Jaargang 25, nr. 4

Page 1

SecJure Jaargang 25 | Mei 2011 nr. 4 | SecJure is een uitgave van Magister JFT

Juridisch Faculteitsblad

Valse Aangifte in Zedenzaken En verder  Interview met Job Cohen – over politiek, privé & PVV  Duiveluitdrijving & Piraterij  De fiscus als ultieme dief


adv-banning-1/1.indd 1

24-03-2011 11:15:25


Inhoudsopgave Valse aangifte in zedenzaken

7

Valselijk beschuldigd worden van een misdrijf komt vaker voor dan gedacht

De Fiscus als ultieme dief

10

Toptarief inkomstenbelasting bedraagt geen 52% maar 151,2%!

Hoe heers ik over de golven en bereik ik mensen zonder hulp van de gevestigde orde?

13

Een gids voor de aspirant radiopiraat

Piraterij voor de kust van Somalië

16

Waarom wordt 90 % van de opgepakte Somalische piraten weer vrijgelaten?

Het kruisverhoor

18

Hij rijdt motor, werkt voor Philips en drinkt veel teveel cola. Rara wie is dat?

Voorzitter van de Europese Unie: Hongarije

20

Ontheffen van het voorzitterschap?

Bezuinigingen in het onderwijs

24

Zijn de plannen van kabinet Rutte juridisch houdbaar?

Interview met Job Cohen

27

Een interview met de partijleider van de PvdA

PVV: Partij voor de Vrijheid?

30

Over de grondwettelijke tegenstrijdigheden in het PVV partij programma

Bas’ goede raad

33

Over de Tilburgse Studenten Raad

De Herkomst van de Democratie

34

Van Polis tot Politiek

TBS – Straf of maatregel

39

Het karakter van de terbeschikkingstelling nader beschouwd.

Schaduwpraktijken

42

Over questionabele motieven van gewezen policiti

Strategische bombardementen op Nazi-Duitsland

45

Militaire strategie met een vleugje oorlogsrecht

Pro/Contra: Polygamie

49

Robbert Coenmans en gast auteur Michiel Peters over gedeelde liefde.

Duiveluitdrijving naar kerkelijk recht

54

The Excorcist juridisch beschouwd

The London Life

55

Het vierde editie van Wouters belevenissen aan de andere kant van het kanaal

Dit was het recht

58

Enkele spraakmakende zaken uit de afgelopen maanden kort beschouwd

Studeren in het land van de Rijzende zon

60

Lees over de belevenissen van Erol Mert in Japan!

Lustrum

63 3 | SecJure Mei 2011


Boels Zanders Advocaten

Balvast

Ondernemingsrecht Handelsrecht Vastgoedrecht Arbeidsrecht Bestuursrecht

Maastricht Bergerstraat 2 - 4 T +31 (0)43 362 66 55 maastricht@boelszanders.nl Roermond Looskade 20 T +31(0)475 31 91 46 roermond@boelszanders.nl Venlo Deken van Oppensingel 23 T +31 (0)77 354 89 51 venlo@boelszanders.nl www.boelszanders.nl


Colofon Redactieadres

Redactioneel

Kamer E221 Postbus 90153 5000 LE Tilburg Tel. (013) 466 80 73 Mail: secjure@magisterjft.nl

Hoofdredacteur Therris Burgers

Redactie Robbert Coenmans Thomas Dilien Ilona van den Eijnde Janneke van der Heijden Sylvia Kuijsten Aïcha Peutz Loes van Puijenbroek Jeroen Tessers Thijs van Liempd Anne de Vries Xu Wang Sjoerd Wierenga Esra van der Wolk

Met dank aan Eline van Scherpenzeel Erol Mert Annemarie Middelburg Wouter van den Wildenberg Bas Bross Sander van Deijck

Productie Wolf Legal Publishers Oplage 4.025 SecJure jaargang 25 nr. 4 De redactie behoudt zich het recht voor ingeleverde stukken niet te plaatsen of te wijzigen. De inhoud van de artikelen vertegenwoordigt niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie. © Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook gereproduceerd worden zonder voorafgaande toestemming van de redactie.

Nog geen jaar geleden viel ‘mijn’ eerste SecJure bij jullie op de mat. Eigenlijk ben ik om al de verkeerde redenen aan dit avontuur begonnen en ik was die eerste editie daarom vrij onzeker of het allemaal wel goed zou komen. Alle dingen waar je jezelf mogelijkerwijs druk om kán maken hebben mij op enig moment wel bezig gehouden. Gelukkig merkte ik snel dat ik er niet alleen voor stond en kon rekenen op een dagelijks bestuur, een drukker, een vormgever en natuurlijk mijn redactieleden. Voor ik het wist was ik vier edities verder, op zoek naar een opvolger en probeerde ik een jaar aan ervaring samen te vatten in – pak hem beet – vierhonderd woorden. Waar ik aan het begin ook voor vreesde was de sfeer binnen de redactie. SecJure redacties stonden niet bepaald bekend om de hechte band onderling en de actieve houding in Magisterverband. De redactieleden dit jaar gaven echter blijk van een bijna onkarakterestieke interesse in elkaar, de vereniging en ons faculteitsblad. Niet verwonderlijk dus dat er naast één relatie ook een hoop vriendschappen zijn ontstaan tijdens die vele vergaderingen, borrels, redactieuitjes en andere activiteiten. Op deze plek zou ik graag al mijn redactieleden willen bedanken voor hun inzet. Jullie hebben mijn termijn als hoofdredacteur werkelijk onvergetelijk gemaakt en ik zal hier altijd met veel plezier op terug kijken. Naast terug kijken, kijk ik ook even vooruit. Op het moment dat ik dit schrijf weet ik nog niet wie het volgend jaar van mij overneemt. Toch zou ik diegene mee willen geven vooral te genieten van het resultaat dat iedere editie met zich meebrengt. Je gaat fouten maken, je gaat tegen problemen aanlopen, je gaat je soms afvragen waar je in vredesnaam aan begonnen bent. En toch, uiteindelijk, is het allemaal moeite waard. Mijn ervaringen dit jaar zouden mij er bijna van overtuigen vaker dingen te doen om al de verkeerde redenen. Voor de laatste maal liever lezer, Namens de redactie, Therris Burgers Hoofdredacteur 2010-2011

5 | SecJure Mei 2011


KIES NU VOOR HET GRATIS STUDENTEN PAKKET VAN ABN AMRO Wil je al je aandacht aan je studie en het studentenleven besteden? Dan is het Studenten Pakket van ABN AMRO iets voor jou. Hiermee heb je al je financiële zaken in één keer goed geregeld/. Zit je bij een andere bank? Met de gratis overstapservice zetten we automatisch de betaling van je collegegeld, je studiefinanciering en je machtigingen in één keer om naar je nieuwe rekening.


Artikel

Valse aangifte in zedenzaken Thijs van Liempd

Inleiding Zedenzaken zijn ernstige zaken. Ik wil u daarom het volgende plaatje schetsen. U gaat na een avond stappen met een jongen naar huis. In de kroeg is het uitdagen van elkaar al begonnen, maar uw doel was in ieder geval niet om seks te hebben met de jongen. Eenmaal aangekomen bij uw of zijn huis gaan de handelingen steeds verder. Op een gegeven moment geeft u echter aan dat u geen seks met de betreffende jongen wil. Op dat moment slaan de stoppen bij de jongen door en hij begint met veel geweld u te dwingen tot seks; juridisch gezien een verkrachting. De gevolgen van het voorgaande zijn voor een slachtoffer ongelofelijk groot. Denk niet alleen aan de lichamelijke gevolgen, zoals een zwangerschap of een SOA, maar ook aan de psychische gevolgen. Aangezien ik het voorgaande voorbeeld heb verzonnen, kunt u ook zien hoe gemakkelijk het is om een verhaal te verzinnen en dit verhaal in een aangifte vast te laten leggen door de politie. Het doen van een valse aangifte is strafbaar op grond van artikel 188 Wetboek van Strafrecht. In dit artikel wil ik gaan kijken naar valse aangiftes in zedenzaken.1 Daarvoor zal ik eerst uiteenzetten welke soorten verkrachters en soorten zedenzaken worden onderscheiden. Daarna de motieven van een valse aangifte. Vervolgens de kenmerken van een valse aangifte en ik zal afsluiten met een conclusie. Een opmerking vooraf verdient het aantal procenten

valse aangiftes. Stelma stelt dat 80% van de aangiftes van seksueel misbruik vals is. Op de site www.seksueelmisdrijf.nl is echter te lezen dat rechtspsycholoog P. van Koppen stelt dat 10 tot 20% van de aangiftes vals is. Het aantal valse aangiftes in Amerika zou op 12% liggen. Een opmerkelijk verschil, door mij niet te verklaren, maar ik wilde u het niet onthouden.

Soorten verkrachters/ soorten zedenzaken Er worden door onderzoekers vijf soorten verkrachters onderscheiden2: 1. De gelegenheidsverkrachter; de beschrijving van deze verkrachting zit al in het woord zelf. De verkrachter maakt gebruik van de gelegenheid om een vrouw3 te verkrachten. Het voorbeeld zoals hierboven gegeven valt hieronder. 2. De seksualiserende verkrachter; dit soort verkrachter heeft een lange gekoesterde wens om met een vrouw gedwongen seks te hebben. 3. De wraakzuchtige verkrachter; bij dit soort verkrachtingen zijn vrouwen wel exclusief onderwerp van de verkrachting. De wraakzuchtige verkrachter verkracht vrouwen om zijn woede voor deze groep tot uiting te brengen. Hij wil wraak nemen op gedragingen die vrouwen hem hebben aangedaan. 4. De boosheidverkrachter; dit type verkrachter heeft een woede tegenover iedereen. Met mannen vecht hij en vrouwen verkracht hij.

