God in het vizier

Page 1

John C. Lennox

God in het vizier

Waarom The New Atheists hun doel missen

BW - God in het vizier-CS$.indd 3

04-04-13 14:53


hoofdstuk 1

Zijn God en geloof vijanden van verstand en wetenschap? ‘Monotheïsme verafschuwt intelligentie.’ ‘God maakt alles dood wat hem een weerwoord geeft, om te beginnen verstand, intelligentie en een kritische geest.’ Tweemaal Michel Onfray

‘Geloof is een bron van kwaad, juist omdat het geen verantwoording behoeft en geen argumenten verdraagt.’ Richard Dawkins

‘Deze (wondertekenen) zijn opgeschreven opdat u gelooft.’ Johannes

Michel Onfray denkt niet dat God dood is. Maar theïsten moeten niet te vroeg juichen, want zijn uitleg is als volgt: Een verzinsel sterft niet, een illusie gaat nooit voorbij, een sprookje spreekt zichzelf niet tegen… Je kunt een briesje niet doden, en een wind of een geur evenmin; je kunt een droom of ambitie niet doden. God die door stervelingen is vervaardigd, naar hun eigen wezenlijke evenbeeld, bestaat enkel om het dagelijks leven draaglijk te maken ondanks het pad naar de ondergang dat ieder van ons loopt… We kunnen een illusie niet doden of vernietigen. Een illusie heeft in feite meer kans om ons te vernietigen - want God maakt alles dood wat hem een weerwoord geeft, om te beginnen verstand, 30

BW - God in het vizier-CS$.indd 30

04-04-13 14:53


1  zijn god en geloof vijanden van verstand en wetenschap? intelligentie en een kritische geest. Al het andere volgt daaruit als kettingreactie.1

Voor Onfray is het dus deze fictieve god, die een vijand is van de ra­ tio. Welnu, fictieve goden mogen dan wel vijanden zijn van de ratio, de God van de Bijbel is dat beslist niet. Het allereerste gebod van de bijbelse Tien Geboden bevat de opdracht om ‘de Heer uw God lief te hebben met heel uw verstand.’ Dit zou voldoende moeten zijn om ons duidelijk te maken dat we God niet moeten beschouwen als vijand van het verstand. Immers, als Schepper is hij verantwoordelijk voor het bestaan van het menselijk verstand; in bijbelse optiek is de mens de kroon op de schepping. Alleen mensen zijn rationele wezens, in het evenbeeld van God, die in staat zijn tot een relatie met God en van hem het vermogen hebben gekregen de wereld waarin zij leven te begrijpen. Hieruit vloeit voort dat de Bijbel bij lange na niet anti-weten­ schappelijk is, maar de wetenschap juist van harte aanmoedigt. We kunnen zelfs zeggen dat de wetenschap haar eerste mandaat aan de Bijbel dankt. Een activiteit die wezenlijk is voor alle takken van we­ tenschap (in feite van elke intellectuele discipline) is het geven van namen, waarmee dingen en fenomenen te classificeren zijn. Elke in­ tellectuele discipline heeft haar eigen specifieke vocabulaire. Volgens Genesis was het, in het vakgebied biologie, God die dit proces op gang bracht door de mens te vragen namen te geven aan de dieren.2 Zo begon de taxonomie. Geleidelijk is die uitgebreid tot een kijk op de natuur als een rationele eenheid waar het menselijk verstand (in elk geval deels) vat op heeft, omdat de natuur ontworpen is door het Goddelijke verstand in wiens beeld dat van de mens is geschapen. Alfred North Whitehead en anderen hebben erop gewezen dat er in feite veel bewijzen zijn dat het bijbelse wereldbeeld nauw verbon­ den is met de bliksemsnelle groei van de wetenschap in de zestiende en zeventiende eeuw. C.S. Lewis vat het samen: ‘Mensen begonnen aan wetenschap omdat ze verwachtten wetten te vinden in de natuur, juist omdat ze geloofden in een wetgever.’ Recenter heeft Peter Harrison, 31

