Bio Actief 53

Page 1

Bio Actief 53 Jouw ontmoeting met een dynamische sector

“We zetten bij ons plantgoed in op een grote variatie.” EC O F L O R A

driemaandelijks tijdschrift verschijnt in maart

- juni - september - december



fotografie

Astrid Agemans

Bio Actief

Jouw ontmoeting met een dynamische sector SE PTE MBE R 2021, E DITIE 53 Bio Actief is een uitgave van BioForum vzw. Bio Actief vind je vier keer per jaar in je brievenbus. BIOFOR UM VZW Regine Beerplein 1 bus E305 2018 Antwerpen T 03 286 92 78 E info@bioforum.be www.bioforum.be V.U. Alexander Claeys, Regine Beerplein 1 bus E305, 2018 Antwerpen HOOFDR E DACTIE Tom Wouters

VOORWOORD

Veldwerk Beste lezer,

N

u we deze zomer geen gebrek hadden aan hemelwater lijkt de natuur te zijn geëxplodeerd. Ook de landbouw heeft er deugd van na jaren van droogte, al is het hier en daar toch ook weer van het goede te veel geweest. Ik zag in mijn moestuin mooie opbrengsten voor de meeste g ­ ewassen en tevens nieuwe wilde aanwinsten die we gemakshalve ‘onkruid’ noemen. Diezelfde vaststelling maak ik als ik om me heen kijk. ‘De boer is getuige van de grond’ en dat zie je als je rondloopt in Vlaanderen. Langs de ene kant zien we veel monocultuur van maïs en aardappelen voor de agro-industrie, maar er duiken ook meer en meer gevarieerde percelen op, vooral bij onze bioboeren. Agroforestry, Wild Farming, ... Steeds meer boeren hebben het begrepen: diversiteit is de sleutel in deze k ­ limatologisch moeilijke tijden. Zo geeft het kweken van verschillende ­granen op eenzelfde perceel meer kans op mooie o ­ pbrengsten. Dat is ook de Vlaamse overheid niet ontgaan. Zij bieden via de pre-ecoregelingen nu ondersteuning voor een meer ­ecologische vorm van landbouw. Zo komen er voor boeren meer mogelijkheden om een nieuwe richting uit te gaan en kunnen ze van Vlaanderen een prachtige tuin maken die de grond in ere herstelt. De landbouw als bron van ­onuitputtelijke biodiversiteit, dat zou wat zijn. Het wordt ongetwijfeld nog een werk van lange adem om het landbouwbeleid en alle boeren bij ons in die richting te zien evolueren. Maar dat er nu al een en ander beweegt, dat kan je aflezen van onze velden.

E INDR E DACTIE Annemie Lambert R E DACTIE R AAD E N INHOUDE LIJK E E XPE R TIS E An Jamart (Landbouw), Laura Van Vooren (projectmedewerker landbouw), Marijke Van Ranst (Verkooppunten & food­services), Esmeralda Borgo (Beleid), Paul Verbeke (Ketenmanager), Sabrina Proserpio (Communicatie consument), Lieve Vercauteren (Directeur), Annick Cnudde (Coördinator wetgeving), Sofie Vandewijngaarden (Verwerkers en keten) FOTOG R AFIE Astrid Agemans, Sophie Nuytten, Kobe Van Looveren COVE R FOTO Astrid Agemans VOR MG E VING We make. ME T DANK AAN Peter Bartels, Michiel en Anneleen van Meervenne, Freddy Sparenberg, Carmen Landuyt, Bart Van Parijs, Bart Naeyaert, Sander Van Daele, Guy Thorrez, Jos Muyldermans, Leo Bormans, Johan Coppens, Matthias Fayt, Thibault Hannoteau DR UK Antilope De Bie - Printing VE R ZE NDING De Brug vzw ABONNE R E N Belgische marktspelers krijgen een gratis abonnement. Ben je geen marktspeler, maar wel geïnteresseerd in een ­jaarabonnement? Maak dan 25 euro over op bovenstaand rekeningnummer met de vermelding 'Abonnement Bio Actief'. Buitenlandse abonnees betalen 30 euro (BIC: TRIOBEBB, IBAN: BE30 5230 8012 5311). ADVE R TE R E N ELMA Multimedia, Steven Hellemans, s.hellemans@elma.be, 015/55.88.88 Deze publicatie kwam tot stand met de steun van het Departement Landbouw en Visserij.

ALEXANDER CLAEYS

Voorzitter BioForum alexander.claeys@bioforum.be Bio Actief

53

03


BRANDED CONTENT

Pure en smaakvolle vleeswaren en worst­ soorten waar mensen van gaan glunderen. Dát is St. Hendrick. Vakman en pionier Henk van Oers is al sinds 1981 actief in biologisch vlees. In 2006 richtte hij Deli Harmony op, een kleinschalig bedrijf dat onder de naam St. Hendrick biologisch vers vlees, worstsoorten en smaakvolle vleeswaren op de markt brengt. ‘Goede smaak heeft geen haast.’ Het is een van de meest gehoorde uitspraken in de compleet vernieuwde productielocatie van Deli Harmony in het Nederlandse Hedel. Daar produceert Henk met zijn team een breed assortiment biologische vleesproducten die zich onderscheiden door hun pure smaak. Henk: “Onze smaak komt niet van chemische toevoegingen, maar van het vlees zelf. Om dat te bereiken is geduld cruciaal. Vleeswaren en worstsoorten hebben net als kaas en wijn tijd nodig om een volle smaak te ontwikkelen. Daarom nemen we uitgebreid de tijd om producten te roken, grillen, stomen, bakken, braden, zouten, drogen en koken.” Traditioneel versus modern Ze gebruiken daarvoor de modernste processen en nieuwste apparatuur, zonder de traditionele bereidingsprocessen uit het oog te verliezen. Henk: “We bakken en grillen op traditionele wijze, roken ons vlees op beukenhout en onze producten krijgen de tijd om hun eigen unieke smaken te ontwikkelen in onze speciaal hiervoor ontwikkelde rijpingscellen. Omdat we het productieproces volledig onder controle hebben is de consument gegarandeerd van de beste geur, kleur, smaak en houdbaarheid.” Samen bereik je meer Het resultaat van alle inzet mag er zijn: Deli Harmony verwerkt onder het consumentenmerk St. Hendrick inmiddels meer dan

zeventig soorten authentieke en smaakvolle gekookte en droge worstsoorten, gebraden en gekookte vleeswaren en gesneden beleg van varkens­, rund­ en kippenvlees. Henk kent een groot deel van de boeren waarbij hij vlees afneemt persoonlijk. “Ik streef altijd naar partnerschap. Zo kunnen we samen vleeswaren en worstsoorten van de beste kwaliteit ontwikkelen, met oog voor dierenwelzijn, natuur, milieu en landschap.” Smaakvol vlees voor iedereen Henk praat niet alleen met de boeren. Hij heeft ook nauw contact met de afnemers van zijn producten. “Mijn doel is ervoor zorgen dat onze boeren hun boerderij op een biologische manier kunnen runnen en dat consumenten kunnen genieten van smaakvolle vleeswaren en worstsoorten. Wij helpen daar enerzijds bij door boeren een goede prijs voor de grondstoffen te betalen, zodat eerlijke handel en duurzame ontwikkeling binnen de biologische veehouderij worden bevorderd. Anderzijds organiseren we de afzet zo dat we een breed assortiment producten voor een aanvaardbare consumentenprijs kunnen leveren. Want als je eenmaal geproefd hebt, begin je spontaan te glunderen!” Jong geleerd is oud gedaan Henks enthousiasme over biologisch vlees is niet vreemd. Als boerenzoon kreeg hij zijn respect voor dieren en passie voor het vak met de paplepel ingegoten. Op de boerderij waar hij opgroeide liepen zo’n 25 melkkoeien, varkens en schapen rond. Niet biologisch gecertificeerd, maar vader Van Oers boerde zo natuurlijk mogelijk. Henk zette die lijn voort en doet daarin tot op de dag van vandaag geen concessies. “Alleen het beste is goed genoeg. Want hammen en worsten zonder toevoegingen smaken nou eenmaal het lekkerst.”

biologisch vlees sinds 1981

St. Hendrick ­ De Hootkamp 6 ­ 5321 JT Hedel ­ T (+31) 73 599 56 83 ­ info@sthendrick.nl ­ Instagram: St_Hendrick ­ Facebook: St. Hendrick


BIO ACTIEF 53

Inhoudstafel 16

De nieuwe Biobedrijvengids

26

Sector in cijfers

22

10 jaar CCBT

28

PFOS: wat met bio?

24

08

Welke technieken zijn toegelaten in bioverwerking?

12 SECTOR IN GESPREK

Levende sector

Bos+

18 GEEN WEG TERUG

Speculoos

Bio Actief

53

05


Bio Flash Nieuw rapport belicht voordelen van bio voor onze biodiversiteit Dat biolandbouw een krachtig instrument is voor het aanpakken van de teloorgang van onze biodiversiteit blijkt nog maar eens uit een nieuw rapport van IFOAM Organics Europe. De biodiversiteitsvoorde-

Studiedag nieuwe biowetgeving voor verwerkers Na een jaartje uitstel gaat de nieuwe bioverordening vanaf 1 januari 2022 definitief van start. Op 26 oktober organiseren we voor bioverwerkers een laatste keer een infosessie. We zetten dan alle wijzigingen op een rij. Je kan je inschrijven op www.bioforum.be/infosessie_26oktober.

len van bio zijn een gevolg van de agro-ecologische praktijken die door biologische landbouwers worden toegepast, aldus het rapport. Je vindt een samenvatting van het rapport op www.biomijnnatuur.be/ nieuws/nieuw-rapport-belicht-voordelen-van-bio-voor-onze-biodiversiteit.

Word nu lid en krijg de rest van het jaar cadeau Als lid van BioForum bouw je mee aan een sterke biosector. BioForum wil jouw belangen met luide stem verdedigen. Wie vandaag zijn lidmaatschap aanvraagt, is ineens lid tot eind 2022. Je krijgt dus een aantal maanden lidmaatschap cadeau! Je vindt alle informatie op www.bioforum.be/lid-worden.

06

Bio Actief

53


DE UITBLINKER In de uitblinker laten we biobedrijven aan het woord die zich onderscheiden en de dingen op hun manier aanpakken.

55 Op dit moment zijn er in Vlaanderen 55 biobedrijven die een aanbod ­hebben in biologische bloemen. Het is een jonge biosector met veel kansen, al liggen er ook wel enkele knelpunten. Begin juli lijstte BioForum in een speciale marktstudie op hoe deze jonge markt er vandaag uitziet in Vlaanderen. Je vindt deze studie op www.bioforum.be/biobloemen.

