6.11 Gasaansluiting Gasleiding De gasleiding moet binnenin volledig zuiver zijn. Indien nodig de leiding doorblazen.
AARDGAS: De aardgasleidingen dienen gelegd te worden volgens de regels der kunst en de doormeter berekend volgens de norm NBN D 51-003. Bij installaties op aardgas moet men de bijgeleverde BGV gekeurde gasafsluitkraan 3/4’’ gebruiken en rechtstreeks met de losse moer aansluiten op de reductie 1” → 3/4” van de montageplaat. Deze gaskraan bevindt zich in de verpakking van de montageplaat.
VLOEIBAAR GAS: De installaties op vloeibaar gas dienen strikt te beantwoorden aan de norm NBN D 51-006. De bijgeleverde verbindingsbuis met losse moer en dichting (3/4’’), rechtstreeks met deze losse moer aansluiten op de reductie 1” → 3/4” van de montageplaat. Deze verbindingsbuis bevindt zich in de verpakking van de montageplaat.
aansluiting AARDGAS
aansluiting VLOEIBAAR GAS
reductie 1” → 3/4” van de montageplaat
reductie 1” → 3/4” van de montageplaat
Ï
Ï
Ï Fig. 26
gasaansluiting
Ï Fig. 27
gasaansluiting
De dichtheid van de gasaansluiting controleren met geopende gaskraan in overeenstemming met de norm NBN D 51-003. De dichtheidcontrole van de wateraansluiting dient eveneens te gebeuren met geopende waterkranen.
6 720 614 110 (2010/04 BL-NL)
22