BDW - editie 1473

Page 1

7 MEI 2015

walst Braziliaanse jiujitsu

al vier jaar lang plat

‘Nooit gedwongen tot opgave’

MEI 2015

BDWSPORT

hé, ANDERLECHT – “Indrukwekkend Derebey (44) al die titels.” Sebahatin over zijn is niet bepaald bescheiden op zijn palmacarrière, maar een blik Hij verzamelde res verklaart waarom. meer vier van 2005 tot 2009 onder ‘The Europese en drie wereldtitels. Zijn dominanTank’ walste alles plat. en eindigde tie was kort en krachtig, was. gestild toen zijn zegehonger jiujitsu? Omdat ik “Waarom traditionele woonde waar dat tegenover een sportzaal Derebey. “Al was ik werd gegeven,” vertelt aangetrokken tot als twaalfjarige sowieso altijd al in mij heeft contact. Dat is iets dat goed weg met vechtgezeten. Ik was meteen verder in ontwikkelen. sporten en wou me er jaar later overgeDaarom ben ik een drietal schakeld naar boksen.” Molenbeek, waar Club Boxing Hij belandde bij zijn trainer werd. de bekende Jean Paternotte het best aardig en dat Opnieuw deed Derebey Belgische titels op leverde hem verschillende ook dat liedje duurde bij de amateurs. Maar doorgroeien als niet zo lang. “Ik had kunnen overgeschakeld naar bokser, ja. Maar ik ben anders doen en volgde © MARC GEYSSENS kickboks. Ik wou iets Het waren de jaze mijn arm gingen breken. ook een beetje een mode. armklem gedacht dat Van Damme en zijn paar keer heb ik bij een ren 1990 en Jean-Claude Sebahatin Derebey: “Een populair.” uitgeraakt.” kickboksfilms waren toen Gelukkig ben ik er steeds twee Belgische titels “Ik heb in het kickboksen Tank’. Uiteindelijk ben me er de bijnaam ‘The ben dan semiprof gewonnen bij de amateurs, om aan het wereldkamik voldoende hersteld mijn vijfentwintigste en terug won ik. geworden en ben er op pioenschap deel te nemen, was net gebozoon mee gestopt. Mijn eerste jaar tijd stond ik heleOngelooflijk. Op een toe op het familiale ren en ik legde me meer maal aan de top.” nog een zoon geleven. Ik heb ondertussen besport stilaan met man naar had, en ben dan terug Tarec Saffiedine is een (lacht).” Bijna gebroken Derebey. De gonnen. Ik was wat bijgekomen nooit te vergeten, maar het hart van Sebahatin 2005 was een jaar om een nieuwe liefde: Brajaar geleden Derebey ontdekte snel met andere gordels Brusselaar trok een paar de Brusselaar wilde ook hij voelde dat hij om het te was. De jaren erna ziliaanse jiujitsu. Aangezien naar de Verenigde Staten bewijzen dat hij de beste zijn kwaliteiten al Arts (MMA) en wereldtitels, in het rechtstaand vechten maken in Mixed Martial behaalde hij terug Europese zich op de grond perin de zwaarste had bewezen, wou hij als met de zwarte goren vecht ondertussen zowel met de bruine is gebaseerd op vandaag een top, en met het fectioneren. “De discipline competitie. “Mocht ik del. Die laatste is de absolute jiujitsu, maar is door ik aan Mixed de honger van Dede traditionele, Japanse twintiger zijn, dan deed behalen van die prijs bleek De nadruk wordt ge“Ik zou Brazilianen aangepast. Martial Arts,” aldus Derebey. rebey gestild te zijn. winnen door je teer bij een groot veel minder en legd op grondgevechten, naar de VS trekken om “Na 2009 was mijn ambitie te dwingen. Dat kan als Tarec. gegeven, genstander tot overgave Ik had jarenlang alles team aan te sluiten. Net gestopt. ik enzovoort. ben en door wurggrepen, armklemmen, mijn sport. Een paar Hij is iemand die ik respecteer ik ben ver gegaan voor trouwens ooit gedacht dat ze Het is zeer technisch.” gave. Hij heeft me geïnspireerd.” apprecieer. We hebben keer heb ik bij een armklem hem Derebey naar Portugal, ben ik er Gelukkig elkaar gevochten. Ik heb breken. Die inspiratie leidde tegen gingen mijn arm Hij Europees kampioenEngelsman van 100 kilogram ik ben nooit door een waar hij in 2005 aan het geklopt in een grapplingwedstrijd. tot steeds uitgeraakt, want groot, evident was het land had hij al veris uitgegroeid De liefde was dan wel gedwongen. De weischap deelnam. In eigen was 18 jaar, ik 33. Hij tegenstander tot opgave de discipline in België en hij mikte hoger. Hij zak op was op punten titels niet om in die periode schillende een voorbeeld.” nige keren dat ik heb verloren, op zich dus al een uitvan de paarse gordels te beoefenen. Het was van de scheidsrechter. vocht er in de categorie of door een beslissing de knie te krijgen. “Als volgorde blauw, daging om het onder volgorde is in oplopende die Daar ben ik fier op.” er volledig voor. (de ik middelen ga de dan “Met doe, Derebey zijn kenik iets graag paars, bruin en zwart). Sinds topjaar 2005 geeft mijn dertigste verharde voorbereiding Zo ben ik. Zelfs al kwam Sabatin Team MMA ik had, had ik me een nis ook door. Met zijn dit gewoon doen om kleine Brusselaar won jaardag dichtbij. Ik moest met Mixed Martial opgelegd. En kijk, de houdt hij zich nu vooral Zowel in mijn zonder dat ik aan titels op zak, trok hij naar nog specifieke mij te perfectioneren, zowaar twee gouden medailles! nummer van een sportzaal bezig, maar hij geeft ook vond het fantastisch.” in de absolute klasse.” waar hij uit zou Arts is iederof dergelijke dacht. Ik -72 kilogram klasse als jiujitsutrainingen. Daar de Janeiro. Zonder te weten paar andere gasten die Brazilië, Braziliaanse heb ik het zwaar- Rio iedereen “Ik trainde met een waren al de toppers in “Voor die gouden medaille “Ik geef liever les aan Ik stond komen. “Toen door de discipline. Ik weken ge- een welkom. te leggen op uit mijn carrière geleverd. gepassioneerd waren dus zijn. Ik ben er zes dan mij specifiek toe en moest ste gevecht kilo- daar moest ik Zo zie je die het wil een Engelsman van honderd kocht Braziliaanse videocassettes Wie potentieel heeft, familie en kinderen hé. win- bleven, zonder gasten van hoog niveau. Ik keek ook regel- tegenover kan doen.” moeten vechten om te sport echt begeleiden. Mijn voor zo de technieken aanleren. heb Ik liefde de gram. intensiever wat ik uiteraard gevechten te zien was, zijn we in maar bewijzen, en dat wil matig naar Canal+ waarop paar MMA-gevechten Toen het gevecht gedaan “Ik moest me er natuurlijk zoon Besim heeft al een Fighting Cham- nen. alsof we elkaar al jaren keer per dag, keihard. waren van het UFC (Ultimate het in zich, maar moet elkaars armen gevallen lukte. We trainden drie achter de rug. Hij heeft er Royce Gracie aan het Hij heeft naderhand nog Op een bepaald mopionship, red.). Ik zag kenden. Ongelooflijk. of hij echt voor een sportcarIk heb er echt afgezien. keer won. Hij stond rusten zelf nog bepalen wereldtitels behaald.” werk, die het tornooi drie wil is, is een weg.” ik een paar dagen moeten rière wil gaan. Waar een tegenover indruk- verschillende honger van Derebey niet ge- ment heb de op was. Mijn hoofd wou Tim Schoonjans daar in zijn kimono, rustig, om echt te En nog was aan omdat mijn lichaam het stonden was gaven klaar Ze was, die niet. wekkende gasten stild. Nu Europa ‘veroverd’ maar mijn lichaam volgde was magie voor mij. Hij en een telefoon- wel, knokken. Wat hij deed de wereld. Met zijn sportzak en dwong hen tot overnam ze naar de grond

“Mijn zwaarste gevecht ooit was tegen een Engelsman van honderd kilogram. Ik moest echt vechten om te winnen”

kunstenfestivaldesarts: de stad als theater En ook: Les Nuits, Tristan Driessens en Marcin Dudek. AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

‘Wonen in de Dansaertstraat in de jaren 1980? Dat was heavy stuff’

DE GRAUWE JAREN

1980

LEES P. 6-7

On tmoe t pers je voorlo > striprepo

NET ALS SAFFIEDINE

07 05 15

‘Jeugdhuis Eerbetoon aan dichter voor Roma Jan Van Nijlen. en Lees de reportage op p. 16-17 niet-Roma’ LEES P. 10

Z azie VOOR KETTEN VAN 9 TOT 13 JAAR

Derebey Vechtsporten > Sebahatin

p.6

© FOTO: KIM VERTHÉ

- DONDERDAG BDW 1473 PAGINA 24

Doe de berberdans X-pert tips

+

ZAZIE aapt mensapen na. Middenin deze krant!

LIEFDESTAFEREEL BRUSSEL – In de Lollepotstraat, vlakbij het Regenbooghuis in de Brusselse gaybuurt, prijken nieuwe fresco’s op de muren. De muurschilderingen van de kunstenaar Fotini Tikkou zijn deel van het PrideFestival 2015, maar blijven ook nadien. Het liefdestafereel dat zich uitspreekt tegen homofobie, kreeg al meteen met commentaar af te rekenen. Vooral de tekening van een wegvluchtende jongen voor homofobe verwijten (niet zichtbaar op deze foto) kon niet bij iedereen op bijval rekenen. Ook de holebigemeenschap reageerde met gemengde gevoelens. Maar volgens schepen van Wijkcontracten Ans Persoons (SP.A) is het fresco een nieuw begin voor de Lollepotstraat, die geteisterd wordt door nachtelijke overlast. Het pleintje krijgt in de toekomst nieuwe banken en beplanting en zal ook ‘s nachts afgesloten worden. KV FOTO: © SASKIA VANDERSTICHELE

N° 1473 VAN 7 TOT 14 MEI 2015 ¦ WEEK 19: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE


BDW 1473 PAGINA 2 - DONDERDAG 7 MEI 2015

door Anne Brumagne

Anne Frank in Brussel Wat een mooi nieuws dat auteur en journalist Mark Schaevers de Gouden Uilprijs voor literatuur heeft gekregen. Schaevers werd bekroond voor het boek Orgelman, over de Duits-joodse schilder Felix Nussbaum. Dat Schaevers onder de genomineerden de enige Vlaming was en toch met de prijs aan de haal ging, doet de chauvinist in ons al veel plezier. De bekroning toont ook aan dat slow journalism een verrijking kan zijn voor de literatuur, en dat non-fictie stilaan ook meer erkenning krijgt. Bovendien houdt de winnaar de journalistiek van vandaag graag een confronterende spiegel voor. Lees bijvoorbeeld dit citaat uit een interview van Schaevers met DS Weekblad: “Ik ben in dit vak begonnen onder het intellectuele gesternte van George Orwell die schreef dat journalisten moesten opschrijven wat sommigen niet opgeschreven willen zien, al de rest noemde hij pr. Als je met die strenge blik naar de journalistiek vandaag kijkt, moet je toch besluiten dat er heel veel pr is.” Maar vooral ook het onderwerp maakt de bekroning van Orgelman belangwekkend, zeker voor de Brusselaars. Schaevers noemt Nussbaum ‘onze Anne Frank’.

BDWVOORGROND

VAN DE REDACTIE

GEMEENTE SCHAARBEEK LIGT DWARS

Boringen luiden metrowerken in

In de jaren 1930 waren Nussbaum en zijn vrouw vanuit Duitsland in ons land in ballingschap gekomen. Tijdens Wereldoorlog II leefde hij hier in de hoofdstad ondergedoken, en al die tijd bleef hij schilderen. Zijn onderwerp was zijn eigen situatie en dat van zijn lotgenoten. Brusselaars waagden hun leven om hem te helpen, maar uiteindelijk werd hij verklikt, en met het laatste transport vanuit Mechelen naar Auschwitz gevoerd. Daar werd hij vergast. En bij ons werd hij vergeten. Pas in 1970 kwamen de door hem verstopte schilderijen weer boven water, in de kelder van een tandarts in Ukkel. Het huis in de Archimedesstraat waar hij verborgen zat, werd afgebroken. Schaevers: “België heeft een Anne Frank laten liggen, wij hebben ons Achterhuis afgebroken. Zo morsig gaan wij hier om met geschiedenis.” Op de nieuwbouw in de Archimedesstraat hangt intussen, dankzij de Duitse school, wel een gedenkplaat – naar verluidt ontsierd door slecht Nederlands. We kunnen van Nussbaum geen toeristisch product meer maken zoals Anne Frank in Amsterdam is overkomen, gelukkig maar. Maar we kunnen nog wel een hommage brengen aan hem en zijn lotgenoten, en waardig omgaan met de geschiedenis. Misschien is een grootse expo over Nussbaum in een Brussels museum haalbaar? En waarom geen wandelingen in zijn spoor? Een groots project in bibliotheken over de literaire ballingen? Er zijn heel wat mogelijkheden.

SCHAARBEEK - Beliris is gestart met de eerste boringen als voorbereiding voor de aanleg van de metro. De gemeente Schaarbeek laat die stilleggen. “We willen overleg,” zegt burgmeester Clerfayt.

gedrang komt.” Clerfayt heeft een vergadering belegd met Beliris zodat de volgende boringen in goede orde kunnen verlopen. Zolang liggen de boringen op Schaarbeeks grondgebied stil.

Metrolijn 3 Beliris, de federale overheidsdienst voor Brussel, is van plan om in totaal zeventien proef boringen uit te voeren. De boorkop gaat 50 meter diep en de buizen hebben een doorsnee van 15 centimeter. De ingenieurs halen uit die vijftig meter lange ‘bodemworst’ informatie over de grondsamenstelling. Die is nodig om over enkele jaren de metro te graven en de stations te bouwen. Ze komen bijvoorbeeld te weten hoe diep het grondwater zich bevindt en of de metrokoker aan de hand van bevriezing, dan wel door een klassieke boorkop gegraven moet worden. Aan de Metsysstraat en het Liedtsplein zijn de eerste boringen al uitgevoerd. Deze week start een boring aan Bordet. “Maar de inwoners zijn ongerust,” zegt Schaarbeeks gemeenteraadslid Isabelle Durant (Ecolo). “Ondanks de informatiebrochure die Beliris heeft verspreid, weten ze niet goed waar ze aan toe zijn.” Er rijzen nu al vragen over de trillingen die de

Isabelle Durant (Ecolo): “De inwoners weten niet goed waar ze aan toe zijn” stedelijk weefsel geïntegreerd worden. “Een voorbeeld: Beliris voorziet een metrostation aan de Rigasquare waarbij bomen moeten sneuvelen. We zullen alternatieven voorstellen,” zegt Clerfayt. Er komen metrostations op het Liedtsplein, het Colignonplein,

© BELIRIS

WAUTER MANNAERT

Burgemeester Clerfayt laat intussen ook een gemeentelijke studie uitvoeren naar de inplanting van de nieuwe metrostations op Schaarbeeks grondgebied. Die moeten zo goed mogelijk in het

De gemeente Schaarbeek laat de boringen van Beliris stilleggen.

metro in de toekomst zou kunnen veroorzaken in de huizen boven de metrokoker. Burgemeester Bernard Clerfayt (FDF) vindt alvast dat Beliris beter moet overleggen met de gemeente. “We zijn hier niet bij betrokken. Schaarbeek is voorstander van de nieuwe metrolijn. We zouden niet willen dat de boringen tot ongerustheid en volksprotest leiden, waardoor de metroaanleg in het

aan de Waelhem-/Couroublestraat, Rigasquare, Linde-/Stuckensstraat, het Vredeplein en aan Bordet. Zopas heeft minister van openbare werken Pascal Smet (SP.A) aangekondigd dat de metrolijn 3 (Bordet-Albert) in 2024 operationeel zal zijn. De bouw zal ruim 1 miljard euro kosten. Steven Van Garsse


BDWVOORGROND

BDW 1473 PAGINA 3 - DONDERDAG 7 MEI 2015

Religie > Experiment met priesters van Fraternité is succes

Léonard: ‘Sint-Katelijne blijft kerk’

De priesters van de Fraternité zorgen voor een nieuwe dynamiek in en om de Katelijnekerk.

BRUSSEL – Nu het experiment met de Fraternité des Saints-Apôtres een succes blijkt, wil aartsbisschop André Léonard niet meer weten van sluiting of desacralisatie van de Sint-Katelijnekerk. “De kerk blijft open en vanaf september is er opnieuw een Nederlandstalige mis.” De ideeënwedstrijd van Stad Brussel zal naar verwachting een stille dood sterven. Een jaar of vijf geleden was het somber gesteld met de Katelijnekerk. Terwijl het onderhoud en de verwarming van het gebouw handenvol geld kostte, daalde het aantal parochianen zienderogen. Eind 2011 ging de kerk dan ook dicht, op last van de Brusselse deken Castiau en hulpbisschop Kockerols. In samenspraak met de stad werd gezocht naar een nieuwe bestemming. Hiertoe lanceerde Stad Brus-

sel begin vorig jaar een ideeënwedstrijd. Van de 41 inzendingen bleven er in december drie over: een eivormige werkruimte voor het Rits, een open buurtgebouw met veel glas en het project van Kockerols, een ontmoetingsruimte annex museum en handelsruimten. In de drie gevallen zou er een kleine gebedsruimte ingericht worden. Intussen had aartsbisschop Léonard het dossier naar zich toe getrokken.

Hij wilde nog een laatste noodgreep doen om de emblematische kerk in het centrum van Brussel als kerk te behouden. Daartoe haalde hij enkele priesters van de door hem opgerichte Fraternité des Saints-Apôtres naar Brussel. Deze in Marche-les-Dames gevestigde gemeenschap laat zich inspireren door de conservatieve, charismatische Franse priester Michel-Marie Zanotti-Sorkine. Met de Stad sprak Léonard af dat het experiment, bedoeld om na te gaan hoe groot de overblijvende gebedsruimte moest zijn, een jaar zou duren. De Sint-Katelijnekerk heropende eind september en na zeven maanden is duidelijk dat de inzet van de jonge priesters in zwarte soutane voor een nieuwe dynamiek zorgt, in de kerk, maar ook in de buurt. De

© SASKIA VANDERSTICHELE

Courtois wil de ideeënwedstrijd nog niet opgeven.

kerk is altijd open en er zijn dagelijks misvieringen, aangevuld met rozenkransen en biechtmomenten. Vanaf september zal er ook een Nederlandstalige priester zijn die wekelijks een viering houdt in het Nederlands. Op een doordeweekse avond zitten er dertig, veertig mensen in de mis,

op zondag ruim driehonderd. Tijdens de kerstviering eind december puilde de kerk uit. Voor Léonard is het dan ook duidelijk. “De kerk blijft open,” zo zei hij in een interview in La Libre naar aanleiding van zijn ontslag deze week. Maar wat dan met de ideeënwedstrijd? Die is ondertussen al wat op de lange baan geschoven. Normaal gesproken had de winnaar immers al verkozen moeten zijn. Ook sprak Brussels schepen van Erediensten Alain Courtois (MR) onlangs af met Léonard dat de priesters van de Fraternité een jaar langer mogen blijven, tot september 2016. Tegelijkertijd wil Courtois de ideeênwedstrijd nog niet opgeven. “Deze maand zien we de drie kandidaten. We hebben hen om een businessplan gevraagd. Komt er van die businessplannen niets terecht, dan blijft de Katelijne open als kerk.”