"Over tien jaar is heel Vlaanderen volgens mij bio. We zouden de tuin van Europa kunnen zijn: een ecologisch paradijs op heel goede grond, centraal gelegen, dat helemaal kan inzetten op kleinere, maar gezonde productie. Wanneer de komende generatie verse voeding koopt, weet zij dat dit altijd 100 procent oké is. Heel Europa zou hier bestellen! En dan moeten we al dat vlees niet meer exporteren naar China." D RIES DELANOTE , WILD FARMER BIJ LE MON D E D E S MILLE COU L EU R S D E STANDAARD, 4 AU GU STU S 2 0 21

Roots

D

e lat in onze maatschappij komt steeds hoger te liggen. Dat zorgt alsmaar vaker voor stressgerelateerde problemen bij mensen. Onze boerderij verwelkomde de afgelopen jaren regelmatig mensen op zoek naar rust, eenvoud, zichzelf, ... Niet zelden ging het om personen met een burnout. Met de natuur werken blijkt erg genezend te werken: mensen komen tot rust, gaan opnieuw in verbinding met zichzelf en reizen daarna verder. Met ons project ROOTS willen we die kracht actief aanbieden aan mensen die even de pauzeknop willen indrukken. Onze boerderij moet een plek worden waar mensen zichzelf terug kunnen vinden. Een plek om te aarden, te kiemen en opnieuw te bloeien. Het is ook een manier om mensen die in hetzelfde schuitje zitten met elkaar in verbinding te brengen, ongeacht hun achtergrond. Hun gemeenschappelijke situatie kan een springplank zijn voor wederzijds begrip, inclusie en genezing. Medewerker Sofie De Valck is al jaren gepassioneerd bezig met het verbinden van mens en natuur en volgde een heel aantal opleidingen om mensen met een hulpvraag te begeleiden. Ze wordt in het uitwerken van dit project bijgestaan door Liesbeth, die uit het bedrijfsleven komt, zelf een burn-out kreeg en zo bij Ourobouros terechtkwam. Als ervaringsdeskundige ondervond ze de kracht van werken met de natuur. De volgende maanden willen we in een pilootproject onderzoeken hoe we dit op een duurzame manier kunnen aanpassen. We willen langzaam maar zeker groeien. ROOTS moet uiteindelijk zijn plaats innemen in het burn-outlandschap, maar dat zal stap voor stap gaan. In volle verbinding met onszelf, Ourobouros en de omgeving. Ourobouros CVBA

Bio Actief

53

07


Levende sector De biosector bestaat uit ondernemers met een hart voor mensen. Elk nummer brengen we drie biobedrijven in beeld die de diversiteit tonen van onze sector. Deze keer gaan we langs bij biologisch paprikateler Barver, de mensen van Kriket en het biologische tuincentrum Ecoflora.

fotografie

Kobe Van Looveren

08

Bio Actief

53


Barver WIE?

Peter Bartels en Riet Vermeulen WAT ?

Biologische vruchtgroenten WAAR?

Rumst A A N TA L H E C TA R E ?

0,8 BIO SINDS? fotografie

2016

Kobe Van Looveren

S

inds 1983 telen Peter en zijn vrouw Riet in hun serres vruchtgewassen zoals paprika en aubergine. In 2016 schakelden ze om naar bio, al bestond de interesse al langer. Peter: "In de jaren 1980 was ik al gefascineerd door biolandbouw. In 2011 volgden we zelfs een omschakelcursus en sinds 2013 zat ik in de werkgroep bio van Boerenbond. Na een virus in onze paprika’s in 2015 was de tijd rijp voor deze stap." Vooral de economische kant hield hen lang tegen. "De grote vraag was altijd: kan ik leven van bio? Biotelers wilden hun markt wat afschermen leek het, en dus was er weinig openheid over cijfers en prijzen. Ik begrijp die houding op zich wel, maar het kan zich uiteindelijk tegen de sector keren. Als je met tekorten zit, gaan afnemers producten wel aan de andere kant van de wereld halen. Een beetje transparantie is nodig om andere boeren mee op de kar te krijgen voor bio." Daarnaast was het ook spannend hoe ze met plagen als bladluis zouden omgaan. "We deden toen we gangbaar waren vooral aan biologische bestrijding, maar voor de bladluis kon dat niet. In bio bestaan er helaas geen middelen tegen bladluis. En dus is het altijd zoeken naar een evenwicht. Je levert in bio sowieso in op productievolume, een plaag kan dat nog versterken. Die kosten moeten mee in de prijs verrekend worden. Sommige retailers beweren dat ze binnen 5 jaar 70 procent bio willen aanbieden, maar wel met de prijzen die nu in het gangbare circuit betaald worden. Dat is niet realistisch."

Voor Peter is de veiling het voornaamste afzetkanaal. Hij is dan ook vervuld van de coöperatieve gedachte. "Ik wil vooral een goede teler zijn en geen verkoper. Daarom ben ik blij dat de veiling dat aspect op zich neemt. Bij een coöperatie speelt collegialiteit een grote rol. Als je elkaar het licht in de ogen gunt, dan is een coöperatie een hele mooie manier van afzet. Elk jaar zitten we met de zes biotelers bij Belorta samen om te kijken wie wat zal telen het volgende seizoen. Zo blijft het aanbod ook in evenwicht."

“Een beetje transparantie is nodig om andere boeren mee op de kar te krijgen voor bio.”

Het serreseizoen begint in februari en loopt door tot het najaar. "In de wintermaanden hebben we geen productie. We hebben wel een verwarmde serre, maar de stookkosten zouden te hoog oplopen. Ook moet je genoeg rust inbouwen om plagen niet mee over te nemen naar het volgende seizoen. Tot slot moet je in de winter concurreren met producten uit het Zuiden, die op dat moment een stuk goedkoper zijn."

In de serre lopen kwartels en zijdehoenen rond. "Dat is een deel van onze onkruidbestrijding. Zij pikken elk plantje dat bovenkomt weg. In tegenstelling tot kippen klimmen ze niet in de planten, maar slapen op de grond." Peter Bartels zou wel eens aan zijn laatste seizoen bezig kunnen zijn. Hij zoekt al even een overnemer en heeft die op het moment van het gesprek misschien wel gevonden. Het bedrijf blijft bio. "Niet dat ik uitgeblust ben, maar het is stilaan tijd om het rustiger aan te doen. Maar als de deal niet doorgaat, dan doen we zelf nog een seizoen voort." Peter is blij dat hij op het einde van zijn carrière toch nog voor bio gekozen heeft. "Tegen gangbare collega’s en consumenten zeg ik dat ze echt wel vertrouwen mogen hebben in bio, want men is soms toch nog sceptisch. Ik krijg 3 tot 4 keer per jaar controle, waarvan maar 1 aangekondigd is. Ik koester dat, want zo ontstaat er vertrouwen in het label."

MEER WETEN?

Je vindt alle contactinformatie van Barver op www.bioforum.be/biobedrijvengids/barver-bvba.

Bio Actief

53

09


Kriket WIE?

Michiel en Anneleen van Meervenne WAT ?

Biologische graanreep en granola met krekelmeel WAAR?

Brussel? BIO SINDS?

2018

fotografie

Birgit Sterckx voor Kriket

H

ebben krekels een plaats in de landbouw van de toekomst? Michiel en Anneleen van Meervenne twijfelen daar niet aan. Michiel: "Insecten zijn een heel efficiënte eiwitbron: ze bevatten dubbel zoveel eiwitten als rundsvlees, met een klimaatimpact gelijk aan planten. Ze worden bovendien gekweekt op voedseloverschotten en je hebt er veel minder water en ruimte voor nodig. Dat ontdekte ik toen ik in mijn vorig leven als journalist een krekelkwekerij in Brussel bezocht. Ik was er zo van onder de indruk dat ik er zelf mee aan de slag wou." Samen met zus Anneleen richtte hij na een succesvolle crowdfunding Kriket op. Hun missie? Ervoor zorgen dat het grote publiek insecten ook gaat zien als voedingsbron. Anneleen: "Best wel een uitdaging, want we hebben eerder een negatieve connotatie met insecten. We moeten dus slimme, creatieve manieren vinden om die drempel te overwinnen. Het is niet toevallig dat we eerst een Kriket-reep lanceerden: dat is een makkelijk en toegankelijk product. De volgende stap is laten proeven natuurlijk, en praten met mensen. Daar zetten we sterk op in, want het is de enige manier om mensen aan boord te krijgen." Intussen is het assortiment uitgebreid met

10

Bio Actief

53

“Het circulaire verhaal van biolandbouw past ook perfect bij dat van de krekels” Kriket-granola en gedroogde krekels, al zijn die laatste niet bio. Michiel: "Dat is het gevolg van de wetgeving. We willen als overtuigde bioconsumenten sowieso onze producten als bio op de markt brengen. Het circulaire verhaal van biolandbouw past ook perfect bij dat van de krekels. Bovendien staat de bioconsument heel erg open voor innovatie, daar zitten onze klanten. Onze Kriket-reep was dan ook het eerste bioproduct in Europa met insecten in. Alleen zegt de huidige biowetgeving niets over insecten. We kunnen ze dus niet laten certificeren. Wel mogen biologische producten maximum 5 procent niet-biologische ingrediënten bevatten. In onze granola en repen zit dan ook maar 5 procent krekelmeel. Volgend jaar komt er een nieuwe biowetgeving, en daarin zouden wel regels voor biologische insectenkweek staan. Onze kweker uit Nederland is van plan om om te schakelen van zodra dat kan."

Wie een nieuw product op de markt brengt, laat zich maar beter goed omringen. "Voor onze receptuur klopten we aan bij Hogeschool Gent. Wij zijn immers geen voedingsingenieurs. Op dat vlak zitten we goed in ons land. Heel wat onderzoekers zijn hier mee bezig, en de Vlaamse overheid heeft een insectenplatform opgericht dat onderzoekswereld, bedrijven en overheid samenbrengt. Er lopen momenteel zo’n 45 onderzoeken rond insecten in Vlaanderen. Dat is gigantisch." Zelf wil Kriket ook bijdragen tot de ontwikkeling van de insectensector. Zo haalden ze onlangs Europese onderzoeksubsidies binnen om na te gaan welke reststromen gebruikt kunnen worden om krekels op te kweken. Dat nieuwe voeding introduceren tijd vraagt, beseffen ze bij Kriket maar al te goed. Toch zijn ze ambitieus en kijken ze intussen naar het buitenland. Michiel: "Doordat we met zo’n gloednieuw product bezig zijn, moeten we doordachte keuzes maken." Anneleen voegt daar aan toe, "Toch hebben we bij een heel aantal consumenten al voor verandering in hun eetpatroon kunnen zorgen en krijgen we veel positieve reacties. Dat is een ontzettend fijn gevoel." MEER WETEN?

www.kriket.be


Ecoflora WIE?

Freddy Sparenberg WAT ?

Tuincentrum met eigen kwekerij (deels bio) WAAR?

Halle BIO SINDS?