7 | SecJure Mei 2011


5. De sadistische verkrachter; dit is een weinig voorkomende soort verkrachter. Deze verkrachter plant zijn verkrachtingen. Hij wordt agressief van uitoefening van seksueel geweld en het seksuele geweld verhoogd zijn agressiviteit. Mr. Veraart noemt in zijn boek ‘Valse zeden, valse aangifte in zedenzaken’ vier soorten zedenzaken. De eerste categorie zijn de verzonnen zedenzaken.4 Het mag duidelijk zijn dat het hier gaat om verhalen die zijn verzonnen. De tweede categorie is de mislukte vrijage.5 Er kan bij deze categorie wel seks hebben plaatsgevonden, maar wel op vrijwillige basis. Achteraf wordt de seks door de vrouw als verkrachting of aanranding beschouwd. De derde categorie is de vrijage met een smet.6 Ook hier heeft er seks plaatsgevonden, maar is de man te ver gegaan. Maar ook weer niet zover dat er van een ernstige aanranding of verkrachting sprake is. Veraart geeft aan dat het verschil voor juristen niet belangrijk is, maar dat hij vindt dat er nuancering in de verkrachting aangebracht moet worden. De vierde categorie zijn de ernstige zedenzaken.7 Onder deze categorie vallen daden als verkrachting, aanranding en incest. Deze moeten naar de mening van Veraart worden opgespoord, vervolgd en berecht. Het soort verkrachter zoals door de onderzoekers omschreven kan bij het bepalen of een aangifte vals is de volgende rol spelen. Mijns inziens is het soort verkrachter omschreven door het slachtoffer van belang, omdat de omstandigheden van het geval en de dader soms samenhangen. Daar moet dus op gelet worden. De soorten zedenzaken zijn van belang voor valse aangifte, omdat de eerste twee categorieën veelal valse aangiftes bevatten. De kennis dat er valse aangiftes kunnen zijn, speelt een grote rol in het erkennen daarvan.

Motieven Waarom zouden ‘slachtoffers’ een valse aangifte willen doen? Stelma geeft vijf redenen. De eerste is de aandacht die de persoon wil hebben. De tweede is een excuus/alibi voor eigen handelen. De derde is een ander doel bereiken. Wat hij daaronder verstaat is mij onduidelijk. De vierde is wraak op de andere persoon. De vijfde en laatste is financieel gewin; de aangeefster wil door middel van de aangifte ervoor zorgen dat zij een financiële vergoeding krijgt. Veraart noemt meer redenen voor een valse aangifte. De volgende motieven noemt hij: haat, aandacht, frustreren van een omgangsregeling, wraak, boosheid dat ‘verkrachter’ ook met anderen seks heeft, wraak op de werkgever vanwege ontslag of gemiste promotie. Veraart stelt aan het einde: ‘’alles komt voor’’.8 De motieven voor een valse aangifte zijn divers en zullen door de politie in het achterhoofd moeten worden gehouden bij het opstellen en onderzoeken van de aangifte. En zoals Veraart het stelt, alles is denkbaar. Een schone taak voor de politie dus. SecJure Mei 2011 | 8

Kenmerken van valse aangiftes Ik kom nu tot de kern van mijn artikel. Ik zal eerst de kenmerken beschrijven zoals gepresenteerd door Stelma. Daarna zal ik de kenmerken zoals Veraart ze omschrijft beschrijven. Stelma stelt dat een te vage of te gedetailleerde omschrijving van de dader een kenmerk is van een valse aangifte. Daarnaast is het zo dat wanneer de aangeefster spreekt over meerdere onbekende daders, de aangifte waarschijnlijk vals is. Een patroon van veel verzet + een overweldigde reactie zijn een kenmerk van een valse aangifte. Indien de aangeefster haar verklaring geregeld bijstelt of kloppend maakt –na kritische- of controle vragen of het vaststellen van inconsistenties - dan is dit een indicatie voor een valse aangifte. Verder is het steeds groter of ernstiger maken van het verhaal een indicatie pro valse aangifte. Problemen met het omschrijven van details en de volgorde van de seksuele handelingen maken dat een aangifte vals kan zijn. Ook als de verbale interactie tussen dader en slachtoffer niet duidelijk is, moet er extra aandacht zijn voor een mogelijke valse aangifte. Het technische onderzoek kan de aangifte ook niet ondersteunen. Het plaats delict dat in de aangifte wordt genoemd is niet te vinden of het plaats delict ondersteunt de verklaring van de aangeefster niet. Dit zijn allemaal tekens dat de verklaring vals is. De verwondingen van de aangeefster spelen ook een rol voor de vaststelling van de valsheid van de verklaring. Indien er in de verklaring over heftig verzet wordt gesproken, maar de verwondingen daarentegen tegenvallen, dan is dat een indicatie dat de aangifte vals is. Ook onverschilligheid over verwondingen is een teken dat de aangifte vals is. Ook zal de betreffende agent attent moeten zijn op (oefen)littekens. Bij een aangifte moet er ook naar de achtergrond van de aangeefster worden gekeken. Indien de aangeefster al eerder slachtoffer van een zedendelict is geweest “onder dezelfde omstandigheden of juist in zwaarte toenemend”, dan kan de aangifte vals zijn. Een heldenrol van het ‘slachtoffer’ in de aangifte is daarbij ook een teken voor een valse aangifte. Samenvattend is een aangifte waarschijnlijk vals, indien deze vragen oproept, onlogisch is en veel haken en ogen bevat. Een aangifte is juist, indien deze duidelijk is, geen vragen oproept en er geen speld tussen te krijgen is.9 Veraart gaat in zijn boek in op wat hij de ‘overaangifte’ noemt. Hieronder verstaat hij een aangifte die te groot en te dik is gemaakt. Veraart noemt het geen kenmerken van valse aangiftes, maar deze kunnen er wel uit afgeleid worden. De kenmerken van de overaangifte worden hierna behandeld. De eerste is overdrijven van de daad. De tweede is het vertellen van onwaarheden. Deze zijn dan nodig om het verhaal kloppend te maken, zoals ook hierboven is te zien. De aangeefster kan ook feiten ver-


zwijgen die van belang zijn voor de zaak. Indien deze feiten wel verteld zouden zijn, dan zou de aangifte en daarmee de eventuele verkrachting in een ander daglicht komen te staan. Het tijdstip van de aangifte is ook van belang voor het vaststellen van de juistheid van de aangifte. Veraart neemt als uitgangspunt dat hoe meer tijd er tussen ‘de verkrachting’ en de aangifte ligt, hoe groter de kans is op een valse aangifte. Veraart geeft ook nog aan dat er bij de aangifte moet worden gekeken of meerdere aangeefsters samen spannen tegen de dader of dat er mogelijk sprake is van chantage door de aangeefster.10 Nu we de kenmerken van een eventuele valse aangifte hebben behandeld, rest nog de vraag hoe de politie moet handelen op een aangifte (vals of juist). De politie zal bij het opnemen van een aangifte altijd kritisch en objectief moeten blijven, uitgebreid en gedetailleerd naar de feiten vragen, naar controleerbare aspecten vragen (denk aan het weer) en naar de achtergrond van de aangeefster moeten vragen. Ook een gedetailleerde tijdslijn kan helpen bij het vaststellen of een aangifte juist dan wel vals is.

Conclusie Nu het einde van het artikel nadert, moet ik een bekentenis doen. Het schrijven van dit artikel viel me zwaarder dan verwacht. Het spanningsveld tussen een juiste en valse aangifte is moeilijk te beoordelen. Aan de ene kant zijn er de gevoelens van de aangeefster van het delict. Deze moeten serieus genomen worden en niet al te gemakkelijk aan de kant worden gezet. Indien de aangeefster daadwerkelijk seksueel is misbruikt en de politie zegt dat haar aangifte vals is, dan zijn de gevolgen voor het slachtoffer alleen maar groter. Maar aan de andere kant is er de ‘dader’. Deze wordt vals beschuldigd van een delict dat hij niet heeft gepleegd. En bij zedendelicten is men, zoals men vaak zegt, niet onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Integendeel, de maatschappij veroordeelt de ‘verdachte’ juist op het principe ‘waar rook is, is vuur’. Daar komt nog bij dat de onschuldige verdachte in een proces wordt afgeschilderd als een barbaar, viezerik en ga zo maar door. Als laatste is het ook nog zo dat als de politie eenmaal vindt dat een aangifte vals is, het niet gemakkelijk blijkt te zijn om daar een gepaste reactie op te laten volgen. Het blijft lastig om bij zedendelicten objectief te blijven, maar toch moet een agent kritisch en goed de aangeefster verhoren en zo tot de conclusie komen of de aangifte vals is of niet. Aan de advocaat de ‘schone’ taak om de verdachte daarbij zo goed mogelijk te verdedigen.

(Endnotes) 1 Naar aanleiding van een presentatie tijdens de praktijkdag ‘De rol van deskundigen in strafzaken bij verhoor, getuigen en bekentenissen’. De presentatie werd gegeven door B. Stelma, Professional informatievoorziening bij de KLPD. 2 Zie de site: www.seksueelmisdrijf.nl à aanranding en verkrachting à Categorieën. 3 In dit artikel wordt uitgegaan van de vrouw, omdat deze het meest slachtoffer zijn van een zedendelict. Echter mannen kunnen ook slachtoffer worden van een zedendelict, maar voor de leesbaarheid van het artikel schrijf ik vanuit het beeld dat de vrouw slachtoffer is. 4 C.J.W. Veraart, ‘Valse zeden, valse aangifte in zedenzaken, Amsterdam: Uitgeverij Balans: 1997, p. 18-25. 5 C.J.W. Veraart, ‘Valse zeden, valse aangifte in zedenzaken, Amsterdam: Uitgeverij Balans: 1997, p. 25-31. 6 C.J.W. Veraart, ‘Valse zeden, valse aangifte in zedenzaken, Amsterdam: Uitgeverij Balans: 1997, p. 31-34. 7 C.J.W. Veraart, ‘Valse zeden, valse aangifte in zedenzaken, Amsterdam: Uitgeverij Balans: 1997, p. 34-37. 8 C.J.W. Veraart, ‘Valse zeden, valse aangifte in zedenzaken, Amsterdam: Uitgeverij Balans: 1997, p. 53-56. 9 Voorgaande is dus allemaal gebaseerd op de presentatie van Stelma op de praktijkdag. 10 C.J.W. Veraart, ‘Valse zeden, valse aangifte in zedenzaken, Amsterdam: Uitgeverij Balans: 1997, p. 47-64.

