk. Eva, deelneemster SB Antwerpen

22

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


THEORIEËN Met deze theorieën willen we vooral de thema’s inleiden die op SB aan bod komen. Je kunt ze als achtergrondinformatie gebruiken of als leidraad voor de inhoud van je methodiek.

Afdelingswerking Vooraf Een plezante activiteit? Een megafantastische namiddag? Waarom lukt het die ene week wel en krijg je de andere keer alleen maar boze blikken? Wat maakt een bosspel bij die bende keti’s tot een hit, terwijl de vorige generatie steevast een hele namiddag slenterde? Voor een aangepast spelaanbod zijn er enkele gouden regels. Vijf zaken kun je in de Chiro in het oog houden wanneer je een activiteit bedenkt. We onthullen ze hier voor jou! 1. De leeftijd Een speelclubber kan andere dingen dan een kerel of tiptien. Niet alleen verschillen ze heel veel lichamelijk, ook geestelijk zullen ze andere dingen ‘kunnen’. Om te zorgen dat een spel niet te moeilijk is maar wel genoeg uitdaging biedt, moet je die mogelijkheden kennen. Je leest er alles over bij “Wie zijn ze?”. 2. Elke ploeg is anders Geen twee ploegen zijn identiek. Jouw tito’s zijn de mijne niet. Jouw bende, de sportieve ploeg die niet stil kan zitten, crost ook in de gietende regen heen-en-weer over het grasplein. De mijne, muziekliefhebbers in hart en nieren, krijg je al bij een spatje regen met geen stokken meer naar buiten. Muziekje op en chillen maar. En toch zijn het allemaal tito’s. Goed dat we allebei weten welk vlees we in de kuip hebben! 3. Geen twee dezelfde! Zolang het klonen beperkt blijft tot Dolly het schaap of Snuppy de hond zitten er in je ploeg geen twee dezelfde kinderen of jongeren. Gelukkig maar. De verschillende karakters in de groep bieden je een zee van mogelijkheden. Stella heeft benen als Kim Clijsters, Dirk vertelt uren en uren en uren, Sofie kent de stad op haar duimpje en Dylan weet het altijd beter. De perfecte cast voor een stadsspel met oude legendes en een mol! Werken met de Groeilijn betekent dus niet dat in elke Chirogroep dezelfde spelen voor dezelfde afdelingen op het programma staan. Je leden en ploeg door en door kennen is een must voor elke leider en leidster. 4. Een flinke dosis verlangen Later, als we groot zijn, gaan we ook op tweedaagse. Later, als ik groot ben, mag ik ook aan het kampvuur slapen. Later, als jij en ik in leiding staan, dan schilderen we het lokaal roze en oranje. We dromen niet alleen van wat we later willen worden, maar ook van wat we later bij een andere afdeling allemaal zullen doen. Te veel prijsgeven aan de jongere afdelingen zorgt ervoor dat er nog maar weinig dromen overblijven voor de aspi’s. 5. Een wereld van verschil De leefwereld van kinderen en jongeren verandert voortdurend. Het is dus een uitdaging om daarop in te spelen. We splitsten die leefwereld hier op: gezin, school, vrije tijd, vrienden en relaties & seksualiteit.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

23


Met deze gouden regels formuleren we voor elke afdeling in één of twee woorden ook een ‘uitdaging’: een streefdoel voor die afdeling, zeg maar. Een goed activiteitenaanbod baseren we op de leefwereld van de afdeling, op wie ze zijn en op waar de Chiro voor staat. Het slagen van een Chironamiddag hangt niet alleen af van de gekozen activiteiten. Veel hangt af van de manier waarop je een groep begeleidt. Belangrijk hierbij is dat je aandacht hebt voor ál je leden. Elke afdeling vraagt een andere begeleidingsstijl, en die willen we je niet onthouden. z RIBBELS 1. Wie zijn ze? Ribbels werf je in het eerste en tweede leerjaar, want vanaf dan zijn ze pas echt klaar voor de Chiro! Ze leren om samen te spelen in een groep en praktische dingetjes als hun eigen jas en schoenen aantrekken. Een ribbel is actief, kan moeilijk stilzitten en is altijd bezig. Lange fysieke inspanningen zijn voor hen niet weggelegd. Korte en afwisselende spelletjes, met niet al te veel regels, boeien hen wel. Ze kunnen zich nog niet lang concentreren Een ribbel leeft in het hier en nu en is tijdens het spelen sterk op zichzelf gericht. Typisch voor die leeftijd is de grote fantasie. Het is zelfs moeilijk te ontdekken of die kabouter nu écht onder die paddenstoel zit of niet. Ook de Sint en de paasklokken bestaan voor hen nog echt. Laat die illusies nog even intact. Ribbels zijn heel impulsief. Ze hebben een ongeremde fantasie en lijken ongestructureerd te denken. In hun hoofd gaat het er vaak druk aan toe. Heden, verleden en toekomst zijn abstracte dingen die ze nog niet in een logische tijdslijn kunnen plaatsen. Ribbels zijn echt nog klein, ze kunnen nog niet voor zichzelf zorgen. Het is belangrijk dat ze zich veilig voelen. Ze hebben nood aan regels en een duidelijke structuur. Goede regels maken en die consequent toepassen, is belangrijk. x TIPS: z Zorg voor fantasierijke activiteiten, maar probeer verder te denken dan het commerciële (zoals Mega Mindy). Bv. bakker Jos en de gestoorde taart. Ribbels spelen ook graag na, bv. beroepen, moedertje/ vadertje, enz. z Zorg ervoor dat je na een fantasieactiviteit altijd afrondt door terug in de realiteit te komen. Een hele week nachtmerries hebben over heksen onder je bed is geen lachertje. z “Wanneer gaan we tikkertje spelen?” Ribbels hebben structuur, een houvast nodig. Geef hen zo concreet mogelijke antwoorden op hun vragen. Bv. “na het volgende spelletje” of “voor het vieruurtje”. z Zorg voor structuur: In je Chironamiddag: verwelkom je ribbels. Zo weten ze dat je er bent en voelen ze zich niet verloren in de grote Chirogroep. Zorg voor een structuur in je programma. Zo weten je ribbels wat er hen te wachten staat. In je lokaal: geef ze een eigen plekje waar ze persoonlijke spullen (stokken, geluksstenen, kastanjebolsters, enz.), briefjes en andere dingen kunnen opbergen. Op bivak: Zorg dat alles volgens een aangepast ritme gebeurt. Let erop dat ze tussen het spelen ook nog genoeg slapen en eten. Verplicht ze elke dag hun tanden te poetsen of ze vergeten het gewoon. z Stel aan het begin van het jaar regels op en hang die op in je lokaal. Let op, niet al je ribbels kunnen al lezen, dus gebruik ook pictogrammen. Geef een duidelijke reden waarom iets wel of niet kan. “Daarom” is geen goede reden. z Jij moet alle gevaren voor de ribbels voorzien in je activiteiten. Zij kunnen dat zelf nog niet. z Doe in de loop van het jaar nog af en toe een naamspelletje, om de nieuwe ribbels te verwelkomen. z Alles is nog nieuw voor ribbels, zoek het dus niet te ver. Ribbels zijn al heel blij met de simpelste spelletjes.

24

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


2. Leefwereld Gezin Ouders en familie bieden de veiligheid die de ribbels nodig hebben. Mama en/of papa zijn de baas, maar de ribbels durven al wel eens tegenspreken. Wat goed of kwaad is, leren ze van hun ouders. Op school en in de Chiro worden ze zich bewust van grote verschillen tussen hun eigen gezin en dat van anderen. Niet alle ouders zijn gehuwd, niet iedereen heeft een mama en een papa, sommige kindjes hebben twee mama’s, niet iedereen heeft een mama en papa die samenwonen, enz. Ouders vertrouwen voor het eerst hun kinderen aan jongeren toe. Ze weten zeer graag wat er met hun kinderen gebeurt en ze zitten vaak met veel vragen. x TIPS: z Huisbezoeken zijn bij ribbels een must. Je ziet zo in welke omgeving je leden opgroeien, wat hun achtergrond is. z Sla eens een babbeltje met de ouders wanneer ze hun kinderen komen halen. Ouders weten graag bij wie ze hun kind elke week afzetten. Zij beslissen nog altijd of ze hun kind naar de Chiro sturen of niet. z Informeer de ouders goed, voor hen is de Chiro nog volledig nieuw! School Ribbels verlaten pas de kleuterschool. Ze begrijpen de discipline van het schoolleven nog niet en hebben op dat vlak soms moeite om zich aan te passen. Ze hebben ook enorm veel nieuwe dingen te leren. Er komt veel op hen af. Toch zijn ze trots dat ze naar de grote school gaan. Dat is een belangrijke stap voor hen en ze vertellen er op zondag graag over! x TIPS: z Ga spelletjes spelen op de speelplaats: wervingsactie. z Sla na de wervingsactie een babbeltje met de ouders aan de schoolpoort. Vrije tijd Ribbels hebben nog veel vrije tijd. Ze (of hun ouders) vullen dat vooral op door spel. Ze spelen als het ware de hele dag: alles wat geen verplichting is, is spel voor hen. Zo doen ze al zoveel mogelijk ervaringen op en ontdekken ze enorm veel, zelfs zonder daar bewust iets voor te doen. Spelen = leren. De Chiro en andere verenigingen zijn vaak de eerste stap in de wereld buiten het beschermd milieu van vader, moeder, broers en zussen. Door de vele andere vrijetijdsbesteding moet de Chiro wel nog vaak wijken om tijd met familie en gezin over te houden. De routine om elke week te komen is er nog niet. x TIPS: z Geef het goede voorbeeld. De ribbels kijken naar je op, naar “die grote leider of leidster uit de Chiro”. Je moet je leden maar eens tegenkomen in de winkel: ofwel begroeten ze je uitbundig, ofwel kruipen ze verlegen weg achter moeders rokken. z Prikkel je ribbels om elke Chironamiddag te komen door een mooie uitnodiging te maken voor of een tipje van de sluier op te lichten over de volgende activiteit. Maak een aanwezigheidskalender waarop ze hun stempel mogen zetten als ze er zijn. Vrienden De ribbels zijn nog sterk op zichzelf gericht. Ze hebben weinig nood aan echt samen spelen. Samen spelen betekent voor hen in dezelfde ruimte op zichzelf bezig zijn. Hun eigen ikje haalt de bovenhand op de groep. Delen met anderen of zich in een ander inleven is nog moeilijk, maar ze kunnen het wel wanneer ze ergens op gewezen worden. Ribbels zijn de vriend en vijand van alles en iedereen. Ze leggen zonder schroom en op een schattige manier snel contacten, zonder daar echte vriendschapsbanden aan te knopen. Dat kan ook snel omslaan. Wie net

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

25


nog de beste vriend was, kan naar aanleiding van een voorval (ruzie, snoepjes, ploegjes) binnen de kortste keren de grootste vijand worden. Omgekeerd zijn ruzies ook even snel weer bijgelegd en vergeten. x TIPS: z Neem altijd de tijd om aan je ribbels uit te leggen waarom bepaalde daden of uitspraken van hen iemand lichamelijk of psychisch gekwetst hebben. z Weekend met je ribbels: voor ribbels is één nacht vaak al genoeg. De eigen lokalen zijn zelfs al een voldoende nieuwe en avontuurlijke overnachtingsplaats. Dat wil niet zeggen dat je met ribbels niet een heel weekend op verplaatsing kunt gaan, maar bereid je dan voor op heimwee de tweede nacht. Zorg er ook voor dat ze op de nieuwe locatie hun weg kennen en er zich toch al een beetje thuis voelen. Seksualiteit Ribbels zien wat er om hen heen aan de gang is. Ze horen en zien van alles (boekjes, televisie, internet, enz.) en dat wekt hun nieuwsgierigheid. Ze vertellen seksmopjes, vaak zonder ze te begrijpen. Ze doen stoer over ‘tetten’ of een lief, maar weten helemaal niet waar ze het over hebben. Wat doe je wanneer een ribbel vragend naar je borsten kijkt? Of als er eentje in zijn blootje over het veld loopt om iedereen trots zijn piemel te laten zien? x TIPS: z Veroordeel het seksueel gedrag bij ribbels niet (piemeltjesshow), maar leg uit waarom het niet mag. Andere kinderen kunnen zich er ongemakkelijk bij voelen.

]foto: jan van bostraeten[

3. Uitdaging: Spelervaring opdoen z De ribbeltijd is een tijd waarin ze leren spelen, waar ze spelervaring opdoen om zo ‘jeugdbewegingsrijp’ te worden. Dat hoeft niet altijd door samen te spelen. Spelletjes met regels zijn niet noodzakelijk, maar ze kunnen de ribbels wel plezieren. Vrij spel mag zeker een plaats krijgen in het ribbelprogramma maar zorg ervoor dat het toch een beetje geleid is: de leiding geeft impulsen, stuurt bij en houdt de veiligheid in het oog! z Andere goede spelervaringen zijn bv. samen gekke plaatsen bezoeken om er te spelen, met zand en water spelen, verhalen vertellen en naspelen, hun fantasie en creativiteit aanwakkeren en tot leven brengen. Ribbels beginnen vaak spontaan te spelen. Zo kun je tot toffe activiteiten komen. Een uitnodigend speelterrein, een op maat gemaakt ribbellokaal, materiaal, enz. (bv. een ideeënkast in het lokaal, verkleedkoffer, enz.) kunnen hen zo aan het spelen brengen! z Ervaringen opdoen bij de ribbels betekent niet “alles al eens meemaken wat je in de Chiro kunt beleven”. Het is niet de bedoeling dat plezante aspi- of titoactiviteiten vereenvoudigd worden tot ‘aangepaste’ ribbelactiviteiten. Gewoon is al spannend genoeg.

26

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


z SPEELCLUB 1. Wie zijn ze Bij de speelclub leren de kinderen meer en meer samen te spelen. Je kunt ze in groep laten samenwerken en ze kunnen al wat strategie aan in een spel. Een speelclubber denkt al iets gestructureerder en concreter dan een ribbel. In het spel krijgen regels en winnen meer betekenis. Oneerlijkheid en onrechtvaardigheid kunnen hen erg boos maken. Ze zijn erg nieuwsgierig, op zoek naar antwoorden op hun vele waaromvragen. Het antwoord dat jij als leid(st)er geeft, heeft voor hen een grote waarde, maar ze nemen niet zomaar alles aan wat je hen vertelt. Fantasie kan hen nog boeien, maar ze maken daarbij wel een duidelijk onderscheid met de realiteit. Ze houden er bijvoorbeeld van om je uit je rol te laten vallen. Prinses Rozelien noemen ze luidkeels ‘leidster Fien’. Als Fien dan reageert, halen ze hun slagje thuis. Daarom appreciëren ze ook al wat ‘realistischer’ thema’s in het spel zoals chique madammen of detectives. Speelclubbers worden al wat taaier. Ze kunnen pijn of tranen verbijten om niet op te vallen in de groep. In hun gedrag kijken ze ook al wat meer naar hoe ze overkomen in een groep. De mondigste speelclubbers hebben hun idee over hoe een activiteit moet verlopen. Zij bepalen wie mama en papa speelt in hun fantasiespelen, maar ze durven ook al hun mening geven over hoe het spel moet verlopen. Je kunt hen al wat inspraak geven in je programma. x TIPS: z Speelclubbers kunnen zelf al ideeën geven. Geef hen een zeg in hun programma. Maak een ‘droommuur’ waarop ze kunnen schrijven of tekenen, of maak gebruik van de gele stoel: wie daarop zit, mag zijn of haar zegje doen. z Bedenk afspraken samen met je speelclubbers. Zorg ervoor dat het er niet te veel zijn, ze moeten ze ook kunnen onthouden. Maak hen duidelijk hoe ze gestraft zullen worden en straf onmiddellijk na de fout. Je speelclubbers zullen je erop testen. Ben je niet consequent, dan zullen ze je grenzen voortdurend proberen te verleggen. z Maak je speelclubbers niets wijs, neem hun vragen serieus. Ze hebben geen lange antwoorden nodig, een korte uitleg volstaat. z Interesseer je voor hun verhalen, ook al duurt het lang voor ze het verteld krijgen of ook al is het saai. Speelclubbers voelen het scherp aan als je je niet kunt inleven in hun leefwereld. z Een speelclubber heeft een overzicht over het jaar. Ze kunnen uitkijken naar feesten als Kerstmis, Pasen of een verjaardag. Ook in de Chiro vinden ze het leuk om een feestje te bouwen. Elke speelclubber kan door een concreet taakje mee vorm geven aan het feest: fruitspiesen maken, bloempotjes schilderen, slingers maken, enz. 2. Leefwereld Gezin Mama en papa zijn nog altijd heel belangrijk, maar ze krijgen ook al wat meer aandacht voor hun broers en zussen. Ze voelen zich verantwoordelijk voor hun jongere zusje of broertje in de Chiro. Anderzijds kan het ook spanningen opleveren als ze met hun broer of zus in dezelfde groep zitten. Naast het gezin zijn de belangrijkste figuren in hun familie de grootouders. Daar worden ze vaak opgevangen of gaan ze vaak op bezoek. Speelclubbers vertellen honderduit over hun thuissituatie en over alle dingen die ze meegemaakt hebben. Over wat ze gevonden hebben terwijl ze in kasten van mama en papa rondsnuffelden, over de scheiding van hun ouders, enz. Ze vertellen je soms heel vertrouwelijke dingen. Op die leeftijd mogen ze vaak al eens bij een vriendje of vriendinnetje gaan slapen, en mogen ze ook gemakkelijker mee op weekend met de Chiro. Voor wie het nog niet durfde of mocht, is dat de ideale voorbereiding op het kamp. Bovendien leren ze twee dagen lang samen te leven en te spelen in groep.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

27


x TIPS: z Contact met ouders is zeer belangrijk. Zo geef je hen ook de kans om hun eventuele vragen en bezorgdheden te uiten. Veel ouders vinden het ook leuk om betrokken te worden bij de werking van hun kinderen, door bijvoorbeeld taxi te spelen of te koken op een activiteit. z Ga op huisbezoek bij je speelclubbers. Je ziet zo in welke omgeving je leden opgroeien, wat hun achtergrond is. z Probeer rekening te houden met de gezinssituatie van de speelclubbers. Zorg bijvoorbeeld voor briefjes voor beide ouders als ze gescheiden zijn. Als er kinderen maar om de twee weken naar de Chiro komen, probeer hen dan zeker goed bij de groep te betrekken. School De school is voor de speelclubbers een dagelijkse routine geworden. De meesten hebben een (groepje) vriendje(s) met wie ze kunnen spelen. Veel klasgenootjes kennen ze ook in de Chiro. Aan de andere kant kan er op school wat afgeplaagd worden. Speelclubbers kunnen gemeen zijn tegen elkaar. Heel wat kinderen voelen zich door pesterijen ongelukkig. Vrije tijd De speelclubbers zijn op school en ook in de Chiro niet meer de allerjongsten. Ze vinden het fijn als je ze ook wat ‘volwassener’ behandelt. Sommige dingen vinden ze al te kinderachtig: “Dat is voor de kleintjes”. Samson en Gert of Mega Mindy vinden de oudste speelclubbers al te min, geef hen maar oudere idolen als Tokio Hotel. Speelclubbers kiezen meer en meer zelf naar welke verenigingen ze gaan. Als ze het niet leuk vinden in de Chiro, dan zullen hun ouders dat snel weten. Ze vragen hun ouders of ze ook naar de toneelschool of turnles mogen gaan, omdat daar een vriendje van op school zit. Ze zijn de beste ambassadeurs voor een vereniging. Maar kiezen is niet altijd gemakkelijk, speelclubbers hebben vaak enorm veel hobby’s. De jeugdbeweging is dan één van de vele activiteiten, waardoor leden misschien niet meer zo vaak komen. Kinderen hebben al gauw zoveel hobby’s dat het voor hen en hun ouders soms stresserend wordt om overal aanwezig te kunnen zijn. Ouders hebben vaak een superdrukke agenda. Activiteiten of weekends niet tijdig meedelen aan ouders, betekent vaak problemen in de gezinstijdsorganisatie. x TIPS: z Vanaf de speelclubleeftijd is het belangrijk om leden te ‘binden’ aan de Chiro. Stuur uitnodigingen voor de werking, verwelkom je leden zelf, hou de aanwezigheden bij op een groot bord met smileys of beloon hen met een cadeautje als ze er tien keer geweest zijn. Maak van het lokaal een herkenbare plek die ze zelf mee mogen inrichten. Zet ze in de bloemetjes wanneer het hun verjaardag was en bel eens als ze al lang niet meer geweest zijn. z Vraag je speelclubbers om vriendjes mee te nemen naar de Chiro. z Communiceer met de ouders. Activiteiten op andere tijdstippen of plaatsen zijn moeilijk in te plannen in hun drukke agenda. z Ze zijn niet meer de kleinsten, maar ook speelclubbers hebben nog nood aan structuur. Zo weten ze goed wat ze kunnen verwachten en voelen ze zich veiliger in de groep. Een stabiel ritme op bivak, voldoende tijd om vrij te spelen en duidelijke regels zijn belangrijk. Vrienden Kinderen leren tijdens de speelclubjaren samen te spelen in groep. Voor hen is vriendschap al een meer concreet bindend begrip. Ze spreken bijvoorbeeld al over beste vrienden. Maar hun vriendschappen zijn nog niet erg intens. Ruzies tussen vriendjes zijn niet diepgaand en worden sneller opgelost dan bij oudere kinderen. Ze verkiezen vriendjes van hetzelfde geslacht en kijken enorm op naar oudere leden in de Chiro. Bij de speelclub duiken de eerste kliekjes op. Speelclubbers zijn echte flapuiten en durven (zonder het te beseffen) heel kwetsende dingen te zeggen in het gezicht van een andere speelclubber. Ze begrijpen vaak niet dat ze iemand zo echt kunnen kwetsen. 28

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


x TIPS: z Denk goed na over de samenstelling van ploegjes en groepjes, zodat je vermijdt dat kliekjes een probleem worden. Samen spelen in één groep in plaats van ploegen is vaak groepsbevorderend. z Reageer snel als je speelclubbers kwetsende dingen zeggen. Neem ze apart en maak duidelijk dat woorden heel hard kunnen kwetsen. Geef aandacht aan de gepeste en de pester. Sommige kinderen pesten om aandacht te krijgen. Zoek uit waar ze kalm van worden zonder dat al je aandacht opgeëist wordt. Seksualiteit Geniepige blikken in de douche, doktertje spelen, stoer doen in het zwembad, wc-deuren gierend opentrekken, grenzen verkennen door het gebruik van vieze woorden, enz. Speelclubbers zijn gefascineerd door hun lijf en dat van anderen. Ze begrijpen wat verliefdheid is, sommigen hebben zelf ook een liefje. Ze nemen daarbij volwassenen als voorbeeld en geven handjes of knuffelen. Kussen is vies, dat doen ze nog niet. Ze beginnen zich ook meer af te zetten tegen de andere sekse. Jongens zijn ‘eike’, Kato wordt geplaagd omdat ze ‘op’ Vince is. Jongens en meisjes bekijken elkaar ook heel stereotypisch: jongens spelen voetbal, meisjes met Barbies. Oudere speelclubbers praten iets minder open over seksualiteit. Begrijpelijk: dikwijls merken ze dat volwassenen relaties en seks als iets aparts benaderen of merken ze zelf al veranderingen aan hun lichaam. Meisjes zijn ineens veel preutser: ze móéten een handdoek rond hun lijf hebben, ook al hebben ze niets om te verstoppen. x TIPS: z Corrigeer hun foute ideeën over seks en vertel de waarheid over relaties en seksualiteit. Het is belangrijk om hen te laten merken dat er niks mis is met leuke gevoelens zoals verliefd zijn of genot. z Geef als leiding het goede voorbeeld aan je speelclubbers: toon dat je als leider een kind kunt troosten en knuffelen, geef aan dat jongens mogen wenen of met poppen spelen en moedig meisjes aan om flink en dapper te zijn. Als leidster moet je ook een tent kunnen opzetten, op je tanden bijten, en meedoen aan iets ruwere spelen. Zo krijgen de speelclubbers gevarieerde beelden over wat jongens en meisjes moeten en mogen. z Slapen jongens en meisjes samen op kamp? Kleden ze zich om in dezelfde ruimte voor het zwemmen? Denk hier met de leidingsploeg goed over na tijdens de bivakvoorbereiding. z Ga signalen en vragen niet uit de weg en praat er ook over. 3. De uitdaging: leren samen spelen z Bij speelclubbers wordt de klemtoon meer gelegd op sámen spelen. Ze worden zich bewust van zichzelf en vanuit dat nieuwe ik-persoontje leren ze samen met anderen spelen en delen. Zorg bijvoorbeeld voor spelsituaties waarin de speelclubbers samen kaartjes moeten verzamelen om een levensgroot kaartenhuis te bouwen, of een stoepkrijttekening waarvoor iedereen samenwerkt. z Speelclubbers beginnen vaak spontaan te spelen. Zo kun je tot toffe activiteiten komen. Een uitnodigend speelterrein, een op maat gemaakt speelclublokaal en/of een bepaald aanbod aan materiaal kunnen hen zo aan het spelen brengen!

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

29


z RAKWI’S 1. Wie zijn ze? Rakwi’s zijn volop in de groei: tegen het einde van hun rakwitijd zijn ze gemiddeld 30 cm groter dan in het begin. Door die groeispurt kunnen ze lichamelijk en ook geestelijk heel erg van elkaar verschillen. Rakwi’s willen vooral actief spelen, samen met andere kinderen. Ze gaan helemaal op in een activiteit en laten zich volledig gaan. Ze meten zich graag met elkaar en zijn het liefst ook bij de winnaars. Ze hebben vaak interesse voor zeer specifieke zaken, zoals de natuur. Ze vertellen nog heel zwart-wit, maar kunnen al verder denken dan hier en nu. Je kunt ze prikkelen door alles grijzer of genuanceerder voor te stellen. Sommigen kunnen dwars, rebels en kritisch worden. Rakwi’s die zich niet volgens de groepsnorm gedragen, bijvoorbeeld bij het bepalen van hun kledij, worden vaak uitgelachen en buitengesloten. Ze hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel en zullen je meer dan eens op een onrechtvaardigheid wijzen. Alles moet volgens de regeltjes gebeuren. De plechtige communie of het lentefeest zijn in aantocht. Rakwi’s stellen hier veel vragen over. x TIPS: z Bewegingsspelen zijn erg populair, al houden je rakwi’s ook wel van een rustige activiteit tussendoor. z Laat je rakwi’s mee de regels opstellen. Je moet er dan natuurlijk op toezien dat ze elkaar niet voortdurend terechtwijzen. Als je hen duidelijk uitlegt waarom je een uitzondering op de regels maakt, begrijpen ze het wel. z Je kunt gerust eens peilen naar hun interesses en daarop inspelen. Ook hun uitgebreide fantasie en creativiteit zijn een welkome inspiratiebron voor grote namiddagvullende spelen. z Streef betrokkenheid na door hen het lokaal mee te laten inrichten, door samen op te ruimen of door een grabbelton te maken met hun lievelingsspelletjes. z Rakwi’s brengen graag zelf materiaal of kleren mee voor de inkleding van het programma. Verkleden vinden ze nog de max. z Ze houden ervan als je als leiding actief meespeelt met de spelletjes die je aanbiedt. Dat is ook de beste manier om hen actief te doen meespelen! 2. Leefwereld Gezin Ouders hebben nog altijd een belangrijke plaats in het leven van de rakwi’s. Ze vertellen nog veel aan hun ouders en vinden het niet erg om samen met hen weg te gaan. Ze zetten hun gezin graag in de kijker bij hun vriendjes, ook als dat er anders uitziet. Een moeilijke thuissituatie kan een grote invloed hebben op hun gedrag. Meestal hebben de rakwi’s geen problemen met het gezag van hun ouders. Af en toe kunnen de oudere rakwi’s wel eens wat pubergedrag vertonen (overdrijven, tegendraads doen, enz.), vooral als er vriendjes bij zijn. x TIPS: z Zet iedereen eens in de kijker, zodat ze kunnen vertellen over hun thuis. Dat kan door foto’s van thuis, langsgaan, iets meebrengen van thuis, enz. Hou er rekening mee dat de thuissituatie bij je rakwi’s heel verschillend kan zijn. z Rakwi’s vinden het leuk als je contact hebt met hun ouders. Praat voor of na de werking eens met de ouders en ga op huisbezoek. Ook de ouders zelf stellen dat meestal echt op prijs! School De meeste rakwi’s gaan graag naar school. Daar het is wel zeker de speeltijd die belangrijk is, vanwege het contact met vriendjes. Na de vakantie zijn ze vaak blij om terug naar school te gaan omdat ze daar hun vriendjes weer zien. Op school vormen zich veel kliekjes. Er komen dan vaak ook pesterijen voor, waarbij rakwi’s zeer gemeen uit de hoek kunnen komen. Dat zet zich dan meestal binnen je afdeling voort. De oudste rakwi’s praten veel over hun school- en studiekeuze voor het middelbaar onderwijs.

30

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


Vrije tijd Rakwi’s brengen hun vrije tijd op een gevarieerde manier door. Populaire bezigheden zijn chatten op het internet en computerspelletjes, maar evengoed bouwen ze nog graag kampen in het bos en vinden ze het leuk om buiten te spelen met hun vriendjes. Zeer typisch voor rakwi’s is de verzamelwoede en ‘trendwatchen’: de nieuwste rages volgen ze nauwgezet op, bijvoorbeeld de dingetjes die je soms kunt verzamelen aan de kassa van de supermarkt. Rakwi’s móéten bijna met die dingen kunnen meedoen, anders horen ze er niet bij. Vrienden Rakwi’s ontdekken dat het belangrijk is om een groep te vormen. Erbij horen is belangrijk. Kliekjes ontstaan rond een gedeelde interesse of iets dat ze samen beleefd hebben. Typisch aan die groepjes zijn de ‘speciale regeltjes’ of de wachtwoorden en het geheimschrift: niet iedereen mag deel uitmaken van die kliekjes. Soms worden kinderen uitgesloten of gepest. Voor rakwi’s is het belangrijk dat ze leren samenspelen met kinderen uit hun eigen kliekje én met andere kinderen. Bij de rakwi’s worden vaste speelkameraadjes echte vrienden, zelfs boezemvrienden. Twee kwiks die elk weekend bij elkaar blijven slapen en dan samen naar de Chiro komen, tonen dat ze beste vrienden zijn. x TIPS: z Wissel regelmatig af tussen spelen in twee groepen en spelen in kleinere groepen. z Wissel af tussen spelen met de vriendjes uit hun kliekje en spelen met de anderen. z Rakwi’s genieten ervan als je eens bij hen komt zitten om een babbeltje te doen, of als je oprecht interesse toont wanneer ze tijdens een tocht honderduit aan het vertellen zijn. z Zorg dat iedereen af en toe eens in de kijker staat, heb aandacht voor hun verjaardagen, hun individuele talenten, enz. z Pak pestgedrag onmiddellijk aan! Veroordeel de pesters en de gepeste niet, veroordeel wel het gedrag. Besef ook dat pesten zich op school of in de sportclub verder zet. Spreek er met de ouders over als je merkt dat de pesterijen zich niet alleen in de Chiro voordoen. Zij kunnen er de leerkracht over aanspreken. Seksualiteit Rakwi’s praten dikwijls over liefjes hebben en schrijven briefjes die niet altijd verstuurd worden. Door vieze moppen te vertellen, geven ze uiting aan hun onzekerheid en nieuwsgierigheid. Zo’n mop wordt meestal op hard gelach onthaald – maar of iedereen begrijpt waarom er te lachen valt ... Bij de oudste rakwi’s zijn er al grote verschillen tussen meisjes en jongens. Kwiks zijn veelal beginnende pubers, enkelen krijgen hun eerste menstruatie en bh. Het is niet altijd eenvoudig om die afdeling als één ploeg te zien. En het is minder vanzelfsprekend om gemengd te werken op die leeftijd – zeker als ze dat niet gewoon zijn. x TIPS: z Maak eens een collage en laat je rakwi’s een tijdje begaan. Prachtresultaat verzekerd, zeker bij de jongens: een uitgebreide collectie bikini’s, beha’s, aangevuld met reclame voor badschuim en strandvakanties. z Rakwi’s verwachten van hun leid(st)er(s) dat ze eerlijk antwoorden. Draai niet rond de pot, rakwi’s willen au sérieux genomen worden. z Neem maandverband mee op kamp. 3. Uitdaging: (leren) groep vormen Bij rakwi’s is ploegvorming belangrijk. Onder het motto ‘samen bereiken we meer’ leren rakwi’s om in groep samen te spelen en samen iets te bereiken, bv. een prachtig kamp bouwen met z’n allen of een groepsopdracht tot een goed einde brengen. Rakwi’s moeten leren samenspelen met kinderen uit hun kliekje én daarbuiten. Kliekjes moeten daarom niet helemaal doorbroken worden, maar er moet ook ruimte zijn voor andere kinderen. Bovendien moeten rakwi’s ook nog leren hun standpunt op een goede manier te verdedigen. In wezen moeten ze eigenlijk leren ruzie maken: compromissen sluiten, onderhandelen, elkaars standpunt begrijpen, enz.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

31


z TITO’S 1. Wie zijn ze? Tito’s zitten in een grote veranderingsperiode. Lichamelijk worden ze volwassen en dat zorgt voor allerlei onzekerheden: “Moet ik mijn benen scheren?”, “Kan ik buiten komen met al die puisten?”, enz. Tito’s worstelen met wie ze zijn. Ze willen heel volwassen doen, maar slagen er niet altijd in. Vaak moeten ze als volwassenen reageren op bepaalde situaties en anderzijds worden ze nog behandeld als een kind. Ze zijn onrustig en experimenteren. Ze praten over drinken, roken en vrijen. Ze gaan nu naar het middelbaar, leren andere vrienden kennen en krijgen andere interesses. In sommige vriendenkringen is de Chiro niet meer zo cool. Veel tito’s haken af. De puberteit komt bij meisjes vroeger dan bij jongens. Hierdoor komen meisjes soms volwassener over. Jongens verschillen sterk in grootte en gewicht en zijn vaak onhandig. Die verschillen zorgen ervoor dat er kliekjes kunnen ontstaan. In het begin van het jaar is er nog een grote kloof tussen eerste- en tweedejaars tito’s. Die kloof wordt kleiner naarmate het jaar vordert. Tito’s kunnen heel ongenuanceerde commentaar geven op elkaar, over gehandicapten, allochtonen, mensen die zich speciaal kleden, enz. x TIPS: z Tito’s houden van een afwisselend en boeiend programma. z Tito’s zijn heel creatief: geef hen de kans om regelmatig de inrichting van het lokaal te veranderen. Gebruik een rode draad op bivak en doe eens een activiteit gespreid over meerdere zondagen. z Bij tito’s is je begeleidingshouding heel belangrijk. Zowel zijzelf als hun omgeving veranderen sterk, maar in de Chiro verandert er weinig. Net daarom is het belangrijk om in de Chiro een veilige omgeving te creëren waar ze zich thuis kunnen voelen. Neem hen au sérieux: laat hen zichzelf zijn, hun verhaal vertellen, tot rust komen. z Als je het vertrouwen hebt van je tito’s kunnen ze je echt als voorbeeld nemen. Let op met de tips die je geeft, sommigen nemen alles wat je zegt voor waar aan. z Tito’s zijn gevoelig voor ‘kinderachtige’ programma’s. Terwijl je met keti’s en aspi’s weer de echte kinderspelletjes kunt spelen omdat dat al bijna nostalgie wordt, ligt dat bij de tito’s anders. Ze voelen zich bij de ‘ouderen’ van de Chiro en willen ook zo behandeld worden. z Tito’s hebben een eigen mening en willen die graag met je delen. Geef hen de kans om zichzelf te zijn, om te vertellen wat ze weten en wat ze voelen. Ze hebben er veel aan dat je mee discussieert over populaire soaps. z Geef hen verantwoordelijkheid, maar begeleid hen daarin. Maak bijvoorbeeld samen afspraken, geef hen inspraak in het programma, luister naar hun ideeën. z Tito’s kunnen heel goed zeggen waar het op staat bij een evaluatie. Zo kun je in je programma inspelen op wat ze leuk vinden. z Tito’s kunnen heel hard zijn voor elkaar en leggen het moeilijker weer bij. Soms is een groepsgesprek echt nodig. z Wijs je tito’s erop als ze ongepaste commentaar geven. Ga in op hun harde, extreme of clichématige uitspraken of grappen. z Varieer in je programma zodat zowel de jonge als de oudere tito’s er hun gading in vinden. z Heb aandacht voor de kliekjes in je groep. Zorg in het begin van het jaar voor spelen die alle tito’s aanspreken. Let op dat de groepsindelingen regelmatig gemixt worden. 2. Leefwereld Gezin De thuisbasis is voor een tito vaak een heikel punt. Tito’s willen zich losmaken van thuis: vrienden worden belangrijker, het groepsleven komt op de voorgrond. Toch is thuiskomen in het gezin nog belangrijk. Deel uitmaken van een nieuw samengesteld gezin kan invloed hebben op de ontwikkeling en het gedrag van tito’s. Ze hebben nood aan ouders die luisteren naar vragen en die troosten bij verdriet. Niet iedereen kan op die veilige thuisbasis terugvallen. 32

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


x TIPS: z Het is belangrijk om goed aan te voelen wat er bij je tito’s leeft. Blijf contact houden met ouders van je leden. Zij appreciëren dat. z Organiseer een ouderavond waarbij geen leden betrokken zijn. Zo kunnen ouders al hun vragen stellen en hoeven tito’s zich niet te schamen voor hun ouders. Een huisbezoek kan je helpen om de achtergrond van de leden te leren kennen. School De overstap naar het middelbaar is een grote verandering: nieuwe leerkrachten, nieuwe vrienden, nieuwe leerstof, nieuwe regels, enz. De vertrouwde schoolomgeving is verdwenen en het kan een tijdje duren voor tito’s zich aangepast hebben. Ze zijn nu plots weer de kleinsten en lopen gemakkelijk verloren op de grote school. Ze stellen zich allerlei vragen: welke richting ze uit willen, wat hun klasgenoten van hen denken, of ze goed genoeg studeren, enz. Hun wereld wordt groter door nieuwe contacten en nieuwe indrukken. Ze gaan vaak mee in allerhande rages of ideeën. Vrije tijd Het vrijetijdsaanbod voor tito’s is enorm groot: jeugdbeweging, sportles, muziekschool, tekenacademie, enz. Door meer schoolwerk is er minder tijd voor ontspanning en moeten ze een keuze maken. Vaak hangt die keuze af van wat vrienden doen. Daarnaast gaat er veel tijd naar sms’jes sturen, chatten, computerspelletjes spelen en internetten. Daarom is het binnen de Chiro belangrijk dat de tito’s geprikkeld worden om te blijven komen. Waar vroeger de televisie hét tijdverdrijf was voor na schooltijd neemt het internet meer en meer die positie over. Tegenwoordig houden tito’s via sociaalnetwerksites hun ‘vrienden’ op de hoogte van hun gevoelens en bezigheden. x TIPS: z Prikkel de interesse van je tito’s met tips over het programma op Facebook of Netlog. Maak een evenement aan voor je weekend, tag hen in je foto’s, enz. Let er wel op dat je ook de tito’s bereikt die geen internet hebben. z Tito’s vinden het plezant om foto’s te nemen van de activiteiten en elkaar. Neem altijd je digitale fototoestel mee. z Ook bij tito’s wordt er soms gepest. Maak hen duidelijk welke gevolgen hun gedrag kan hebben. Vrienden Vrienden zijn erg belangrijk in het leven van tito’s. Ze spreken af om samen naar school of naar de Chiro te gaan. Vriendschap krijgt stilaan een meer uitgesproken betekenis. Ze willen bevriend worden met de stoerste, de coolste, de knapste. ‘Echte vrienden’ zijn nog zeldzaam, maar de band groeit en wordt sterker. Bij de tito’s wordt de basis voor een (h)echte groep gelegd. Toch kan het wel eens botsen. Hierdoor hebben ze de neiging om soms anderen uit te sluiten. Tito’s onderhouden hun vriendschappen niet enkel op school of in vrijetijdsactiviteiten, maar ook via sociaalnetwerksites en sms. Meestal hebben ze zelf geen zicht op de risico’s van die communicatiekanalen. Tito’s hebben idolen. Ze kijken op naar bepaalde beroemdheden omdat hun leeftijdsgenoten dat ook doen en omdat ze op zoek zijn naar hun eigen identiteit. Ze laten zich beïnvloeden door wat ‘hot’ is en wat ‘not’. Dat uit zich dikwijls in hun kleding of muziekstijl. x TIPS: z Let op wat je tito’s op het internet posten over elkaar. Zo leer je ze ook beter kennen. z Hou de groepssfeer in de gaten. Doe eens een samenwerkingsspel in de plaats van een competitiegerichte activiteit.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

33


Seksualiteit en relaties Meisjes beginnen vrouwelijke vormen te krijgen, en sommigen krijgen al voor de eerste keer hun maandstonden. De jongens krijgen hun groeischeut iets later, maar halen de meisjes dan wel in. Het is rond die leeftijd dat bij de jongens hun eerste zaadlozing plaatsvindt, meestal in een natte droom. Niet elke tito beleeft die lichaamsveranderingen op een positieve manier. Sommigen kunnen last krijgen van puisten of een lichaam dat buiten proportie is. Mooi zijn wordt heel belangrijk voor tito’s. Ze spiegelen zich aan elkaar. Relaties en seksualiteit prikkelen hun nieuwsgierigheid. Ze gaan op zoek naar antwoorden bij vrienden, jongerenboekjes (bv. Fancy) of het internet. Daar stoten ze vaak op foute, onduidelijke of pornografisch getinte info, wat de verwarring alleen maar groter maakt. Tito’s beginnen te experimenteren op seksueel vlak. Dat uit zich meestal in masturberen, vooral bij de jongens. Op het gebied van relaties staan tito’s in de beginnende fase. Ze kunnen echt verliefd worden en willen hierin dan ook serieus genomen worden. De relaties en verliefdheden zijn meestal wel van korte duur, en kunnen elkaar snel opvolgen. x TIPS: z Besef dat praten over de beleving van de eigen seksualiteit zowel thuis als op school vaak taboe is en dat jij met en ondanks je eigen vraagtekens veel voor hen kunt betekenen. z Wees gevoelig voor de onzekerheden die achter hun technische en stoere vragen schuilen. Een topper die al lachend naar de langste penis ter wereld vraagt, maakt zich misschien zorgen over de lengte van de zijne. z Als titoleid(st)er is het belangrijk om hun twijfels over hun lichaam te herkennen en een positief zelfbeeld te promoten. z www.allesoverseks.be is een site van sensoa waar jij en je leden terecht kunnen voor correcte informatie.

