St>rt Wedstrijdatletiek juli 2012

Page 8

Nog meer Nederlands (meerkamp)succes Net als bij de sprint zijn bij de komende Olympische Spelen de Nederlandse meerkampers goed vertegenwoordigd. In vergelijking met veel andere, grotere landen is dat een grote ploeg. Hoe komt toch dat wij Nederlanders relatief goed scoren op de meerkamp? Wat zijn vaardigheden, en (fysieke) eigenschappen waarover een meerkamper moet beschikken? We vroegen trainers Maarten Klaver, Ronald Vetter en bondscoach Vince de Lange naar hun mening. Klaver, coach van Ingmar Vos, vertelt: ‘Een meerkamper is van nature een sociaal dier met een goed gevoel voor techniek. Meerkampers strijden niet zozeer tegen hun concurrenten, maar tegen de meerkamp zelf. En dat moet ook wel, wil je twee dagen lang tien onderdelen overleven. Het zijn mensen die vaak al jarenlang met atletiek bezig zijn, cognitief sterk zijn en een goede conditie, maar ook een bepaalde mentale hardheid hebben. Want na een tegenslag moet je je direct weer kunnen herpakken en doorgaan. Het meest belangrijk is wel dat een echte meerkamper passie heeft voor de atletiek en elke dag met plezier traint.’

Doorzettingsvermogen

Ook Vince de Lange, (bonds-)coach van Eelco Sintnicolaas benadrukt het doorzettingsvermogen dat een meerkamper moet hebben; ‘Je moet van 9.00 uur in de ochtend tot 22.00 uur in de avond scherp zijn’.

8

juli 2012

Klaver: ‘Ik denk dat Nederland vooral succesvol is op de meerkamp omdat alle junioren tot en met het C-niveau worden opgeleid tot meerkampers. Dit is een keuze die het voor clubs makkelijk maakt om de boel goed te organiseren. Maar het zorgt er ook voor dat kinderen van jongs af aan gevoel krijgen voor de verschillende technieken. Kijk je bijvoorbeeld naar Engeland, dan zie je dat kleine toppertjes al op jonge leeftijd worden gescout en weg worden gehaald bij de meerkamp. Als ze na jaren toch willen switchen naar de meerkamp hebben ze een enorme achterstand opgebouwd’. ‘Een andere reden voor het succes ligt hem in het feit dat wij in Nederland zuinig zijn op onze talenten’, aldus Klaver.‘Het is bij ons niet -zoals in de Verenigde Staten- één grote afvalrace. Binnen het Amerikaanse collegesysteem wordt niet ver vooruit gedacht. Er wordt keihard getraind en er wordt veel aan wedstrijden deel genomen. Dat is in Nederland echt anders. Natuurlijk laten we onze meerkampers ook hard trainen, maar we doen ons uiterste best om ze heel te houden. Junioren leren al vroeg de juiste technieken en krijgen al jong gevoel voor de juiste bewegingen. Hierdoor houden de gewrichten het langer.'

'Dus fysiek is de jonge Nederlandse meerkamper misschien minder getalenteerd dan zijn Amerikaanse collega, maar door een goede techniek, die jarenlang wordt geoefend, zie je dat hij het wel overleeft, terwijl zijn Amerikaanse collega het veld moet ruimen. Verder zie je dat we op de technische onderdelen zoals kogel, discus en meerkamp goed scoren in de baanatletiek. Als laatste zou ik er aan willen toevoegen dat het Nederlandse succes ook weer een inspiratiebron is voor nieuwe jonge meerkampers’.

Vlees in de kuip

Vince de Lange loopt al meer dan 20 jaar mee in het vak. Hoe herkent hij een getalenteerde meerkamper? Vince de Lange: ‘Ik heb direct door wat voor vlees ik in de kuip heb. Dan zeg ik: gooi eens een speer. Vervolgens geef ik een opdracht, bijvoorbeeld: probeer je hand wat verder naar binnen te draaien. Als dat lukt, weet ik dat iemand leerbaar is. Als iemand dan ook snel en sterk is, zit het vaak wel goed.’ De Lange ziet een bepaalde ontwikkeling in de afgelopen twintig jaar als het om het “type meerkamper”gaat: ‘Twintig jaar geleden zaten we in het staartje van de steroïden en dat was duidelijk te zien. Je zag toen prestaties die daarop waren gebaseerd. Nu zie je veel snellere, reactieve atleten die het op de technische onderdelen heel goed doen.’ Wat heeft een goede meerkamper van nu voor lichaamsbouw? De Lange: ‘Je


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.