Herbestemming Yvan Nobels, voorzitter van de Kerkfabriek, acht de kans klein dat het iets wordt met de voorgestelde projecten. “Het moet immers gaan om een economisch rendabel idee. Bovendien vraagt elke van de drie projecten flinke verbouwingen terwijl de kerk zowel van binnen als van buiten beschermd is. Monseigneur Léonard heeft duidelijk gemaakt dat hij de kerk niet zal desacraliseren.” Nobels denkt dan ook dat de wedstrijd een stille dood zal sterven. Wel beseft hij dat Léonards opvolger mogelijk een andere visie heeft en toch meer heil ziet in een herbestemming. “Dat zou een drama zijn voor de Brusselse katholieke kerk.” Bettina Hubo

Mode > Winkels dicht en enkel nog shirts

Marcel gaat back to basics BRUSSEL – Het bekende marcellekesmerk Le Fabuleux Marcel de Bruxelles gaat zijn winkels sluiten. Ook wordt de collectie beperkt tot topjes, T-shirts en sweaters. Le Fabuleux Marcel werd tien jaar geleden gecreëerd door Kaat Blommaert. Bedoeling was om het onderlijfje oftewel marcelleke weer hip te maken, zowel voor mannen, vrouwen als kinderen. De eerste jaren werd de collectie

topjes, T-shirts en sweaters alleen via andere kledingzaken verkocht. In 2010 opende Blommaert een eigen winkel op de Varkensmarkt, die later verhuisde naar de Léon Lepagestraat. Met de jaren breidde ook de collectie uit: er kwamen rokjes en broeken bij. Eind 2011 begon Blommaert met een chiquere lijn van sixties-jurken, Année Erotique. Die versmolt na vier seizoenen met Marcel.

Nu heeft Blommaert beslist om de winkels te sluiten. Na Brussel gingen er de afgelopen jaren ook pop-upwinkels van Marcel open in Knokke en Antwerpen. De tijdelijke winkels sluiten na de zomer. Wanneer de Le Fabuleux Marcel in Brussel sluit, staat nog niet vast. Reden van de sluiting: de winkels kosten te veel. Ook wordt gestopt met de collectie kleedjes, rokken en broeken. “Die zijn niet rendabel.”

De marcellekes, T-shirts en sweaters zullen voortaan verkocht worden via andere winkels en via het internet. “We gaan dus back to basics, maar we gaan door. Marcel tries to stay alive.” Bettina Hubo

8 en 9 mei: stockverkoop in Le Fabuleux Marcel, Léon Lepagestraat 10, 1000 Brussel


BDW 1473 PAGINA 4 - DONDERDAG 7 MEI 2015

Uitgelicht > Brusselse regering wil omgeving Zuidstation opwaarderen

Vastgoed,

weinig treinen

BRUSSEL – Wat er met de Brusselse Noord-Zuidverbinding voor treinen zal gebeuren wordt steeds verwarrender. Brussel wil de buurt rond het Zuidstation opwaarderen en volbouwen, en de Federale Overheid krijgt daardoor steeds minder marge om nog plannen te verwezenlijken die het nationale bereik van de NMBS ten goede komen. Analyse. Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) ziet het groots met het richtschema 2030. Er komt hoogbouw, en de bus-, tram- en taxistandplaats aan het station, de zogenaamde ‘overdekte straat’, wordt schoongemaakt. Ook op de Fonsnylaan wordt er voorzien in nieuwbouw, zij het wel met hoofdzakelijk nieuwe kantoren. In totaal komen er 2.000 nieuwe woningen. De Europa-esplanade, nu nog een grijze vlakte aan de ingang van het station, wordt opgefleurd met groen. En de NMBS zelf krijgt een nieuwe hoofdzetel en de gevel van het Zuidstation wordt aangepakt, tezamen met de perrons, de lokettenzaal voor binnenlands verkeer en een onderdoorgang. In een tweede fase schrijft het richtschema een grote renovatie

ker of er een nieuw station komt. De kans is groot dat om de zoveel jaar een stuk station wat wordt opgelapt als doekje voor het bloeden. Dat is natuurlijk ook niet de bedoeling van een richtschema. En: als het Brussels gewest het richtschema alleen maar uitwerkt naar eigen inzicht, dan is de kans klein dat de NMBS veel ruimte heeft

Men is al een paar jaar studies aan het bestellen om aan diverse politieke gevoeligheden gehoor te geven.

van het Zuidstation in. Dat staat ook in de meerjarenplanning van de NMBS. Maar het blijft alleen bij die afzonderlijk geformuleerde voornemens, zonder bindende afspraken daarover. De NMBS heeft momenteel dan ook geen geld voor grote investeringen, en twijfelt om ambitieuze projecten op te starten. Het is dus lang niet ze-

om in de toekomst überhaupt nieuwe infrastructuur te bouwen, zoals een station, en, nog prangender, een nieuwe Noord-Zuidverbinding.

Drie studies De Noord-Zuidverbinding, tussen Noord- en Zuidstation, heeft al enkele jaren haar maximumcapaciteit bereikt. Spoorbeheerder Infrabel

heeft in 2012 wel al een studie laten uitvoeren waarin ofwel nieuwe treintunnels onder Brussel werden vooropgesteld, tezamen met de uitbreiding van stations. Dat kost minstens vijf miljard euro. In het verleden heeft de Brusselse regering zich echter al uiterst kritisch uitgesproken tegenover graafwerkzaamheden onder Brussel, die alleen pendelaars ten goede zouden komen. De Federale Overheidsdienst Mobiliteit heeft proberen aan die angst gehoor te geven door een nieuwe studie te bestellen, ‘Rail4Brussels’ genaamd, die een totaalvisie moet formuleren op de Brusselse Mobiliteit. Die studie onderzoekt vooral wat binnen de huidige capaciteit mogelijk is, en in hoeverre andere vervoersmiddelen als aanvulling kunnen dienen. Een derde studie ten slotte moet de alternatieven bundelen, en wordt in 2016 opgestart. Men is dus al een paar jaar studies aan het bestellen om aan de verschillende politieke gevoeligheden gehoor te geven, en er wordt rond de hete brij heen gelopen.

Verenigbaar met Brussel Op het kabinet van federaal Mobiliteitsminister Jacqueline Galant (MR) onthoudt men zich van commentaar. Bij het kabinet van Brussels minister-president Rudi Vervoort klinkt het dat “in het kader van het richtschema onderzocht is in hoeverre de voornemens van de NMBS ver-

DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS 1 mei. Sint-Lambertusplein, Laken. Pépé uit Bergen poseert met trouwe viervoeter Eva. Eva wint de tweede prijs voor de best geklede hond. Vorig jaar eindigde ze op de eerste plaats.


WEEKOVERZICHT

BDW 1473 PAGINA 5 - DONDERDAG 7 MEI 2015

© JAN MERLO

WOENSDAG 29 APRIL Rits wordt koninklijke school. Het koningshuis heeft de Brusselse media- en theaterschool Rits toestemming gegeven om voortaan de titel ‘koninklijk’ te dragen. Dit leidt tot een naamswijziging naar het Engels. De school in de Dansaertstraat heet vanaf nu Royal Institute for Theatre, Cinema and Sound. Geen indexsprong voor sociale woningen in Brussel. Schepen van Huisvesting en Gelijke Kansen Mohamed Ouriaghli (PS) en OCMW-voorzitster Pascale Peraita hebben besloten om de huur van bewoners van sociale woningen in de stad niet te indexeren.

DONDERDAG 30 APRIL Woningeigenaars en daklozen koppelen. Met het project ‘Woningsensor’ wil vzw ‘t Eilandje daklozen aan een betaalbare woning helpen. ‘t Eilandje zoekt daarom eigenaars die voor een correcte prijs, maximaal 450 euro, woningen willen verhuren. Om de eigenaars tegemoet te komen, zorgt de vzw voor begeleiding van de huurders. Militairen maand langer in straatbeeld. De ministerraad heeft beslist om de aanwezigheid van militairen in de straat met een maand te verlengen. Tot 1 juni blijft de situatie dus hetzelfde. Over een maand zal het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse (COD) een nieuwe evaluatie maken. Schotse brouwerij BrewDog in Brussel. De Schotse brouwerij BrewDog opent nu ook een bar in Brussel. De brouwerij is in 2007 opgericht via crowdfunding en werd al snel de grootste onafhankelijke brouwerij van Schotland. De bar komt recht tegenover het Centraal Station, in het vroegere Brunfautgebouw in de Putterijstraat.

De perrons van het Zuidstation kregen al een likje verf, maar wachten op een meer volledige renovatie.

enigbaar zijn met de strategie van de Brusselse Regering. Zuiver technisch beschouwd kwam men op basis van die analyse tot positieve conclusies over de eventuele uitbouw van een nieuwe internationale terminal en de daarbij horende ondergrondse verbindingen. Vermits de federale overheid en de NMBS echter nooit for-

“ “ HET GETAL

mele beslissingen hebben genomen over die voornemens, konden zij niet vermeld worden in het richtschema voor de Zuidwijk. Als zij ooit bevestigd zouden worden, zal de Brusselse Regering zich bereid tonen om samen met de NMBS te beoordelen hoe dit project ingepast kan worden in de Brusselse territoriale- en mobili-

teitsstrategie.” Conclusie: het Brussels gewest leidt de dans in dit verhaal, en wil vooral veel extra bewoners aantrekken met nieuwbouw. De NMBS en de federale overheid hebben daar in hun besparingscontext steeds minder verhaal tegen. Christophe Degreef

richtschema voor zuidstation. De Brusselse regering stelt een stedenbouwkundig plan op voor de omgeving van het Zuidstation. Er komen woningen en kantoren bij, en het Zuidstation krijgt een kleine renovatie. Een oplossing voor de Noord-Zuidverbinding is veraf.

ZATERDAG 2 MEI Brussel pakte al NEGENTIEN pooiers OP. Dit jaar zijn er al negentien pooiers gearresteerd. De pooiers zijn afkomstig uit Alhambra en Louiza, twee wijken die al jaren kampen met straatprostitutie. Het kabinet van burgemeester Yvan Mayeur (PS) meldt dat het via efficiënt veldwerk mogelijk was om een prostitutienetwerk te ontmantelen. Hiermee wil Mayeur niet enkel de buurt veiliger maken, maar ook de strijd tegen mensenhandel aangaan.

ZONDAG 3 MEI

Vroeger kwamen holebi’s naar de stad om anonimiteit te zoeken, nu trekken er velen naar het platteland omdat het daar makkelijker leven is” Alan De Bruyne, coördinator van de Pride, over gaybashing bij Polspoel en Bernolet (op tvbrussel).

Betoging duizendtal sans-papiers aan de Beurs. Van het Zuidstation naar het Noordstation vindt een mars plaats van sans-papiers, om te protesteren tegen de vele vluchtelingen die in de Middellandse Zee zijn gestorven. De manifestanten ontrollen ook een spandoek met de namen van de 17.000 mensen die zijn omgekomen op hun weg naar Europa sinds 2003. All Genders Welcome. Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Bianca Debaets (CD&V) lanceert de campagne ‘All Genders Welcome’ om discriminatie en geweld tegen holebi’s tegen te gaan. De campagne wil op een ludieke manier mensen sensibiliseren rond stereotypen over homo’s, lesbiennes en transgenders.

MAANDAG 4 MEI

Het woord dat u gebruikt moet onderschreven worden door historici en juristen” De burgemeester van Sint-Joost Emir Kir (PS) weigert het woord genocide (op de Armeniërs) in de mond te nemen en haalt zich de woede op de hals van partijvoorzitter Elio Di Rupo (in Le Soir).

Fietsopera

In het weekend van 9 en 10 mei vindt de negende editie van de European Opera Days plaats. Een van de activiteiten die operahuis De Munt aanbiedt, tijdens dit weekend van muzikale festiviteiten, is een ‘fietsopera’. Met twintig audiofietsen of Vélaudios, uitgerust met een gps-systeem, kunnen geïnteresseerden met een au-

ditieve stadsverkenning de stad verkennen en zo hun eigen opera samenstellen. Het concept, dat naar de naam Finding some home luistert, komt van de Britse kunstenares en componiste Kaffe Matthews. Niet getreurd voor wie er dan niet bij kan zijn. Acht Vélaudios zullen voor de rest van het operaseizoen beschikbaar zijn. Cyril van der Esch

80 kilometer aan nieuwe fietspaden op komst. De Brusselse regering heeft het plan van Mobiliteitsminister Pascal Smet (SP.A) om tussen 2016 en 2018 80 kilometer aan nieuwe fietspaden aan te leggen, goedgekeurd. De Kleine Ring moet zo met de fiets berijdbaar zijn. Via een netwerk van invalswegen zullen verschillende kernen binnen het Gewest met elkaar verbonden worden. De prijs van het project zou 60 miljoen euro bedragen.

DINSDAG 5 MEI Opleiding dierenwelzijn verplicht voor offeraars. Moslims die tijdens het Offerfeest dieren willen slachten in een van de tijdelijke slachtplaatsen, worden verplicht om eerst een opleiding te volgen. Bianca Debaets (CD&V), Brussels staatssecretaris voor Dierenwelzijn, wil hiermee de stress en het lijden van de dieren verlichten. Op termijn hoopt ze het onverdoofd slachten te kunnen bannen. Jilan Berroho, Cyril van der Esch en Margo Claeys

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF


BDW 1473 PAGINA 6 - DONDERDAG 7 MEI 2015

DE GRAUWE JAREN

1980

Jaren 1980 > De pioniers van de Dansaertstraat

‘Het was hier

fin de bail’

BRUSSEL - De Dansaertstraat was in de jaren 1980 een sombere plek waar weinig te beleven viel. “’s Avonds was hier haast niemand. Gelukkig waren er nog enkele dappere horeca-mensen die de boel recht hielden.” “De rue Dansaert? Dat was één moord per dag.” Jean-Louis Hennart van het mooie art-decocafé Archiduc zit niet verlegen om een of meer overdrijvingen. Maar hij spreekt wel met gezag. Hennart nam in december 1985 de Archiduc over van de weduwe van pianist Stan Brenders en maakte er een bruisende plek van, “een lichtbaken in een voor de rest donkere en verloederde straat,” zegt Hennart die er nog altijd het succesvolle jazzcafé uitbaat. “Ik had voordien een café op de Grote Markt, l’Interférence, waar we New Order draaiden, Echo & The Bunnymen, Everthing but the girl. Vollen bak eighties muziek. Toen ik de Archiduc kon overnemen, ben ik nog even doorgegaan met de newwaveplaten die ik had, maar ik zag al snel dat jazz hier beter werkte. Ik ben dan maar overgeschakeld op de cassettekes van mevrouw Brenders.” De Archiduc was voor de periodeHennart een donkere bar, met gordijntjes. Meer caberdouche dan café, waar de weduwe Brenders de klanten slechts schoorvoetend binnenliet. Met Hennart was het elke avond tot zes uur ‘s morgens full house. “Er was een jaar dat Jan Decorte hier elke dag kwam. Letterlijk elke dag. Weet je hoeveel dagen dat zijn?”

Dapper Cafés houden buurten levendig. Dat was vroeger niet anders. Maar in de Dansaertwijk liep dat toch niet zo makkelijk. Dat zegt Nora De Kempeneer die de Dansaertbuurt kent als haar broekzak. “Ik liep in de jaren 1970 school in Maria-Boodschap. Dat was snel van school naar de tram die nog op de centrale lanen reed. Later ben ik gaan werken voor het sociaal-cultureel werk in de Sint-Kristoffelstraat. Dat was in een oud huis, waarvan de deur niet

goed sloot. Erg op mijn gemak was ik er toch niet als ik er ‘s avonds permanentie deed.” Uit het sociaal-cultureel werk is De Markten ontstaan. Begin jaren 1980 opende de Vlaamse Gemeenschap het gebouw op de Oude Graanmarkt. Het werd een ankerpunt in de buurt. Nora De Kempeneer zou er centrumverantwoordelijke worden en is dat nog steeds. De Kempeneer: “Het was hier een grauwe buurt die dankzij enkele dappere horecamensen werd recht

schapenslagerij, de kaaswinkel. “Maar het was zeker geen hip publiek,” zegt Nora De Kempeneer. “Neem nu de Vlaamsesteenweg. Dat was de straat van de trouwkleren.” Open-VLD-politica Annemie Neyts mag ook met recht en reden een pionier genoemd worden van de Dansaertstraat. “We kochten in 1978 ons huis in de Lepagestraat. We wonen er nog steeds.” Ze is het niet helemaal eens met de stelling dat de Dansaertstraat toen een grauwe buurt was. “Natuurlijk was er veel minder volk dan vandaag, veel minder verkeer ook, wat wel aangenaam was. Maar om nu te zeggen dat het een donkere buurt was? We hebben alvast niet getwijfeld om

“Het succes van de Dansaertstraat is een verhaal van vallen en opstaan”

Sint-Goriks was volgens de meeste getuigen de echt moeilijke buurt in de jaren 1980. Als er al geregeld moorden werden gepleegd, was het vooral daar. Luckas Vander Taelen,

jaren 1980 zijn bureau had in de nabijgelegen Karthuizersstraat. “Van de huizen rond het Sint-Goriksplein, waar nu de Lidl in huist, stond alleen de façade recht. De SintGorikshallen stonden leeg. De stad had die in concessie gegeven aan een louche combinatie. Maar daar kwam niks van de grond.” Marcel Rijdams is mateloos geïnteresseerd in de transformatie van de Dansaertstraat tot wat het vandaag geworden is. “Als ik daar ooit de kans toe krijg, dan maak ik van elk huis een kadaster, met de geschiedenis van wat er allemaal heeft gezeten.” Rijdams vertelt hoe hij vanuit zijn bureau in de Karthuizerstraat, boven de Fin de Siècle, zag hoe jonge mensen met noeste arbeid de blauwe verf van een mooie winkelpui haalden. Tot op het blanke hout. “Maanden werkten ze daaraan,” zegt Rijdams. “Ze

Beelden van de Beurs uit de film ‘Brussels by Night’ van regisseur Marc Didden, uit 1983. gehouden,” zegt De Kempeneer. “La Villette, Le Paon Royal, het Kapiteintje. Dat was best moedig, want zo prettig was het hier niet. Er gebeurde niets hier. Er liep geen volk rond zoals vandaag. Vergeet ook niet dat De Markten toen nog niet gerenoveerd was. En het terras voor de Markten? Dat was een grote autoparking.”

hier te komen wonen.” Volgens Neyts was de Dansaertbuurt ook niet echt onveilig. “De Beursschouwburg had toen geen buitenwipper nodig,” zegt ze. “Dat is toch het beste bewijs. En buiten die ene moord aan de Karperbrug, kan ik me er geen enkele herinneren.”