2011

I

n Halle kunnen consumenten voor biologisch plantgoed terecht bij Ecoflora, het enige biologisch gecertificeerde tuincentrum in Vlaanderen. Zaakvoerder Freddy Sparenberg: "We werken al van in het begin grotendeels volgens de biologische principes, al is niet alles bio. We hebben een moestuin­aanbod, daarin zit het grootste deel bio. Het gaat om kruiden en groenteplanten." Een deel van die planten kweken ze zelf bij Ecoflora. Freddy: "We zetten daarbij vooral in op een grote variatie. Bij onze tomaten hebben we bijvoorbeeld heel wat oude of resistente rassen in alle kleuren. Standaardrassen kweken we niet en we houden ons ook niet bezig met grote hoeveelheden van hetzelfde."

Omdat het tuincentrum zich vooral richt op de particuliere moestuinier, hebben ze in het voorjaar een uitgebreid aanbod biologisch poot-, plant- en zaaigoed. En ook voor de meststoffen kiezen ze voor in bio toegelaten producten. Freddy: "Het blijft wel een uitdaging om mensen te informeren over het belang van bio voor deze producten. Veel mensen zijn daar wel mee bezig als het over directe consumptie gaat, maar minder voor de aanleg van hun eigen moestuin. Mensen kiezen daar niet altijd voor het biolabel."

fotografie

Astrid Agemans

te voeden. Zo lang duurt dat immers."

gemeenten, landschapsarchitecten en tuin­ aannemers. Vooral voor de overheid is dat lokale aspect ook belangrijk. Het zou mooi zijn als er ook op het vlak van het houtig aanbod (bomen, hagen, ... ) in de toekomst meer kan ontwikkelen in bio, want dat is in Vlaanderen nog een blinde vlek."

Biologisch plantgoed vereist ook dat je met biologisch zaad werkt. Freddy: "Voor de groenten lukt dat, ook al is dat met onze grote diversiteit een uitdaging, maar voor de wilde En de toekomst van Ecoflora zelf? Sinds 4 planten is er bijna jaar werkt dochter Naomi mee en zij zou bingeen gecertificeerd nen enkele jaren de zaak overnemen. Freddy: aanbod, zeker niet "Als pedagoge heeft zij uiteraard haar eigen als je autochtoon klemtoon en misschien ontwikkelen we wel zaaigoed wenst." meer richting sociale tewerkstelling zodat het zorgaspect ook zijn plaats krijgt op het Toch zijn daar ook kansen aan het komen. bedrijf. Nog plannen genoeg dus!" Freddy: "Voor ons zaaigoed bloemenweides werken we samen met ECOSEM. Die zijn momenteel aan het omschakelen en doen daarvoor ook een beroep op lokale boeren. Binnenkort wordt het zaaigoed bloeMEER WETEN? menweides dus biologisch én lokaal. Dat www.ecoflora.be zaaigoed verkopen wij vooral B2B: steden en

“We zetten bij ons plantgoed in op een grote variatie.”

"Onze grootste sterkte is ons aanbod inheemse wilde planten. Alleen is dat deel niet biologisch gecertificeerd." Ecoflora kweekt deze planten in pot, maar dat kan binnen de biowetgeving enkel voor plantgoed en kruiden. "Voor veel wilde planten is het niet handig om op te potten na kweek in volle grond. Ook volstaan biologische meststoffen niet om het plantgoed een jaar op pot

Bio Actief

53

11


ECOLOGIE

SECTOR IN GESPREK

Doorbomen over bossen Bos en landbouw: het lijkt een vreemde combinatie, maar dat hoeft niet zo te zijn. Zo vonden BioForum en de bosorganisatie Bos+ elkaar voor een nieuw project rond Carbon Farming.

fotografie

Kobe Van Looveren

VOOR WIE?

Sander Van Daele WAT ?

Boslandbouw helpt bij koolstofopslag

D

e Vlaamse organisatie BOS+ zet zich in voor bosbehoud en meer en beter bos in Vlaanderen en de wereld. Sander Van Daele, medewerker bosuitbreiding en agroforestry van BOS+, wou het graag hebben over hoe zij kijken naar landbouw.

BioForum en Bos+ voeren vanaf het najaar samen een Europees project uit over carbon farming. Kan je daar iets meer over vertellen? Landbouwers kunnen via agroforestry of boslandbouw CO2 vastleggen in de bodem. Dankzij het nieuwe project kunnen mensen of organisaties die CO2-uitstoot creëren dat compenseren. Dat wordt dan geïnvesteerd in agroforestry, bijvoorbeeld houtkanten, hoogstamboomgaarden of de aanplanting van bomen op een perceel.

12

Bio Actief

53

Voor BOS+ is dat eigenlijk niets nieuws. Wij doen al meer dan 20 jaar aan CO2compensatie door bebossing en dat voor grote en kleine organisaties. Zo hebben we voor de afvalintercommunale Limburg.net al meer dan negentig ha bos aangeplant om een deel van hun uitstoot te compenseren. Voor Telenet hebben we sinds 2012 vijfhonderd ha bos aangelegd op geërodeerde hellingen in Ecuador. Op onze website www.treecological.be kan trouwens iedereen zijn uitstoot berekenen. Je kan zo bijvoorbeeld je vliegreis compenseren via een bebossingsproject in Zuid-Amerika. Nu willen we op dat platform van start gaan met CO2-compensatie in Vlaanderen.

Hoe vermijd je dat mensen of bedrijven die compensatie een beetje gaan gebruiken als greenwashing, zonder hun gedrag ook aan te passen? Dat is een terechte bezorgdheid. Daarom spoort Treecological de mensen in de eerste plaats aan om zich te verplaatsen op een manier die zo weinig mogelijk CO2-uitstoot


met zich meebrengt. Maar wie naar de andere kant van de wereld wil reizen, heeft weinig andere keuze dan het vliegtuig te nemen. Daarom bieden wij de mogelijkheid aan om in dat geval je CO2-uitstoot te compenseren via bebossing. Voor bedrijven zijn we wel streng. Voor ieder bedrijf dat bij ons aanklopt, kijken we hoe ethisch hun bedrijfsvoering is. Daar evalueren we ze op. We baseren ons daarvoor op openbare rangschikkingen van bedrijven (bv. Greenpeace voor energieproducenten). Bij een negatieve evaluatie geven we feedback over de pijnpunten en proberen we in overleg te gaan. We passen dit systeem toe sinds 2008 en hebben al tientallen bedrijven moeten afwijzen. Vooral energieproducenten en banken liggen moeilijk.

Hoe gaat CO2-compensatie technisch in z’n werk? Voor de berekeningen van de CO2-vastlegging doen we een beroep op wetenschappers. Zo betrekken we de Universiteit Gent bij de moni-

toring van de aanplantingen. Zij bekijken of de groei van die bomen wel in overeenstemming is met wat voorspeld was. Ook voor onze projecten rond carbon farming zullen we onderzoekers betrekken, zowel om de berekeningen te maken op basis van literatuur als om dit te verfijnen via metingen op het veld.

Vlaanderen. We hebben onder meer een kennisloket opgezet: op www.agroforestryvlaanderen.be staat heel wat technische informatie om met agroforestry aan de slag te gaan. We staan landbouwers ook bij om eventuele subsidies aan te vragen. Zelf houden we de administratie zo beperkt mogelijk zodat die geen extra drempels vormt.

Om te bepalen welke vergoedingen nodig zijn voor de CO2-vastlegging zullen we in De landbouwsector ervaart de overleg gaan met de landbouwers via een geplande bosuitbreidingen in de participatief traject. Een percentage van het beperkte Vlaamse ruimte soms als een bedrag zouden we meteen bij de start van bedreiging. Is die vrees terecht? het project storten, zodat de kosten voor de Het bosareaal in Vlaanderen is zeer laag in aanplant gedekt kunnen worden. Het reste- vergelijking met de ons omringende landen. rende bedrag zouden we dan overmaken als Om verschillende redenen - klimaatverandede voorspelde CO2-vastlegging na vijf jaar ring, de nood aan recreatie, biodiversiteit, ... effectief is gerealiseerd. Na tien jaar kunnen - is het echt wel aan te raden om aan bosuitwe dat dan nog eens herhalen. breiding te doen. Je komt dan onvermijdelijk uit bij landbouwgrond. Woon- en industrieWe willen naast financiële middelen ook gebied zijn immers veel te duur in aankoop. inhoudelijke ondersteuning bieden over Dus ja, er is een zekere competitie tussen boomsoortkeuze, aanplantingsplan, enzo- landbouw en bosuitbreiding. Maar er gaat voort. We werken hiervoor samen met diverse nog veel meer landbouwgrond verloren aan partners binnen het Consortium Agroforestry andere landgebruiksvormen zoals vertuining,

Bio Actief

53

13


verpaarding en verharding in het algemeen. Minister Demir is erg ambitieus: ze wil 4000 ha extra bos tegen 2024. We zijn nu twee plantseizoenen ver, maar volgens de bosteller (www.bosteller.be) zitten we nog maar rond de 270 hectare nieuw bos. De vrees dat landbouwgrond wordt ingenomen door bos moet dus met een korrel zout genomen worden, denk ik. Er zijn bovendien veel wettelijke drempels om aan bosuitbreiding te doen. In het slechtste geval heb je vier vergunningen nodig om aan bosuitbreiding te mogen doen. Op het Gewestplan uit de jaren 1970 werden veel bossen ingekleurd als niet-bosgrond: ongeveer 60.000 ha van de 150.000 ha bos ligt ofwel in een agrarische bestemming ofwel in industrie- of woongebied. Gelukkig kwam er in de jaren negentig het bosdecreet, waardoor bossen nu een beetje beter beschermd worden, ook al zijn er nog heel wat achterpoortjes waar mensen nog vaak gebruik van maken. Zo kunnen in landbouwgebied bossen van minder dan 22 jaar ontbost worden met een eenvoudige melding. Kortom, het is in sommige gevallen eenvoudiger om te ontbossen dan om te bebossen. Het gevolg is dat de afgelopen decennia jaarlijks telkens zo’n 100 à 300 ha bos verdween. Met de kleinschalige bebossing die er wel is, geraakt die ontbossing niet eens gecompenseerd.

bosbouw. Eén van de subsidievoorwaarden bij agroforestry is trouwens dat je tenminste nog tien jaar na de aanplant een landbouwteelt moet voorzien. Zelfs na die tien jaar is er nog altijd een grote hinderpaal om landbouwgrond met agroforestry om te vormen naar een bos. Je hebt dan nog steeds een bindende vergunning nodig van het Schepencollege, na advies van de landbouwadministratie.

