De druppel De druppel is een lied waar gewerkt word aan bewegingsexpressie. Het lied geeft het volgende verhaal weer: De douche is stuk, er valt slechts één druppel uit, met deze druppel moeten de kinderen zich helemaal wassen. De volgorde hoe de kinderen zich wassen: Hoofd, schouder, elleboog, handen, knie, voeten, navel, kont, …
Benodigdheden: 07_De_Douchedruppel.mp3
Pinguindans Pinguindans is een heel actieve dans. In het lied wordt vermeld wat de kinderen moeten doen. Benodigdheden: lied - pinguindans
De ballon De ballon is een geluidsfragment waar een ballon wordt opgeblazen of leegloopt. De kinderen doen deze ballon na. Benodigdheden: Geluidsfragment Ballon
Gevoelens De leerkracht toont prenten van gevoelens. De leerlingen beelden de gevoelens uit zonder lawaai. We variĂŤren in de gevoelens en ook in de grote van uitbeelden.
Imiteer De leerlingen gaan naast de stoel staan. De leerkracht toont een beweging, de leerlingen bootsen na: balletdanseres: op de tenen lopen pinguĂŻn: op de hielen lopen soldaat: knieĂŤn heffen astronaut: trage en grote bewegingen oma: kromme rug en voetje voor voetje robot: stijf bewegen
Slow Motion De leerlingen hurken in een bolletje. Ze zijn een bloempje dat heel langzaam opengaat. De leerlingen voeren deze opdracht uit.
Vriezen en dooien Alle spelers staan bevroren. De leerkracht zet muziek op en noemt een lichaamsdeel dat mag ontdooien. De kinderen bewegen die lichaamsdeel. De leerkracht noemt terug een lichaamsdeel op dat mag ontdooien en doet zo verder. Naar het einde toe laat de leerkracht lichaamsdelen bevriezen, tot iedereen weer stil staat. * variatie * De leerkracht zet muziek op. De leerlingen bewegen vrij. De muziek stopt: de leerlingen bevriezen.
Fantasieinstrument Deze oefening is een oefening op bewegingsexpressie. De leerkracht heeft een zak mee. In de zak zitten fantasieinstrumenten. Elke leerling neemt een onzichtbaar instrument uit de zak. Ze spelen op het instrument.
Robots Elke leerling beeldt zich in een robot te zijn. Ze gaan rondlopen als een echte robot. De bewegingen moeten hoekig en stroef zijn. De spelleiders geeft opdrachten die de robots moeten uitbeelden zoals iets optillen, een muur slopen, stofzuigen, enzovoort.