9 | SecJure Mei 2011


Artikel

De fiscus pleegt legale diefstal Toptarief inkomstenbelasting bedraagt geen 52% maar 151,2%! Ilona van den Eijnde Het toptarief van onze huidige inkomstenbelasting bedraagt 52%, aldus artikel 2.10 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB). Toch komt het in enkele gevallen voor dat het door u verdiende inkomen met maarliefst 151,2% wordt belast. U draagt dus daadwerkelijk meer af dan u heeft verdiend. Is hier sprake van legale diefstal van de fiscus? Het bovenstaande verdient wel een korte toelichting. Uiteraard kan het niet zo zijn dat de fiscus een inkomen belast tegen 151,2%, terwijl het toptarief wettelijk is vastgelegd op 52%. Het genoemde tarief is niet alleen gebaseerd op de heffing van inkomstenbelasting, maar

Bruto €1.000,- meer verdienen, betekent in Nederland dus netto €500,erop achteruit gaan!! tevens op de toekenning van allerhande subsidies. Om aan te tonen hoeveel slechts 1000 euro aan bruto salaris een netto verschil van negatief 500 kan maken, stel ik u graag voor aan twee families.

Laat die €1.000,- maar zitten! De familie Handop bestaat uit vader Henk (37), moeder Inge (35) en twee dochters, Anna is 6 jaar en Kim is 3 jaar. Henk werkt bij een havenbedrijf in Rotterdam en verdient een bruto jaarsalaris van €22.000,-. Inge werkt 2 dagen in de week bij een schoonmaakbedrijf in Breda en verdient een bruto jaarsalaris van €7.000,-. Het verzamelinkomen van de familie Handop bedraagt dus €29.000,-. Anna gaat overdag naar school en gaat twee dagen in de week naar de buitenschoolse opvang op de dagen dat Inge werkt. Kim gaat dezelfde twee dagen naar de dagopvang. De kosten voor de gehele opvang bedraSecJure Mei 2011 | 10

gen per maand €836,-. De familie woont in een huurhuis en de kale huurprijs bedraagt €640,- per maand. De hele familie is verzekerd bij Agis Zorgverzekeraar. De familie Eigenbroek bestaat uit vader Roderick (39), moeder Ammarens (38), zoon Jurgen (7) en dochter Ingeborg (2). Roderick werkt 2 dagen in de week bij de gemeente Breda. Daarmee verdient hij een bruto jaarsalaris van €7.000,-. Ammarens werkt 5 dagen in de week bij een uitzendbureau in Tilburg. Zij verdient daarmee een bruto jaarsalaris van €23.000,-. Het verzamelinkomen van de familie Eigenbroek bedraagt dus €30.000,-. Ook Jurgen en Ingeborg gaan voor 2 dagen naar dezelfde buitenschoolse opvang en dagopvang als Anna en Kim. De kosten voor de familie Eigenbroek bedragen €836,per maand. De familie woont ook in een huurwoning, waarvan de kale huurprijs €640,- per maand bedraagt. De hele familie is verzeker bij CZ Zorgverzekeringen. We zien dat het verschil tussen deze twee families bruto €5.000,- op jaarbasis bedraagt. De families hebben verder precies dezelfde kosten, voor zover deze relevant zijn voor het recht op diverse toeslagen en de inkomstenbelasting. Overige, niet-inkomensgerelateerde kosten, zoals de kinderbijslag, worden buiten de berekeningen gehouden. Deze komen pas aan bod bij de tweede vergelijking in dit artikel (die van singles & families). Het resultaat is weergegeven in tabel I. Ten behoeve van vergelijking zijn er nog twee inkomens aan de tabel toegevoegd. Op basis van Tabel I komen we tot de volgende conclusie. De familie uit kolom 2 verdient bruto €1.000,- meer dan de familie in kolom 1. De familie uit kolom 2 houdt netto, na aftrek van belastingen en na bijtelling van de toeslagen, echter €512,- minder over dan de familie uit kolom 1. Deze extra €1.000,- aan bruto inkomsten wordt daarom feitelijk belast tegen 1512/1000 = 151,2%. Ook het tarief dat de familie uit kolom 3 betaalt ten opzicht van de familie uit kolom 1 is zorgwekkend. Deze familie verdient namelijk bruto €5.000,- meer dan de familie uit kolom 1, maar gaat er netto slechts €1.419,- op vooruit. Dat is een tarief van (5.000-1.419)/5000 = 71,62%.


Leefvormneutraliteit

Tot slot

In het bovenstaande voorbeeld zijn steeds de bruto en netto inkomens van een aantal vrijwel identieke gezinnen met elkaar vergeleken. We hebben cijfermatig onderbouwd dat een bruto inkomensverschil tot een groot omgekeerd netto inkomensverschil kan leiden, voornamelijk door de vele toeslagen die ons land rijk is. Over deze ergernis van de auteur later meer. Naast het niet in lijn zijn met de draagkrachtgedachte, is het systeem niet leefvormneutraal. De inkomens van deze gezinnen hebben we in Tabel II namelijk vergeleken met precies hetzelfde inkomen van een alleenstaande zonder kinderen. Het lijkt alsof onze regering met fiscale maatregelen wil aanzetten tot een ideale gezinssituatie. Singles en al helemaal singles zonder nageslacht worden bestraft met een hoge inkomstenbelastingdruk.

Ter afsluiting van dit beklag tegen de zeer incompetente toeslagenmachine, waar de overheid inmiddels in is veranderd, roep ik de wetgever op de aangetoonde verschillen te minimaliseren. Hoe kan het in een land als Nederland zo zijn, dat inkomens zodanig worden belast, dat zij haaks tegenover de veelbepleite draagkrachtgedachte staan? Bovendien zit er niet alleen een belastingteruggave op het vinden van een partner, maar ook op het creëeren van nageslacht. Belastingmaatregelen mogen in mijn ogen nooit met zich meebrengen dat bepaalde keuzes in privélevens fiscaal gestimuleerd worden. Schaf daarom alstublieft alle toeslagen per direct af en verlaag het tarief van de inkomstenbelasting budgetneutraal. Zo kan iedereen, gezin of geen gezin, alleenstaand of getrouwd, zelf weten wat er met de welverdiende euro’s gaat gebeuren.

Het verschil tussen de familie in de eerste en de alleenstaande in de tweede kolom is ook in Tabel II niet te verantwoorden in het licht van het draagkrachtbeginsel. Een verschil van maarliefst €12.433,- aan besteedbaar inkomen. Het recht op huurtoeslag is komen te vervallen omdat de grens voor alleenverdieners lager ligt dan de grens voor tweeverdieners.

Tabel I

You’ve got to spend money to make money Kritiek op Tabel II is niet moeilijk te bedenken. De gezinnen hebben door het hebben van kinderen recht op het kindgebondenbudget en door het gebruik maken van de kinderopvang recht op kinderopvangtoeslag. De gezinnen hebben dus eerst geld uit moeten geven, voordat zij daadwerkelijk recht hebben op deze toeslag. Maar zelfs al zouden we deze twee toeslagen, het kindgebondenbudget en de kinderopvangtoeslag, buiten de berekening houden, dan nóg bedraagt het verschil tussen het netto inkomen van het gezin en het netto inkomen van de alleenstaande maarliefst €5.197,-. Als we dan tot slot het verschil nog neutraliseren door de heffingskorting van één van de partners in de gezinssituatie te elimineren, resteert nog steeds een verschil van €3.210,-. De prijs die een single betaalt om single te zijn, kan in Nederland dus maarliefst €3.210,- bedragen. Dat verschil wordt overigens kleiner naarmate het inkomen stijgt. Succesvolle singles hebben het in verhouding tot succesvolle gezinnen dus beter dan minder succesvolle singles in verhouding tot minder succesvolle gezinnen.

Toelichting: De inkomensgrens voor het recht op huurtoeslag bedraagt in 2011 €29.125,-. Bij het berekenen van de verschuldigde inkomstenbelasting is rekening gehouden met zowel de algemene heffingskorting als de arbeidskorting en is vastgesteld dat de overtollige heffingskorting van de minstverdienende partner kan worden uitbetaald via het inkomen van de partner. Daarnaast is voor alle gezinnen uitgegaan van een maandelijkse bijdrage aan de kinderopvang van €836,-. De huur bedraagt in alle gevallen €640,-. Tabel II

De algehele conclusie die hieruit kan worden getrokken is dat de mensen in onze samenleving, die zowel falen in het leven (d.w.z., de carrière) als falen in de liefde, ook nog eens door de Belastingdienst worden getrakteerd op een hoge rekening.

11 | SecJure Mei 2011


Gevonden: Mark Tunnissen (m/ )

Specialist Bestuursrecht. Type: atypisch. “Generaliserend heb je twee soorten advocaten: de snelle schreeuwers en de grijze universiteitspakken. Van die formele gasten. Ik vermoedde altijd dat Nysingh bij de tweede groep hoorde.” Tot Mark Tunnissen hoorde van een oud-collega dat ze al een tijdje bij Nysingh zat. “Ik dacht: als jij het daar naar je zin hebt, kan het geen saaie club zijn. Grappig: in feite was ze dus een soort visitekaartje van haar eigen kantoor.” Ik had er dus behoorlijk naast gezeten, want de typische Nysingher bestáát helemaal niet. Het is een verzameling eigenwijze teamplayers. De specialist is hier geen solist. Bij Nysingh ontmoette ik autoriteiten op mijn vakgebied waarvan ik trouwens niet eens wist dat ze hier werkten. We houden elkaars zaken vaak vanuit verschillend perspectief tegen het licht. Dat resulteert in het beste voor de klant, maar ook voor jezelf.” Nysingh is een bedrijf van karaktervolle specialisten. Alleen de wet is bij ons standaard. Voor de rest krijg je alle ruimte om buitengewoon te zijn. Klinkt dit goed en kennen wij elkaar nog niet? Laat je dan vinden via werkenbijnysingh.nl

Nysingh. De juiste jurist op de juiste plek.