BW - God in het vizier-CS$.indd 31

04-04-13 14:53


god in het vizier

hoogleraar Wetenschap en Religie aan de universiteit van Oxford, een sterk betoog gevoerd om het standpunt van Whitehead verder toe te spitsen. Hij toont aan dat niet alleen algemeen theïsme, maar juist ook de principes van de Reformatie voor het interpreteren van de Bij­ bel van cruciaal belang waren voor de opkomst van de wetenschap.3 De Bijbel leert dat de schepping contingent van aard is; dat wil zeggen, het staat God als Schepper vrij om de wereld te maken zo­ als hij dat wil. Derhalve is het zo dat wij, om te ontdekken hoe het universum in elkaar zit en eruitziet, moeten gaan kijken. We kun­ nen niet, zoals Aristoteles dacht, de aard van het universum afleiden uit abstracte filosofische principes. Hij stelde dat er bepaalde a priori principes4 zijn waaraan het universum zich moet houden – deze visie heeft eeuwenlang het denken beheerst. Eén van die principes was dat volmaakte beweging in een kring verliep. Aangezien Aristoteles dacht dat alles voorbij de maan volmaakt was, leidde men daaruit af dat de planeten zich in kringen bewogen. Pas toen Kepler, een christen, besloot zich los te maken van deze Aristotelische beperking in de metafysica en de astronomische gegevens over de beweging van Mars (die al door Tycho Brahe verzameld waren) voor zich liet spre­ ken, ontdekte hij dat de planeten zich feitelijk in net zo ‘volmaakte’ ellipsen voortbewogen. We bewonderen Kepler om zijn bereidheid daar te gaan waar het bewijs hem zou brengen, in plaats van zich intellectueel vast te laten ketenen door een beperking van de metafysica – zelfs al was die beperking een al eeuwenlang vaststaande wijsheid. Toch werd de wereldberoemde filosoof Anthony Flew onder een regen van protes­ ten bedolven toen hij vertelde dat hij in God was gaan geloven op basis van het bewijs dat het leven zo complex is. Kennelijk is een stap buiten het naturalistische paradigma even problematisch als een stap buiten het Aristotelische denkraam. Dit overwegend irrationele protest tegen Flew, door mensen van wie je gezien hun intellectua­ lisme een gematigder reactie mag verwachten, bewijst onomstotelijk dat naturalisme a priori op effectieve wijze intelligente geesten ervan weerhouden kan om de gedachte te koesteren dat sommige aspecten 32

BW - God in het vizier-CS$.indd 32

04-04-13 14:53


1  zijn god en geloof vijanden van verstand en wetenschap?

van het universum wijzen op een ontwerpende intelligentie, zelfs als deze uitleg de meest logische en voor de hand liggende interpretatie van het bewijsmateriaal is. Het was opnieuw een theïst, geen atheïst, die op het idee kwam van het inmiddels wijdverbreide Big Bang model als oorsprong van het universum. George Lemaitre (1894-1966) was een Belgische pries­ ter en astronoom die de theorie van een eeuwigdurend universum ter discussie stelde, een theorie die eeuwen in zwang was, waar zelfs Einstein op dat moment van overtuigd was (daar is weer de invloed van Aristoteles). Lemaitre paste op briljante wijze Einsteins relativi­ teitstheorie toe op de kosmos en kwam in 1927 met een voorloper van de wet van Hubble inzake de expansie van het universum. In 1931 bouwde hij hierop voort met zijn hypothese van het ‘oer-atoom’, waarmee hij bedoelde dat het universum begon op ‘een dag die geen gisteren had.’ Net als Alexander Friedman had Lemaitre ontdekt dat het universum steeds moest uitbreiden; Lemaitre ging echter verder dan Friedman en betoogde dat er een schepping-achtige gebeurtenis moest hebben plaatsgevonden. Interessant genoeg zette Einstein hier vraagtekens bij, omdat het hem teveel deed denken aan het christe­ lijke dogma van de schepping. Sir Arthur Eddington (1882-1944) had dezelfde vraagtekens, al was hij een docent van Lemaitre geweest in Cambridge en beschouwde hij diens werk uit 1927 als een ‘briljante oplossing’ van een onopgelost probleem in de kosmologie. Deson­ danks was het idee van een schepping een brug te ver voor Edding­ ton: ‘Filosofisch gezien is de notie van een begin van de huidige orde der Natuur weerzinwekkend… Ik zou graag een verantwoorde uit­ weg vinden.’5 Veel later – in de jaren ’60 – was John Maddox, een andere be­ kende wetenschapper en de toenmalig hoofdredacteur van Nature, even afwijzend tegenover verdere bewijzen voor de Big Bang theorie. Hij vond het idee van een begin ‘volkomen onacceptabel,’ omdat het een ‘fundamentele oorsprong van onze wereld’ impliceerde en omdat het ‘gegronde redenen’ gaf aan hen die geloofden in de bijbelse schep­ pingsleer.6 Het is nogal ironisch dat mensen in de zestiende eeuw 33