Gaan jullie in de toekomst nog meer inzetten op landbouwprojecten? Vroeger lag onze focus enkel op bossen. Met projecten rond bijvoorbeeld korte omloophout zetten we onze eerste stappen richting landbouw. Zo’n 15 jaar geleden kwam daar ook agroforestry bij. In de tropen zit dat nog meer ingebakken in de werking, maar ook in Vlaanderen zien we agroforestry als belangrijke evolutie om onze landbouw duurzamer te maken. Dat past helemaal in onze visie. Bomen en bossen zijn een goed antwoord op veel maatschappelijke vraagstukken: verkoeling, biodiversiteit, recreatie, ... Maar ook in de landbouw hebben bomen heel wat voordelen. Denk maar aan een meer gediversifieerde productie of het milderen van de effecten van klimaatverandering (verminderen van hittestress door verkoeling). In al onze projecten proberen we aan de doelgroepen duidelijk te maken welke ecosysteemdiensten bomen ons leveren.

Zelfs agroforestry wordt soms als een bedreiging gezien...

Tot slot, heb je nog meer ideeën om in de toekomst met de biosector samen te werken?

Agroforestry is een vorm van landbouw, geen

Carbon farming is één manier om meer

14

Bio Actief

53

bomen door middel van agroforestry in de landbouw binnen te brengen. Maar ook de inrichting van de buitenloop voor kippen kan een mooie gelegenheid tot samenwerking zijn. Kippen blijven doorgaans in de buurt van de stal, maar als je de buitenloop gaat inrichten met bomen en struiken, dan zie je dat ze de uitloop verder gaan exploreren. Het zijn van nature dan ook bosdieren. Uit projecten in Frankrijk bleek dat zo’n uitloop de gezondheid van het pluimvee gunstig beïnvloedt en dat het vlees kwaliteitsvoller is. Logisch: meer beweging leidt tot een betere gezondheid. In opdracht van de Dienst Dierenwelzijn van het Departement Landbouw en Visserij zijn we nu een brochure aan het maken over natuurlijke beschutting in de weides, zoals bomen en houtkanten. We focussen daarbij op koeien, schapen en paarden. We houden rekening met de voederwaarde van struiken en bomen, want dat kan een belangrijke invloed hebben op de gezondheid van vee. Onderzoek wijst aan dat de bladbiomassa van sommige soorten bepaalde sporenelementen bevat die gunstig zijn voor de gezondheid. Hierdoor kan het antibioticagebruik verminderd worden.

MEER WETEN?

Je vindt alle informatie over dit project op www.bioforum.be/clienfarms.


Starterscursus type A en B Starten in de land- en tuinbouw

www.nacvzw.be

Opleiding biologische land– en tuinbouw Opleiding korte keten 60 uren - €120

Type A: Bedrijfsleiding en -overname 100 u - €180

Opleidingen starten in oktober2021 En januari 2022 op diverse locaties Oudenaarde

Tielt

Bocholt

Ruddervoorde Ninove

Zwevegem

Sint-Truiden

Lichtervelde

Zwijnaarde

Oedelem

Hasselt

Diksmuide

Zemst

Sint-Niklaas

Lier

Ieper

Tienen

Merelbeke

Geel

Roeselare

Turnhout

Eeklo

Loenhout

Diest

info@nacvzw.be - 051/26.08.30 - 0475/78.45.94

Met steun van Vlaanderen en EU - www.vlaanderen.be/pdpo Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland 2200000536_1_ADV_8521.indd 1

5/08/21 17:06

BIO, al 40 jaar het van ons bedrijf Onze website werd in een nieuw kleedje gestoken ! Wij hebben hem speciaal ontworpen om beter aan uw behoeften te voldoen en uw werk te vergemakkelijken. Bezoek onze gloednieuwe website !

NEW

©TERO

Aardappelen gecertificeerd door CERTISYS®

CERTISYS®, Belgische pionier in biocertificatie. info@certisys.eu - 09/245.82.36 - www.certisys.eu 2210000030_2_ADV_8521.indd ann bioactief 180x130 NL.indd 1 1

08/07/2021 12/07/21 10:03 16:51


VERANDERENDE SECTOR

EERLIJK

Biobedrijvengids: jouw toegangspoort tot de biosector Met de vernieuwing van de website van BioForum werd ook de Biobedrijvengids serieus onder handen genomen. We geven je een korte introductie.

VOOR WIE?

De hele biosector

O

nze online databank Biobedrijvengids bevat alle biogecertificeerde bedrijven in Vlaanderen en Brussel en alle verwerkende bedrijven van Wallonië. Ben je op zoek naar producten, afzetkanalen, partners, dan helpt dit instrument jou in je zoektocht. De databank is gericht op ondersteunen van het B2B-netwerk in de biosector. Consumenten kunnen terecht op www.biomijnnatuur.be.

Uit goede bron Welke bedrijven er gecertificeerd zijn en dus opgenomen worden in de Biobedrijvengids, vernemen we via de bevoegde overheden. Zij stellen samen met de controle-organisaties lijsten samen. Deze lijsten worden op regelmatige basis bijgewerkt, maar er kan altijd een kleine vertraging zijn. We nemen ook bijkomende informatie op over bedrijven. Daarvoor baseren we ons op het certificaat, informatie van de website van het bedrijf of gegevens die je als bedrijf zelf aan ons doorgeeft. Kijk zeker jouw bedrijfsprofiel na om te zien of de relevantie informatie nog up-to-date is.

Gericht zoeken Je kan de Biobedrijvengids op verschillende manieren gebruiken. Zoek je contactgegevens van een bedrijf dat je al kent? Dan kan je zoeken op bedrijfsnaam, btw-nummer, naam zaakvoerder, ...

16

Bio Actief

53

Via de kaart kan je ook nagaan welke biobedrijven er in jouw buurt zitten. Ben je op zoek naar leveranciers van biologische voedingsproducten, dan helpen de zoekfilters jou om heel gericht op zoek te gaan. Er zijn meer dan 130 productcategorieën. Nieuw is dat ook non-food als categorie is toegevoegd en dat je boeren ook kan vinden op basis van teelten. Ben je op zoek naar een bedrijf dat in opdracht van jou graan kan malen, sap kan bottelen, transport of opslagruimte kan voorzien... dan helpt de filter "gecertificeerde loondiensten" jou vast een handje. Je kan tot slot zoekopdrachten combineren, en de resultatenlijst past zich onmiddellijk aan. Zo vind je snel de bedrijven die je nodig hebt.

Bedrijf in beeld Per bedrijf bundelen we alle informatie op een overzichtelijke fiche, met daarop alle contactgegevens, inclusief link naar website en sociale media. Van elke bio-ondernemer vind je ook de link naar hun certificaat en zie je in één oogopslag of ze bijkomende

labels dragen zoals Biogarantie (Belgium), Demeter of Fair Trade. Onze leden geven we graag wat meer zichtbaarheid: zij kunnen hun logo laten toevoegen en extra bedrijfsinfo. Dat zal stapsgewijs gebeuren. De zoekfunctie zal af en toe een tijdelijke filter bevatten: zo kan je via de Biobedrijvengids bv. vlot terugvinden welke bio-ondernemers op BioXpo zullen staan.

Meer dan bio? Tot slot: de databank bevat niet enkel de biobedrijven, maar ook alle adressen die volgens ons nuttig kunnen zijn voor jou als bio-ondernemer. Zo kan je als boer leveranciers vinden voor tractoren of organische meststoffen. Ook de gegevens van controle-organisaties, onderzoekstinstellingen, overheidsdiensten enzovoort vind je in de Biobedrijvengids! MEER WETEN?

Neem een kijkje op www.biobedrijvengids. be. Vragen? Neem contact op met Marijke Van Ranst marijke.vanranst@bioforum.be.


Onze biorassen: Vitabella Cephora BIO Lantie 1a, Vessem 0497-59 17 94

2200000547_2_ADV_8521.indd 2190000441_1_ADV_7577.indd 1

www.neutkens.nl

PLANTERA BV | Hamerslag 2 | 8316GC MARKNESSE NL

info@neutkens.nl

+31 [0]527 26 41 28 | info@plantera.nl | www.plantera.nl

29/07/21 2200000621_1_ADV_8521.indd 11:29 1 20/08/19 08:20

19/07/21 16:38

Uw BIO partner voor droog-, vers- & diepvrieswaren Ontdek ook ons ultravers platform met ultraverse groenten & fruit, vlees en vis.

TEL 016 63 27 36 | WWW.MARMA.BE 2200000529_3_ADV_8521.indd 1

12/07/21 10:00


(G)een weg terug

EERLIJK

Welke weg heeft een bioproduct afgelegd voor het in de winkel terechtkomt? Dat zoeken biowinkeliers zelf uit in de rubriek (g)een weg terug. Deze keer volgen we een pak speculoos van de winkel naar het veld.

VOOR WIE?

De hele biosector

1

2

Guy Thorrez heeft al enkele jaren een biowinkel in Torhout en gaat door het leven als BIOGUY. Naar aanleiding van het Weekend van de Klant leerde hij de speculoos van La Confiance kennen. Hij was wel benieuwd welke weg dit product moest afleggen voor het bij hem in de winkel terechtkwam. Het enige dat hij weet, is dat hij ze bestelt bij verdeler Hygiena.

Hygiena Hygiena werd in 1954 opgericht door Luc Muyldermans, de vader van huidig gedelegeerd bestuurder Jos Muyldermans. Samen met sales director David Van de Gehuchte staat hij Guy te woord. Jos: "We zijn in die jaren flink gegroeid, maar blijven een familiebedrijf. Iedereen kent hier iedereen bij naam."

Guy Thorrez: Jullie zijn vooral gespecialiseerd in droogwaren, niet? Jos: We kunnen alles aanbieden wat droog getransporteerd kan worden. Droge voedingswaren, maar ook hygiëne- en onderhoudsproducten. We hebben intussen zo’n 2.500 referenties. De focus ligt daarbij op duurzaamheid. Bio is daar een heel groot onderdeel van, al zijn er nog wel niet-bioproducten in ons assortiment. Die proberen we zoveel mogelijk te vervangen door biovarianten. Daarnaast zijn we ook rietsuikerleverancier in heel Europa.

In hoeverre is jullie rol als verdeler veranderd de laatste jaren? David: De consument wordt veeleisender.

18

Bio Actief

53

Binnen de minuut kan die iets via internet kopen. Met die mentaliteit gaat een klant ook naar de winkel, en dus verlangt de winkelier van zijn leverancier ook meer flexibiliteit en snelheid. We spelen daar op in met onze webshop. Wie vandaag bestelt voor 12u heeft morgen zijn bestelling in de winkel. De administratie gaat volledig digitaal.

Hoe past La Confiance in jullie assortiment?

We zijn sterk lokaal verankerd, ook al maken we sinds 2017 deel uit van de Franse groep Léa-Ekibio, Compagnie Biodiversité. Dankzij die overname zijn we ook producent, want deze Franse groep heeft zelf 22 productie-eenheden. Maar er blijft altijd ruimte voor echt Belgische producten zoals die van La Confiance. Bovendien willen we zo weinig mogelijk tussenstappen tussen producent en winkelier, en ook daaraan beantwoordt La Confiance perfect.


3

La Confiance En dan is het tijd om naar Dendermonde te rijden, waar de fabriek van La Confiance is. Zaakvoerder Leo Borms ontvangt ons samen met salesmanager Michael Van Limbergen.