Harde homobuurt Trouwkledij Toch klopt het beeld van een volledig lege Dansaertwijk niet helemaal. Zo was er overdag wel enige bedrijvigheid. Want toen kwamen ze van heinde en verre naar de kwaliteitswinkels in de buurt: de poelier, de champignonwinkel, de

Neyts herinnert zich vooral de aangename avonden in Le Paon Royal. “De Dansaertstraat was wel een soort natuurlijke scheidingslijn. In de buurt rond het Sint-Goriksplein kwamen we minder. Waarom? Daar heb ik niet echt een antwoord op.”

muzikant en later politicus voor Groen, woonde er rond die tijd, zo getuigde hij enkele jaren geleden op de website van de Informateurs. “Het was heavy stuff. Een mengeling van harde homobuurt en marginale café’s. Er was veel armoede maar ik woonde er zeer graag.” “Ik heb er straatgevechten gezien, met wel twintig personen. Ik woonde boven een café, Chez Gaston. Die Gaston was zo zot als een deur. Op een dag keek ik door mijn raam, en zag ik de wc-pot door het raam vliegen. Gaston was compleet aan het doorslaan. Hij had zijn wc uitgebroken.” “Je moet je dat voorstellen,” zegt architect Marcel Rijdams die in de

maakten van een beduimeld reisbureau een mooie boetiek waar modeontwerpers een plaats kregen. Na enkele jaren ging het over kop. Toen kwam er een spuuglelijke broodjeszaak. De uitbater verfde de winkelpui knalgeel!” Vandaag zit er AM Sweet, een gesofisticeerde bollenwinkel. Dit verhaal staat symbool voor de Dansaertstraat. Rijdams: “Het succes van de deze buurt is een verhaal van vallen en opstaan.” Maar één ding staat voor Rijdams buiten kijf. De jaren 1980 was een periode van fin de bail. Winkels waren generatie na generatie fortuinvol geweest, maar plots was het op. Rijdams: “De winkels deden het niet meer. De markt was veranderd. In de jaren 1960 en 1970 waren hier heel veel gespecialiseerde comptoirs voor professionals. Bijvoorbeeld materiaal voor horlogemakers,


© MICHEL HUHARDEAUX

BDW 1473 PAGINA 7 - DONDERDAG 7 MEI 2015

De Anneessensstraat in 1980. Lege panden, lege straten.

fijne mechaniek. Maar de jaren 1980, dat was ook de opkomst van de digitale horloge, van de Casio. Plots was voor de horlogerie geen plaats meer.” “In de Dansaertstraat was een corderie, een vissers- en jachtwinkel, een winkel die uitsluitend graan verkocht. De ambacht en de kennis was er geweldig, maar het publiek volgde niet. Het gevolg was dat de

mooi was, waren met literatuur bezig, letten op ons uiterlijk en zetten ons zo af tegen de punkcultuur van voordien.” Toch was er ook bij de ‘estheten’ een contestatair kantje. Want in plaats van aan de Louizalaan een boetiek te openen, trok Sonja Noël naar de Dansaertstraat, waar leegstand heerste en nauwelijks iets te beleven viel. “De paradox was: we

sist van Vander Taelens punkgroep. Hij was tevens de architect van wat Stijl zou worden, de winkel van Sonja Noël. Stijl trekt vandaag volk uit de hele wereld. Met Stijl zou de Dansaertwijk ook een eigen gezicht krijgen: dat van een hippe modebuurt, al is de echte pionier wel verdwenen. Jenny Meirens was Sonja Noël al voorafgegaan, door op het Sint-Katelijneplein met veel goede moed een boetiek te openen met mode van Yoshi Yamamoto. Enkel jaren later zou ze aan de overkant uitbreiden in een voormalig pompstation (vandaag kapper Savagan). Ze zou Brussel de mode van ontwerpster Rei Kawakubo (Comme des Garçons) leren kennen. Tot ze het huis Martin Margiella mee oprichtte en wegtrok uit de Dansaertwijk. Noël is er nog steeds, en in haar kielzog volgden er een heleboel anderen.

Plassen tegen de etalage De Fabrieksstraat in de jaren 1980. De kleinhandel had het moeilijk.

winkels overkop gingen, en er grote ruimtes vrij kwamen. Die waren spotgoedkoop en kregen zo een nieuwe kans.” Dat had Sonja Noël goed begrepen toen ze er in 1984 een winkel opende, op de plek waar vandaag het restaurant Bonsoir Clara zit. “Ik had Kunstgeschiedenis gestudeerd aan de VUB. We noemden onszelf de estheten. We kickten op wat

woonden op de Louizalaan.”

Zwitsers meisje “Ik kende de Dansaertstraat van de Beursschouwburg, van de Markten. Anders kwam je toen niet in deze buurt. Een Zwitsers meisje, Imelda, wou een modewinkel openen. Zo ben ik in de couture beland.” Voor de petite histoire. Het Zwitsers meisje was de vriendin van de bas-

Sonja Noël: “Uiteindelijk had het er ook mee te maken dat de panden goedkoop waren. Je kon er mee doen wat je wil voor weinig geld. We richtten die zo minimaal mogelijk in. We waren durvers en daarmee trokken we de aandacht. Het défile? Dat deden we gewoon hier op straat, met meisjes die we in de metro hadden aangesproken. We lieten Eric Sleichim (toen Maximalist, vandaag Blindman, SVG) een gelegenheidscompositie maken.” “Ik herinner me bijvoorbeeld ook

hoe we aan de toen nog onbekende Wim Delvoye vroegen om onze etalage in te richten. Hij ontwierp vijf Mannekens Pis, gekleed door mode-ontwerpers, die plasten tegen de vitrine. Dat was ongezien.” Onwillekeurig zou Sonja Noël nog op een andere manier het keerpunt inluiden van de Dansaertwijk, en meer bepaald van de nabijgelegen Sint-Gorikswijk. Het pand in het begin van de Dansaertstraat werd

wat bekende artiesten in de jaren 1980 in de Dansaertwijk, Arno, Dominique Deruddere, Johan Verminnen, Jan Decorte, Marc Didden en tutti quanti. Hun aanwezigheid zorgde blijkbaar maar voor een matig aanzuigeffect: eind jaren 1980 stond de helft van de woningen in de Sint-Goriks en Arteveldebuurt nog leeg. De grote toeloop zou pas vijf jaar later volgen. Ook daar heeft Frederic Nicolay van kunnen profi-

“Het défile? Dat deden we gewoon hier op straat, met meisjes die we in de metro hadden aangesproken”

in een keer drie keer zo duur. Noël trok met Stijl wat verderop. Maar in haar pand kwam Bonsoir Clara, dat werd ingericht door ene Frédéric Nicolay. Die zou zijn succesformule vanaf 1995 vele malen herhalen, onder andere met de Zebra aan het Sint-Goriksplein, die de buurt een totaal ander gezicht zou gaan geven. En dan nog moet de opgang van de Dansaertstraat gezien worden als een wisselwerking tussen handel en klanten. Het is pas half de jaren 1990 dat er terug volop jonge mensen in de Dansaertswijk kwamen wonen. Zelfs al woonden er heel

teren. Volgens Nora De Kempeneer heeft dat het gezicht van de Dansaertstraat misschien nog het meest gewijzigd. “Begin jaren 1980 waren het totaal andere mensen die hier in de buurt woonden. De huurprijzen waren laag, de woonomstandigheden slecht: het was een arme buurt. Door de veranderingen zijn de huurprijzen spectaculair gaan stijgen, zijn de meeste bewoners van toen vertrokken, en kwamen er andere in de plaats. Dat is wat men vandaag gentrification noemt.” Steven Van Garsse


BDW 1473 PAGINA 8 - DONDERDAG 7 MEI 2015

© CEGESOMA

In Zuid-Frankrijk zaten van mei tot augustus 1940 meer dan 100.000 Belgische jongens verspreid. Hun bevoorrading bleef een probleem vormen voor de Belgische militairen die voor hen verantwoordelijk waren.

Tweede Wereldoorlog > Een Brussels lid van de rekruteringsreserve (mei-augustus 1940)

Onvoorzien toerisme BRUSSEL – Vijfenzeventig jaar na de feiten reconstrueren drie historici het weinig bekende verhaal van de Centres de Recrutement de l’Armée Belge (CRAB’s), de Belgische rekruteringsreserve in de eerste weken van de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om een hele generatie jonge mannen die een onwaarschijnlijke roadtrip in oorlogstijd door Frankrijk maakten.

V

oor de negentienjarige Albert Segers uit Elsene kwam de Duitse inval van 10 mei 1940 op een ongelegen moment. Hij had net zijn eerste baantje als ambtenaar en vreesde voor zijn prille carrière. Nog ongelegener kwam het gerucht dat alle jongeren van zijn leeftijd naar het westen moesten vluchten om later bij het leger te worden ingelijfd. Al snel bleek dat het geen gerucht was, maar een bevel. Het stond in alle kranten en werd via de radio afgeroepen. Toen zijn buurjongen Lucien al klaar bleek te staan, zadelde Albert ook maar zijn Ajaxfiets en samen vertrokken ze op 15 mei richting Roeselare, het opgegeven verzamelpunt. Albert en Lucien maakten deel uit van de rekruteringsreserve van het Belgische leger. Die bestond uit alle mannen van 16 tot 35 jaar die om allerlei redenen hun legerdienst nog niet hadden vervuld. Het ging om

meer dan 300.000 jonge Belgen. Een gigantisch reservoir aan mankracht, als je weet dat het gemobiliseerde leger, dat in het oosten de Duitse invaller probeerde tot staan te brengen, maar dubbel zo groot was. Het hele plan van de rekruteringsreserve was ingegeven door ervaringen uit de Eerste Wereldoorlog. Men ging ervanuit dat het front ook deze keer ergens zou stabiliseren en wilde ervoor zorgen dat onze bruikbare jonge mannen niet in handen van de vijand zouden vallen. Dus moesten ze de baan op, met eigen middelen.

Gastvrije boerenfamilie Vol goede moed vertrokken Albert en Lucien naar West-Vlaanderen. Britse soldaten die in de tegenovergestelde richting opmarcheerden gaven de raad om ineens naar het zuiden, richting Franse grens, af te zakken. Albert en zijn compagnon

de voyage Lucien vonden het best. Waren ze wel langs Roeselare gepasseerd, dan hadden ze daar vooral chaos aangetroffen. In West-Vlaanderen waren er vier officiële verzamelcentra voor de opgeroepen jongens: Roeselare, Ieper, Kortrijk en Poperinge. Maar die werden overspoeld. De opvang was inderhaast geregeld, maar er was een tekort aan alles: plaats, begeleidende militairen, voedsel. En tijd. De Duitse blitzkrieg bleek immers niet veel ademruimte te bieden, en dus werd de rekruteringsreserve verder naar Frankrijk gestuurd. Het Normandische Rouen werd het nieuwe verzamelpunt. In het Franse noorden kwam de Belgische jeugd terecht in regelrecht oorlogsgebied. Duitse bommenwerpers maakten de tocht – per fiets, met de trein of te voet – levensgevaarlijk. Albert Segers liet de oorlog echter niet te veel aan zijn hart

komen. Hij fietste met Lucien op 17 mei de grens over met een “Vive la vie et vive la France!” Een gastvrije boerenfamilie, een stuk brood en een kop koffie volstonden om zijn optimisme te handhaven. In SaintPol kwamen ze nog drie andere jongens uit Elsene tegen, en met z’n vijven trokken ze verder. Onderweg zat er af en toe een slechte nachtrust tussen, en ook het eten was niet altijd overvloedig, maar ach: “Geen enkele exodus is plezierig. Maar met een glimlach trek je altijd beter je plan. Het avontuur gaat voort. En ik durf zeggen dat het mij verre van misvalt.”

Vaarwel, fiets De Duitsers waren bezig aan een gigantische omsingelingsbeweging van de Britse, Franse en Belgische legers. Het kwam er daardoor voor de vluchtelingen op aan om voor 20 mei – toen bereikten de Duitse tanks het kanaal – de Somme over te steken. Albert en zijn kameraden bereikten op tijd Rouen en waren veilig. In Rouen bleek opnieuw dat er niet veel geregeld was. Het werd stilaan duidelijk dat een snelle opleiding

tot soldaat er niet in zat. De overgebleven reserverekruten werden met treinen naar het uiterste zuiden van Frankrijk gestuurd, waar een oude Belgische generaal het bevel over hen zou voeren. Albert en Lucien verkochten eerst nog met pijn in het hart hun trouwe tweewieler: “Adieu donc, chère bicyclette. Jij hebt me helpen ontsnappen aan de Duitse invasie. Jij bent meer waard dan de misdadige prijs waarvoor ik je moest laten gaan (40 francs).” Ze brachten de nacht door op aardappelzakken in een Franse militaire kazerne en werden de dag erna op een trein gezet. Op 23 mei passeerde Albert Toulou-


ADVERTENTIE

BDW 1473 PAGINA 9 - DONDERDAG 7 MEI 2015

se, maar de trein reed verder naar Narbonne en daarna Béziers. Albert had al sinds zijn vertrek uit Brussel relatief veel geluk gehad. Maar in Vestric, het dorpje waar hij uiteindelijk werd gekantonneerd, trof hij het pas écht. Albert kwam terecht bij de gastfamilie Mérignargues, een echtpaar met een dochter van 22 jaar. In de volgende weken hield Albert zich bezig met petanque, kersen plukken, op konijnen jagen en uitstapjes naar Nîmes en de Middellandse Zee. Veel van zijn lotgenoten hadden minder geluk en kwamen in strenge, onhygiënische kampen terecht, zoals dat van Agde. Slechts op één dag had Albert geen geluk: hij was jarig op 28 mei, de dag

“Geen enkele exodus is plezierig. Maar met een glimlach trek je altijd beter je plan” van de capitulatie van koning Leopold III. Toen veranderde de verhouding tussen de Belgen en hun Franse gastfamilies totaal. Van braves petits Belges werden ze sales Boches du Nord. De zuiderse furie koelde echter snel. Het Franse leger hield het trouwens ook niet zo lang meer vol: op 22 juni signeerde het de wapenstilstand met Hitler. De Belgische jongens zaten nu zonder enig perspectief vast in een vreemd land.

P-PRAAT

KOM DE IDE ALE INVESTERING BEWONDEREN

De voorbije weken vond u in deze kolommen een relaas over de teloorgang van de vrijzinnigheid, maar kijk, er zijn nog echte papenvreters. De Stad Brussel bijvoorbeeld, die Joëlle Milquet (CDH) voor de tigste maal in een colère deed schieten. De minister van Onderwijs van de Franse Gemeenschap vind het niet kunnen dat de Stad Brussel een circulaire heeft rondgestuurd naar haar scholen met een eigen vragenlijst over levensbeschouwing. Milquet wil namelijk Franstalige kindertjes de keuze geven of ze een godsdienst, geen godsdienst of helemaal niets als levensbeschouwing krijgen op school (dat laatste is dus nieuw). Ze wil daarom een vragenlijst rondsturen naar de ouders. De Brusselse MR-PS-coalitie, door deze krant ooit nog la coalition de la laïcité genoemd, steekt daar een stokje voor. Zij vinden hun eigen vragen uit, waarschijnlijk met alleen de keuze tussen ‘geen godsdienst’ of ‘niets’. Milquet spreekt van een ‘militante vrijzinnigheid’ en dreigt er mee om de organisatie van de lessen nietsheid op te schorten tot 2016. Dat is nog eens een dreigement. Alsof de duivel er mee gemoeid is brak La Libre Belgique vorige week een lans voor een ‘Belgische islam’, compleet met een groot opiniestuk waarin enkele softe moslims uitleggen wat die islam dan is. Even samengevat: moskeeën moeten gecontroleerd worden door de Belgische Staat, er moet gepreekt worden in een landstaal en er mag geen buitenlandse inmenging zijn. Een Belgische islam is nodig, dixit het viertal, omdat er onder jonge Belgische moslims veel dorst is naar een identiteit. Niet niets. Bij het ter perse gaan verneemt uw commentator nog dat aartsbisschop André-Jozef Léonard op de dag van zijn ontslag naar de VUB trekt voor een lezing, als eerste kerkvorst ooit. Zeer goed, denkt uw commentator. Hopelijk is er protest. Wordt meteen duidelijk wie er daar allemaal in de loge zit.

Orfeo & Tosca opendeurdag op 10 mei (10u - 18u)

Terug naar Brussel Pas in augustus, na drie maanden weg van huis, begonnen de repatriëringstreinen terug naar Brussel te rijden. In het minuscule Vestric werd de immer optimistische Albert Segers op 12 augustus overvallen door een vreemd gevoel: “De vreugde van gisteren heeft plaatsgemaakt voor lichte melancholie; de melancholie van een vertrek en een uit elkaar gaan. Voor hoelang? Niemand kan het zeggen. Ik omhels meneer en mevrouw Mérignargues en hun dochter Yvonne, en nog vele anderen. In de hectiek van het afscheid beloven we om elkaar na de oorlog terug op te zoeken.” Vanaf de bestelwagen die hem wegvoerde, bleef Albert handen schudden en afscheid nemen. “Adieu! Au revoir! Bon voyage!” roept de menigte. Mannen staan er geëmotioneerd bij, vrouwen huilen. We zwaaien met petten en zakdoeken tot een bocht ons het zicht op het dorp ontneemt.” Drie dagen later was Albert weer in Brussel. Zijn mama had in de tussentijd nieuwe pantoffels voor hem gekocht, die hij gedwee aantrok. Het avontuur was voorbij... Hans Boers Karel Strobbe, Pieter Serrien en Hans Boers, ‘Van onze jongens geen nieuws. De dwaaltocht van 300.000 Belgische rekruten aan het begin van de Tweede Wereldoorlog’, Manteau, 2015. www.wpg. be/manteau/van-onze-jongensgeen-nieuws

CHIEN ÉCRASÉ Jep, vorige week geen chien écrasé, dat hebt u goed gezien. Dat was ter nagedachtenis van die door de MIVB platgereden duif aan het Centraal Station. Iemand moet rouwen. Rouwen mag ook voor de exclusieve Club Prince Albert, in de Brusselse Karmelietenstraat. De N-VA heeft namelijk beslist dat dat hotel-restaurant voor militairen moet besparen. Luxueus overnachten mag er niet meer, en voortaan eet je er alleen nog des middags. Defensieminister Steven Vandeput denkt ook aan outsourcen, want “een halve serviceclub uitbaten is geen kerntaak van het leger”. Een zoveelste aanval op exclusieve verworvenheden van doodeenvoudige mensen, zoals militairen. In schril contrast daarmee staat het bezoek van Economieminister Johan Van Overtveldt (N-VA) een poos geleden aan de Cercle Lorraine. Maar dat is ongetwijfeld geen serviceclub, allesbehalve exclusief en dient een hoger doel: de economie redden. Serviceclubs hebben wel hun nut, dat zouden ze dus toch bij de N-VA moeten weten. Het was in een al even exclusief kader dat Brusselse N-VAlijsttrekker Johan Van den Driessche vorig jaar in de aanloop naar de verkiezingen in debat ging met Brussels MR-parlementslid Olivier De Clippele, en dat debat ook won. Eén ding is duidelijk: uw commentator heeft liever een serviceclub met degelijke beslotenheid dan twitter, dat meningen- en ijdelheidsfestival van tegenwoordig. Het verschil is het volgende: een serviceclub kan doodgaan, terwijl een vogel nooit wil sterven. Behalve als de MIVB er over rijdt.

ideale investering voor wie zijn rendement graag ziet stijgen

perfecte huisvesting voor de groeiende groep expats

eigen verhuurdienst gespecialiseerd in verhuur aan expats

unieke ligging en prestigieuze uitstraling

vlakbij De Munt en het bruisende stadscentrum van Brussel

deel van het iconische Chambon-complex

riante binnentuin van landschapsarchitect Wirtz

meer info: bel 02/201 00 01 of kijk op thechambon.be

Afspraak in de Koloniënstraat 56 - 1000 Brussel


BDW REGIO

BDW 1473 PAGINA 10 - DONDERDAG 7 MEI 2015

Deze week in en rond Abattoir > Romajongeren dromen van jeugdhuis

‘Voor Roma en niet-Roma’

Het is de gekende drukte op de versmarkt. In gang acht van de overdekte hal op de slachthuizensite verstomt het heen- en weergeloop. In een vrijgehouden corridor zetten Kristiyan (16), Viktor en Steliyan houten tafels klaar. Een geur van zoete tomatensaus waait ons tegemoet. Sergey roert in een kolossale kookpot. Yuliyan (16), worstelkampioen in Nederland, legt matten klaar voor de worstelinitiatie. Albert (16) sluit zijn elektrische piano aan en Angel (24) test nog snel even de klankinstallatie.

Slecht imago De zeven vrienden, allemaal Roma van wie de meeste nog op de middelbare schoolbanken, zijn wat nerveus. Voor het eerst organiseren ze een activiteit voor buurtbewoners: Lutenitsa proeven, een groentesaus uit de Balkan. De kooksessie is een voorproefje van Mix Central, dat op 9 mei op het Dapperheidsplein de Roemeense en Poolse aanwezigheid in Anderlecht viert. Niet dat koken een bijzondere passie is van het zevental. Hun bedoeling is vooral om Brusselaars te laten kennismaken met de Romacultuur. Steliyan: “Wij, Roma, moeten op-

© KIM VERTHE

ANDERLECHT – Sergey Yuliyanov (19) en Steliyan Nedkov (18) zijn neven. Ze hebben net een jeugdleiderstraining voor Roma in Straatsburg achter de kiezen. Weer in Brussel zijn ze vastbesloten om, samen met enkele vrienden, het imago van hun gemeenschap op te poetsen. “We dromen van een jeugdcentrum zoals het EYCS in Straatsburg, waar we activiteiten organiseren voor Roma én nietRoma.”