]foto: valerie vanderlooy[

3. Uitdaging: jezelf ontdekken z Tito’s verkennen zichzelf en tasten hun eigen grenzen af. Besteed aandacht aan thema’s die betrekking hebben op hun leefwereld. z Tito’s moeten weerbaarder worden, ze moeten zelf leren beslissen of ze ‘ja’ of ‘nee’ zeggen tegen sigaretten, alcohol of vrijen. z Tito’s zijn niet alleen bezig met hun eigen persoon, ze ontdekken zichzelf in interactie met de wereld. z De Chiro biedt een plaats voor tito’s om zichzelf te ontdekken in spel en in het samenzijn met anderen.

34

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


z KETI’S 1. Wie zijn ze? Meisjes worden hun veranderd lichaam langzaamaan gewoon. Tijdens het spel testen ze graag hoever ze kunnen gaan met hun lichaam en ze experimenteren op seksueel vlak (één op vier jongeren heeft het eerste intiem contact tussen 14 en 16 jaar). Jongens veranderen nog sterk. Hun groeiende kracht proberen ze graag uit tijdens hevige spelen. De ketiperiode is een tijd van vragen stellen. Over hun identiteit, bijvoorbeeld, die ze vergelijken met die van leeftijdsgenoten maar ook met de ideaalbeelden die ze zien via de media. Ze vragen hun ouders en leiding over de keuzes die zij vroeger gemaakt hebben. Ze nemen de maatschappij niet meer zoals ze is, maar stellen haar rechtvaardigheid in vraag. Ze zijn vatbaar voor extremen, omdat ze zich in hun zoektocht naar hun eigen weg afzetten tegen de massa en zo grondig mogelijk willen experimenteren met rollen. Keti’s zijn een stukje volwassener dan tito’s. Ze voelen zich ook echt al een hechte groep. Ze schatten hun grenzen en kwaliteiten veel beter in, los van populariteit. Hierdoor vermindert het pestgedrag, al durven keti’s af en toe van het rechte pad af te wijken. Populariteit is toch nog van belang. Keti’s zijn in staat anderen en regels bewust te respecteren, maar ook bewust te negeren. x TIPS: z Ken de leefwereld van je keti’s. Luister, kijk, vraag – kortom: toon interesse, om hen zo beter te begrijpen. z Zorg voor boeiende activiteiten. Laat in je programma ruimte voor experimenteren. Keti’s kunnen over bepaalde zaken zeker al mee beslissen. Als begeleiding leg je de lijnen van het speelveld vast, daarbinnen kun je je keti’s vrijlaten. z Doe mee, speel mee. Je maakt als leiding deel uit van de ploeg en kunt die van daaruit (bege)leiden. z Keti’s spiegelen zich aan jou, gedraag je dan ook! 2. Leefwereld Gezin De houding tegenover hun ouders kan heel sterk verschillen. Sommige keti’s liggen overhoop met hun ouders of met de nieuwe partner van een ouder, anderen komen er goed mee overeen. Dat heeft veel te maken met de mate waarin ze onafhankelijk willen zijn én van de mate waarin de ouders hen die vrijheid geven. Keti’s willen de wereld ontdekken en grenzen (proberen te) verleggen. x TIPS: z Ga op huisbezoek, zo krijg je een goed beeld van de thuissituatie van je keti. School De school is voor keti’s de plek om vrienden te ontmoeten. Huiswerk maken, lessen leren: keti’s doen het omdat ze weten dat het nodig is voor later. De druk van thuis kan soms wel groot zijn! Leerkrachten zijn volgens hen zeveraars. Slechts een enkeling slaagt erin respect van hen te krijgen. Meer dan eens is dat de leerkracht die hen als echte jongvolwassenen behandelt. Vrije tijd Vrienden staan centraal: keti’s beginnen uit te gaan en zoeken zich een eigen weg in het hele vrijetijdsgebeuren. Sommige keti’s ontdekken nieuwe interesses die niet meer met Chiro te combineren zijn: uitgaan, weekendwerk, shoppen, enz. Keti’s vinden dat ze te weinig vrije tijd hebben. Als ze niet bij vrienden zijn, luisteren ze naar muziek, spelen of chatten ze op de computer of lezen ze een boek.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

35


x TIPS: z Bij keti’s ligt de nadruk van evaluatie eerst op de activiteiten en in de loop van het jaar meer op de groep. Keti’s trekken zich de ploeg en hun plaats daarin heel sterk aan, want de Chiro neemt een alsmaar belangrijker plaats in hun leven in. Het is nodig dat ze zich daar goed voelen. z Bij keti’s is het zeker niet slecht om enkele methodieken subtiel te verwerken in je evaluatiemomenten. Let erop dat je opbouwend evalueert en afbrekende kritiek vermijdt, zeker bij groeps- en persoonsgerichte evaluaties. Vrienden Veel keti’s hebben een grote vriendengroep. Vaak wordt populariteit afgemeten aan het aantal vrienden dat ze hebben. Ze kunnen zich ook erg laten beïnvloeden door wat hun vrienden zeggen of doen, vooral op het vlak van roken, drinken, kleren en Chiro. Toch hebben ze nood aan een hechtere vriendschap, iemand aan wie ze alles kunnen toevertrouwen. Op het internet maken ze afspraakjes met hun vrienden, delen ze nieuwtjes en posten ze hun favoriete groepsfoto’s. Hoe meer virtuele vrienden, hoe beter. x TIPS: z Durf spanningen in de groep aan te halen en te bespreken. Doe geregeld ploegvormende activiteiten om een hechte ploeg te maken en te houden. z Sociaalnetwerksites vertellen je veel over je keti’s, ook over de relaties binnen de groep. Gebruik het internet om hen te bereiken, tag hen in foto’s, maak een groep voor je keti’s, enz. Verwerk nieuwe media in je spel, je keti’s vinden het top! z Alcohol is verboden onder zestien jaar en dat geldt ook in de Chiro! 3. Seksualiteit Seksualiteit krijgt een nieuwe betekenis. Meisjes krijgen aandacht van jongens van hun leeftijd. Ze leggen contacten, krijgen erkenning – dat is allemaal zeer belangrijk voor hun zelfwaardering. Maar die veranderingen brengen ook twijfels met zich mee. Voldoe ik wel aan de verwachtingen van de jongens? Ben ik wel aantrekkelijk? De seksuele ervaring binnen je ketiploeg is waarschijnlijk erg gevarieerd. Terwijl de ene nog nooit verliefd geweest is, maakt de andere zich al zorgen over uitblijvende maandstonden na een onveilige vrijpartij. Verliefdheid gaat nog sterker meespelen dan voordien, maar ze beginnen te beseffen dat dat soms overgaat of soms vervangen wordt door liefde. Je krijgt zo het rijtje: vriend, verliefd, lief. Jongeren van die leeftijd experimenteren met relatievormen, waarbij de zogenaamde seriële monogamie het meest voorkomt: ze hebben één vaste relatie en als dat niets wordt, proberen ze het met iemand anders. De ontwikkeling van het vrijgedrag van jongeren gaat meestal geleidelijk, omdat ze moeten leren hun eigen gevoelens te uiten en om te gaan met die van een partner. Daarbij worden grenzen en verlangens langzaam duidelijk. Die ontwikkeling verloopt in een aantal stadia: van zoenen en tongzoenen over strelen boven de kleren en strelen onder de kleren, tot naakt vrijen en geslachtsgemeenschap. Keti’s merken dat er veel normen en regels zijn over relaties en seksualiteit en dat toch iedereen recht heeft op zijn of haar eigen mening over seks. Boodschappen in media en omgang zijn echter vaak tegenstrijdig en verwarrend. Ze moeten zelf leren kiezen. De groepsnorm is heteroseksualiteit. Voor tieners die twijfelen aan hun seksuele voorkeur is dat lastig. Een heteroseksuele omgeving is voor hen geen ‘oefentuin’ waarin ze veilig op zoek kunnen gaan naar hun eigen identiteit. x TIPS: z Keti’s kijken naar je, bewust of onbewust ben je nog altijd een voorbeeldfiguur voor hen. z Je bent een vertrouwenspersoon voor je keti’s. Het is belangrijk dat je eerlijk bent, en dat je de dialoog durft aangaan. Ga daar niet te ver in: je bent leiding, geen hulpverlener. z Keti’s praten graag over relaties en seks. Iedereen mag een mening hebben over seksualiteit, ook al hebben ze er zelf weinig ervaring mee. 36

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


]foto: valerie vanderlooy[

4. Uitdaging: Openheid z Creëer openheid via vertrouwensspelen, samenwerkingsopdrachten en teamspelen. Zo kan de zoektocht naar hun eigen identiteit samen aangepakt en verder begeleid worden. z Neem spelvormen waarvoor ze hun lichaam inzetten en ontdekken, waarin ze het eigen lijf ervaren en (leren) aanvaarden. Lichamelijk contact is niet voor iedereen evident, het is persoons- én cultuurafhankelijk. Als begeleiding moet je stilstaan bij je eigen houding. z Geef hen het gevoel dat betrokkenheid omgezet kan worden in een actieve bijdrage tot een andere wereld. Laat ze gebruik maken van concrete acties in de nabije omgeving – voor, via en met vrienden. Maar je kunt niet altijd bezig zijn over de maatschappelijke problematiek waar keti’s zich nog niet echt bij betrokken voelen. z Keti’s vinden het soms leuk om zelf een programma in elkaar te steken en om leiding te zijn over hun eigen groep. Vergeet niet dat je als leiding de volledige eindverantwoordelijkheid draagt. z Bij keti’s hoeft de leiding er bij de vrije momenten niet altijd bij te zijn. Er is niets mis met een babbel of een rustig moment, maar zorg ervoor dat dat niet de hoofdactiviteit van elke Chironamiddag is. Motiveer je leden met je programma of maak samen afspraken over de duur van een vrij moment. z Keti’s zijn best in staat om een open discussie te houden over leefregels. Geef je keti’s zoveel mogelijk inspraak, binnen de grenzen die een leidingsploeg opstelt. In tegenstelling tot aspi’s zullen zij elkaar nog onvoldoende aanspreken op ‘overtredingen’. Als leiding heb je daar een duidelijke taak in. z In sommige groepen zonder aspi’s worden keti’s aangesproken om leiding te worden. Dat is niet ideaal, maar soms is er geen andere oplossing. Ook bij keti’s kun je het hebben over engagement, groepen begeleiden en keuzes maken. Tips over preleidingsvorming vind je op www.chiro.be/alive.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

37


z ASPI’S 1. Wie zijn ze Aspi’s zijn opgroeiende adolescenten met hier en daar nog een aantal ‘puberkantjes’. Op lichamelijk vlak zijn ze al een tijdje geslachtsrijp. Hun uiterlijk is belangrijk, maar daar hoeven ze geen populariteit meer mee te winnen. Ze zijn vooral op zoek naar hun eigen stijl en hoe ze die tot uiting moeten brengen. Ze tasten graag hun grenzen af in relaties, van zichzelf en hun omgeving. Ze willen ‘iemand’ zijn in de wereld, maar dat betekent niet altijd dat ze ook al heel wat verantwoordelijkheid willen dragen. Ze nemen vaak een ongenuanceerd standpunt in, maar dat verandert gemakkelijk wanneer je met hen in dialoog treedt. Dat gebrek aan nuance kan het gevolg zijn van onwetendheid. Ze kijken op naar mensen in hun omgeving die ouder zijn en naar wat zij bereikt hebben. Aspi’s nemen die idealen over in hun zoektocht naar zichzelf, zonder stil te staan bij de achtergrond. Anderzijds kan het gewoon een manier zijn om hun gesprekspartner uit zijn of haar kot te lokken en dus een discussie op gang te brengen. Aspi’s zijn ontzettend leergierig, ze hebben heel wat idealen, maar staan open voor discussie. Een aspiploeg stelt zich bijvoorbeeld vragen bij de manier waarop hun Chirogroep werkt. Naar het einde van de adolescentie toe worden ze toleranter en beseffen ze dat de dingen vaak makkelijker gezegd zijn dan gedaan. Je moet die idealen en kritiek niet als nutteloos beschouwen. Ze zijn een belangrijke oefening om zaken te durven en te willen overdenken. Aspi’s zijn zich in ieder geval veel bewuster van wat er in de wereld gebeurt, en op basis hiervan ontwikkelen ze langzaam maar zeker hun eigen waardenschaal. Stilaan hebben ze ook een levensplan en een levensdoel voor ogen. x TIPS: z Hou als leiding in het achterhoofd dat de aspi’s nog veel ‘zoeken’ en dat de waarden die ze op een bepaald moment nastreven later weer kunnen veranderen. z Als leiding beïnvloed je de vorming van waarden en normen, net als leeftijdsgenoten, ouders of leerkrachten. 2. Leefwereld Gezin Over het algemeen lijken aspi’s goed overweg te kunnen met hun ouders. Als er woorden zijn, gaat het vaak over uitgaan, kleding of uiterlijk. Ze komen meer en meer op voor hun vrijheid en willen geen ‘bemoeienis’ van hun ouders. Toch is de invloed van ouders op aspi’s aanzienlijk. Ze doen makkelijk een beroep op hun ouders als het over hun school of toekomst gaat. Ze wijken ook niet zoveel af van hun ouders in hun opvattingen over maatschappelijke thema’s als politiek, milieu, migranten en verdraagzaamheid. Het is dus goed om de ouders van je aspi’s te leren kennen. Naast het gezin is de Chiro voor vele aspi’s een tweede thuisbasis. De Chiro is voor hen een plaats om te praten over conflicten of relaties met hun ouders of vrienden. Jij bent voor hen een vertrouwensfiguur in allerlei situaties (echtscheidingen, financiële problemen, enz.) en ze appreciëren je luisterend oor. x TIPS: z Met een bezoekje aan huis in het begin van het Chirojaar kom je al heel wat te weten. Het maakt het makkelijker om het gedrag van je aspi’s te begrijpen. z Af en toe eens vragen hoe het ermee gaat, doet hen zeker deugd. School Wat motivatie op school betreft, kunnen we aspi’s niet over één kam scheren. In de derde graad zullen ze heel wat bewuster keuzes maken die mee hun motivatie bepalen. De ene zet sociale vorming, zelfontplooiing en verder studeren voorop. De andere wil beroepstechnische vaardigheden onder de knie krijgen. Het draait erom een keuze te maken die het best bij hen past en liefst zonder al te veel druk van buitenaf. In je aspiploeg tref je een waaier aan studierichtingen aan. Sommige aspi’s overtreffen je met hun kennis, van an-

38

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


deren sta je versteld van hun handigheid als er iets geknutseld of gerepareerd moet worden. Hou je programma zo gevarieerd mogelijk zodat iedereen uitgedaagd en geprikkeld wordt. Vrije tijd De vrije tijd is belangrijk voor aspi’s: voor de sociale contacten met leeftijdsgenoten, om zich uit te leven, om tot rust te komen, enz. De meeste aspi’s wonen thuis. Logisch dat ze daarom ook heel wat vrije tijd binnenshuis doorbrengen. Ze studeren, kijken tv of zitten aan hun computer, lezen een boek of nodigen vrienden uit. Internet en multimedia zijn enorm belangrijk bij jongeren. Aspi’s bezoeken allerhande sites, experimenteren met nieuwe media, zitten vaak te chatten of te sms’en, enz. Hierdoor hebben ze veel contact met elkaar tijdens de week. Heel wat nieuwtjes en afspraken worden langs die weg doorgegeven. Voor velen van hen ligt het voor de hand om op die manier te communiceren, maar onthou dat niet iedere aspi zich geroepen voelt om daar een gewoonte van te maken. Uitgaan is voor aspi’s een belangrijk facet van hun vrijetijdsbesteding geworden. Ze zijn lid van een sportclub, bezoeken het plaatselijke jeugdcafé, gaan naar een fuif of kuieren wat rond in de stad. Heel wat aspi’s zitten niet enkel in de Chiro. Ze zijn vaak lid van meerdere verenigingen tegelijk en hebben daarbovenop nog een weekendjob. Dat zorgt er vaak voor dat ze prioriteiten moeten stellen waardoor een Chironamiddag overslaan soms geen uitzondering meer is. x TIPS: z Kies er consequent voor om netwerksites al dan niet te gebruiken om met je aspi’s te communiceren. z Het is niet aan jou om uit te maken waar de prioriteiten van je aspi’s in het weekend liggen, maar probeer hen duidelijk te maken dat ‘aspi zijn’ vaak meer is dan Chironamiddagen alleen. z Zorg ervoor dat de Chiro een plek blijft waar ze zich thuisvoelen en steek voldoende tijd in je ploeg. Vrienden Aspi’s hechten veel belang aan vrienden en brengen dus ook veel tijd door met hen. Het is logisch dat hun vrienden een centrale plaats krijgen in hun leven. Uit de reactie van vrienden leren ze hoe anderen hen ervaren zodat ze hun gedrag eventueel kunnen bijsturen. De vriendenkring bij aspi’s ziet er anders uit dan bij tito’s of keti’s. Er worden zowel jongens als meisjes in hun groep opgenomen en hun kennissennetwerk breidt uit. Tegelijkertijd verkleint hun intieme vriendenkring. Dat is het gevolg van bepaalde waarden en normen die aspi’s belangrijker gaan vinden. Een goede vriendschap is volgens hen gebaseerd op respect, gelijkwaardigheid en vertrouwen. Ook jij behoort tot hun vriendengroep. Aspi’s kijken naar je op en verliezen soms de grens tussen vriendschap en de relatie leiding-lid uit het oog. Er is natuurlijk ook het verhaal van de ‘verkeerde vrienden’. Aspi’s zitten in een fase waarin ze rijkelijk experimenteren op alle mogelijke vlakken. Dat betekent ook dat ze aftasten bij welke personen en groepen ze willen horen. En hoe je het ook draait of keert, ze zullen op een bepaald moment met drugs geconfronteerd worden. x TIPS: z Probeer open en eerlijk over drugs te praten met je aspi’s. Het is normaal dat ze willen experimenteren maar het is niet overbodig om over drugs en alcohol afspraken te maken. Je bent uiteindelijk verantwoordelijk voor je eigen gedrag en de manier waarop je optreedt tegenover ongewenst gedrag. z Alcopops en sterke drank zijn verboden voor -18-jarigen. Hetzelfde geldt voor bezit en gebruik van marihuana. Meer info vind je op www.chiro.be/drugs. z Vergeet bij je wervingsacties de aspi’s niet. Leden die ooit gestopt zijn, willen misschien wel terugkomen. Ze kunnen ook vrienden van op school aanspreken om bij de Chiro te komen. z Zoek een evenwicht tussen een goede vriend(in) van je aspi’s zijn en hun leiding zijn.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

39


Seksualiteit Relaties spelen een belangrijke rol bij aspi’s. Niets is zo leuk als kletsen over hun nieuwste lief of wie er met wie gekust heeft. Wees je ervan bewust dat er verschillen zijn tussen jongens en meisjes. Jongens gaan sneller op zoek naar seksuele intimiteit, terwijl meisjes dat meer koppelen aan liefde en engagement. Tegelijkertijd durven jongens vaker te bluffen over hun (seksuele) relaties en hebben meisjes meer behoefte om erover te praten. Jongeren twijfelen geregeld aan zichzelf en komen daar niet zomaar voor uit. Velen onder hen zitten met heel wat vragen en gaan op zoek naar wat seksualiteit voor hen kan betekenen. Voelen ze zich aangetrokken tot het andere geslacht? Is het normaal dat ze nog nooit een lief hebben gehad? Weet dat jongeren op zoek zijn naar hun eigen identiteit en daar bijbehorende geaardheid, maar ga er niet vanuit dat ze die zelf al aanvaarden of kenbaar maken. x TIPS: z Maak ruimte binnen je werking om relaties en seksualiteit aan bod te laten komen. z Vergeet niet dat je in vele gevallen een vertrouwenspersoon bent voor je aspi’s en zorg ervoor dat je een veilige omgeving creëert als je met hen over zulke gevoelige onderwerpen bespreekt. Ga zeker op hun vragen in, maar stel je grenzen: je bent geen sociaal assistent! z Wat met koppels binnen de aspiploeg? Praat erover met de betrokkenen en maak duidelijke afspraken. Relaties mogen heel erg belangrijk zijn voor aspi’s, maar ze mogen het ploegleven niet in de weg staan. 3. Uitdaging: Keuze en engagement z Aspi’s hebben vaak meerdere hobby’s. Die vragen allemaal een soort engagement, maar de aspi’s zijn nog niet bereid om te kiezen tussen hun bezigheden. Verwacht van je aspi’s dus niet te veel. Elke opgedrongen keuze zal weerstand creëren. Het is belangrijk dat je de aspi’s hun engagement voor hun Chirogroep zelf laat invullen. Natuurlijk zul je meer gedaan krijgen van je aspi’s als je een positieve dynamiek ontwikkelt. Methodieken, spelletjes en tips over preleidingsvorming vind je op www.chiro.be/alive. z Aspi’s kunnen heel wat betekenen voor de Chiro, en niet alleen omdat enkelen onder hen het volgend jaar leid(st)er worden. Aspi’s bepalen mee het imago van de groep. Ze zullen leiding worden en het aspi-jaar is bedoeld om hen hiervoor klaar te stomen. Dat wil niet zeggen dat je hen constant moet lastigvallen met preken over verantwoordelijkheid. Laat hen op een speelse manier kennismaken met ‘leiding zijn’ en verantwoordelijkheid opnemen. Laat hen bijvoorbeeld zelf eens in leiding staan, of een project uitwerken over enkele maanden. Besteedt niet enkel aandacht aan de keuze om leiding te worden, geef zeker en vast aandacht aan andere engagementen. Besteed niet enkel aandacht aan de keuze om leiding te worden, bespreek ook andere engagementen. z Probeer je aspi’s positief te stimuleren. Dat kan door een puur spelaanbod: hevige, toffe spelen waarin aspi’s zich kunnen laten gaan, maar ook ongedwongen samenzijn en lekker kletsen zijn belangrijk. z Je aspi’s overdonderen met de gevolgen van hun keuzes heeft vaak een negatief effect. Als je hen op een leuke manier informeert, komt het engagement wel vanzelf. x TIPS: z Aspi’s willen vooral aspi zijn. Ze willen uitgedaagd worden door iemand die zelf enthousiast kan spelen, knettergekke Chironamiddagen in elkaar kan steken en hen de momenten van hun leven bezorgt. z Daag hen uit en laat hen proeven van leiding zijn. Zorg voor leuke uitdagingen, zoals een Chironamiddag organiseren voor de tito’s’. Draai de rollen eens om en laat hen in de huid van aspileiding kruipen, terwijl de leiding nog eens kind kan zijn. z Luister naar je aspi’s en geef hen inspraak in het programma. z Steek samen met je aspi’s een themadag in elkaar. Laat hen beslissen over het thema en hoe ze het invullen. z Laat hen een spookslot in elkaar timmeren voor rakwi’s. Stimuleer je aspi’s om creatief aan de slag te gaan. z Doe eens een activiteit met een andere aspiploeg.

40

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


]foto: valerie vanderlooy[

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

41


Meer info? WERKEN IN AFDELINGEN Inspiratie gezocht voor je Chironamiddag? Dan kun je mosterd vinden in de spelendatabank op www.chiro.be/spelen, in de spelfiches van de Chiro die te koop zijn in De Banier, en in het aanbod van de afdelingscommissies. Die commissies organiseren elk jaar de Afdelingsboost, een vierdaagse onderdompeling in je afdeling. Van elke afdeling is er ook een afdelingsboek waarin leefwereld en begeleidingshouding uitgebreid besproken worden. Er staan ook een massa uitgewerkte activiteiten in. En naast de maandelijkse afdelingsartikels in het leidingsblad Dubbelpunt sturen de afdelingscommissies elk jaar een kant-en-klaar afdelingsspel op naar de leiding. Meer informatie over de afdelingen, de minimumleeftijd, figuurtjes en uitgaven vind je op www.chiro.be/afdelingen. ALIVE Aspi’s beleven hun laatste jaren als lid en worden klaargestoomd om leiding te worden. Een goede aspiwerking is dus belangrijk voor de continuïteit van je Chirogroep. Maar bij een leidingstekort is de aspiafdeling vaak de eerste die sneuvelt. Daarom is er Alive: een promocampagne om de aspi’s aspi te laten zijn. Lees de Alive-brochure op www.chiro.be/alive. Uitgewerkte methodieken en spelen om je aspi’s warm te maken voor het leidingschap vind je op www.chiro.be/preleidingsvorming. LEDENWERVING EN -BEHOUD Nieuwe speelclubbers gezocht? Of zoek je ook +12-jarigen? Hoe kun je meer leden werven? In de brochure ‘Gezocht: leden m/v’ vind je tal van creatieve wervingsacties en tips. Een groep waar de leden blijven komen, is veel aantrekkelijker voor nieuwe leden. Daarom krijg je ook over ‘leden houden’ heel wat ideeën aangereikt. Je kunt die brochure downloaden op www.chiro.be of aanvragen via info@chiro.be.

42

RIBBELS

SPEELCLUB

VOELEN

• ik-gericht • samen spelen = in dezelfde ruimte op zichzelf bezig zijn • geen echte vriendjes

• vriendschap wordt concreet en meer • kliekjesvorming bindend • populair zijn • hechtere vriendschap, maar ook • aandacht op zichzelf meer pestgroepjes

DENKEN

• veel fantasie • denken ongestructureerd • geen inlevingsvermogen

• • • •

LICHAAM

• levendig • onhandig • relatief snel moe

• levendig • speels • onhandig

• hevige speelkinderen • onvermoeibaar • vrolijk

UITDAGING

spelervaringen opdoen

leren samen spelen

(leren) groep vormen

ACTIVITEIT

• fantasiespel over trollen en dwergen • fantasie toegepast op de reële • korte afwisselende spelen wereld (politie, ridders,...) • traditionele spelen

• een begeleide tocht van 7 opdrachten • hevige spelen

FIGUURTJE

Rupsje Ribbel

Mazzel

Sjoepap

LIEDJE

Ze maakt zich dun, ze maakt zich dik, in ’t paars is ze in haar schik

Zondagmiddag zijn we daar Raar, maar waar

A actie allemaal aap

KLEUR

Paars

Geel

Groen

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

RAKWI’S

ondanks pril realisme nog veel fantasie • leergierig ontdekken • nieuwsgierig kennis breidt uit • ontdekken spelen = leren


7 km met

DIVERSITEIT Hoe speel je een tof bosspel met iemand in een rolstoel? Wat is er aan de hand met die tipper die ‘meer dan lastig’ is? Wat doe je met de rakker die nooit meegaat naar het zwembad, het pretpark of andere betalende activiteiten? Hoe krijg je allochtone kinderen in je groep? Komkommerin is de Chirobrochure waarin we proberen een antwoord te bieden op dat soort vragen over diversiteit en toegankelijkheid. Meer informatie over werken met kinderen en jongeren met een handicap vind je in de brochure ‘Anders gewoon, gewoon anders’. Heb je er ooit aan gedacht om vluchtelingenjongeren mee te nemen op bivak? Zeker doen! Het vraagt een beetje extra voorbereiding, maar de brochure ‘Vluchtelingen op bivak’ helpt je al een stap verder. VEILIGHEID Leren omgaan met risico’s is een deel van het opgroeien. Elk mogelijk risico vermijden is dus niet nodig, maar je moet wel proberen om risico’s in te schatten. Hou je activiteit zo veilig mogelijk en reageer gepast als er iets verkeerd loopt. Tips en wetgeving over onder andere veiligheid op tocht, over alcohol en drugs, vuur en water vind je in de veiligheidsfiches op www.chiro.be/info-voor-leiding/veiligheid. RELATIES EN SEKSUALITEIT Op www.chiro.be/seksualiteit staan links naar organisaties die je verder kunnen helpen op dit vlak. www.zindering.be is het aanspreekpunt voor vragen over seksualiteit en relaties binnen de Chiro. www.allesoverseks.be is een site van Sensoa, voor leiding en leden, met een antwoord op al je vragen over seks. ALCOHOL EN DRUGS Drugs en alcohol zijn aanwezig in Chirogroepen. Dat kan ook moeilijk anders: de Chiro is immers geen eiland. Al betekent dat niet dat je alles zomaar laat gebeuren. Maak met je groep afspraken over illegale soften harddrugs, over alcohol en roken. Meer informatie en werkvormen vind je op www.chiro.be/drugs en op www.drugsinbeweging.be.

TITO’S

KETI’S

ASPI’S

• idolen • spiegelen zich aan anderen • erbij horen

• nood aan zelfbevestiging • op zoek naar zichzelf • interesse voor het andere geslacht

• initiatief • nemen leven in eigen handen • verantwoordelijkheid dragen

• denkwereld verruimt • sterk beïnvloedbaar • twijfelen aan waarden

• kritisch • ongenuanceerd • wereldverbeteraar

• zoektocht naar levenswaarden • visie op mens en maatschappij • gevoelig voor onrecht

• lichaam in verandering • uiterlijk is belangrijk • onzekerheid

• sportief • hevig • onzekerheid over het lichaam

• voelen zich thuis in eigen lichaam • uiterlijk belangrijk: erbij horen • eigen beperktheden aanvaarden

zichzelf ontdekken

openheid

keuze & engagement

• een begeleide tocht van 12 km • een kerstfeestje door de week tijdens de vakantie

• een themaspel over muziek • op tocht met kaart en kompas, door de leden zelf te gebruiken

• samenwerkingsopdracht • 24 urenspel

Flamm & Spetter

Bo de bever

Freek de egel

Framboos da’s eerder roos

Houden niet van lauw, ’t is ofwel zon ofwel regen

Ploeg door de week

Rood

Blauw

Oranje

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

43


De leefregels

ring. Maar ja, iedereen moet e en veel geleuter op de vergade ussi disc e lang Ellen ren. erge de hele begeleidingsploeg Ik kan mij er soms aan ere en duidelijke leefregels waar held t: ltaa resu Het n. doe nen verantwoordelijkheid krijgen natuurlijk zijn zegje kun regels waarbij de deelnemers veel leef e rdig tvaa rech r maa nge achter kan staan. Stre goed nadenkt over de leefregels heid worden geplaatst. Ja, als je elijk oord ntw vera hun r voo ook en als het foutloopt dan niet slagen van de cursus. dragen ze duidelijk bij tot het al Bart, begeleider SB Antwerpen

44

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


Begeleidingshouding Wanneer er iets gebeurt, zal het van je persoonlijkheid en van de situatie afhangen of je reageert en wat je gaat doen. Als een rakker in een boom klimt, hangt het van je waarden af hoe je zult reageren: vind je de behendigheid en lenigheid belangrijk en vind je dat kinderen zelf moeten ontdekken wat gevaarlijk is, dan is de kans groot dat je die rakker in die boom laat klimmen. Vind je anderzijds dat jouw taak als leiding erin bestaat om de kinderen ‘s avonds veilig en gezond weer af te leveren, dan is de kans groot dat je die rakker uit de boom haalt. Staat die boom aan de rand van een afgrond van 10 meter diep, dan zul je je in elk geval haasten om op te treden. Die redenering kan je toepassen op alle gedragingen van de kinderen van je afdeling. Waarschijnlijk heb je al gemerkt dat je anders reageert naargelang voor wie een bepaald gedrag een probleem is. Heb jij als begeleiding een probleem met het gedrag van één van de kinderen (of iemand van je medeleiding), heeft die ander een probleem of hebben jullie samen een probleem? Wanneer jij een bepaald gedrag als een probleem aanvoelt (bijvoorbeeld die rakker die in een boom kruipt), dan is het belangrijk dat je duidelijk aangeeft wat je problematisch vindt, welk gedrag je stoort. Misschien denkt die rakker, wanneer je hem toeroept om uit de boom te komen, dat jullie met de afdeling weggaan. Zo denkt hij dat hij niets ‘verkeerds’ gedaan heeft. Het resultaat kan zijn dat hij 5 minuten later weer in die boom zit terwijl jij denkt dat hij nu toch begrepen moet hebben dat hij uit die boom moet blijven omdat het gevaarlijk is. Wanneer de ander een probleem heeft, zoals een tiptien die net voor de werking ruzie gemaakt heeft met haar ouders, dan kun je de situatie het beste benaderen door echt te luisteren wat het probleem is. Misschien snauwt ze haar vriendinnen af terwijl ze eigenlijk niet kwaad is op hen maar op haar ouders. Het kan ook gebeuren dat de situatie voor beide partijen een probleem vormt. Jij wilt als leiding bijvoorbeeld een bosspel spelen terwijl de aspi’s eerder een binnenspel verkiezen. Je kunt dan nagaan wat voor beide partijen het echte probleem is. Het zou kunnen dat die aspi’s wel een bosspel willen spelen, maar dat ze niet de gepaste kleren bij hebben. Samen mogelijke oplossingen bedenken kan een mogelijke volgende stap zijn (ander spel spelen, kleren gaan halen, een ander spel spelen in het bos,…). De volgende principes kunnen je helpen om situaties op te lossen die jij of een ander als problematisch ervaart: x Wees altijd eerlijk. Ben je boos, dan mogen de speelclubbers dat weten. Heb je een fout gemaakt, geef die dan ook toe. Weet jij iets niet, zeg dat dan ook. x Wees consequent. Niets is moeilijker voor een kind om te begrijpen dan wanneer op een bepaald moment iets mag en op een ander moment niet, of dat de ene speelclubber iets mag en de andere niet. Moet je een onderscheid maken, bijvoorbeeld omdat één speelclubber ziek is en de andere niet, leg dat dan uit. x Als je een regel oplegt, motiveer dan telkens waarom je dat doet. Leg bijvoorbeeld uit waarom het ’s avonds op bivak stil moet zijn op de slaapkamer. Een regel opleggen met een drogreden als motivering, roept erom om overtreden te worden. x Als je een bepaald gedrag problematisch vindt, wacht dan niet met optreden en grijp onmiddellijk in. Als het op bivak ’s avonds stil moet zijn op de slaapkamer, laat dan die topper niet een half uur praten om hem er dan op te wijzen dat hij moet zwijgen. Hij zal namelijk niet begrijpen waarom hij een half uur mocht praten en nu plots niet meer. x Straf zo weinig mogelijk. Straffen is een teken dat je als begeleiding de situatie niet op een constructieve manier kan oplossen en daarom jouw wil oplegt. Als je dan toch straft, pas dan geen lijfstraffen toe en zoek een zinvolle straf. Zorg er ook voor dat je straf niet als een beloning overkomt. Als een kwik niet wil meespelen en je stuurt haar naar het lokaal, dan kan het dat dit net is

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

45


wat de kwik wou, namelijk binnen spelen. Het resultaat zal zijn dat ze in het vervolg ook buiten niet zal meespelen als ze binnen wil spelen, omdat ze weet dat ze voor dat gedrag door de begeleiding naar binnen gestuurd zal worden.

Hoe reageer je op moeilijk gedrag? Goede begeleidingshouding x Blijf positief contact houden, schuif een kind na een paar moeilijke situaties niet aan de kant. x Wees zelf enthousiast en probeer dat ook af te stralen op de kinderen. x Wees duidelijk en consequent en geef voldoende structuur. Op die manier geef je de kinderen de veiligheid die velen nodig hebben. De kinderen moeten duidelijk weten waar de grens ligt omdat ze die zelf moeilijk kunnen inschatten. Bovendien moeten kinderen leren omgaan met gezag. x Als je een kind aanspreekt, maak dan telkens het onderscheid tussen gedrag en wie hij of zij als persoon is. Als een kind iets doms doet, zeg dan iets in de trant van: “Wat je net deed, was niet erg slim, hé.” Vermijd uitspraken als: “Dommerik, ziede gij dat dan ni!” x Wees voorzichtig met dreigen en beloftes. Zeg nooit iets wat je niet kunt waarmaken. x Maak goede afspraken met je medebegeleiding en zorg dat je op dezelfde lijn staat. Dat maakt het erg duidelijk voor de kinderen. Zorg er ook voor dat het niet telkens dezelfde leid(st)er is die met hen bezig is en conflictsituaties moet oplossen. Kinderen hebben snel de neiging te denken in ‘goed’ en ‘slecht’. x Wees voorzichtig met wat je zegt. Met “Doe je dat thuis ook?” kun je iets veroordelen wat voor een kind vanzelfsprekend is. x Verantwoordelijkheid geven is een handig hulpje om kinderen positief te benaderen. x Humor! Dit kan een heel handig hulpje zijn om een moeilijk moment te doen draaien zonder dat het kind daarbij gezichtsverlies lijdt. Het kind uitlachen is echter een brug te ver! x Geef ik-boodschappen. Zinnen die starten met ‘ik vind…’ of ‘ik denk…’ zijn minder aanvallend. x Maar de beste manier om moeilijk gedrag te voorkomen is en blijft: leuke activiteiten. Als kinderen zich vervelen of dikwijls dezelfde spelletjes spelen, zullen ze ‘opstandig’ worden, wat door de leiding gezien wordt als ‘moeilijk gedrag’. Natuurlijk is niet elk moeilijk gedrag terug te brengen tot minder goede activiteiten. Straffen x Een kind moeten weten waarvoor het is gestraft. Zorg daarom dat de straf zo snel mogelijk op het negatieve gedrag volgt. Wees echter ook niet te impulsief, want dan gebeuren er wel eens domme dingen. x De straf moet in verhouding zijn tot het feit. x Vermijd vernederende straffen en lijfstraffen, dat is niet meer van deze tijd en heeft dikwijls een omgekeerd effect. x Op bivak of in de lokalen kan er een afkoelplekje worden voorzien (klinkt minder negatief dan strafhoekje). Op zo’n plaats moet het kind tot rust kunnen komen. x Word nooit zelf agressief en blijf in alle omstandigheden kalm. Voel je dat het niet lukt, laat iemand anders dan van je overnemen. x Rond een straf af en doe een babbeltje met het kind. Op die manier herstel je het contact. Ook hier kan humor een belangrijke rol spelen! x Ga na of het kind weet wat het verkeerd heeft gedaan. x Vergeet niet naar hun versie van de feiten te vragen. x Probeer de straf zoveel mogelijk te geven met betrekking tot het te bestraffen feit: iets schilderen = het weer proper krijgen; lokaal overhoop gooien = lokaal opruimen. x Ga nooit opbieden in een straf. Vaak weigeren jongeren om meteen je boodschap te begrijpen en dagen ze je verder uit. Speel dit spelletje niet mee en blijf bij de oorspronkelijke strafmaat. x Let op met groepsstraffen: het kweekt bij leden nogal dikwijls een solidariteitsgevoel tegen jou. Ze

46

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


zullen steun zoeken bij elkaar om weer ietsanders uit te spoken. x Als een jongere een straf verwacht, is het soms zinvoller geen straf te geven. Door de onverwachte reactie van de leid(st)er kan de bereidwilligheid stijgen om serieus na te denken over de fout. Hoe onverwachter de reactie, hoe beter het effect. x Gebruik straf nooit als een persoonlijke krachtproef. Laat straf niet overkomen als jouw zet in een sfeer van strijd. Dus niet van: “We zullen hier eens tonen wie de sterkste is.” Kies liever voor een aanpak van: “Het is jammer dat we met jou niet op een redelijke manier kunnen omgaan.” x Straffen vereist ook dat je informatie doorspeelt aan de andere leid(st)ers. Belonen x Verantwoordelijkheid geven is een handig hulpje om kinderen positief te benaderen. x Je moet sterk je waardering laten voelen als ze iets goeds doen: een schouderklopje, een glimlach, een aanmoediging. x Benoem het gedrag dat je waardeert. Zeg het kind wat het goed heeft gedaan. x Gebruik ook hier ik-boodschappen: “Ik vind het tof dat jij in dit spel zo goed hebt meegewerkt.” Structuur Als je kinderen structuur aanbiedt, geeft hen dat veiligheid. Als iets voorspelbaar is, voel je je beter op je gemak. Dat is bij kinderen zeker het geval. Als je hen duidelijkheid geeft over wat komt, zullen ze dikwijls rustiger zijn en zullen ze kunnen genieten van de dingen die nu gebeuren en al zitten denken over wat er hierna allemaal zal gebeuren. Ook zo zul je moeilijk gedrag voor een stukje kunnen voorkomen.

l toffe momendat het niet mijn laatste was). Hee mijn eerste SB (later zal blijken g, ploe ings leid de in jaar te Mijn eers ven is dit: maar wat er mij vooral is bijgeble ten, toffe sfeer, Chiro op en top, ier in de den nogal op een vreemde man iets speciaal gebeuren. Wij wor wel dus zal er nd, op handen en en avo ste zett te laat er Het is de ken en de tocht verd ter worden wij verplicht ons te buk duis het In promotunt. een ods ral gelo l voo zaa nel te vierkan pen. Blijkt die tun ten wij in een ‘rataplantunnel’ krui moe ent ware het mom het aald als bep zie en een uit Op knieën. Ik kom de tunnel n (jaja, in Dourbes – aug. 1997). apla Rat e dat, ik end van r tkom eers mee r de r late voo wil Ik nel te zijn vind het leuk, I like it! elijk. Chiro is echt mijn ding. Ik duid iets mij er en… dt alez wor s Sing e Plot licht (!?). meer dan alleen maar onz en doen binnen de Chiro, ik wil wil nog mee op SB, ik wil nog ding in de Chiro ben ik gelukkig dat ik die dingen dat ik net uit de tunnel kwam, dan ent mom er te het verd aan om nk et gde gez teru aan Als ik nu onder andere toe Mijn SB als deelnemer heeft er mij n). doe tunkan die r nog doo e (en n tijdj doe een nen nog heb kun ogroep. Ik hoop muurtje van mijn plaatselijke Chir dat r n’ ove lete net vers en, ad kijk dra te den er op verd ‘tot doen en dat mijn Chiroshort echt aan het einde kom, weet ik ik als pas t wan n, lope nen kun nel te zal zijn. Bernd, begeleider SB Heuvelland

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

47


Leidingsploeg Chiro als manier van leven is een virus dat al doende wordt doorgegeven. Hoe overdraagbaar een virus ook is, de omstandigheden waarin het zich kan verplaatsen, spelen een belangrijke rol. Ploeg vormen is hierbij levensnoodzakelijk. Dat gebeurt op de wekelijkse leidingskring. Daar wordt met gedeelde verantwoordelijkheid gewerkt aan de afdelingswerking, het groepsleven, de contacten naar buiten toe,… Ideeën worden er uitgewisseld. Door effectief samen te werken aan een project, bivak of groepsfeest, leer je ook samenwerken. Soms trekt de groepsleiding zich bewust even terug om de jongere leiding de kans te geven om verantwoordelijkheid te leren dragen. Ploeg vormen gebeurt ook via een stevige babbel, een geweldig ploegspel of een evaluatie van een activiteit. “Waarom willen jonge mensen nog altijd aan Chiro doen? Hoe is de thuissituatie? Hoe loopt het op school of op het werk? Waarom verkiest leiding het bivak boven een luxueuze reis?” Dergelijke gesprekken bevorderen het samenwerken en de ploegvorming. Veel voorkomende problemen in leidingsploegen zijn roddels, wrijvingen omwille van dingen die niet gezegd durven worden, ruzie omwille van kritiek die slecht gegeven wordt, angst om dingen te zeggen,...