Een gids voor een aspirant-piraat Loes van Puijenbroek

Lang geleden waren er nog echte mannen. Mannen met snorren die als onafhankelijke levensvorm beschouwd konden worden. Mannen die rebelleerden tegen de gevestigde orde en alles wat legaal was en hierbij nog schatten binnenhaalden ook. Zoetgevooisde oproerkraaiers die heersten over de golven en het volk met één woord in opstand konden krijgen. Piraten, zeg ik je! Hoewel: het ooglapje en afgehakte been ontbrak: de piraten waar ik het over heb waren fan van jaren ’50 overhemden en gehoornde brillen. Etherpiraten. Ooit van gehoord?

Etherpiraten zijn een uitstervend ras, maar waren ooit een luis in de pels van de overheid. Als etherpiraat zendt je een radioprogramma uit zonder zendvergunning. Dit klinkt misschien niet spectaculair, maar het was heel wat om in de tijden waarin etherpiraterij nog een vak apart was (de jaren ’50, ’60 en begin ’70) buiten het verzuilde zendbestel programma’s uit te zenden. Geen programma’s met de destijds acceptabele muziek maar met opruiende muziek als ‘Kom uit de bedstee m’n liefste’1 en de Beatles. Dit tot grote ontzetting van de regering, die met lege handen stond.

Tip 1: Zeil door de mazen van de wet Juridisch gezien deed Radio Veronica, een radiostation vanaf 1960, het heel slim. Ze was namelijk niets aan het doen wat tegen enige wet indruiste. Om dit voor elkaar te krijgen legden de DJ’s van Radio Veronica uitzendingen als ‘Gevarieerde Grammofoonplaten’ (bij u thuis, elke dag om 11:00, en 15:00!) vast op geluidsbanden in een rijtjeshuis in Hilversum. De uitzendingen werden drie dagen later op het schip de Borkum Riff2 uitgezonden – net buiten de territoriale wateren. Onbereikbaar voor justitie, want de Telegraaf- en Telefoonwet 1904 werd zo ontweken.3 Wat stond er precies in die Telegraaf- en Telefoonwet 1904? In deze wet werd het verplicht gesteld een vergunning te verkrijgen ten einde een televisie- of radio-uitzending uit te zenden op Nederlands grondgebied. In het Radioreglement van 1930, die dankzij een delegatiebepaling in de Telegraaf en Telefoonwet 1904 mogelijk was, werd bepaald dat radio-uitzendingen slechts afkomstig mochten zijn van omroeporganisaties die aangewezen waren door de minister van Waterstaat (als de NCRV, VARA, AVRO, KRO en VPRO). Deze omroepen kregen een zendmachtiging omdat zij zich bezig hielden met ‘maatschappelijke idealen’.

De reden waarom Radio Veronica geen zendmachtiging kon verkrijgen, wordt hierdoor meteen duidelijk. Veronica was een radiostation met slechts het doel commerciële muziek uit te zenden en daarmee veel geld te verdienen. Niet echt een maatschappelijk ideaal dus. Als er al een ideaal aan verbonden kon worden, was het juist het schoppen tegen het gezag aan en dat zou de minister niet overtuigen. De enige oplossing die restte was: een maas in de wet zoeken. In de wet stond ‘op Nederlands grondgebied’, dus Veronica mocht wel uitzenden buiten de territoriale wateren? Radio Veronica kon Hugo de Groot dankbaar zijn. Deze had in Mare Liberum de grondslag gelegd voor het beginsel van de vrije zee.4 Dit gold in de tijd van Radio Veronica nog in beperkte mate, namelijk buiten de territoriale wateren. Tot de jaren ’80 was de grootte van territoriale wateren nog niet concreet vastgelegd. De afstand die een kanonschot kon afleggen (drie zeemijl) gold als de algemene regel. In UNCLOS III, wat in 1967 op de Third 13 | SecJure Mei 2011

Artikel

Hoe Heers Ik Over De Golven En Bereik Ik De Mensen Zonder Hulp Van De Gevestigde Orde?


United Nations Conference on the Law of the Sea werd geopperd en pas in 1994 in werking trad, werd de breedte van territoriale wateren vastgesteld op twaalf zeemijlen. Aangezien Veronica vanuit een schip gelegen in de internationale wateren over de drie-mijlsgrens van toen zijn radioprogramma’s uitzond, kon de Nederlandse regering dus niets doen. Na het Verdrag van Straatsburg (1965) werd het Radio Veronica heet onder de voeten. Dit verdrag verbood radio- en tv uitzendingen vanaf vaar- en vliegtuigen in internationale wateren. Nederland ondertekende het verdrag en begon met het opstellen van een nationale wet teneinde het verdrag te ratificeren en de leemte te dichten, waarbij vooral de PTT5 tot snelheid aandrong. Door tegenstand van o.a. de VVD en D’66 werd dit proces sterk vertraagd. “Bij alle impopulaire maatregelen kunnen het kabinet en de regeringspartijen dit er niet nog eens bijnemen”, aldus VVD-minister van Financiën Witteveen.6 Toch werd in 1973 de knoop doorgehakt. Wijzigingswetten betreffende de Telegraaf- en Telefoonwet 190, en de Antizeezenderwet (1974), werden aangenomen. Meewerken aan het uitzenden van radioprogramma’s buiten de territoriale wateren werd hierdoor verboden. Dit betekende het einde van Radio Veronica. Waarom werd de ratificatie zo plots doorgevoerd, na 9 jaar van geneuzel zoals politici dat alleen kunnen? Ah, dan komen we bij tip 2 terecht. Een die de Veronica iets te veel ten harte heeft genomen.

Tip 2: De een zijn (boot) dood is de ander zijn brood Robbie Dale, DJ van Radio Caroline7 en Radio Veronica, vertelde dat het niet altijd gezellig was op zee: “Het piratenbestaan is wel avontuurlijk, maar ook gevaarlijk. Je bent vogelvrij. We werden belaagd door kapers, want zo’n zendschip vormt een aantrekkelijke prooi. Er worden per jaar miljoenen mee verdiend.”8 Niet alleen kapers maar ook concurrenten waren een probleem. De radiozenders waren piraten om een reden: ze pasten niet in het verzuilde omroepbestand. Dit was niet slechts omdat de piratenstations liedjes als Ome Sjakie (van de legendarische Praatpalen9) uitzonden maar ook omdat ze in tegenstelling tot de publieke omroep aan reclame deden. DJ’s lazen advertenties op, wat de verkoop van de producten en van het aantal adverteerders explosief liet stijgen.10 Radio Nordsee International was de grootste concurrent van Veronica op het gebied van commercials en luisteraars. De oplossing van de gebroeders Verweij, directeuren van Veronica? Omkoping natuurlijk! Met de directeuren van RNI (Meister en Bollier), sloot Bull Verweij een overeenkomst: Meister en Bollier kregen 1 miljoen gulden zodat zij hun schip, de Mebo II, konden afbouwen, en in ruil voor dit geld bleven zij weg van de NederSecJure Mei 2011 | 14

landse kust en dus het publiek van Veronica. Ook kreeg Veronica de Bill of Sales van het schip en het recht om er een eigen kapitein neer te zetten.11 Een jaar later, in 1970, stonden Meister en Bollier weer voor de deur. Bull gaf ze een tweede lening op advies van VVD’er Vonhoff: “Geeft u ze geld, dan vertrekken ze uit Nederland (…). Lukt dat, dan zal ik mijn best doen Veronica zo lang mogelijk in de lucht te houden.”12 Maar na een tijd stonden ze wederom aan de deur, deze keer met een koffertje met meer dan een miljoen gulden. Ze kwamen de lening terugbetalen. Verweij weigerde, waarop prompt Veronica’s kapitein op de Mebo II werd afgezet. Bollier: “Verweij, komm bitte nicht an Bord, sonst werde ich schießen!”13 “Het is een gevecht tussen twee palingen in een emmer met snot”,14 aldus de president van de Rotterdamse rechtbank waar het geding tussen de twee piraten begon. Het contract was opgesteld in het Engels: een taal die geen van beiden goed beheersten. De uitleg van dit contract bleek daardoor moeilijk. Wat betekende notwithstanding nou precies? Dit woord zou bepalen of de rechten op Mebo II van Veronica zouden verdwijnen als Meister en Bollier hun lening terugbetaalden. Veronica interpreteerde notwithstanding als ‘behoudens’: zeggenschap van het schip stond los van de lening. De wederpartij vond dat de zeggenschap van Veronica afhankelijk was van het wel- of niet terugbetalen van de lening. Uiteindelijk werd door de Hoge Raad geoordeeld dat terugbetaling van het geleende geld prevaleerde boven de andere afspraken. De aanklacht van Verweij, piraterij op volle zee, alsmede de vordering tot verhaal op de Mebo II, werd hiermee afgewezen. Het commentaar van advocaat van Veronica: “Misschien was de tekst [van het contract, red.] niet ideaal.” 15 Een understatement. In het contract stonden naast de afspraken over de geldlening ook bepalingen over het hijsen van de vlag en vuurwapens aan boord. “Een padvindersboel”, verzuchtte de rechter.16 Als kaping een padvindersstreek is, gaan wij ook een padvindersstreek uithalen, moet Verweij gedacht hebben. Laten we de Mebo II in de territoriale wateren krijgen! Waarop terstond drie duikers een staaf dynamiet in de machinekamer van de Mebo II gooiden. Helaas voor Verweij: de brand die daarop volgde leidde slechts tot het einde van Veronica. Verweij werd opgepakt als officiële opdrachtgever en de regering vond dat het tijd werd voor ratificatie. En: de adverteerders bleven weg. Weg winst.