BW - God in het vizier-CS$.indd 33

04-04-13 14:53


god in het vizier

zich verzetten tegen de wetenschap omdat zij het geloof in God zou aantasten; vervolgens was er in de twintigste eeuw verzet tegen weten­ schappelijke modellen van een oorsprong omdat ze het geloof in God misschien aannemelijker zouden maken. Een anti-wetenschappelijke houding is totaal in tegenspraak met het bijbelse wereldbeeld, en ik ben er net zo sterk op tegen als de Nieuwe Atheïsten. Dat wil echter niet zeggen dat religieuze mensen geen anti-wetenschappelijke ideeën hebben. Helaas hebben ze die. Vanuit christelijk oogpunt is er geen excuus voor die ideeën. Het is dan ook te betreuren dat ze nog steeds bestaan. Anderzijds is het ook bedroevend dat de Nieuwe Atheïsten lang niet altijd zo wetenschap­ pelijk zijn als ze beweren te zijn, met name als het gaat om het volgen van de weg waar de bewijzen heenvoeren – in het bijzonder als die bewijzen hun materialistische of naturalistische vooronderstellingen dreigen te ondermijnen. De Nieuwe Atheïsten kunnen dan net zo onwetenschappelijk zijn als ieder ander.7 Terloops vermelden we dat wetenschappers die geloven in een Schepper vaak gezien worden als onwetenschappelijk, omdat hun model van het universum geen voorspellingen kan voortbrengen die algemeen te toetsen zijn. Maar de eerdergenoemde uitspraak van Maddox laat zien dat de oorzaak anders is. Maddox wees het idee van een oorsprong scherp af, juist omdat het scheppingsmodel in Genesis een oorsprong veronderstelde. Hij wilde voorkomen dat dit model wetenschappelijk werd aangetoond. Zijn protesten moesten evenwel wijken toen ze tegenover de bewijzen stonden. De ontdekking van de kosmische roodverschuiving en echo van de schepping in de kosmos, de microgolf-achtergrondstraling, waren een bevestiging van de dui­ delijke voorspelling die in het bijbelse verhaal geïmpliceerd werd – er was een begin van ruimte-tijd. De reactie van Maddox staat haaks op die van Richard Dawkins. Toen ik hem op dit punt wees tijdens ons debat in Alabama, was hij allerminst overtuigd. Hij antwoordde dat de Bijbel vijftig procent kans had om het bij het recht eind te hebben, aangezien er ofwel een begin moest zijn geweest, of niet. Het gaat er echter, nog afgezien 34

BW - God in het vizier-CS$.indd 34

04-04-13 14:53


1  zijn god en geloof vijanden van verstand en wetenschap?

van de ongegronde aanname dat het bijbelverhaal slechts op gissen berust, niet zozeer om wat de kans is op een juiste gok. De Big Bang theorie had te maken met felle weerstand omdat er wetenschappers waren met een manifest verlangen dat de Bijbel het mis zou hebben. Er was enorm en overtuigend wetenschappelijk bewijs voor nodig om het standaardmodel vast te stellen. Het ironische is dat juist datzelfde Big Bang model van het universum, dat de bijbelse leer bevestigt dat er een oorsprong is, nu benut wordt om God te verbannen, door één van de briljante theoretisch natuurkundigen die de theorie hebben ontwikkeld: Stephen Hawking.