Wat kun je doen om zulke problemen te voorkomen? Als iemand iets wil zeggen tegen een ander is de manier waarop heel belangrijk. Kritiek geven op/aan elkaar kan (moet), maar op een opbouwende en positieve manier. Afbrekende en opbouwende kritiek Mensen kunnen kritiek geven die vernederend en negatief is, die de persoon waartegen ze gericht is geen ruimte geeft om ermee om te gaan. Als je te horen krijgt dat je degoutant bent, dat je een slechte leid(st)er bent of dat je te lomp bent om te helpen donderen, dan zou je voor minder je niet goed voelen in de groep, tranen laten, kwaad worden, ruzie hebben, enz. Het kan echter ook anders: “Als ik je een tip mag geven…”, “Klopt het als ik het gevoel heb dat ...” Waarom opbouwende kritiek? x Om spanningen te vermijden x Om het sneeuwbaleffect van spanningen te vermijden x Om achterklap en roddels te vermijden x Om druppels die de emmer doen overlopen te vermijden x Ook om een beter zicht te krijgen op jezelf x Ook om jezelf te verbeteren x Ook om onderlinge relaties te verbeteren Wat is hierin heel belangrijk? Eerlijkheid Hoe eerlijk mag/kun je zijn? Mag je alles zeggen zoals jij het denkt/aanvoelt? Kun je iemand echt kwetsen door gewoon eerlijk te zijn? Wat als iemand de ‘waarheid’ niet aankan? De manier waarop mensen eerlijk zijn, is heel belangrijk. Het moet altijd gekaderd zijn, ruimte blijven geven voor de betrokken persoon. Maar halve waarheden of verbloemingen zijn ook niet altijd even constructief. Bewust hiermee omgaan en proberen in te schatten wat de gevolgen kunnen zijn, is hierin een aangewezen weg. Geef je kritiek altijd in vraagvorm Zo val je de persoon niet aan. Je laat hem of haar de vrijheid om erop te antwoorden. Je zet hem of haar niet voor een voldongen feit dat voor jou waarheid is, maar je durft jouw visie ter correctie voor48

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


leggen. Zo zet je hem of haar mee aan het denken of jouw visie inderdaad klopt. Iemand aanvallen roept een tegenaanval uit of defensief gedrag. Het nodigt niet uit tot gesprek, het laat geen kans voor achtergrondinformatie. Voorbeeld FOUT: Jaloerse trut! JUIST: Jij kan zelf zoveel, waarom ben je dan jaloers op mij? FOUT: Jij doet nooit niks. ‘t Zijn altijd anderen die alles moeten doen. JUIST: Hoe komt het dat jij soms weinig geïnteresseerd overkomt en dat je weinig taken wil/durft opnemen? Voeg altijd iets positiefs bij je negatieve opmerking Je geeft een stuk vertrouwen mee. Je laat merken dat je de persoon waardeert voor andere dingen. Je laat merken dat je het positief wilt houden en niet wilt vervallen in zinloze, afbrekende discussies die van kwaad naar erger gaan. En positieve dingen vertellen over iemand anders gebeurt al weinig genoeg. Dikwijls kunnen we enkel maar kritiek geven. Voorbeeld FOUT: Gij zijt ne meeloper JUIST: Ik snap jou niet goed. Je hebt zelf zo’n goeie ideeën en toch laat je je doen door iemand die, wat mij betreft, niets interessants te vertellen heeft.

een mu, dan was het oon toneeltje w ge n tie, een ee ta t en he int-pres er was ders: de ene ke n foto-Powerpo an ee d p, tij naar huis ra al n ën en ee ee ar e, mijn SB w een pak id o-opnam et de op m vi es k n kj oo ee tu , n el as da sp je na het De them . Ik ging himmen neeltje of dans gment, een sc niet bedenken to k ra e sf ge en id t zo lu t he ge t he n he nt t sical, ee was da luid,… Je ku Andere jaren etch zonder ge g anders uit. di lle vo dansje, een sk er t es fe et ons groeps chkes. en sindsdien zi riatie in de sket va r ee m el ve er t zi nu , re ande ster SB Leuven

Leen, deelneem

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

49


Chirovisie Chiro, waar staan we voor? Chiro is meer dan de wekelijkse activiteit, voor ons is het een manier van leven. We vatten onze Chirodroom samen in drie waarden: graag zien, rechtvaardigheid en innerlijkheid. Ieder van ons verdient het om graag gezien te worden. Pas als je graag gezien wordt, kun je jouw talenten en mogelijkheden ontplooien. Die kansen willen wij in de Chiro zeker bieden! Met de waarde innerlijkheid gaan we in tegen oppervlakkig leven en consumeren. We maken bewuste en doordachte keuzes en durven nadenken over wat ons ten diepste beweegt om aan Chiro te doen. Dat stilstaan maakt ons weerbaar en sterk om onze dromen concreet te maken. We komen op voor een rechtvaardige samenleving waar aan iedereen eerlijke kansen worden geboden. Zolang dit niet kan en er mensen uitgesloten worden, komen we als Chiro op voor diegenen die uit de boot dreigen te vallen.

Hoe willen we dat realiseren? Op een speelse en actieve manier zoeken wij samen met kinderen en jongeren hoe het anders kan. Hiervoor hebben we geen gewichtige woorden nodig, we beleven het elke week in ontelbare kleine details die van een gewone spelnamiddag een echte Chiroactiviteit maken. Liever dan erover te praten, laten we kinderen en jongeren erváren wat Chiro betekent. We geven het intuïtieve een belangrijke plaats. Een plaatselijke Chirogroep is meer dan de optelsom van de verschillende afdelingen en de leidingsploeg: plaatselijke Chirogroepen vormen een gemeenschap waar klein en groot hun plaats in kunnen vinden. We werken meestal leeftijdsgericht maar kiezen uitdrukkelijk voor groepsmomenten waar we verantwoordelijkheid dragen ten opzichte van elkaar. Tenslotte vormt een Chirogroep ook geen eilandje, maar maakt ze deel uit van een groter geheel. Chiro wordt door de (plaatselijke) gemeenschap ondersteund, maar wil anderzijds ook engagementen tegenover die gemeenschap opnemen. Wij zijn een oefenterrein waar jonge mensen de kans krijgen verantwoordelijkheid op te nemen als leid(st)er, maar waar ook leden inspraak hebben en ieders mening wordt gehoord. Zit dit alles al in een wekelijkse Chironamiddag, het hoogtepunt van het jaar is zeker het bivak dat de Chirogroepen organiseren tijdens de grote vakantie. Zo’n bivak vraagt een intense voorbereiding van de leidingsploeg, maar ook van de verschillende afdelingen. Er wordt op bivak samen geleefd, gewerkt, gelachen, gebabbeld, op- en afgebouwd, ruzie gemaakt en ook weer bijgelegd. De Chirobivakken vormen minimaatschappijtjes die in samenspraak met en met respect voor de omgeving aan hun Chirodroom bouwen. In de bijlagen vind je de Chirovisie op allerlei thema’s.

50

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


Netwerk en Chirostructuur Netwerk en Chirostructuur zijn magische woorden waar ook in Chirokringen mee gegoocheld wordt. Maar wat betekent nu een netwerk uitbouwen of in stand houden? Welke voor- en nadelen zijn er verbonden aan een uitgebreid netwerk? Ouders voelen zich betrokken, oud-leiding heeft bij jullie een stukje jeugd verloren, de parochie is trots op de beweging en verwachten er heel wat van. Plaatselijk actiecomités kennen Chiromensen. De politici zijn zich ‘te gepasten tijde’ bewust van het goede werk van de leiding. De Chiro voelt zich verbonden met andere jeugdbewegingen en de bevriende Chirogroepen zien we regelmatig op activiteiten van gewestploegen of op initiatieven van het verbond. Eén grote Chirofamilie dus. Die Chirofamilie vraagt vaak heel wat aandacht en soms is het zelfs zo dat familieleden hulp nodig hebben. Ze hopen dan dat ze kunnen rekenen op de Chiro. En familie – zo gaat dat – wil zo nu en dan ook eens zeggen wat ze ervan denken: coachen, raad geven, feedback. En er is geen enkele familie, ook de Chirofamilie niet, waar het windstil is. Soms wil je je netwerkpartner het liefst negeren of er eens goed tegen roepen. Verheerlijken en doodknuffelen zijn soms ook wel mogelijk, al gaat het dan meestal eerder over Liesbeth van de naburige meisjesgroep dan over Rita van de KAV. Wie dat netwerk echter goed verzorgt (en dat hoeft niet altijd veel energie te kosten, een lieve lach en een welgemeende ‘bedankt’ doen wonderen) zal zien dat je familie ook heel wat voor jou overheeft en onverwachts een grote steun kan zijn als het even wat moeilijk gaat. Dat je daarom blindelings in moet gaan op alle vragen die op je groep afkomen, is natuurlijk nonsens. Overweeg telkens goed wat jouw groep en leidingsploeg aankan. Je hoofdbezigheid moet altijd ‘spelen met kinderen’ blijven en daar mogen driehonderd opdienbeurten of mosselfestijnen, tweeduizend foldertjes die in bussen moeten verzeilen en elf en een half 11.11.11-acties niets aan veranderen.

Chirostructuur Chiro is de grootste Vlaamse jeugdbeweging, met bijna 1000 plaatselijke groepen en ongeveer 95000 leden. Het is een beweging die meer is dan een losse verzameling van groepen en individuen. Het is een kleurige mengelmoes van kinderen en jongeren die vanuit eenzelfde inspiratie eenzelfde doel voor ogen hebben en die zich Chiro noemen. Gelukkig voelen groepen zich dan ook gesteund door een aantal geledingen en mensen die vrijwillig of beroepsmatig een handje toesteken. Als Chirogroep kun je namelijk rekenen op de inzet van 73 gewesten, 10 verbonden, 5 regionale secretariaten en een nationaal secretariaat. Die hele structuur is opgebouwd om een degelijk contact en doorstroming tussen nationaal en de plaatselijk groep mogelijk te maken. Naast praktische ondersteuning worden er een pak vormingsinitiatieven aangeboden. Zo organiseren de gewesten groepsleidingsbijeenkomsten, vormingsavonden voor leiding, ledeninitiatieven en de Inleidingscursus. Naast die vormingscursussen is er het lijfblad voor elke Chiroleider en -leidster: Dubbelpunt. Het is ons informatiekanaal. Het geeft dan ook aan iedereen de kans om voeling te behouden met de ‘grote Chiro’. Het is ook een open blad, van en voor Chiroleiding. Iedereen krijgt de kans om zijn of haar mening te ventileren. Zo moet Dubbelpunt herkenbaar blijven. Het moet niet altijd het ideale beeld zijn dat voorgeschoteld wordt. Dubbelpunt zal vooral leidingsmensen uitdagen en aanzetten om elke week goeie Chirowerking te verzorgen.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

51


Netwerk Naast de Chirostructuur is er nog een heel netwerk. Als leidingsploeg kom je met veel mensen en organisaties in contact. x De oud-leiding zal af en toe kritiek geven of vragen stellen. Waarschijnlijk zullen ze ook wel eens een handje toesteken. x Veel lokalen zijn eigendom van de parochie en daar moet je dan ook rekening mee houden. x Met naburige verenigingen ga je soms overleggen en kun je gezamenlijk iets organiseren. x Via subsidies probeert de gemeente onze werking te steunen. Vaak zijn dat ingewikkelde regelingen waar je je weg in moet vinden. Ze kunnen ook materiaal uitlenen voor speciale activiteiten. Al die maatregelen zijn opgenomen in het gemeentelijk jeugdwerkbeleidsplan. x In de plaatselijke school ga je leden werven. x De KAV of het CMBV of nog andere volwassenenbewegingen willen samen met een Chirogroep een gezinsdag organiseren. x Enkele ouders hebben zich verenigd met de bedoeling de leidingsploeg te ondersteunen bij de verbouwing van het heem.

wel t is een fantastisch (ook loeg te gaan wekken. Da gsp idin ele beg zo lige – tal rm vol ens met de ordert de sfeer eno We kiezen ervoor om telk als 1 ploeg zien. Het bev rs de deelnemers ons echt ij arb wa nt, ts aan, zodat de deelneme me toe mo ige eps pijnlijk ;-)) gro en er altijd een grapp gev we en – n ake ger te uit ons bed samen lekker afzien om teen in zit. stappen en de sfeer er me bed uit n bee met het goede ven

Nele, begeleidster SB Leu

52

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


METHODIEKEN In dit deel geven we uitgewerkte methodieken mee om de doelstellingen van de IK te bereiken. Je mag natuurlijk je eigen methodieken blijven gebruiken, maar toets ze vooraf aan de doelstellingen.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

53


Vorig jaar was ik algemeen begelei der van het paas lei was nog vrij. M -SB. Voor het eerst ijn zenuwen stond in jaren zat ons SB en redelijk gespan het programma. ei-vol. Geen bed nen. De eerste av Zo konden we met in De Kaond stond er al m de begeleiding al bleem: we hadden eteen een zangsto direct zien ‘welk vle niet echt veel muz nde op es we in de kuip ha ikaal zangtalent Enfin, Kevin en Cr dden.’ Het enige in onze begeleidi istel leidden de za prongsploeg… Gelu ngstonde en ze ga kkig wel veel enth bekende meezinge ven er een soort fe ou rs van Bart Kaëll to sia sme. stivaldraai aan: Ch t de M-Kids. Amaai, nog nooi iroliedjes afgewiss t zoveel ambiance eld met m eegemaakt op de avond was. Miss eerste dag van ee chien zelfs teveel n cursus! Het leek ambiance: tijdens ruime repertoire wel alsof het de la de laver bleven de zingen en schree atste de elnemers zelf num uw en . Ook tijdens het beloofde voor de mers uit hun blijk slotmoment was nachtrust. ba ar de groep niet echt Toen we na dat slo rustig te krijgen – tmoment met de dat be geleidingsploeg sa allemaal nog moe men zaten om de ilijke momenten volgende dag te ov die avond. Zoveel kamers? erlopen, vreesden volk, zoveel ambi we ance, hoe gaan we Toen we echter te he t oo it stil krijgen op de rugkeerden in de gr ot e zaal (het was no babbelen. De an g niet eens zo laat dere deelnemers ) zat er nog een m waren al naar de Iedereen sliep! an of 10 heel rusti kamers. Een korte g te ronde leerde dat het overal perfect Het ‘vlees in de ku stil was. ip’ bleek van uitzo nderlijke kwaliteit en een fantastisch SB was begonnen Pieter, algemeen ! begeleider SB Lim burg

54

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


GROEILIJN

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Groeilijn: rooster invullen [

55


ten. In onze Chiroijfeld de wekmomen tw ge on n zij SB op pakt hebben Hier op SB maakte je die mij het meest ge nzelf wakker wordt. va ten en en ere om ied sm t ep da zo gro De amen melden dat liedje keihard leiders die dolblij kw on elke morgen een ge wo be , ge j en wi uw ten vro zet ets ep po gro was, en last but not eed als kwade t het een brandalarm de begeleiding verkl da e: t ch me s da lle en na ere va r ied hte ec etje vergeten dat het sirene waarvan nt en deed mij een be (NOT!), een keiharde d za ha ple d s uw wa e ee tst sn ge laa t he ge. Vooral die rwen-gezichtsmassa least een heerlijke ve bedankt. x 01 voorbij was. 10 fantastische SB bijna ssel

Bru Elke, deelneemster SB

56

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Groeilijn: rooster invullen [


Afdelingswerking GROEILIJN: ROOSTER INVULLEN DOELSTELLING x Deelnemers maken kennis met de leeftijdsgebonden leefwereld van alle afdelingen. x Deelnemers leren welke soorten activiteiten voor welke afdeling geschikt zijn. (Deze doelstelling komt in deze methodiek minder aan bod.) x Deelnemers denken na over de voordelen om bepaalde activiteiten voor te behouden voor specifieke afdelingen, zelfs als die niet onmiddellijk leeftijdsgebonden is. (Uitdagingen en variatie aanbieden gedurende een aantal Chirojaren.) x Deelnemers zijn zich bewust van het belang van een aspiploeg. x Deelnemers maken kennis met de afdelingsfiguurtjes, -liedjes, -voorwerpen, -uitgaven en -kleuren

MATERIAAL x Voor elke leefgroep een leeg schema van de groeilijn x Voor elke leefgroep alle vakjes uit het schema op kaartjes die in het schema passen x Voor elke leefgroep een ingevuld schema x Velcro-plakband of papiertape (waarmee je de kaartjes in het schema kunt hangen en verplaatsen) x Materiaal voor de afdelingsspelen x Voor alle deelnemers 2 kaartjes met “lichaam” op, 2 kaartjes met “voelen” en 2 kaartjes met “denken”. x Balpennen x 5 papieren in de afdelingskleuren

DUUR 2 uur

PRAKTISCHE UITWERKING Stap 1 Alle leefgroepen krijgen een leeg schema (zie bijlage) en alle kaartjes om het te kunnen invullen. Daarna krijgen ze vijf minuten de tijd om de kaartjes op de juiste plaats te plakken. De begeleiding telt de kaartjes die juist hangen, maar ze vertellen er niet bij welke kaartjes het zijn. De score wordt genoteerd.

Stap 2 De leefgroepen krijgen nu de kans om per afdeling te weten te komen hoeveel kaartjes ze juist hebben gekleefd. Verspreid over het terrein kunnen ze typische afdelingsspelen gaan doen. Voor elke afdeling is er een begeleid(st)er die een spel aanbiedt. (zie verder). Als de leefgroep het spel heeft gespeeld, zegt de begeleid(st)er hoeveel kaartjes er in hun schema bij die afdeling juist hangen. Na elk spel mogen de groepen hun schema aanpassen. Tip: Als je stap 2 gelijktijdig wil afronden in alle leefgroepen, kun je best met een signaal werken om door te schuiven.

Stap 3 Als alle leefgroepen bij elke afdeling gepasseerd zijn, en ze hun schema aangepast hebben, krijgen ze van de begeleiding opnieuw een score voor het aantal kaartjes dat juist hangt. Die score wordt bij de ] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Groeilijn: rooster invullen [

57


score uit stap 1 geteld. De leefgroep met de meeste punten wint.

Stap 4 De leefgroepbegeleiding stelt het juiste schema voor. Bij de fouten die de leefgroep in hun schema maakte, kunnen ze een beetje uitleg geven.

Stap 5 Elke deelnemer krijgt 6 kaartjes: 2 met “lichaam” op, 2 met “voelen” en 2 met “denken”. De begeleiding schrijft alle afdelingsspelen uit stap 2 op een papier in de juiste afdelingskleur. Dan stelt hij of zij de vraag: “Waarom zijn die spelen geschikt voor die afdelingen?” Iedereen denkt er individueel over na. Als ze argumenten hebben die ze kunnen linken met een kaartje “lichaam”, “voelen” of “denken”, schrijven ze die op het kaartje en leggen ze het bij één van de vijf spelen. Daarna overloop je alle kaartjes per afdeling.

Stap 6 Tot slot kun je als begeleiding nog enkele vragen stellen waar je nog verder over kunt palaveren in de leefgroep. x Sta je bij het opmaken van een activiteiten stil bij de kenmerken van de leeftijd van je leden? x Zijn er activiteiten die jullie voorbehouden voor bepaalde afdelingen? (Bijvoorbeeld: enkel aspi’s mogen op tweedaagse, rakwi’s spelen nog geen vertrouwensspelen,…) x Hoe wordt er bij jullie omgegaan met ‘spelen’ en ‘leeftijd’? Hebben jullie daarover afspraken in de leidingsploeg? Wordt daar wel eens over gediscussieerd in de leidingsploeg? x Welke leeftijd spreekt jou het meest aan? Waarom? x Voor welke leeftijd vind je het moeilijk om geschikte activiteiten te vinden? x Vind je de keuze van een afdeling het belangrijkste bij een leidingsverdeling? x Welke afdeling vind je het belangrijkste? Zijn aspi’s de toekomst van jullie Chirogroep?

dden we een 2 lavers. Vorig SB ha of 1 bij ers em eln de de ant aan entertainment voor et nummertjes verw we soms voor extra de begeleiding (m n en rg aa t zo dden... ur SB ha be op de zin s t on he die Bij . Eerst was deelnemers lede playbackavond g gelegenheid voor ek no k ing a oo er em s th t wa he na in nages), daar ifiek voor de perso het thema en spec rd! Ambiance verzeke Peter, begeleider SB

Reinaert

✂→ 58

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Groeilijn: rooster invullen [


] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Groeilijn: rooster invullen [

59

DENKEN

A actie allemaal aap

Zondagmiddag zijn wij daar, raar, maar waar

FIGUURTJE

LIEDJE Jas

Sjoepap

Rupsje Ribbel/Mazzel

ACTIVITEIT

Stoel

x Een begeleide tocht met opdrachten van 7 km x Hevige spelen

x Een fantasiespel over dwergen en trollen x Traditionele spelen (tikkertje/verstoppertje)

VOORWERP

Samen spelen

Ervaringen opdoen

CENTRALE OPROEP

LICHAAM

x Leergierig x Nieuwsgierig x ontdekken

x Veel fantasie x Ontdekken x Kennis breidt uit

VOELEN

x Hevige speelkinderen x Onvermoeibaar x Vrolijk

x Kliekjesvorming x Populair zijn x Aandacht op zichzelf

x Ik-gericht x Nood aan veel aandacht x Geen echte vriendjes

x Levendig x Speels x Onhandig

RAKWI

SPEELCLUB

zeil

Framboos da’s eerder roos

Flamm & Spetter

x Een begeleide tocht van 12 km x Een kerstfeestje door de week tijdens de vakantie

Zichzelf ontdekken

x Lichaam in verandering x Uiterlijk is belangrijk x Onzekerheid

x Denkwereld verruimt x Sterk beïnvloedbaar x Twijfelen aan waarden

x Idolen x Spiegelt zich aan anderen x Erbij horen

TITO

Hangmat

Houden niet van lauw, ’t is ofwel zon, ofwel regen

Bad

Ploeg door de week

Freek de Egel

x Samenwerkingsopdracht x 24-urenspel

x Een themaspel rond muziek x Op tocht met kaart en kompas, door leden zelf te gebruiken Bo de Bever

Keuze & engagement

Openheid

x Sportief x Hevige spelen x Onzekerheid bij het lichaam

x Voelen zich thuis in eigen lichaam x Uiterlijk belangrijk: erbij horen x Eigen beperktheden aanvaarden

x Zoektocht naar levenswaarden x Visie op mens en maatschappij x Gevoelig voor onrecht

x Initiatief x Nemen eigen leven in handen x Verantwoordelijkheid dragen

x Nood aan zelfbevestiging x Op zoek naar zichzelf x Interesse voor andere geslacht

x Kritisch x Ongenuanceerd x Wereldverbeteraar

ASPI

KETI


VOELEN

DENKEN

LICHAAM

CENTRALE OPROEP

ACTIVITEIT FIGUURTJE LIEDJE VOORWERP

SPEELCLUB

RAKWI

TITO

KETI

ASPI

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Groeilijn: rooster invullen [

60


SPELSUGGESTIES UIT DE AFDELINGSUITGAVEN

x Speelclubactiviteit: ‘Kleren van de koning’-estafette Hoe is een waardige koning aangekleed? Een kroon, een koningskleed en -mantel, een koningsscepter en een sjerp, een riem, een zwaard, een baard, enz. Verdeel je groep in twee ploegen. In elke ploeg duid je één koning aan, de anderen zijn dienaren die hun koning moeten helpen aankleden. Trek vooraf twee lijnen van ongeveer 20 meter op het terrein. Aan het einde van elke lijn staat een troon (stoel) opgesteld waarop de kandidaat-koningen plaatsnemen. Halverwege de lijnen liggen de koningskledingstukken. Om beurten lopen de dienaren naar hun koning en halverwege pikken ze één kledingsstuk op. Ze helpen de koning aankleden, lopen terug en de volgende dienaar kan vertrekken. De koning die het eerst is aangekleed, heeft gewonnen. Materiaal: stoel, kroon, koningskleed en -mantel, scepter, sjerp, riem, zwaard, baard, enz. x Speelclubactiviteit: De boze fee Alle spelers staan rond de boze fee. Door haar toverstokje te bewegen, doet ze iedereen mee bewegen. Iedereen moet op de juiste manier mee bewegen. Als het stokje op en neer gaat, springt iedereen ter plaatse. Als het stokje van links naar rechts gaat, beweegt iedereen voor- en achterwaarts. Als het toverstokje draait, dan draait iedereen ter plaatse. Als het stokje niet beweegt, staat iedereen stil. Als de fee haar toverstokje laat vallen, vlucht iedereen weg in alle richtingen. De fee raapt dan haar stokje op en probeert binnen de twintig tellen zoveel mogelijk spelers te tikken. De aangetikte spelers helpen de fee. Zij kunnen de andere spelers niet tikken, maar ze kunnen ze wel vasthouden tot de fee hen komt tikken. Wie als laatste overblijft, wordt de volgende fee. x Rakwiactiviteit: Een zitplaatsje Alle spelers zitten op een stoel en vormen een kring. Iemand loopt rond de kring (en heeft dus geen stoel) en tikt verschillende spelers aan. Zij staan op en lopen achter hem of haar aan. Wanneer de begeleiding fluit, loopt iedereen zo snel mogelijk naar een nieuwe zitplaats. Wie geen plaats heeft, moet nu rond de cirkel lopen. Materiaal: voor iedereen een stoel, een fluitje. x Rakwiactiviteit: Voorwerptikkertje Iedereen kiest één voorwerp, laat het even aan de andere spelers zien en steekt het dan in de zak. Eén speler neemt de zak mee en gaat halverwege het terrein staan. De anderen vormen een rij, waarbij er tussen twee spelers telkens 4 meter ruimte is. Degene met de zak, laat een voorwerp zien aan de anderen. Degene die dat voorwerp gekozen had, moet ervoor zorgen dat hij of zij de eindmeet haalt zonder getikt te worden door de anderen. Lukt dat, dan mag hij of zij nu een voorwerp uit de zak halen. Materiaal: evenveel voorwerpen als deelnemers, zak x Titoactiviteit: Koushockey Verdeel je groep in twee ploegen. Stop nylonkousen vol met krantenpapier. Maak twee doelen, aan weerskanten van het terrein. De ploegen moeten proberen een ballon in het doel te krijgen. De bal mag enkel met de koussticks aangeraakt worden. x Titoactiviteit: Namen noemen De spelers zitten in een kring. Ze zoeken voor zichzelf een naam van een bekende persoon, van een land, van een dier,… Spreek wel op voorhand af welke categorie je kiest. Eén speler staat in het midden van de kring met een krantenknuppel in de hand, en vraagt aan ie-

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Groeilijn: rooster invullen [

61


mand wie hij of zij is (of wat, naargelang de soort namen die de spelers zichzelf gegeven hebben). De speler in kwestie moet zo snel mogelijk de fictieve naam van een andere speler noemen. Zolang dat niet gebeurd is, mag degene in het midden met de knuppel slaan. Zodra er een naam komt, gaat de middelste speler naar die andere speler, stelt de vraag opnieuw en knuppelt,… Voorbeeld: Wie ben jij? (slaan tot speler antwoordt) Madonna (slaande speler gaat naar Madonna) Wie ben jij? … Materiaal: een knuppel x Ketiactiviteit: Handvoetbal Verdeel je groep in 2 ploegen. De spelers staan verspreid over het veld. Twee verschillende ballen worden in het spel gebracht, bijvoorbeeld een groene en een rode. De groene bal mag alleen met de handen gespeeld worden. Je mag niet lopen met de bal in de handen. De rode bal mag alleen met de voeten gespeeld worden. Elke ploeg heeft een doel. We proberen nu zoveel mogelijk doelpunten te maken door de bal in het doel van de tegenstanders te schoppen of te gooien. Materiaal: 2 duidelijk verschillende ballen, 2 doelen x Ketiactiviteit: Stormduwkamp Verdeel je groep in twee ploegen. Elke ploeg bevindt zich op ongeveer 10 meter afstand van elkaar. Op het fluitsignaal lopen ze hand in hand (iedereen houdt elkaar dus vast) naar elkaar toe. Door te duwen proberen ze de andere ploeg terug over hun lijn te duwen en er zelf met heel de ploeg over te komen. Tijdens het spel mogen de spelers elkaar niet loslaten. Materiaal: afbakenlint x Aspiactiviteit: Volleybalvoetbal Verdeel je groep in twee ploegen. Elke ploeg staat aan één kant van een volleybalterrein. Het intrappen gebeurt van achter de achterlijn. De voetbal moet over het net gaan en mag 1 x botsen. De tegenpartij mag dan hoogstens 3 keer de voetbal naar elkaar passeren. Als je de bal doorspeelt naar een medespeler mag hij ook 1 x botsen. Wanneer de voetbal 3 x doorgespeeld is, moet hij over het net gespeeld worden. Let wel op: je mag de bal alleen met de voeten of het hoofd aanraken. Wanneer een ploeg niet in staat is om de bal terug te spelen, krijgt de andere ploeg een punt gescoord. Na elk gescoord punt wisselt de intrap van kant. Materiaal: voetbal, volleybalterrein x Aspiactiviteit: Circle of pain Iedereen gaat in een cirkel staan. In het midden ligt een bal. Bij het fluitsignaal moet iedereen proberen om de bal op hun plaats op de cirkel te leggen.

62

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Groeilijn: rooster invullen [


LEEFWERELD VAN DE EIGEN AFDELING

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leefwereld: krantenkoppen [

63


64

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leefwereld: krantenkoppen [


Afdelingswerking LEEFWERELD: KRANTENKOPPEN DOELSTELLING x Deelnemers weten wie HUN AFDELING is. x Deelnemers weten wie HUN LEDEN zijn en kunnen hierop inspelen. x Deelnemers weten wie HUN LEDEN OP DIT MOMENT zijn. Ze zien in dat dit het hele jaar in evolutie is en passen hun activiteiten hieraan aan. x Deelnemers weten dat ze de denkoefening van de vorige drie doelstellingen moeten toepassen op elke nieuwe afdeling.

MATERIAAL x 4 pamfletten met krantenkoppen x 4 krantenknuppels x Papier x Balpennen x Chirokrantjes per maand x Muzikaal pak

DUUR 2 uur

PRAKTISCHE UITWERKING Voor deze methodiek moeten de groepen verdeeld worden volgens de afdeling waar de deelnemers bij staan!

STAP 1 Vier flappen. Daarop staan telkens tien dezelfde krantenkoppen, die verwijzen naar de afdeling. Op diezelfde flappen staan ook nog een aantal willekeurige krantenkoppen, als bladvulling (ongevallen, beursberichten, sport,…). De willekeurige krantenkoppen komen op maximaal drie flappen voor. Leg de flappen in de hoeken van het terrein en trek een cirkel rond elke flap. Verdeel de groep in vier ploegjes. Elke ploeg duidt een verdediger aan die buiten de cirkel blijft en een krantenknuppel (een krant opgerold tot een knuppel) krijgt. Na het startsignaal gaat elke ploeg op zoek naar de krantenkoppen die op alle vier de flappen voorkomen. Wie geraakt wordt door de krantenknuppel moet naar het ‘strafhok’ in het midden van het terrein. Zolang je in het strafhok zit, moet je een liedje zingen. Je mag er pas uit als een nieuwe gestrafte jou komt verlossen. Het groepje dat als eerste de 10 krantenkoppen vindt, wint.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leefwereld: krantenkoppen [

65


➔ KRANTENKOPPEN

Mag het voor één keer, asjeblief?

Speelclub x Kijk, ik ben een heks! (speelclubbers ‘spelen’ geen heks, ze ‘zijn’ er één!) x We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan! (beweegt overmatig) x “Papa, magda?“ (iets is goed omdat papa dat zo vindt) x Leiding en ouders verbroederen. (belangrijk om contact te houden met ouders, zeker in het begin van het werkjaar en voor het bivak, de ouders van speelclubbers moeten nog vertrouwen krijgen in een Chirowerking) x Afwisseling is troef. (speelclubbers houden hun aandacht niet lang bij hetzelfde) x Vertraging van 15 minuten geeft chaos. (nood aan structuur, een vast patroon zorgt dat speelclubbers zich makkelijker op hun gemak voelen, zowel tijdens de gewone werking als op bivak) x Jongens van 18 worden vader. (voor zulke kleintjes ben je als leider groot, je bent een gezagdrager, een vaderfiguur) x Mag het voor één keer, asjeblief? (consequent zijn!) x Jongens en meisjes spelen apart! (vanaf speelclubleeftijd maken kinderen het onderscheid tussen jongens en meisjes, ze beginnen verschillende dingen te doen,…)

EN HEKS!

KIJK, IK BEN E

Rakwi x Ideeën van kinderen zijn veel waard (inspraak IDEEËN VAN geven aan rakwi’s kan) KINDEREN ZIJN VEEL W AARD x Gezocht: specialist in ruzie maken, kliekjes vormen en pesten. (klopt, en ze moeten leren dat op te lossen) x Hollen, bollen, rollen, daar houd ik van! (spelen graag, sterker en beter in evenwicht met hun lichaam dan speelclubbers) x Waarom? Daarom! (ze stellen de wereld rondom hen in vraag, willen oorzaak en gevolg van dingen weten) x Jongens en meisjes vormen aparte ploegen. (ze spelen niet graag samen, kennen elkaar niet, kwestie van gewoonte) x “Doe aan een ander niet wat je zelf niet graag zou hebben.” (waar speelclubbers regeltjes naleven omdat ze anders straf krijgen, voelen rakwi’s aan dat regels nodig zijn om samen te kunnen spelen) x Ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk was ik nooit! (rakwi’s zijn vrolijke kinderen, net voor hun puberteit) x “Wij wonen thuis met 30! Mama, papa, ik en 27 konijnen” (dieren behoren tot gezin, rakwi’s hechten er belang aan) x Kussen op de speelplaats! (rakwi’s worden verliefd)

Waarom? Daarom!

rend,…? e t s i lu l, e b i tief, flex Bent u crea an bent u geschikt! D

Tito x Niet akkoord, zonder uitleg. (ze hebben al een eigen mening, maar worden vaak nog niet gehoord) IK ROEP IK SJO x In de Chiro ben ik vrij. (geen school, geen ouders) T DUS IK BESTA ! x Rode energiebom ontploft (ze gaan ervoor!) x Examenkoorts niet hoog genoeg om bij Chiro weg te blijven. (ook dan nog elke week een uurtje geven) x Ik durf wél. (stoer doen) x Leiding gaat bewust mee op in het spel. (als leiding moet je mee lol beleven, meespelen met de bende, enthousiasme overdragen, ze mee trekken) x Bent u creatief, flexibel, luisterend,…? Dan bent u geschikt! (kwaliteiten van titoleiding) 66

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leefwereld: krantenkoppen [


x Test jezelf in deze ‘ontdek jezelf’-test! (12-14-jarigen zijn bezig met te ontdekken wie ze zijn, hebben daar tijd en ruimte voor nodig, praten erover met vrienden) x Ik roep ik sjot dus ik besta! (Titolied) Keti x Idool 2004 gecharmeerd door verliefde blikken. (belang “IK K AN ME ER DAN IK D van imago) ACHT.” x Actie gevraagd? Actie gekregen! (avontuur trekt aan) x De grens is overschreden (ze testen hoe ver ze kunnen gaan) x Anarchie met eigen regels (ze willen afspraken naleven waar ze ook iets aan te zeggen hadden) x “ik kan meer dan ik dacht.” (keti’s en ploegbevorderende activiteiten) x Conflict in bivaktent zorgt voor pijnlijke wonden. (conflicten kunnen, maar ze moeten uitgepraat worden) x De wereld is groter dan mijn dorp. (interesse voor thema’s in de ‘grote wereld’) x “Amai, gij zijt veranderd!” (eerste- en tweedejaars keti’s moeten elkaar opnieuw leren kennen) x Na lang en diep graven, veel bereikt ! (diepere gesprekken, er zit meer in een keti dan je denkt, openheid creëren,…) x Wat denkt u? (gelijkgestemden, zoeken naar eigen identiteit bij de ander, stellen vragen,…)

De wereld is groter dan mijn dorp.

Aspi x Kiezen is verliezen. (aspi’s staan voor veel keuzes) x Ik vorm, jij vormt, wij vormen (aspi’s en preleidingsvorming) x Grijze wereld kleurt! (aspi’s en engagement, ze gaan ervoor, engageren zich) x ik + ik + ik + …= wij (sterke verbondenheid binnen de ploeg) x “We maken onze eigen werking!” (aspi’s kunnen als bijna-leiding zelf veel inspraak hebben in activiteiten, er zelf maken) x Ik ga op reis en ik neem mee… (Het onbekende trekt aan, ze gaan graag op reis, ze zijn geïnteresseerd in nieuwe dingen) x Huis met thuis. (aspi’s wonen over het algemeen nog thuis, ouders hebben nog veel invloed, ze hechten veel belang aan het gezin) x Vrolijke vrienden, dat zijn wij! (aspi’s hechten veel belang aan vrienden, ze spiegelen zich eraan, leren zien hoe ze overkomen, doen er dingen mee,…) x Seks hoort erbij ! (vriendjes, relaties en seks zijn vertrouwde elementen in een aspileven, het is af en toe nodig om hierover in de Chiro stoom af te laten!) x Mijn weekendjob is heilig! (veel aspi’s I L I G! E H werken in het weekend om geld te S I JOB D N verdienen voor nieuwe snufjes, voor E K WEE uitgaan, enz.) MIJN

Ik ga op

r

neem eis en ik

mee…

STAP 2 Verdeel de tien krantenkoppen in de leefgroep. Bij elke krantenkop zoeken de deelnemers een verhaal dat erbij past. Ze mogen zich enkel laten inspireren door hun eigen leden. Ze schrijven per krantenkop enkele kernwoorden of een situatieschets op die ze zeker in het artikel willen verwerken. (Ze hoeven geen uitgeschreven tekst op te maken.) Daarna kan je de verhalen in de leefgroep laten vertellen.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leefwereld: krantenkoppen [

67


STAP 3 De deelnemers brainstormen op een flap over mogelijke activiteiten voor hun afdeling. Zowel kleine spelletjes als grotere activiteiten mogen genoemd worden. Voor elke maand voorzie je een leeg Chirokrantje (een eenvoudig tijdschriftje van een plaatselijke Chirogroep waar de activiteiten van de komende maanden in verschijnen): een blad met de titel van het krantje en de maand van het jaar. De deelnemers overlopen hun brainstorm en verdelen de geschikte activiteiten over de verschillende maanden. Op die manier kom je tot een jaarprogramma. Als begeleiding kan je natuurlijk ook mee activiteiten bedenken, zodat je zeker voor variatie kunt zorgen.

STAP 4 Speel muzikaal pak. Je weet wel: iedereen zit in een kring en geeft het pak altijd door naar links totdat de muziek stopt. Degene die het pak vastheeft als de muziek stopt, mag er één laag inpakpapier afhalen en de opdracht of vraag voorlezen. Als de opdracht uitgevoerd werd of de vraag besproken werd, speelt de muziek opnieuw en wordt het pak weer doorgeven. Gebruik het afdelingsliedje en/of muziek die typisch is voor je afdeling. In het pak zit een typisch voorwerp (zie groeilijn) van de afdeling. Vragen x Wat spreekt je aan (of juist niet) bij deze afdeling? x Vind jij dat je je leden goed kent? x Wat doe je (of zul je doen) om je leden goed te kennen? x Wat bepaalt allemaal welke activiteit je plant? x Speel je zelf graag de spelletjes die je met je afdeling doet? x Wat stoort je soms aan de leeftijd van je afdeling? x Wat herinner jij je nog van je leiding toen jij die leeftijd had? x Wat zijn de probleempjes van je leden? x Zou je volgend jaar nog kiezen voor die afdeling? Waarom wel of waarom niet? x In welk thema kleed jij je spel het liefst in? x Voel je je goed in je rol als leid(st)er bij die afdeling? x Waarover praten je leden onder elkaar? x Wat speelt er allemaal een rol bij het kiezen van een geschikte activiteit voor je afdeling? Kleine opdrachtjes x Degene met de meeste leden krijgt evenveel zoenen van jou als die leden heeft. x Wie al het langst in leiding staat bij onze afdeling moet zich volledig aankleden in de afdelingskleur. x Zoek met de héle ploeg 100 voorwerpen in je afdelingskleur. x Al wie een kledingstuk aan heeft in een afdelingskleur moet dat uittrekken, het onderling verwisselen en zo verder spelen. x Iedereen die een lokaal heeft dat geschilderd is in de afdelingskleur knuffelt iemand die geen lokaal heeft in de afdelingkleur.

68

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leefwereld: krantenkoppen [


ACTIVITEITEN VOOR DE EIGEN AFDELING

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [

69


70

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [


BEGELEIDINGSHOUDING

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [

71


72

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [


Afdelingswerking BEGELEIDINGSHOUDING: VIER OP EEN RIJ DOELSTELLING x Deelnemers reflecteren over hun eigen begeleidingshouding, ervaren wat een goede begeleidingshouding is en oefenen om zich die eigen te maken. x Deelnemers zien het belang in van een goede communicatie met hun leden, medeleiding en de ouders van hun leden.