De jongeren laten bezoekers op de markt van Abattoir proeven van Lutenitsa, een Roma-specialiteit.

boksen tegen een slecht imago. Het is niet omdat een paar Roma zich inlaten met slechte dingen, dat iedereen dat doet.” Clichés uitwissen, zal traag gaan, beseffen ze. “Maar we zijn nog jong. We hebben tijd,” glimlacht Sergey.

“Deze jongeren moeten de kans krijgen om zelf structuren op poten te zetten”

Tweede generatie Sergey en Steliyan, neven, zijn de drijvende kracht in de groep. Beiden wonen in Anderlecht. Steliyan volgt Handel in het Koninklijk Atheneum Ukkel, Sergey volgt de sportopleiding aan het KTA Campus Wemmel. Ze zijn geboren in Lovets, een dorpje nabij Targovishte. In de loop der jaren reisden ze mee met hun ouders op zoek naar een beter leven, Steliyan richting België en Sergey richting Nederland. “De zaak van mijn ouders in Bulgarije was over de kop gegaan,” vertelt Sergey. “In 2007, het jaar waarin Bulgarije EU-lid werd, zijn mijn ouders naar Nederland gegaan. Mijn vader kon er aan de slag bij een meubelmaker, mijn moeder in een

slagerij. Later, toen mijn vader zijn job kwijtraakte, zijn we naar Brussel gekomen. Zijn vader (wijst naar zijn neef Steliyan, KV) had hier werk gevonden voor mijn vader.” Steliyans ouders keerden Bulgarije al eerder de rug toe. “Vijftien jaar geleden zagen we zwarte sneeuw. Via mijn oom kon mijn vader in Gent aan de bak. Hij heeft tot 2007 in het zwart moeten werken.” Dat de situatie voor Roma in hun thuisland Bulgarije verre van rooskleurig is, weten ze goed. “In Bulgarije is de discriminatie alomtegenwoordig. In de media worden Roma niet serieus genomen. Ze worden geweigerd in cafés, restaurants, het

zwembad, tenzij duidelijk is dat ze welgesteld zijn. 90 procent van de Roma kennen hun rechten niet.” In Brussel hebben de jongens persoonlijk niet veel last van vooroordelen, zeggen ze. Alhoewel. Steliyan herinnert zich een conflict nadat iemand die hem ‘Rot op, vuile zigeuner’ naar het hoofd had geslingerd. “Biser heeft de situatie toen kunnen kalmeren.”

Bemiddeling Alekov Biser werkt al ruim drie jaar als Romasteward voor Integratiecentrum Foyer. Samen met drie collega’s, allemaal Roma, concentreren ze zich op vier wijken waar veel Roma wonen: het Raadsplein in Kuregem, en het Gaucheretplein, Liedtsplein en Koninginneplein in Schaarbeek. De Romastewards willen Roma beter laten integreren door ze in contact te brengen met buren en buurtorganisaties, scholen en opleidingsinstellingen. Dat werk werpt vruchten af, zegt Biser. “Van de acht vrouwen uit de

Anderlechtse vrouwengroep hebben er zes na een jaar werk gevonden. We krijgen ook meer Romakinderen op school. Veel ouders kiezen ook almaar bewuster een school uit voor hun kinderen.” Het is ook Biser die deze jonge vriendengroep de weg wijst. “Ik ving bij de jeugd op dat ze dingen willen ondernemen, maar vaak niet weten waarheen. Vzw-structuren ontbreken in de Romagemeenschap. Maar deze generatie is hier opgegroeid, heeft hier school gelopen, hun ouders hebben vast werk. De jongelui moeten de kans krijgen om zich op te werken, om zelf structuren op te zetten,” zegt de Bulgaar, die hen ook zijn ervaring als Romawoordvoerder, die hij oppikte bij het Ergo Network for European Roma, wil doorgeven. Biser bracht de zeven in contact met vzw Cultureghem. Op woensdagnamiddag helpen de jongens al mee met de Kookmet-ateliers en de kinderanimatie op het Court-Circuit op de slachthuizensite. “Het is goed om zo te starten,” zegt Steliyan Nedkov, “zo kunnen we langzaamaan leren.” Maar de ideeënmachine draait op volle toeren, zeker nu Steliyan en Sergey een vijfdaagse training ‘antigypsism’ volgden in het European Youth Centre (EYCS) in Straatsburg. Ze dromen van een echt jeugdhuis, waar jongeren uit de buurt terechtkunnen voor sportactiviteiten of culturele uitwisselingen. Als het maar jonge Roma kan empoweren, maar niet alleen hen. “Iedereen zal welkom zijn. Want tussen Roma onderling is er geen discriminatie. Het is net interessant dat anderen ons leren kennen,” zegt Steliyan. Misschien kunnen ze er ooit zelf trainingen aanbieden, zoals in het EYCS. “In Straatsburg vonden de mensen dat we stevig in onze schoenen staan. We hebben wel kans om te slagen, denk ik,” knikt Sergey zelfverzekerd. Kim Verthé

Anderlecht > Aanbouw goed voor sociale cohesie ADVERTENTIE

Puzzel Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

✆ 0800-15045

alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Bezoeken enkel op afspraak

puzzel@resonansvzw.be

Sociale ruimtes in Les Goujons ingehuldigd In Les Goujons, het flatgebouw met sociale woningen in de Grondelsstraat in Kuregem, zijn er nieuwe sociale ruimtes bij gekomen. De aanbouw moet de sociale cohesie in de wijk versterken. De werken zijn verricht door de sociale onderneming Casablanco. De nieuwe ruimtes in Kuregem zijn officieel ingehuldigd door minister voor Tewerkstelling Didier Gosuin

en Anderlechts burgemeester Eric Tomas (PS). Met de verbouwing is er plaats gemaakt voor ontmoetingsruimtes, sociale begeleiding en animatie. Op het gelijkvloers van het gebouw komt een onthaal dat moet zorgen voor meer zichtbaarheid en toegankelijkheid voor de bewoners, een vergaderzaal, kantoren voor sociale begeleiders, een opslagruimte en toiletten voor personen met beperkte mobiliteit.

De aanbouw komt er omdat de bestaande sociale ruimte aan de andere kant van het gebouw niet genoeg plaats biedt en ongeschikt blijkt voor sociale begeleiding. Voor de verbouwingen werd beroep gedaan op sociale onderneming Casablanco, die er acht maanden werk aan had. De lokale vzw biedt langdurig werkzoekenden een werkervaring in de bouwsector om hun integratie in de arbeidsmarkt te

bevorderen. Opvallend voor de bouw is het gebruik van natuurlijke materialen met een lage ecologische voetafdruk zoals leemblokken en natuurlijke gips en verf. Het project werd gefinancierd door het Brussels Gewest via het wijkcontract Kanaal-Zuid.

Jilan Berroho


BDW 1473 PAGINA 11 - DONDERDAG 7 MEI 2015

Laken > Tearoom Christ’Inn sluit de deuren

‘Ofwel serveer ik hier, ofwel nergens’

The Christ’Inn staat bekend als een gezellige tearoom waar iedereen welkom is. Op de hoek van de Maria-Christinastraat en de Moorsledestraat prijkt de naam in sierlijke letters boven de deur. Voor het raam staan allerlei spullen uitgestald: glaasjes, plastieken plantjes, servies en zelfs enkele knuffels. Briefjes die aan het raam kleven vertellen dat het uitverkoop is, voorbijgangers kunnen nog snel een souvenir kopen van de achttien jaar oude tearoom. “Er is gewoon te veel concurrentie,” zegt Veerle, die er al vijftien jaar werkt. Bijna alle tafeltjes zijn bezet door koffiedrinkers: zowel Nederlandstalige, Franstalige, studerende als bejaarde. “Nu is er inderdaad volk, maar eens de ochtend gedaan is, blijft het hier leeg. Men komt hier

enkel ontbijten, en daarmee komen wij niet rond,” zegt Veerle. Op de toog zitten twee knuffelberen. Ze hebben elk een prijskaartje rond de nek, al krijgen de kleinere klantjes die gratis mee naar huis. Met een echte knuffel erbij. Hier komen mensen niet om snel een ontbijt naar binnen te spelen, hier komen mensen met elkaar bijpraten. “Normaal gezien zijn we hier enkel op zaterdag voordat we naar de markt gaan, maar vandaag is het de laatste dag, dus zijn we toch gekomen.” Jorek en Jacqueline hebben net afscheid genomen van Veerle en co. Het oude koppel eet hier al vanaf het begin elke zaterdagochtend hun ontbijt voordat ze naar de markt gaan. Ze zijn niet de enigen die de zaak zullen missen. “Het was de enige plek waar allerlei verschillende soorten mensen samenkwamen,” zegt Thomas, een buurtbewoner. “In Laken wonen veel verschillende culturen, maar die leven naast in plaats van met elkaar. The Christ’Inn was de laatste plek waar iedereen toch bij elkaar kwam.” Margo Claeys

Opdienster Veerle zwaait enigszins geëmotioneerd haar laatste klanten uit.

© SASKIA VANDERSTICHELE

ADVERTENTIE

René en Malou zijn migrant in eigen land. In de jaren 60 verhuizen ze van Houthulst in West-Vlaanderen naar Bonlez in Waals-Brabant. Anno 2012 kunnen ze tevreden terugblikken op een gelukkig leven samen. Maar dan raakt René meer en meer verward. Hij haalt heden en verleden door elkaar en hier blijkt ergens anders te zijn. Met Oblivium creëert de Theaterfactorij een bijzonder, maar ook zeer herkenbaar verhaal over een ouder koppel dat uit elkaar groeit door de geleidelijke aftakeling van de man die dementie krijgt. Regie en tekst Marnick Bardyn Dramaturgie Ruth Mellaerts Productieleiding Pieter-Jan Martens

THEATERVOORSTELLING

‘OBLIVIUM’ door De Theaterfactorij donderdag 21 mei 2015 Bronks, Varkensmarkt 15-17, 1000 Brussel 14.00 u ontvangst 14.30 u start voorstelling 15.45 u drink 16.30 u einde Inschrijven voor 13 mei via broes@dementie.be of 02 778 01 70 kostprijs 5 euro ann vandenbergh

Met de ene helft badend in het zonlicht en de andere helft kouwelijk in de schaduw, herdenkt de Maria-Christinastraat haar eens zo fleurige dagen. De Lakense winkelstraat is niet meer wat ze geweest is. Vandaag sluit the Christ’Inn voorgoed haar deuren.


* Waarde € 5. Tot 30/06 gratis op vertoon van uw 5- of 10-rittenkaart. Tot uitputting van de voorraad. **Met uitzondering van de vervoersbewijzen Airport Line die enkel geldig zijn op het netwerk van de MIVB, met inbegrip van het gedeelte Bourget - Brussels Airport.

ADVERTENTIE

VANAF 01/07 5 EN 10 RITTEN ENKEL VERKRIJGBAAR OP MOBIB GRATIS MOBIB

IN KIOS K & BOO TIK

De vele voordelen van uw MOBIB Basic-kaart: • Geldig in de hele Jump-zone** (op alle voertuigen van de NMBS, De Lijn en TEC in Brussel) • Niet op naam en kan dus gedeeld worden • Herlaadbaar • 5 jaar lang bruikbaar

Meer info op mivb.be


BDW 1473 PAGINA 13 - DONDERDAG 7 MEI 2015 © NGI

Jette > Tram 9, het is zover

Begin mei al starten de werkzaamheden. Vivaqua zal dan nieuwe waterleidingen aanleggen. In de zomer zal de MIVB aan nieuwe tramsporen werken vanaf de Romeinsesteenweg langs het UZBrussel, waarna Mobiel Brussel voet-, fiets- en autopaden zal aanleggen. In september beginnen ook de werkzaamheden aan het Jetse Koningin Astridplein. Daar komt een ondergrondse parking met 199 staanplaatsen. Daarna wordt er van werf naar werf toegewerkt. Tot zover de eerste fase, die in 2018 klaar moet zijn. De tweede fase, de verlenging tot de Heizel, komt nadien. Het project ‘tram 9’ dateert al uit 2003 en is een idee van voormalig CD&V-minister Jos Chabert. Oorspronkelijk zou de tram er al in 2005 geweest zijn. Dat mocht niet zijn. In zijn eerste legislatuur van 2004 tot 2009 kon Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) de forcing niet voeren. In 2013, onder Smets opvolger Brigitte Grouwels (CD&V), kreeg de tram dan een gunstig advies. Wel waren er nog (politieke) moeilijkheden rond een trein-tramhalte op de Tentoonstellingslaan, die werd geschrapt. De aanpalende gemeente Ganshoren was de hele tijd geen minnaar van het plan en trok naar de Raad van State, maar kreeg daar ongelijk. De gemeente Jette was het project grotendeels trouw. Dat is enigszins opmerkelijk, want tram 9 wordt beschouwd als een ‘politiek’ project: een tram voor het Nederlandstalige Universitair Ziekenhuis van Jette ter compensatie voor een metrolijn naar het Franstalige Universitaire zieken-

Elk jaar koopt het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) luchtfoto’s aan om zijn databank met geografische gegevens aan te passen. Overlappende luchtfoto’s worden daarop op elkaar gelegd, waardoor een 3D-model ontstaat, dat op zijn beurt vergeleken wordt met de gegevens die het NGI al heeft van plaatsnamen, rivieren, bossen en gebouwen. Zo wordt duidelijk hoe de werkelijkheid op het terrein is in vergelijking met de werkelijkheid op de kaart. Als het moet, dan past het NGI de gegevens aan. Het NGI is natuurlijk al zo lang bezig met kaarten maken dat het ondertussen over een indrukwekkend archief luchtfoto’s beschikt. Een selectie hiervan vindt u week na week in deze rubriek ‘Uit de lucht gegrepen’ terug. Het gaat steeds om (oude) luchtfoto’s uit een van de negentien Brusselse gemeenten. Vorige week zag u het Roodebeekpark met de kerk van de Heilige familie in Sint-Lambrechts-Woluwe, dat grenst aan de Andromedalaan. Jaar: 1970. Deze week nemen we u mee naar vreedzame sportvelden. Waar zijn we? CD

huis Erasmus. Ook de MIVB zou naar verluidt geen voorstander zijn van de tram omdat die volgens projecties niet bijster veel reizigers zou vervoeren, terwijl dat toch de prioriteit is. Volgens huidig minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) en Jets burgemeester Hervé Doyen (CDH) zal de tram de levenskwaliteit in de stad alleszins verbeteren. “De hele gemeenteraad staat dan ook achter dit project,” zegt Doyen. “We hebben simpelweg een tram nodig tussen de Heizel en Simonis, die langs het ziekenhuis rijdt en die ook de markt van Jette bedient.” Volgens Pascal Smet moet de bevolking betrokken worden in de aanleg van het project, nodig om protest van Jetse handelaars tegen te gaan. “We moeten er een evenement van maken zodat mensen aan het idee wennen.” Er komt dan ook een website (www.tram9. brussels) waarop iedereen de werkzaamheden kan volgen. De kostprijs wordt begroot op 66,5 miljoen CD euro.

© MOBIEL BRUSSEL

UIT DE LUCHT GEGREPEN

Twaalf jaar nadat het plan voor het eerst geopperd werd, krijgt het UZBrussel een sneltram. De werkzaamheden beginnen deze zomer.

© MOBIEL BRUSSEL

‘Het moet een evenement worden’

Jette > Gemeente en OCMW richten vzw Voedselhulp op

Sociale kruidenier tegen eind 2015 Na enkele andere Brusselse gemeenten, wil ook Jette met een sociale kruidenier beginnen. Eind april richtten de gemeente en het OCMW van Jette, samen met enkele sociale verenigingen, de vzw Voedselhulp op. Bedoeling is om voedselverspilling tegen te gaan en om contacten te leggen met supermarkten, lokale handelaars en ook met de zondagse marktkramers die allen met overschotten zitten. Die onverkochte etenswaren zouden gebruikt kunnen worden door de twee sociale restaurants van de gemeente en door de Jetse vereniging die voedselpakketten uitdeelt aan mensen in nood. Een deel zou ook kunnen gaan naar de sociale kruidenier die de nieuwe vzw tegen het eind van het jaar wil oprichten. Een sociale kruidenier is een kleine supermarkt die de goederen tegen

een sterk verminderde prijs aanbiedt aan behoeftigen. “Het verschil met voedselpakketten is dat de mensen er toch voor betalen. Zo laat je mensen meer in hun waarde,” zegt de Jetse schepen van Sociale Zaken Claire Vandevivere (LBJ). De vereniging heeft al een lokaal op het oog voor de sociale kruidenier. “Daar zou ook plaats zijn voor een ontmoetingsruimte waar les zou gegeven worden over budgetbeheer en gezond keuken,” zegt Vandevivere. De komende maanden zal de nieuwe vzw hard op zoek gaan naar subsidies. De sociale kruidenier zal immers deels werken met geschonken goederen, maar zal ook goederen moeten aankopen. Vandevivere: “Het is niet zo simpel om met voedseloverschotten te werken. Het Agentschap voor de Voedselveiligheid is heel streng.” Bettina Hubo

De eerste fase van de werken aan tram 9 moet in 2018 afgerond zijn.

Elsene > Meer grijze zones

Elsene verandert parkeerplan Een groot deel van de gemeente Elsene verandert van een blauwe parkeerzone in een grijze zone. Dat betekent dat er tot 20.30 uur moet betaald worden. Alle straten tussen de as Lesbroussart-Flagey-Malibran en de Kleine Ring, de aanpalende straten van het ziekenhuis, de Vleurgatsesteenweg, de omgeving van de begraafplaats tot de generaal Jacqueslaan en de straten rond het Kasteleinsplein zijn vanaf nu betalend. Dat betekent dat u vanaf nu van 09.00 tot 20.30 uur zal moeten betalen voor een parkeerplaats,

tenzij u een (betalende) bewoners- of bezoekerskaart heeft. Een bewonerskaart wordt bij de gemeente aangevraagd (maximaal twee per gezin, 15 euro voor één, 50 euro voor de tweede. Meer info op parkeren. elsene.be of op 02-643.59:81). Een bezoekerskaarten kan verkregen worden bij parkinguitbater VINCI park. (www.vincipark.be of 02-647.79.49). Met een bezoekerskaart kan u maximaal voor 100 euro 20 dagen parkeren in blauwe en grijze zones. In de blauwe zones kan u wel nog twee uur gratis parkeren met een CD parkeerschijf.


BDW 1473 PAGINA 14 - DONDERDAG 7 MEI 2015

BDWOPINIE “Ook de bewoners, waarbij kinderen en jongeren, moeten betrokken worden in de ontwikkelingen van de wijk”

© SASKIA VANDERSTICHELE

De medewerkers van stadslabo JES vzw hopen dat er geen hekken geplaatst worden aan het nieuwe park van Thurn & Taxis aan de kant van Pannenhuis.

Stedenbouw > JES vzw heeft bedenkingen bij site Thurn & Taxis - Sainctelette

Het dertiende werk van de Brusselse regering BRUSSEL – Er beweegt wat tussen Sainctelette en Thurn & Taxis. Kunnen we daar alleen maar tevreden mee zijn, vragen Patrick Manghelinckx, Caroline Claus en Liselotte Vanheukelom van JES stadslabo zich af. Het potentieel van braakliggende sites, leegstaande fabrieksruimtes en verwaarloosde pleintjes in de omgeving van het kanaal wordt steeds meer aangegrepen voor een nieuwe vorm van stedelijke ontwikkeling (BDW 1470, p.8-9). Tijdelijk gebruik op initiatief van bewoners, organisaties of overheden bepaalt in toenemende mate het landschap van de Brusselse kanaalzone.