Tip 3: Een piratenvlag is ietwat overdreven Ieder schip moet een vlag voeren om de volle zee, buiten territoriale wateren dus, te mogen bevaren.17 Een schip dat twee vlaggen voert, wordt gelijkgesteld aan een schip zonder nationaliteit waardoor het geen beroep kan doen op diplomatiek beschermingsrecht.18 Voor een piratenschip is een vlag (een die een land vertegenwoordigt en dus niet slechts een schedel met botjes laat zien) dus wel


nuttig. Reden voor Radio Veronica om te varen onder de vlag van Panama (het voorbeeld volgend van verscheidene Amerikaanse schepen wiens Amerikaanse vlag verboden was in de Europese oorlogszone tot 1942).19 Capital Radio deed het nog slimmer: het ging varen onder de vlag van Liechtenstein en werd daardoor het eerste marineschip van dat klein land. De gehele bemanning droeg daarom het Liechtensteinse marine-uniform en de kapitein van de King David werd derde in rang van de Liechtensteinse marine.20 Aangezien schepen op volle zee onder de rechtsbevoegdheid van de vlaggenstaat staan21, had de Nederlandse staat geen jurisdictie over deze respectievelijk Panamese en Liechtensteinse schepen. Een must als je tegen de wet radio wil gaan uitzenden.

Tip 4: Bezin(g)t eer ge begint Oftewel, het leven van een etherpiraat is een spannende boel. Je bent illegaal bezig miljoenen te verdienen aan reclame en ondertussen krijg je ook nog dynamiet in je boot gegooid, waardoor je snor in brand staat! Als het vak je toch trekt: de mazen in de Telegraaf- en Telefoonwet 1904 zijn gedicht door latere wetgeving, dus je bent wel een echte crimineel. Het heeft ook zijn positieve kanten, echter, de kans dat je net als Bull Verweij in de cel beland is wel wat groter dan toen. Als je de mensen wil bereiken zonder hulp van de gevestigde orde, kan je je misschien beter inschrijven voor The Voice Of Holland. Maar wel alsjeblieft met roze jaren ’50 overhemd en gehoornde bril. Als een echte piraat. (Endnotes) 1 Echte piratenmuziek dus. 2 In 1964 werd de Borkum Riff vervangen door de Norderney. 3 A. Kok, Dit was Veronica. Geschiedenis van een piraat, Amsterdam: Rap 2007, p. 24. 4 H. de Groot, Mare Liberum, Leiden: Elzevier 1609, hoofdstuk XIII. 5 De PTT was degene die illegale radiozenders in beslag nam. Dat dit bij Radio Veronica niet kon, irriteerde de PTT zeer. 6 A. Kok, Dit was Veronica. Geschiedenis van een piraat, Amsterdam: Rap 2007, p. 138. Met ‘impopulaire maatregelen’ wordt bijv. de bezetting van het Maagdenhuis in 1969 bedoeld. 7 Radio Caroline was het populairste piratenstation in de UK. Door de Marine Broadcasting Offences Act van 15 augustus 1967 was Dale genoodzaakt een andere werkgever te zoeken. 8 H. van Gelder, Kapers voor de Kust, Bussum: Centripress 1972, p. 16. 9 ‘Het is soms wel lastig zo helemaal bloot. Want wil je eens roken, dan kom je in nood. Je zoekt naar een saffie, wat moeilijk is - je grijpt naar je zak en dan grijp je steeds mis!’. Niet echt iets voor de nette verzuilde samenleving dus. 10 Toevallig was de directeur van Radio Veronica tevens de enige importeur van de Nur Die panty’s die werden aangeprezen in de commercials - en waarvan de verkoop explosief steeg.

11 R. Boost, ‘De piraten duwen elkaar onder’, Panorama 2 juni 1971. 12 A. Kok, Dit was Veronica. Geschiedenis van een piraat, Amsterdam: Rap 2007, p. 135. 13 A. Kok, Dit was Veronica. Geschiedenis van een piraat, Amsterdam: Rap 2007, p. 144. 14 H. van Gelder, Kapers voor de Kust, Bussum: Centripress 1972, p. 30. 15 A. Kok, Dit was Veronica. Geschiedenis van een piraat, Amsterdam: Rap 2007, p. 146. 16 A. Kok, Dit was Veronica. Geschiedenis van een piraat, Amsterdam: Rap 2007, p. 147. 17 Agreement for the Implementation of the Provisions of the UN Convention on the Law of the Sea, 10 dec. 1982, art. 18 18 E. Somers, Inleiding tot het Internationaal Zeerecht, Mechelen: Kluwer 2004, p. 250 19 E. Somers, Inleiding tot het internationaal zeerecht, Mechelen: Kluwer 2004, p. 251 20 Prins Franz Josef II en Tim Thomason waren nr. 1 en 2, aldus H. van Gelder, Kapers voor de Kust, Bussum: Centripress 1972, p. 27 21 Zie art. 6 § 1 VVZ, art. 92 § 1 Zeerechtverdrag

15 | SecJure Mei 2011


Artikel

Piraterij voor de kust van Somalië Waarom wordt 90 % van de opgepakte Somalische piraten weer vrijgelaten? … En is daar iets aan te doen? Annemarie Middelburg1

Snelle rubberbootjes met gewapende Somalische piraten aan boord maken de Indische Oceaan en de Golf van Aden – één van ’s werelds drukste scheepvaartroutes – onveilig. Het aantal gevallen van piraterij is de laatste jaren explosief gegroeid en heeft in 2010 recordniveaus bereikt. Volgens het Internationale Maritieme Bureau waren de Somalische piraten in 2010 verantwoordelijk voor 92% van alle kapingen2 en namen zij in totaal 1016 zeelieden in gijzeling.3 De piraten eisen miljoenen dollars losgeld voor de vrijlating van gegijzelden. Tientallen marineschepen nemen deel aan diverse anti-piraterijmissies4 en patrouilleren in Somalische wateren met als doel het bestrijden van piraterij. Maar als na heldhaftig ingrijpen van de marineofficieren de piraten zijn gearresteerd en hun wapens zijn afgenomen, worden ze meestal weer in hun bootje voor de kust van Somalië afgezet. Somalische piraten belanden zelden achter de tralies omdat landen niet bereid zijn Somalische piraten te vervolgen. Deze bizarre situatie heeft ertoe geleid dat de Somalische piraten ongestoord hun gang kunnen gaan. De oprichting van een internationaal VN-tribunaal voor piraterij zou uitkomst kunnen bieden.

...als na heldhaftig ingrijpen van de marineofficieren de piraten zijn gearresteerd, [...] worden ze meestal weer in hun bootje voor de kust van Somalië afgezet.

SecJure Mei 2011 | 16

Universele rechtsmacht Artikel 105 van het VN-Zeerechtverdrag geeft aan lidstaten het recht universele rechtsmacht uit te oefenen in geval van piraterij. Dit betekent dat elke staat piraten strafrechtelijk kan vervolgen. De gedachte hierbij is dat de internationale gemeenschap als geheel belang heeft bij de berechting van piraterij om straffeloosheid te voorkomen.5 Een kanttekening dient hier geplaatst te worden, want er bestaat echter geen aut dedere aut judicare verplichting. Dit betekent dat staten geen verplichting, maar een bevoegdheid hebben om Somalische piraten nationaal te berechten of uit te leveren. Het internationale recht kan dus niet garanderen dat er daadwerkelijk actie wordt ondernomen.

Direct nationaal belang In de praktijk blijkt dat landen alleen overgaan tot vervolging indien hun ‘directe nationale belang’ is geschonden. De Nederlandse regering heeft verklaard strafrechtelijk te vervolgen indien een schip met de Nederlandse vlag is gekaapt, het schip eigendom is van een Nederlandse rederij of als er Nederlandse bemanning is betrokken bij de kaping. Daarbij komt dat in Nederland ook wordt uitgegaan van het opportuniteitsbeginsel en bepaalt uiteindelijk het Openbaar Ministerie of vervolging wenselijk is of niet. Andere Europese landen en de Verenigde Staten gebruiken dezelfde redenering.

Eerste piratenproces in Nederland Op 2 januari 2009 werden vijf Somalische piraten in de Golf van Aden door de Deense marine opgepakt toen zij probeerden het onder de vlag van de Nederlandse Antillen varende schip Samanyolu te kapen. Op verzoek van het Ministerie van Justitie werden zij overgevlogen naar Nederland en strafrechtelijk vervolgd, omdat het directe Nederlandse belang in het geding was. Op 17 juni 2010 werden de Somalische piraten door de Rotterdamse rechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar.6 Deze zaak is een mijlpaal in de strijd tegen Somalische piraterij omdat Nederland het eerste Europese land is dat erin slaagde Somalische piraten te berechten.


Voorstel Omdat landen alleen in zeer beperkte gevallen overgaan tot nationale strafrechtelijke vervolging, moet worden gezocht naar alternatieven. Voormalig minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen heeft gepleit voor het oprichten van een VN-tribunaal voor piraterij in de Somalische regio. Hij verklaarde dat het niet de bedoeling is dat Somalische piraten na arrestatie ‘gelukkig en wel’ hun straf uitzitten in een Nederlandse gevangenis.7 In het voorjaar van 2009 deed hij al een concreet voorstel aan de internationale anti-piraterij Contactroep in New York voor de oprichting van een VN-tribunaal.8 Zijn belangrijkste drijfveer was dat een dergelijk tribunaal een afschrikwekkende werking voor piraten zou hebben. Tot dusverre zijn er onvoldoende redenen gebleken voor Somalische piraten om hun criminele activiteiten te staken.

over de oprichting van een VN-tribunaal voor piraterij. Ook de VN-Veiligheidsraad verklaarde zich onlangs bereid te kijken naar de mogelijkheden. Deze positieve ontwikkeling moeten we aanmoedigen, want laten we eerlijk zijn: de oprichting van een VN-tribunaal voor piraterij is de enige effectieve oplossing om straffeloosheid van Somalische piraten tegen te gaan.