MATERIAAL x ‘Vier op een Rij’-borden x Fiches vier op een rij x Rode en groene kaartjes voor de stellingen x Kaartjes: rollenspelen, stellingen, quizvragen, vragen, zelfreflectie, Zeg eens euh x Schrijfgerief x Papier x Papier en stiften voor de Pictionary

DUUR 3,5 uur

PRAKTISCHE UITWERKING Speel met je leefgroep het gekende spel Vier op een Rij. Maak twee ploegjes in je leefgroep. Elke ploeg krijgt een pak fiches in dezelfde kleur om Vier op een Rij te spelen. Om beurten mogen de ploegen één fiche in het bord stoppen. Elke keer als ze een fiche in het speelbord steken, moeten ze iets doen en daarbij gebruik je de volgende methodieken: zelfreflectie, rollenspelen, quizvragen, stellingen, zeg eens euh, vragen, eigen inbreng. De ploeg duidt telkens één of meerdere personen aan die de opdracht uitvoert. De ploeg die de Vier op een Rij wint, mag iemand afvaardigen om te tekenen in een Pictionary-spel. De rest van de ploeg mag één minuut raden. Als de ploeg na één minuut het woord niet heeft geraden, mogen de verliezers mee raden. De ploeg die de Pictionary wint, krijgt een extra punt.

laverd, toch zeker niet voor een plaats niet zo gezellig von SBze eg on ik bo t da der an tie lua een ik op de eva loot het over Al enkele jaren vertelde Chirohuis terug. Dus ik bes de uw tro e ver Wi s . on gen ar na kre opnieuw els cadeau tje. Maar elk jaar gaan we ij klanten opblaasbare zet een bank een actie waarb d ha r oo ereen opgetrommeld om erv ied tijd s te gen kor vol te gooien. Een meteen prijs. Ver al ik d ha al filia stoelen ste eer paf, en bij het waardoor saaie tafels en niet waagt… Dus ik ero heel aantal zetels op SB een s wa olg gev t He . n’ ‘plundere de lokale filialen te gaan gezelliger op werd. de laver er een heel stuk en n me rui plaats moesten Ril, begeleider SB Roeland

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [

73


Voorbeeld van een vier op een rij bord: Vragen

Eigen inbreng

Zeg eens euh

Stellingen

Quizvragen

Rollenspelen

zelfreflectie

Eigen inbreng

Zeg eens euh

Stellingen

Quizvragen

Rollenspelen

Zelfreflectie

Vragen

Zeg eens euh

Stellingen

Quizvragen

Rollenspelen

Zelfreflectie

Vragen

Eigen inbreng

Stellingen

Quizvragen

Rollenspelen

Zelfreflectie

Vragen

Eigen inbreng

Zeg eens euh

Quizvragen

Rollenspelen

Zelfreflectie

Vragen

Eigen inbreng

Zeg eens euh

Stellingen

Rollenspelen

Zelfreflectie

Vragen

Eigen inbreng

Zeg eens euh

Stellingen

Quizvragen

Zelfreflectie

Vragen

Eigen inbreng

Zeg eens euh

Stellingen

Quizvragen

rollenspelen

Opmerking: De methodiek is niet toegespitst op één afdeling. Er zijn echter zoveel stellingen, rollenspelen, enz. dat je onmogelijk alles kunt doen. Je kunt dus de kaartjes uitsorteren in functie van een afdeling of de noden van je groep. Tip: Je kan gemakkelijk een transparant met de verschillende methodiekjes op, op een bestaand ‘Vier op een Rij’-bord plakken. De verschillende methodieken

Rollenspelen Eén of twee deelnemers spelen leiding. Enkele andere deelnemers spelen mee in het rollenspel. De overigen bekijken het rollenspel en observeren de leiding. Maak aan iedereen duidelijk dat er in het rollenspel zo realistisch mogelijk gespeeld moet worden. Als een leid(st)er goed reageert, dan moeten de medespelers daar ook positief op reageren. Spreek bij elk rollenspel kort af welke afdeling jullie spelen.

➔ THEMA: STRAFFEN EN BELONEN Situatie: ’s Avonds op het afdelingsweekend liggen de leden in hun bed. Het licht is al een half uur uit en nu moeten ze echt wel stil zijn. Toch blijven ze met elkaar praten en lachen. Opdracht leiding (1 deelnemer): Probeer je leden stil te krijgen Opdracht leden (3 deelnemers): Jullie willen niet gaan slapen en blijven zo lang mogelijk wakker. Nabespreking: x Straf je zelf soms leden? Wanneer en waarom? Welke straffen zijn toelaatbaar en welke niet? x Hoe wordt er in jouw groep omgegaan met straffen? Welke traditie is er? Sta je achter die mentaliteit? x Beloon je leden die goed meewerken? Beloon je ook leden die eigenlijk meestal tegenwerken, maar nu wel eens meewerken? x Hoe ver kun je gaan met belonen, wanneer wordt het omkopen of ‘de populaire’ uithangen?

74

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [


➔ THEMA: LEEFREGELS Situatie: In onze Chirogroep hebben we afgesproken dat er niet wordt gesnoept/gerookt tijdens de activiteiten. Terwijl de leiding even materiaal is gaan halen, beginnen de leden te snoepen/roken. Opdracht leiding (1 deelnemer): Reageer op de situatie en doe hen stoppen met roken/snoepen. Opdracht andere leiding (1 deelnemer): Jij vindt dat de leefregels afhankelijk zijn van de situatie en ziet in heel de situatie niets verkeerds. Opdracht leden (2 deelnemers): Jullie willen niet stoppen want jullie hebben de toelating van de andere leid(st)er. Nabespreking x Wat doe je als iemand een leefregel overtreedt? Hoe reageer je als de leefregels samen afgesproken waren? x Als er een regel in de ploeg afgesproken is, hou jij je dan zelf aan die regel? Ook als je niet akkoord ging met die regel? x Kun jij er met je medeleiding over praten, of ligt dat gevoelig? x Krijgen je leden inspraak in de leefregels?

➔ THEMA: PESTEN Situatie: Een gewone Chironamiddag. Voor het volgende spel moeten er 2 ploegen gemaakt worden. Opdracht leiding (1 deelnemer): Kies twee kapiteins die een ploeg moeten vormen en reageer op de situatie. Opdracht leden (heel de leefgroep): Uit de leefgroep worden 2 kapiteins gekozen die elk een ploeg kiezen. Bert blijft over. De ploeg die aan de beurt is, wil Bert absoluut niet bij hen. Reden: Bert is een vervelend ventje, wordt altijd direct kwaad, weet het altijd beter, kan niet tegen zijn verlies en is een grote seut. Nabespreking x Hoe ga je om met pesten in je afdeling? x Hoe reageer je als je het ‘zwarte schaap’ zelf niet zo goed kunt uitstaan? x Kun je Bert er in deze situatie op wijzen dat voor een deel zijn eigen gedrag verantwoordelijk is voor het pesten? x Hoe kon je hier eenvoudig het pestgedrag voorkomen?

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [

75


➔ THEMA: FLEXIBILITEIT EN INSPRAAK Situatie: We zijn midden januari en voor de eerste keer ligt er op het terrein een sneeuwlaag van 10 cm. Opdracht leiding (2 deelnemers): Jullie hebben in de loop van de week een groots opgezet sneeuwspel in elkaar gestoken. Jullie vinden het een fantastisch spel, waar zeer veel tijd en moeite is ingekropen. Zet je leden aan om mee te spelen. Opdracht leden (3 deelnemers): Jullie willen het spel niet meespelen. Voor die ene keer dat er sneeuw ligt, wil je met sneeuwballen gooien, van de berg afglijden,… en geen stomme opdrachten zoals sneeuwstandbeelden maken. Gewoon puur plezier, ’t is tenslotte Chiro en geen school. Nabespreking x Vind je dat het programma aangepast moet worden aan de wil van de leden? Zijn er grenzen, of niet? x Hoe krijgen de leden inspraak in het programma? x Hoe verandert de voorbereiding van je werking als je je leden inspraak wil geven? x Wat doe je als de wensen van je leden niet overeenstemmen met jouw idee van een Chironamiddag?

➔ THEMA: BE POPULAR Situatie: Jullie zijn op speurtocht/trektocht. De ploeg is in tweeën verdeeld en met elk groepje is een begeleid(st)er mee op tocht. De situatie doet zich voor in 1 van de 2 groepjes. Opdracht leden (3 deelnemers): Jullie zijn zeer vriendelijk tegen de leiding. Het is echt een fantastische leid(st)er en jullie laten dat ook merken. De speur- of wandeltocht vinden jullie bangelijk. Plots wandelen jullie voorbij een snoepwinkel/café. Daar willen jullie wel even binnen. Probeer de leiding te overhalen op een zeer spontane en vriendelijke manier. Als de leiding niet wil toehappen, mag je wel iets brutaler worden. Opdracht leden (2 deelnemers): Jij vindt de stop in de snoepwinkel/het café overbodig. Je helpt niet met het overhalen van de leiding, maar je werkt ook niet tegen. Als de leid(st)er toestemt, wijs je hem/haar op de afspraak in de Chiro dat er tijdens tochten niets wordt gekocht onderweg. Opdracht leiding (1 deelnemer): Reageer op de situatie. Nabespreking x Heb je al wel eens stilgestaan bij waarom je iets wel of niet toelaat? x Laat je soms dingen toe die eigenlijk niet mogen maar waardoor je wel scoort bij je leden? x Schuif je soms de schuld op anderen (groepsleiding, VB, medeleiding) als je iets moet verbieden?

76

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [


➔ THEMA: OPENHEID NAAR ALLE KINDEREN EN JONGEREN Situatie: Anke is een meisje met een handicap en ze zit in jouw afdeling. Hoewel ze goed mee kan, moeten spelen vaak aangepast worden en wordt er van de leiding en van de leden veel geduld en medewerking gevraagd. Jullie afdelingsweekend komt er nu aan en jullie houden een voorbereidende vergadering. De situatie van Anke is net aan de orde. Opdracht leiding (1 deelnemer): Je ziet geen enkel probleem. Natuurlijk gaat Anke mee op weekend! Hier en daar zullen we een paar aanpassingen moeten doorvoeren, maar dat kan toch geen probleem zijn? Anke niet meenemen zou ongelooflijk grof zijn. Opdracht leiding (2 deelnemers): Jij hebt wel een aantal bezwaren. Door Anke mee te nemen wordt er een grote druk op de ploeg gelegd. Jij hebt gehoord van de andere leden dat niet iedereen akkoord is met die druk. Tijdens gewone werking is die druk nog te dragen, maar een heel weekend, dat zie jij niet zitten. Naast de aanpassingen van het programma (bepaalde spelen die alweer niet kunnen: wandeling, dropping, fietstocht, ruwe spelen,…) zijn er nog een aantal praktische problemen (rolstoel, medicatie,…). Jij wilt niet de verantwoordelijkheid dragen dat er iets misloopt. Nabespreking: x Kinderen met een handicap opnemen in je ploeg betekent dat bepaalde dingen zullen veranderen. Durf jij die stap zetten of verwijs je ze door naar gespecialiseerde jeugdverenigingen? x Ben je bereid om extra inspanningen te leveren omwille van bepaalde leden? x Zijn alle kinderen even welkom in jouw ploeg? Wanneer zijn ze niet meer welkom? Spelen andere kinderen hierbij een rol? x Hoe ga je in de Chiro om met discriminatie van kinderen met een handicap, van minder begaafde kinderen,…?

➔ THEMA: ALLOCHTONEN Situatie: Op bivak wordt er aangekondigd dat er na het eten een viering is. Opdracht moslimleden (2 deelnemers): Je vraagt op een beleefde manier om vrijgesteld te worden voor de viering. Je kunt namelijk moeilijk achter het idee van brood en wijn staan. Opdracht leiding (2 deelnemers): Reageer op de situatie. Nabespreking x Hoe gaan jullie in de Chiro om met allochtonen? Zijn ze in jullie groep aanwezig? Waarom (niet)? x Hou je bij vieringen (bezinningen) rekening met verschillende geloofsovertuigingen? x In hoeverre laten jullie andere overtuigingen mee bepalen wat er in de Chiro gebeurt? x Worden er op bivak speciale maaltijden voorzien voor ideologieën (vegetariërs, moslims,…)?

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [

77


Quizvragen Verzin zelf nog een antwoordsysteem en eventueel een puntensysteem. De antwoorden zijn vooral bedoeld als achtergrondinfo voor de begeleiding. Lees die uitleg dus niet letterlijk voor aan de deelnemers. x Kun je altijd burgerlijk aansprakelijk gesteld worden? Als je per ongeluk schade berokkent aan anderen of hun bezit, dan ben je hiervoor burgerlijk aansprakelijk. Hiervoor geldt de eigen verzekeringspremie, tenzij die niet werd afgesloten. Voor de leiding houdt het hier niet op. Zij kunnen ook aansprakelijk gesteld worden voor organisatie- en toezichtsfouten. Als bijvoorbeeld een leidster met 40 speelclubbers de straat opgaat en er gebeurt iets, dan kan er een toezichtsfout ingeroepen worden. Als een aspileider zijn aspi’s zonder beveiliging over een apenbrug op acht meter hoogte stuurt en er gebeurt iets, kan een organisatiefout ingeroepen worden. De Chiroverzekering geldt ten volle voor organisatie- en toezichtsfouten van leidingsmensen. x Je gaat als leid(st)er op tocht met je afdeling. Jij alleen hebt een groep van 20 kinderen bij je. Plots loopt één van de leden de straat over en hij of zij wordt aangereden door een auto. Ben jij verantwoordelijk? Hier is er sprake van een toezichtsfout. De burgerlijke aansprakelijkheid wordt hier dus aangesproken. x Je gaat met een groep op tocht. Er is geen voetpad. Aan welke kant van de weg loop je? In principe loop je altijd op de begaanbare trottoirs, voor zover die aanwezig zijn. Zijn ze niet aanwezig, dan stap je zoveel mogelijk (in dalende volgorde van belang): ➔ op de begaanbare verhoogde bermen; ➔ op de gelijkgrondse bermen; ➔ op de vrije parkeerstroken of op het fietspad (hierbij moet je wel voorrang geven aan de normale gebruikers van het fietspad); ➔ op de rijbaan, links in je staprichting, zo dicht mogelijk bij de rand, dus achter elkaar. x Je vertrekt met de hele Chirogroep op fietstocht. Moet je je door een volgwagen laten begeleiden of niet? Gebruik van de fietspaden is niet verplicht. Je mag altijd met (maximaal) twee naast elkaar rijden. Op een rijbaan zonder rijstroken mag je niet meer dan de breedte van één rijstrook gebruiken of de helft van de rijbaan. Op een rijbaan met rijstroken gebruik je alleen de rechter rijstrook. Bij een groep van 51 tot 150 fietsers zijn minstens 2 wegkapiteins en 2 begeleidende auto’s verplicht. Zijn er 15 tot 50 fietsers, dan zijn 2 wegkapiteins en 1 of 2 begeleidende auto’s toegelaten. (Wegkapiteins moeten ten minste 21 jaar oud zijn en om de linkerarm een band dragen met de nationale driekleur en het woord ‘wegkapitein’. Zij kunnen aan kruispunten zonder lichten het verkeer stilleggen met een C3-bord en aanwijzingen geven. Eén wegkapitein moet een lijst bijhebben van alle deelnemers. Begeleidende auto’s moeten de groep op ongeveer 30 m voorafgaan of volgen; als er maar één auto is, moet die volgen. De auto(‘s) moet(en) een speciale verkeersbord vervoeren, goed zichtbaar voor het tegemoetkomend of volgend verkeer.) Je gaat met je leden een avonturentocht doen. Ben je verzekerd bij speleologie en alpinisme? Alpinisme en speleologie zijn, net zoals enkele andere ‘gevaarlijke activiteiten’, niet standaard verzekerd binnen de Chiroverzekering. Je kunt wel een extra verzekering afsluiten, zodat je toch verzekerd bent. Die extra verzekering is een supplement op de premie. Deze activiteiten zijn niet verzekerbaar: deltavliegen, parapente, ULM, sporttakken waarbij je gebruik maakt van motorvoertuigen, benjispringen.

78

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [


x Vanaf wanneer mag je op dropping? Een dropping kan vanaf tito’s, met de volgende beperkingen: Tito’s: maximale afstand 5 km, met begeleiding, enkel overdag Keti’s: maximale afstand 10 km, ’s nachts enkel met begeleiding, overdag kan zonder begeleiding Aspi’s: maximale afstand 15 km, kan ’s nachts, kan zonder begeleiding.

Meer info kun je vinden op www.chiro.be/verzekeringen, in het Tochtenboek of in ‘VAST EN verZEKERing’, een brochure van Chirojeugd-Vlaanderen vzw.

Situaties Je leest een situatie voor. Elke deelnemer legt een groen of een rood kaartje voor zich om aan te duiden wat zijn of haar mening is. Als iedereen een kaartje gelegd heeft, vraag je de deelnemers om hun meningen te verduidelijken. x Veiligheid Je bent met je afdeling op tocht. Je wilt oversteken aan de verkeerslichten, ze staan op rood. Je steekt toch over, er is namelijk in de verste verte geen auto te bekennen. Groen = Jij zou dat ook doen. Rood = Jij zou dat nooit doen. x Genotsmiddelen/leefregels Enkele leden zitten een halfuur voor de werking begint in het lokaal. Eén van hen steekt een joint op, hoewel dat verboden is tijdens de werking. Je kunt er niets van zeggen want de Chironamiddag is nog niet begonnen. Groen = Akkoord Rood = Niet akkoord x Mijn plaats in de leidingsploeg De laatste weken komen veel leden niet meer stipt in bewegingskledij (een gekleurde trui, een ander T-shirt,…). De andere leiding maakt er niet zo’n probleem van, integendeel, ze houden zich zelf niet aan de gemaakte afspraken. Groen = Je zegt er iets van. Rood = Je zegt er niets van. x Andere afdelingen Op bivak. De avondactiviteit is afgerond en je afdeling kruipt in bed. Op weg naar de rest van de leiding kom je langs de tent van een andere afdeling waar er nog veel lawaai is. Je loopt gewoon door en reageert niet, het is tenslotte jouw afdeling niet. Groen = Akkoord Rood = Niet akkoord x Samenspel medeleiding Tijdens het middagmaal begint jouw afdeling met het eten te gooien, waar de kookouders nochtans zo hard hun best voor hebben gedaan. Je medeleiding doet vrolijk mee. Je vindt dat dit echt niet kan en roept hen tot de orde. Groen = Akkoord Rood = Niet akkoord

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [

79


x Conflicten Vandaag moest het geld voor het afdelingsweekend betaald worden. Op het moment dat je het geld ophaalt bij je leden, ontdekt er één dat het geld uit zijn jaszak verdwenen is. Een ander lid wijst X aan en zegt dat die het gestolen heeft. Je verplicht hem/haar om onmiddellijk zijn/haar zakken leeg te maken. Groen = Akkoord Rood = Niet akkoord x Sociale verschillen Je gaat met je Chirogroep op buitenlands bivak. Jullie vragen € 150, wat betekent dat jullie al een flinke hap uit de groepskas moeten betalen. Eén van je leden, die nog nooit een bivak gemist heeft, gaat dit jaar niet mee. Je vermoedt dat het te duur is, maar ja, aan de prijs kan echt niets meer veranderd worden want er is nu al zoveel verlies. Jammer maar helaas… Groen = Akkoord Rood = Niet akkoord x Lievelingetjes Jefke is een zalig lid: altijd stipt in bewegingskledij, altijd opgewekt, altijd bereid om te helpen, altijd te vinden voor… (een stevig partijtje voetbal,…). Je vindt het moeilijk om hem niet voor te trekken. Groen = Akkoord Rood = Niet akkoord

De vragen Een deelnemer trekt een vraag, leest die voor en geeft als eerste antwoord. Nadien mogen de andere deelnemers hierop reageren. Wat zouden ze zelf anders doen? Begrijpen ze de reactie? x Je stuurt je groep op tocht. Op het afgesproken tijdstip verschijnen ze trots in het lokaal met een herinnering aan hun tocht: een verkeersbord. Hoe reageer je? x Een mama van één van de leden vertelt je dat haar kind niet meer naar de Chiro wil komen omdat het gepest wordt. Ze noemt daarbij ook namen van de kinderen die volgens haar de grootste pestkoppen zijn. Wat doe je? x Eén van de afdelingen maakt, ondanks de afspraken, een nachtelijke uitstap naar een nabijgelegen bivak. Je betrapt ze bij thuiskomst op heterdaad. Wat doe je? x Een lid doet tijdens een tocht achter je rug belleke-trek. Op een gegeven moment komt een boze bewoner buiten en grijpt het kind bij de kraag. Wat doe je? x Een keti haalt tijdens het vieruurtje een pakje sigaretten uit zijn zak en steekt een sigaret op. Wat doe je? x Een aspirant brengt in het weekend voor zijn verjaardag een fles jenever mee voor tijdens het vieruurtje. Sta je dit toe? x Je medeleidster heeft nogal vaak de neiging om uit te vliegen tegen de leden. In de leidingsploeg is zij meestal de grote mond die het haalt van de anderen. Zeg jij haar iets over die houding? x Leen staat al een uur aan de andere leden te vragen om mee in actie te schieten, maar die hebben daar niet zoveel zin in. Wat doe je als leid(st)er?

80

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [


Zeg eens euh Iemand trekt een woord en moet er 1 minuut over babbelen zonder het verboden woord te gebruiken. Het woord

Het verboden woord

veiligheid

het

observeren

naar

waarderen

over

aanpassen

aan

stimuleren

een

DITMUSA

voor

rechten van het kind

hij

grenzen stellen

niet

Zelfreflectie Als er een fiche op een vakje ‘zelfreflectie’ gelegd wordt, moet iemand zichzelf twee vragen stellen. Vraag 1: Op welke eigenschap ben ik trots als leid(st)er? (bvb. Ik ben lief tegen al mijn leden.) Vraag 2: Welke eigenschap van mijn favoriete leid(st)er zou ik ook graag willen hebben? (bvb. Mijn favoriete leid(st)er kon heel goed ruzie in de groep oplossen en dat wil ik ook kunnen.)

Eigen inbreng De deelnemers hebben misschien zelf nog concrete vragen. Hier hebben ze de kans om die te stellen. Hou zelf enkele vragen achter de hand (zie vragen, stellingen, eerdere gesprekken op cursus) want het gebeurt weleens dat deelnemers geen vragen hebben. Enkele tekensuggesties voor pictionary x Bewegingskledij x Fantasie x Speels x Zangstonde x Verbond x Innerlijkheid x Christus Koning x Leidingskring x Proost

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [

81


AANDACHTSPUNTEN VOOR DE BEGELEIDING Laat de deelnemers vertellen hoe zij situaties zouden oplossen, laat hen hun mening formuleren en vraag hen om goed mee te doen in oefensituaties. Voor sommige deelnemers is dat niet gemakkelijk. Alle reacties zijn het beluisteren waard en de moeite om verder over te discussiëren. Breek als begeleiding nooit de mening van de deelnemers af. Dat is erg confronterend, zeker voor een jonge leid(st)er. Ook de slechtste houding is een houding. Je kunt die wel in vraag stellen en via vragen de leid(st)er aan het denken zetten over zijn/haar houding. We willen als begeleiding meegeven wat een goede begeleidingshouding is. In de Chiro staan we voor een visie: we willen ‘rechtvaardig zijn’ en ‘graag zien’. Reacties van leiding die hier helemaal niet mee overeenstemmen, moet je wel in vraag stellen – zonder hierbij te ver in de richting van een visieblok te gaan. Neem alle stellingen, vragen, rollenspelen,… vooraf al eens door met je medebegeleid(st)er. Wat is je eigen begeleidingshouding, waar liggen de moeilijkheden, waar zal de discussie losbreken? Check ook of je voor alle thema’s over voldoende achtergrondinformatie beschikt. Als een discussie niet echt vlot, kun je als begeleiding advocaat van de duivel spelen. Zo nodig kun je dat achteraf even duiden.

het heet. Echt van in je dat het thema us sa lijk er begehe de n n ee mensen va ten is met et zoveel mogelijk t echt alles overgo m da n is tio SB ideale sta le t n he ee he t n is he t emers op aa bben en he Het toffe aan dat we er zin in he We halen de deeln s . er in em ed go eln er de we de aan begin vliegen een. Dat laat zien rt het thema met leiding en daar sta ijsbreker. r SB Roeland

Simon, begeleide

82

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Begleidingshouding: Vier op een Rij [


LEIDINGSPLOEG

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: De Naakte Waarheid [

83


84

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: De Naakte Waarheid [


LEIDINGSPLOEG: DE NAAKTE WAARHEID DOELSTELLING Reflecteren over het functioneren van de eigen leidingsploeg, over haar mogelijkheden en beperkingen. Zich bewust worden van de mogelijke verschillen met andere Chirogroepen en leidingsploegen. Een klankbord en ‘denktank’ bieden voor eventuele concrete vragen of problemen.

MATERIAAL Uit de doos van ‘De naakte waarheid’: x Een draaischijf x Een ventje met kledingstukken voor elke deelnemer x Groene en rode kaartjes x Blackbox-envelop Zelf te voorzien: x De kaartjes met de vragen kopiëren: je kopieert best elke categorie in een andere kleur x Kladpapier x Balpennen

DUUR 2 uur

PRAKTISCHE UITWERKING De Naakte Waarheid Een aanpassing van ‘De Naakte Waarheid’ met vragen die bruikbaar zijn op SB en waarmee de bovenstaande doelstellingen bereikt worden.

Doel van het spel Alle deelnemers krijgen een ventje met de bijhorende kledingstukken: schoenen, sokken, broek/rok, trui, T-shirt, bh/hemdje en onderbroek. Iedereen begint het spel met een aangekleed ventje. Het doel is om als eerste alle kledingstukken van het ventje uit te doen.

Spelverloop Om de beurt draait iedereen aan de draaischijf. Die is verdeeld in 8 taartstukken: 7 met daarop een kledingstuk en 1 joker. Als de pijl stopt op een kledingstuk neem je een bijhorend kaartje en doe je wat daarop staat (zie verder). Als de pijl stopt op het leidingskenteken (de joker), mag je een kaartje kiezen. Je kunt het aangeduide kledingstuk pas uittrekken nadat je de bijhorende opdracht correct hebt vervuld. Uiteraard kun je ook nog geen kledingstuk uittrekken als het bovenliggende kledingstuk nog niet verdwenen is. Je kunt bijvoorbeeld nog niet je sokken uitdoen als je je schoenen nog aan hebt. Als je op een kledingstuk komt dat je al hebt uitgedaan of nog niet kunt uittrekken, moet je een beurt overslaan. ➔ Schoenen: voorwaarde – opdracht Neem eerst een voorwaardenkaart. Voldoe je aan de voorwaarde, trek dan een opdrachtenkaart. Als je de opdracht goed vervult, mag je de schoenen uitdoen. Als de voorwaarde niet opgaat, wordt er een nieuwe kaart getrokken, net zolang tot er aan de voorwaarde voldaan is.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: De Naakte Waarheid [

85


➔ Sokken: discussie Neem een discussiekaart en lees de stelling voor. Iedereen legt een groene (pro) of een rode (contra) kaart voor zich neer en licht zijn of haar mening toe. Diegene die gedraaid heeft, doet dat als eerste. De begeleiding leidt het gesprek. ➔ Broek/rok: scrupules Trek een scrupulekaartje en lees voor. Een scrupulekaartje schetst een situatie en vraagt hoe jij zou reageren d.m.v. een ja/nee-vraag. Diegene die gedraaid heeft, steekt ongezien zijn groene (ja) of rode (nee) kaart in de blackbox-envelop. De rest legt nu hun rode of groene kaart voor zich, afhankelijk van wat ze denken dat de persoon in kwestie zal antwoorden. Nadien onthult die zijn of haar antwoord en verduidelijkt dit (waarbij er plaats is voor discussie). De mensen die juist gegokt hebben, krijgen bij hun volgende beurt een extra kans als ze een kledingstuk draaien waar ze niks mee kunnen doen. ➔ Trui: beeld uit Trek een kaartje en teken of beeld uit wat erop staat. Als je merkt dat er vragen of discussiepunten zijn bij een bepaald onderwerp kun je hier uiteraard even op ingaan. ➔ T-shirt: blackbox Trek een blackbox-kaartje. Hierop staat een wie-vraag. Iedereen schrijft 2 namen op van mensen uit de leefgroep die het best beantwoorden aan die vraag. Die namen worden in de blackbox-envelop gestoken. Als alle namen in de envelop zitten, haalt iemand ze er weer uit en leest ze voor. Stemmen de resultaten overeen? Kan degene met de meeste stemmen zich vinden in de mening van de anderen? Hoe sta je zelf in je leidingsploeg? ➔ Bh/hemdje: persoonlijke mening Trek een kaartje en geef je mening over het onderwerp. ➔ Onderbroek: dé vraag Trek een kaartje en vertel hoe het er bij jullie aan toegaat. De vragen gaan voornamelijk over de structuur en de inhoud van de leidingskring.

AANDACHTSPUNTEN Als het spel te lang duurt: x kun je het draaien aan de schijf laten wegvallen en ieder één voor één een kledingstuk laten uittrekken dat hij/zij op dat moment ook kán uittrekken; x kun je er op een bepaald moment voor kiezen om gezamenlijk een bepaald kledingstuk uit te trekken. Wanneer iemand aanhoudend pech heeft met het draaien, zorg je er best voor dat hij/zij ook eens de mogelijkheid krijgt om een kledingstuk uit te doen.

86

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: De Naakte Waarheid [


Schoenen: voorwaarden w Als je een muziekinstrument bespeelt w Als je ooit op tv geweest bent w Als je van groen houdt w Als je meer dan 1 zus hebt w Als je gelooft in buitenaards leven w Als je een rijbewijs hebt w Als je bij 1 van de jongste afdelingen staat w Als je het Leidingswoord al eens gelezen hebt w Als je programma voor de volgende Chironamiddag klaar is w Als je de film Titanic gezien hebt w Als je in de volgende zomervakantie in de Ardennen op bivak gaat w Als je aan sport doet w Als je gitaar kunt spelen w Als je denkt dat liefde op het eerste gezicht bestaat w Als je ’s morgens op bivak alleen maar fris en wakker wordt na een stevige kop koffie w Als je een witte onderbroek draagt w Als je het vormsel ontvangen hebt w Als je nog studeert w Als je 2 linkerhanden hebt w Als jij je al eens kaal geschoren hebt w Als je al meer dan 5 Chirobivakken overleefde w Als je tijdens de laatste maand een boek gelezen hebt w Als jij je ooit liet vangen door een aprilgrap w Als je brieven stuurt op bivak w Als je ooit aan de Gordel hebt meegedaan w Als je ooit een virus op je computer had w Als je al eens een bot gebroken hebt (van jezelf weliswaar) w Als je ooit naar de sauna geweest bent w Als je een busabonnement hebt w Als je de voorbije maand minstens 1 keer dronken was w Als je op de Lotto speelt w Als je een zwembrilletje hebt w Als je gisterenavond voor middernacht in bed lag w Als je ooit Sint of Piet speelde w Als je graag vis eet w Als je momenteel een lief hebt w Als je ooit al eens op dieet bent geweest w Als jij ‘s morgens altijd vroeg uit de veren bent op bivak w Als je veel tv kijkt w Als je vegetariër bent w Als je ooit een medaille of een beker won w Als je bang bent van de dood w Als je fiets ooit gestolen geweest is w Als je al eens buiten Europa geweest bent w Als je je iedere morgen wast op bivak w Als je vaak een ochtendhumeur hebt w Als je al wel eens in een vechtpartij betrokken raakte w Als je nog nooit in Amerika bent geweest w Als je meer dan 3 talen spreekt w Als je minstens 1 keer in de 2 weken je kamer opruimt/poetst w Als je je uiterlijk belangrijk vindt

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: De Naakte Waarheid [

87


w w w w w w w w w w w w w w w w w w w w w w w w w w w

Als je ooit al eens op dieet bent geweest Als jij ‘s morgens altijd vroeg uit de veren bent op bivak Als je veel tv kijkt Als je vegetariër bent Als je ooit een medaille of een beker won Als je bang bent van de dood Als je fiets ooit gestolen geweest is Als je al eens buiten Europa geweest bent Als je je iedere morgen wast op bivak Als je vaak een ochtendhumeur hebt Als je al wel eens in een vechtpartij betrokken raakte Als je nog nooit in Amerika bent geweest Als je meer dan 3 talen spreekt Als je minstens 1 keer in de 2 weken je kamer opruimt/poetst Als je je uiterlijk belangrijk vindt Als je schoenmaat meer dan 40 is Als je ooit een prijs van meer dan 250 euro gewonnen hebt Als je van dieren houdt Als je naar de muziekschool gaat of ging Als je een nachtraaf bent op bivak Als je al eens in Italië geweest bent Als je al eens naar de opera geweest bent Als je ooit een wespensteek had Als je ergens een piercing of oorbel hebt Als je al meer dan 10 jaar in de Chiro zit Als je al werkt Als je ooit al in IKEA kwam

Schoenen: opdrachten w Vertel waar je je op de leidingskring het meeste aan ergert. Hoe zou je dat kunnen vermijden/oplossen? w Geef de slechtst denkbare manier om je medeleiding te vertellen dat je een maand niet naar de Chiro kunt komen. w Bedenk een originele manier om de leidingskring wat vlotter te laten verlopen. w Bedenk een originele evaluatietechniek voor de leidingsploeg. w Vertel wat jij in het leidingskenteken ziet. w Som 3 eigenschappen op waarover goede medeleiding moet beschikken. w Bedenk een geldige en een ongeldige reden om niet naar de leidingskring te komen. w Welke zijn jouw taken in de leidingsploeg? Vind je dat te doen? Heb je evenveel werk als de andere leiding? w Wat is het laatste dat jullie met de leidingsploeg samen gedaan hebben? w Vertel over een situatie in de leidingsploeg waarbij je je niet echt goed voelde. w Geef 3 eigenschappen waarover goede groepsleiding moet beschikken. w Geef 3 eigenschappen waarover een goede VB moet beschikken. Sokken: discussie w Als iemand zowel actief is in de plaatselijke Chirogroep als bij het gewest, het verbond of een nationale ploeg, dan moet de eigen groep prioriteit krijgen. w Wie verantwoordelijk is voor ‘orde en netheid’ poetst het lokaal. w Leiding hoeft zich niet aan de leefregels voor leden te houden. w Roken tijdens een leidingskring kan niet. w Vorming (IK, SB,…) is een belangrijke stap in je groeiproces als leiding.

88

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: De Naakte Waarheid [


w Een VB biedt een meerwaarde aan een Chirogroep. w De aspi’s die leiding worden, hebben het eerste jaar best nog geen inspraak in het proces van leidingsverdeling. w Nieuwe leiding staat best samen met ervaren leiding. w Tijdens de leidingskring is structuur noodzakelijk. De leidingskring vindt best plaats op een vaste dag, begint stipt op tijd en eindigt op een vast uur. w Het is evident dat de groepsleiding altijd de vergadering voorbereidt en leidt. w Een leidingsploeg kan pas echt goed draaien als de leiding ook buiten de wekelijkse leidingskring en Chironamiddagen met elkaar omgaat (café, op reis, uitgaan,…). w Je kunt niet van alle leiding verwachten dat ze even veel tijd in de Chiro steken. Broek/rok: scrupules w Je weet dat er is afgesproken om tijdens Chiro-uren niet op café te gaan. Toch zie je de keti’s (met leiding) tijdens een tochtdag op café zitten. Breng je dat op de vergadering? w Er is een koppel in de leiding. De 2 tortelduiven hangen constant aan elkaar als jullie met de leidingsploeg samen zijn, zelfs tijdens vergaderingen. Het begint serieus te irriteren. Zeg je hen er iets van? w Het is erg druk in je Chirogroep. Na het weekend is er nu volop voorbereiding voor het groepsfeest. Je ouders vinden dat het thuis geen hotel is en leggen dat ook eens duidelijk uit. Sla jij een voorbereiding voor het groepsfeest over om thuis een handje te helpen? w Zou jij het melden op een leidingskring wanneer je je niet goed voelt binnen de leidingsploeg? w Zou jij het softdruggebruik van enkele leidingsmensen ter sprake brengen? w Je hoort van je buurmeisje die bij de rakwi’s zit dat zij het al een hele tijd niet meer zo leuk vinden in de Chiro. De rakwileiding heeft echter niets in de gaten. Zul jij hen op de hoogte brengen? w Het gaat niet goed tussen jou en je medeleid(st)er. Breng je dit op de leidingskring? w Je bent afspraken niet nagekomen en daardoor hebben anderen veel werk moeten overnemen. Verdraag je de verwijtende commentaren? w Je bent al een hele tijd werkloos. Je krijgt een aanbieding om te werken als opvoed(st)er, maar dat is veel weekendwerk. De Chirowerking komt zwaar in het gedrang. Zou je de job aannemen én bij de Chiro blijven? w Zou jij tijdens het bivak ’s avonds uitgaan met de leidingsploeg? w De groepsleiding heeft een voorstel over … maar jij bent hiermee niet akkoord. Durf jij je te verzetten? w De VB drijft z’n zinnetje nogal vaak door. Durf jij te reageren? Trui: teken of beeld uit w Groepsleiding w Leidingsverdeling w Opening w Ontspanningsweekend w Groepsfeest w Agenda w Leidingsploeg w Evaluatie w Medeleiding w VB w Leidingskring w Leidingsfuif T-shirt: blackbox w Wie zal altijd zijn/haar mening zeggen op een leidingskring? w Wie durft al eens de regels aan zijn/haar laars lappen?

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: De Naakte Waarheid [

89


w w w w w w w w w w

Wie zal er een nieuw, zot idee lanceren op een leidingskring? Wie voorziet goed uitgewerkte regenprogramma’s? Wie is je ideale speelclubleid(st)er? Op wie kun je altijd rekenen? Wie kan andere leiding motiveren? Wie zal de hoofdrol spelen in toneeltjes? Wie verwelkomt de ouders op een bezoekdag? Wie zorgt ervoor dat op weekend het materiaallokaal piekfijn in orde is? Wie wordt er ooit nog groepsleiding, denk je? Wie zorgt er voor de sfeer?

Bh/hemdje: persoonlijke mening w Op een leidingskring is het belangrijk dat iedereen zijn of haar mond opentrekt. Ook al ben je stil van nature, iedereen moet zeggen wat hij of zij denkt. w Regelmatig moet er eens een leidingskring vervangen worden door een ontspannende activiteit voor de hele leidingsploeg. w Er zijn inderdaad in de leidingsploeg mensen die er minder bijhoren, maar daar kan ik niks aan doen. Zolang ík me maar goed voel in de ploeg. w Inhoudelijke gesprekken om elkaars visie te leren kennen, zijn zeker nuttig. Dat hoeven niet altijd zware gesprekken te zijn. w Het is belangrijk dat de leiding de aspi’s (= toekomstige leiding) al beter leert kennen. Daarom moeten er gezamenlijke activiteiten zijn met leiding en aspi’s. w Ik vind al die ploegbevorderende activiteiten maar niks, sfeer in de ploeg heb je of heb je niet en zul je zeker niet creëren met voorgekauwde activiteiten. w Ik kan niet samen in leiding staan met iemand die totaal andere ideeën heeft dan ikzelf, zowel over Chiro als over andere zaken. Dat verpest het Chirojaar. w Het is goed dat de meest ervaren leiding het meeste te zeggen als er beslissingen genomen worden. w Nieuwe leiding neemt nog geen extra taken op, zodat je je kunt concentreren op het leiding zijn. Later kun je meer hooi op je vork nemen. w Bij een teveel aan leiding stimuleren we nieuwe leiding om het leidingstekort in de naburige Chirogroep te gaan opvangen. Tenslotte blijft het Chiro! w Belangrijke beslissingen worden met heel de leidingsploeg genomen. We streven naar ‘overeenstemming’ zonder te moeten ‘stemmen’. w De taak en positie van de VB moet ieder jaar opnieuw door de leidingsploeg bepaald worden. Onderbroek: structuur en inhoud van de leidingskring w Worden bij jullie de programma’s voor de volgende werking overlopen op de voorafgaande leidingskring? w Wat is de ideale opstelling voor een leidingskring? In zetels, stoelen, 1 lange tafel, een ronde, in het lokaal, bij iemand thuis,…? w Hoe wordt de verslaggeving van de leidingskring bij jullie gedaan? Wat is ideaal denk je? w Is een openingsmoment nodig op een leidingskring? (Bvb. een tekstje of zo.) w Een goede leidingskring is wekelijks, duurt maximaal 2 uur en begint en eindigt stipt. Ga je hiermee akkoord? w Welke dag vind je het beste om een leidingskring te houden? Vrijdag- of zaterdagavond, voor het uitgaan, zondag na de Chiro,…? w Wie stelt de agenda van de vergadering op? Moet dat altijd degene zijn die de vergadering leidt? w Is er altijd een vaste structuur in jullie leidingskring? Bvb. opening, vaste punten, pauze, vragenronde, slot? Is dit nodig? w Gewestelijk, verbondelijk en nationaal nieuws moet ook zeker op de leidingskring komen. Ga je akkoord of niet? Gebeurt dat op jullie leidingskring?

90

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: De Naakte Waarheid [


w Bereiden jullie een grote Chiroactiviteit voor in werkgroepjes? w Is er op jullie leidingskring een vragenronde waar iedereen een mening of variapuntjes kwijt kan? Is dat absoluut nodig opdat iedereen inbreng heeft? w Hoe vaak evalueren jullie met de leidingsploeg? Vind je dat belangrijk of loopt het zo ook wel los?

laver, al is dat niet we een alcolhovrije en d ud ho SB op d et de tekst “Vanavon r een avon len we stickers uit m ditie geworden maa de , tra n ter ee ch e era etj die be ng de n eli or ee Het is r zetten. Vo iden we de bedo we goed in de kijke n tafelmomentje du n olvrije cocktail die oh alc verplicht. Tijdens ee re ke hoeft ook niet, er zij t lek da n ee n verplichten. En ohol� en maken lle alc wi d en an ge m ns nie ee n! ik we drink zonder ka enat omdat st eens een avondje het vertrouwde gerst e voelen dat het be lijv n hards is er nog altijd de n aa en en spontaan meedo heel veel mensen die SB Greet, begeleidster

Roeland

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: De Naakte Waarheid [

91


Waw, echt de max, ons leefgroep lokaal. Ook de andere leefgroepen hadden hun lokaal knus en geze maar ik had echt niet willen ruile llig gemaakt n voor ons speelclubkasteel. We keke n in het begin een beetje raar toen een hele hoop karton een speelclub we met kasteel moesten bouwen, maar al snel waren we goed vertrokken en ook leuk. Ik heb tijdens het knutsele het was n heel veel andere deelnemers goe d leren kennen door de spontane het resultaat was prachtig. Ons eige babbels. En n plekje voor de speelclubleefgroep waar niemand anders in mocht. kantelen, een wachttoren waar je Er waren echt in kon, een valbrug met slot gracht, een ontsnappingsroute, en keek, zag je Ribbel of Mazzel uit een als je goed raampje zwaaien! Ieder had zijn eigen vakje/doosje waar je je bun spullen in kwijt kon en we hadden del of andere zelfs een schatkist vol lekkere, gele sno epjes! We hadden het knus gemaak dekens en matrassen en trokken t met ons telkens in onze burcht terug als er een blok met discussies was. Het ook handig want ons plekje bleef kasteel was intact, ook al werd de rest van het lokaal eens voor een andere activite Je had de ogen van de andere leefg it gebruikt. roepen moeten zien. Joke, deelneemster SB Roeland

92

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: De Naakte Waarheid [


LEIDINGSPLOEG: INLEEFSPEL DOELSTELLING x Reflecteren over het functioneren van de eigen leidingsploeg, over haar mogelijkheden en beperkingen. x Zich bewust worden van de mogelijke verschillen met andere Chirogroepen en leidingsploegen. x Een klankbord en ‘denktank’ bieden voor eventuele concrete vragen of problemen.

MATERIAAL x Vergaderschema voor de deelnemer die de vergadering leidt. x Uitgeknipte argumenten en reacties voor het inleefspel. x Vogelpikbord + vragen van de nabespreking op kleine kaartjes.

DUUR 2 uur

PRAKTISCHE UITWERKING Voorbereiding inleefspel x De leefgroep is een leidingsploeg die doorheen het Chirojaar een aantal opdrachten te vervullen heeft. Er wordt een leidingskring gesimuleerd, aan het begin van het werkjaar. Iedereen speelt zoveel mogelijk zichzelf, maar krijgt ook een kaartje met argumenten op, die hij/zijn tijdens de discussie moet inbrengen. We spreken vooraf af hoe lang de leidingskring mag duren. x Typecasting voor de gespreksleider is toegestaan en zelfs aangewezen! x Je houdt je als begeleiding buiten het spel. Jouw taak is: goed observeren. x Voorzie voldoende tijd voor de nabespreking!