Wat kan je vertellen over La Confiance? Leo: Ik stam uit een bakkersfamilie en was vroeger zaakvoerder van Vondelmolen. Enkele jaren geleden zette ik daar een stapje opzij en begon ik met La Confiance. Ik had namelijk het oud recept van mijn overgrootvader voor speculoos teruggevonden. Vandaag bestaat ons La Confiance-gamma uit 3 producten: gewone speculoos, speculoos met cacaoschilfers en speculoos met hazelnoten. We zijn een klein, ambachtelijk bedrijf. Bij ons heeft de operator het deeg elke keer gezien voor het de oven in gaat.

Hoe belangrijk is bio voor jullie? Leo: In onze bakkerij worden van oudsher ook producten van Ceval geproduceerd. Die zijn niet allemaal bio. Maar voor La Confiance kozen we wel voor het biolabel, omdat dat een ontzettend boeiende manier van produceren is. Zo zou het meer moeten zijn. Door ons gangbaar aanbod moeten we zien dat we alle grondstoffen goed gescheiden houden. Dat wordt goed gecontroleerd. Ik vind het altijd opvallend dat zo’n biocon-

4

troleur de niet-biologische grondstoffen beschouwt als een contaminatie. Dat is een interessante kijk.

Op de verpakking van La Confiance prijken portretten van boeren. Wat kan je daar over vertellen? Toen we La Confiance opzetten, wilden we ook graag tonen waar onze producten vandaan komen. Zo kwamen we uit bij de Waalse boer Thibault, die de tarwe teelt die wij gebruiken in ons deeg. Daarom ook dat we met Molens van Oudenaarde werken, een iets kleinere

molen die nog perfect weet van waar zijn Belgische granen komen.

Er is veel speculoos op de markt, hoe maken jullie het verschil? Naast onze mooie verpakking is smaak het beste verkoopsargument. Jammer genoeg was dat tijdens de coronaperiode moeilijk, maar van zodra het weer kan, willen we aan winkeliers en klanten opnieuw ons product laten proeven. Daarom ook dat we blij zijn dat we de attentie voor de Weekend van de Klant-actie mogen leveren!

Molens Van Oudenaarde Naast de Schelde in Oudenaarde ligt Molens Van Oudenaarde. Johan De Turck, al generaties lang een molenaarsfamilie, liep als klein kind al in een molen rond. In 1994 nam hij Molens van Oudenaarde over en startte hij meteen met bio. Voordat hij ons rondleidt langs de indrukwekkende molen, beantwoordt hij graag de vragen van Guy.

begrijpen daar blijkbaar beter dat bloem een natuurproduct is en dat de kwaliteit dus kan schommelen ,vooral door de weersomstandigheden. De biobakker moet dus soms zijn receptuur licht aanpassen. Sowieso leveren we kwaliteit: we doen een heel strenge ingangscontrole voor het graan op eiwit, vocht, gluten en bakkwaliteit. Als deze parameters niet voldoen, dan malen we het niet.

Guy: Je werd bio in 1994 zei je. Ja, we waren een van de pioniers. We zijn altijd blijven groeien. Vandaag is zo’n 40 procent van onze omzet bio. We werken voor ons Belgisch biograan samen met graanhandel Fayt, die veel biologisch graan van Waalse bioboeren verkoopt.

Waarom kiezen jullie voor bio? Ik geloof in gezonde voeding. Biogranen bevatten geen pesticiden en zijn dus niet milieuvervuilend. Ook is het gewoon lekkerder en het brood gezonder. Onze biobloem bevat dan ook alleen maar natuurlijke producten. Bio heeft immers een meerwaarde. In de biosector is er ook nog veel vakkennis. Mensen

La Confiance neemt bij jullie biobloem af. Moet die bloem aan speciale vereisten voldoen? Voor speculoos speelt het eitwitgehalte minder een rol dan voor pakweg brood. Voor dat laatste is de Belgische tarwe niet altijd geschikt. We zitten nu wel in een project met een grote retailer om Belgisch biobrood te maken. Voor koekjes is er in elk geval genoeg Belgische biotarwe. La Confiance neemt bij ons maar een klein volume af, maar voor ons is iedere klant belangrijk. We zijn zelf ook een kleinere speler, maar kunnen daardoor inzetten op klantenservice. Voor particulieren hebben we ook een aanbod: kleine verpakkingen van 5 kilogram.

Bio Actief

53

19


5

Graanhandel Fayt Johan van Molens van Oudenaarde stuurt Guy vervolgens over de taalgrens. In het Waalse Strée ligt graanhandel Fayt, die het graan levert dat La Confiance gebruikt voor zijn speculoos. Zaakvoerder Matthias Fayt ontvangt ons graag.

Wat kan je ons vertellen over jouw bedrijf? We zijn een klein familiebedrijf dat vooral op zoek gaat naar niches in de graanmarkt. We hoeven niet te concurreren met grote spelers, maar werken vooral samen met kleinere molens. Een groot deel van het graan dat hier weggaat, is bestemd voor veevoer. Ik zorg voor de afzet, mijn neef voor het contact met de boeren. Zo’n 20 procent van ons graan is bio.

Jullie kiezen bewust voor een lokale aanpak? Ja, al is dat niet gemakkelijk in een ­geglobaliseerde markt. Als je kijkt hoeveel Oost-Europees graan kost, dan kan je daar bijna niet mee concurreren. Maar we willen lokale relaties opbouwen en boeren een eerlijke, correcte prijs geven. Elk jaar overleggen we daar opnieuw over met de boer. Consumenten zouden ook meer belang

6

Thibault Hannoteau Wie de speculoos van La Confiance kent, kent ook Thibault Hannoteau. Zijn gezicht siert al van bij de start de verpakking. Hij leidt Guy rond op een van zijn graanvelden.

Wat vind je ervan dat je hoofd op de verpakking staat? Ik sta op zich niet zo graag op de foto, maar ik vind het wel fijn dat ik de ontwikkeling van lokale producten mee kan ondersteunen.

Is graanteelt je hoofdbezigheid? Nee, ik ben in de eerste plaats een veehouder, actief in de korte keten. Het graan teel ik dus vooral als voer voor mijn varkens, al heb ik ook wel tarwe gezet voor verkoop. Dat komt omdat ik met graanhandel Fayt de afspraak heb dat zij mijn overschotten verkopen. Die tarwe is een extra. Zij bewaren dat in aparte big bags, die voor een deel naar La Confiance gaan. Als ik niet genoeg graan heb, dan wordt dat aangevuld met graan van andere boeren uit de regio.

Was bio voor jou de eerste keuze? Ja, al van bij het begin koos ik voor bio. Ik zou geen boer geworden zijn als ik het anders had moeten doen. Tijdens mijn landbouw-

20

Bio Actief

53

moeten hechten aan producten met lokale grondstoffen. Dat blijft een moeilijk verhaal.

Wat komt er kijken bij de verkoop van graan? Meer dan je zou denken. Na de oogst wordt het graan hier geleverd. We maken dan een analyse. Er wordt gecontroleerd op eiwitgehalte, onzuiverheden, vochtigheidsgraad. Daarna drogen we eventueel en daarna slaan we het graan op. Ventilatieroosters in de opslagruimte zorgen ervoor dat het graan goed kan bewaren.

Hoe zijn jullie destijds met bio gestart? Dat is een leuk verhaal. Straks brengen we een bezoek aan boer Thibault, die het graan levert voor La Confiance. Zijn vader was commercieel verantwoordelijke bij ons. Thibault deed toen al bio en zijn vader had al snel door dat dat ook voor ons als graanhandel een opportuniteit zou kunnen zijn. We hebben toen nog meer boeren gestimuleerd om zich om te schakelen, met succes.

Waarom koopt Molens van Oudenaarde zijn graan aan bij jou? In Vlaanderen is er minder een traditie van graanteelt dan in Wallonië. Dat heeft ook met de beschikbaarheid van grond te maken. Die is hier meer aanwezig, maar je kan er minder goed groenten op telen. Veel Waalse boeren kiezen dus voor de combinatie van akkerbouw en veeteelt. Toch verkopen we veel van ons graan in Vlaanderen omdat daar dan weer meer kleine molens zijn dan bij ons. Molens van Oudenaarde is daar een goed voorbeeld van. En wij verkopen hun bloem bij ons in de winkel. Dat is een leuke wisselwerking.

opleiding werd daar een beetje vreemd naar gekeken, maar steeds meer boeren willen komen kijken hoe ik het doe.

minder goed. Om die reden is bv. spelt in bio makkelijker.

Wat zijn de knelpunten van graanteelt?

MEER WETEN?

Het weer is een erg belangrijke factor. Als er veel regen valt, zoals deze zomer, dan moet je heel snel oogsten om kiemen te voorkomen. Daarnaast is er ook onkruiddruk in bio, zeker bij tarwe. Die bedekt de bodem immers

Ben je zelf biowinkelier en wil je ook eens een van je producten volgen van winkel tot veld? Neem contact op met onze adviseur verkooppunten Marijke Van Ranst marijke.vanranst@bioforum.be.


WORD LID

Word lid van Bioforum en draag bij tot de stem van een sector! Meer dan 400 bedrijven hebben ervoor gekozen om lid te worden van BioForum. Ze hebben daar maar liefst vijf redenen voor.

Jij beslist mee

Persoonlijk advies

Wij hechten veel belang aan stemmen uit de sector. Als lid speel je mee een rol in de vorming van standpunten. Enkel als lid kan je ook zetelen in de Raad van Bestuur of Algemene Vergadering en bepaal je mee waar wij op moeten inzetten.

De biologische bedrijfsvoering vergt heel wat van een ondernemer: nieuwe technieken, nieuwe leveranciers, nieuwe afnemers en een wetgeving die voortdurend evolueert. De medewerkers van BioForum staan jou graag bij met advies op maat.

Versterk je netwerk WIL JIJ OOK LID WORDEN? Surf snel naar www.bioforum. be/wordlid en meld je daar aan! Je vindt daar ook de tarieven voor lidmaatschap.

Een sterk netwerk is een ­kapitaal waard, zeker in de kleinere ­biosector. Speciaal voor leden organiseert BioForum nuttige netwerkmomenten. De personeelsleden van BioForum staan je ­individueel bij om je netwerk uit te breiden. Ons netwerk is ook het jouwe.

Voordelen voor jouw bedrijf Als lid van BioForum geniet je van kortingen op promomateriaal voor jouw bedrijf, op studiedagen en advertenties. Als lid krijg je korting bij onze partners. We zetten vooral leden in de kijker in de media. Enkel als je lid bent, kan je het Biogarantielabel dragen.

In actie voor jouw belangen BioForum is dé gespreks-partner voor overheid en middenveld als het over bio gaat. We zetelen in meerdere belangrijke raden en a ­ dviseren het beleid, Vlaams, Belgisch en Europees. Hoe meer leden, hoe sterker onze boodschap.