VN-tribunaal voor piraterij Naar het voorbeeld van het Joegoslavië- en Rwandatribunaal kan een VN-tribunaal voor piraterij worden opgericht om Somalische piraten te berechten. Een resolutie van de VN-Veiligheidsraad, aangenomen onder hoofdstuk VII van het VN Handvest, zou de oprichting van een dergelijk tribunaal mogelijk kunnen maken. Een voordeel van een VN-tribunaal voor piraterij is dat internationale rechters zorgen voor uniforme toepassing van het internationale recht. Het bewijs zal worden gecentraliseerd en de rechten van piraten zullen worden gewaarborgd. Er zal geen willekeur meer zijn bij de berechting van piraten en een VN-tribunaal zou piraten sneller kunnen berechten. Mogelijke nadelen van een VN-tribunaal zouden de kosten zijn en de tijd die nodig is voordat een tribunaal functioneert. Echter, de kosten voor het opzetten van een tribunaal zullen naar schatting ongeveer 25 miljoen dollar bedragen.9 Dit is een “relatief bescheiden” uitgave in vergelijking met de 7 tot 12 miljard dollar die piraterij de wereldeconomie nu kost.10 Daarnaast kan een tribunaal betrekkelijk snel (binnen één à twee jaar) worden opgericht, indien de politieke wil er is.

Politieke wil Deze laatste nuancering is van doorslaggevend belang. Of een VN-tribunaal voor piraterij in de toekomst daadwerkelijk wordt opgericht, is afhankelijk van de politieke wil van de internationale gemeenschap. In eerste instantie reageerden alleen Duitsland, Rusland, Kenia en Egypte positief op het Nederlandse voorstel. De rest van de internationale gemeenschap was minder enthousiast.

Ter afsluiting Inmiddels is er internationale consensus ontstaan dat straffeloosheid van piraterij onaanvaardbaar is en dat alle aandacht is vereist om deze tegen te gaan. Sinds begin van dit jaar spreken steeds meer landen zich positief uit

Somalische piraten voor de Nederlandse rechter.

(Endnotes) 1 Annemarie Middelburg studeerde in juli 2010 cum laude af aan de UvT. Ze heeft de master Public International Law and Human Rights afgerond. Tijdens haar afstudeeronderzoek hield zij zich bezig met piraterij voor de kust van Somalië. Ben je nieuwsgierig naar haar onderzoek? In maart 2011 is haar master thesis ‘Piracy in a Legal Context’ gepubliceerd bij Wolf Legal Publishers. 2 In 2010 werden in totaal 53 schepen gekaapt, waarvan 49 door Somalische piraten. 3 ICC IMB-PRC, ‘Hostage-Taking at Sea Rises to Record Levels, Says IMB’, 17 januari 2011. 4 Zoals bijvoorbeeld de internationale missie ‘Combined Task Force 151’, NAVO missie ‘Ocean Shield’ en EU missie ‘Operation Atalanta’. 5 Kamerbrief inzake vervolging van verdachten van piraterij voor de kust van Somalië en in de Golf van Aden, Ministerie van Buitenlandse Zaken, 11 augustus 2009. 6 Rb Rotterdam, 17 juni 2010, 10/600012-09, LJN: BM8116. 7 M. Willems, ‘Verhagen: Somalische Piraten in Afrika Berechten’, Elsevier, 18 mei 2009. 8 The Permanent Mission of the Kingdom of the Netherlands to the United Nations, ‘The Netherlands Proposes Anti Piracy Tribunal’, 30 mei 2009. 9 UN News Centre, ‘UN Envoy Proposes Special Courts to Try Suspected Pirates’, 25 januari 2011. 10 De Amerikaanse denktank One Earth Future Foundation en de Engelse denktank Chatham House hebben recentelijk rapporten gepubliceerd waarin deze getallen worden bevestigd. Bij deze berekeningen zijn de miljoenen losgeld die piraten ontvangen nog niet meegerekend.

17 | SecJure Mei 2011


Interview

Het Kruisverhoor

Erik Vermeulen Loes van Puijenbroek

Misschien heb je hem soms uit zijn auto zien stappen (een Alfa, om precies te zijn, of, zoals hij het noemt: the Italian stallion). Al headbangend zet hij dan de metalmuziek uit (laatste tijd vaak de nieuwe cd van Iron Maiden) en loopt hij in zijn nette pak richting universiteit. Als je jezelf ooit hebt afgevraagd wie die man nou was, dan heb het antwoord. Die hardrocker is niemand anders dan de heer Erik Vermeulen, hoogleraar Business Law!

1. Naam: Erik Vermeulen 2. Woonplaats: Eindhoven 3. Geboortedatum/leeftijd: Ik ben 41 jaar. 4. Huwelijkse staat: Gehuwd.

volking en komt daardoor op plaatsen waar je als toerist nooit komt. Dat is altijd weer iets bijzonders. Schrijven en onderzoek doen is ook absoluut een hobby; een waar ik mijn werk van hebben kunnen maken. Met anderen iets nieuws bedenken geeft een kick. Je voelt je een soort Indiana Jones, wat dat betreft. Wat ook een hoogleraar was. Zo zie je maar, hoogleraar zijn is spannender dan men denkt!

5. Werkzaam als: Hoogleraar Business Law en Senior Counsel Corporate bij Philips.

8. Welke type student was u? Ik wist niet wat ik moest doen, dus toen ben ik beroepsmilitair bij de Luchtmacht geworden als kortverband vrijwilliger. Toen dat klaar was begon ik, op mijn 25e, met voltijd studeren. Ik was een vreemde student. Ik heb altijd naast de studie gewerkt en kreeg ook premie uit de Luchtmachttijd. Daardoor was ik een 25-jarige student met een Mercedes. Ik deed mijn ding en was een redelijk goede student: ik was gedreven maar ik had absoluut lol. Later heb ik de Mercedes trouwens ingeruild voor een gele Fiat Cinquecento.

6. Afgestudeerd: Nederlands recht op de Universiteit van Tilburg. Hier ben ik ook gepromoveerd. 7. Hobby’s: In ieder geval alles wat te maken heeft met onze hond, een Weimaraner. Een andere hobby is motorrijden. Dan hebben we ook nog hardlopen en reizen. Vorige week was ik in Colombia; verder ga ik dit jaar naar Japan en Israel, waar ik gasthoogleraar ben. Ik doe daar seminars en congressen, maar assisteer ook overheden en andere instanties. Je hebt uitsluitend te maken met lokale beSecJure Mei 2011 | 18

9. Wie was/is uw voorbeeld? Dat is niet moeilijk: Steve Jobs, CEO en oprichter van Apple. Hij heeft ambitie, is gedreven, en, het belangrijkste, hij denkt anders. Zijn slogan is: think different. Dit in-


spireert mij; ik wil vernieuwen. In wetenschappelijke zin, ik probeer met nieuwe ideeën te komen. In educatieve zin: ik probeer andere vormen van onderwijs te vinden, door bijvoorbeeld praktijk aan theorie te verbinden, zodat de stof leeft. 10. Wat wilde u vroeger worden en wat is er misgegaan? Ik heb altijd bioloog willen worden. Biologie vind ik het mooiste vak wat er is. Alleen was ik al aardig oud toen ik ging studeren en dan kun je niet gaan aanrommelen. En het was, zeker in die tijd, dat biologie niet zoveel werkgelegenheid bood. 11. Waarom hebt u voor rechten gekozen? Het was scheikundige technologie in Eindhoven of rechten in Tilburg. Beide keuzes pasten bij mij: ik ben een bèta-man. Uiteindelijk heb ik voor rechten gekozen. Bèta en rechten zijn een goede combinatie. Met recht probeer je logisch te denken. Je moet proberen oorzaken te vinden van bepaald gedrag en uitvinden hoe recht dat gedrag kan beïnvloeden. Met het vennootschapsrecht probeert de wetgever bijvoorbeeld een organisatie te laten lopen door gedrag te beïnvloeden – en als het recht hier niet aan bijdraagt, kun je zien dat het niet helemaal klopt. Dan moet je met innovatieve oplossingen komen. Dat vind ik erg leuk. 12. Heeft u een verborgen talent? Talenten moet je juist zoveel mogelijk ontplooien en laten zien. Je moet ze niet verbergen. 13. Wat is uw slechtste gewoonte? Doordrammen, voornamelijk. Maar dat doe ik, hopelijk, alleen als ik gelijk heb. Ook drink ik heel veel cola, de hele dag door. In totaal denk ik zo’n 2,5 liter per dag. Het begint al bij mijn ontbijt en eindigt voor het slapen gaan. 14. Wat is uw leukste uni-gerelateerde anekdote? Zoals gezegd drink ik dus best veel cola. Voordat ik 30 werd was er niets aan de hand, maar na de 30 had het cola drinken consequenties. Ik was les aan het geven. Dit was de tijd van de overhead projector, en ik keek naar m’n schaduw… en schrok van mezelf. Jezus, wat ben ik dik geworden! Ik zwaaide zelfs met mijn hand voor dat ding om te kijken of ik het wel was. Helaas was dat zo. Toen ben ik veel gaan hardlopen. 15. Wat wilt u de studenten meegeven? Wees ambitieus en probeer plezier te hebben in je studie. Volg je ingeving bij het maken van keuzes voor vakken en richtingen. Doe wat je leuk vind want als je lol hebt in je studie valt alles op zijn plek.