Verloop van het inleefspel (45 min) Wat vertel je de deelnemers? x We spelen een fictieve leidingskring. Iedereen moet zoveel mogelijk ‘zichzelf’ spelen. Benadruk dat de deelnemers zich goed moeten inleven, dat ze hun eigen standpunt moeten verdedigen alsof ze echt op de leidingskring in hun groep zitten! x Elke deelnemer krijgt een briefje met een argument of reactie op beschreven. De anderen mogen niet weten wat je kreeg. Het is een argument dat maar past bij één van de agendapunten van de leidingskring. Wacht er dus mee tot de gespreksleid(st)er jouw onderwerp aanbrengt. x Maak duidelijk aan degene die de leidingskring zal leiden dat we maar 40 minuten de tijd hebben om de agenda af te werken. De gespreksleid(st)er moet ook telkens duidelijk zeggen: punt 1, punt 2, … Zodat weten de anderen goed wat er van hen verwacht wordt. x Check of dit voor iedereen duidelijk is en voorzie even tijd om nog wat uitleg te vragen.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: Inleefspel [

93


Informatie die alle deelnemers krijgen: Het is eind augustus. Na een schitterend bivak komen we een eerste keer weer samen om een aantal afspraken te maken voor het nieuwe werkjaar. Ook de organisatie van een eerste grote activiteit komt eraan: de ouderavond (deze groep heeft de gewoonte aan het begin van het werkjaar iets te organiseren voor de ouders). In de kas zit na het bivak nog € 500. We zijn de leidingsploeg van een gemengde Chirogroep. Ledenaantal: x Speelclub: 34 x Rakwi’s: 30 x Tito’s: 15 x Keti’s: 10 x Aspi’s: 6 De vorige groepsleiding is na het bivak gestopt en er is nog geen nieuwe. Er wordt iemand aangeduid die de vergadering wil leiden.

LEIDINGSKRING 1. Taakverdeling x Wie wordt groepsleiding? x Wie doet de kas en de administratie? x Wie zal de groep vertegenwoordigen in de jeugdraad? En in de parochieraad? 2. We verdelen de openingen voor de leidingskringen van de komende 2 maanden. x Argument 1: Iemand vraagt zich af of er wel een opening moet zijn, vindt het tijdsverspilling. x Argument 2: Iemand vindt dat een opening iets serieus moet zijn: een bezinnend moment. x Argument 3: Iemand vindt dat het eerder een moment moet zijn om stoom af te laten. Iedereen heeft een drukke week gehad en dan weer twee uur serieus vergaderen is niet zo gemakkelijk. 3. Zoals altijd zullen we ook dit jaar weer iets organiseren voor de ouders in ‘t begin van ‘t werkjaar. We doen een eerste brainstorm over wat dat kan worden. x Argument 1: Iemand vindt dat we hier zeker geld uit moeten kloppen. We kunnen het goed gebruiken! x Argument 2: Iemand vindt dat alle afdelingen een stukje moeten brengen, om zich aan de ouders voor te stellen. Zo zien ze onmiddellijk wat voor zinvolle dingen er in de Chiro gebeuren. x Argument 3: Iemand is volledig tegen het uitnodigen van ouders. Ze kunnen niks komen doen. We lopen alleen maar het risico dat ze zich gaan moeien. 4. Zijn er nog variapunten? x Inbreng 1: Ik kom volgende week niet naar de leidingskring omwille van een klasfuif. x Inbreng 2: Ik moet volgende week babysitten bij de kinderen van mijn zus en kom dus niet naar de leidingskring. x Inbreng 3: Ik heb vrijdag een etentje met de familie van mijn lief en kom dus niet naar de leidingskring. x Reactie 1: Ik vind het nogal straf dat de leidingskring zo gemakkelijk overgeslagen wordt. Het is toch wel de bedoeling dat we leidingskring houden met de hele ploeg?? x Reactie 2: Ik vind ook wel dat we met heel de ploeg moeten zijn, maar is het wel nodig om elke week leidingskring te houden? Kunnen we geen ander systeem bedenken? Om de 2 weken leidingskring, bijvoorbeeld?

94

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: Inleefspel [


Nabespreking (1 uur en 15 min) Dit is het belangrijkste deel van dit blok. Zorg dat je zeker genoeg tijd overhoudt, en durf het inleefspel afbreken als het te lang uitloopt. Misschien hebben sommige deelnemers heel concrete vragen. Maak hier zeker tijd voor. Je kunt samen met de leefgroep brainstormen over mogelijke oplossingen.

SUGGESTIES VOOR DE NABESPREKING ➔ HET INLEEFSPEL (Even stoom afblazen. Hou dit kort.) Hoe hebben de deelnemers het spel ervaren: realistisch? doenbaar? Is iedereen tevreden over het verloop van het inleefspel? Je kunt je baseren op observaties die je maakte: pittige details, manier van werken en werk verdelen, leiding nemen, actief deelnemen of niet,... ➔ EIGEN LEIDINGSPLOEG Taakverdeling x Hoe verloopt de taakverdeling? Welke taken zijn er? x Hebben jullie groepsleiding? En welke taken neemt die op? x Hebben jullie een VB? Welke rol neemt die op? Leidingskring x Wie bereidt de leidingskring voor? Wie leidt ze? Is er een vast stramien? x Vergaderfrequentie? x Waar kruipt het meeste tijd in tijdens de leidingskring? Wordt er tijd gemaakt voor inhoudelijke gesprekken? x Hoe worden problemen of spanningen in de leidingsploeg aangepakt? x Kent iedereen de kastoestand? x Welke afspraken zijn er bijvoorbeeld over roken? x Is er een jaarplanning? Hoe wordt ze opgesteld? x Gaan jullie op leidingsweekend? Is het een planningsweekend? Ontspannend? Bivakvoorbereiding? x Hoe pak je de organisatie van een grote activiteit aan? Leven in de ploeg x Organiseren jullie ontspannende activiteiten met de leidingsploeg? Of gaan jullie spontaan samen op stap of op café? x Zijn er kliekjes? x Is er een onderscheid tussen oude en nieuwe leiding? x Welk engagement wordt er verwacht van leiding in je ploeg? Communicatie x Hoe worden beslissingen genomen? Weegt iedereen even zwaar op de besluitvorming? x Kan iedereen zijn of haar zegje doen? Wordt er gevraagd naar de mening van de zwijgers? x Als iedereen het met elkaar eens is, maar jij hebt eigenlijk een andere mening, heb je het dan moeilijk om dat te zeggen? x Kunnen jullie op de leidingskring opmerkingen maken zonder dat dit fout begrepen wordt?

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: Inleefspel [

95


SUGGESTIE VOOR DE NABESPREKINGSMETHODIEK Als je wilt, kun je voor de nabespreking een methodiek gebruiken om het gesprek te leiden. Hieronder vind je één suggestie. Uiteraard kun je ook zelf een methodiek bedenken. Vogelpik Hang een aantal van bovenstaande vragen of onderwerpen op een dartsbord of een stevig karton. De deelnemers gooien om de beurt met een dartspijltje. Wie een vraag kan raken, leest ze voor en geeft het antwoord. De begeleiding leidt het gesprek.

AANDACHTSPUNTEN VOOR DE BEGELEIDING x Het inleefspel is enkel een methodiek. Het is een aanzet om het gesprek over de leidingsploeg te voeren. Als het uitloopt, breek het dan op tijd af! x Het is belangrijk dat de deelnemers hun kaartje(s) en het principe van het inleefspel begrijpen. Controleer dat vóór je eraan begint! x Sommige deelnemers zullen misschien – volgens jou of volgens andere deelnemers – ‘rare’ ideeën of gewoonten hebben in hun groep. Het is goed hen te doen nadenken over hun tradities, maar tegelijkertijd moeten we de deelnemers wel meegeven dat juist of fout hier niet bestaat. Iedereen in de leefgroep zou moeten openstaan voor andere gewoonten en tradities.

toch weer, doe ik dat m ro a a bij? s: “W r nu graag k ik wel een xtra werk e . Soms den e B t S a weer e d l w je a u t e ie m dan we Wie nee en een n t, . rd n … o ke in w a g g e m e b n nieuw een plo rslage uke ploeg aderen, ve g ook echt eens een le irojaar, een e h rg g e lo C o v n , sp w n k u in o ie ke o id e n Een eg zo op SB begele iet je ten pen, als je n?” Een plo aankomen eest en gen lo re ie e w d te e in g n rs rd e e rd ö n b a u in co a rotp dat er w ngen beg llemaal we ls dan al die e vergaderi je jong! doet. En a is het dat a g n a a d Maar als d het houdt ra , g n … e it is tt d r zi e je e it m ir m ro g sp a o o a n ir w at Ch een beetje boordevol doen! En w ngeren die weer gaan jo zo n t e va h n u e zo vorm zier. Je et cursusple volle van h Mechelen leidster SB e g e b n e e m Carla, alge

96

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: Inleefspel [


VERGADERSCHEMA voor degene die de vergadering leidt Puntje 1: We verdelen de taken voor het nieuwe werkjaar. x Wie wordt groepsleiding? x Wie doet de kas en de administratie? x Wie zal de groep vertegenwoordigen in de jeugdraad? En in de parochieraad? Puntje 2: We verdelen de openingen van de leidingskringen voor de komende twee maanden. (Controleer of ook nieuwe leiding weet wat er met ‘opening’ bedoeld wordt.) Puntje 3: Vraag: wat organiseren we voor de ouders in ’t begin van ‘t werkjaar? We doen een eerste brainstorm... Jullie groep heeft de gewoonte elk jaar in het begin van het werkjaar iets te doen voor de ouders. Puntje 4: Zijn er nog varia?

PUNTJE 2 Bij het tweede punt (verdeling van de openingen) stel jij de vraag of er wel een opening moet zijn. Jij ziet het nut er niet van in. Je zou liever onmiddellijk starten met de vergadering, dan is ze ook vlugger afgelopen.

PUNTJE 2 Bij het tweede punt (verdeling openingen) pleit jij ervoor dat een opening telkens een bezinnend moment of een serieuze inhoudelijke tekst moet zijn.

PUNTJE 2 Bij het tweede punt (verdeling openingen) pleit jij ervoor dat een opening een moment moet zijn om stoom af te laten. Na een drukke week direct weer voor twee uur beginnen vergaderen is toch niet zo gemakkelijk. Daarom vind je het een goed idee om even de remmen los te gooien tijdens een spelletje of zo.

PUNTJE 3 Bij het derde punt (wat doen we voor de ouders) pleit jij ervoor dat de ouderactiviteit zeker winstgevend moet zijn. We kunnen het geld goed gebruiken want de kas is bijna leeg.

PUNTJE 3 Bij het derde punt (wat doen we voor de ouders) pleit jij ervoor een avond te organiseren waar alle afdelingen een stukje brengen. Zo zien de ouders wat voor zinvolle dingen er gebeuren in de Chiro.

PUNTJE 3 Bij het derde punt (wat doen we voor de ouders) ben jij pertinent tegen het uitnodigen van de ouders. Dat is alleen maar tijdverlies. Chiro doe je voor de kinderen en ouders laat je daar best zoveel mogelijk buiten, die bemoeien zich er veel te graag mee.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: Inleefspel [

97


PUNTJE 4 Jij meldt op het einde van de vergadering (varia) dat je de volgende week niet naar de leidingskring kunt komen omwille van een klasfuif. (De opbrengst is voor de Romereis)

PUNTJE 4 Jij meldt op het einde van de vergadering (varia) dat je de volgende week niet naar de leidingskring kunt komen omwille van een etentje met de familie van je lief.

PUNTJE 4 Jij meldt op het einde van de vergadering (varia) dat je de volgende week niet naar de leidingskring kunt komen omdat je moet babysitten bij de kinderen van je zus.

PUNTJE 4 Er hebben net 3 personen afgezegd voor de leidingskring volgende week. Jij vindt het nogal straf dat de leidingskring zo gemakkelijk overgeslagen wordt. Je vindt dat op de leidingskring heel de ploeg aanwezig moet zijn (of toch zo goed als de hele ploeg)

PUNTJE 4 Er hebben net 3 personen afgezegd voor de leidingskring volgende week. Iemand anders reageert daarop dat dit niet kan. Nadat die persoon en anderen hun zegje hierover hebben kunnen doen, is het aan jou. Jij hebt nog een iets andere mening: Jij vindt dat de leidingskring niet zinvol is als maar de helft van de ploeg aanwezig is. Je wilt eens horen wat de anderen hierover denken. Tijdens de discussie krijg je plotseling nog een andere ingeving en verdedigt die dan ook: als er efficiënter vergaderd kan worden, is het voor jou niet nodig om elke week te samen te komen. Je stelt voor om maar om de twee weken een leidingskring te houden, “en zo houdt iedereen nog wat vrije tijd over buiten de Chiro”!

dat merk je vig in de schoenen. Ook onzeker, de ander heel ste l hee één de e, dag hebben me n ede nse twe me ers, enz. Maar de Op SB heb je verschillende ideeën, verschillende karakt nde ille n na te sch eve ver t om me aal ing opwekken,… ide op in je leefgroep: Chiroleid er, een rustgevend gevoel sfe te juis d van de k, han zie de n mu Aa ge elli armaken in Chiro. we ons vast visieblok. Gez zeker willen beleven en wa we en met de ard nis wa ken lke oep we fgr at, , maakt de lee denken waarvoor Chiro sta met hun typische betekenis elk … ,… o’s, eel fot ton , n, ste ken tek den n, rpe wisseling, samen gekleurde dozen, voorwe innerlijkheid” en dat via uit en d k” in hei “kli dig een l aar we htv h rec toc n, fgroep, dit geeft 3 Chirowaarden: “graag zie aalig SB-gevoel met je lee aaa aaaa irob aaa Ch t zaa wa l een r hee voo eren en je neemt Kortom, dit moment zorgt t de Chirodroom van and me nis ken akt ma je en, lev de groep. Je “voelt” Chiro s. hui r naa e me gage st-Vlaanderen

Vincent, begeleider SB We

98

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: Inleefspel [


LEIDINGSPLOEG: WIE BEN IK VOOR MIJN LEIDINGSPLOEG? DOELSTELLING x De deelnemers reflecteren over het functioneren van de eigen leidingsploeg, over haar mogelijkheden en beperkingen. Let op: Niet alle aspecten van de werking van een leidingsploeg komen in deze werkvorm aan bod. x Zich bewust worden van de mogelijke verschillen met andere Chirogroepen en leidingsploegen. x Een klankbord en denktank bieden voor eventuele concrete vragen of problemen.

MATERIAAL x Enkele meetlatten x Enkele scharen x Een hamer

PER DEELNEMER: x Een vierkant stuk papier x Twee pareltjes x Een nagel met kop x Een dun houten stokje x Een balpen

DUUR 1 uur

PRAKTISCHE UITWERKING STAP 1 Wat kan/is/doet mijn leidingsploeg als de beste? Vraag aan de deelnemers om in het eerste vakje van hun windmolen iets op te schrijven waarin hun leidingsploeg zeer sterk is. Bijvoorbeeld: x Wij zijn een ongelooflijke vriendenploeg. x Wij steken sterke programma’s in elkaar. x Wij kunnen heel efficiënt vergaderen. x Wij zijn er voor alle kinderen. Vraag daarna of iedereen het positieve puntje van hun leidingsploeg wil vertellen.

STAP 2 Waar brengt mijn leidingploeg niets van terecht? In het tweede vak schrijven de deelnemers iets waarin hun leidingsploeg helemaal niet goed is. (Misschien kunnen de deelnemers ideeën halen uit de anderen hun positieve verhalen.) Ga samen op zoek naar oplossingen.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: Wie ben ik voor mijn leidingsploeg? [

99


STAP 3 Mijn meerwaarde voor de leidingsploeg is … In het derde luikje schrijven de deelnemers iets op waar ze zelf goed in zijn en wat hun leidingsploeg ten goede komt. Mogelijkheden: x sfeermaker x stipt x probeer iedereen te begrijpen x de enige die graag met inkleding werkt x hou de knutselkast netjes Laat de deelnemers deze denkoefening gewoon doen. Je hoeft er niet verder over te discussiëren.

STAP 4 Ik wil/moet nog werken aan… Het laatste kwartje wordt opgevuld met een werkpunt. Waaraan willen de deelnemers werken om een positieve schakel te zijn in de leidingsploeg? Of waaraan willen ze actief werken om hun leidingsploeg het iets beter te laten doen? Hoe het windmolentje maken? In elk vak van het windmolentje komt een vraag: x Teken de diagonalen op het vierkant stuk papier. In elke vak komt een vraag: 1. Wat kan/is/doet mijn leidingsploeg als de beste? 2. Waar brengt mijn leidingploeg niets van terecht? 3. Mijn meerwaarde voor de leidingsploeg is … 4. Ik moet wil nog werken aan … x Knip met een schaar langs de diagonalen, tot ongeveer halverwege. x Maak voorzichtig met de nagel een gaatje in het midden en een gaatje in elke hoek. Zorg ervoor dat het papier niet scheurt. x Schuif een parel over de nagel. x Vouw een punt vanuit elke hoek naar het midden, zodat de nagel door alle gaatjes kan. x Schuif de tweede parel over de nagel. x Nu moet je de nagel nog op het stokje bevestigen. Sla de nagel met de hamer zachtjes in het stokje. Let erop dat het molentje los genoeg zit, anders heeft de wind geen vrij spel.

100

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Leidingsploeg: Wie ben ik voor mijn leidingsploeg? [


CHIROVISIE

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Inleefspel [

101


102

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Inleefspel [


CHIROVISIE: INLEEFSPEL DOELSTELLING x Deelnemers weten welk standpunt Chirojeugd Vlaanderen inneemt over de volgende thema’s: betrokkenheid op de wereld, zingeving, genotsmiddelen, milieu, participatie, relaties en seksualiteit, toegankelijkheid. x Deelnemers weten dat de standpunten van Chirojeugd Vlaanderen voortvloeien uit de drie Chirowaarden: graag zien, innerlijkheid en rechtvaardigheid. x Deelnemers weten dat de Chirovisie verwoord staan in drie Spiegelteksten. De teksten staan in de deelnemersbundel. x Deelnemers toetsen hun eigen visie aan de Chirovisie. x Deelnemers zoeken concrete voorbeelden uit hun eigen Chirogroep die de Chirovisie waarmaken. x Begeleiding en deelnemers kunnen elkaars visie in vraag stellen.

MATERIAAL x 8 vergrote paspoorten x Wekker x Kladpapier en balpennen x Lege kaartjes x Dikke stiften x Waardenlijst (zie bijlage) x Flap met de vragen in verband met Chirowaarden x Flap met vragen bij de Spiegelteksten x De drie Spiegelteksten uitvergroot x Bladen met thema’s

DUUR 3 uur

PRAKTISCHE UITWERKING Situatieschets Een gemengde Chirogroep heeft plots in de helft van het Chirojaar problemen. Het is een leidingsploeg van 12 mensen. Door een ruzie stoppen ineens 4 leidingsmensen. De 8 overblijvers (6 leidsters, 2 leiders) beslissen om tussen kandidaten uit het dorp maximaal 4 nieuwe mensen te kiezen. Omdat de werking gewoon door moet kunnen gaan, moet dat op heel korte termijn.

Inleefspel De leefgroep leeft zich in in de gemengde Chirogroep en binnen een symbolische tijdsspanne van 40 minuten moeten ze beslissen wie er in de leidingsploeg komt. Een wekker tikt af… Elk personage wordt beschreven op een paspoort dat in het groot wordt afgebeeld op kartonnen bladen van A4-formaat. Alle deelnemers krijgen nog een verkleinde versie van de paspoorten. De vergrotingen liggen op tafel. Degenen die niet in aanmerking komen, worden symbolisch geschrapt door het paspoort aan de kant te leggen. De tijd gaat in als de methode uitgelegd is (uitleg: +/- 10 min) en de deelnemers de paspoorten nog

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Inleefspel [

103


niet gelezen hebben. In de realiteit moet de leidingsploeg ook nagaan wie de mogelijke kandidaten zijn en dat binnen een beperkte tijdsspanne. De begeleiding leeft zich niet mee in, maar kijkt toe en let op de waarden die aan bod komen tijdens de discussie.

Mogelijke kandidaten

LIZA Liza is een medewerkster van jeugdhuis De Belangstelling. Ze is een bezige bij die zelden thuis te vinden is. Enkele leidsters kennen haar van in het jeugdhuis. Ze schuimt alle fuiven af en dat meestal tot in de late uurtjes, niet zelden in beschonken toestand. In het weekend slaapt ze dan ook graag lekker uit. Liza is verder nog actief in de plaatselijke toneelvereniging en ze speelt contrabas in de stedelijke muziekacademie. Ze staat bekend als een zeer creatief iemand maar durft haar taken in het jeugdhuis wel eens verwaarlozen als alles wat teveel wordt.

JORIS Joris is een jongen met een motorische handicap, hij zit in een rolstoel. Jarenlang was hij lid van de naburige Chirogroep. Na zijn aspirantenjaren is hij gestopt met Chiro omdat hij geen leider kon worden. Joris studeert filosofie (en kan daar wel eens over doorbomen) en hij houdt heel erg van kortverhalen schrijven. Joris is goed gekend in de buurt en alle kinderen zijn dol op hem.

JOKE Joke is de overbuur van Jef. Binnen de leidingsploeg is ze goed gekend, vooral onder de leiders. Joke is namelijk al jaren de babe van de gemeente. Vele van de jongens vinden het jammer dat ze hun communie al gedaan hebben. Joke geeft namelijk vormselcatechese. De meisjes begrijpen niet wat de jongens zo fantastisch vinden aan Joke. Volgens hen is ze overduidelijk naiĂŤf, moet je voor alles haar handje vasthouden en zal ze zeker nooit een quiz winnen.

PAUL Oud-aspirant Paul is een Handige Harry die de leidingsploeg al meermaals heeft geholpen met klusjes aan de lokalen. Hij heeft daar ook wel wat tijd voor. Paul is vaak thuis omdat hij moeilijk werk kan vinden. Hij is een geĂŤngageerde jongen die zijn ziel kan geven voor een aantal zaken waarin hij sterk gelooft. Zo is hij een voorvechter van de dierenrechten, is hij pro legalisering van softdrugs (hij is zelf ook gebruiker) en duwt hij je mailbox vol met allerhande petities om het regenwoud te redden of oorlogen tegen te gaan.

ROELAND Roeland is de voorzitter van de jeugdraad. Hij is een echt leiderstype en een krak in dingen organiseren. Momenteel ligt zijn voorzitterschap wat onder vuur omdat de andere leden vinden dat hij teveel op eigen houtje doet en te weinig aan de groep voorlegt. De jeugdraad is trots op hun voorzitter die ongelofelijk bekwaam is maar ze hebben het moeilijk met zijn betweterige houding.

104

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Inleefspel [


EVA Eva is een medestudent van leider Niels en heeft al wel eens laten vallen dat ze graag leidster zou worden in een jeugdbeweging. Ze heeft nooit in een vereniging gezeten maar volgens Niels is ze zeer vlot en sociaal. Eva heeft een vaste vriendin, Clemence. In het dorp zijn ze gekend als vurige medewerksters van de holebibeweging ‘Hela Holebi’.

HILDE Leidster Hilde kent Dimi van de plaatselijke speelpleinwerking. Hij is een geëngageerde Greenpeace-activist die ook voor de partij Groen! actief is. Hij is vegetariër en hoopt zo veel mogelijk mensen te overtuigen vegetarisch te gaan leven. Dimi is ook het lief van Geertrui, de ribbelleidster, maar tussen hen lijken de ruzies af en toe heel hoog op te lopen.

CHALEB Chaleb is een medewerker van buurtwerking ‘Spike ’n go’. Hij is een cursus Nederlands aan het volgen en kent veel kinderen van de vreemdelingenwijk. Hij is zeer gelovig en vertelt graag over zijn eigen cultuur en godsdienst. Chaleb studeert voor kinderopvoeder en zijn grootste droom is ooit de Mount Everest beklimmen.

Suggesties voor de nabespreking x Is de leefgroep tot een besluit kunnen komen? Waarom wel? Waarom niet? x Welke criteria vond de leefgroep het belangrijkst? x Waren er individuele criteria die de bovenhand haalden? x Vond je het moeilijk om te selecteren? x Heb je je laten overtuigen? x Ben je van je eigen mening afgeweken? x Voelde je je soms schuldig? x Waren er conflicten en waardoor?

Link met Chirowaarden We leggen de link met de Chirowaarden aan de hand van de volgende stappen.

STAP 1 Gebruikte criteria Welke criteria heb je gebruikt? Kun je die criteria waarden noemen? Wat zijn waarden? Iets binnen in jou zegt dat iets goed is of slecht of misschien niet echt goed maar in dit geval wel te rechtvaardigen…

STAP 2 Persoonlijke waarden Je geeft elke deelnemer een kaart waar ze een positieve gebeurtenis opschrijven die ze zelf hebben meegemaakt. Alle leefgroepleden schrijven in een paar woorden een persoonlijk verhaal op hun kaart. De situatie mag zich even goed buiten hun Chiroleven hebben afgespeeld, maar ze moeten wel persoonlijk betrokken geweest zijn. Als de deelnemers aan het schrijven zijn, geef je hun de bijkomende opdracht eens te denken over welke waarde(n) het in dat verhaal gaat, welke waarde er centraal staat.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Inleefspel [

105


Op de voorkant van de kaart zetten de deelnemers dan (bij voorkeur in dikke alcoholstift en grote drukletters) in één woord over welke waarde het in dit verhaal gaat. Je laat de deelnemers om beurten hun verhaal vertellen. Als het verhaal verteld is, mag diegene die aan het woord was, zeggen over welke waarde het verhaal ging en zijn of haar kaart (met het waardewoord naar boven) in het midden leggen. TIP: Als de deelnemers zelf niet direct op waarden komen of als het begrip ‘waarden’ voor hen wat te abstract is, kun je hen vooraf een lijstje geven met een aantal belangrijke waarden op (zie verder).

STAP 3 De waardentopdrie Als iedereen zijn of haar verhaal verteld heeft en alle waarden liggen in het midden, wordt er met de groep even gekeken of er belangrijke waarden ontbreken. Worden er nog nieuwe waarden genoemd, dan worden die ook op een kaart geschreven en bij de andere gelegd. (Eventueel kan ook hier de waardenlijst gegeven worden.) Uit de voorliggende waarden stelt iedereen nu zijn of haar ‘waardentopdrie’ op: welke waarden stellen zij centraal in hun eigen leven, in het samenleven tussen mensen, in hun relaties, in hun visie op de maatschappij,…? Iedereen schrijft die topdrie voor zichzelf op.

STAP 4 De Chirowaarden Vraag nu aan de deelnemers of de waarden die zij in hun topdrie gezet hebben ook de waarden zijn die centraal staan in hun Chiroleven. Misschien moet je dit voor hen wel even verduidelijken: x Zijn dat de dingen die zij het belangrijkste vinden in hun omgang met hun Chiroleden? x Zijn dat de dingen die zij willen nastreven in hun samenwerking in de leidingsploeg? x Zijn dat de dingen die zij in hun samenspel aan hun Chiroleden willen doorgeven? x Bepalen die waarden mee waarom zij in de Chiro bepaalde beslissingen over bepaalde thema’s nemen (bvb. over acties voor het goede doel, respect voor het milieu, omgang met drank en drugs, omgang met migranten, profilering naar de ouders toe,…?). x Hebben zij het gevoel dat ze door voor een Chiro-engagement te kiezen die bepaalde waarden willen nastreven en waar maken? x Straalt hun Chirosamenleven die waarden uit? (Die vragen staan per leefgroep op een grote flap zodat de deelnemers ze rustig kunnen lezen en nalezen.) Je laat de deelnemers op basis van die vragen een nieuwe waardentopdrie opstellen, deze keer dus één die het best bij hun Chiroleven past. Natuurlijk mogen ze ook hun oude topdrie houden! Als er nog tijd is, probeer je samen een gezamenlijke topdrie (of desnoods topvier of topvijf ) te maken. Je gaat hier op zoek naar de waarden die voor alle leefgroepleden absoluut bij de Chiro horen, die eigenlijk onlosmakelijk verbonden zijn met de manier van werken en leven in de Chiro. STAP 5 De Spiegelteksten Nu haal je er de Spiegelteksten bij. Zij verwoorden de drie Chirowaarden: innerlijkheid, graag zien en rechtvaardigheid. Je leest de teksten samen met de leefgroep even door.

106

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Inleefspel [


GRAAG ZIEN

RECHTVAARDIGHEID

INNERLIJKHEID

Graag zien is als vrienden omgaan met elkaar, en weten dat de ander geen middel is om je eigen doel te bereiken; aanvaarden dat iemand anders anders is, en samen werken aan verbondenheid; kiezen om elke mens te waarderen, zomaar, om wie die is.

Rechtvaardigheid is beseffen dat iedereen evenveel waarde heeft en elke mens een hoopvolle toekomst geven; alle mensen laten meespelen in onze samenleving en hen geven wat ze daarvoor nodig hebben; jezelf niet versterken ten koste van zwakkeren.

Innerlijkheid is intens leven en laten leven; vragen stellen bij wat vanzelfsprekend lijkt; sporen zoeken van wie of wat ons leven zin geeft; sterker worden door bewust te leven.

Graag zien kiezen we in de Chiro door te zorgen dat iedereen zich thuis voelt in de groep; rekening te houden met de ander, en respect te hebben voor iemands kwetsbaarheid; te bouwen aan een vriendengroep die sterker is dan ruzie. Graag zien, voor een wereld waar mensen zo samenleven dat iedereen er beter van wordt, dichtbij en veraf; waar we samen werken aan een levende gemeenschap waarin verbondenheid voelbaar wordt.

Rechtvaardigheid kiezen we in de Chiro door te leren delen; je in de eerste plaats in te spannen voor wie het moeilijker heeft; pesten en uitsluiten een halt toe te roepen en te kiezen voor geweldloos overleg. Rechtvaardigheid, voor een wereld waar we samen werken aan vrede en streven naar een leefbare aarde voor iedereen, nu en morgen.

Innerlijkheid kiezen we in de Chiro door, terwijl je bezig bent, stil te staan bij gevoelens van verwondering en verbondenheid, van verontwaardiging en onmacht; te beseffen dat je leeft en mag genieten. Innerlijkheid, voor een wereld waarin we onze waarden tot bloei brengen in concrete daden en gaan voor zinvol samenleven.

Tip: Lees de Spiegelteksten zelf voor (traag en duidelijk). Zorg dat je ze ook vooraf al eens gelezen hebt. Dan stel je hen de volgende vragen (ook weer op een flap te vinden): x Vinden zij hun waarden hierin terug? x Wordt hier op een juiste manier geformuleerd waar Chiro voor staat en waar Chiro zich door laat leiden in haar samenspelen, samenleven en visie op de samenleving en maatschappij? x Passen die waarden bij een jeugdbeweging als Chiro?

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Inleefspel [

107


x Zijn dit ook de waarden die zij hun Chirogroep nastreven? x Zijn er dingen voor hen teveel aan? Zijn er dingen die volgens hen ontbreken?

STAP 6 Link met verschillende thema’s Vanuit de Chirowaarden neemt de Chiro ook bepaalde standpunten in over verschillende thema’s (nl. betrokkenheid op de wereld, zingeving, genotsmiddelen, milieu, participatie, relaties en seksualiteit, toegankelijkheid). Oefening: Welke thema’s komen er aan bod in de paspoorten? De verschillende thema’s staan op aparte papieren. De deelnemers proberen de paspoorten bij de overeenkomstige thema’s te leggen. De meest in het oog springende thema’s bij elk personage: x Liza: genotsmiddelen x Joris: toegankelijkheid x Joke: zingeving x Paul: betrokkenheid, genotsmiddelen x Roeland: participatie x Eva: relaties en seksualiteit x Dimi: milieu x Chaleb: toegankelijkheid De verschillende thema’s worden kort overlopen. Deelnemers kennen de Chirowaarden. Stel hen de vraag: “Wat denk je dat vanuit die Chirowaarden het standpunt van Chirojeugd Vlaanderen is over die verschillende thema’s?” STAP 7 Concrete voorbeelden uit de eigen Chirogroep De deelnemers zoeken in groepjes naar concrete voorbeelden uit hun eigen Chirogroep die de Chirovisie waarmaken. De leefgroep wordt in 3 groepjes gesplitst en elk groepje zoekt concrete voorbeelden bij 1 Chirowaarde – dat mag zowel positief als negatief zijn. Daarna komen we weer samen in de grote groep en vertelt elk groepje 1 ervaring.

AANDACHTSPUNTEN VOOR DE BEGELEIDING x Je kunt ervoor kiezen om de paspoorten eerst per twee te bespreken en daarna in grote groep. Zo komt de mening van minder mondige deelnemers misschien gemakkelijker aan bod. x Als je merkt dat de deelnemers er snel overheen gaan en hun keuze niet echt gefundeerd is, is het belangrijk om als begeleiding de beslissingen van de leefgroep in vraag te stellen. Je hebt immers stof nodig voor de nabespreking. Het is dus belangrijk dat de deelnemers tijdens het inleefspel zeggen waarom ze een bepaalde keuze maken. Door te zeggen waarom je voor die of die persoon kiest, kom je immers bij bepaalde waarden uit. x De verkozen personen uit het inleefspel kun je in de nabespreking linken aan de Chirowaarden. Past die persoon binnen de Chirowaarden?

108

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Inleefspel [


Waardenlijst

Eerlijkheid

Trouw

Vertrouwen

Toegeeflijkheid

Respect

Christelijke basis

Openheid

Menselijkheid

Verdraagzaamheid

Vergevings足 gezindheid

Rechtvaardigheid

Geloof

Liefde

Vriendelijkheid

Vriendschap

Luisterbereidheid

Tolerantie

Vrijheid

Oprechtheid

Gulheid

Intu誰tiviteit

Voorzichtigheid

Ruimdenkendheid

Echtheid

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Inleefspel [

109


rSB te gaan, onde toch maar mee op om n re ar ive na r ot ee m m eg et llen ze ni leidingsplo dagen halen en wi keer moet ik mijn f e vij er “Ik : na Ied LK ? ze je ch de to m op t ko an?” Dan ste verhalen Hoe doen ze he oeten we echt ga Elke week de wild . “M ar t: e ch da en el zu e di uff ste n kn at va la ps groe nt da’s weg nog een , nog een laatste Chirofuif van X, wa scheid nemen hier de week naar de en lg vo we n aa huis. Nog vlug af .” Of : “G da’s die van op SB heb de die gezien, van op SB?” n SB Kempen

le deelnemers va

Ann, VB van al ve

110

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Inleefspel [


CHIROVISIE: LUDIEKE VOORSTELLING DOELSTELLING x Deelnemers weten welk standpunt Chirojeugd Vlaanderen inneemt over een aantal thema’s. x Deelnemers weten dat de standpunten van Chirojeugd Vlaanderen voortvloeien uit de drie Chirowaarden. x Deelnemers weten dat de Chirovisie verwoord staat in drie spiegelteksten. De teksten staan in de deelnemersbundel. x Deelnemers toetsen hun eigen visie aan de Chirovisie. x Deelnemers zoeken concrete voorbeelden uit hun eigen Chirogroep die de Chirovisie waarmaken. x Begeleiding en deelnemers kunnen elkaars visie in vraag stellen.

MATERIAAL x Materiaal voor de toneeltjes v Een dvd met een video- en geluidsfragmenten kan je opvragen bij Verbond Antwerpen. x Kladpapier en balpennen x Lege kaartjes x Dikke stiften x Waardenlijst (zie methodiek Chirovisie inleefspel) x Flap met de vragen in verband met Chirowaarden x Flap met vragen bij de Spiegelteksten x De drie Spiegelteksten uitvergroot

DUUR 2 uur

PRAKTISCHE UITWERKING DEEL 1 INLEIDING Ludieke voorstelling ➔ Intermezzo “Wat is Chiro” (Chiro-cd) ➔ Video De deelnemers zetten zich allemaal in de zaal. Als iedereen zit, valt al het licht uit. Een korte videoclip i.v.m. uitgaan, geweld, seks, liefde, drugs, plezier,... wordt getoond. Na het verschijnen van het woord ‘Chirovisie’ op het videoscherm stopt de muziek en valt het licht uit. Dan komen 4 personen met een kaars op het podium. ➔ Tekst A: Ja mensen, dat moet hier dus echt wel goed worden, hé, met flitsende beelden en niet teveel gezever. B: Maar ook inhoud, hé, ‘t moet ergens over gaan en ‘t moet duidelijk zijn waarover het gaat. We moeten goeie manieren zoeken om die dingen over te brengen A: Denkt gij dat die deelnemers daar echt zo over gaan nadenken? Die willen zich gewoon een avond ] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [

111


amuseren, en de helft zit toch maar te wachten tot de laver begint. B: Alle, zeg, nu onderschat ge die mensen toch! Da’s toch allemaal leiding, die weten toch dat dat moeite kost om iets fatsoenlijks ineen te steken, die gaan toch wel opletten, zeker? Trouwens, de cursus, daar komt ge toch naartoe om iets te leren, zeker? C: Ja, nieuwe spelen leren, daar komen ze voor, maar visie, da’s iets anders. D: Ja, zeg, ‘visie’, da’s nogal een raar woord, hé. Misschien moeten we dat eerst even uitleggen. B: Ja, maar hoe leg je dat uit? A: Euh… Zo van: de visie, dat is wat de Chiro denkt over vanalles en zo. De visie, dat zijn de waarden. D: Ja, maar dan moet je er ook wel bijzeggen dat dat geen wet is, hé, dat iedereen zijn eigen mening mag hebben . Het belangrijkste is om er eens over na te denken. C: Ik vind wel dat we een goeie inleiding moeten hebben, maar ik weet niet of we dat zo allemaal moeten zeggen. Dan zitten ze precies op school. “Ja mensen, let allemaal even goed op, want nu volgt er een werkblok over de Chirovisie, blablabla” Dan breken ze binnen de kortste keren de zaal af. A: Ja zeg! Niet overdrijven, hé! C: Oké, ik zal een voorstel doen: we moeten een goeie inleiding hebben, de deelnemers moeten weten waarover het zal gaan, maar het mag niet te saai en niet te schools zijn. Goed? AB: Ja, da’s goed! D: Ja, oké, maar nu hebben we nog niks, hé. C: Weet ge wat, (naam van iemand van de begeleiding invullen) is er vandaag niet, hé? We zeggen hem/ haar gewoon dat hij/zij voor een inleiding moet zorgen. D: Voilà! Wij hebben het denkwerk al gedaan! De vier personen blazen hun kaarsen uit en gaan af. ➔ Materiaal: x “Wat is Chiro?” (Chiro-cd) x 4 kaarsen

BETROKKENHEID OP DE WERELD. DICHTBIJ EN VERAF ➔ Video Reclamespot National Geographic ➔ Cijfers over engagement en solidariteit: Met een korte, flitsende Powerpoint-presentatie laten we zien dat de Chiro concreet betrokken is bij wat er allemaal in de wereld gebeurt. ➔ Materiaal x Cijfergegevens x Flitsend, internationaal getint liedje

BETROKKENHEID OP DE BUURT ➔ Intermezzo “In the middle of the street” (Small Faces) ➔ Sketch Twee huiskamers aan de twee kanten van de zaal. Twee Chiroleid(st)ers zijn thuis. x Chiroleider 1 wil eens rustig uitblazen na een zware zondag en zakt onderuit voor de tv. Hij krijgt bezoek van allerlei mensen van de parochie die hem vanalles komen vragen. Eerst is hij nog vrien-

112

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [


delijk, maar stilaan wordt hij verschrikkelijk kwaad. x Chiroleider 2 is de leidingskring aan het voorbereiden en ziet het allemaal niet meer zo zitten: het dak van het lokaal lekt, de leidingsploeg is te klein om het mosselfeest goed te kunnen organiseren, ‘t zal waarschijnlijk weeral regenen met de groepsnamiddag en er moet nog vanalles ineen gestoken worden. Hij krijgt ook bezoek van allerlei mensen van de parochie, maar die bieden allemaal aan om de Chiro te helpen. Hij wordt dan ook hoe langer hoe gelukkiger. Chiroleider 1 krijgt achtereenvolgens bezoek van: x de pastoor (wil de lokalen gebruiken voor een missieavond) x de voorzitster van de KAV (wil dat de leidingsploeg de kinderopvang verzorgt bij hun jaarlijkse quizavond) x een ouder van één van de leden (wil dat de leiding mee komt helpen verhuizen) x de directrice van de school (wil een Chirolokaal gebruiken als klas) Chiroleider 2 krijgt bezoek van: x een ouder (komt vragen of de Chiro iets kan doen met een zetel en wat kookpotten) x de pastoor (heeft geld om het dak van het lokaal te herstellen) x de directrice van de school (biedt het gebruik van de sporthal van de school aan voor de groepsnamiddag) x de voorzitster van de KAV (de KAV wil komen koken voor het mosselfeest) ➔ Materiaal: x “In the middle of the street” (Small Faces) x 2 huiskamers

CHIRO EN ZINGEVING ➔ Intermezzo “Zin-d’er-in(g)” (Chiro-cd) ➔ Sketch De leidingsploeg verzamelt voor de leidingskring. De groepsleidster opent de vergadering. De praktische puntjes moeten zeer snel behandeld worden, want de pastoor komt langs om te praten over de viering op bivak. Praktische puntjes: x de dakgoot lekt; x aankoop ballen; x de gasrekening is nog niet betaald; x de KAV wil kookmateriaal lenen. De pastoor komt binnen, begroet iedereen en stelt na een korte intro de vraag of er al gesproken werd over de viering op bivak. De meningen hierover lopen zeer sterk uiteen. Iedereen verkondigt (duidelijk) zijn of haar voorkeur voor één van deze alternatieven: x viering in de kerk; x viering met de pastoor; x viering door de leidingsploeg; x duiding door de leidingsploeg; x geen bezinnend moment. Het gesprek wordt een hevige discussie, en ten slotte een heftige ruzie (waar de bekertjes naar elkaars

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [

113


hoofd gegooid worden). (Naarmate de ruzie escaleert wordt het licht gedimd en klinkt het lied “Zin-d’er-in(g)” luider.) ➔ Tekst Door de micro wordt volgende tekst voorgelezen: De Chiro is voortgevloeid uit een heel bijzonder verhaal: het verhaal van Jezus. Het is een verhaal dat voor de Chiro al een onuitputtelijke bron van inspiratie geweest is. Het is een verhaal dat vertelt over een manier van leven waar innerlijkheid, graag zien en rechtvaardigheid centraal staan. Die waarden zijn een leidraad voor ons Chirowerk en een samenvatting van waar de Chiro voor staat. Het verhaal van Jezus is echter niet onze enige inspiratiebron. Chiro heeft zich ook altijd laten inspireren door het verhaal van kinderen en jongeren. Ook andere zinvolle verhalen uit alle windstreken, die in onze samenleving verteld worden, kunnen in Chiro een plaats krijgen. ➔ Getuigenis Iemand geeft een relativerende getuigenis over waarom en hoe mensen bidden. ➔ Materiaal x “Zin-d’er-in(g)” (Chiro-cd) x Grote tafel x 6 stoelen x Plastieken bekertjes om mee te gooien x Micro

OPENHEID VOOR ALLE KINDEREN EN JONGEREN ➔ Intermezzo “Leef” (Mozaïek) ➔ Sketch 2 leid(st)ers gaan op huisbezoek om het bivakgeld voor het buitenlands bivak te ontvangen. Ze kloppen aan en een koppel doet open. Die situatie herhaalt zich 3 keer, met achtereenvolgens de volgende inhoud: A. Het koppel bevindt zich op een goede plaats op de economische ladder. Het betalen van het bivakgeld is geen probleem. Zelfs een tentje en wat extra’s kunnen er gemakkelijk bij. Als hun zoon zich maar amuseert, dat is belangrijk. B. Het koppel wil het bivakgeld graag betalen, maar ze vragen om het bedrag in 4 keer te mogen sparen. Ze hebben namelijk nog 2 andere kinderen die ook op bivak willen en alles ineens betalen is moeilijk. Met een gespreide betaling komt dat wel in orde. En over dat tentje moet de leiding zich geen zorgen maken, tante Veerle heeft er nog één. Voor de extra’s stelt het koppel voor dat de Chiro daar zelf voor probeert te zorgen (organiseren van een carwash, een fuif, een wafelverkoop,...). C. Het koppel wil hun zoon heel graag meesturen, maar ze hebben niet de financiële middelen. Ze betreuren dat. Een gewoon bivak kan er nog net vanaf, maar een buitenlands bivak is onmogelijk. ➔ Video Videomontage: videobeelden van kinderen. De kinderen vertellen over racisme, discriminatie, gehandicapten,… Er komen kinderen in met een handicap, met een andere huidskleur,… Nadien wordt er een grappig filmpje getoond van iemand in een rolstoel die in een Chirolokaal pro-

114

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [


beert binnen te geraken. ➔ Materiaal x “Leef” (Mozaïek) x 2 huiskamers (waar afwisselend gespeeld wordt)

VISIE OP GENOTSMIDDELEN ➔ Intermezzo “Not an addict” (K’s Choice) ➔ Sketch Er worden 2 sketches gespeeld. Ze worden ingeleid door een kleine vergadering van vier leidingsmensen rond een tafel. Zij zijn op zoek naar wat de Chirovisie is over drugs. Eerst lijkt dat een simpele opdracht: zoiets moet je gewoon even opzoeken in het Chiroboek. Het antwoord daar (wordt voorgelezen) blijkt echter zeer kort en onbevredigend te zijn. De vier besluiten dan dat ze misschien tussen de lijnen door in het Chiroboek wel een visie kunnen lezen en die dan expliciet in een visie over drugs te kunnen omzetten. Dat lijkt hen allemaal een goed idee want iedereen kent toch wel een situatie waar de concrete realiteit in de Chiro vraagt om een standpunt en afspraken rond genotsmiddelen. Met die opmerking sluiten de vier hun introductie af, ze bevriezen en aan de andere kant van de zaal (op het tegenoverliggend podium) spelen er zich nu twee situaties af die ‘uit het Chiroleven gegrepen’ zijn. A. De speelclubleider met een kater We tonen een tafereeltje van 2 speelclubleiders die zich ‘s avonds op bivak goed amuseren met meer dan 1 pint erbij. Diezelfde leiders hebben de volgende morgen natuurlijk een houten kop en zijn dus ook niet meer erg verdraagzaam naar hun leden toe. Ze zijn zeer geïrriteerd en kunnen door hun kater het lawaaierige enthousiasme van hun speelclubbers niet echt appreciëren. B. De leider met problemen In het eerste deel wordt het duidelijk dat leider Dieter juist heeft vernomen dat zijn ouders uit elkaar gaan. Hij gaat naar de Chiro omdat hij hoopt dat er daar nog wel een paar leid(st)ers zullen rondhangen. De leid(st)ers die nog in het lokaal zitten, zien dat er wat scheelt met Dieter en willen graag weten wat er is. Dieter doet zijn verhaal en als troost bieden ze hem een pintje aan. Eén iemand zit een jointje te roken en ook dat wordt aan Dieter aangeboden. In stilte verloopt er een rustige avond. Dan gaat iedereen één voor één naar huis en blijft Dieter alleen achter. Hij pakt het pakje tabak dat iemand heeft achtergelaten en begint zelf een joint te rollen. Het licht wordt gedimd, “A perfect day” (Lou Reed) weerklinkt geleidelijk aan luider. Het tweede deel begint net hetzelfde als het eerste. Maar ditmaal gaat Dieter gewoon naar de Chiro. De leid(st)ers zijn aan het volleyballen, maar bij het zien van Dieter weten ze onmiddellijk dat er iets scheelt. Dieter doet zijn verhaal en de rest tracht oplossingen te zoeken. Uiteindelijk besluit Dieter naar zijn oudere broer, die alleen woont, te gaan. Eén van de leiders biedt aan om eventjes mee te gaan en samen gaan ze door. ➔ Slot: 3 krantenjongens lopen de zaal rond met een zak vol pamfletten. Ze roepen: “Lees dit, lees dit, de eerste expliciete visie van Chiro op genotsmiddelen, gemaakt door 4 Chiromensen. Ideeën vanuit hun eigen ervaring en het Chiroboek.”

