2 minute read

Column Asim Saglam

Jaargang 8 - Herfst-editie - 2021 25 Praktijkgeval 21: Diagnose van een Mercedes-Benz E200 van bouwjaar 2006

Adem in, adem uit..............

Advertisement

In deze column nemen wij u graag mee tijdens de diagnose van een Mercedes-Benz E200 van bouwjaar 2006 met een 1796 cm3 benzinemotor die over het algemeen niet aanslaat of kort aanslaat en dan weer afslaat. De Mercedes-Benz is uitgerust met een achteraf inbouw LPG installatie en heeft enkele maanden stil gestaan waarbij er gedurende de stilstandperiode minimaal één keer per week gestart is en de motor stationair gedraaid heeft.

Het garagebedrijf welke dit voertuig bij ons aanbiedt geeft aan dat de bougies en bobines vervangen zijn. Dit had geen gevolg voor de storing.

Zoals altijd starten we ons onderzoek met een volledige voertuigscan. Hieruit komen geen meldingen naar voren die gerelateerd zouden kunnen zijn aan de storing. We slaan de voertuigscan op en wissen de meldingen in alle systemen.

Als we de motor starten gaat de startmotor rond, maar de motor slaat niet aan. We herhalen deze handeling een aantal keer met dito resultaat. Als we het foutgeheugen van de motorregeleenheid bevragen blijft deze leeg. Kennelijk “ziet” de motorregeleenheid geen afwijkingen.

Om een beeld te krijgen van hetgeen er tijdens het starten gebeurt, voeren we enkele metingen uit met de oscilloscoop. In afbeelding 1 staat een van die metingen weergegeven. We zien een krukassignaal (rood), beide nokkenassignalen (geel en groen) en aansturing van injector 1 (blauw). Middels een andere meting zien we ook een aansturing van de bobine. Omdat we een oscilloscoopmeting van het krukassignaal en beide nokkenassignalen hebben,

kunnen we de distributietiming van deze Mercedes-Benz controleren op basis van osciloscoopmetingen. Hieruit komt naar voren dat de distributie op tijd staat. staat, besluiten we de brandstofdruk te meten. We zien dat deze binnen 0,3 seconden een drukopbouw van 3,75 bar heeft tijdens starten en deze druk vasthoudt.

Omdat uit de combinatie van de basismetingen volgt dat er ontsteking plaats heeft en er brandstof geïnjecteerd wordt, besluiten we een drukmeting in de cilinder uit te voeren tijdens starten. Tijdens zo’n meting registreren we de druk in de cilinder tijdens de arbeid-, uitlaat en inlaat- en compressieslag. Zo’n drukmeting geeft indirect inzicht in het functioneren van de inlaat- en uitlaatkleppen en de zuigerveren.

Een voorbeeld van zo’n meting met weergave van de vier slagen staat weergegeven in afbeelding 2.

In afbeelding 3 staat de drukmeting (groen) die we uitgevoerd hebben bij deze Mercedes-Benz in cilinderruimte 1 in combinatie met het krukassignaal (rood) en de aansturing van injector (geel) en bobine (blauw). De paars omkaderde gebieden geven de druk in cilinder 1 tijdens de uitlaatslag aan. Het gemeten voltage van de druksensor is dan 0.255 Volt. Dit komt overeen met een druk van 1.76 Bar. Deze druk is te hoog voor de uitlaatslag en wijst op een restrictie in de uitademing. Zo’n restrictie kan veroorzaakt worden door een foutieve aansturing van de uitlaatkleppen of een restrictie in het uitlaatsysteem.

We besluiten om de uitlaat los te halen direct na de katalysator. Na deze handeling slaat de motor aan en laat de drukmeting in de cilinder een “vrije” uitademing zien. Ons werk zit erop en onze opdrachtgever gaat zelf aan de slag om te achterhalen waar de restrictie zich exact bevindt in de uitlaat.

afbeelding 1

Heeft u een voertuig met een storing die onoplosbaar lijkt omdat verschillende pogingen om deze te verhelpen gestrand zijn, neem dan contact met ons op!

www.autodiagnose.eu

afbeelding 2