Twaalf werven Wat ons betreft, is het tijdelijk gebruik zowel een hefboom als een megafoon. De hefboom probeert de wijk en de ruimte te verbeteren voor haar bewoners en gebruikers. De megafoon dient om een debat over

diezelfde ruimte te versterken, en indien nodig te vervormen. JES vzw is al een aantal jaren actief in de omgeving van Thurn & Taxis. Begonnen met een bouwspeelplaats op de site zelf, vervolgens een project van sociale participatie met kinderen en tieners bij de heraanleg van een berucht pleintje in de nabijgelegen Maritiemwijk, zijn we nu actief in de wijk met een geïntegreerde jeugdwerking. De uitvalsbasis is de Parckfarm Thurn & Taxis en de nieuwe sportzaal op het Sint-Remyplein, de actieradius reikt van Ribeaucourt via Belgica tot Bockstael, het werkingsgebied zijn de pleinen, de straten en de parken, het groene netwerk in ontwikkeling.

Op het terrein ondersteunen de JESmedewerkers jongeren in hun deelname aan de bestaande en nieuwe sociale netwerken en praktijken zonder hierbij de noden van lokale jeugd uit het oog te verliezen. Ze zijn actief in een dichtbevolkte wijk met hoge armoedecijfers, tot voor kort nauwelijks mooie en bruikbare openbare ruimte, en te weinig voorzieningen en faciliteiten. Een jeugdwerker begeleidt jonge vrijwilligers uit de wijk in activiteiten met kinderen en tieners en zorgt voor activiteiten met partners in het sportzaaltje. Een straathoekwerker begeleidt 70 jongeren in hun zoektocht naar opleiding, onderwijs of werk, met resultaat. Een jeugdwerkster werkt aan de verbinding tussen lokale en bovenlokale projecten, brengt jongeren in contact met een groeiend netwerk van organisaties en verenigingen actief

in de omgeving en ondersteunt hen bij inspraakprojecten en praktijken rond stedelijk burgerschap bij de totstandkoming van nieuwe openbare ruimte in hun buurt. De XII werken van de Brusselse regering, de twaalf werven die recent overzichtelijk in kaart werden gebracht, getuigen van de verhoogde aandacht én concrete plannen om dit deel van de kanaalzone nieuw leven in te blazen. Nieuwe woningen op Thurn & Taxis, in de Citroën-garage en een postgebouw, een nieuw park langs het kanaal en op de Thurn & Taxi-site, enzovoort, zijn noodzakelijke ingrepen.

Mede-eigenaar Toch stellen we ons een aantal vragen en bedenkingen. 1. Wat zal de impact zijn van deze werven op de wijk en haar bewoners? In welke mate zullen kinderen en jongeren mee kunnen genieten

van de veranderingen die zullen plaatsvinden? Of riskeren zij slachtoffer te worden van een upgrade van de Maritiemwijk en zullen zij moeten wijken? Anders gezegd: hoe kan de verhoging van de leefbaarheid van de wijk verzoend worden met een verbeterd perspectief voor de huidige jonge en oude bewoners? In dit kader zal het onder andere belangrijk zijn hoe het nieuwe park op Thurn & Taxis zich zal verhouden tot de wijk. Zal het park open zijn langs de kant van Pannenhuis, of wordt er toch een hek geplaatst om de toegang af te schermen? 2. Er zal meer moeten gebeuren voor de (jonge) wijkbewoners. Naast de investering, privaat en publiek, in de hardware in en rond de Maritiemwijk, zal er meer en duurzaam moeten geïnvesteerd worden in de software. Om jongeren (en ouderen) mee te nemen in de opwaardering, is er nood aan jeugdwerk en sociaal werk, zullen de schoolresultaten van de kinderen en jongeren moeten verbeteren en zullen jongeren meer mogelijkheden moeten krijgen om een job te vinden. Het zijn maar enkele illustraties, en bijlange niet de enige, van wat er dient te gebeuren. 3. In de ontwikkeling van dit stuk kanaalzone komen Gewest en gemeente(n) elkaar tegen. Fundamenteel zullen zij dit proces samen moeten realiseren, waarbij we hopen dat alle overheden voldoende transparant met elkaar en met de bevolking communiceren. En misschien ligt daarin een laatste uitdaging: het (her)opstarten van een dialoog met de bewoners, waaronder ook kinderen en jongeren. Opdat ook deze laatste mee betrokken worden in de ontwikkelingen van hun wijk, zodat ze mede-eigenaar worden niet alleen van hun eigen levenstraject, maar ook van hun wijk en de stad. Zou dit laatste geen mooi dertiende werk van de Brusselse regering kunnen worden? Patrick Manghelinckx (directeur), Caroline Claus en Liselotte Vanheukelom JES vzw


BDW 1473 PAGINA 15 - DONDERDAG 7 MEI 2015

Leefmilieu > Milieuverenigingen trekken aan de alarmbel

Milieueducatie: een privilege van gegoede mensen? BRUSSEL – Onze samenleving wordt meer en meer geconfronteerd met steeds grotere milieu-uitdagingen, maar tegelijk worden milieuverenigingen op een brutale manier verzwakt, schrijven zeventien Brusselse milieuverenigingen. Ze roepen minister van Leefmilieu Céline Freumault (CDH) op om een rondetafelconferentie te organiseren over haar milieupolitiek. Het Brussels Gewest kent een actief verenigingsleven, zeker inzake milieu, in diverse deelwerkingen ervan, zoals voeding, energieverbruik, waterbeheer, natuurbescherming, luchtkwaliteit en stadsecologie. Deze verenigingen spelen daarbij een informerende, sensibiliserende, verbindende en opvoedende rol. Bovendien zijn ze een pionier om van Brussel een stad te maken met een ambitieus en innovatief milieuproject voor al haar inwoners. Maar sinds het begin van deze lente trekken donkere wolken samen boven de milieuverenigingen. Céline Fremault, de nieuwe minister van Leefmilieu, wil de subsidies met 15 tot zelfs 50 procent verminderen. Onze samenleving wordt meer en meer geconfronteerd met steeds grotere milieu-uitdagingen, maar tegelijk worden milieuverenigingen op een brutale manier verzwakt. Natuurlijk speelt het alge-

“Veel verenigingen waren eind april nog niet op de hoogte van de financiering voor dit lopende jaar” mene besparingscredo een rol, maar hoe ver kan je gaan? De economische crisis dateert ook niet van vandaag. Dit weerhield de vorige regering er nochtans niet van om een ordonnantie uit te voeren die Brusselse verenigingen erkent in hun werking om het stedelijk leefmilieu te verbeteren, en ze zo een meerjarenfinanciering toe te kennen. Dit was een belangrijke stap vooruit: een basissubsidie voor 5 jaar, en de mogelijkheid om ook projecten op langere termijn op te zetten. Maar regeringen wisselen en wat de ene besliste wordt door de volgende niet weerhouden. De nieuwe minister van Leefmilieu wil het subsidiesysteem evalueren en legt de

erkende milieuverenigingen alvast een overgangsjaar op met verminderde subsidies. De recent verworven stabiliteit staat meteen weer op de helling: jaarlijks toegekende subsidies lijken weer de norm te worden. Momenteel worden de verenigingen mondjesmaat geïnformeerd. Eind april zijn nog altijd een heel deel niet op de hoogte van een financiering voor dit lopende jaar! Ieder kan zich voorstellen hoe moeilijk werken dit is, veel personeelsleden weten niet eens of ze aan boord kunnen blijven de volgende maanden. Op verschillende plekken zijn ontslagen al bezig of worden mensen die vertrekken niet vervangen. Ten opzichte van de budgettaire tekorten zien meerdere verenigingen zich ook verplicht om een aantal van hun activiteiten terug te schroeven of betalend te maken (animaties, vormingen, publicaties, …): wordt milieueducatie zo een privilege van de beter gegoeden?

Vermarkting De getroffen verenigingen groeperen zich om samen te reageren via overleg- en actieplatformen. Maar als de trend van projectsubsidiëring of oproepen via de markt zich doorzet, wordt de concurrentie tussen verenigingen onderling verscherpt net zoals op de privé-

markt. Net nu velen zich ongerust maken over deze toenemende privatisering en het vermarkten van dienstverlening, worden verenigingen meer en meer in het nauw van de marktlogica gedreven. Binnen dezelfde tendens riskeren nieuwe financieringsmethodes zoals crowdfunding ook misbruikt te worden: ze komen goed van pas ze als excuus voor politici om de subsidiering van het verenigingsleven af te bouwen. Vandaag roepen de milieuverenigingen de minister op om transparant de dialoog aan te gaan: we vragen een rondetafelconferentie te organiseren over haar milieupolitiek en waar die naartoe wil, de rol van het verenigingsleven daarbij en de budgettaire beperkingen, en dit voordat definitieve beslissingen genomen worden. Apis Bruoc Sella, Bral, Association 21, Coren, Staten Generaal van het Water in Brussel, Inter-Environnement Bruxelles, La Foire au Savoir Faire, La Ferme Nos Pilifs, Le Début des Haricots, Natagora, Periferia, Rencontre des Continents, Tournesol-Zonnebloem, Fédération Des Services Sociaux, RABAD, Réseau Idée, Worms.

© Wen-Chi Su

PROTEST flits h

Weg met de strakke patronen rond gender. Dat is de boodschap van de campagne All Genders Welcome van het Brussels Gewest. Onder meer de politiezone Brussel-Elsene, de Grondregie en de cel Gelijke Kansen van de Stad Brussel, de gemeentes Schaarbeek en Elsene doen mee. Met foto’s van elkaar omhelzende politieagenten, hand in hand lopende gemeentearbeiders of trouwende transgenderkoppels maken ze duidelijk dat alle genders welkom zijn. Zo maken ze een vuist tegen homo-, lesbo- en transfoob geweld in de openbare ruimte. De foto’s zijn van de Brusselse fotograaf Wen-Chi Su. KV


BDW 1473 PAGINA 16 - DONDERDAG 7 MEI 2015

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

© BART DEWAELE

“Dit is een huis, een vaderland.” (uit ‘De oude kroeg’, Jan van Nijlen).

Literatuur > Twee minuten lente met Jan van Nijlen

‘Glinstering in de ogen en monkel om de mond’ UKKEL – Met een steeds nuttelozer station van Kalevoet wordt het tijd dat Jan van Nijlen een standbeeld krijgt of dat er een poëzieprijs naar hem vernoemd wordt. De culturele dienst van Ukkel trekt alvast aan de kar gevuld met leerlingen van het Koninklijk Atheneum met daarvoor gespannen dichter Frank De Crits. Op 12 mei wordt de dauwtrapper en nachtwandelaar herdacht die vijftig jaar geleden in het Molièreziekenhuis overleed. De zitkamer van het rustoord Institut National des Invalides in Ukkel. Een oudere man speelt op de piano de Mondscheinsonate (Maanlichtsonate) van Beethoven voor zijn bejaarde ouders die in een rolstoel zitten. Het tafereel doet de opgetrommelde pubers verstommen.

Ook het oor van Jan van Nijlen (1884-1965) richtte zich naar het gezang van het pianospel in een duistere straat en de schrille toon van de harmonicaspeler. Ook naar de merel die misschien nog een verborgen geluk belooft. Na een nachtelijke wandeling schrijft Van Nij-

len over dit ‘Krankzinnigengesticht bij maanlicht’: “Nooit heeft de maan een woning zo belicht,/nooit was de mooglijkheid van avonturen/ zozeer nabij. Het duurt slechts enkele uren,/dan gaat de waaier van het wonder dicht.” Hoewel hij aan reuma leed die hem belette te stappen

HET STATION VAN CAL

EVOET

Langs de sporen van het kleine station van Calev oet, is er enorm veel volk, ik ben het beu om te wach ten, ik heb pijn aan mijn voet, het begin te regenen, ik kan de druppels voele n op mijn gelaat van de grijsachtige wolk . De trein komt eraan zeer vlug, ik kan de wind voelen in mijn rug, ik stap op de trein met mijn voet nog vol pijn, op weg naar de mijn op zoek naar goud. Alex Wajnsztok


BDW 1473 PAGINA 17 - DONDERDAG 7 MEI 2015

want hun ziekte wordt sterker dan hen/volgende week moet ik er niet meer gaan/want de dood is onder de deur gekropen/Klaar.”

als een fatsoenlijk schepsel Gods, kon hij niet tussen vier muren blijven: “Wil ik iets vinden, wil ik iets ontwijken,/vlucht ik berusting, zoek ik avontuur?” Hoe kan je Van Nijlen beter eren dan met een wandeling?

Tekenaar van Ukkel

Wennen aan mijzelven “Jan van Nijlen schreef... wándelde in Ukkel,” zo typeert De Crits de dichter bij zijn “slachtoffers” - hij weet hoe hij 17- en 18-jarigen moet aanspreken. De Franstalige en perfect tweetalige cultuurbeleidscoördinator Céline Jacquet is méé. We zijn gestopt aan de begraafplaats aan de Dieweg. Zelf werd Van Nijlen begraven op de gemeentelijke begraafplaats in Verrewinkel waar zijn graf al na zeven jaar werd geruimd. “Van Nijlen had de verhuisziekte,” zegt De Crits. “Afkomstig van Antwerpen, woonde hij tijdens de Eerste Wereldoorlog met zijn vrouw Griet in Den Haag en daarna met hun kinderen Charles en Sophie in verschillende appartementen in Vorst en Ukkel (Berkendaalstraat, Zodiakstraat, Rodenbachstraat, Alsembergsesteenweg, Dekenijstraat, Decrolylaan, Coghenlaan). Hij had zich als taalambtenaar bij het ministerie van Justitie opgewerkt tot directeur.” Daar, in zijn pompeuze kantoor op het Poelaertplein tegenover het Justitiepaleis, kreeg auteur Pierre H. Dubois bij het binnenkomen altijd de indruk dat Van Nijlen nog vlug een boek of een bladzijde van een manuscript of in een lade sloot. Het zou best kunnen, getuige deze verzen: “Het is niet waar dat ik mijn jeugd verloor,/dat ik mijn nederlagen moest bekennen,/en sedert jaren, op een staatskantoor,/ moet ik nog altijd aan mijzelven wennen.” “Hij evolueerde van een gewone vertaler naar een groot vertaler, van Franse literatuur. Daarnaast schreef hij ook journalistieke stukken en mocht hij met zijn mooie handschrift de geboorteakte van prins Boudewijn kalligraferen. Hij schreef een vierhonderdtal gedichten en daaruit blijkt dat hij ook een groot natuurkenner was, ik ken alleen tulpen,” zegt De Crits. Maar de gele of ivoren nenufaar, de fluwelen violier of het pampagras voeren Van Nijlen terug naar zijn jeugd. De reseda, een plant, waaraan Van Nijlen een gedicht wijdt, ontroert hem meer dan een Hokusai, meer dan een Vermeer, meer zelfs dan de vlammendste Vincent. Van de begraafplaats gaat het met de jongeren naar de kroeg, net zoals in Van Nijlens gedicht Dodendag te Kalevoet, waar de dichter de begankenis beschrijft vooraleer in te zoomen op die ene figuur in een kleine kroeg, die zijn wanhoop voelt rijpen. Natuurlijk is dat Au Vieux Spijtigen Duivel aan de Alsembergsesteenweg waar De oude kroeg over gaat. Hij noemt ze een huis, een vaderland. In een ander cafégedicht is hij verbaasd waarom niet één kroeg ‘In de Eenzaamheid’ heet, want dat typeert de mens toch tot en met zijn dood. De Crits schetst ons het beeld van de stamgast: “Hij dronk zijn geuze en kon er, ook in gezelschap, twee uur zitten zonder te converseren, met alleen een glinstering in zijn ogen en een monkel om de mond.” In zijn biografie over Van Nijlen schrijft Stefan Van den Bossche dat de ruime middagpauze bij Justitie het cafébezoek zeker niet ontmoedigde. In Zelfportret plaatst hij zich achter zijn glaasje bier, zijn dorst vergelijkbaar met zijn droomzucht. “Had zijn vele verhuizen ook te maken met zijn slechte afdronk?” vraagt De Crits zich af. Immers: “De dichter, hij, gaat naar zijn bed/op ongeregelde uren;/ hij wordt soms uit zijn huis gezet,/ tot schande voor de buren.”

Elke tijd zijn Van Nijlens “Het moet een knorrig man geweest zijn, maar hij had dan ook zijn zoon verloren in het concentratiekamp van Ellrich. Hij heeft er de prachtigste Strofen voor een dode over geschreven.” Achteraf leerden de leerlingen zelf gedichten

“Reeds deze morgen wist ik mij bezeten,/is het de lente, of ligt de schuld aan mij?” (uit ‘De eenzame’, Jan van Nijlen)

Dichter Frank De Crits weet hoe hij 17- en 18-jarigen moet aanspreken.

schrijven. Er zijn postkaartjes van gemaakt met expressieve tekeningen van Pieter Fannes die bijvoorbeeld het stationnetje van Kalevoet laat krullen van de zinnen. “Sommige leerlingen hielden later nog eens halt als ze een van de bezochte plaatsen passeerden. Dat is ook al mooi,” zegt hun zelf nog jonge leraar Glenn De Saedeleer, enthousiast genoeg om hen ook Gezelle bij te brengen, al hoeft dat niet meer van hogerhand. “De gedichten vertalen ze ook naar het Frans, zo kan Van Nijlen door meer mensen ontdekt worden. Taal is een middel, het is de poëzie waar het om gaat.” Die is bij de jongeren soms fel, maar ook kwetsbaar: “had jij mij maar niet gekozen/ dan zou er niemand mij moeten troosten/dat is zo debiel/maar zonder jou ben ik onstabiel.” (MRZ) Enkele typische Van Nijlen-plekken worden

© BART DEWAELE

© AN DEVROE

opgeëist: het station van Kalevoet is een poort naar het onbekende en de Dieweg herbergt verdriet maar ook rust. In een lang, indringend gedicht beschrijft Jouhara Issaoui een geloofscrisis: “Kies voor geloof/En/Je wordt niet geloofd,/Maar kies voor niet geloven/En/ Je wordt van je dromen beroofd.” We vroegen het ons af, maar de pianoscène inspireerde wel degelijk: “Rusthuis is geschreven door iemand die goed is met taal, maar helemaal niet graag in de schijnwerpers staat,” zegt leraar Glenn over een anoniem gedicht. Elke tijd kweekt zijn eigen Jan van Nijlens: “Elke week neem ik dezelfde weg naar die plaats/waar de dood voor de deur staat/ elke week speel ik dezelfde melodie/en elke vinger die op de noten slaat/is voor mijn ouders/ Moonlight Sonata van Beethoven,/dat heb ik voor hen gekozen/maar ze vergeten het altijd/