16. Stelling: Cola of Pepsi? Ik wissel. Het is al twee keer gebeurd dat op de dag dat ik besloot te wisselen, de aandelenkoers van een van de bedrijven naar beneden ging. Ik zeg niet dat dit door mij kwam ( alhoewel, ik ben natuurlijk een grootverbruiker). Toch was het toevallig. Maar het ligt er aan. Kleine flesjes? Kies Pepsi. Blikjes? Kies Cola. Daar zit echt verschil in. Pepsi is trouwens ook minder lekker als het niet in een glas gedronken wordt. 17. Stelling: klassiek recht of law & economics? Law and economics, omdat het klassieke recht - black letter law - uit gaat van de stelling dat het recht goed is van zichzelf. Maar het recht wordt gemaakt door interest groups, door lobbyisten, welke allerlei belangen hebben die meespelen. Law and economics legt dit allemaal bloot. 18. Stelling: Apple of Microsoft? Ik was altijd voor Microsoft. In mijn jeugd was ik een echte gamer. Ik speelde Mist, Red Alert, Raven. Je kon de meeste spelletjes van Microsoft kopiëren dus dat was een grotere markt voor mij. Ik had een hekel aan Apple: dat was voor de softies en de geitenwollensokken. Maar op een gegeven moment werd mijn Dell zo langzaam dat ik overstapte naar Apple. 19. Stelling: moshpit of opera? Ik ben een echte hardrockman. Dat was ik vroeger al: toen liep ik in spijkerjasjes met buttons en lang haar rond. Metallica, Motörhead, Iron Maiden... Daar ga ik trouwens ook in juni heen. Ik heb de nieuwe cd gekocht en die draai ik dan in de auto. Concerten vind ik trouwens helemaal geweldig. Het mooie van rockconcerten is dat het erg ontspant. Iedereen is gelijk op de een of andere manier. Ik sta altijd op het veld en koop vaak T-shirts, welke ik thuis draag. Alternatieve dingen als Three Doors Down vind ik ook wel leuk. Waar ik een hekel aan heb is die soft rock, die knuffelrock. Mijn hemel. Van die muziek met steeds dezelfde liedjes. Daar word ik helemaal kriegel van. 20. Stelling: Common law of civil law? Ik ga zeker voor common law. De juridische industrie is daar veel groter. Op mijn vakgebied is het vernieuwender, omdat het van een bottom-up approach uitgaat in plaats van een top-down approach. Recht komt voort uit de praktijk. In civil law is dat niet het geval: daar worden soms wetten gemaakt door mensen die van de praktijk niets af weten. Er worden dan zinloze regels gemaakt, zoals de benodigde notaris bij de overdracht van aandelen en het minimumkapitaal. Dan kom ik weer terug op Steve Jobs: innovatie. Dit krijgt veel meer ruimte in common law. 19 | SecJure Mei 2011


Artikel

Voorzitter van de Europese Unie: Hongarije Ontheffen van het voorzitterschap? Janneke van der Heijden

Tot en met 31 juni 2011 vervult Hongarije het voorzitterschap van de Europese Unie. Nooit eerder was het voorzittende land zo omstreden. Critici stellen bijvoorbeeld dat het politieke bestel van het land meer dictatoriaal dan democratisch is.1 Zo is in aanloop naar het voorzitterschap van de EU een omstreden mediawet aangenomen door het Hongaarse parlement. Deze wet voorziet een nieuwe media-autoriteit welke met name bemand wordt door mensen uit de regeringspartij Fidesz. Deze autoriteit moet toezien of de Hongaarse burgers op een correcte manier geïnformeerd worden en mag boetes uitdelen wanneer media niet ‘moreel’ en ‘objectief’ berichten.2 Ondanks de aanpassingen die recent zijn goedgekeurd door het Hongaars parlement vindt het Europees Parlement dat de wijzigingen niet voldoende zijn. In dit proces hebben onder andere Merkel en Barroso de premier van Hongarije, Viktor Orbán, gewaarschuwd en gewezen op de bijzondere verplichtingen die Hongarije als voorzitter van de EU heeft. ‘Barroso benadrukte daarbij dat persvrijheid een ‘heilig principe’ is in de EU waar alle lidstaten zich aan moeten houden.’3 Naar aanleiding hiervan worden in verschillende media vragen gesteld omtrent het voorzitterschap: kan Hongarije de Europese Unie op een goede manier vertegenwoordigen? En is het noodzakelijk dat de voorzitter van de EU een bepaald democratisch systeem kent?

SecJure Mei 2011 | 20

Mediawetgeving De omvang en de felheid van de media-aandacht voor de nieuwe mediawet van Hongarije is opvallend. In 2010 scoorde Hongarije hoger dan veel andere lidstaten op de door door Reporters without borders opgestelde Press Freedom Index.4 Italië en Frankrijk scoorden bijvoorbeeld lager dan het Midden-Europese land. De Oostenrijkse krant Der Standard stelt daarnaast dat de aanpassing van de mediawet in Hongarije geen alleenstaand geval is. Ook in landen als Oostenrijk en Frankrijk oefent de landelijke politiek veel invloed uit op de media. Zo heeft Sarkozy enkele Franse kranten door bevriende ondernemers laten overnemen.5 Ook dit valt echter in het niet bij het meest stuitende voorbeeld Italië, waar 90% van de televisiemarkt onder directe invloed van Berlusconi staat.6 In het Europese Parlement en in de Europese Commissie is de afgelopen jaren weinig aandacht besteed aan deze alombekende zaken.

Politieke minderheden Toch is het niet vreemd dat bovenstaande vragen gesteld worden. Er zijn meerdere mogelijke redenen waarom Hongarije de lidstaten niet goed zou kunnen vertegenwoordigen. Na de val van de Sovjet-Unie en decennia van onderdrukking beleefde Hongarije in 1989 weer vrije verkiezingen. Sindsdien lijkt de Magyarisatie – ofwel Hongarisatie – uit vroegere tijden te herleven. Er wonen grote groepen Hongaarse minderheden in ten


minste zeven midden-Europese staten. Deze onderdanen van het Hongaarse Rijk hebben hun rechten verloren bij het sluiten van het verdrag van Trianon in 1920. Vaak hebben deze etnische groepen in de staat waar zij woonachtig zijn niet het recht om in officiele aangelegenheden de eigen taal te spreken. En ook op andere manierern worden zij achtergesteld ten opzichte van de ‘eigen’ burgers. Zo wordt de Hongaarse identiteit niet genoemd in zowel de Roemeense als de Slowaakse grondwet. Om de Hongaren de hun toekomende rechten terug te geven, heeft het Hongaarse parlement in 2010 een wet aangenomen waardoor alle in het buitenland woonachtige Hongaren een Hongaars paspoort kunnen verkrijgen. Hierdoor zou het voor Hongaren eenvoudiger moeten worden te studeren of te werken in hun vaderland. Door de betrokken staten echter kunnen praktijken als deze, gericht op ‘verbetering van de rechtspositionele situatie van de Hongaarse minderheden’, geïnterpreteerd worden als ‘een poging de Hongaarse geopolitieke situatie in Midden-Europa te versterken’.7 Deze interpretatie vindt soms ook plaats hetgeen leidt tot veel spanning en (diplomatieke) conflicten tussen de staten. De politieke stabiliteit in Midden-Europa lijkt mede hierdoor nog ver achter te lopen bij de stabiliteit die in het westelijk deel van de unie gerealiseerd is. Wellicht om deze conflicten naar de achtergrond te dringen heeft premier Orbán het Europees Roma-beleid tot een van zijn speerpunten benoemd. Orbán stelt dat het verbieden van negatieve discriminatie alleen niet voldoende is om de situatie van de Roma te veranderen. Voor dat laatste moet namelijk efficiënt economisch en sociaal beleid gevoerd worden. Ondanks deze mooie woorden, maken velen zich zorgen over de situatie van Roma in Hongarije. Net als in enkele andere MiddenEuropese landen steekt het fascisme – en daarbij ook het antisemitisme – in Hongarije de kop op. In de Groene Amsterdammer wordt hierover gezegd: ‘Dat [de regeringspartij] Fidesz niet extreem-rechts kan heten, komt door de omstandigheid dat Hongarije een nog extremere partij ter rechterzijde heeft: Jobbik, met zijn paramilitaire gardes en fascistische scholingsclubs.’8 Hierdoor ontstaan spanningen tussen Roma en Hongaren welke grote gevolgen kunnen hebben voor de Hongaarse rechtstaat. Zo hebben in het verleden Hongaarse burgers het recht in eigen hand genomen en een soort burgermilitie opgericht.9

Conclusie? Vanuit het perspectief van de Hongaarse binnenlandse politiek lijkt het vreemd Hongarije het mandaat te geven het voorzitterschap van de Europese Unie te vervullen., Wanneer we de vragen uit de eerste alinea vanuit een ander perspectief beschouwen - namelijk dat van de

Viktor Orbán

Europese Unie an sich - blijkt echter dat de Unie zich nauwelijks bezig houdt met de binnenlandse politiek van de lidstaten. Daar komt bij dat de Europese Unie inzake de mediacasus van Hongarije net als bij andere kwesties, zoals Libie en de eurocrisis enorm verdeeld is. Adriaan Schout – hoofd EU-studies van Instituut Clingendael – stelt dat het in deze kwesties gaat om grote belangen in complexe situaties waarbij enorme gevolgen kunnen ontstaan. Datzelfde geldt voor een mogelijke ontheffing van Hongarije uit het voorzitterschap. Het is volgens Schout dan ook belangrijk de verdeeldheid in de Europese Unie, ‘als onderdeel van het nationale en het Europese democratische proces’, te koesteren. Verwijten van media en politici over deze verdeeldheid getuigen van een lichtzinnige opvatting van politieke besluitvorming op Europees niveau.10

(Endnotes) 1 Koning, M. de (2010). EU krijgt ‘dictatoriale’ voorzitter. NRC Handelsblad. Woensdag 29 december 2010. 2 Hongaars voorzitterschap Europese Unie 1e helft 2011. http:// www.europa-nu.nl/id/viilajq6equ3/hongaars_voorzitterschap_ europese_unie. Geraadpleegd op 12 maart 2011. 3 Barroso: Hongarije moet luisteren; Mediawet kan EU-voorzitterschap in gevaar brengen. De Volkskrant. Zaterdag 8 januari 2011. 4 Press Freedom Index 2010. http://en.rsf.org/press-freedom-index-2010,1034.html. Geraadpleegd op 19 maart 2011. 5 Medienknebelung: Ungarn ist kein Einzelfall. http://derstandard.at/1293369850855/Medienknebelung-Ungarn-istkein-Einzelfall. Geraadpleegd op 22 maart 2011. 6 Media en internet in Italië. http://tegenlicht.vpro.nl/ nieuws/2010/september/media-en-internet-in-Italie.html. Geraadpleegd op 22 maart 2011. 7 Maracz, L. (2008). Etnische minderheden in Midden-Europa: Van conflict naar pacificatie. Internationale Spectator. Vol. 62. No. 7/8. 8 Hendriks, A. (2011) Het gaat goed met het antisemitisme: Jodenhaat wint terrein in Oost-Europa. De Groene Amsterdammer. 19 januari 2011. 9 Maracz, L. (2008). Etnische minderheden in Midden-Europa: Van conflict naar pacificatie. Internationale Spectator. Vol. 62. No. 7/8. 10 Schout, A. (2010). Verdeeldheid brengt Europa juist verder. De Volkskrant. http://opinie.volkskrant.nl/artikel/show/id/8059/ Verdeeldheid_brengt_Europa_juist_verder. Geraadpleegd op 22 maart 2011.