Stephen Hawking en God Met zijn laatste boek The Grand Design, dat hij samen met Leonard Mlodinow schreef, durft Hawking de confrontatie aan met de gang­ bare religieuze overtuiging dat het universum door God geschapen is. In zijn optiek bieden natuurwetten (en niet Gods wil) de werkelijke verklaring voor het ontstaan van leven op aarde. Hij betoogt dat de Big Bang het onvermijdelijke gevolg van deze wetten was: ‘Omdat er een wet is zoals die van de zwaartekracht, kan en zal het universum zichzelf doen ontstaan uit het niets.’8 Hawking maakt zich schuldig aan een reeks serieuze misvattingen en logische denkfouten. Ten eerste vertoont zijn blik op God gebre­ ken. Uit wat hij zegt, blijkt duidelijk dat hij God ziet als een ‘god van de gaten’, die als verklaring gebruikt wordt als er nog geen wetenschap­ pelijke verklaring is. Vandaar zijn conclusie dat de natuurkunde geen ruimte voor God laat, omdat die de laatste plek heeft weggepoetst waar hij te vinden had kunnen zijn – het moment van de schepping. Toch is dit zeker niet wat de grote godsdiensten van het monothe­ ïsme geloven. Voor hen is God de regisseur van het hele toneelstuk. God is zowel schepper van het universum als degene die het in stand houdt. Zonder hem viel er niets te bestuderen door natuurkundigen. Sterker nog, God is zowel de schepper van datgene in het universum 35

BW - God in het vizier-CS$.indd 35

04-04-13 14:53


god in het vizier

wat we niet begrijpen, als van de zaken die we wel kunnen bevatten. En uiteraard levert wat we wel begrijpen ons het meeste bewijs van Gods bestaan en betrokkenheid. Net zoals mijn bewondering voor een briljant technisch ontwerp of een kunstwerk groeit naarmate ik het beter begrijp; zo aanbid ik de Schepper meer, naarmate ik beter begrijp wat hij gedaan heeft. Hawkings ontoereikende visie op God is in verband te brengen met hoe hij tegenover filosofie in het algemeen staat. Hij schrijft: ‘De filosofie is dood.’9 Maar dat is in zichzelf al een filosofische stelling. Het is absoluut geen wetenschappelijke stelling. Omdat ze zegt dat de filosofie dood is, spreekt ze zichzelf daarom tegen. Het is een klassiek voorbeeld van logische incoherentie. En dat niet alleen: Hawkings boek is er een over metafysica, voor zover het de wetenschappelijke interpretatie en toepassing betreft op fundamentele vragen zoals die naar het bestaan van God – filosofie pur sang. Zich voorstellen dat de filosofie dood is, dat is niet het slimste dat iemand kan doen, zeker als diegene zelf op het punt staat ermee in gesprek te gaan. Om een voorbeeld te noemen, Hawkings kern­ punt, dat eerder genoemd is: ‘Omdat er een wet is zoals die van de zwaartekracht, kan en zal het universum zichzelf doen ontstaan uit het niets.’ Hij neemt duidelijk aan dat de zwaartekracht bestaat (of misschien alleen de wet van de zwaartekracht?) Dat is niet zomaar iets. Het universum is dus niet uit het niets ontstaan. Erger nog, de stelling ‘het universum kan en zal zichzelf doen ontstaan uit het niets’ spreekt zichzelf tegen. Als ik zeg ‘X schept Y’, veronderstelt dit in de eerste plaats het bestaan van X, om zo Y te scheppen. Wanneer ik zeg ‘X schept X’, neem ik het bestaan van X aan als voorwaarde om X te scheppen. Om het bestaan van het universum te veronderstellen, om daarmee het ontstaan ervan te verklaren, is een logische tegenspraak. Wat we hieruit leren is dat onzin nog altijd onzin is, zelfs wanneer wereldberoemde wetenschappers hem uitkramen. Ook maakt het duidelijk dat een snufje filosofie geen kwaad had gekund. Omdat Hawkings voorstellingen van God en van de filosofie on­ toereikend zijn, maakt hij nog een reeks blunders door ons voor de 36

BW - God in het vizier-CS$.indd 36

04-04-13 14:53


1  zijn god en geloof vijanden van verstand en wetenschap?