“Nul resultaten voor de zoekopdracht” verschijnt er als je op de gemeentelijke site van Ukkel zoekt naar Jan van Nijlen. Bovenop zijn schamele uitvaart in 1965, een achterafpad dat naar hem werd vernoemd maar er al twintig jaar niet uitziet, en een gedenkplaat aan het station van Kalevoet die gestolen werd. Misschien kan de geveltoerist het terughangen tegen Van Nijlens sterfdatum op 14 augustus? Van Nijlen leefde hier nochtans bijna een halve eeuw: “’k Ken iedre woning hier, in elke straat,/ik weet hoever de schaduw van de gevels/in zomerdagen op de keien staat,/en welke lichten kwijnen in de nevels.” Zijn fans brengen hem al langer eer. Zo verzamelde De Crits eerbetuigingen, zong Dirk van Esbroeck Het nutteloos station van Calevoet, hangt dankzij een actie van Brigitte Raskin Bericht aan de reizigers in het Station Antwerpen-Centraal en leest Chris Lomme gedichten op een luister-cd. “Van Nijlen zelf schuwde het feestgedruis,” zegt zijn biograaf Stefan Van den Bossche: “een trekje dat hij gemeen had met Willem Elsschot, zijn boezemvriend. Ook om uit te geven had je een Ary Delen of een Jan Greshoff nodig die aan zijn mouw trok. De mooiste herdenking blijft toch een wandeling langs verschillende locaties. Of nog: een Jan van Nijlen poëziewedstrijd. Eigenlijk zou Ukkel best wel een standbeeld voor hem mogen oprichten. Hij was tenslotte een tekenaar van Ukkel in het toen nog groene Brussel. Hij is een van onze belangrijkste dichters.” Dat vond ook Maurice Carême die hem in 1980 tot de Vlaamse sterren van de poëzie rekende naast Gezelle, Van de Woestijne en Van Ostaijen en enkele gedichten vertaalde: “Ne montez pas en train sans rêves dans votre valise;/vous trouverez partout chambres à votre guise.” “Had Van Nijlen in het Frans geschreven, hij was nu uitgegeven in de prestigieuze Pléiadereeks,” zegt Geert van Istendael, die op 12 mei een liefdesbrief zal brengen: “Maar hij koos het Nederlands, een voortreffelijk Nederlands overigens. Het is geen toeval dat Verzamelde gedichten in 1964 werd uitgegeven door Geert van Oorschot, een van de beste poëzie-uitgevers in ons taalgebied van Ukkel tot Groningen. Ukkel en Vorst plus het Justitiepaleis zouden mogen volhangen met zijn gedichten, geverfd op muren, zoals oude reclame of striphelden.” Dat vindt ook een resolute Brigitte Raskin: “Van Nijlen omarmen als stadsdichter van heel Brussel, Sven Gatz?” Naargelang het gemoed van de lezer vallen het zwaarmoedige óf de lichte toetsen op in zijn gedichten. Het geluk lijkt altijd elders te liggen, in het verleden, of onbereikbaar achter een of ander venster. Maar je ziet hem ook weifelen, expliciet zelfs in Dialoog in de lente, tussen de pessimist en de optimist. De laatste kan zelfs in de koude stenen nog iets zien trillen van liefde en goedheid. Maar Twee minuten lente over het plotse ontwaken van de lente eindigt met: “ik heb dit jaar mijn deel/aan zuiverheid en jeugd gehad,/maar twee minuten is niet veel.” Van Nijlen besefte dat de populier in de stadstuin hem zou overleven en dan zal hij “het lied dat de dood in mij brak/nog voortzingen over de stad”. De leerlingen van het KA Ukkel zetten de toon. An Devroe Op 12 mei om 18u Jan van Nijlen-avond in het KA Ukkel, Nekkersgatlaan 17, 1180 Ukkel met Geert van Istendael, François Beukelaers, Frank De Crits, leerlingen van het KA, Emballage Kado en bier, info 02348.67.87 of 0493-19.56.87


BDW 1473 PAGINA 18 - DONDERDAG 7 MEI 2015

Fotografie > Fotoclub Sint-Agatha-Berchem viert jubileum met Fotocircuit

Fotoclub blaast 50 kaarsjes uit © DRIES GEYSKENS

SINT-AGATHA-BERCHEM – In mei 1965, 50 jaar geleden, werd Fotoclub Sint-AgathaBerchem opgericht. Om dat te vieren komt er een fototentoonstelling in de vorm van een circuit.

Op 8 mei wordt het fotocircuit officieel geopend door Sven Gatz en Schepen van Cultuur Vanden Bremt in CC Oude Kerk. De tentoonstelling zelf vindt plaats op zaterdag 9 en zondag 10 mei rond het Kerkplein. Voor die

“We komen al jarenlang elke maandag samen om elkaars foto’s te bekijken en om feedback te geven” Voorzitter Dries Geyskens: “Elke club zendt zes foto’s in, er zijn geen vaste criteria of thema’s.” gelegenheid zijn drie locaties vrijgemaakt. De kleurfototentoonstelling is te bezichtigen in CC Oude Kerk, de zwart-wittentoonstelling in CC Le Fourquet en in het gemeenschapscentrum De Kroon zullen nog 130 foto’s van Vlaams-Brabantse clubs te zien zijn.

Driedaagse “De tentoongestelde foto’s komen

dus niet alleen van ons, maar ook van andere fotoclubs uit Brussel en Vlaams-Brabant” vertelt Dries Geyskens, al dertig jaar voorzitter van de fotoclub. Geyskens telt zo’n 24 deelnemende clubs. “Om te zien wat er leeft binnen Vlaams-Brabant en Brussel hebben we naar al die clubs een uitnodiging gestuurd om deel te nemen, Elke club zendt zes

foto’s in. Er zijn geen vaste criteria of thema’s.”

Financiering Tijdens de tentoonstelling zal in elke zaal iemand van de club aanwezig zijn om bezoekers bijkomende informatie te geven over de foto’s. De jaarlijkse Provinciale Foto Driedaagse van Vlaams-Brabant zal hier

we een van de enige Nederlandstalige fotoclubs in het Gewest.” De financiering van het evenement is grotendeels voor de rekening van de club zelf, maar de Vlaamse Gemeenschapscommissie en ook de gemeente Sint-Agatha-Berchem zouden voor een deel tussenkomen.

eveneens plaatsvinden. Dat de Fotoclub al een halve eeuw bestaat heeft volgens Geyskens meerdere redenen. “Onze fotoclub heeft een stabiel aantal leden en is de grootste fotoclub in Brussel. We komen ook al jaren elke maandag samen om elkaars foto’s te bekijken en feedback te geven. Daarnaast zijn

Jilan Berroho

Cultuur > Baby’s in het museum

‘Ouders willen praten over hun problemen’

Voor de derde keer organiseert kunstcentrum Wiels uit Vorst May Baby. Gedurende drie lenteweekends zorgen zij voor artistieke workshops voor baby’tjes van zes maanden tot twee jaar oud. Terwijl de baby’s op ontdekking gaan met verf, geluid en allerlei voorwerpen in bepaalde kleuren en vormen, kunnen ouders elkaar ontmoeten. “De vraag naar evenementen voor baby’s heel groot,” zegt Frédérique Versaen, publieksbemiddelaar. “Het

was meteen bij de eerste editie een gigantisch succes. Ik denk dat dit te maken heeft met de kleine appartementen in Brussel. Daarnaast zoeken ouders ook altijd andere ouders. Het is misschien een taboe, maar kinderen krijgen brengt veel moeilijkheden met zich mee en ouders willen daar met elkaar over praten.”

© NAAM FOTOGRAAF

VORST/JETTE – Baby’s zijn niet meteen het doelpubliek waar musea zich gewoonlijk tot richten. Maar is daar nood aan? May Baby en Baby-Boum zijn twee evenementen die hierop inspelen en de deuren openen om deze kleine mensjes te vermaken.

Kleinschalig Ook Atelier 34zero Muzeum uit Jette komt met een initiatief dat zich op de allerkleinsten richt: Baby-Boum. Elke zaterdag wordt een museumzaal ingericht als veilige speelzaal zodat de baby’s kunnen spelen terwijl de ouders met elkaar praten. “Ik kreeg het idee omdat ik zelf moeder ben geworden van een tweeling,” aldus Maren Dubnick, die zelf kunstenares is. “Ik hoop

Bij May Baby oefenen baby’s hun zintuiglijke oriëntatie. vooral op gemotiveerde ouders die zelf in de artistieke sector zitten en op termijn zouden willen meehelpen

met kleine workshops in te richten voor de baby’s.” Momenteel denkt Dubnick het evenement kleinschalig

te houden, met een maximum van acht baby’s. Bij May baby verwachten ze een grotere opkomst: “Met een maximum van vijftien baby’s per workshop en 72 workshops in totaal, verwachten we 1.080 baby’s, en daar zijn de ouders nog niet eens bij gerekend.” Margo Claeys May Baby vindt plaats in Wiels (Van Volxemlaan 354, 1190 Vorst) op 23/5, 24/5, 30/5, 31/5, 6/6 en 7/6 van 10 tot 11u30, 14 tot 15u30 en 16 tot 17u30. Voor baby’s van 6 tot 24 maanden oud. Toegangsprijs 4 euro per persoon. De vernissage van Baby-Boum vindt plaats in Atelier 34zero (de Rivierendreef 334, 1090 Jette) op 9/5 om 15u. Voor baby’s van 6 tot 18 maanden oud. Toegang is gratis.


BDW 1473 PAGINA 19 - DONDERDAG 7 MEI 2015

Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Vrouw met poes in deuropening.

Sardines Sardines met een jaar, zoals ze ook doen met wijn: vintage, zeggen de Britten. Het fenomeen bestaat en is nu in opmars. Blikjes zijn hip.

Jongetje in raamkozijn.

ADVERTENTIE

Sociale Verhuurkantoren (SVK)

Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen

a Gegarandeerde huur elke maand a Verzekerd verhuurbeheer a

Onderhoud van uw woning

a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen

www.fedsvk.be 02 412 72 44

In een Brusselse brasserie stonden ze op de kaart: les sardines millésimées, opgediend met een slaatje. Op de Seafood Expo Global, de jaarlijkse wereldvisbeurs in Brussel, vroegen Belgische importeurs er naar. Wat zijn ze, hoe kan ik eraan komen? Wie verkoopt er? Heel, héél lang geleden had ik er al eens over horen praten onder visspecialisten: er bestaan kerels die blikjes sardines wegsteken in de kelder voor vijftien, twintig jaar en die dan onder vrienden opsmullen als ware het een delicatesse. Het fenomeen situeerde zich toen (jaren 1980) in Portugal. Waarom zouden mensen dat doen? Buiten een zeker voedselrisico – want blikjes zijn niet echt bedoeld voor zo’n extreem lange bewaartijden – is de inhoud steriel en zou die niet moeten evolueren. Er kan uiteraard een reactie optreden tussen de vis, de olie en het metaal van het blik zelf, vooral met het tin waarmee het deksel is dichtgelast. Maar of dat lekker is? We concludeerden dat Portugezen ‘rare jongens’ waren en gingen over tot de orde van de dag. Er moet wel bij worden verteld dat blikjes met sardines in olie al bijna tweehonderd jaar bestaan, 195 om precies te zijn. Nicolas Appert ging toen in Nantes experimenteren met visjes in blik, naar voorbeeld van de conserven in glas die hij tien jaar eerder had uitgevonden. Heel de geschiedenis heeft men zich weinig aangetrokken van bewaartijden. Men ging ervan uit dat een blikje na dertig jaar ook nog goed was en van ‘best before’ data had nog niemand gehoord. De mensen waren minder kieskeurig. Vandaag heeft de voedingsindustrie ons de vervaldatum opgedrongen, om te beginnen omdat ze na een zekere bewaartijd niet meer willen verantwoordelijk gesteld worden voor de kwaliteit van de inhoud – wat fair is – en anderzijds in de hoop dat er door de consument lekker veel wordt weggegooid om nieuw spul te kopen. Oude blikjes waren destijds bijna dagelijkse kost. Maar sinds een jaar of vijftig worden die blikjes

vanbinnen van een laag lak, een ‘coating’, voorzien zodat het onmogelijk is dat er nog reacties optreden tussen de vis en het metaal. Maar tien jaar geleden dook het verhaal weer op, nu – uiteraard – in Parijs, waar trendy boetieks les sardines millésimées gingen verkopen. Eerst doken ze allicht op in achterafkamertjes en kelders, al spoedig gingen de Bretoense inblikkerijen ze speciaal maken. Een hele trend was geboren. Het fenomeen past in een nieuwe aandacht voor specialiteiten in blik en glasconserven. In alle Franse toeristische centra zie je nu kleurige blikjeswinkels. Ook bij ons aan de kust beginnen ze op te duiken. Brussel heeft al twee snackbars met uitsluitend conserven! Sinds de mode van de tapas eten we lekkernijen zo uit het blik omdat ze dat in Spanje ook doen. Blikjes horen er weer helemaal bij. Snobisme of niet? Volgens de liefhebbers is de smaak van oude sardines subtiel rijker, smeuïger, als waren ze geconfijt. Ik weet alvast niet of ik er zou bestellen op restaurant. Maar het idee om voor mezelf enkele blikjes tien jaar weg te steken om er later van te genieten, spreekt mij wel aan. Ik moet toegeven dat ze er in Bretagne hun best voor doen: voor elke jaargang worden grafische artiesten aangezocht om een speciaal blikje te ontwerpen, zelfs meerdere want elke fabriek heeft wel een aantal verschillende bereidingen (met boter, met citroen, met pepers...). En hoe meer design je hebt, hoe meer je verkoopt. Het zijn kunstwerkjes die je kunt verzamelen, er bestaat al een naam voor: la puxisardinophilie. Daarenboven zweren ze daar in Douarnenez en Quiberon bij hoog en bij laag dat ze er alleen de beste vers gevangen sardientjes van kleine, lokale bootjes voor gebruiken, niet van internationale beamtrawlers. ‘Normale’ sardines, die vandaag vooral in Marokko worden ingeblikt, zijn eerst maandenlang bevroren bewaard. De millesiméés worden à l’ancienne

“In alle Franse toeristische centra zie je nu kleurige blikjeswinkels. Ook bij ons aan de kust beginnen ze op te duiken” bereid, ze worden onmiddellijk na de vangst eerst een nacht gezouten, daarna grondig gedroogd, vervolgens gefrituurd, uitgelekt en dan handmatig met verse opgietolie (en eventueel kruiden) verpakt in het blikje, ten slotte nog zo’n veertig minuten gesteriliseerd. De visjes worden ook mooier geschikt in het blik dan gewoonlijk. De kenners raden aan om de blikjes om de zes maanden ondersteboven te keren, want er blijft altijd een beetje lucht in zo’n doosje, en op die manier kan de olie overal aan. Ik trok dus op puxisardinofiele ontdekkingstocht en had wat moeite om er te vinden, maar na even diep nadenken vond ik toch designer sardines in een dure winkel, voor 7,50 euro per doosje van 87 gram vis, netto uitgelekt. Als we de olie erbij rekenen: 115 gram! Ze zijn uitgesproken lekker, echt waar: smeuïg zoals gezegd, en glimmend in hun perfecte olie. Maar dit blikje is gemaakt met visjes die gevangen werden in 2013. Niet echt oud dus. Hoe ze binnen twintig jaar smaken zal ik u niet kunnen vertellen, want tegen dan is de mode zonder twijfel weer over. Ondertussen hangt u ze ingekaderd aan de muur. Maar niet vergeten om ze om de zes maanden om te draaien. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be


BDW 1473 PAGINA 20 - DONDERDAG 7 MEI 2015

ADVERTENTIE

© Thierry Hubin

OP ZOEK NAAR EEN OPLEIDING? ONTDEK SNEL ONS NIEUW AANBOD. Surf naar www.syntrabrussel.be en schrijf je in vanaf 1 mei.

Het Museum voor Natuurwetenschappen schenkt de ‘mens’ een eigen plek.

-10%jv*ing ij b inschri or vo & betaling . 1 juli 2015

Expo > Permanente zaal toont de mens in al zijn facetten

De mens, van fossiel tot levend wezen

rbaar t cumulee rting is nie n en enkel * Deze ko re kortinge van met ande ing rijv ch r ins geldig voo e opleiding. een nieuw

OPENDEURDAG

ZA 09.05.2015 | 10u00 tot 17u00 CAMPUS TOUR & TAXIS | CAMPUS UKKEL

ADVERTENTIE

SPORT & FEEST

T U S S E N V I S M A R K T & DA N S A E R T VA N 1 1 U TOT 1 8 U

O

N

LV

E

EL

D

AG T

ES KI

J E U IT!

JIJ?

E

E

EG

J T,

E GL

A &D RT

re adventu dio

stu

BRU

WE

SS

EL

LK

SP

OR

SP

T, B

EW

E

IN BRUSSEL

k

sti k

ta

cir

fan urban

trophy

t

or

sp

W W W. STADS KR IE B E L S . B E

© Thierry Hubin

BRUSSEL - Spreek niet van voorouders, maar van voorlopers. De nieuwe permanente tentoonstelling in het Museum voor Natuurwetenschappen, de ‘Galerij van de Mens’, legt uit hoe de struik van het mensdom ineen zit. Dat hierbij ook op een multimediale manier geschetst wordt hoe het menselijk lichaam vandaag functioneert, is uniek in Europa.

bivak

mini

-ketj

corn e

r

es

De nieuwe zaal bestaat uit drie delen. In het deel ‘Onze Evolutie’ maak je kennis met de vijfentwintig voorlopers van de mens, van de Sahelanthropus tchadensis die zo’n zeven miljoen jaar geleden op aarde rondwandelde, tot de Homo sapiens, de soort waar wij toe behoren. Yannick Siebens van het Museum voor Natuurwetenschappen benadrukt het woord ‘voorlopers’. “We mogen niet meer spreken van voorouders, maar van voorlopers. We moeten de evolutie van de mens beschouwen als iets grilligs, als een struik vol takken. Sommige takken sterven af, andere lopen gewoon door.” Alle voorlopers zijn vormgegeven als houten poppen. “Die voorstelling is neutraal. Op basis van gevonden fossielen weten we veel over hen, maar nog niet alles,” zegt Siebens. 3D-voorstellingen op tablet helpen zichtbaar te maken hoe ze er mogelijks zouden uitgezien hebben. Ook hun leefomgeving en hun werktuigen komen aan bod. In het gedeelte ‘De Moderne Mens’ kan je ontdekken hoe we ons hebben aangepast aan onze leefomgeving. Welke functies hebben we ontwikkeld, maar ook: welke vaardigheden zijn we onderweg kwijtgespeeld? Onze hersenen zijn gegroeid, maar ons grijpvermogen is er bijvoorbeeld sterk op achteruitgegaan. In het derde luik maak je een duik in ‘Ons lichaam’, van embryo tot volwassene. Ook deze zaal wordt bevolkt met neutrale poppen, waarop het functioneren van onze binnenkant geprojecteerd wordt.

Projecties op levensgrote poppen tonen hoe het menselijk lichaam groeit.

Voortschrijdend inzicht

pers, dan gaan we daar uiteraard op inspelen, zoals we in 2007 ook deden in de zaal van de dino’s. Toen was het inzicht gegroeid dat dino’s meestal op vier in plaats van op twee poten liepen. Dus hebben we de opstelling daarnaar gewijzigd.” De expo over de mens schuwt de voorstelling van de realiteit niet. Animatiefilmpjes tonen bijvoorbeeld onomwonden het voortplantingsproces, en bezoekers kunnen foetussen op sterk water en orgaanplastinaten bestuderen. De tentoonstelling gaat ook over de evolutietheorie, een onderwerp dat nogal wat Brusselse jongeren in vraag stellen, zoals een recente studie van de Koning Boudewijnstichting leerde. “We weten dat er wellicht discussies zullen ontstaan, maar dit is de wetenschap waar wij voor staan. Deze tentoonstelling toont de wetenschappelijke visie van de evolutie van de mens en de inzichten waar we het in de westerse wereld over eens zijn,” aldus Siebens. Kim Verthé

Deze nieuwe zaal is een blijvende tentoonstelling, zoals de Galerij van de Dino’s. “We weten dat de wetenschap voortdurend evolueert. Als men nieuwe fossielen vindt die passen in onze voorstelling van de voorlo-

De nieuwe ‘Galerij van de Mens’ is te bekijken in het Museum voor Natuurwetenschappen vanaf 7 mei. Meer info op www.natuurwetenschappen.be.