Bio Actief

53

21


ZORG

SECTOR IN GESPREK

10 jaar CCBT

ECOLOGIE

Al 10 jaar coördineert het CCBT het bio-onderzoek in Vlaanderen. In dit gesprek blikken we niet alleen terug, maar kijken we ook naar de toekomst. fotografie

CCBT

VOOR WIE?

De hele biosector

T

er ere van het jubileum van het CCBT, voluit het Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting biologische teelt, spraken we met coördinator Carmen Landuyt, CCBT-voorzitter Bart Naeyaert en ondervoorzitter Bart Van Parijs, zelf actief als biologisch kleinfruitteler.

Waarom werd het CCBT 10 jaar geleden opgericht? Naeyaert: Voor het CCBT opgericht werd, zagen we dat verschillende praktijkcentra wel onderzoek deden naar bio, maar dat de algemene coördinatie ontbrak. Het was daardoor niet altijd makkelijk om te zien welke onderzoeksnoden er bestonden binnen de biosector. Dat is nu beter: het CCBT krijgt van de Vlaamse overheid onderzoeksmiddelen, wij selecteren in samenspraak met de sector de onderzoeksvragen en wijzen die toe aan de verschillende praktijkcentra. Daarnaast brengen we de bestaande kennis tot bij de sector via onze website en nieuwsbrief. Van Parijs: Doordat het bio-onderzoek versnipperd was over de provincies, gebeurde

22

Bio Actief 53

het wel eens dat twee praktijkcentra hetzelfde soort onderzoek uitvoerden. Ik denk bijvoorbeeld aan onderzoek naar bepaalde schimmelziektes, wat voor verschillende sectoren interessant kan zijn. Dat is nu meer gestroomlijnd.

Zit bio verankerd in de werking van de aangesloten proefcentra? Landuyt: Dat is een van de voorwaarden. Proefcentra moeten ook in hun basiswerking initiatieven hebben rond bio-onderzoek. Dat groeit trouwens. Zo hebben het Proefcentrum voor de Sierteelt (PCS) en PSKW - dat zich richt op de kleinere groenteteelten - zich twee jaar geleden aangesloten bij ons. Zij kregen ook meer en meer vragen van biotelers en hebben daarop een deel van hun percelen omgeschakeld.

productiesysteem of aan het lastenboek. Dat neemt niet weg dat veel bio-onderzoek ook interessant kan zijn voor niet-bioboeren. Landuyt: aparte onderzoeksfinanciering draagt ook bij tot de geloofwaardigheid van dat onderzoek voor de biosector. Bio is een volledig productiesysteem, en onderzoeksresultaten zijn dus pas helemaal relevant voor bioboeren als ze in dat productiesysteem behaald zijn. Wat Bart zegt klopt trouwens: onze nieuwsbrief belandt ook bij veel gangbare boeren. Onderwerpen als mechanische onkruidbestrijding of bodembeheer leven momenteel heel sterk in de gangbare landbouw.

Naeyaert: Op zich is het logisch dat de interesse voor bio-onderzoek toeneemt, omdat de belangstelling voor bio in het algemeen in al die jaren is blijven groeien.

Van Parijs: Ik krijg regelmatig gangbare telers over de vloer die twijfelen om om te schakelen. Als ik hen wijs op al het bestaande bio-onderzoek en de publicaties, dan zijn ze sneller geneigd om die stap te zetten. Het geeft vertrouwen dat ze met hun vragen terechtkunnen bij het CCBT.

Hoe belangrijk is dat apart onderzoek voor bio?

Jullie hameren op vraaggestuurd onderzoek?

Naeyaert: de uitdagingen in bio liggen anders dan in de gangbare landbouw, omdat veel onderzoeksvragen verbonden zijn aan het

Landuyt: Klopt: een onderzoeker kan niet in zijn eentje een onderzoeksvraag indienen als project. De vraag moet ook vanuit de


sector komen. We focussen ook op participatief onderzoek, waarbij boer en onderzoeker samenwerken. De Biobedrijfsnetwerken helpen hier enorm bij. Naeyaert: in de gangbare landbouw is veel onderzoek ook vraaggestuurd en participatief. Maar doordat de biosector kleiner is, lijkt het wel makkelijker om die vragen van boeren te laten doorstromen naar het onderzoek. Van Parijs: Dat klopt. Ik zit als bioteler ook in de technische adviesraad van PCFruit. De 10-12 man die daar rond de tafel zitten – waaronder ook aankoopcentrales - vertegenwoordigen een sector van 600 telers. Als we daarentegen met de Biobedrijfsnetwerken kleinfruit de biotelers bevragen, dan reageert zo’n 40 tot 60 procent.

Sinds 2018 heeft ILVO een Living Lab Agro-ecologie en bio. Hoe werken jullie samen met hen? Landuyt: We willen complementair zijn, en dat begint te lukken. 1 keer per maand schuif ik mee aan bij hun intern overleg. De focus ligt bij hen net iets meer op agro-ecologie, omdat Europa daar meer op wil inzetten. Er bestaat een beetje de vrees bij bio-onderzoekers dat Europa de middelen daarvoor zal wegnemen bij het bio-onderzoek. Maar daar hebben we voorlopig nog geen zicht op.

ten voor onderzoek. Dat doen we nu slechts beperkt, omdat zulke Europese projecten heel wat tijd en administratie vragen. We hebben daar de mankracht niet voor. Maar Europese financiering zou ons in staat stellen om ook grootschalig onderzoek op lange termijn te doen in plaats van enkel kortetermijnprojecten. Dat is echt een hiaat in onze werking. Zo’n langetermijnaanpak kan ook nieuwe onderzoekers overtuigen tot het indienen van een project rond biolandbouw. Van Parijs: Ook doctoraatsthesissen vallen bij ons uit de boot omwille van die kortetermijnfinanciering. Ik zie daarnaast nog een gebrek aan onderzoek rond biologische dieren. Voor pluimvee zijn er onderzoeksvragen die al heel lang meegaan maar waar nog steeds geen antwoord op is. Naeyaert: Dierlijk onderzoek is in de hele landbouw moeilijk te financieren met publieke middelen. Dat heeft ook te maken met infrastructuur. Een stal die je nu bouwt is binnen 5 jaar misschien al achterhaald. Bij plantaardige landbouw is de drempel een stuk kleiner.

Tot slot: hoe kijken jullie terug op 10 jaar CCBT? Landuyt: De praktijkcentra opereren echt als een team en werken bijvoorbeeld samen rond overkoepelende thema’s. Naeyaert: Ik vind het fijn om vast te stellen dat de organisatie nog steeds goed draait. De proefcentra, BioForum, ... je voelt dat iedereen samen vooruit wil. Landuyt: Dit najaar lanceren we trouwens onze nieuwe website. Die heeft alle functionaliteiten van vroeger maar zal er een stuk beter uitzien. En in december organiseren we een studiedag als een soort uitgesteld verjaardagsfeest. Hou zeker onze nieuwsbrief in de gaten!

MEER WETEN?

Je kan alles over CCBT vinden op www.ccbt.be en je kan je er gratis abonneren op de maandelijkse nieuwsbrief BIOpraktijk.

Naeyaert: als er kennis uit komt waar de landbouw, of dat nu bio of gangbaar is, mee vooruitgeholpen wordt, dan is dat alleen maar positief. Tegelijkertijd is het wel belangrijk dat bio-onderzoek ook blijft focussen op bio en de bijhorende knelpunten. Bio blijft een sterk merk. Van Parijs: De komst van dat Living Lab zette alles weer eventjes op scherp, en dat vind ik goed. Je moet als organisatie af en toe ook wakker geschud worden. Daar kom je beter uit.

Wat brengt de toekomst nog? Waar liggen er nog kansen voor CCBT? Landuyt: We proberen altijd in te zetten op wat er leeft binnen de sector. Zo ontstond bv. het project Boer-Bricoleur rond zelfbouwmechanisatie. Dat thema sloot niet meteen aan bij de werking van de praktijkcentra. Dat hebben we dan op ons genomen, en we zoeken er zelf financiering voor. Daarnaast zouden we willen kijken of we ook meer Europese middelen kunnen inzet-

Bio Actief

53

23


ZORG

VERANDERENDE SECTOR

Welke technieken zijn toegelaten in de bioverwerking? Stilstaan is achteruitgaan. Dat is ook het motto in de voedingssector. En dus worden er voortdurend nieuwe technieken en technologieën ontwikkeld. Maar stemmen die wel overeen met de principes van bio? En hoe bepalen we dat? Op die vragen zoeken we een antwoord.

fotografie

Sophie Nuytten

24

Bio Actief

53


VOOR WIE?

Biologische verwerkers

E

uropa mikt tegen 2030 op 25 procent biolandbouw. De voedingsindustrie heeft dat begrepen. Veel bedrijven openen, naast hun bestaande gangbare assortiment, ook steeds vaker biolijnen. Een aantal zien bio in de eerste plaats als een opportuniteit. Alleen is bio natuurlijk geen louter economisch verhaal. In een ideale wereld zouden de vier biologische principes de drijfveer moeten zijn om voor bio te kiezen. En een bedrijf zou er dan naar streven om die principes te hanteren in de manier waarop ze voeding produceren. Daar knelt nu soms nog het schoentje.

Biologische wetgeving niet concreet Heel wat bedrijven zijn voortdurend bezig om hun recepturen of productie te verbeteren. Ze ontwikkelen daarvoor nieuwe technieken. Het kan gaan om nieuwe ingrediënten, verwerkingsmethodes of productieprocessen. Maar wat kan er wel of niet binnen bio? Niet alle bedrijven stellen zich die vraag. Ze kijken daarvoor uitsluitend naar de bioverordening. Alleen schept die weinig duidelijkheid. Er zijn wel concrete regels over ingrediënten, additieven en hulpstoffen, maar over verwerkingsmethodes wordt alleen gesproken in algemene bewoordingen. De biowetgeving stelt dat verwerking met zorg moet gebeuren, bij voorkeur door het gebruik van biologische, mechanische en fysieke methodes. Ook kan het gebruik van bepaalde technieken zonodig beperkt worden, maar wat wel of niet kan, wordt niet duidelijk benoemd. Dat is helemaal anders dan in de biolandbouw, waar de meeste regels heel concreet zijn uitgewerkt. Door het gebrek aan duidelijke evaluatiecriteria waaraan men nieuwe voedingstechnieken kan toetsen, ontstaat er soms discussie. Zo werd in 2020 bijvoorbeeld beslist dat technieken met ionenwisselaar- en adsorptieharsen enkel toegelaten zijn voor baby- en zuigelingenvoeding. Daarna pas werd duidelijk dat het gebruik van ionenwisseling voor andere productcategorieën verboden is. Het protest vanuit sectoren als de suikerindustrie was toen groot. Bovendien is wetgeving maar één kant van

het verhaal. Kan ultraverwerkt voedsel ooit beantwoorden aan principes van bio? De biowetgeving focust heel sterk op het ecologische principe van bio, waarbij wordt gekeken naar de milieu-impact. Maar de milieu-impact van een aantal voedingstechnieken wordt niet altijd onderzocht. Een jammerlijke zaak.

bioproducten zich niet per se laten gelden. Een product staat sterk van zichzelf en heeft geen nood aan uiterlijke opsmuk. Een bioproduct misleidt de consument dus niet door achteraf kleur toe te voegen, ook niet als die kleur verdwenen is tijdens het productieproces.