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [

115


Zo maken de krantenverkopers verder reclame en delen ze ondertussen de pamfletten uit. Ze zorgen ook dat ze de deelnemers naar buiten gedreven krijgen voor een korte pauze. ➔ Materiaal x Pintjes x Nep-joint x “A Perfect Day” (Lou Reed) x “Not An Addict” (K’s Choice) x Volleybal x Pamfletten

VISIE OP MILIEU ➔ Intermezzo “Laat ons een bloem” (Louis Neefs) ➔ Sketch Er worden 2 sketches direct na elkaar gespeeld. A. De auto’s 4 leid(st)ers in bewegingskledij staan verspreid in de zaal met een autostuur in hun handen. Eén voor één komen ze tot het besef dat het hoog tijd is om naar de leidingskring te gaan. 1. “Shit ’t is al tien voor acht en ik moet nog bijna 6 km rijden. ‘k Zal maar snel vertrekken.“ 2. “Lap ’t is al zeven voor acht! Als ik met de fiets ga, ben ik nooit meer op tijd op de leidingskring. ’t Is tenslotte iets meer dan 3 km. ‘k Zal snel de auto nemen.” 3. “Oh nee, weer overslapen! ’t Is al vijf voor acht. Te voet haal ik die 2 km nooit meer. Hop, de auto dan maar.” 4. “Godverdomme, ’t is drie voor acht! Rap de auto in en snel naar de Chiro! Anderhalve km moet te doen zijn in 3 minuten.” Telkens als ze hun zin gezegd hebben, rijden ze naar het hoofdpodium waar een tafel en stoelen klaarstaan voor een leidingskring. Als ze allemaal aangekomen zijn, start de groepsleid(st)er de vergadering met het volgende puntje: “Ik heb een goed idee voor volgende week zondag. Als we nu in het kader van de milieuweek de beek achter ons lokaal eens volledig opruimen, alle rommel eruit.” De leiding vindt dat een fantastisch idee, “want het milieu is iets waar je elke dag aan moet werken en je moet vooral beginnen bij jezelf.” Die boodschap moet duidelijk en zeer expliciet gezegd worden (misschien zelfs door allemaal samen, alsof ze het zo geoefend hebben) zodat het contrast met het concrete autogedrag van de vier leid(st)ers en hun nochtans goede voornemens over “Verander de wereld, begin bij jezelf” goed duidelijk zijn. B. Recyclage Er staat een klein containerpark. Eén leider komt er aan met een beetje afval. Hij sorteert alles netjes in de verschillende bakken. Een beetje later komt hij terug met een doos met allemaal afval door elkaar. Hij wil beginnen met sorteren, maar besluit na even aarzelen dat hij het toch allemaal maar bij het restafval zal kieperen. ➔ Materiaal x 4 autosturen x Tafel/stoelen x Containerpark x Afval

116

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [


x “Laat ons een bloem” (Louis Neefs) WIJ WERKEN PARTICIPATIEF ➔ Intermezzo “Maak het mee” (Chiro-cd) ➔ Sketch We spelen een circusgroep. Elk de leden van het circusgezelschap (meisje met springtouw, seut, zakenman, jongleur, clown, alternativo) heeft zijn of haar eigenheid, talenten en kennis. Ze staan kriskras door elkaar een beetje hun ding te doen: de ene jongleert, de andere springt, de andere danst, enz. Hoog in een stoel zit de circusdirecteur die alles overschouwt en de bevelen geeft. De directeur heeft namelijk mensen nodig om zijn circus draaiende te houden. Zo roept de directeur allerlei taken af. Voor sommige opdrachten zijn er veel, voor andere weinig kandidaten. Hoe makkelijker of leuker een opdracht, hoe meer kans dat iemand ze wil aannemen. Voor sommige taken is het dan weer veel moeilijker vrijwilligers te vinden. De deelnemers kunnen ook zelf initiatief nemen en voorstellen doen, het moet niet altijd van boven uit de hoge stoel komen. Langzaamaan wordt in deze sketch duidelijk dat we pas ergens geraken als ieder zijn of haar deel doet, verantwoordelijkheid opneemt en soms zelf initiatief neemt. ➔ Materiaal x “Maak het mee” (Chiro-cd) x Hoge stoel = ladder x Circusmateriaal x Circusliedje

VISIE OP RELATIES EN SEKSUALITEIT ➔ Intermezzo “Let’s talk about sex” (Salt N’ Pepa) ➔ Inhoud We spelen twee situaties uit het Chiroleven, telkens met drie mogelijke reacties van een leid(st)er. Situatie 1: seksualiteit Een radiostem leest de verklaring van ‘seksualiteit’ voor uit de Van Dale: “1. geslachtelijkheid, het gesplitst-zijn in geslachten. 2. geslachtsleven, geslachtsdrift.” Een viertal keti’s houden op bivak een wedstrijdje masturberen (je weet wel: om het eerst klaarkomen op een boterham, de laatste eet de boterham op). Zij spelen die scène 3 keer. Telkens komt de leider binnen, die op uiteenlopende manieren reageert. A. Sluipt stiekem en verlegen weg. “Goh, nu moet ik binnenkort op cursus vertrekken en dan gaan ze weer vragen hoe ik op zulke situaties reageer en dan sta ik daar weer mooi…” B. Komt binnen, begint de keti’s uit te maken voor homofielen en mietjes. C. Komt binnen, kruipt rustig in zijn slaapzak en zegt dat hij nog een tof liedje kent. Hij begint het Bivaklied te zingen vanaf het zinnetje “Ieder die ons ziet, kijkt raar”. Situatie 2: Chirovisie op relaties: respect, engagement, genieten

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [

117


Een radiostem leest de verklaring van ‘relatie’ voor uit de Van Dale: “Betrekking waarin personen, zaken, begrippen of grootheden van nature tot elkaar staan.” Dan klinkt de jingle van het programma “Dick-tionnary”. De presentatrice komt op en legt de principes uit van het nieuwe spelprogramma. Het gaat erom dat een uitverkoren kandidate haar vereisten voor een ideale relatie moet tekenen en degene uit de zaal die deze begrippen kan raden, wint een reis met de centrale figuur. Drie mannelijke deelnemers zullen het tegen elkaar moeten opnemen, gesteund door de mensen uit de zaal die in het vak achter hen zitten. De drie woorden die door de kandidate getekend worden zijn: x Respect x Engagement x Genieten ➔ Materiaal x “Let’s talk about sex” (Salt N’ Pepa) x Slaapzakken x Boterhammen x 3 stoelen x Jingle spelprogramma

VISIE OP ONTHAASTING ➔ Intermezzo “Opzij opzij opzij” (Herman Van Veen) ➔ Sketch Een zakenman komt op in een chic kostuum met een laptop en begint aan zijn bureau te werken. Zijn klein zoontje komt eraan en die vraagt of ze samen wat zullen spelen. De papa zegt dat hij moet werken en geen tijd heeft voor spelletjes. Teleurgesteld gaat het zoontje terug naar zijn kamer. Even later staat het zoontje er terug en vraagt hij aan zijn papa hoeveel die eigenlijk per uur verdient. De papa zegt “€ 25” en stuurt de kleine streng terug naar zijn slaapkamer. Hij heeft duidelijk geen tijd voor zijn zoon. Teleurgesteld gaat het zoontje terug naar zijn slaapkamer. Even later staat het zoontje weer bij zijn papa en vraagt € 5. De vader kijkt streng op, zegt nee en voegt eraan toe dat het de laatste keer is deze avond dat hij gestoord wil worden. Zijn rapport moet morgen af zijn. Teleurgesteld gaat het zoontje terug naar zijn slaapkamer. Dan begint de vader na te denken dat het toch wel raar is dat zijn zoontje geld komt vragen want hij heeft alles wat zijn hartje begeert en komt dan normaal ook nooit geld vragen. Hij gaat dus naar de slaapkamer van zijn zoon en geeft hem toch de € 5. De jongen steekt het geld direct onder zijn hoofdkussen en de vader kan nog net een glimp opvangen van een aantal briefjes van € 5 die onder het hoofdkussen liggen. De vader wordt boos en vraagt aan zijn zoon waarom het in godsnaam nodig is dat hij geld onder zijn hoofdkussen gaat hamsteren, daar is toch helemaal geen reden toe en het komt zo armoedig over. Als hij iets nodig heeft, eender wat, dan moet hij dat toch maar vragen! Het jongetje zegt: “Ja papa, maar als ik genoeg spaar, hoop ik dat ik ooit eens € 25 en 1 uurtje van je tijd kan kopen!” ➔ Materiaal x “Opzij opzij opzij” (Herman van Veen) x Tafel en stoel x Laptop x Bed

118

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [


x Knuffelbeer x Een paar briefjes van € 5

EEN EIGEN CHIROSTIJL ➔ Videomontage met fragmenten uit de Landdagen, mei ‘68, Krinkels en Smie het verkeer,…

SLOT ➔ Inhoud De vier mensen van de inleiding komen weer bij een kaarsje staan. Ze herhalen de titels. Eén van hen roept dan: “Als je ’t mij vraagt?” De andere drie roepen als antwoord: “Chiro!” ➔ Materiaal x Kaarsen

DEEL 2: Reflectie op de inleiding MATERIAAL x Kaarsjes x Lege kaartjes x Balpennen x Dikke stiften x Waardenlijst (zie bijlage) x Flap met vragen over Chirowaarden x Flap met vragen bij de Spiegelteksten x De drie Spiegelteksten uitvergroot DUUR 1 uur PRAKTISCHE UITWERKING Zorg ervoor dat je leefgroeplokaal er gezellig uitziet en dat de sfeer uitnodigt tot een persoonlijk praatje: kaarsjes, kussens, de deelnemers hun slaapzak,… Je vraagt aan je leefgroep eerst wat zij uit de eerste visieblok hebben onthouden. Suggesties voor vragen x Waren er dingen die ze niet begrepen? x Waren er dingen waarvan zij niet snapten wat ze in een blok over Chirovisie kwamen doen? x Wat heeft hen geraakt, geschokt, geïnteresseerd, wat vonden ze belachelijk,…? x Wat denken zij dat de boodschappen waren die we wilden meegeven? x Wat is het nut en/of de waarde van dit blok op SB? Je geeft als begeleiding nog geen verduidelijking over wat precies de visie van de Chiro is, of over wat nu juist de boodschap uit de inleiding was. Je laat hen spreken en meldt alleen dat je op het einde van deel 2 samen met hen de boodschap van de visie meer zal verduidelijken.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [

119


120

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [


➔ STAP 1 Persoonlijke waarden Je geeft elke deelnemer een kaart waar ze een positieve gebeurtenis opschrijven die ze zelf hebben meegemaakt. Alle leefgroepleden schrijven in een paar woorden een persoonlijk verhaal op hun kaart. De situatie mag zich even goed buiten hun Chiroleven hebben afgespeeld, maar ze moeten wel persoonlijk betrokken geweest zijn. Als de deelnemers aan het schrijven zijn, geef je hun de bijkomende opdracht eens te denken over welke waarde(n) het in dat verhaal gaat, welke waarde er centraal staat. Op de voorkant van de kaart zetten de deelnemers dan (bij voorkeur in dikke alcoholstift en grote drukletters) in één woord over welke waarde het in dit verhaal gaat. Je laat de deelnemers om beurten hun verhaal vertellen. Als het verhaal verteld is, mag diegene die aan het woord was, zeggen over welke waarde het verhaal ging en zijn of haar kaart (met het waardewoord naar boven) in het midden leggen. TIP: Als de deelnemers zelf niet direct op waarden komen of als het begrip ‘waarden’ voor hen wat te abstract is, kun je hen vooraf een lijstje geven met een aantal belangrijke waarden op (zie methodiek Chirovisie inleefspel).

➔ STAP 2 De waardentopdrie Als iedereen zijn of haar verhaal verteld heeft en alle waarden liggen in het midden, wordt er met de groep even gekeken of er belangrijke waarden ontbreken. Worden er nog nieuwe waarden genoemd, dan worden die ook op een kaart geschreven en bij de andere gelegd. (Eventueel kan ook hier de waardenlijst gegeven worden.) Uit de voorliggende waarden stelt iedereen nu zijn of haar ‘waardentopdrie’ op: welke waarden stellen zij centraal in hun eigen leven, in het samenleven tussen mensen, in hun relaties, in hun visie op de maatschappij,…? Iedereen schrijft die topdrie voor zichzelf op.

➔ STAP 3 Chirowaarden Vraag nu aan de deelnemers of de waarden die zij in hun topdrie gezet hebben ook de waarden zijn die centraal staan in hun Chiroleven. Misschien moet je dit voor hen wel even verduidelijken: x Zijn dat de dingen die zij het belangrijkste vinden in hun omgang met hun Chiroleden? x Zijn dat de dingen die zij willen nastreven in hun samenwerking in de leidingsploeg? x Zijn dat de dingen die zij in hun samenspel aan hun Chiroleden willen doorgeven? x Bepalen die waarden mee waarom zij in de Chiro bepaalde beslissingen over bepaalde thema’s nemen (bvb. over acties voor het goede doel, respect voor het milieu, omgang met drank en drugs, omgang met migranten, profilering naar de ouders toe,…?). x Hebben zij het gevoel dat ze door voor een Chiro-engagement te kiezen die bepaalde waarden willen nastreven en waar maken? x Straalt hun Chirosamenleven die waarden uit? (Die vragen staan per leefgroep op een grote flap zodat de deelnemers ze rustig kunnen lezen en nalezen.)

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [

121


GRAAG ZIEN

RECHTVAARDIGHEID

INNERLIJKHEID

Graag zien is als vrienden omgaan met elkaar, en weten dat de ander geen middel is om je eigen doel te bereiken; aanvaarden dat iemand anders anders is, en samen werken aan verbondenheid; kiezen om elke mens te waarderen, zomaar, om wie die is.

Rechtvaardigheid is beseffen dat iedereen evenveel waarde heeft en elke mens een hoopvolle toekomst geven; alle mensen laten meespelen in onze samenleving en hen geven wat ze daarvoor nodig hebben; jezelf niet versterken ten koste van zwakkeren.

Innerlijkheid is intens leven en laten leven; vragen stellen bij wat vanzelfsprekend lijkt; sporen zoeken van wie of wat ons leven zin geeft; sterker worden door bewust te leven.

Graag zien kiezen we in de Chiro door te zorgen dat iedereen zich thuis voelt in de groep; rekening te houden met de ander, en respect te hebben voor iemands kwetsbaarheid; te bouwen aan een vriendengroep die sterker is dan ruzie. Graag zien, voor een wereld waar mensen zo samenleven dat iedereen er beter van wordt, dichtbij en veraf; waar we samen werken aan een levende gemeenschap waarin verbondenheid voelbaar wordt.

122

Rechtvaardigheid kiezen we in de Chiro door te leren delen; je in de eerste plaats in te spannen voor wie het moeilijker heeft; pesten en uitsluiten een halt toe te roepen en te kiezen voor geweldloos overleg. Rechtvaardigheid, voor een wereld waar we samen werken aan vrede en streven naar een leefbare aarde voor iedereen, nu en morgen.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirovisie: Ludieke voorstelling [

Innerlijkheid kiezen we in de Chiro door, terwijl je bezig bent, stil te staan bij gevoelens van verwondering en verbondenheid, van verontwaardiging en onmacht; te beseffen dat je leeft en mag genieten. Innerlijkheid, voor een wereld waarin we onze waarden tot bloei brengen in concrete daden en gaan voor zinvol samenleven.


CHIROSTRUCTUUR EN NETWERK

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [

123


124

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [


Je laat de deelnemers op basis van die vragen een nieuwe waardentopdrie opstellen, deze keer dus één die het best bij hun Chiroleven past. Natuurlijk mogen ze ook hun oude topdrie houden! Als er nog tijd is, probeer je samen een gezamenlijke topdrie (of desnoods topvier of topvijf ) te maken. Je gaat hier op zoek naar de waarden die voor alle leefgroepleden absoluut bij de Chiro horen, die eigenlijk onlosmakelijk verbonden zijn met de manier van werken en leven in de Chiro.

➔ STAP 4 De Spiegelteksten Nu haal je er de Spiegelteksten bij. Zij verwoorden de drie Chirowaarden: innerlijkheid, graag zien en rechtvaardigheid. Je leest de teksten samen met de leefgroep even door. Tip: Lees de Spiegelteksten zelf voor (traag en duidelijk). Zorg dat je ze ook vooraf al eens gelezen hebt. Dan stel je hen de volgende vragen (ook weer op een flap te vinden): x Vinden zij hun waarden hierin terug? x Wordt hier op een juiste manier geformuleerd waar Chiro voor staat en waar Chiro zich door laat leiden in haar samenspelen, samenleven en visie op de samenleving en maatschappij? x Passen die waarden bij een jeugdbeweging als Chiro? x Zijn dit ook de waarden die zij hun Chirogroep nastreven? x Zijn er dingen voor hen teveel aan? Zijn er dingen die volgens hen ontbreken?

➔ STAP 5 Concrete voorbeelden uit de eigen Chirogroep De deelnemers zoeken in groepjes naar concrete voorbeelden uit hun eigen Chirogroep die de Chirovisie waarmaken. De leefgroep wordt in 3 groepjes gesplitst en elk groepje zoekt concrete voorbeelden bij 1 Chirowaarde – dat mag zowel positief als negatief zijn. Daarna komen we weer samen in de grote groep en vertelt elk groepje 1 ervaring.

➔ STAP 6 Terug naar de inleiding Vraag aan je leefgroepleden of dit ook de waarden zijn die zij in de toneeltjes hebben gevonden. Zo ja, waar en door welke stellingname?

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [

125


CHIROSTRUCTUUR EN NETWERK: NETWERKPUZZEL DOELSTELLINGEN x De deelnemers leren de Chirostructuur en hun netwerk kennen. Ze zien het belang ervan in en leren ermee omgaan.

Chirostructuur x De deelnemers weten wat een gewest is en wat zij doen. x De deelnemers weten wat het verbond is en welk aanbod zij hebben voor de plaatselijke groepen. x De deelnemers weten welke de commissies en diensten zijn die een rechtstreeks aanbod hebben voor de groepen: DArtA, DAA, Dubbelpunt, website, afdelingscommissies, Internationale Commissie, commissie Jeugdbeleid, De Banier. x De deelnemers weten dat de Chiro grotendeels draait op vrijwilligers. x De deelnemers weten waar ze terecht kunnen met vragen. Het gewest moet in alle omstandigheden het eerste aanspreekpunt zijn voor onze groepen. Het gewest kan/moet groepen doorverwijzen. Als we het gewest inschakelen als tussenpersoon zullen zij de vragen en problemen van hun groepen beter leren kennen. Stadsgroepen moeten weten wie de beroepskracht is die verantwoordelijk is voor de stadswerking.

Netwerk x De deelnemers kennen hun netwerkpartners en weten wat het belang is van een goed netwerk. x De deelnemers begrijpen wat een netwerk kan betekenen voor een Chiro. x De deelnemers weten hoe ze moeten omgaan met hun netwerk. x De deelnemers denken na over hoe het zit met hun eigen netwerk. x De deelnemers kunnen het imago van hun Chirogroep binnen hun netwerk inschatten en denken na over hoe ze dat eventueel kunnen veranderen.

MATERIAAL x Speelborden x Kleurpotloden x Kaartjes met ideeën + code x Bordjes met uitleg en opdracht + code x Materiaal opdrachten x Bordjes ‘Het gewest helpt je’ met daaronder plannetjes en tips x Dik karton x Stiften x Rode en groene prikkers x Dun touw

126

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [


CHIRO:

Parochie

Jeugdraad Jeugddienst

Andere Jeugdverenigingen

Andere verenigingen

......................................

......................................

......................................

......................................

......................................

......................................

......................................

......................................

......................................

......................................

......................................

Verbond Heuvelland Verbond Roeland Verbond Reinaert

Verbond Limburg

Verbond Brussel Verbond Leuven

Verbond West-Vl

Verbond Antwerpen Verbond Mechelen Verbond Kempen

Regio Oost-Vl.

Regio Limburg

Regio Brabant

Regio West-Vl

Regio Antwerpen

Commissie Jeugdbeleid

Dubbelpunt

Chirowebsite

De Banier

Internationale Commissie (IC)

Nationale (NAC’s) Afdelingscommissies

Dienst Avontuurlijke Activiteiten (DAA)

Dienst Artistieke Activiteiten (DArtA)

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [

GEWESTEN

School

VERBONDEN

Ouders

NATIONAAL

Oud-leiding

PLAATSELIJKE GROEP

......................................

127


DUUR 3 uur

PRAKTISCHE UITWERKING Speelbord De centrale plaats voor elke leefgroep is het leefgroeplokaal. Daar ligt het speelbord (zie verder). Dat stelt enerzijds het plaatselijk netwerk voor, en anderzijds de Chirostructuur, in met de verschillende gewesten, de verbonden en het nationale kader met de vele commissies en diensten. Op het speelbord staan 18 plaatsen (elementen uit de structuur of het netwerk) die bezocht kunnen worden. Bij elk van die 18 plaatsen hoort een specifieke opdracht. Elke plaats op het speelbord wordt voorgesteld door een figuur met 6 vakjes: één vakje voor elk duo uit de leefgroep (zie verder).

Spelverloop Verdeel de leefgroep in duo’s, die elk met één kleur spelen. Elk duo krijgt van de leefgroepbegeleid(st) er ‘een idee’ mee en gaat op zoek naar de plaats waar ze met hun idee terecht kunnen. De plaatsen zijn verspreid over het terrein en/of het gebouw. Bij elke plaats hangt een bordje met meer tekst en uitleg over het orgaan uit de Chirostructuur of het netwerk én een opdracht. De spelers checken of ze met hun idee op die plaats terecht kunnen a.h.v. een codesysteem (onderaan het idee staat een code, die moeten ze vergelijken met de code van de plaats). Als ze de juiste plaats gevonden hebben, lossen ze de opdracht op en lezen ze de bijhorende tekst. De spelers gaan met het resultaat van hun opdracht naar hun leefgroeplokaal en laten het resultaat zien aan hun begeleid(st)er. Als de opdracht goed vervuld is, krijgen ze een extra vraag. Als ze die juist beantwoorden, wordt een vakje van die plaats op het speelbord in hun kleur ingekleurd. Daarna krijgen ze een nieuw idee en gaan ze opnieuw op zoek waar ze met daarmee terechtkunnen. De bedoeling is om zo snel mogelijk op elke plaats een vakje in jouw kleur te kleuren. Het gewest helpt je Op het terrein hangen bordjes waaronder plannetjes hangen van de plaatsen of tips over waar de plaatsen hangen. Zo wordt het gewest als eerste aanspreekpunt erkend (zie doelstellingen). Overzicht van de ideeën ➔ Idee: Je plaatselijke Chirogroep zou graag buitenlandse gasten meenemen op bivak. Code: KIJLSO/264 ➔ Idee: Je hebt voor jouw afdeling een fantastisch spel gemaakt en wil dat graag samen met een leuke foto publiceren in een ledenuitgave. Code: KUHSBG/674 ➔ Idee: Samen met jouw leidingsploeg zou je graag een avontuurlijke activiteit meemaken. Code: PIYSNV/781 ➔ Idee: Na het zien van het spektakel op de vorige Startdag zou je heel graag meewerken aan het slotspektakel op Krinkel. Code: JHTDZQ/357 ➔ Idee: Je bent op zoek naar een origineel bivakthema. Code: PGSNFI/924

128

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [


➔ Idee: Volgende maand werken we met de jeugdraad een nieuw fuifbeleid uit. We willen graag voorbereid naar de vergadering gaan. Code: STRGJO/593 ➔ Idee: Ze voorspellen regen voor het weekend. Ik wil mijn programma nog aanpassen. Code: RDONTB/478 ➔ Idee: Jullie groep wil graag Chirotruien met de groepsnaam erop. Code: POKHTD/258 ➔ Idee: Ik wil me inschrijven voor SB. Code: DFGHJK/654 ➔ Idee: Jullie willen met je afdeling een activiteit doen met dezelfde afdelingen van Chirogroepen (Ongebakken kroepoek kun je kopen in Aziatische winkeltjes. Je legt ze in heet frietvet en het is een heel leuk effect om ze groter te zien worden. J) uit de omliggende gemeenten. Code: POIUYT/951 ➔ Idee: Er is een leidingstekort tijdens de examens en jullie willen toch Chirowerking geven. Code: MLKJHG/356 ➔ Idee: Je gaat met je afdeling op weekend, maar jammer genoeg is de weekendplaats niet te bereiken met het openbaar vervoer. Code: NHVDSR/694 ➔ Idee: Jullie willen nieuwe leden werven. Code: SDFGHJ/364 ➔ Idee: Jullie groep bestaat 50 jaar en jullie zouden graag een toffe viering houden. Code: TYHCDE/269 ➔ Idee: Jullie willen de gemeentelijke subsidieformulieren goed invullen maar je bent niet helemaal zeker of je het wel juist doet. Code: SDRCMP/694 ➔ Idee: Tijdens de sinterklaasperiode zit de kans erin dat jullie met je Chirogroep op hetzelfde ogenblik Sinterklaas vieren als de scouts. Het is dus mogelijk dat kinderen op hetzelfde ogenblik 2 Sinten ontmoeten. Kunnen we geen groot sinterklaasfeest organiseren? Code: VYHUFS/921 ➔ Idee: Jullie willen graag een culturele avond organiseren, maar een groep uitnodigingen om te komen optreden, is jammer genoeg te duur en misschien is het bereikte publiek wat beperkt. Hoe kunnen we dat financieel probleem oplossen en ervoor zorgen dat er een groot publiek bereikt wordt? Code: NBVGOS/693

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [

129


Overzicht van de verschillende plaatsen met uitleg + opdracht Opmerking: Voor sommige opdrachten is vrij veel of specifiek materiaal nodig. We denken dat dit met een kleine inspanning niet onoverkomelijk is. Uiteraard ben je zelf vrij om andere opdrachten te verzinnen. Het materiaal ligt klaar op de verschillende plaatsen.

INTERNATIONALE COMMISSIE Elk jaar plant de Internationale Commissie een aantal uitwisselingsactiviteiten. Met enige regelmaat ontvangen we bevriende jeugdbewegingen in het buitenland. Een greep uit de activiteiten van de Internationale Commissie: x Partnerships met Chili, Zuid-Afrika en Litouwen. x Roundabout: keti- of aspibivak met collega’s uit Catalonië, Litouwen of Malta x Euroforum: weekend met leiding uit heel Europa x Eurocontact: 10-daagse cursus voor Aspiranten uit verschillende Europese landen x Chipadag: een groots spel in Brussel voor alle keti’s en hun leeftijdsgenoten van de Patro, onze Waalse zusterbeweging. Opdracht: Maak een zakje kroepoek. Code: KIJLSO/264

(Om een deathride te maken, contacteer je best de Dienst Avontuurlijke Activiteiten: DAA@chiro.be. Installeer die niet zelf als je er geen specifieke vorming over gevolgd hebt en/of de inhoud van de jeugdbewegingsbrochure over deathrides niet kent.)

AFDELINGSCOMMISSIES Vijf afdelingscommissies pijnigen maandelijks hun hersenen, op zoek naar een boeiend activiteitenaanbod, op zoek naar handige tips om in leiding te staan. Een overzicht van hunwerkzaamheden: Dubbelpunt Maandelijks maken de afdelingsartikels Dubbelpunt meer dan het lezen waard. De afdelingscommissies zetten hun beste beentje voor en bieden je telkens een bruikbaar spelaanbod. Afdelingsbivak Het Afdelingsbivak is een vijfdaagse cursus waar je dieper ingaat op het reilen en zeilen van je eigen afdeling: de leefwereld en psychologie van je leden, activiteitenaanbod, de verschillende werkingen van de afdelingen, jaarplanning,… Ledenuitgaven Joepla is ondertussen een klassieker. Elk jaar brengt de postbode een pakje posters voor de speelclub. Die kunnen ze meenemen naar huis. De leiding krijgt er een handleiding bij, met ideeën om rond het thema van de poster te werken. Voor de rakwi’s is er het Ventieltje.

130

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [


De Krikker is een mapje voor de tito’s. Kramp is het tweemaandelijks tijdschrift voor keti’s, aspi’s en hun leiding. Afdelingsboeken en brochures Speelclubboek Rawkiboek + brochure ‘Welkom bij de rakwi’s’ Titoboek Ketiboek + Ketibivakaanbod Aspiboek (nieuw van in 2005) Opdracht: Bedenk een nieuwe strofe bij jouw afdelingslied. Code: KUHSBG/674

DIENST AVONTUURLIJKE ACTIVITEITEN (DAA) In 1990 startte een ploegje avonturiers met de Dienst Avontuurlijke Activiteiten. Een groep van vijftig vrijwilligers organiseert elk werkjaar een tachtigtal avontuurlijke activiteiten voor aspi- en leidingsploegen die samen een uitdagende opdracht willen aangaan en tot een goed einde brengen, die elkaar steunen in moeilijke momenten, die genieten van een grensverleggende ervaring en van de onderdompeling in de natuur. Een ontdekkings- en avonturentocht in de fortengordel rond Antwerpen, een uitdaging op het eigen touwenparcours in ons vormingshuis Heibrand in Westmalle of een metrozoekspel in onze hoofdstad; je kunt het zo gek niet bedenken of het heeft wel een plaatsje in het programma. Daarnaast organiseert de DAA ook een Techniekendag en een Tochtenbivak (tijdens die zevendaagse cursus staan het buitenleven en verschillende tochtvormen centraal). De slogan “Als je ’t mij vraagt: Chiro!” proef je in het hele aanbod. Jongens-, meisjes- en gemengde groepen zijn allemaal even welkom. Iedereen met een normale fysieke conditie, maar vooral met een gezonde dosis motivatie, kan deelnemen aan onze activiteiten. Opdracht: Glij naar beneden van een kleine deathride. Code: PIYSNV/781

amen astisch! We kw n bouwen: fant ka r co de gewet ’n di zo e al w materia ! Hadden je met zo weinig hte wielerkoers e ec Ho n ! ee t van en et Ne en rg s. ak ve ui week direct th nnen uitm Nooit zal ik deze meer deel te ku we voelden ons je en ts n ie t de re da r ge aa in m toch straat hier gereden om nog maar net de met de fiets naar lf ze e w en ar w ten, dan het geheel! Gust, deelnemer

SB Kempen

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [

131


DIENST ARTISTIEKE ACTIVITEITEN (DARTA) DArtA staat voor Dienst Artistieke Activiteiten en is ontstaan vanuit de overtuiging dat kunst belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. DArtA komt naar je toe! DArtA biedt workshops aan voor leidingsploegen in de vier grote expressiedomeinen: drama, dans, beeldende kunst en muziek. Dat zijn expressieve doe-namiddagen waarbij je op het einde van de dag een hoop nieuwe ideeën kunt meenemen voor je eigen programma, groepsfeest, bivakthema,… DArtA organiseert het Expressieweekend. Dat is een gezellige cursus waar je je creatief kunt uitleven, kennismaakt met verschillende expressiedomeinen en met hoe je dat tijdens een activiteit kunt gebruiken. Daarnaast zorgt DArtA mee voor de uitwerking van het jaarthemaspektakel op de Startdag. Opdracht: Er worden verschillende tekeningen getoond i.v.m. visueel bedrog en de spelers moeten raden wat ze zien. Code: JHTDZQ/357

DUBBELPUNT Een blad door en voor Chiroleiding! Wie leider of leidster is, heeft behalve een hart voor kinderen en jongeren, veel ideeën en veel geduld, en wat cursussen, eigenlijk nog maar één ding nodig: een goed leidingsblad. En dat valt met veel plezier elke maand bij jou in de bus (behalve in juli en augustus). En wat krijg je daar dan allemaal in te lezen? Het dossier Elke maand staat er een thema centraal dat voor Chiroleiding van belang is. We maken het altijd zo interessant en concreet mogelijk: het jaarthema, financiën, bivakthema’s, de leidingsploeg,… De afdelingspagina’s Voor elke afdeling vind je iedere maand een dubbele pagina met activiteiten, spelen, aandachtspuntjes en ideeën. Om de twee edities zijn er twee extra pagina’s, voor de ribbels. Het panel, Ingekaderd Maandelijks vatten we enkele leid(st)ers of aspiranten bij de kraag en schotelen we hen een thema

n week tijd. tjes gedaan in éé le el sp e w eu ni oest en nog ow gezien of t ik naar huis m da nooit zoveel sh g en No nd . vo en ge ijv g hr oit zo er oorden te omsc ci allemaal. kon zijn. Nog no SB was niet in w begonnen. Mer oep (!4!) zó fijn gr ag ef nd le zo n ee iro t Ch da s ekt ekelijk Nog nooit ontd tjes aan mijn w eie moed en idee go el ve zo et m t nooi ster SB Kempen

Goele, deelneem

132

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [


voor uit het Chiroleven. Bovendien zoeken we telkens een plaatselijke Chirogroep of een gewest om even in een kadertje te plaatsen: ze hebben iets bijzonders meegemaakt, deden een opmerkelijke actie, hadden grote pech of veel geluk,… De postzak, Verse groentjes, Chiro-info Lezersbrieven, groetjes, zoekertjes, feestgedruis, familienieuws,… Vorming, Internationaal, De Banier, Gesprokkeld,… Zowel Chiro en De Banier als andere organisaties maken hun aanbod graag bekend aan Chiroleiding. Abonneren? Dat kan via Dubbelpunt, Kipdorp 30, 2000 Antwerpen, abonnementen@chiro.be, 03-231 07 95. Opdracht: Schrijf een berichtje voor de groetjespagina in Dubbelpunt. Code: PGSNFI/924

COMMISSIE JEUGDBELEID Help, we mogen niet meer fuiven in onze gemeente! Hoe moet ik nu aan mijn leidingsploeg uitleggen wat een jeugdruimteplan is? Paniek, we worden uit ons lokaal gezet! Voor de eerste keer naar de jeugdraad… Burgemeesters, schepenen, colleges, jeugdconsulenten,… Hoe zit de puzzel in elkaar? Het zijn vragen en problemen waarmee elke Chirogroep wel eens geconfronteerd wordt. En een Chirogroep met die vragen kan bij de commissie Jeugdbeleid terecht. Behalve artikels in Dubbelpunt, in de Kluts (nieuwsbrief voor de groepsleiding) of op de website (www.chiro.be/jeugdbeleid) zijn er ook enkele uitgaven over jeugdbeleidsthema’s. “De gemeentelijke jeugdraad, 120 gram goede raad” De commissie Jeugdbeleid schreef samen met JEMP (Jeugddienst voor Maatschappelijke Participatie) en de provincie Vlaams-Brabant een brochure over de gemeentelijke jeugdraad. “120 gram goede raad” is een aanrader voor beginners én een naslagwerk voor gevorderden. “Stukadoos” Houden jullie je bezig met jullie lokalen? Dan vind je in De Banier de Stukadoos, met het Handboek Jeugdlokalen en de brochures van Locomotief (het samenwerkingsverband rond jeugdlokalen). Opdracht: Maak een schrinkel van Miek (het figuurtje van de commissie Jeugdbeleid).

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [

133


Code: STRGJO/593

CHIROWEBSITE Op www.chiro.be vind je zowel de laatste Chiroberichten als een zo volledig mogelijk overzicht van alle Chirokennis die digitaal beschikbaar is. Nieuws Op de startpagina vind je al meteen de nieuwste aankondigingen en aanpassingen aan de site. In één oogopslag zie je of er veranderingen zijn – de moeite waard om er je eigen opstartpagina van te maken. Snelleberichtenlijst Wil je meteen op de hoogte gebracht worden van last-minute Chironieuwtjes? Schrijf je dan in voor de snelleberichtenlijst. Afdelingen, aanbod, thema’s Onder De Afdelingen, Aanbod en Thema’s vind je de Chirokennis en het aanbod van het lopende werkjaar. E-loket Onder E-loket vind je alle interactieve onderdelen van de Chirosite. De spelendatabank is populair bij elke Chiroleid(st)er, en de eerste Chiroforumverslaafden werden al opgenomen in afkickcentra. Op www.Chiroforum.be kun je dan weer terecht voor een boeiende online discussie of een ongezouten neerslag van jouw mening. Ook voor het downloaden van tekeningen, foto’s, het Chirogroepprogramma, veel Chirobrochures, formulieren en liedjesteksten moet je hier zijn (of www.chiro.be/downloads intikken als adres). Structuur en contact Weet je niet altijd wie je waar moet vinden voor je Chirovraag? Onder Structuur tref je alle commissies en diensten, en onder Contact alle adressen, telefoonnummers, plannetjes en links. Opdracht: Zoek twee activiteiten op via de computer. Code: RDONTB/478

(De website moet vooraf gedownload worden.)

134

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [


DE BANIER De Banier cvba is de winkelketen van Chirojeugd-Vlaanderen vzw. Je vindt er onze boeken (bv. Het Groepsleidingsboek, voor elke afdeling een boek, het Tochtenboek, …) en de Chirokledij. Via De Banier kun je die inkijken, passen en kopen in 11 winkels in Vlaanderen! We proberen ook in te spelen op wat belangrijk is voor een Chirogroep. Dus vind je in onze winkels knutselgerief, uitdagend spelmateriaal, degelijk circusmateriaal en originele gezelschapsspellen. Chirolidkaart Vergeet zeker je Chirolidkaart niet bij een bezoekje aan De Banier. Je krijgt er 10% korting mee op alle creatief materiaal en zelfs 20% op het Creamixassortiment. Op Chiro-, spel- en circusproducten en op boeken is er geen korting omdat de prijzen daarvan sowieso laag gehouden worden. Chiroproducten Naast kledij en uitgaven kan je fluitkoorden, kentekens, veiligheidsmateriaal en Chirovlaggen (met mogelijkheid om de groepsnaam er op te zetten) bij De Banier kopen. Chirogeschenken zijn er om je kookouders te bedanken, voor leiding die stopt, voor rakwi’s hun vormsel, voor de verjaardag van je lief, … Leuk om weten * Scherp je kennis aan op www.DeBanier.be * De assortimentscommissie neemt beslissingen over geschenkartikelen en organiseert de promotie. In deze commissie ontmoeten Chiromensen en De Baniermedewerkers elkaar. * De Scoutsshop Hopper biedt degelijk én betaalbaar kampeermateriaal aan. Kijk op www.Hopper.be. De Banier in verbond (naam verbond zelf in te vullen) bevindt zich in de (adres zelf in te vullen). Opdracht: Laat een circuskunstje zien.