BDW 1473 PAGINA 21 - DONDERDAG 7 MEI 2015

Artists in residence Cees Nooteboom in Santiago de Compostela

El camino en el destino

Cees Nooteboom werd in 1933 geboren. Door zijn nieuwsgierigheid en reislust belandde hij op cruciale momenten in de geschiedenis op cruciale plekken. Zo was hij in 1940 al getuige van het Duitse bombardement bij Den Haag, maakte hij in 1956 de Hongaarse opstand in Boedapest mee, schreef hij in 1968 over de Parijse revolte, leidde hij in 1983 Het verdriet van België van Hugo Claus in in Gent, en verbleef hij in 1989 in Berlijn tijdens Die Wende. Maar hij kwam ook op plekken die minder voor de hand liggen. Van Leuven (“Ik sta op het stationsplein van Leuven, en ik heb er niets te zoeken”), over de Ardennen (“Dichterbij kan het vreemde niet geleverd worden”), tot extremen van de aardkloot zoals Spitsbergen en Patagonië (“Op zulke plekken zie je dat de wereld rond is”). Omdat Nooteboom zijn ervaringen ook neerschreef in talloze boeken rekende het

© SIMONE SASSEN

BRUSSEL – Er werd nooit zoveel gereisd als nu, en tegelijk ook nooit zo weinig. We komen tegenwoordig namelijk altijd meteen al aan op onze bestemming. Het echte reizen slaan we over. Voor wie het reizen verleerd is en wil weten hoe het ook alweer ging, is Cees Nooteboom een goede gids.

kwam hij voor het eerst in 1954, nadat hij het jaar tevoren als twintigjarige was beginnen te liften. Hij keek uit naar “al die plaatsen met vreemde namen die niemand ooit heeft bezocht. Als ik aankom zullen ze met brood en wijn aan de grens van het dorp staan”. Toch bleek Spanje na Italië aanvankelijk een teleurstelling. “Onder dezelfde mediterrane zon leek de taal hard, het landschap dor, het leven grof.” Tot Nooteboom tot een dieper inzicht kwam: “het Spaanse karakter en het Spaanse landschap corresponderen met ‘datgene waar ik over ga’. Spanje is bruut, anarchistisch, egocentrisch, wreed, Spanje is bereid zich voor onzin de das om te doen, het is chaotisch, het droomt, het is irrationeel. Het veroverde de wereld en wist er niets mee te doen.”

De omweg Auteur Cees Nooteboom. Amerikaanse tijdschrift Newsweek hem in 2011 tot de tien belangrijkste reisschrijvers van de laatste honderd jaar. Maar binnen de Nooteboomkunde is vooral Spanje uitgegroeid tot een apart vak. Daar

Een schoolvoorbeeld van een boek waarin Nooteboom laat zien wat reizen is, is het boek dat één lange aanloop neemt naar een stad waarvan de essentie niet alleen bij zichzelf als bestemming ligt, maar ook bij de weg – de camino – die er naartoe leidt: Santiago de Compostela, in De omweg naar Santiago uit 1992. In dat boek doorkruist Nooteboom heel Spanje, om het pas op de laatste tien van vier-

honderd pagina’s over Santiago zelf te hebben. Over hoe de gigantische Europese mensenstroom die de stad eeuwenlang op gang bracht, waarschijnlijk gebaseerd is op een fictie: het graf van de apostel Jakobus dat er zou gevonden zijn. En over hoe het geloof in die fictie de pelgrims het harde marmer van het portaal van de kathedraal deed uitslijten met hun vingers. En ook over de talloze andere kerken in de stad, en hun klokken, die allemaal “af en toe iets te vragen of te roepen hebben dat weerkaatst tussen de stenen muren.” En over steen in het algemeen, want: “alle muren zijn van steen, maar toch is het of de binnenstad hier meer van steen is dan ergens anders.” Maar vooral over hoe een stad nooit op zichzelf staat, en ook gedefinieerd wordt door haar verhouding met de omgeving. Bij de muziek van de gaita - de Galicische doedelzak - en een glas pimpelpaarse wijn concludeert Nooteboom dat “alles was zoals het moest zijn, ik wist nu van de oceaan en het land eromheen, ik kon naar de gezichten kijken en de gebaren, en voelde hoe die stad zichzelf was in haar afzijdigheid van de rest van het land.” Michaël Bellon www.brusselnieuws.be/inresidence

v.u. /é.r.: Nik Honinckx, Bergensesteenweg/Chaussée de Mons 145, 1070 Anderlecht

ADVERTENTIE

Nieuw assortiment in ons sociaal economieproject:

Plantenklimrekken • “Een steuntje voor u en een steuntje voor ons” “Wij willen bruggen slaan tussen onze verschillende doelgroepen met onze sociale economie projecten.” De artisanale klimrekken die wij verkopen zijn een product van de transversale en hybride werking van Beeldenstorm binnen het kader van de sociale economie. Beeldenstorm engageert zich reeds 15 jaar in creatieve tewerkstelling voor de Kuregemwijk. Voor meer informatie en bestellingen neem contact op met:

BEELDENSTORM vzw

www.beeldenstorm.be/web/winkel

Bergensesteenweg 145 Chaussée de mons – 1070 Anderlecht 02/523 43 50 • secretariaat@beeldenstorm.be

Met de steun van de

MADE IN CURE

www.beeldenstorm.be

gewapend

beton

GHEM


BDW 1473 PAGINA 22 - DONDERDAG 7 MEI 2015

Paul Sobol: “Ook na zeventig jaar kunnen jongeren nog veel van de oorlog begrijpen.”

© MARC GYSENS

Auschwitz-overlevende Paul Sobol

De hel uit eerste bron NEDER-OVER-HEEMBEEK – Vrijdag 8 mei vindt in het concentratie- en uitroeiingskamp Birkenau (Polen) een internationale herdenkingsdag plaats. Na 26 uur treinrit kwam gisteren de ‘Trein der 1.000’ aan, vol jongeren. Ook levende getuige en voordrachthouder Paul Sobol uit Heembeek reisde mee. BDW zocht hem op voor zijn afreis en had het over méér dan zijn terreurgetuigenis als Auschwitz- en Dachauoverlevende. Want de grijsaard straalt ook licht voor de toekomst uit. Waar putte de publiciteitsman zijn levenskracht uit?

P

aul Sobol (1926) doet continu zijn onmenselijke jeugdervaring uit de doeken als vrijwilliger van de Auschwitz Stichting. Dat doet hij (pas) sinds 1987, na een leven van zwijgen over de gruwel. Net als in het pedagogisch boek Je me souviens d’Auschwitz (Racine, 2010) deelt hij zijn jeugdervaring vooral met leerlingen en studenten, in filmisch heldere bewoordingen. “Ik was een doodgewone Brusselse jongen. Mijn vader was leerlooier van bontvellen. Als veertienjarige, in 1940, zou ik bontbewerker worden, had hij beslist. Daarvoor stuurde hij me op leerschool naar ateliers van zijn chique

klanten: winkels op de Louizalaan en Elsensesteenweg en in de Hoog- en Blaesstraat. Maar ik hield dat geen jaar vol; ik wou in het verzet in Engeland, en vliegenier worden als ik zestien was. Daarvoor mocht ik mechaniek studeren aan Arts & Métiers. Toen ons gezin van vijf – ik was de oudste – zich in 1942 moest verbergen in drie kamertjes in de Jean Van Volxemstraat (Elsene) had ik maar één vriendengroep. Onder mijn schuilnaam Robert ‘Paul-Bob’ Sax ging ik alle dagen turnen en sporten in de Saint-Sauveur (sportcentrum afgebroken nabij de Nieuwstraat, red.). Ingeschreven als junior deed ik er aan ijshockey (op

de ijspiste) en waterpolo (in het bovenliggende zwembad). Helemaal boven was de gymzaal. Op zondag ontspande ik me met ijsschaatsen met katholieke leeftijdsgenoten. Zelf waren we geen praktiserende joden.” “Daar had ik Nelly leren kennen, we waren verliefd en braaf, très fleur bleu. Toen ons gezin op 13 juni 1944 – ik was toen achttien – in het holst van de nacht uit bed werd gehaald en naar Mechelen werd afgevoerd, begreep ik niets van die oorlog. Op mijn verjaardag, 26 juni, krijg ik in de Dossinkazerne een colis van Nelly. Met fruit en cake en onderaan in de doos verstopt: haar fotootje. Die beeltenis vastgeklemd in mijn hand, zelfs toen ik naakt rondliep in de kampen, heeft me al die gruwel jaren overeind gehouden. Mijn toekomst zou bij haar zijn, hoopte ik al bij ons transport met de laatste wagon uit Mechelen richting Birkenau.“ Sobol vertelt honderduit over de ontreddering, vernedering en dood in de kampen. Van het voortdrijven van ‘kuddes’ mensen en het Quarantaine-blok in Auschwitz (Sobol is een van de laatste overlevenden van die Kazerne 1 in Auschwitz, red.). Van de regelmaat waarmee al

zijn haren van het lichaam werden geschoren. Van het verdwijnen van zijn moeder en zus (de enige die net als hem de kampen overleefde) en zijn jongste broertje. “Het was de nazi’s duidelijk te doen om ons allen uit te roeien. Wij waren Untermenschen, liet men verstaan, slaven die als wisselstukken elkaar opvolgden in een werksysteem. Ik moest alsmaar mijn nieuwe roepnaam B3635 in het Duits aframmelen.” Tot zijn laatste hel in de sneeuw in januari 1945 van Gross-Rosen richting Dachau. “Als sardienen met een honderdtal in één goederenwagon ging de deur na zeven dagen open. Er stapten een twintigtal overlevenden uit. Over wat daar binnen is gebeurd, heb ik het nooit: mensonterend.”

Nelly “Toen ik uit een zoveelste treintransport kon vluchten, strandde ik bij Franse krijgsgevangen en werd met hen bevrijd door de Amerikanen. Terug in Brussel huurde ik een mansardekamertje, tegenover Librairie Vandepaer van Nelly’s ouders. Daar ik wat kon schilderen, bood ik me aan bij de directeur van de Academie des Beaux-Arts. Hij raadde me aan om de nieuwe ochtendopleiding Reclame te volgen, zodat ik in de namiddag en ‘s avonds zou kunnen werken. Het was het prille begin van het publiciteitstekenen. Er waren geen publiciteitsagentschappen na de oorlog. De twee of drie agentschappen die voor de oorlog in Brussel werkten, en geen ‘propaganda’ wilden tekenen, waren vertrokken naar Engeland of Amerika. Pas in 1960 kwamen ze terug. Toen werd ook de avondopleiding gestart. Inmiddels was ik eenentwintig en meerderjarig en wou ik met Nelly trouwen. Maar een vent


BDW 1473 PAGINA 23 - DONDERDAG 7 MEI 2015

van de présence van een kardinaalssecretaris, en gaven toe. Er was wel één voorwaarde: het moest in de kerk gebeuren. Dat stoort me niet, zei ik. En zo heb ik in de KAJ-kapel een volwassenendoopsel ondergaan. We trouwden en kregen twee kinderen.”

Publiciteitsagent “Tot laat, in de jaren 1960, bleef ik avondlessen volgen bij professionals met Amerikaanse ervaring in publiciteitsagentschappen. Er bestond geen opleiding Communicatie zoals vandaag. Op een dag vroeg een lesgever me om voor het publiciteitsagentschap Publiccontrol te werken, waar ik de echte problemen zou mogen oplossen die bij het vak hoorden. Ik kreeg er het publiciteitsbudget van A l’Innovation. Toen ze die klant verloren, heb ik me laten ontslaan. Ik werd zelfstandige. Ik kocht een occasiewagentje, bestelde me een telefoonlijn, maakte visitekaartjes,… En ging rond met een ‘Book’ met al mijn werk van bij Innovation.” “Het hoofd Publiciteit van Le Bon Marché, de grootste concurrent van Innovation, gaf me zelfstandige opdrachten. Ik ontwierp advertenties, prospectussen en flyers voor hen. De familie Vaxeler, eigenaar van Au Bon Marché, vroeg me uiteindelijk om meer budget te draaien. Ik vergrootte mijn bedrijf Sobol Associés – alhoewel zonder vennoten – en nam personeel aan om nieuwe publicitaire acties te starten. Het ging om de uitwerking van de Amerikaanse ideeën die hun holding in België zouden uitproberen. Ik nam alles aan. Het ging om de publicitaire lancering van de eerste hypermarchés, zelfbedieningswarenhuizen. Ik maakte een studiereis door Amerika van New York tot Miami, waar ik mijn ogen opende. Terwijl dat alles vandaag banaal lijkt. Toen het lukte, lanceerden we ook de Gardencenters, Bricocenters, Autocenters tot uiteindelijk de publiciteit voor de Quick-restaurants. Dat alles in zeventien jaar tijd. Het kwalijke jeugdverleden had ik achter me gelaten.”

Communicatieboodschap Wat jongeren tijdens zijn lezingen aan Sobol vooral vragen, willen we weten. Sobol: “Altijd hetzelfde. ‘Heb je nog dat fotootje van Nelly toen je zestien was? Heb je nog je tatoeage?’ Op de vraag of die nazitijd nog terug kan keren, heb ik een eenduidig antwoord. Het ging om een ‘industrieel project’ van totale uitroeiing van mensen. Ik zie nergens in de wereld nog een dergelijk industrieel project zoals dat van de nazi’s mogelijk. De Rwanda-genocide was bijvoorbeeld een artisanaal project. Als het zes uur was, gingen de mensen naar huis. Het betrof geen kamp van 40 vierkante kilometer zoals dat van Auschwitz. En er werden

“Een dergelijke industrieel georganiseerde volkerenmoord kan zich nooit meer herhalen” wereld. Verloren schapen zijn het, zonder dat ding op zak. Ik kan hen twee uur lang in de ban houden met mijn getuigenis; want het is ook andermans verhaal.” “‘Vermits ik een van de laatste ben – ik word in juni 89 jaar – die kan getuigen over die belangrijke en unieke periode in de geschiedenis van de mensheid, is het van kapitaal belang dat u luistert, en uw vragen laat beantwoorden.’ Zo begin ik. En ja, zij die vandaag mijn leeftijd van toen hebben, kunnen zich na twee uur heel wat voorstellen. Een Brussel zonder verkeer op straat. Wandelen zonder gsm. Het verbaast hen dat ik, na al het lijden op jonge leeftijd, nog zoveel heb gedaan met mijn leven. ‘Omdat het verleden bekend moet zijn, maar achter ons ligt’, antwoord ik dan.”

Jean-Marie Binst

De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet

3 VRAGEN AAN DAVID DE MEUTER

David De Meuter: “We willen artiesten uit Sint-Gillis in de kijker zetten.”

‘Meer luisteren naar wensen van inwoners’ SINT-GILLIS – Er waait een nieuwe wind door het Franstalige cultuurcentrum van Sint-Gillis, Le Jacques Franck. Er is een nieuwe ploeg aan de slag en aangevoerd door programmator David De Meuter brengt die leven in de brouwerij. Dit weekend met het festival Festival Sacré(e)s Saint-Gillois(es), voor en door inwoners van Sint-Gillis.

tieve locatie te zijn waar de mensen komen met voorstellen. Zo is er een Open Sound Lab gekomen waar de deelnemers muziek leren maken op hun computer. We doen ook radiocreaties en luistermomenten. Dat is een bijzondere ervaring, zoals naar de cinema gaan maar zonder beeld. Er loopt ook een project met kunstscholen zoals La Cambre en Saint-Luc om platenhoezen te ontwerpen.”

Het festival wil artiesten uit SintGillis in de kijker zetten? David De Meuter: “Dat is inderdaad de basisgedachte, al is het uiteraard zo dat in sommige bands slechts enkele muzikanten in Sint-Gillis wonen. Hoofddag is zaterdag met La Clinik du Dr. Poembak en La Fanfare du Belgistan, twee fanfares die voor vuurwerk zullen zorgen, feest verzekerd! Vrijdag is het eerder pop/rock met A Boy With A Beard en Getch Gaëtano. Donderdag openen we met een jamsessie in het kader van jeudis-coulisses waar we de bezoekers ook achter de schermen van het cultureel centrum meenemen. Het wordt een gemoedelijke avond met een barbecue en muziek in onze binnenkoer met tuin. Onze tuin wordt in de zomer opengesteld voor het publiek.”

Jullie hebben ook een collectieve agenda met De Pianofabriek. Wat houdt die exact in? De Meuter: “De idee is een wekelijkse culturele agenda van Sint-Gillis te maken, niet opgedeeld per discipline of genre, maar horizontaal, met als doel dat de verschillende circuits elkaar meer gaan kruisen. Nu blijft iedereen wat te veel in zijn eigen hokje. Deze agenda zal per dag tonen wat er allemaal te doen is: een last minute concert in een bar, een tentoonstelling, een vlooienmarkt... Naast de papieren uitgave komt er een website, Facebook en een smartphone-applicatie. In mei gaat de testfase van start.” Benjamin Tollet

Vanwaar komt die nieuwe wind? De Meuter: “Er is een volledig nieuwe ploeg. We trachten meer samen te werken over de grenzen van de disciplines heen. Daarnaast is er een nieuw cultuurdecreet van de Franstalige gemeenschap dat de cultuurcentra vraagt om meer een participa-

Festival Sacré(e)s Saint-Gillois(es) met A Boy With A Beard, Getch Gaëtano, La Clinik du Dr. Poembak, La Fanfare du Belgistan op 8 mei in CC Jacques Franck, Waterloosesteenweg 94 in Sint-Gillis. Tickets kosten 5 of 8 euro of Art. 27. Meer info op www.lejacquesfranck.be

CULTUUR   KORT

“Als zestienjarige denk je niet na over de oorlog, maar de oorlog denkt aan jou”

geen slaven ‘gefabriceerd’ om met het minste voedsel het drie maanden vol te houden voor werk, tot er ‘vervangstukken’ – andere slaven – beschikbaar waren. We moesten werken met het opzet om na korte tijd te sterven. Genocide betekent kwaadwillig opzet, dat weet ik wel. Zelfs de moslims moorden elkaar uit. Sinds de mensheid op aarde is, doodt hij anderen. En oorlog betekent militairen tegen militairen, met soms ongelukkigerwijze burgerslachtoffers.” “Maar dit uitroeiingsverhaal is uniek in de geschiedenis. Uit heel Europa werden voor de ‘industrie van doden’ mensen gereduceerd tot vervangonderdelen, vergast en verbrand. Ze werden als slaafwerklui ingezet. Hun kleren en bezittingen werden gesorteerd voor handel. Tandartsen trokken gouden tanden van lijken uit. De verkoop van hun haar werd georganiseerd, en hun bloed werd beschouwd als meststof… En neen, een mens mocht niet begraven worden! Er mocht niets van overblijven, uitgezonderd alles wat nog hergebruikt kon worden van hun lichaam en bezittingen. Dat alles had maar één doel: mensen volledig van de aardbol laten verdwijnen. Denk je dat dit ooit nog zo georganiseerd kan worden? Nooit!” “En om die tijdsperiode te doen begrijpen, leg ik dit uit aan jongeren. Want ze kunnen het wel begrijpen, ook na 70 jaar. Het enige probleem is dat ze geleefd worden door de technologie in hun broekzak. Pas als ze die communicatie leren gebruiken met een heldere kijk, dan als gebruiks- en verleidingsmiddel, kunnen ze alert zijn.” “Ik heb mijn eigen communicatietools ontwikkeld om jongeren aan te spreken, als ervaringsdeskundige en publiciteitsagent uit het pionierstijdperk van de communicatie. Ik verschijn pas nadat de jeugd eerst door de lesgever geschiedenis informatie over 19401945 gekregen heeft en minstens het sinistere Breendonk heeft bezocht. Want daar voel je meteen: hier wil ik uit weg. Ik begin altijd met hen te vragen om tien minuten de ogen te sluiten. Dat lijkt hen doenbaar, terwijl het eigenlijk twintig minuten duurt. Ik pas een soort hypnose toe, om hen af te blokken van de afleidingen die hun leven besturen – gsm’s in de eerste plaats. De gsm leidt hun gedachten af naar andere locaties, in eigen stad of in de

© NAAM FOTOGRAAF

zonder familie noch deftig werk zagen haar ouders voor hun enige dochter niet zitten.” “Iemand stelde me aan Jacques Meert (19022001) voor, de medeoprichter van de KAJ en secretaris van kardinaal Cardyn. Aan het Zuid had de KAJ een groot gebouw, waar katholieke jongeren die in Brussel werkten, tijdens weekdagen sliepen en eten kregen. Meerts broer, die een grote drukkerij had, bracht me typografie en lay-out bij. De man nam me aan voor de bladopmaak van magazines. Ondertussen vertelde ik hem over mijn trouwplannen die geen gehoor vonden, en Cardyns secretaris ging Nelly’s ouders spreken. Zij verschoten