Oplossing in de maak?

Aanmoediging

Core Organic CoFund, een Europees overheidsconsortium, wil duidelijkheid scheppen met het project ProOrg. Zij stelden in een paper criteria op waaraan nieuwe technieken afgetoetst zouden moeten worden. De focus ligt daarbij op zintuiglijke kwaliteit, voedingswaarde en ecologische/sociale duurzaamheid.

Tot slot is er ook nog het socio-economische verhaal. In de wetgeving wordt wel gezegd dat technieken die lokale en korteketenproductie aanmoedigen de voorkeur krijgen. Daarmee verwijzen ze naar kleinschalige, ambachtelijke verwerking. Lokale producten, recepten en gerechten zouden aangemoedigd moeten worden in biologische verwerking. Dat leidt tot meer diversiteit in het voedingslandschap. Dat vraagt natuurlijk ook een gedegen kennis van de lokale markt.

Kijken we naar ecologische duurzaamheid, dan zijn er meteen concrete voorbeelden te bedenken. Energieverbruik heeft bijvoorbeeld een rechtstreekse milieu-impact, en het is een relevant criterium binnen de voedselverwerking. Bij aspecten als klimaat of biodiversiteit is dat verhaal voor voedingsverwerking minder eenduidig. Maar daarvan zegt ProOrg dat men de impact van technologie op het hele productieproces zou moeten bekijken.

De ware aard van het product Voor biologische voeding is integriteit enorm belangrijk. Dat zou dus een goede leidraad kunnen zijn om nieuwe voedingstechnieken op te beoordelen. Voor een deel gebeurt dat al: additieven worden beperkt tot het minimum. In het productieproces wordt er best ook gekozen voor technieken die het gebruik van additieven helpen te beperken, bv. geen stabilisatoren maar homogenisatie. Maar het gaat verder. Een productieproces van een bioproduct zou de grondstoffen zoveel mogelijk in hun waarde moeten laten. Een product dat in de basis veel vitamines bevat, zou die vitamines ook na de verwerking nog moeten hebben. Het is immers jammer dat een product aan voedingswaarde verliest. Sommige technieken verbeteren dan weer de voedingswaarde door bv. het ontstaan van nutriënten als melkzuren. De algemene voedselkwaliteit van een eindproduct moet dus van de grondstoffen komen en er niet gaandeweg aan toegevoegd worden. Gezonde nutriënten houden we zoveel mogelijk in stand, ongewenste effecten zoals transvetzuren of acrylamide willen we vermijden.

Met deze paper wil ProOrg in de eerste plaats de discussie opstarten. Het zijn geen concrete richtlijnen. Het geldt eerder als een aanmoediging voor elk voedingsbedrijf dat met bio bezig is. Wie het serieus meent met duurzame voedselproductie, zou dat ook best doortrekken tot in de productiehal. Alleen zo zetten we als sector stappen vooruit. MEER WETEN?

Je vindt meer informatie op www.proorgproject.com.

Wat is ionenwisseling? Ionenwisselingstechnieken worden gebruikt in de zetmeel- en suikerindustrie om sterk opgezuiverde stoffen te produceren zoals maltodextrine of glucose- en fructosestroop. Ionenwisselaars zijn bolletjes van gesulfoneerd kunsthars die ongewenste ionen uit een vloeistof kunnen verwijderen door ze uit te wisselen tegen andere ionen. Ionenwisselaars hebben maar een bepaalde capaciteit waarna ze verzadigd zijn en geregenereerd moeten worden. Dit gebeurt door de hars te spoelen met een regeneratievloeistof (meestal een sterk zuur of sterke base). De biowetgever beschouwt ionenwisseling als een chemisch proces waarbij het oorspronkelijke karakter of de samenstelling van voeding op een moleculair niveau wordt veranderd.

Op het vlak van uiterlijke kwaliteiten moeten

Bio Actief

53

25


EERLIJK

SECTOR IN CIJFERS

Biosector in cijfers

ECOLOGIE

Europa wil 25 procent bio tegen 2030. Daar zitten we nog een heel eind vandaan, maar in zowat alle landen blijft bio groeien, zowel op het vlak van productie als van consumptie.

ha - 12% van het Waalse landbouwareaal). Eén hectare op 8 in Wallonië is biologisch en wordt bewerkt door 15% van de Waalse landbouwbedrijven. In Vlaanderen neemt bio maar 1,5% in van het totale landbouwareaal.

VOOR WIE?

De hele biosector

Europa De markt voor bioproducten in EU-28 (incl. Groot-Brittannië) wordt in 2020 geschat op 45 miljard euro. De gemiddelde groei ligt op zo’n 10% per jaar. De grootste markten zijn Duitsland en Frankrijk, met een omzet van respectievelijk 15 en 13,2 miljard euro.

In 2020 consumeerden Belgen voor 892 miljoen euro aan bioproducten. Dat is een

Omzet bio op belangrijkste Europese markten 15.000

Kijken we naar het aandeel bio in de totale nationale levensmiddelenmarkt, dan scoort Denemarken het beste met 12,1%, gevolgd door Zwitserland (10,4%) en Oostenrijk (9,3%). In België ligt het marktaandeel voor bioproducten op 3,2%.

12.000

9.000

Miljard euro

Het bio-areaal in de EU-28 groeide in 2019 tot 14,6 miljoen hectare. De jaarlijkse groei vertraagde wel in de voorbije jaren. Van de totale landbouwoppervlakte van de EU-28 is 8,1% biologisch gecertificeerd. Het grootste bio-areaal vinden we terug in Spanje en Frankrijk.

toename met 14% in vergelijking met het jaar ervoor. Door de coronacrisis was 2020 een bijzonder jaar. We moesten meer zelf koken, waardoor de globale voedingsbestedingen in de retail stegen met ruim 12%. De verkoop via de horeca kelderde wel, maar daar is de biosector minder afhankelijk van.

6.000

3.000

0

26

Bio Actief

53

Duitsland

Italië

Frankrijk

Zweden

Verenigd Koninkrijk

Nederland

20 20

20 19

20 18

17 20

16 20

20 15

14 20

13 20

12 20

20

In België wordt 99.075 hectare land biologisch bewerkt door 2.494 landbouwers. Dat is 7,2% van het totale landbouwareaal, iets onder het Europese gemiddelde van 8,1%. De meerderheid daarvan is te vinden in Wallonië (89.951

11

België

België


Het marktaandeel van bioproducten in het ‘Fast Moving Consumer Goods’ (FMCG)assortiment groeide lichtjes. Het globale aandeel van bioproducten in België steeg van 3,1 naar 3,2% terwijl het in Vlaanderen stabiel blijft op 2,2%. Het biologisch marktaandeel in Wallonië is met 4,3% beduidend hoger dan in Vlaanderen. Wallonië maakte vooral in 2018 een stevige sprong door de opening van een aantal nieuwe gespecialiseerde biowinkels.

Vlees of groenten? Vooral aardappelen, groenten en fruit (AGF) verkopen goed in de winkel. Ze vertegenwoordigen 42% van de uitgaven voor bioproducten. Bij de gangbare producten is het aandeel van deze AGF-producten slechts 22%. Biologisch ‘vlees, vis en eieren’ wordt duidelijk minder verkocht en vertegenwoordigt 20% van de biobestedingen. Bij gangbaar ‘vlees, vis en eieren’ is dat 42%. Dit grote verschil in aankooppatroon tussen bio en gangbaar kunnen we op 3 manieren verklaren:

·

·

·

Vlees is duur, maar biovlees is relatief gezien nog veel duurder dan gangbaar. Dat komt door de extra ruimte die voorzien moet worden, de grotere hoeveelheid (duurder) biovoeder voor biodieren en de extra controlekosten. De beschikbaarheid van biovlees is beperkt. De verhandeling van vlees vergt meer vakkennis en kunde en een specifieke (dure) infrastructuur. De voorbije jaren zien we de beschikbaarheid wel stelselmatig toenemen Bioconsumenten kiezen er wellicht bewust voor om minder vlees te eten

Distributie 38% van alle bioproducten wordt verkocht in de klassieke supermarkten. Die blijven het belangrijkste distributiekanaal. De discounters hebben hun assortiment aan bioproducten sterk uitgebreid in 2015. Na een forse groei is hun aandeel gestabiliseerd rond 8%. Ook hier zijn er belangrijke verschillen tussen Wallonië en Vlaanderen. Bij onze zuiderburen is het gespecialiseerde winkelkanaal zelfs marktleider met 41% marktaandeel, vóór de

klassieke supermarkt (33%). Nieuwe biowinkels kwamen er de voorbije jaren vooral in Wallonië en Brussel. In Vlaanderen was het aantal openingen de afgelopen jaren beperkter. In 2020 zagen we bij ons wel weer meer nieuwe winkels en een stabilisatie in Wallonië. In beide landsdelen gaat het vooral om vestigingen van ketens en samenwerkingsverbanden. Volledig zelfstandige winkels hebben het in beide landsdelen moeilijker door de grotere ketens. We noteren ook een verschuiving: Bio-Planet opent vooral nieuwe winkels in Wallonië en ketens die eerder vooral in Brussel zaten worden nu ook in Vlaanderen actief (bv. The Barn, Färm, ...)

van biologische producten te stimuleren. De drieëntwintig acties van het plan zijn opgebouwd rond drie assen: consumptie stimuleren, productie opvoeren en de sector verder verduurzamen. De doelstelling is om tegen 2030 minstens 25% van heel het Europese landbouwareaal biologisch te bewerken. Sommige lidstaten hebben nu al een belangrijk aandeel bioareaal, zoals Oostenrijk (25%), Estland (22%) en Zweden (20%). Voor België en in het bijzonder Vlaanderen betekent de Europese 25%-doelstelling wel een flinke uitdaging.

Prijs Gemiddeld zijn biologische versproducten zo’n 45% duurder dan niet-bioproducten. De prijskloof is in 2020 met 5%-punt toegenomen in vergelijking met 2019. In de praktijk zijn er grote verschillen tussen producten. Mogelijk speelt de coronacrisis hier een rol in. Ook kan de beperkte schaal van de Vlaamse biosector ervoor zorgen dat logistieke kosten hoger liggen. In Wallonië is de schaalgrootte algemeen beter afgestemd op diverse logistieke processen.

25% bio tegen 2030 De Europese Commissie stelde in het voorjaar 2021 een actieplan voor om de productie

MEER WETEN?