(Elke regio beschikt over een koffer met circusmateriaal uit De Banier.)

Code: POKHTD/258

VERBOND In het totaal zijn er binnen de Chiro 10 verbonden. Het verbond bestaat uit een aantal vrijwilligers die de Chiro in hun streek sterker willen maken door onder andere cursussen te organiseren en gewesten te ondersteunen. Cursussen die door het verbond georganiseerd worden: x Scholingsbivak (SB) x Aspitrant (tweejaarlijks verbondelijk bivak voor Aspiranten) x Krinkel (vierjaarlijks nationaal leidingsbivak) Het verbond wordt op zijn beurt ondersteund door het regionaal secretariaat in (adres zelf in te vullen) en het nationaal secretariaat in Antwerpen (Kipdorp 30, 2000 Antwerpen). Opdracht: Koppel activiteiten voor leiding aan organisatoren. (Elektrospel)

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [

135


Code: DFGHJK/654

GEWEST Samen met enkele groepen uit nabij gelegen gemeenten en steden vormt jouw groep een gewest. De taak van het gewest is leiding ondersteunen en hen vormingskansen aanbieden doorheen cursussen (IK), groepsleidingsbijeenkomsten, en leidings- en ledeninitiatieven. Verbond (naam verbond zelf in te vullen) telt (aantal zelf in te vullen) Chirogroepen. Binnen het verbond zijn er (aantal zelf in te vullen) gewesten actief. Lijstje met verschillende gewesten en verschillende groepen zelf aanvullen: Gewest 1: Groep 1, Groep 2, Groep 3, Groep 4, … Gewest 2: Groep 1, … … Opdracht: Haal je eigen gewestploeg uit de fotoreeks. Code: POIUYT/951

(bv. Aspitrant wordt georganiseerd door het verbond, de IK door het gewest, …)

OUD-LEIDING Sommige Chirogroepen hebben een oud-leidingswerking, andere niet. Of er nu een expliciete oud-leidingswerking is of niet, oud-leiding zal altijd op de één of andere manier verbonden blijven met de Chiro. Soms zijn ze een grote hulp, soms is het ook vervelend dat ze zich blijven moeien met bepaalde dingen die jullie liever zelf oplossen. Oud-leiding kun je inschakelen voor hulp bij eetavonden e.d., je kunt hen vragen om een grote activiteit in elkaar te steken, je kunt hen contacteren als je met bepaalde vragen zit, om een ontspannende activiteit voor leiding in elkaar te steken, als vervangleiding,… Opdracht: Verschillende bekendmakingsaffiches in de juiste volgorde leggen. Code: MLKJHG/356

OUDERS Niet alleen de leden en de leiding van de Chiro voelen zich betrokken bij het leven van de groep. Heel veel anderen volgen geïnteresseerd de gang van zaken, zij het vanop afstand. Ouders en kookouders doen dat op de eerste plaats. Die mensen zijn dan weer lid van één of andere organisatie of werken mee met de Wereldwinkel. Ze zijn misschien ook actief in de parochie. Nog anderen zijn geëngageerd in de gemeentepolitie en… Kortom: een wirwar van contacten die het Chiroleven sterker kunnen maken. Zonder ouders zijn er geen kinderen, én dus geen Chiro. Zonder het vertrouwen van de ouders is er ook geen steun voor de leiding én is het dus moeilijker om te werken. Als ik die leidsters en leiders op zondag soms bezig zie, dan denk ik af en toe: “Wat zijn ze nog jong.”

136

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [


Eerlijk gezegd frons ik af en toe mijn wenkbrauwen en stel ik me wel eens vragen bij sommige activiteiten. Maar meestal kan ik alleen maar zeggen dat ik hen bewonder om hun mateloze inzet, dat ik moet lachen om hun gekke invallen en hun grappige verkleedpartijen, of vertederd en geraakt ben door de intense en verantwoordelijke manier waarop ze met zowel de kleintjes als de groten omgaan. En vooral dat ze er iedere zondag (of toch bijna iedere zondag) weer vol enthousiasme staan, gratis, belangeloos en voor niks. Ik sta er niet vaak bij stil en vind het ergens vanzelfsprekend, terwijl dat eigenlijk niet zo is. In feite verdient dat wel een bloemetje, om niet te zeggen een serieus bloemstuk. Een ouder Opdracht: Verzin de best mogelijke uitvlucht om de auto van je ouders te gebruiken voor een Chironamiddag. Code: NHVDSR/694

SCHOOL De school is de plaats waar je leden het grootste deel van hun tijd doorbrengen. Fijn dus als je als leiding weet waar je leden naar school gaan, wie bij elkaar op school zit en hoe ze tegenover die school staan. Heel wat Chirogroepen gebruiken lokalen of terreinen van een school. Een goede band met die school is dan uiteraard onontbeerlijk, maar ook in andere gevallen kan dat nuttig zijn voor bepaalde zaken: uitlenen van materiaal, gebruik van de schoolbus, ontlenen van het sinterklaaskostuum,‌ Daarnaast is de school ook de uitgelezen plaats om aan ledenwerving te doen. Deel een folder uit in de klassen, voorzie speelplaatsanimatie, of misschien mag je zelfs een spel spelen in de klassen. Opdracht: Maak een promotiestuntje om in de scholen op te voeren. Code: SDFGHJ/364

PAROCHIE Veel Chirogroepen hebben een dubbelzijdige relatie met de parochie. Enerzijds is de parochie een goede steun, want de Chiro mag hun lokalen en terrein (veelal gratis) gebruiken. Anderzijds krijgen ze vanuit die hoek vaak kritiek. Andere Chirogroepen hebben dan weer een zeer goede relatie met hun parochie en hebben zelfs een proost die veel voor hen betekent. Een goede viering in elkaar steken is niet altijd gemakkelijk. Soms kun je hiervoor terecht bij de pastoor van je parochie. Tegenwoordig kiezen veel Chirogroepen ervoor om zelf een viering in elkaar te steken. De Spiritkoffer kan hierbij een handig hulpmiddel zijn. Dat is een koffer vol met hedendaags en leuk inspiratiemateriaal voor vieringen. Je kunt hem gratis ontlenen bij Spoor ZeS, een dienst op het nationaal secretariaat. Opdracht: Knip een hippe hostie uit snoeppapier. (Opdracht concreet maken a.h.v. de beschikbare folders.)

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [

137


Code: TYHCDE/269

JEUGDRAAD/JEUGDDIENST De Jeugdraad is een adviesraad van het gemeentelijk jeugdwerkbeleid. Dat wil zeggen dat de gemeente bij beslissingen over jeugdzaken altijd een advies moet vragen aan de jeugdraad. De jeugdraad bestaat uit een aantal jonge vrijwilligers. In de meeste gemeenten is het voor jeugdverenigingen noodzakelijk om de vergaderingen van de jeugdraad te volgen als je subsidies wil krijgen van de jeugddienst. De jeugddienst bestaat in tegenstelling tot de jeugdraad uit betaalde krachten. Je kunt er terecht voor alle info over het jeugdwerkbeleid van je gemeente, voor hulp bij het invullen van je subsidieformulieren, voor info over fuiven, enz. Op de jeugdraad kun je dus mee beslissen over wat er al dan niet moet komen of moet veranderen voor de jeugd in je gemeente: inrichting van speelpleintjes, materiaal uitleendienst, subsidies, jeugdwerkbeleidsplan,… Opdracht: Zoek een aantal opgegeven woorden in de folders van de jeugddienst.

Code: SDRCMP/694

ANDERE JEUGDVERENIGINGEN Contact met naburige jeugdverenigingen kan handig zijn en kan soms een meerwaarde brengen: samen een activiteit organiseren, materiaal uitwisselen, elkaars activiteiten bezoeken (eetavonden, fuiven,…). Gewoon leuk om eens met meer te zijn, een grotere activiteit te kunnen organiseren of materiaal te gebruiken dat je niet elke week ter beschikking hebt. Chiro is de grootste jeugdbeweging van België. Daarnaast heb je de VVKSM (Vlaams Verbond voor Katholieke Scouts en Meisjesgidsen), de KSJ (Katholieke Studerende Jeugd), de KAJ(Katholieke Arbeidersjeugd) KLJ (Katholieke Landelijke Jeugd), het FOS (Federatie Open Scoutisme), de KSA, … Naast jeugdbewegingen heb je ook tal van jeugdverenigingen in ons landje: VDS (Vlaamse Dienst Speelpleinwerk), Jeugd & Gezondheid, Topvakantie, JNM (Jeugdbond voor Natuur en Milieustudie),… Die laatste zijn allemaal jeugdverenigingen die geen wekelijkse werking hebben. Opdracht: Memory: zoek telkens het logo en de naam van de verschillende jeugdbewegingen. Code: VYHUFS/921

ANDERE VERENIGINGEN Naast andere jeugdverenigingen zijn er naar alle waarschijnlijkheid ook een aantal volwassenenverenigingen in je gemeente. Samenwerken met een volwassenenvereniging kan soms handig zijn om bijvoorbeeld meer volk te bereiken. Via die verenigingen kun je misschien ook leden werven: veel volwassenen in verenigingen hebben namelijk kinderen. Misschien gaat er wel een belletje rinkelen als je het hebt over: de KWB (Katholieke Werknemersbond), de KVLV (Katholieke Vereniging voor Landelijke Vrouwen), de Gezinsbond, het oudercomité van de school, de parochieraad of het parochieteam,… Opdracht: Speel een kaartspel of vogelpik (cfr. kaartavonden van de KWB J)

138

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [


Code: NBVGOS/693

VRAGENLIJST Om de vragen goed op te lossen, moeten de deelnemers de uitleg op de verschillende fiches goed lezen. Bij sommige onderdelen vind je verschillende vragen. Soms heeft een duo een bepaalde vraag misschien al gehoord van een ander duo, in dat geval heb je de mogelijkheid om een andere vraag te stellen. 1. Internationale Commissie Hoe heet de activiteit in Brussel voor Vlaamse en Waalse keti’s? Chipadag Met welke landen heeft/had Chiro een partnership? Chili, Zuid-Afrika, Litouwen 2. Afdelingscommissies Welke cursus wordt georganiseerd door de afdelingscommissies? Afdelingsbivak Hoe heet het blaadje dat elke rakwi één keer per jaar ontvangt? Ventieltje Welk is het nieuwste afdelingsboek? 2005: Aspiboek 3. DAA Welke cursus wordt door de DAA op poten gezet? Tochtenbivak Waar vindt de initiatiedag Touwenparcours plaats? Jeugdverblijfscentrum Heibrand in Westmalle 4. DARTA Wat betekent DArtA? Dienst Artistieke Activiteiten Welke cursus wordt door DArtA georganiseerd? Expressieweekend Wie kan binnen Chiro een beroep doen op DArtA? Leiding(sploegen) 5. Dubbelpunt Hoeveel Dubbelpunten verschijnen er per werkjaar? 10 Waar kun je Dubbelpunt kopen? Nergens, je moet een abonnement hebben.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [

139


Geef 4 rubrieken die elke maand in Dubbelpunt aan bod komen Dossier, afdelingen, jaarthemaverhaal, Internationaal, Chiro-info, Gesprokkeld, Vorming, De Banier,… 6. Commissie Jeugdbeleid Hoe heet het boekje met info over de gemeentelijke jeugdraad? “120 gram goede raad” 7. Website Hoe blijf je op de hoogte van de laatste Chironieuwtjes? Schrijf je in op www.chiro.be/snelleberichtenlijst. 8. De Banier Hoeveel korting krijg je in De Banier? Op vertoon van je lidkaart krijg je 20 % op alle Creamixproducten en 10 % op alle andere knutselmaterialen. In welke straat vind je De Banier in jouw verbond? (antwoord zelf in te vullen) In hoeveel Vlaamse steden vind je De Banier? 11 9. Verbond Cursus georganiseerd door het verbond: (1ste letter) SB: S Het totaal aantal verbonden: (1ste letter) Tien: T Tweejaarlijks verbondelijk bivak voor Aspiranten: (1ste letter) Aspitrant: A Straatnaam nationaal secretariaat (4de letter) Kipdorp: D Bij vragen of problemen bellen naar het verbondelijk: (1ste letter) Secretariaat: S De Chiro draait vooral op …-werk: (10de letter) Vrijwilligers: G Chirowinkel: (8ste letter) De Banier: R De belangrijkste taak van het verbond (2 woorden): (9de letter) Gewesten ondersteunen: O Vierjaarlijks nationaal leidingsbivak: (6de letter) Krinkel: E Stad waar het nationaal secretariaat te vinden is: (7de letter) Antwerpen: P 10. Gewest Welk gewest ligt niet in jouw verbond? (antwoordmogelijkheden zelf in te vullen) Tot welk gewest behoort jouw groep?

140

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [


Noem 3 activiteiten die jouw gewest organiseert. 11. Oud-leiding Waarvoor kun je zoal een beroep doen op oud-leiding? Vervangleiding, hulp bij eetavonden e.d., om een grote activiteit in elkaar te steken, bij allerhande vragen, om een ontspannende activiteit voor de leiding in elkaar te steken,… 12. Ouders Waarvoor kun je zoal een beroep doen op ouders? Vervoer, knutselmateriaal, info over hun kinderen, hulp bij vervoer voor uitstappen,… 13.School Waarvoor kun je zoal een beroep doen op de nabijgelegen school? Lokalen, materiaal, schoolbus, ledenwerving,… 14. Parochie Hoe heet de koffer met inspiratiemateriaal voor vieringen? Spiritkoffer 15. Jeugdraad/jeugddienst Noem 2 onderwerpen die besproken worden op een jeugdraadvergadering. Subsidies, jeugdwerkbeleidsplan, inrichting van speelpleintjes, materiaal uitleendienst,… 16. Andere jeugdverenigingen Noem 3 andere jeugdverenigingen. VVKSM, FOS, KAJ, KSJ, KLJ, Jeugd en Gezondheid, Topvakantie, JNM,… 17. Andere verenigingen Noem 2 andere verenigingen. KWB, KVLV, Gezinsbond, oudercomité, parochieraad,…

NABESPREKING Chirostructuur Na het spel wordt binnen de leefgroep de structuur nog even overlopen met de deelnemers en worden er, waar nodig, aanvullingen gegeven. Netwerk Elke deelnemer krijgt een stuk dik karton, een stift, een aantal rode en groene prikkers en een bolletje dun touw. Daarmee visualiseren ze hun eigen netwerk. Met de stift schrijven ze hun netwerkpartners op verschillende plaatsen op hun karton. Een groene prikker duidt op een goede relatie, een rode op een slechte relatie. De touwtjes visualiseren de onderlinge relaties. Uitwisseling is hier niet echt nodig. De bedoeling is vooral dat die oefening de deelnemers doet nadenken over hun eigen netwerk.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [

141


t Pippigestoken op he dansje in elkaar n ee g in as vrij kow id le et ge (h met de be leiding zelf nd ge ke be ee w de gs et in m id in kleine dingen, el plezier we op voorbere eedeed... ’t Zijn dden we er al ve m ha d m nd Vorig SB hadden re ha ge or on vo p iedereen (ons thema). O dat zo goed als Langkousliedje woonweg zalig ge lf, ze .. n. SB ve op ge . En je meer misch om zien) SB weer dat iets je e di en ng di e el di maar het zijn w Els, begeleidster

142

SB Reinaert

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Chirostructuur en netwerk: Netwerkpuzzel [


EVALUEREN

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Evaluatie [

143


144

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Evaluatie [


EVALUATIE DOELSTELLINGEN x We toetsen bij de deelnemers of de doelstellingen bereikt zijn. We vragen hen wat ze meenemen van op SB. We leggen de nadruk op de inhoudelijke blokken. x We evalueren de werkvormen en omkadering. x We leggen de stage uit en laten de deelnemers die stage voorbereiden door enkele persoonlijke leerpunten te formuleren.

MATERIAAL x Lege kaartjes x Plakband x Pen x Memorybord: knip uit een groot papier een cirkel en hang die met een splitpen vast aan een karton. Op de cirkel zet je minstens 7 keer twee dezelfde tekentjes of kleurtjes. x Kroonkurkjes x Postkaarten

PRAKTISCHE UITWERKING ➔ STAP 1 Alle deelnemers krijgen een kaartje op hun rug. Er zijn vier verschillende kaartjes (bvb. sfeer in de leefgroep, begeleiding, groepsmomenten, aanpak van inhoudelijke blokken,…). De deelnemers proberen zonder te spreken de personen te vinden met hetzelfde kaartje als dat van hen. Samen vormen ze een ploegje. Binnen dat groepje bespreken ze de aangegeven thema’s. Nadien leggen ze een korte samenvatting voor aan de groep. ➔ STAP 2 Memoryspel De spelers mogen om beurten twee kroonkurkjes verwijderen. Als er twee dezelfde vakjes onder zitten, krijgt de speler de kroonkurkjes én een vraag. Als de vraag besproken is, draait de speler eerst aan het spelbord voor de volgende aan de beurt komt. Op het einde telt iedereen gewonnen kroonkurkjes. Wie de meeste heeft, wint. x Met wie hebben de meeste Chirogroepen een goede relatie? Met wie liggen ze wel eens overhoop? (Netwerk) x Als je naar je eigen programma’s van de voorbij weken kijkt, waar zou je dan nog aan sleutelen? (Activiteit) x Wat wil je nog verder ontdekken in je afdeling? (Afdeling) x Wat blijft je bij over begeleidinghouding? (Begeleidingshouding) x Wat onthoud je van de anderen hun leidingploeg? (Leidingsploeg) x Wat blijf je straf vinden in de Chirovisie? (Visie) x Over welke keuzeruimtes heb je goede dingen gehoord? (Keuzeruimten) Vul de lijst aan met vragen die relevant zijn voor je eigen Chirocursus.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Evaluatie [

145


MEMORY

146

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Evaluatie [


] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Evaluatie [

147


➔ STAP 3 Je vertelt dat er nu een stageperiode volgt, en geeft de onderstaande uitleg. De stage Wie een attest van animator in het jeugdwerk wil behalen, moet minstens 60 uren vorming volgen en 60 uren stage doen. In de Chiro volg je daarvoor eerst een Inleidingscursus en het Scholingsbivak. Daarna doe je stage in je eigen Chirogroep. Start van de stage Op het einde van het Scholingsbivak formuleren de deelnemers een aantal leerpunten voor zichzelf. Ze schrijven ze op de achterkant van een blanco postkaart. Op de voorkant van de postkaart kunnen ze op een creatieve manier weergeven wat ze van het SB vonden. De deelnemers schrijven hun eigen adres op de kaart en posten ze in een cursusbrievenbus. Wat kunnen leerpunten zijn: x Leuke ideeën die ze op IK en SB hoorden en die ze zelf ook willen uitproberen en/of realiseren x Extra aandachtspuntjes i.v.m. hun begeleidingshouding x Een goed voornemen x Iets waar ze nog iets over willen bijleren Op het einde van het SB duidt elke deelnemer een stagebegeleider aan: iemand uit hun eigen leidingsploeg die al langer in leiding staat. We vragen aan die persoon om de stage op te volgen en af te ronden. Hij of zij krijgt direct na het SB een brief van de begeleiding met de vraag of hij of zij stagebegeleider wil zijn van deelnemer X. Stagemomenten x Een activiteit voorbereiden x Een Chironamiddag begeleiden x Deelnemen aan de leidingskring en taken uitvoeren Afronden van de stage Twee à drie maanden na het SB stuurt de SB-begeleiding de postkaart én een aanvraag tot het behalen van een attest op naar elke deelnemer. De stagebegeleid(st)er ontvangt gelijktijdig een methodiek om de stage met een gesprek af te ronden. Het is de stagebegeleid(st)er die het aanvraagformulier moet ondertekenen om de geldigheid van de stage te bevestigen. De deelnemer stuurt het ingevulde en ondertekende formulier op naar het nationaal secretariaat. Enkele maanden later krijgt de deelnemer zijn of haar attest toegestuurd.

SB zonder IK Wie meeging op SB maar nog niet op IK, kan toch al starten met de stage. Alles verloopt dan hetzelfde. De aanvraag tot het behalen van een attest blijft wel nog liggen op het nationaal secretariaat totdat de deelnemer meeging op IK.

148

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Evaluatie [


âž” STAP 4 Alle deelnemers krijgen een blanco postkaart. Aan de voorkant teken/schets je een beeld dat voor jou SB symboliseert/samenvat. Op de achterkant schrijf je bij elk werktuig een werkpuntje voor de komende maanden, en je adres. De deelnemers posten die kaart in de cursusbus (zie uitleg stage).

âž” STAP 5 Om de inhoudelijke blokken te evalueren, kun je een evaluatiemarkt organiseren met verschillende kraampjes waar de deelnemers moeten langsgaan. x De deelnemers gaan bij alle kraampjes langs en geven hun mening. x De begeleiding speelt marktkramer en verzamelt de meningen. Eventueel geef je wat extra uitleg. x Aan elk kraampje kun je een onderscheid maken tussen de verschillende leefgroepen. x Je kunt het geheugen van de deelnemers opfrissen door bij elk kraam iets typisch voor dat blok te leggen.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Evaluatie [

149


Suggesties voor kraampjes Leidingsploeg: De Naakte Waarheid Kledingszaak: de deelnemers kleden een naakt persoontje aan met kleine kledingstukken uit wit papier waarop ze hun mening schrijven. Afdelingswerking: Begeleidingshouding Als de deelnemers het een goed blok vonden, steken ze een geel schijfje in de Vier op een Rij; vonden ze het een slecht blok, dan steken ze er een rood schijfje in. Eventueel kunnen ze een etiketje op het schijfje kleven en er iets op schrijven. Chirostructuur en netwerk Op een groot karton met alle onderdelen van de sessie op kunnen de deelnemers de onderdelen die ze goed vonden verbinden met een koordje. EHBO De deelnemers schrijven op een wc-rol wat ze van het blok vonden. Keuzeblokken De deelnemers steken een briefje in de bus van hun keuzeblokken met daarop wat ze ervan vonden. Ballenkraam Naargelang de deelnemers het een goed of een slecht blok vonden, gooien ze een grote of een kleine prop in een curverbox. Eventueel kunnen ze op de prop nog iets schrijven. Tombolakraam (met micro waar veel gebabbeld wordt) Iedereen spreekt zijn of haar mening in op een cassette. Schietkraam De deelnemers plakken een post-itje in pijlvorm op een schietroos. Eventueel schrijven ze nog iets extra’s op het pijltje. Bouwkraam De deelnemers bouwen iets met Duploblokken. Op hun blok plakken ze papiertape en daarop schrijven ze wat ze ervan vonden.

150

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Evaluatie [


KEUZERUIMTEN

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Keuzeruimten [

151


152

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Keuzeruimten [


KEUZERUIMTEN DOELSTELLINGEN x Een cursus op maat aanbieden: de deelnemers kunnen het ‘vaste pakket’ aanvullen met een aantal blokken waar zij een specifieke nood of interesse aanvoelen. x De deelnemers stimuleren een EHBO-vorming te volgen. Cursus op maat, dat wil zeggen: Zowel basispakketten als werkwinkels voor gevorderden. De deelnemers krijgen een aanbod van: x Creatieve activiteiten x Spelactiviteiten x Informatieve blokken Vrije keuze: x Bvb. 3x uit dezelfde groep een activiteit doen. (Bvb. Drie keer informatief mag; of twee keer speels, één keer informatief; of van alle groepen één.)

EHBO Alle deelnemers moeten in de basisvorming de kans hebben om een basispakket EHBO te krijgen. x Ofwel op IK, ofwel op SB (af te spreken met de gewesten). x Deelnemers die deze knowhow al meekregen van buiten de Chiro moeten dit niet nog eens volgen.

MOGELIJKE THEMA’S Creatief x Dans en muziek(instrumenten) x Fimospelen x Knutselen met -12-jarigen (de Creapakketten van De Banier zijn een handige inspiratiebron) x Sjorren x …

Spelactiviteiten x Regenspelen x Spelen in het donker x Ravotten zonder builen x Hevig op het plein x …

Infoblokken x Pesten en hoe ermee om te gaan x Ouders en ouderbezoeken: hoe pak je het aan? x Help, mijn ploeg zit vol etters! (of: hoe omgaan met kinderen met moeilijk gedrag) x Leuke ideeën voor uitnodiging, maandprogramma en blaadjes maken. x …

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Keuzeruimten [

153


AANDACHTSPUNTEN VOOR DE BEGELEIDING x Zorg ervoor dat je genoeg keuzeruimte laat aan de deelnemers door meer plaatsen te voorzien dan deelnemers. Maar zorg er ook voor dat er geen keuzeblokken moeten wegvallen door te veel keuzes aan te bieden. x Zoek thema’s waarbij de begeleiding zich goed voelt. Een kans om begeleiding hun eigen troeven te laten uitspelen, mag je niet laten liggen. x Zorg voor een gevarieerd aanbod. x Denk eraan dat de meeste deelnemers voor jonge afdelingen staan. Pas je aanbod hieraan aan. x Je kunt ook gebruik maken van externen om je aanbod te verruimen. x Een aanbod dat direct mee naar huis genomen kan worden, slaat altijd aan. x Zorg ervoor dat de deelnemers een bewuste keuze maken, laat alle begeleiding de blokken goed voorstellen (wat, voor wie, hoe, welke leeftijd, waar,…). Je kunt de verschillende blokken ook op posters aankondigen met alle nodige info erop. x Zorg bij de verdeling dat niet alleen de grootste monden, de snelste lopers of de grootste egoïsten hun eerste keuze hebben. (Pas je verdeelsysteem hieraan aan.) x Probeer mensen van een zelfde leidingsploeg zoveel mogelijk te verdelen over verschillende werkwinkels.

Workshops te boeken… Aanbod van onze commissies 2005-2006 Alle workshops zijn gratis, tenzij er een prijs vermeld staat. WORKSHOPS OVER EXPRESSIE x IK: Hoe maak je je activiteiten creatiever en expressiever? x SB: Zin in een creatief, groepsbevordend spel? Geïnteresseerd? Bel 03-231 07 95 of mail DArtA@chiro.be.

AVONTUURLIJKE WORKSHOPS Workshop ‘Vuurtjes voor beginners’ Wat is vuur en hoe kan ik dat het snelste stoken? Denk je dat je weet hoe het moet, of heb je nog wat nuttige tips nodig? Of ben jij degene die het altijd aan een ander moet gaan vragen? Workshop ‘Sjorren voor beginners’ Weet je niet hoe je een echte start- of eindknoop legt? Vallen jouw sjorconstructies ook altijd uit elkaar? Heb je geen idee hoe je een zitbank of een schommel moet sjorren? Workshop ‘Kaart en kompas voor beginners’ Wat is een kompas? Wat kan dat allemaal? Kloppen kaarten nooit of ben jij het die verkeerd gelopen is? Al die symbolen op een kaart, is dat versiering? De workshops duren ongeveer 2 uur en zijn geschikt voor een tiental personen. Je betaalt 30 euro voor een workshop. Dat is een onkostenvergoeding voor het materiaal van de Dienst Avontuurlijke Activiteiten en de reiskosten van de begeleiding. Via de workshop krijg je de basistechnieken aangeleerd, krijg je handige inzichten en ideeën en breng je ze onmiddellijk in praktijk. Achteraf krijg je een bundel mee naar huis om later alles nog eens te kunnen opfrissen.

154

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Keuzeruimten [


Om te reserveren bel of mail je minstens 1 maand op voorhand naar het nationaal secretariaat: 03231 07 95 of DAA@chiro.be. De DAA laat je daarna weten of ze begeleiding gevonden hebben. WORKSHOP ‘OMGAAN MET MOEILIJK GEDRAG’ De Stadsgroepencommissie kan je begeleidingsploeg vormen of komt de workshop zelf begeleiden. Mail naar stadsgroepen@chiro.be. WERKBLOK OVER RACISME EN INTERCULTURELE VERSCHILLEN Je krijgt van ons een video met een methodiek erbij, waarmee je zelf aan de slag kunt. Je kunt de workshop bestellen op het nationaal secretariaat of via intercultureel@chiro.be. DRAAGKRACHTSPEL Deze methodiek draait rond het opnemen van kinderen of jongeren met een handicap in je Chirogroep. Mail naar handicap@chiro.be voor meer info. GELIJKEKANSENWERKWINKEL Dit is een stellingenspel dat vertrekt vanuit een zeer concrete situatie en waarin je verschillende standpunten kunt innemen. We starten met een ludieke video van een kwartiertje waarin heel wat vooroordelen aan bod komen. Tussendoor is er uiteraard tijd voor een spelletje! Info vragen kan via toegankelijkheid@chiro.be. SPELEN OVER ARMOEDE EN SOCIALE UITSLUITING Sierra Oscar Lima Solidariteitsspel voor jongeren vanaf 12 jaar Sander Voor kinderen van 6 tot 10 jaar Beide spelen zijn te ontlenen op elk Chirosecretariaat. Ideaal voor een workshop over armoede en solidariteit! Mail naar toegankelijkheid@chiro.be voor meer info. NIEUW Dit jaar starten wij met de uitbouw van een databank voor keuzeruimtes. Als je zelf een workshop uitwerkt, mag die er zeker in. Je kunt vanaf oktober 2005 een workshop toevoegen op elk regionaal secretariaat. De databank raadplegen om ideeën op te doen voor jullie keuzeruimtes kan ook vanaf dan.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Keuzeruimten [

155


156

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak | Keuzeruimten [


GROEPSMOMENTEN

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

157


158

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


VERSLAGEN

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

159


160

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


BIJLAGEN

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

161


162

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


VISIETEKSTEN

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

163


164

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


“CHIROÏNE, EEN GOED ALTERNATIEF??” Over druggebruik in de Chiro Ontkennen heeft geen zin: drugs en het gebruik ervan zijn aanwezig in onze Chirogroepen. Ver hoeven we het niet te zoeken: in welke groep wordt er eens geen alcohol gedronken, een sigaret gerookt of een joint opgestoken? Dat kan ook moeilijk anders: Chiro is immers geen eiland, langs alle kanten worden we beïnvloed door wat er rondom ons gebeurt. En ook drugs horen daar bij. Het lijkt ons dan ook beter druggebruik te erkennen en er zich tegen te wapenen. Dat kan door in elke groep afspraken te maken over zowel illegale soft- en harddrugs, als over alcohol en tabak. “Gemakkelijker gezegd dan gedaan,” denken jullie nu, “maar hoe beginnen we daaraan?” We raden jullie aan eens een kijkje te gaan nemen op www.drugsinbeweging.be. Die website is gemaakt door de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugsproblemen (VAD), in samenwerking met alle jeugd- en jongerenbewegingen in Vlaanderen, dus ook de Chiro. Op die website vind je: x Theoretische info over drugpreventie x Praktische tips voor een drugbeleid en werkvormen op maat x GPS in de drugsector: doorverwijsinfo Hieronder enkele argumenten om werk te maken van een drug- en alcoholbeleid: Als leiding zijn jullie verantwoordelijk voor de groep en jullie leden. Bij het gebruik van illegale drugs wordt de leiding vanuit juridisch oogpunt verantwoordelijk gesteld. Je kunt niet verantwoordelijk zijn voor andermans gedrag tenzij je zelf een misdrijf gepleegd hebt. Je bent wél verantwoordelijk voor je eigen gedrag en de manier waarop je optreedt tegenover ongewenst gedrag. Handel als een ‘goede huisvader’. Van groot belang is ook dat je kunt aantonen dat je een drugbeleid hebt in de jeugdbeweging en dat je bij problemen gehandeld hebt volgens de vastgelegde procedures. Collectieve verantwoordelijkheid: door regels op te stellen zul je elkaar makkelijker aanspreken op het gedrag. Bovendien wordt het thema sowieso bespreekbaar en begin je vragen te stellen bij je eigen gedrag. Het imago van de groep: in de leefwereld van jongeren van vandaag zijn drugs dikwijls meer ingeburgerd dan in die van volwassenen. Misschien stel je als leidingsploeg weinig vragen bij het gebruik van drugs. Volwassenen (lees: ouders) zullen dat zeker wel doen. Dat is normaal want zij vertrouwen immers elke week hun bloedjes aan jullie toe. Een leidingsploeg die het niet te nauw neemt met de algemeen geldende afspraken, zal snel tegenwind krijgen vanuit ouders, netwerk, oud-leiding,… Dat kan deels opgevangen worden als je kunt aangeven dat jullie in de groep wel degelijk duidelijke afspraken hebben over drug- en alcoholgebruik. Sociale druk: als er drugs of alcohol gebruikt kunnen worden binnen een groep zal sociale druk worden gebruikt om mensen erbij te laten horen of juist om hen uit te sluiten. Dat kan tweedracht zaaien in een ploeg en de groep uiteindelijk kapotmaken. Gezondheid: wat mensen er ook van mogen beweren, drugs zijn niet gezond. Integendeel: roken en alcohol gebruiken zijn zeer schadelijk voor het lichaam. Als Chiro willen we dus ook niet zomaar iedereen ongereglementeerd drugs of alcohol laten gebruiken. Ook hier hebben we een verantwoordelijkheid te nemen. We hebben het dan nog niet over het verslavend effect van alcohol, tabak en drugs. Leren omgaan met alcohol en drugs: jongeren komen zeker in aanraking met legale en illegale drugs op school, door vrienden, in het uitgaansleven of bij de Chiro. Het is onze verantwoordelijkheid om leden verantwoord te leren omgaan met legale drugs. Het opstellen van duidelijke afspraken ] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

165


helpt hierbij. Vaagheid en stiekem gebruik moeten ontmoedigd worden. Bij illegale drugs kun je informatie geven en de weerbaarheid helpen verhogen. De federale drugsnota Er is heel wat om te doen geweest en er is/was veel onduidelijkheid over de wetgeving. Daarom geven we hier kort de belangrijkste passages uit de nota weer: Het gebruik van cannabis blijft in elk geval verboden voor minderjarigen. Voor hen verandert er dus niets. Meerderjarigen kunnen worden vervolgd voor softdruggebruik in geval van: x problematisch gebruik, d.w.z. wanneer er aanwijzingen zijn dat het gebruik een gevaar betekent voor de gebruiker zelf en/of diens omgeving, vastgesteld door de politie via een gestandaardiseerde testbatterij (zoals beschreven in de wet over het wegverkeer); x maatschappelijke overlast, d.w.z. verstoring van de openbare orde (zoals beschreven in de gemeentewet) cannabisgebruik en/of -bezit op school, in gebouwen of omgeving van sociale diensten, daar waar minderjarigen komen voor sportieve, sociale of schoolse doeleinden, in de gevangenis; x verzwarende omstandigheden: w cannabisgebruik en/of -verhandeling in aanwezigheid van minderjarigen; w minderjarigen aanzetten tot cannabisbezit en/of -gebruik; w lid zijn van een vereniging die drugs levert; w door cannabisgebruik bij anderen een ongeneeslijke ziekte veroorzaken, blijvende arbeidsongeschiktheid, verlies van een orgaan, zware verminking of de dood. Concreet stellen wij de volgende richtlijnen voor: Illegale soft –en hardrugs x Geen gebruik tijdens de activiteiten (maatschappelijke overlast en verzwarende omstandigheden). x Geen bezit tijdens de activiteiten (maatschappelijke overlast). x Niet onder invloed zijn tijdens de activiteiten (problematisch gebruik en maatschappelijke overlast). x Niet in of rond de lokalen (maatschappelijke overlast). x Niet als je herkenbaar bent als lid van de Chiro, waar dan ook, al dan niet in bewegingskledij (imago van de groep). Alcohol en tabak x speelclub, rakwi’s en tito’s Geen gebruik, geen bezit en niet onder invloed tijdens de activiteiten of rond de infrastructuur van de groep x keti’s en aspi’s Maak duidelijke afspraken met je leden. Het gebruik van tabak en alcohol mag geen vaste gewoonte worden. Aspi’s en keti’s moeten naar de Chiro komen omdat het plezant is, niet omdat ze mogen drinken en roken. Geef ook de andere leiding inspraak bij het opstellen van regels en afspraken. x de leiding Over het algemeen is de leiding meerderjarig, maar dat wil niet zeggen dat je zomaar mag roken of drinken, of dat er drugs gebruikt mogen worden. Ook binnen een leidingsploeg gelden er regels en afspraken, met de bedoeling om onverantwoorde toestanden uit te sluiten. Het is zoeken naar een evenwicht tussen te streng en te los. Maak je de regels te streng, dan zal het achter de rug gebeuren. Zijn de afspraken echter te los, dan zet je de deur open voor misbruik. Surf eens naar www.drugsinbeweging.be. Je vindt er heel wat tips en nuttige info over de wet, het opstellen van een drugbeleid op maat van jouw groep, handige telefoonnummers en websites,… 166

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


PARTICIPATIE Wat willen we bereiken? We willen kinderen en jongeren in Chiro actief betrekken bij het vorm geven aan onze mini-samenleving, bij onze activiteiten, bij onze afspraken. We willen ze kansen geven om beslissingen mee vorm te geven en om verantwoordelijkheid op te nemen, op hun eigen tempo en vanuit hun eigen ideeën en interesses. Bovendien willen we dat alle leiders en leidsters echt betrokken raken bij wat er zich in de groep afspeelt. Participatie begint dus op de leidingskring en in de afdeling. Maar het gaat ook verder. We willen er ook in de ruimere samenleving werk van maken. Niet alleen als Chiro, ook als individu.

Waarom werk maken van participatie in Chiro? In Chiro nemen we onze kinderen en jongeren als mensen au sérieux. We gaan ervan uit dat ze iets te vertellen hebben, dat hun mening de moeite waard is. Gelijkwaardigheid is ons uitgangspunt. We beschouwen hen niet als gelijke, maar als gelijk-waardige medemensen. Het is immers vanuit hun eigenheid en hun eigen behoeften dat ze het recht hebben duidelijk te maken wat hen werkelijk bezighoudt. Participatie is dus in eerste plaats een doel op zich in Chiro, maar er is meer. Participatie brengt ook heel wat teweeg. Kinderen en jongeren bereiken immers heel wat door te participeren. Participatie sluit sterk aan bij één van onze Chirowaarden: rechtvaardigheid. In ons dromen over een rechtvaardige samenleving is de manier waarop we beslissingen nemen cruciaal. Door kinderen en jongeren te laten participeren, maken we duidelijk hoe we in Chiro democratisch willen werken. We zijn er immers van overtuigd dat democratisch werken betere resultaten oplevert. Een besluitvorming waar iedereen mag aan deelnemen, is een besluitvorming die niet alleen beter gedragen wordt door iedereen, maar is er vooral één die meer rekening houdt met iedereen. Als kinderen en jongeren het gevoel hebben dat ook hun mening van tel is, zullen ze immers vertellen wat ze belangrijk of leuk vinden. Bovendien zullen kinderen zich betrokken en aanvaard voelen, wanneer we hen aanspreken op wat zij belangrijk vinden. Zo krijgen leden het goede gevoel dat ze echt bij Chiro horen en zullen ze dan ook mee werk willen maken van goede Chiro. Wie het gevoel heeft deel te zijn van een jeugdbeweging waar zij/hij belangrijk is, zal zich inzetten om er ook het beste van te maken.

Hoe werk maken van oprechte participatie in Chiro? 4 ruggensteuntjes Een gunstig klimaat scheppen Participatie is meer dan het bestaan van inspraakorganen. Het moet tot uiting komen in dagelijkse omgang en in de sfeer die leeft in de groep. Wanneer mensen vanuit hun eigen mogelijkheden worden aangesproken, worden kansen tot participeren gecreëerd. Participatie kan alleen lukken vanuit een volwaardig en respectvol omgaan met kinderen en jongeren. Als leiding hebben we hierin een cruciale rol. We staan dichtbij de leefwereld van onze leden, bij momenten zitten we er zelfs mee in. Dat inlevingsvermogen en zich durven verplaatsen in hun leefwereld zijn onontbeerlijk voor een goede participatie. Juist in die manier van omgaan met kinderen en jongeren maken we hen immers duidelijk dat hun mening telt. We geven hen kansen en ruimte om hun ding te doen, op hun eigen manier. Als kinderen en jongeren zich niet goed voelen in de groep, dan zullen ze ook niet mee beslissen.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

167


Kunde en kennis Participatie vraagt een aantal vaardigheden. Eerst en vooral in het proces zelf. Participatie wil mensen mondig en kritischer maken. Maar er is meer dan dat. We moeten vaardigheden hier in ruime zin opvatten. Het gaat zeker niet alleen over je mening kunnen zeggen en mensen mondiger maken, maar even goed om luisteren of signalen van welke aard ook goed te leren zien en verstaan. Daarnaast is het belangrijk dat iedereen mee is in het onderwerp waarover er gepraat wordt. Dat houdt in dat alle informatie voor iedereen beschikbaar en bruikbaar is. Niet alleen een gelijke spreiding, maar ook een minimum aan informatie en achtergrond is belangrijk.

Grenzen aan de participatie Goede participatie heeft ook grenzen nodig. Wie wil participeren, neemt een verantwoordelijkheid op. Wie mee wil beslissen, kan niet onverschillig blijven. Met andere woorden: een recht tot participeren houdt dus een plicht tot engageren in. Vanuit dat engagement kan ook een engagement groeien voor aspecten buiten de Chirowerking, naar de ruimere gemeenschap toe. Participatie betekent ook niet dat kinderen en jongeren over alles moeten meebeslissen, laat staan dat het je verantwoordelijkheid als begeleid(st)er wegneemt. Ook binnen Chiro stuit participatie op haar grenzen. Als leiding blijf je verantwoordelijk voor je leden en beslis je wat wel en niet kan.

Voelbaar effect Als je niet op tijd en stond ervaart dat er iets gedaan wordt met wat jij als kind of jongere te zeggen hebt, dan zal je geloof in participatie snel verdwijnen. Succeservaringen zijn dan ook een belangrijke stimulans om verdere stappen te zetten naar een cultuur van participatie. Dat succes betekent niet altijd je zin krijgen, maar wel het gevoel krijgen dat je mening van belang is, dat je au sĂŠrieux genomen wordt. In die zin is naast het proces van de participatie zelf, de motivering van de feitelijke beslissingen even belangrijk.

168

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


ZINGEVING In de Chiro ervaren we zingeving vooral vanuit ervaringen – zowel positieve als negatieve. We zetten vier ervaringen centraal: verwondering, verbondenheid, verontwaardiging en onmacht.