E25-film voor Happy Birthday Europalia 45/25

Gelijktijdig met de 25ste editie van het festival Europalia viert de Stichting Europalia haar 45ste verjaardag. Parallel met Europalia Turkije 2015-2016 wordt dit in Bozar gevierd met een Mini-festival 45/25 in het najaar. Naast een archieftentoonstelling zijn er losse creaties van theater, dans en literatuur (www.europalia.eu). Het grote openingsfeest Happy Birthday 45/25 vindt al volgende week plaats: op dinsdag 12 mei om 20 uur in Bozar. De avond start met de première van de film E25, van het cineastenduo Marie-Françoise Plissart (bekend van haar Brusselse fotografiethema’s) en Jacques André (La pluie d’été). De titel verwijst naar de Europese verbindingsweg van Hoek van Holland tot Palermo. De film (20 minuten) leest als een historische roadmovie langs oneindig veel buiten- en binnenlandse bruggen; de Budabrug op de grens van Brussel en Vlaanderen is er maar eentje van. Vele geluidsfragmenten en dramatische scènes uit bekende en miskende films waarin de brug ‘acteur’ speelde, werden verweven in het filmverhaal. “België was rond 1900 een van de grootste bruggenbouwers ter wereld,” wordt meegegeven. Hoofdbrok van de feestavond is de lezing (50 min). van de Zuid-Afrikaan William Kentridge, theater,- opera- en filmmaker, schrijver, illustrator en filosoof. In zijn voordracht Peripheral thinking spint hij denkpistes rond elke mogelijke bron van inspiratie. Van informatie over mango, Mao en mei ’68 tot Dar-es-Salaam en Brussel. Achteraf volgen concertjes en een feestelijke receptie. JMB Bozar, 12 mei, om 20 uur. Tickets (10 euro) via www.bozar.be, 02-507.82.00


BDW 1473 PAGINA 24 - DONDERDAG 7 MEI 2015

Vechtsporten > Sebahatin Derebey walst Braziliaanse jiujitsu al vier jaar lang plat

‘Nooit gedwongen tot opgave’ BDWSPORT

ANDERLECHT – “Indrukwekkend hé, al die titels.” Sebahatin Derebey (44) is niet bepaald bescheiden over zijn carrière, maar een blik op zijn palmares verklaart waarom. Hij verzamelde van 2005 tot 2009 onder meer vier Europese en drie wereldtitels. ‘The Tank’ walste alles plat. Zijn dominantie was kort en krachtig, en eindigde toen zijn zegehonger gestild was. “Waarom traditionele jiujitsu? Omdat ik tegenover een sportzaal woonde waar dat werd gegeven,” vertelt Derebey. “Al was ik als twaalfjarige sowieso aangetrokken tot contact. Dat is iets dat altijd al in mij heeft gezeten. Ik was meteen goed weg met vechtsporten en wou me er verder in ontwikkelen. Daarom ben ik een drietal jaar later overgeschakeld naar boksen.” Hij belandde bij Boxing Club Molenbeek, waar de bekende Jean Paternotte zijn trainer werd. Opnieuw deed Derebey het best aardig en dat leverde hem verschillende Belgische titels op bij de amateurs. Maar ook dat liedje duurde niet zo lang. “Ik had kunnen doorgroeien als bokser, ja. Maar ik ben overgeschakeld naar kickboks. Ik wou iets anders doen en volgde ook een beetje een mode. Het waren de jaren 1990 en Jean-Claude Van Damme en zijn kickboksfilms waren toen populair.” “Ik heb in het kickboksen twee Belgische titels gewonnen bij de amateurs, ben dan semiprof geworden en ben er op mijn vijfentwintigste mee gestopt. Mijn eerste zoon was net geboren en ik legde me meer toe op het familiale leven. Ik heb ondertussen nog een zoon gehad, en ben dan terug stilaan met sport begonnen. Ik was wat bijgekomen (lacht).” Derebey ontdekte snel een nieuwe liefde: Braziliaanse jiujitsu. Aangezien hij voelde dat hij in het rechtstaand vechten zijn kwaliteiten al had bewezen, wou hij zich op de grond perfectioneren. “De discipline is gebaseerd op de traditionele, Japanse jiujitsu, maar is door Brazilianen aangepast. De nadruk wordt gelegd op grondgevechten, winnen door je tegenstander tot overgave te dwingen. Dat kan door wurggrepen, armklemmen, enzovoort. Het is zeer technisch.”

Engelsman van 100 kilogram De liefde was dan wel groot, evident was het niet om in die periode de discipline in België te beoefenen. Het was op zich dus al een uitdaging om het onder de knie te krijgen. “Als ik iets graag doe, dan ga ik er volledig voor. Zo ben ik. Zelfs al kwam mijn dertigste verjaardag dichtbij. Ik moest dit gewoon doen om mij te perfectioneren, zonder dat ik aan titels of dergelijke dacht. Ik vond het fantastisch.” “Ik trainde met een paar andere gasten die gepassioneerd waren door de discipline. Ik kocht Braziliaanse videocassettes en moest zo de technieken aanleren. Ik keek ook regelmatig naar Canal+ waarop gevechten te zien waren van het UFC (Ultimate Fighting Championship, red.). Ik zag er Royce Gracie aan het werk, die het tornooi drie keer won. Hij stond daar in zijn kimono, rustig, tegenover indrukwekkende gasten die klaar stonden om echt te knokken. Wat hij deed was magie voor mij. Hij nam ze naar de grond en dwong hen tot over-

Sebahatin Derebey: “Een paar keer heb ik bij een armklem gedacht dat ze mijn arm gingen breken. Gelukkig ben ik er steeds uitgeraakt.”

“Mijn zwaarste gevecht ooit was tegen een Engelsman van honderd kilogram. Ik moest echt vechten om te winnen” gave. Hij heeft me geïnspireerd.” Die inspiratie leidde Derebey naar Portugal, waar hij in 2005 aan het Europees kampioenschap deelnam. In eigen land had hij al verschillende titels op zak en hij mikte hoger. Hij vocht er in de categorie van de paarse gordels (de volgorde is in oplopende volgorde blauw, paars, bruin en zwart). “Met de middelen die ik had, had ik me een harde voorbereiding opgelegd. En kijk, de kleine Brusselaar won zowaar twee gouden medailles! Zowel in mijn -72 kilogram klasse als in de absolute klasse.” “Voor die gouden medaille heb ik het zwaarste gevecht uit mijn carrière geleverd. Ik stond tegenover een Engelsman van honderd kilogram. Ik heb echt moeten vechten om te winnen. Toen het gevecht gedaan was, zijn we in elkaars armen gevallen alsof we elkaar al jaren kenden. Ongelooflijk. Hij heeft naderhand nog verschillende wereldtitels behaald.” En nog was de honger van Derebey niet gestild. Nu Europa ‘veroverd’ was, was het aan de wereld. Met zijn sportzak en een telefoon-

NET ALS SAFFIEDINE Tarec Saffiedine is een man naar het hart van Sebahatin Derebey. De Brusselaar trok een paar jaar geleden naar de Verenigde Staten om het te maken in Mixed Martial Arts (MMA) en vecht ondertussen in de zwaarste competitie. “Mocht ik vandaag een twintiger zijn, dan deed ik aan Mixed Martial Arts,” aldus Derebey. “Ik zou naar de VS trekken om er bij een groot team aan te sluiten. Net als Tarec. Hij is iemand die ik respecteer en apprecieer. We hebben trouwens ooit tegen elkaar gevochten. Ik heb hem geklopt in een grapplingwedstrijd. Hij was 18 jaar, ik 33. Hij is uitgegroeid tot een voorbeeld.”

nummer van een sportzaal op zak, trok hij naar Rio de Janeiro. Zonder te weten waar hij uit zou komen. “Toen waren al de toppers in Brazilië, daar moest ik dus zijn. Ik ben er zes weken gebleven, zonder familie en kinderen hé. Zo zie je maar wat de liefde voor sport kan doen.” “Ik moest me er natuurlijk bewijzen, en dat lukte. We trainden drie keer per dag, keihard. Ik heb er echt afgezien. Op een bepaald moment heb ik een paar dagen moeten rusten omdat mijn lichaam op was. Mijn hoofd wou wel, maar mijn lichaam volgde niet. Ze gaven

© MARC GEYSSENS

me er de bijnaam ‘The Tank’. Uiteindelijk ben ik voldoende hersteld om aan het wereldkampioenschap deel te nemen, en terug won ik. Ongelooflijk. Op een jaar tijd stond ik helemaal aan de top.”

Bijna gebroken 2005 was een jaar om nooit te vergeten, maar de Brusselaar wilde ook met andere gordels bewijzen dat hij de beste was. De jaren erna behaalde hij terug Europese en wereldtitels, zowel met de bruine als met de zwarte gordel. Die laatste is de absolute top, en met het behalen van die prijs bleek de honger van Derebey gestild te zijn. “Na 2009 was mijn ambitie veel minder en ben ik gestopt. Ik had jarenlang alles gegeven, ik ben ver gegaan voor mijn sport. Een paar keer heb ik bij een armklem gedacht dat ze mijn arm gingen breken. Gelukkig ben ik er steeds uitgeraakt, want ik ben nooit door een tegenstander tot opgave gedwongen. De weinige keren dat ik heb verloren, was op punten of door een beslissing van de scheidsrechter. Daar ben ik fier op.” Sinds topjaar 2005 geeft Derebey zijn kennis ook door. Met zijn Sabatin Team MMA houdt hij zich nu vooral met Mixed Martial Arts bezig, maar hij geeft ook nog specifieke Braziliaanse jiujitsutrainingen. Daar is iedereen welkom. “Ik geef liever les aan iedereen die het wil dan mij specifiek toe te leggen op gasten van hoog niveau. Wie potentieel heeft, wil ik uiteraard intensiever begeleiden. Mijn zoon Besim heeft al een paar MMA-gevechten achter de rug. Hij heeft het in zich, maar moet zelf nog bepalen of hij echt voor een sportcarrière wil gaan. Waar een wil is, is een weg.” Tim Schoonjans


BDW 1473 PAGINA 27 - DONDERDAG 7 MEI 2015

ESTAFETTE > KEN LAMBEETS

@KituroRugby Kituro CHAMPION 2015!!!!

Verstokte rokers, verstikte krokodillen

Royal Kituro Rugby Club heeft zich afgelopen zaterdag voor de vijfde maal in haar geschiedenis tot Belgisch kampioen gekroond. De kleine Heizel was aardig volgelopen voor de finale tegen Zinnik en bruiste van de sfeer. De Brusselaars trokken uiteindelijk aan het langste eind en wonnen met 0-9. Nicolas Meeus, die een paar maanden geleden nog op deze sportpagina’s prijkte, zorgde met drie omgezette penalty’s voor al de punten. TS

Stadskriebels in het centrum

BRUSSEL – Het centrum van Brussel wordt zondag van 11 tot 18 uur omgetoverd in een speelveld voor de sportfanaat. Meer bepaald in zeven verschillende speelvelden die bij werkelijk iedereen de kriebels zal doen toeslaan. “Dé grote nieuwigheid dit jaar is de Urban Trophy,” vertelt Bart Van Den Eeckhaut (36) van de VGC-sportdienst en eindverantwoordelijke. “350 meter van de Dansaertstraat zal omgetoverd worden in een urban survivalrun. De deelnemers zullen in groepen van vier tot zes moeten klimmen, springen, de Black Box en de Wipe Out overwinnen, enzovoort. Het gaat echt wel spectaculair zijn. Alleen kun je het parcours niet afleggen, de winnaars zullen dus veel teamspirit moeten tonen.” Avontuurlijk zal het er ook aan toegaan op speelveld Adventure Bivak, waar onder meer een touwenpiste getrotseerd zal moeten worden en met de BMX stunts kunnen uitgevoerd worden. Kijkt u liever naar sporters die onderlegd zijn in hun discipline? Dan moet u in de Demo Arena op de Vismarkt zijn. “Vanuit de tribunes zal je er naar een twintigtal demonstraties van allerhande Brusselse clubs en verenigingen kunnen kijken. Er komen onder meer dansgroepen langs, er wordt een turndemo gegeven, enzovoort.” “Acrobatie komt eveneens aan bod bij Cirk Fantastik. Iedereen zal er zelf circustrucs kunnen uitvoeren, maar ook de maxitrampoline kunnen uitproberen bij de leden van de Brussels Urban Acrobatic Academy of kijken hoe de Brussels Jump Club het touwspringen beheerst. Nieuwe sporten als zwerkbal en

SPORT   KORT

Het seizoen van de loopwedstrijden begint goed te draaien en komende zondag is het de beurt aan de 15 KM VAN SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE. Start en aankomst liggen in het Fallonstadion en het parcours brengt de deelnemers onder meer langs het Maloupark en de Molen van Woluwe. Er is ook een parcours van 6 kilometer, en voor wandelaars en Nordic Walkers (8 kilometer). De kleuters beginnen er om 9.20 uur aan, de wandelaars om 10.15 uur en de lopers om 10.30 uur. Meer info op www.15kmwoluwe. com. n Een dag eerder is het aan skaters en BMX’ers om te feesten. Van tien uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds wordt aan het Ursulinenplein FIESTA DES URSULINES georganiseerd. Op de Facebookpagina van het evenement leest u al wat u moet weten. n Zaterdag organiseert de plaatselijke rugbyclub van Watermaal-Bosvoorde van 10 tot 16 uur

© Guy Puttemans

Survival in Dansaert

city golf ontdekken kan dan weer op speelveld Studio Sport.”

Airplane De zeven speelvelden bevinden zich op de pleinen en straten in de buurt van de Oude en Nieuwe Graanmarkt, de Dansaertstraat, de Varkensmarkt en de Vismarkt. Met Handiknap, de Mini-Ketjes Corner en Seniorkriebels krijgen ook respectievelijk mensen met een beperking, kleuters en senioren hun eigen plekje. “We spreken een zo groot en divers mogelijk publiek aan, maar met de Urban Trophy willen we dit jaar wat meer volwassenen aantrekken. Stadskriebels is echt wel de moeite. Ook zij die geen zin hebben om zelf te sporten zullen een fijne dag beleven. Het animatieaanbod is groot en muziekliefhebbers kunnen genieten van Airplane, die Stadskriebels zullen afsluiten. Kom dus zeker eens langs.” Tim Schoonjans Alle informatie vindt u op www.stadskriebels.be

haar tweede UNICEF SEVEN TROPHY. Zowel U12, U14 als dames en heren zullen in en rond het Drie Lindenstadion tonen waarom sevens rugby een Olympische sport wordt in 2016. n De mannen van Logis Oudergem willen zondag op hun beurt tonen wat ze waard zijn, in de finale van de BEKER VAN BELGIE TAFELTENNIS. Vanaf 18 uur nemen ze het in de Hall Max Lessines, in Moeskroen, op tegen Sokah Hoboken. n De FINALES VAN HET HOCKEYKAMPIOENSCHAP vinden dichter bij huis plaats. Op zaterdag en zondag worden de velden van Royal Racing Club de Bruxelles ingenomen door de beste ploegen van ons kampioenschap. Zaterdag is het aan de dames van Waterloo Ducks en Royal Antwerp HC om uit te maken wie de beste is, zondag is het aan de mannen van Royal Leopold Club en KHC Dragons. Meer info op www.hockeynews.be. TS

Onlangs stootte ik in de Volkskrant op een foto van de jaarlijkse belle époque-week in het Zwitserse Kandersteg, waar het wemelde van de wandelstokken, hoge hoeden, mantelpakken en weelderige baard- en snorgroei. O, kon ik maar tijdreizen naar de belle époque! De verhalen over de Brusselse wereldtentoonstellingen van 1897 in het Jubelpark en 1910 op de Solboschvlakte zitten er vast voor iets tussen. De mondiale exposities zetten België en Brussel in de internationale kijker en zorgden bovendien voor heel wat stadsontwikkeling in de desbetreffende stadsdelen. Van 23 april tot 1 november 1910 doen maar liefst 13 miljoen bezoekers alsof de diplomatieke betrekkingen tussen de zesentwintig deelnemende landen van de wereldtentoonstelling uitstekend zijn. Auteur Eric Min noemt het gebeuren in De Gouden Eeuw van Brussel “een openluchtspeeltuin voor volwassenen.” Bezoekers bewonderen onder andere de werken van Renoir, Monet, Matisse en Rodin in het Frans paviljoen, maar genieten evengoed van het dwergenorkest dat op gezette tijden een lilliputtersbruiloft orkestreert en van de aanblik van wilde dieren en échte zwarten in het Senegalese dorp. In het boek Spartacus van de Nederlandse sporthistoricus Erik Brouwer las ik onlangs over een andere apotheose van de wereldtentoonstelling: de gymnastiekwedstrijd. Spartacus is de naam van een joodse turnvereniging uit Amsterdam, die net als de meeste leden ervan de Tweede Wereldoorlog niet overleefde. In zijn hoogst aan te bevelen boek doet Brouwer de familiegeschiedenis uit de doeken van twee joodse olympiërs die deelnamen aan de Spelen van 1908 in Londen. De liberale joden in kwestie zou je vandaag de dag bezwaarlijk topsporters kunnen noemen. Hoewel hun vakbekwaamheid niet in vraag moet worden gesteld, zetten ze graag een stapje in de wereld. Tijdens de boottocht naar Londen wordt er al wat drank verzet, en ook de kist met sigaren en ander rookwaar is nooit veraf. De sport zelf staat nog in de kinderschoenen. Reken daarbij nog de dagenlange regen – er werd in openlucht geturnd, een corrupte jury en diplomatieke relletjes en je weet waar je je aan kan verwachten. Benoemenswaardige resultaten leverde het de turnende joden niet op, mooie verhalen des te meer. Na de Spelen worden ze op hoongelach ont-

haald in Nederland. Twee jaar later brengen de joodse turners het er beter vanaf, op de Brusselse wereldtentoonstelling. De gymnastiekwedstrijd vindt plaats in het grote stadion, waar er ruimte is voor 10.000 toeschouwers. Aan het begin van het concours houdt de Luxemburgse delegatie een veelbelovende demonstratie. Maar even later breekt er paniek uit; er wordt een brand gesignaleerd die in geen tijd de hoofdingang, een deel van Bruxelles-Kermesse en een kwart van het terrein in as legt. De turners worden aangespoord om op de tonen van de

Brabançonne het stadion uit te marcheren, tot er nog meer commotie ontstaat omdat enkele wilde dieren zijn ontsnapt. De onverschrokken leden van Spartacus houden de meute in toom door een reddingsbrigade te vormen tegen leeuwen, tijgers en krokodillen, waarvan drie exemplaren in de brand zullen stikken. Na een nachtje boemelen begeven de Spartacisten zich toch maar opnieuw naar het tentoonstellingsterrein. Tot hun aller verbazing besluit de organisatie om de gymnastiekwedstrijd te laten doorgaan, tussen de smeulende gebouwen. The games must go on, weet je wel. De Spartacisten bewijzen dat ze kunnen turnen met een kater: ze behalen de eerste prijs in de verenigingswedsrijd op de rekstok, de brug en het paard en in hun specialiteit, de vrije oefening, “met gelukswenschen van de jury.” Met hun wandelstokken in de aanslag en een grote beker in de lucht paraderen de joodse turners naar Brussel-Centraal. Het belooft een vrolijke rit naar Amsterdam te worden. Eindredacteur Ken Lambeets houdt van literatuur en van echte sporten

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE73 7340 3974 6060, BIC: KREDBEBB van Vlaams-Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 62.609 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0474-67.03.84, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EIND­REDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (hoofdredacteur), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Sara De Sloover, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. MEDEWERKERS Nicky Aerts, Michaël Bellon, Alex Deforce, An Devroe, Elien Haentjens, Eva Hilhorst, Ilah, Toon Lambrechts, Wauter Mannaert, Tom Peeters, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Marc Gysens, Ivan Put, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Michel Tubbax. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.