Een uitgebreidere versie van dit artikel vind je op www.bioforum.be/marktcijfers2020.

Bronnen: Timmermans I. & Van Bellegem L. (2021) De biologische landbouw in 2020, Departement Landbouw en Visserij – Ariane beaudelot & Antoine Gallez (2021) Les chiffres du bio, 2020, Biowallonie

Aankooppatroon gangbaar vs. bio 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Zuivel

Aardappelen / groenten/ fruit

Vlees / vis / ei

Wijn en bier

Graanproducten GFK in opdracht van VLAM

Bio Actief

53

27


ECOLOGIE

VRAGENDE SECTOR

PFOS: wat met bio? Dit voorjaar barstte in de omgeving van Antwerpen een bom, met de PFOS-verontreiniging door de fabriek van 3M. Dat kan ernstige gevolgen hebben voor de landbouw daar. De biologische korteketenbedrijven zijn misschien wel het grootste slachtoffer.

I

VOOR WIE?

Iedereen WAT ?

PFOS-vervuiling in Antwerpen

n 2018 en 2019 onderzocht de Universiteit Antwerpen kippeneieren tot op 15 km van de 3M-fabriek op de aanwezigheid van PFOS. Toen de onderzoeksresultaten bekend werden, gingen er alarmbellen af bij de lokale korteketenbedrijven.

In 80 tot 100% van de onderzochte gevallen bleken de consumptienormen voor PFOS overschreden vanaf twee eieren per week. Eerder was al vastgesteld dat bodemstalen van de omgewoelde grond voor de wegenwerken van de Oosterweelverbinding tot 26 keer de norm overschreden. Eigenlijk had toxicoloog Jan Tytgat in 2017 al geadviseerd om geen groenten en eieren van eigen kweek meer te eten in de omgeving van de 3M-fabriek, een aanbeveling waar de politiek toen niets mee heeft gedaan.

Interessante maar ongezonde stofjes PFOS of perfluoroctaansulfonaat is een "forever chemical", wat betekent dat deze chemische stof zo goed als onafbreekbaar is. De chemisch gesynthetiseerde stof behoort tot

28

Bio Actief

53

de familie van de poly- en perfluoralkylstoffen of PFAS. Volgens de OESO zijn er meer dan 4730 van dit soort stoffen. Ze zijn water-, veten vuilafstotend en kunnen daarom voor zeer uiteenlopende toepassingen gebruikt worden, waaronder anti-aanbaklagen van pannen of waterafstotende regenkledij. Maar PFOS wordt net als andere PFAS ook gelinkt aan diverse gezondheidsproblemen, waaronder een verstoring van de hormonenhuishouding en de vruchtbaarheid, een verhoogd risico op kanker en een verzwakking van het immuunsysteem op lange termijn. Half juni nam de Vlaamse regering een reeks voorzorgsmaatregelen voor de inwoners in de buurt van de 3M-fabriek. Twee voorbeelden? Wie in een straal van 10 kilometer woont mag maximaal 1 ei per week van eigen kippen eten. Mensen binnen de 1,5 km wordt afgeraden om nog zelf geteelde groenten of fruit te eten. Alleen: dit advies geldt enkel voor de bewoners van de regio, niet voor landbouwbedrijven. Voedselveiligheid is immers een federale bevoegdheid, die wordt opgevolgd door het FAVV.


fotografie

Kobe Van Looveren

Gerustgesteld op basis van achterhaalde normen Het FAVV trok ook op onderzoek. Zij namen extra stalen (vlees, eieren en melk) bij landbouwbedrijven in de zone van 15 km rond de 3M-site. De resultaten waren volgens hen geruststellend, maar bij gebrek aan wettelijke Europese normen vielen ze terug op een oude norm van het Europese Agentschap voor voedselveiligheid (EFSA) Die gaat uit van een toelaatbare dagelijkse inname van 150 nanogram (ng) PFOS per kg lichaamsgewicht per dag. Voor eieren komt dit neer op 100 microgram per kg (1 nanogram is gelijk aan 0,001 microgram). Voor groenten bestaan zelfs geen normen. Nochtans adviseerde het EFSA in september 2020 nog nieuwe normen. Alleen zijn die momenteel nog niet in wetgeving omgezet. De nieuwe normen zijn een stuk strenger, omdat ze niet alleen rekening houden met het risico op kanker, maar ook kijken naar het effect op de immunologie. De toelaatbare wekelijks inname zou met de nieuwe norm op 4,4 ng per kg lichaamsgewicht komen, en dat voor 4 verschillende PFAS samen. Dat komt neer op 0,63 ng per

dag, een heel stuk minder dan de 100 microgram per kg. De genomen staalnames bleken positief nieuws te zijn: er zijn geen verontrustende concentraties te vinden in groenten. Dat neemt niet weg dat de korteketenboeren in de regio duidelijk imagoschade ondervinden en vrezen voor hun voortbestaan. Heel wat van hun rechtstreekse consumenten zijn er niet gerust in, en dat laat zich blijken uit de verkoop. Klanten nemen een afwachtende houding aan en weren niet alleen eieren maar ook groenten. Een aantal oogstdeelnemers van CSA-bedrijven komen minder of niet meer oogsten, waardoor een deel de oogst bij het compost dreigt te belanden. En het is niet duidelijk voor CSA-bedrijven hoeveel mensen zich volgend jaar nog zullen inschrijven.

Wie zal hiervoor betalen? Vooral de onduidelijkheid die de overheid creëert, weegt zwaar. Een Vlaams advies aan de lokale bewoners is niet hetzelfde als een federaal verbod op de verkoop van bepaalde landbouwproducten. BioForum liet

in een persbericht weten deze onzekerheid te betreuren. Biologische korteketenbedrijven zijn ongerust over hun toekomst. Samen met hen vreest BioForum imagoschade. Het onderzoek van Professor Tytgat uit 2017 was al duidelijk, waarom bleef het vanuit de overheid al die tijd stil? Wie zal hiervoor moeten opdraaien? Wat als een bedrijf zich, wegens blijvende imagoschade of wegens een te sterk vervuilde bodem moet hervestigen? BioForum heeft alvast aangeklopt bij de overheid met de vraag naar een vergaande compensatieregeling voor de getroffen bedrijven. We raden lokale bedrijven ook aan om alle schade zo precies mogelijk bij te houden.

MEER WETEN?

Bevindt jouw bedrijf zich in de regio rond Zwijndrecht en vraag je je af welke stappen je kan zetten? Wil je juridisch optreden? BioForum organiseerde een info-avond hierover op 25 juni. Neem contact op met esmeralda.borgo@bioforum.be.

Bio Actief

53

29


WETGEVENDE SECTOR

Kijken bij de buren

De biosector is in volle ontwikkeling en vormt zo een motor voor innovatie en ondernemerschap. In deze rubriek belichten we enkele inspirerende initiatieven van biobedrijven uit binnenen buitenland.

Biosuikerbieten Kleinschalige verwerking

Net als bij ons is er ook in Noord-Frankrijk interesse om biologische suikerbieten te telen en te verwerken. In 2017 deed men bij onze zuiderburen al onderzoek naar de technische en economische haalbaarheid van biologische suikerbietenteelt. Daaruit blijkt dat de bestaande suikerfabrieken niet aangepast zijn aan de kleine schaal van de biosector. Om niet bij de pakken te blijven zitten, worden Noord-Franse biologische suikerbieten momenteel in Duitsland verwerkt tot bietensiroop. Die wordt aangeboden in een verpakking van 500g, 12.5kg en 1 ton. Deze bruine siroop past als eindproduct perfect op de boterham, in zuivelproducten, patisserie, desserts ... Ze wordt ook gebruikt in peperkoek en bier. De lichte karamelsmaak is tot slot perfect voor de bereiding van zoute sausen of marinades. Op deze manier wordt een afzetmarkt voor inlandse suiker opgebouwd, in afwachting van een eigen kleinschalige verwerkingseenheid in de eigen regio. https://sucre-betteravebio.fr/

Graine De Choc

Chocopasta met veldbonen Veldbonen worden vooral geteeld als veevoeding. Toch zijn er ook kansen voor menselijke consumptie. In 2017 startte het bedrijf Graine de Choc met de productie van een smeerpasta op basis van veldbonen. Door het toevoegen van cacao wordt een volwaardige chocoladepasta geproduceerd. Daarvoor moet je wel eerst nog de veldbonen scheiden in fracties, via een fysisch en droog scheidingsproces. Met een speciale separator kan je veldbonen scheiden in 10 à 35 procent eiwit, 20 procent vezels en 50-65 procent zetmeelrijke bloem. Het Noord-Franse project FÉV’INNOV onderzocht vooraf al de mogelijkheid om deze fracties te gebruiken in humane voeding. Dat kan vooral met de variëteiten Tiffany, Nakka en Victus, omdat die een laag gehalte aan vicine-convicine (antinutritionele factoren) hebben. Nog een voordeel: Veldbonen zijn gegarandeerd glutenvrij. https://grainedechoc.com

ProtéoLUZ

Meer eiwitautonomie bij varkens en kippen Sinds 2020 evolueert de biowetgeving naar een 100% biologische voeding voor varkens en pluimvee. Om te vermijden dat deze strengere regels zouden leiden tot meer gebruik van (voornamelijk ingevoerde) sojakoek zoekt het Franse project ProtéoLUZ naar regionale alternatieven. Luzerne is een veelbelovende teelt met een goede samenstelling aan essentiële aminozuren. Door bij de oogst de vezelrijke luzernestengel en de eiwitrijke luzerneblaadjes te scheiden, slaagt men er in om een eiwitrijke fractie te verkrijgen. Het scheiden tijdens de oogst gebeurt met een speciaal hiervoor ontwikkelde machine. De blaadjes worden kort na de oogst gedroogd op lage temperatuur. Het project onderzoekt o.a. ideale oogsttijdstip, juiste bewaarmethode, verteerbaarheid, economische haalbaarheid enzovoort. www.bio-hautsdefrance.org

30

Bio Actief

53


zondag 7 november 2021 maandag 8 november 2021 Brussels Expo | Paleis 11

De gehele bio-sector komt opnieuw samen! U toch ook!

Bezoek de beurs met de kortingscode BXP21BFBA

Dé vakbeurs voor bio-, eco-, natuurlijke en duurzame producten. Voor en door de sector.

www.bio-xpo.be

Voor ondernemers met een duurzame visie


Wie anders helpt u aan de juiste ingrediënten voor uw financieringsplan? Onze 200 Business-experts staan voor u klaar. Crelan denkt graag met u mee. Want een businessidee staat of valt met het juiste financieringsplan. En dat weten onze Business-experts als geen ander. Zij helpen u graag om de juiste accenten te leggen. Stap voor stap. Met een stevige portie financieel advies en gekruid met een heldere visie op uw ambities.

Afspraak bij uw expert in een Crelan-agentschap in uw buurt.

www.crelan.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.