Verwondering Verwondering is “een gemoedstoestand die ontstaat wanneer men iets gewaar wordt dat men niet of anders had verwacht”. Het gaat hier om ervaringen die je op de meest onverwachte momenten kunt opdoen. Ervaringen waarbij de groep plots overstelpt wordt door de schoonheid van de natuur, door het vernuft en de kracht van mensen, door het mooie van een kunstwerk,… Het zijn ervaringen die je plots doen stilvallen, die je laten aanvoelen dat er meer is dan het alledaagse.

Verbondenheid Als je ernaar streeft groep en gemeenschap te vormen, is geen enkele ervaring zo welkom als de ervaring van verbondenheid. Je voelt gewoon dat je samen hoort. Elke vezel in je lijf zegt dat die groep van mensen jouw plaats is. Je hebt een groep waarin je kunt thuiskomen. Je kunt je natuurlijk ook enorm verbonden voelen met andere mensen, met de natuur, met dingen, maar het gaat altijd om een gevoel van ‘wij samen’.

Verontwaardiging We weten allemaal dat in ons samenleven niet altijd alles rozengeur en maneschijn is. Ieder voor zich ervaart op een bepaald moment wel onrecht, oneerlijkheid, ergernis. Ook als groep kunnen we met die ervaring geconfronteerd worden. Het gaat om die ervaringen waarbij je tot in de toppen van je tenen voelt dat het zo niet juist is, dat het zo niet goed is. Verontwaardiging kan een groep uitdagen en sterk maken om het niet zomaar te laten bij wat is, om actie te ondernemen.

Onmacht Een ervaring waar het moeilijk is om mee om te gaan is de ervaring van verdriet. Niemand staat te springen om verdriet te voelen en als we het toch voelen, willen we het zo snel mogelijk weer kwijt. Toch kunnen ook die ervaringen zin geven aan ons samenzijn. Misschien wel omdat zij ons het strafst de vraag naar zin doen stellen. De waarom-vragen steken bij uitstek de kop op bij momenten van verdriet of angst of eenzaamheid. We spreken hier van onmacht, over die momenten waarop we ons alleen op de wereld voelen, maar waarop de Chiro-verbondenheid ons kan sterken. Het zijn allerindividueelste gevoelens die een plaatsje kunnen krijgen in het groepsgebeuren.

HOE PAKKEN WE ZINGEVING AAN?

Een open begeleidingshouding We moeten bereid zijn om onze intuïtie te laten spreken. We nemen een open begeleidingshouding aan en laten bij zinvolle ervaringen de ruimte aan onze leden zodat die zinvolle ervaringen zich ten volle kunnen ontwikkelen. Het moet kunnen dat we ons programma aanpassen om bijzondere en spontaan opduikende ervaringen een kans te geven. Daarom is het niet voldoende om te weten wat onze leden graag spelen en doen, maar is het ook heel belangrijk dat we leren wat ze zinvol vinden. Waardoor zijn ze verwonderd? Wat sterkt hun verbondenheid? Waardoor worden ze verontwaardigd? Wanneer voelen ze zich machteloos? Het is nooit te laat om te leren, zeggen ze wel eens. Ga er ] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

169


nooit vanuit dat je alles wel al hebt gezien, je zou wel eens met je neus op de feiten geduwd kunnen worden.

Zin-gevende activiteiten Naast een open blik voor zinvolle ervaringen, kunnen we ook in ons programma bewust een plaatsje geven aan activiteiten die zingevend zijn. Spel op zich is uiteraard altijd zinvol in Chiro, maar sommige activiteiten kunnen bijzonder zin-stimulerend zijn! We onderscheiden uitdagende, creatieve en bezinnende activiteiten. Allemaal kunnen ze ervaringen van verwondering en verbondenheid prikkelen.

Uitdagend Bepaalde activiteiten stellen de groep of het individu voor een uitdaging. Iets dat nog niet is moet bereikt worden. Ze kunnen een zware fysieke inspanning vragen, ze kunnen vertrouwen in een ander vragen, ze kunnen sterke samenwerking binnen de groep eisen, ze kunnen durf veronderstellen,… Samen aan een groot project werken, een weekend je plan trekken in de natuur, een samenscholingsweek, aardappelenjas,… Het zijn dé Chiro-activiteiten bij uitstek.

Creatief Creatief bezig zijn vraagt dat je de dingen anders dan anders aanpakt. Het vraagt dat je niet alles als vanzelfsprekend neemt. Je houdt even halt om iets te scheppen dat niet was. Ze kunnen je de tijd en ruimte geven om over van alles en nog wat na te denken. Toneel, zang, expressies, knutselsessies: in Chiro bieden we tal van activiteiten aan die creativiteit bevorderen.

Bezinnend Als we bezinnen, dan gaan we alleen of in groep bewust stilstaan bij een thema. We gaan nadenken over de zin en onzin van iets. Halt houden is het doel bij uitstek van een bezinning. Bezinnen vraagt een goede sfeeropbouw, een juiste plaats en een juist tijdstip. De begeleid(st)er speelt een belangrijke rol in het creëren van de noodzakelijke voorwaarden voor een goede bezinning, maar daarnaast zijn de inhoud en de methodiek ook van groot belang. Bezinnen met jongeren hoeft niet altijd een ver-van-hun-bed-show te zijn. Vertrekken van de kleine dingen van hun eigen leven leidt vaak tot wereldse bedenkingen. Soms kan een muziekje, een tekstje en een kaarsje het gewenste effect al bekomen, maar hoe meer de deelnemers het onderwerp kunnen ‘ervaren’, hoe meer ze bereid zijn erover te denken en te praten.

170

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


NATUURLEUK! Stilstaan bij de natuur is voor de Chiro een heel ‘natuurlijke’ keuze. We trekken vaak naar het park of een grasveld of het bos in. Stadsgroepen klagen het gebrek aan speelruimte en natuur in hun omgeving aan. En dat we ‘s zomers tien dagen in de natuur doorbrengen, vinden we heel normaal, heel natuurlijk. De natuur is onze speelruimte bij uitstek. Wat is natuur precies? We houden het graag simpel. De natuur is al wat leeft: planten en dieren, bossen en heide, maar ook lucht, bodem en water. En wij mensen, wij zijn deel van de natuur.

Spelen in en met de natuur Dammen bouwen, rotsen beklimmen, door het gras rollen, om het snelst de heuvel op: wanneer we spelen, doen we dat heel vaak in de natuur. De natuur is één grote speeltuin. Ze biedt een zee van uitdagingen, waarin we graag een duik nemen. Daarbij is die natuur niet zomaar het decor van ons spel. Ze speelt mee en bepaalt het ritme, daagt uit en is elke keer anders. De natuur en de elementen nodigen ons uit tot actie en avontuur, tot uitwaaien en verdwalen. We willen niet blijven hangen aan ons lokaal of pleintje, of op ons vaste grasveldje in het park. We roepen op om de natuur in te trekken en er de ruimte, materialen en uitdagingen te benutten die ze ons biedt. We willen actief en bewust spelen in en inspelen op de natuur. Spelen in en met de natuur blijft niet altijd zonder hinder of schade. Het kan echter anders. Door rekening te houden met de seizoenen en de mogelijkheden van verschillende biotopen, door andere materialen te gebruiken,… Natuurvriendelijk spelen biedt tal van kansen en zet ons aan tot vernieuwing en creativiteit.

De natuur beleven (en leren kennen) Kabouters wonen in paddestoelen, takken lijken op trollen en wolken vertellen verhalen. De natuur verwondert, ze prikkelt onze fantasie of maakt ons stil. Veel moeite kost dat meestal niet. Een pad die het jouwe kruist, rakwi’s die niet genoeg krijgen van sprinkhanen vangen, sterren kijken bij het kampvuur, vaak dient de natuur zichzelf wel aan. Het volstaat dan om onze zintuigen te gebruiken. We laten het echter niet bij toevalstreffers. We willen actief aanzetten tot natuurbeleving, omdat we geloven in de waarde van zulke momenten. Kansen grijpen, maar ook bewust creëren: dauwtrappen in de Ardennen of de havenbuurt, de rivier afvaren en waterbeestjes ontdekken, aardappelen planten en er frieten van bakken,... Om van een nachtegaal te kunnen genieten, moet je geen kenner zijn. Maar wie enkele sterrenbeelden herkent, heeft de aandacht van een hele afdeling. Wat inzicht in en kennis van de natuur helpt ons de ogen open te trekken en voedt onze verwondering. Allerlei individuen of organisaties kunnen ons daarbij helpen.

Zorg dragen voor de natuur Helaas is natuur een schaars goed geworden. En dat het niet zo goed gaat met ons leefmilieu is geen nieuws meer. Dichtbij huis en elke dag worden problemen voelbaar. We zijn hierover bezorgd, en steken onze kop niet in het zand. We geloven niet dat het ‘toch te laat’ is. Anderen met de vinger wijzen helpt al evenmin. Zelfs wanneer we niet in de natuur spelen, heeft ons gedrag in de Chiro nog effect. Wanneer we een kraan laten openstaan, bijvoorbeeld, of een kampvuur bouwen met (tot wij eraan kwamen) levend hout, of na het kampvuur geverfd karton opstoken... Vaak kan dat eenvoudig anders, en we vinden

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

171


dat de moeite waard. Door zuinig en zorgzaam om te gaan met natuur, water, energie en materiaal willen we onze eigen impact beperken. Samen met de druk op de natuur groeit de regelgeving. Niet alle bossen zijn toegankelijk, kikkers vangen is verboden en een kampvuur zonder toelating kan je een boete opleveren. We vinden die spelregels nodig, we willen de natuur delen en hierover afspraken maken. Daarom komen we op voor ruimte voor de natuur, maar 贸贸k voor ruimte om in te spelen.

Tot slot In de natuur hangt alles samen. Verantwoordelijkheid opnemen voor ons leefmilieu, de natuur beleven en erin spelen, zijn nauw verweven met elkaar. Wie de natuur leert kennen, zal meer geneigd zijn er zorg voor te dragen. Wanneer je je zintuigen gebruikt, ontdek je waarschijnlijk fantastische kansen en plekjes.

172

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


RELATIES EN SEKSUALITEIT We willen leden en leiding binnen onze beweging kansen bieden om hun opvattingen over relaties en seksualiteit scherper te stellen. We reiken hierbij een kader aan waarbinnen de begrippen respect, engagement en genieten centraal staan. Begeleidingshouding We willen leiding vormen opdat die op een passende en verantwoorde manier kan inspelen op wat er rond dit thema in de groep, de afdeling gebeurt. Het ijzer smeden terwijl het heet is: een antwoord formuleren op gestelde vragen, ingaan op onjuiste of ongepaste beweringen, het aanreiken van een mening over het een of ander. Daarnaast maken we werk van zowel concreet activiteitenaanbod als van concrete tips die kunnen helpen bij het opzetten van die activiteiten. KRACHTLIJNEN Ook voor het opsommen van de krachtlijnen achter dit thema vertrekken we vanuit onze drie Chirowaarden: innerlijkheid, rechtvaardigheid en graag zien. Alle drie vertellen ze een en ander over onze kijk op relaties en seksualiteit. Uit de Spiegeltekst “Graag zien” onthouden we vooral de waarde en het belang van engagement binnen elke relatie. “Geen enkele relatie kan vrijblijvend zijn: koude onverschilligheid, het kille elk-voorzich is niet onze keuze. Wij wensen ons te laten raken door mensen. Tegen de stroming in, die liefde herleidt tot consumptie-artikel en mensen tot genotsmiddel, zal ons graag zien te herkennen zijn aan tederheid en fijngevoeligheid in ons omgaan met elkaar. Herkenbaar aan diep respect voor wat een mens broos en kwetsbaar maakt.” Relaties kunnen op verschillende manieren beleefd worden. We willen er ons van bewust zijn dat er meer in het geding is dan alleen ons eigen persoontje. Binnen de Spiegeltekst “Rechtvaardigheid” plaatsen we het begrip respect centraal. Dat laat zich concreet op de verschillende manieren vertalen. In onze relaties garanderen we respect voor onszelf en uiteraard voor elkaar. Iedereen heeft recht op intimiteit. Elke vorm van geweld sluiten we uit: wensen, gevoelens van anderen verdienen respect. Niemand mag door zijn of haar gedrag anderen nodeloos blootstellen aan gevaren. Verder is de Chiro een plaats waar kinderen en jongeren zichzelf kunnen en durven zijn. Niemand hoeft er onzeker te zijn omtrent wie hij of zij is: wij komen op tegen elke vorm van racisme die mensen uitsluit, ook in ons eigen midden. Ook de verschillen tussen meisjes en jongens kunnen geen reden zijn voor onrechtvaardig handelen. Ook hier is er geen sprake van rechtvaardigheid zolang die niet aan iedereen toekomt. De derde Spiegeltekst heeft het over “Innerlijkheid”. Vanuit die tekst schuiven we bewust het genieten naar voor. Tegenover het oppervlakkig geleefd-worden staat het diep tot je laten doordringen dat je leeft – om daar dan bewust, verwonderd, dankbaar van te genieten. Genieten heeft iets van overgave. Je laat smaken, beelden, geuren, geluiden, aanrakingen en gevoelens diep tot je doordringen. Genieten van je eigen lijf. Genieten van contacten met anderen, de verbondenheid. Genot is al te vaak een woord dat doet denken aan platvloerse uitspattingen en opgefokte genotsmiddelen. Uiteraard bestaat er ook een genot dat vervult in plaats van uitholt. Bij dit genieten komen we terug bij de diepste, rustige kern van onszelf. Juist daarom geeft het ons nieuwe energie. Pas wanneer we tijd maken om bij die zachtste kern van onszelf te komen, kan er liefdevolle verbondenheid groeien met mensen en dingen, met het leven. Wie niet kan genieten, loopt aan de kern van alle dingen voorbij. Engagement, respect en genieten: vanuit die drie invalshoeken willen we jongeren uitnodigen om hun kijk op relaties en seksualiteit in te kleuren.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

173


174

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


TOEGANKELIJKHEID Onze missie, onze droom Chiro wil op verschillende plaatsen in Vlaanderen en Brussel kinderen en jongeren in hun vrije tijd verenigen. We willen hierbij alle kinderen en jongeren aanspreken, ongeacht hun sociale of culturele achtergrond, ongeacht hun fysieke of intellectuele capaciteiten.

Die droom vertaald naar toegankelijkheid Het groepsaspect staat bij ons centraal. Ons Chirosymbool toont dat aan: de cirkel wijst op de gemeenschap. Maar de cirkel in ons symbool is niet gesloten. Daarmee willen we uitdrukkelijk aantonen dat we openstaan voor alle kinderen en jongeren. Dat we geen eilandje op zich vormen, geen apart groepje, maar deel blijven uitmaken van de grotere omgeving rondom ons. De inbedding in de buurt, het lokale netwerk is belangrijk. We kiezen voor een groep kinderen en jongeren die een doorsnede moet vormen van de kinderen en jongeren uit de buurt. We kiezen duidelijk voor inclusief werken, we willen dat elke groep inspanningen doet om toegankelijk te zijn voor die kinderen en jongeren die in die buurt leven, wonen en spelen. We willen geen apart circuit van Chirogroepen voor mensen met een handicap, of een specifieke moslimgroep, of een groep waar kinderen uit achtergestelde gezinnen terechtkunnen. We willen integendeel dat al onze groepen openstaan en moeite doen om mensen van alle segmenten op te nemen in hun groepsgebeuren. We trekken de kaart van de diversiteit en geloven in de meerwaarde ervan. Net door die verscheidenheid binnen de groep leren we van en met elkaar. In aparte groepen werken houdt niet zo’n meerwaarde in omdat daardoor het directe contact uit de weg gegaan wordt. We blijven ervoor kiezen een vrijwilligersbeweging te zijn. Het is een heel engagement om gewoon vrijwilliger te zijn. De vrijwilligers die dan nog een stapje extra kunnen zetten naar een aantal doelgroepen toe, zijn niet altijd dik gezaaid. Elke Chirogroep, elke leidingsploeg moet voor zichzelf bepalen wat hun draagkracht is in het werken aan toegankelijkheid. Daarbij gaat het vooral om de nodige portie respect, gecombineerd met een empatisch luisterend oor en oog voor soms heel minimale aanpassingen. Veel meer dan kennis van de problematiek gaat het erom ieder in zijn of haar eigenheid te respecteren. Begrip te tonen voor het anders zijn en ermee proberen om te gaan, ook zonder je eigenheid op te geven. Vooral het in vraag durven stellen van je eigen kaders en begrippen is belangrijk.

Hoe maken we hier werk van? Werk maken van toegankelijkheid betekent werk maken van basisvoorwaarden voor toegankelijkheid. We zien een aantal drempels waaraan we willen werken. Drempels bij leiding x Begeleidingshouding: de manier waarop met regels en afspraken omgegaan wordt, kan bepalen of kinderen blijven of afhaken. Niet alle kinderen kunnen op tijd zijn. Niet in alle gezinnen is er evenveel aandacht voor dat kinderen op tijd zouden zijn. Maak afspraken met de ouders over op tijd komen. Heb ook aandacht voor kinderen die na een activiteit te laat opgehaald worden. x Begrijpbaarheid: duidelijk en begrijpbaar communiceren x De groepscultuur speelt ook een grote rol. Als leiding ken je vaak de leefwereld van maatschappelijk kwetsbare jongeren, of kinderen uit andere culturen niet. Andersom kennen die kinderen en ouders de Chiro niet. Instellingen of organisaties die wel een goed contact hebben met die gezinnen, kunnen hierbij helpen. Zij kennen de kinderen en jongeren, en kunnen hen aanspreken om deel te nemen aan de Chirowerking. Ze kunnen ook een belangrijke steun zijn voor een Chirogroep door samen met de leidingsploeg te praten over ervaringen, problemen,‌ Een goede samenwer-

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

175


king met relevante partners kan een grote steun zijn en is vaak een noodzakelijke voorwaarde om te slagen. Drempels bij de Chirogroep x Bereikbaarheid: is er een werking in de buurt en kan het kind er veilig naartoe? x Beschikbaarheid: is de werking voor alle jongeren even beschikbaar? x Betaalbaarheid: inschrijvingsgeld, bivakgeld, verplichte bewegingskledij, maar ook randkosten voor het bivak en andere x Werven van kinderen en jongeren: ouders, vertrouwenspersonen, leerkrachten en anderen spelen hierin een belangrijke rol Drempels bij de kinderen en jongeren zelf x Bereikbaarheid: ouders van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren hebben niet altijd een auto om de kinderen naar de Chiro te brengen. Hou hier zeker rekening mee in het plannen van activiteiten. x Bruikbaarheid: sluit het aanbod aan bij de behoeften die leven bij kinderen en jongeren? x In de Chiro kan ik niet doen wat ik wil en wanneer ik het wil x ‘Chiro is voor katholieken’ x ‘Het zijn kinderachtige spelletjes voor mietjes.’ x Niet alle kinderen zijn verbaal even sterk. Als Chiro alleen kunnen we niet voor toegankelijkheid zorgen. We moeten op zoek naar medestanders voor onze leiding en netwerken zoeken of creëren en ermee samenwerken.

176

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


STAGE

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

177


178

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


TO DO’S VOOR DE BEGELEIDING Coördinatie: x Spreek vooraf af wie er verantwoordelijk wil zijn voor de stage.

Leefgroepbegeleiding: x Maak tijdens de evaluatie voldoende tijd vrij om de uitleg rond de stage te kunnen doen. Leg aan de deelnemers uit hoe de stage verloopt en hoe zij hun attest voor animator in het jeugdwerk moeten aanvragen. x Zorg dat elke deelnemer een postkaart invult met leerpunten voor zichzelf. x Begeleid de deelnemers bij het formuleren van hun leerpunten. x Laat de deelnemer zijn adres invullen op het postkaartje en vraag het kaartje terug. x Geef alle postkaarjtes van je leefgroep aan de stage-verantwoordelijke

Stage-verantwoordelijke: x Kopieer vooraf voldoende postkaarten voor alle deelnemers (zie bijlage) x Zorg je dat elke deelnemer een postkaart invult. Zij schrijven er leerpunten op voor zichzelf, zetten er hun adres op en bezorgen ze terug. x Verzamel alle postkaarten op het einde van SB x Spreek af met je vrijgestelde hoe jullie het verdere verloop van de stages zullen opvolgen: zorgt de vrijgestelde voor de volgende stappen, of doe jij alles zelf? x Stuur ten laatste 14 dagen na het SB de brief op naar de stagebegeleid(st)ers (=groepsleiding van hun chiro). Een voorbeeldbrief vind je in bijlage. Je moet alleen nog de naam van de deelnemers invullen en de adressen schrijven. Je kunt een digitale versie van de brief aanvragen via vorming@chiro.be of op je regionaal secretariaat. x Stuur 2 à 3 maanden na het SB de postkaarten en de aanvraag tot het behalen van een attest op naar de deelnemers. De voorbeeldbrief vind je als bijlage. Je kan een digitale versie van de brief aanvragen via vorming@chiro.be of op je regionaal secretariaat x Stuur 2 à 3 maanden na het SB de stagemethodiek op naar de stagebegeleid(st)ers. Je vindt een voorbeeldbrief en de methodiek in bijlage.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

179


SB van verbond* ____________________________________________________________________ Datum van de cursus* _______________________________________________________________ Plaats van de cursus* ________________________________________________________________

Naam deelnemer* ___________________________________________________________________ Naam stagebegeleid(st)er* ____________________________________________________________ Chirogroep stagebegeleid(st)er* _______________________________________________________ adres stagebegeleid(st)er _____________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Naam deelnemer* ___________________________________________________________________ Naam stagebegeleid(st)er* ____________________________________________________________ Chirogroep stagebegeleid(st)er* _______________________________________________________ adres stagebegeleid(st)er _____________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Naam deelnemer* ___________________________________________________________________ Naam stagebegeleid(st)er* ____________________________________________________________ Chirogroep stagebegeleid(st)er* _______________________________________________________ adres stagebegeleid(st)er _____________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Naam deelnemer* ___________________________________________________________________ Naam stagebegeleid(st)er* ____________________________________________________________ Chirogroep stagebegeleid(st)er* _______________________________________________________ adres stagebegeleid(st)er _____________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Naam deelnemer* ___________________________________________________________________ Naam stagebegeleid(st)er* ____________________________________________________________ Chirogroep stagebegeleid(st)er* _______________________________________________________ adres stagebegeleid(st)er _____________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________

* = verplicht in te vullen

180

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


Als je’t mij vraagt:

CHIRO Beste, De voorbije week ging ……………………………………………………………van jouw leidingsploeg mee op Scholingsbivak. Hij/zij heeft nu zowel IK als SB achter de rug en mag met zijn/haar stage starten. IK, SB én een stage in de eigen groep geven hem/haar het recht op een attest van Animator in het Jeugdwerk. We willen de stageperiode zo goed mogelijk opvolgen. En daar hebben we leiding voor nodig die samen met hem/ haar in de leidingsploeg zit. Jij krijgt deze brief als groepsleiding van jouw chirogroep. Wat verwachten we van jou? x Dat jij deze leid(st)er de volgende twee à drie maanden observeert tijdens Chiroactiviteiten: x Een activiteit voorbereiden x Een Chironamiddag begeleiden x Deelnemen aan de leidingskring en taken uitvoeren x Dat jij na twee à drie maanden samen met deze leid(st)er zijn/haar stageperiode afrondt met een gesprek. Tegen dan sturen wij je nog een herinnering met een mogelijke werkvorm om het gesprek in goed banen te leiden. Ook hij/zij krijgt tegen dan nog een herinnering van ons. Die leid(st)er heeft op SB voor zichzelf enkele leerpunten geformuleerd die zeker aan bod kunnen komen tijdens het gesprek. x Dat jij, na jullie gesprek, de aanvraag van het attest Animator in het Jeugdwerk invult.

Wij hopen dat jij wil meewerken. Als jij dat niet ziet zitten, mag je in overleg met hem/ haar, iemand anders uit je leidingsploeg aanduiden als stagebegeleid(st)er. Als je nog vragen hebt, neem dan zeker contact op. Je kunt hiervoor zowel terecht op je regionaal als op het nationaal secretariaat. Veel succes!

De begeleidingsploeg P.S.: Als deze leid(st)er nog niet meeging op IK bewaren wij zijn/haar aanvraag voor het attest op het nationaal secretariaat totdat hij/zij deelnam aan een IK.

Chirojeugd-Vlaanderen vzw Kipdorp 30 | 2000 Antwerpen [ Tel.] 03-231 07 95 [ Fax ] 03-232 51 62 [ E-mail ] info@chiro.be [ Site ] www.chiro.be

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

181


Als je’t mij vraagt:

CHIRO Beste, Twee of drie maanden geleden vroegen we je om ………………………………… te observeren tijdens Chiroactiviteiten. Ondertussen is zijn/haar stageperiode voorbij en vragen we aan jou om die periode duidelijk af te ronden met een gesprek. Bij deze brief vind je een eenvoudige methodiek om dat gesprek in goede banen te leiden. Als verschillende leid(st)ers uit jouw ploeg samen op SB gingen, dan kan je dat gesprek perfect met al die mensen samen doen. Na dit gesprek mag jij de aanvraag tot het behalen van een attest van Animator in het Jeugdwerk invullen. Die aanvraag moet opgestuurd worden naar het nationaal Chirosecretariaat, Kipdorp 30, 2000 Antwerpen. Een tijdje later wordt dan het definitieve attest opgestuurd. Als je nog vragen hebt, neem dan zeker contact op. Je kunt hiervoor zowel terecht op je regionaal als op het nationaal secretariaat.

Veel succes! De begeleidingsploeg P.S.: Als deze leid(st)er nog niet meeging op IK bewaren wij zijn/haar aanvraag voor het attest op het nationaal secretariaat totdat hij/zij deelnam aan een IK.

Chirojeugd-Vlaanderen vzw Kipdorp 30 | 2000 Antwerpen [ Tel.] 03-231 07 95 [ Fax ] 03-232 51 62 [ E-mail ] info@chiro.be [ Site ] www.chiro.be


Als je’t mij vraagt:

CHIRO Beste

Twee of drie maanden geleden ging jij mee op SB. Daarna startte jouw stageperiode. Ondertussen is het al tijd om die af te ronden. Vandaar deze brief. Na het SB vroegen we aan je groepsleid(st)er om je een tijdje te observeren en te helpen bij het leiding zijn. We vroegen hem/haar om je stage af te ronden met een gesprek en stuurden ook naar die persoon een herinneringsbrief, samen met een eenvoudige methodiek om het gesprek in goede banen te leiden. Bij deze brief vind je alvast je postkaart met leerpuntjes op die je voor jezelf op SB formuleerde. Neem die mee naar jullie gesprek. Na dat gesprek mag je het hoofdstukje “Stage” op je aanvraag tot het behalen van een attest laten invullen door je stagebegeleid(st)er en het opsturen naar het nationaal secretariaat, Kipdorp 30, 2000 Antwerpen. Een tijdje later ontvang je dan je definitieve attest.

Als je nog vragen hebt, neem dan zeker contact op. Je kunt hiervoor zowel terecht op je regionaal als op het nationaal secretariaat. Veel succes! De begeleidingsploeg

P.S.: Als je nog niet meeging op IK bewaren we je aanvraag tot het behalen van een attest op het nationaal secretariaat totdat je deelnam aan een IK.

Chirojeugd-Vlaanderen vzw Kipdorp 30 | 2000 Antwerpen [ Tel.] 03-231 07 95 [ Fax ] 03-232 51 62 [ E-mail ] info@chiro.be [ Site ] www.chiro.be



MEMORY-STAGESPEL Bedoeling van het spel De bedoeling van dit spel is dat je op een leuke manier stilstaat bij de manier van Chiro-doen van de leid(st)er die enkele weken geleden mee op SB ging. Door middel van een aantal vragen kan je medeleid(st)er stilstaan bij wat hij/zij geleerd heeft op SB en vooral bij wat hij/zij daaruit meegenomen heeft naar jullie werking. De vragen gaan over de leidingsploeg, activiteiten, engagement, enz. – thema’s die ook op cursus aan bod kwamen. Aan jou als spelleiding om wat door te vragen op de mening van je medeleid(st)er, om het gesprek als het ware wat te sturen.

Voorbereiding x Knip de bijgevoegde Memory-kaarten uit en leg ze willekeurig door elkaar met het Chiroteken bovenaan. x Zorg dat je het invulblad bij de hand hebt. Als je met meerdere mensen samen het gesprek doet, heb je per speler zo’n invulblad nodig.

Speluitleg Draai om beurten twee Memory-kaartjes om. Als iemand twee kaartjes met hetzelfde symbool omdraait, krijgt hij/zij die. Bij sommige hoort een opdracht of een vraag. Het is aan de stagebegeleider om de opdracht voor te stellen. De leid(st)er die zijn/haar stage afrondt, lost de opdracht op of geeft een antwoord op de vraag. Wie twee dezelfde kaartjes omdraaide, mag opnieuw twee kaartjes omdraaien. Wie uiteindelijk de meeste kaartjes heeft, wint dit Memory-spel.

Kaartjes waar een vraag of opdracht bij hoort Springtouw (activiteiten) Noem 5 activiteiten die je de laatste 3 maanden voorbereid en gespeeld hebt. Nummer ze van 1 tot 5 afhankelijk van hoe leuk de leden de activiteit vonden (1: heel leuk; 5: minst leuk). Suggesties voor bijvragen: x Gebruik je voldoende variatie in je activiteiten? x Welke activiteit wil je zeker nog doen met je afdeling ? Regenboog Wat was je topmoment in de omgang met je leden? Wat was je grootste flater in de omgang met je leden? Leidingsteken (leidingsploeg) Wanneer was de leidingsploeg voor jou op kamertemperatuur, saunatemperatuur of schaatstemperatuur? (Zie invulblad.) Spinnenweb Schrijf de naam van je eigen Chirogroep in het midden van een A4-blad. Plaats de organisaties waar je groep mee in contact komt allemaal op het blad. Organisaties waar je een goed contact mee hebt, zet je dicht bij het midden, organisaties waar je een minder goed contact mee hebt, zet je ver van het midden. Variant: je gebruikt een wereldkaart en je eigen Chirogroep is België. De andere organisaties stellen andere landen voor: organisaties waar je ruzie mee hebt zijn bvb. China, organisaties waar je een sterke band mee ] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

185


hebt zijn bvb. Nederland. Je kunt dan ook nog vragen welke landen (organisaties) de deelnemers wel eens willen bezoeken. Leidingsfluit (engagement) Schrijf aan de ene kant van de weegschaal (zie invulblad) alle taken die je dit jaar hebt opgenomen binnen je chiro die ondertussen al gelukt of verwezenlijkt zijn. Aan de andere kant schrijf je al je taken die je nog niet hebt kunnen doen. Suggesties voor bijvragen: x Hoe komt het dat er taken nog niet volbracht zijn? x Heb je genoeg taken opgenomen of heb je teveel hooi op je vork genomen? Graag zien, innerlijkheid, rechtvaardigheid (Chirovisie) Hier horen geen vragen of opdrachten bij. Wie deze kaartjes omdraait, mag ze houden. Afdelingsfiguurtjes Beschrijf een activiteit die je met je leden hebt gedaan. Hoe zou je deze kunnen aanpassen naar een andere afdeling? Beschrijf hoe je deze activiteit zou kunnen doen met de afdeling die op het figuurtje staat.

186

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


Memory-kaarten

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

187


188

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

189


190

GRAAG ZIEN

GRAAG ZIEN

INNERLIJKHEID

INNERLIJKHEID

RECHTVAARDIGHEID

RECHTVAARDIGHEID

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

191


192

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


INVULBLAD Leidingsteken (leidingsploeg)

saunatemperatuur kamertemperatuur

schaatstemperatuur

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

193


Leidingsventje (engagement)

Schrijf hierin wat je allemaal doet buiten de Chiro. Schrijf hierin wat je allemaal doet binnen de Chiro.

Envelop (engagement)

-

-

194

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

-


VORMINGSAANBOD 1. Animatorcursus In de Chiro bestaat de animatorcursus uit twee delen. Het eerste deel, de “Inleidingscursus” (IK), is een weekend dat jouw gewestploeg organiseert. Het tweede deel, het “Scholingsbivak” (SB), is een vijfdaagse die door je verbond wordt opgezet. Na die twee cursussen én enkele weken stage in je eigen Chirogroep krijg je het attest van Animator in het Jeugdwerk. x Inleidingscursus (IK) De Inleidingscursus is een must voor iedereen die het eerste jaar in leiding staat. Samen met leidingsmensen uit de buurt vertrek je op weekend. De IK is gekend voor z’n ‘vlieg erin’-aanpak. Alles draait er rond spel en spelen. Je ontdekt verschillende soorten spelen, leert nieuwe spelen maken, en tot in het oneindige variëren. Je creativiteit en fantasie worden geactiveerd! Je krijgt een heleboel begeleidingstips mee en met hopen frisse ideeën bereid je zelf een programma voor. Om vingers en duimen van af te likken! Twijfel dus niet om mee te gaan op IK! Wie kan mee? Iedereen die in leiding staat. Je eigen (prille) leidingservaring staat centraal. Let wel: wie een attest van animator wil behalen, moet minstens 16 jaar zijn of worden in het lopende kalenderjaar! x Scholingsbivak (SB) Op SB mag jij niet ontbreken. Het is een vijfdaagse cursus waar je wordt ondergedompeld in alle aspecten van leiding geven. De leefwerelden van de afdelingen komen aan bod, in het bijzonder die van je eigen afdeling. Je leert de werking van andere leidingsploegen kennen, ontdekt wat ‘Chiro nationaal’ te bieden heeft en hoe een eigen plaatselijk netwerk je groep ondersteunt. Ook kom je te weten hoe dé Chiro denkt over milieu, geloof, relaties, migranten,… Zo kun je je eigen visie hieraan toetsen. En ondertussen wordt er veel gespeeld en ambiance gemaakt! Wie meegaat op SB maakt de juiste keuze! Wie kan mee? Iedereen die in leiding staat. Let wel: wie een attest van animator wil behalen, moet minstens 16 jaar zijn of worden in het lopende kalenderjaar! x Stage Als je mee geweest bent op IK en SB zul je daarna enkele weken stage lopen in je eigen groep. Samen met iemand uit je leidingsploeg moet je die periode afronden. Je krijgt van de SB-begeleidingsploeg een werkvorm opgestuurd om dat stagegesprek in goede banen te leiden. Je staat dan stil bij wat je leerde op IK en SB en hoe je dat toepast in je eigen afdeling en leidingsploeg. Na dat gesprek kun je je attest aanvragen op het nationaal secretariaat.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

195


2. Hoofdanimatorcursus In de Chiro word je Hoofdanimator in het Jeugdwerk door voortgezette vorming te volgen. Je volgt het algemeen hoofdanimatorweekend en kiest daarnaast één van de themacursussen. Wie na de twee cursussen stage doet in de eigen groep krijgt het attest van hoofdanimator. Wie mag mee? Iedereen die 17 jaar is of wordt in het lopende kalenderjaar én IK en SB volgde. Je moet ook een jaar leidingservaring achter de rug hebben. Ging je nog niet mee op IK en SB, dan moet je minstens 18 jaar zijn of worden en twee jaar leidingservaring hebben.

THEMACURSUSSEN !Let op: het aanbod themacursussen wisselt elk jaar, zodat er voldoende variatie is. Kijk in de Grasduiner of op de website voor het actuele aanbod! x Afdelingsboost [4 dagen] Op deze cursus doe je de zotste ideeën op voor je eigen afdeling. Je leert er inspelen op de leuke en minder leuke trekjes van je leden. Je ontdekt leuke ideeën voor activiteiten of kleine tussendoortjes. Met deze energiestoot bezorg je je afdeling een onvergetelijk Chirojaar. Zowel ervaren afdelingsfanaten als groentjes mogen mee! Deze vierdaagse cursus vindt plaats in de paasvakantie. x Groepsleidingsweekend Dit weekend is op het lijf geschreven van nieuwe groepsleid(st)ers, proosten en VB’s, maar iedereen mag mee! Je gaat dieper in op de rol van groepsleiding in de ploeg en hun specifieke taken. We oefenen enkele technieken zoals vergaderen, PR en conflicthantering. Zorg dat je erbij bent! x Workshopweekend [weekend] Een vorming op maat van onze leiding en voor het kader. Kies je workshops, maak zelf een traject over wat jou interesseert. Van omgaan met moeilijk gedrag tot communiceren met ouders, van het organiseren van een bivak tot pestgedrag. Alles kom je te weten, en je leert nog een hoop mensen kennen ook. x Expressieweekend Op het Expressieweekend mag je expressief uit de bol gaan. De begeleidingsploeg haalt alle creativiteit en fantasie uit je lichaam. Je staat soms versteld van jezelf. Naast je eigen zottigheid ontdek je ook hoe je tijdens de werking expressief aan de slag kunt. x Tochtenbivak [7 dagen] Tijdens dit zevendaags bivak staan het buitenleven en verschillende tochtvormen centraal. En je gaat natuurlijk zelf op tocht…

196

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


3. De kadervorming In de Chiro kun je je attest van Instructeur in het Jeugdwerk behalen door mee te gaan op alle drie de KIC’s. x Kaderinleidingscursus deel 1 (KIC 1) Gesprekstechnieken, groepsprocessen en begeleidingsstijl, daarover hebben we het op KIC 1. Op het eerste gezicht zware kost, maar licht verteerbaar in een groep met gewesters en freelancers uit alle hoeken van je regio. “Hoe werk ik een vormingsmoment uit in pure Chirostijl?” is een vraag die op veel Chirolippen brandt. Op KIC 1 krijg je een antwoord. x Kaderinleidingscursus deel 2 (KIC 2) We nemen de structuur van Chirojeugd Vlaanderen onder de loep en gaan dieper in op jouw specifieke kaderopdracht. KIC 2 wordt nationaal georganiseerd. x Kaderinleidingscursus deel 3 (KIC 3) Je vraagt je wel eens af wat jouw sterke en minder sterke punten zijn en hoe je eraan kunt werken? Op KIC 3 hebben we het over het functioneren in een kaderploeg. Hoe neem jij je taak als gewest- of verbondsmedewerker op? Waar gaat het moeilijk? Wat zijn de oorzaken? Hoe kun je eraan schaven? Vragen die na KIC 3 niet meer bestaan! Wie kan mee? Iedereen die actief is in een gewest, verbond of nationale commissie, redactie of werkgroep. KIC 3 kun je alleen volgen als je KIC 1 en KIC 2 achter de rug hebt. Wie nog geen KIC 2 volgde, moet minstens 1 jaar zéér actief geweest zijn in een kaderploeg om mee te mogen op KIC 3. x InForm Nieuw!! (samen met KIC 2) We organiseren dit jaar een weekend vol workshops die op de één of andere manier iets met Chiro te maken hebben en die je kunt gebruiken in je eigen kaderploeg. Je stelt er zelf je eigen dagklapper samen. Je kunt voor één of meerdere sessies inschrijven of je hele weekend volboeken.

4. De hoofdinstructeurcursus Dé cursus der Chirocursussen – een bivak waar je ongetwijfeld geen spijt van krijgt. Je eigen rol als kadermedewerk(st)er wordt vijf dagen in de verf gezet. Met je leefgroep ervaar je een echt groepsproces. Je wordt je bewust van de manier waarop je in Chiro ‘leert’. Het blijft niet bij oppervlakkige inzichten, maar we geven diepgang aan je eigen leerproces en dat van andere kadermensen. Klinkt dit allemaal nogal ‘serieus’? We verwachten op deze cursus inderdaad heel wat boeiende gespreksmomenten. Je moet dus wel bereid zijn om je daarin te gooien. Maar er is genoeg tijd om af en toe uit te blazen en je uit te leven. Wie mag mee? Kaderleden die de KIC’s gevolgd hebben of enkele jaren kaderervaring hebben. Als je maar 21 jaar bent of wordt! Attest van Hoofdinstructeur De hoofdinstructeurcursus moet je volgen om je je attest van Hoofdinstructeur in het Jeugdwerk wil behalen.

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [

197


Prijzen x IK kost € € 35,00. x Een vijfdaagse cursus kost € 80,00. x Een weekendcursus kost € 38,50. x Aspitrant kost € 77,00. x Het Tochtenbivak kost € 115,00. In elke prijs zitten de effectieve kosten (voeding, voorbereiding, teksten, materiaal,...) en administratiekosten. De gemeenten zijn verplicht om (het volgen van) vormingsinitiatieven te ondersteunen via het jeugdwerkbeleidsplan. Op de cursus krijg je een bewijs van deelname voor de gemeente.

Waardebons De groepen die aansluiten voor 15 oktober ontvangen waardebons: 1 waardebon van € 1,00 per leid(st)er, met een minimum van 13 waardebons per groep. Daarmee kun je op elke meerdaagse cursus een korting krijgen op de cursusprijs: x max. € 8,00 per leid(st)er op meerdaagse cursussen; x max. € 5,00 per leid(st)er op een weekendcursus.

Reiskosten Voor meerdaagse cursussen (die georganiseerd worden door het verbond of door Chirojeugd Vlaanderen) krijgen de deelnemers een deel van hun reiskosten terugbetaald: x wie met het openbaar vervoer komt, krijgt alles boven de € 5 euro terug; x wie zelf met de auto komt, krijgt: w voor de eerste 200 km (100 km heen en 100 km terug) geen vergoeding; w vanaf 200 km 5 euro, vanaf 300 km 10 euro en vanaf 400 km 15 euro.

Aanwezigheid Aan de deelnemers wordt gevraagd de cursus volledig mee te maken.

Annuleren Het is vervelend als deelnemers niet komen opdagen, vooral als er andere deelnemers op de wachtlijst staan. Mocht je toch niet kunnen komen, verwittig dan vooraf! Wie een geldige reden heeft (een attest van de dokter, werkgever of school) krijgt het overgeschreven bedrag teruggestort. Alleen de administratiekosten (€ 7,50) worden dan nog in rekening gebracht. Wie zonder geldige reden annuleert, betaalt 50% van het bedrag (maximaal € 25,00).

Sociale promotie en vrijstelling van stempelcontrole Elke werkende jongere kan aan de werkgever vakantie aanvragen om deel te nemen aan vormingsinitiatieven die door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap erkend werden als “cursussen voor sociale promotie”. De werkgever is niet verplicht de sociale promotie toe te staan, maar als hij of zij meewerkt, krijg je voor de cursus ‘extra vakantiedagen’, zij het zonder loon. Je krijgt in de plaats een (beperkte) vergoeding van de overheid. Bij de VDAB kun je vrijstelling van stempelcontrole krijgen om de cursussen mee te maken. Ook hiervoor zijn er formulieren beschikbaar. De werkloosheidsvergoeding wordt gewoon doorbetaald. Gewoon even contact opnemen met Hilde de Castro op het nationaal secretariaat: hilde.decastro@chiro.be of 03 231 07 95.

198

] Basisvorming | deel 2: scholingsbivak [


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.