keuze te stellen tussen God en de natuurwetten. Hier verwart hij twee zeer verschillende zaken: natuurwet en persoonlijke kracht. De keuze die hij ons laat is er een tussen twee schijnalternatieven. Dit is een klassiek voorbeeld van een categorische denkfout. Zijn oproep om te kiezen tussen de natuurkunde en God is net zo volslagen absurd als van ons te eisen dat we kiezen tussen de natuurwetten of de lucht­ vaartkundige Sir Frank Whittle om het bestaan van de straalmotor uit te kunnen leggen. Sir Isaac Newton, een van Hawkings voorgangers op zijn leerstoel aan de universiteit van Cambridge, maakte deze fout niet, toen hij zijn wet van de zwaartekracht ontdekte. Hij zei niet: ‘Nu ik de wet van de zwaartekracht heb, heb ik God niet meer nodig.’ Wat hij wel deed was Principia Mathematica schrijven, het bekendste boek ooit in de geschiedenis van de wetenschap, waarin hij uitsprak te hopen dat het ‘de denkende mens zou overtuigen’ in God te gaan geloven. De crux zit hierin, dat de natuurwetten weliswaar kunnen uitleg­ gen hoe een straalmotor werkt, maar niet hoe ze ontstaan is. Het spreekt voor zich dat een straalmotor niet door de natuurwetten zelf gemaakt is. Daar hadden we de intelligentie en het creatieve tech­ nisch ontwerp van Whittle voor nodig. In feite zijn zelfs de natuur­ wetten met Frank Whittle erbij niet in staat om een straalmotor te produceren. Daar is immers ook wat materiaal voor nodig, dat aan de invloed van die wetten onderhevig is en waarmee Whittle kan wer­ ken. Materie is weliswaar van eenvoudige aard, maar het wordt niet voortgebracht door wetten. Het is niet alleen zo dat wetenschappers niet de oorsprong zijn van het universum; ook de wetenschap zelf is dat niet, noch de wetten van wiskundige fysica. Hawking lijkt echter te denken van wel. In A Brief History of Time suggereert hij een dergelijke uitleg door te beschrijven hoe een theorie mogelijk het universum deed ontstaan: De gangbare wetenschappelijke methode van het in elkaar zetten van een wiskundig model geeft geen antwoord op de vraag waarom er überhaupt een universum zou moeten zijn, dat door het model 37

BW - God in het vizier-CS$.indd 37

04-04-13 14:53


god in het vizier te beschrijven is. Waarom heeft het universum de moeite genomen te bestaan? Is alle theorie bij elkaar zo onweerstaanbaar dat die het bestaan ervan in gang heeft gezet? Of is er een schepper nodig en, zo ja, heeft hij dan verder nog invloed op het universum?10

De gedachte echter dat een theorie of natuurwetten het universum deden ontstaan, is onbegrijpelijk. Of heb ik iets gemist? Wetenschap­ pers verwachten dat ze theorieën kunnen bedenken om met behulp van wiskundige wetten natuurlijke verschijnselen te beschrijven, iets wat hen inderdaad op spectaculaire wijze is gelukt. Het is evenwel niet zo dat de wetten die we ontdekken zelf iets kunnen veroorzaken, laat staan dat ze scheppingskracht hebben. Natuurwetten kunnen op zichzelf helemaal niets scheppen; ze geven slechts een (wiskundige) beschrijving van wat er normaal ge­ sproken gebeurt onder bepaalde vaste condities. Newtons wet op de zwaartekracht brengt de zwaartekracht niet voort; hij verklaart niet eens de zwaartekracht, iets waar Newton zichzelf bewust van was. Sterker nog: de natuurwetten kunnen niet alleen zelf onmogelijk iets voortbrengen; ze kunnen zelfs niet ergens de oorzaak van zijn. New­ tons befaamde bewegingswetten zijn er nooit de oorzaak van geweest dat een bal voorbij scheerde over het groen van de biljarttafel: dat kan alleen maar komen doordat mensen een biljartkeu en hun ei­ gen spieren gebruiken. De wetten geven ons de kans de beweging te analyseren en een voorspelling te doen over de toekomstige route waarlangs de bal zal gaan (aangenomen dat er geen externe factoren meespelen11), maar ze zijn niet in staat om de bal in beweging te bren­ gen, en ze kunnen hem al helemaal niet laten ontstaan. Toch lijkt Paul Davies, de bekende natuurkundige, het met Haw­ king eens te zijn: ‘Het is niet nodig om bij de oorsprong van het universum of het leven een beroep te doen op iets bovennatuurlijks. Ik ben nooit voorstander geweest van goddelijk gepruts: wat mij be­ treft is het veel inspirerender om te geloven dat een serie wiskundige wetmatigheden zo geraffineerd kunnen zijn dat ze al deze dingen in gang kunnen zetten.’12 38

BW - God in het vizier-CS$.indd 38

04-04-13 14:53


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.