AvdR Webinar

Page 18

spijt kunnen krijgen van spontane oprispingen die de bijl willen zetten aan – volgens ‘s Hofs in cassatie niet bestreden – het oordeel dat de dekkingsomschrijving in casu duidelijk is en dat de litigieuze aansprakelijkheid daarbuiten valt.‖ Tot slot nog dit. Met het arrest van 30 maart 2012 wordt in feite een tweeluik voltooid: eerst schept de Hoge Raad een niet op de wet gebaseerde verzekeringsplicht voor de werkgever met als uitvloeisel een aansprakelijkheid jegens de getroffen werknemer bij niet-nakoming van die plicht en vervolgens stelt de Hoge Raad zelf zeker dat voor die aansprakelijkheid – en daarmee voor de daadwerkelijke schadeloosstelling van de getroffen werknemer – in beginsel dekking onder de klassieke AVB-polis van de werkgever bestaat.[19] Met een mooi woord heet dat ook wel ‗social engineering‘! Maar wel een vorm die mijns inziens geen recht doet aan elementaire beginselen van (behoud van) verzekerbaarheid en vrijheid van bedrijfsvoering voor verzekeraars.

Voetnoten [1] [2] [3]

[4]

[5]

[6] [7] [8]

Prof. mr. M.H. Wansink is emeritus hoogleraar verzekeringsrecht en werkzaam bij Verzekeringsinstituut EUR en Universiteit Leiden en hoofdredacteur van dit blad. RvdW 2011/1391 (uitgegleden postbezorger) en 1392 (geslagen tbsmedewerker) NJ 2011/597 en598. Zie voor de historie met betrekking tot het verzekeringsaspect mijn bijdrage ‗Verzekering van goed werkgeverschap: hoe en waar?‘, AV&S2009/31, afl. 5, p. 235 e.v. Dat geldt zeker voor het arrest van de tbs-medewerker: ‗(…). Hoezeer ook elke afbakening tot op zekere hoogte een arbitrair karakter heeft, valt hierbij te bedenken dat het aan de werknemer overkomen arbeidsongeval niet is voorgevallen op een plaats waar de TBS-instelling als werkgever slechts beperkte zeggenschap en invloed heeft, doch integendeel op de arbeidsplaats zelf. In die situatie zou aanvaarding van een uit goed werkgeverschap voortvloeiende verzekeringsverplichting van de werkgever het wettelijk stelsel van werkgeversaansprakelijkheid, dat is gebaseerd op (tekortschieten in) een zorgplicht schade te voorkomen, te vergaand aantasten. Bovendien zou zulks een grote mate van rechtsonzekerheid in het leven roepen, omdat geen duidelijke grens getrokken kan worden met (andere) arbeidsongevallen waarvoor geen verzekeringsverplichting van de werkgever zou gelden. Uit art. 7:611 BW kan dus niet een verplichting van de TBS-instelling worden afgeleid om zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering ter dekking van het risico van een arbeidsongeval zoals aan de werknemer is overkomen.‘ Vgl. ook de conclusie van A-G Spier voor HR 11 november 2011, RvdW 2011/1392. Er zij op gewezen dat (in ieder geval voor de arresten van november 2011) in de lagere rechtspraak ook voor deze ‗andere‘ risico‘s in een aantal gevallen werd uitgegaan van een verzekeringsplicht ex art. 7:611 BW. Illustratief is de casus in het vonnis van de Ktr. Rotterdam die ziet op het neerschieten van een caissière in de supermarkt in een ‗probleemwijk‘ bij het staande houden van een winkeldief (Rb. Rotterdam 8 mei 2008,NJF 2008/432). Een uitbreiding die recht doet aan het verantwoordelijkheidsbesef dat van een werkgever tegenover zijn werknemers mag worden verwacht. T. Hartlief, AV&S 2012/1, p. 3. RvdW 2012/496 (LJNBV1295). Een opvatting die ik deel zoals ik al verwoord heb in mijn bijdrage ‗Verzekering van goed werkgeverschap: hoe en waar?‘, AV&S 2009/31, afl. 5, p. 235 e.v. Al in zijn arrest van 10 oktober 2003, NJ 2004/22 heeft de Hoge Raad de facto een beroep op de zogenaamde ‗spiegelbeelddekking‘ tussen AVB- en WAM-verzekeringen als het gaat om de uitleg van de uitsluiting van het motorrijtuigrisico op de AVB-polis,

18


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.