21 | SecJure Mei 2011


Advertorial

Interview met Koert Bruins Fiscalist-stagiaire bij Baker & McKenzie

Waarom Baker& McKenzie? De voornaamste reden dat ik voor Baker & McKenzie heb gekozen zijn de mensen. Zowel met mijn collega’s van de Indirecte belastingen afdeling, waarbinnen ik werkzaam ben, als met mijn collega’s van andere afdelingen kan ik erg goed opschieten. Wat me toen ook aansprak en ik nog altijd zeer waardeer, is dat Baker & McKenzie met zo’n 200 fiscalisten, notarissen en advocaten, relatief kleinschalig is in vergelijking met de grote accountantskantoren, toch het referentiekader voor de fiscalist met internationale aspiraties. Ik ken hier inmiddels vrijwel iedereen en ben niet nummer zoveel, maar toch is Baker internationaal gezien een speler van formaat en heeft ons kantoor een sterke internationale praktijk. Nog een leuk aspect is dat zeker de jongere garde een hechte groep vormt en ook buiten kantoor geregeld met elkaar optrekt (als ik dit schrijf wordt er vanavond weer gebowld met de advocaten). Dit is natuurlijk fijn als je - net als ik - in Tilburg hebt gestudeerd en nog niet zoveel mensen in Amsterdam kent. Hoe verloopt de sollicitatieprocedure? De sollicitatieprocedure bestaat uit een gesprek met één van de recruiters. Aansluitend vinden er twee á drie gesprekken plaats met partners of senior medewerkers, eventueel gevolgd door een informele lunch met sectiegenoten. Een assessment bestaande uit een capaciteiten-, persoonlijkheidstest en een interview, maakt ook deel uit van de procedure. SecJure Mei 2011 | 22


Bij Baker & McKenzie krijgen cliënten, zowel binnen Nederland als daarbuiten, advies van advocaten, fiscalisten, notarissen én economen die hun land kennen als geen ander. Het zijn ervaren experts die niet één, maar twee stappen verder gaan. En die altijd komen met grensoverschrijdende, creatieve adviezen. Onze vernieuwende, onafhankelijke en pragmatische werkwijze helpt multinationals in binnen- en buitenland bij het benutten van kansen, minimaliseren van risico’s en het oplossen van juridische én fiscale uitdagingen.

Wat zijn tips voor toekomstige sollicitanten? Echt specifieke tips om bij Baker te solliciteren zou ik niet kunnen geven. In het algemeen kan ik wel aanraden om tijdens je studie zoveel mogelijk kennis te maken met diverse kantoren om erachter te komen wat je wilt en wat je leuk vindt. De advocatuur is toch niet hetzelfde als een accountantskantoor, en een Big 4 kantoor is weer heel anders dan een klein regiokantoor. Dat kennismaken kan op verschillende manieren, maar een stage geeft naar mijn mening toch het beste beeld. De meeste mensen bij Tax zijn via een stage binnengekomen, waaronder ook ikzelf. Het is belangrijk dat je een goed beeld hebt van een kantoor.Wij zoeken slimme mensen die gemotiveerd zijn, maar zoals we hier wel eens zeggen: het is geen ‘rocket science’. Met gezond boerenverstand kom je een eind. Vaktechniek is bovendien maar een onderdeel; minstens zo belangrijk zijn sociale capaciteiten, begrip tonen voor wat een client nu eigenlijk precies verlangt en oplossingsgericht meedenken. Wat kenmerkt Baker & McKenzie? De vrijheid. Als jij een speciale interesse hebt op een bepaald gebied of voor een bepaalde industrie, dan staat het je vrij om daar iets mee te doen, je daarin te specialiseren. Maar je moet het wel zelf doen. Vrijheid betekent ook verantwoordelijkheid.

Waar denk je dat je over 5 jaar bent? Ik ben nooit zo bezig met verre toekomstplannen. Belangrijker vind ik het dat ik het naar mijn zin heb in het hier en nu. Soms ben ik wel eens jaloers op mensen die echt precies weten wat ze willen, en dan vervolgens een plan maken hoe ze dat gaan te bereiken. Maar ik ben toch meer van go with the flow. Zolang ik het nog zo naar mijn zin heb zoals nu en mijzelf kan blijven ontwikkelen, zit ik bij Baker prima op mijn plek. Hoe kunnen studenten kennismaken met het kantoor? Aan studenten biedt Baker & McKenzie ruime mogelijkheden om kennis te maken met het kantoor, de praktijk én onze mensen. Dit kun je doen door het lopen van een student-stage van zes tot acht weken binnen een praktijkgroep van jouw keuze. Het is mogelijk om aansluitend of op een later tijdstip je scriptie bij ons te schrijven. Ook tijdens je scriptie-stage kun je rekenen op de ondersteuning van ervaren professionals. Wil je aansluitend op je student-stage werkstudent worden en gedurende een aantal maanden meelopen bij een van de praktijkgroepen om zodoende nóg meer relevante werkervaring opdoen? Bij Baker & McKenzie kun je als werkstudent aan de slag voor twee tot vijf dagen per week.’ Wil je meer weten over de mogelijkheden binnen ons kantoor? Kijk dan op onze website www.eenwereldbaanbijbaker.nl. 23 | SecJure Mei 2011


Artikel

De bezuinigingen in het onderwijs:

Zijn de plannen van het kabinet Rutte juridisch houdbaar? Anne de Vries

Het zal weinig studenten zijn ontgaan, kranten staan er vol van en door het gehele land klinken protesten: het kabinet Rutte gaat hard bezuinigen. De voorstanders noemen het “dor hout snoeien”, tegenstanders noemen het “met een botte bijl kappen”. De bezuinigingen op het hoger onderwijs, de grootste sinds de jaren ’801, zullen niet alleen nieuwe studenten gaan treffen, maar ook studenten die al bezig zijn met hun studie. Maar kan dat zomaar: de spelregels veranderen tijdens het spel? Een aantal prominenten in de universitaire wereld zijn stellig: dit mag niet.2 Of dit inderdaad zo is, valt nog te bezien.

Wat gaan de bezuinigingen inhouden? Hoewel het kabinet er herhaaldelijk op wijst dat er ook 300 miljoen in het hoger onderwijs geïnvesteerd zal worden, gaan deze investeringen voor een groot deel pas in na 20153, dus: na deze kabinetsperiode. De komende jaren zal dan ook met name in allerlei voorzieningen gesneden gaan worden. De bezuinigingen komen op het volgende neer: - € 3000 meer collegegeld en verlies van OV-jaarkaart voor studenten die meer dan één jaar vertraging hebben opgelopen in de bachelor of in de master.4 - Afschaffing van de studiefinanciering in de master en het instellen van een sociaal leenstelsel. Het kabinet streeft er naar de nieuwe plannen volgend collegejaar (2011-2012), zonder vorm van overgangsregeling te laten ingaan. Dat betekent dat studenten die nu al studeren ook door de maatregelen getroffen zullen worden. Tenslotte is er dit collegejaar al een bezuiniging van kracht geworden: studenten die een tweede studie willen volgen moeten aanzienlijk meer collegegeld betalen. Het gaat om studenten die al een diploma op hetzelfde niveau hebben behaald, bijvoorbeeld een student die na een behaalde bachelor nog een bachelor wil volgen. De komende drie jaar vallen veel studenten nog onder een overgangsregeling, maar daarna zullen studenten die een tweede studie willen volgen het zogenoemde instellingsgeld moeten betalen. Het instellingsgeld mag door de universiteiten naar eigen inzicht worden vastgesteld. Veel universiteiten vroegen dit collegejaar nog het standaard bedrag van €1672, Tilburg vroeg tussen de €1.972 en €10.506 (€ 6450 voor een juridische bachelor en €10.506 voor een juridische master) en in Groningen kan het oplopen tot €32.000 voor GeneesSecJure Mei 2011 | 24

kunde of Tandheelkunde. Het ligt in de verwachting dat studenten het hoge instellingstarief zullen gaan ontlopen door te wachten met het aanvragen van een diploma voor hun eerste studie, totdat de tweede is afgerond. De Tweede Kamer heeft daarom een motie van de SGP aangenomen waarin het kabinet wordt gevraagd om maatregelen te nemen die deze ‘perverse prikkel’ tegengaan.5 Maar vooralsnog kan hij, die het slim aanpakt, nog steeds twee studies volgen.

Bezuinigen met terugwerkende kracht, juridisch mogelijk? Mag een kabinet zomaar de onderwijsvoorwaarden veranderen tijdens iemands studie? Het gevolg zou zijn dat het onmogelijk wordt om studiekeuzes af te stemmen op de financiële gevolgen daarvan. Een student die in de voorgaande jaren in het buitenland studeerde, een bestuursfunctie op zich nam of zich inzette als vrijwilliger zou dat wellicht anders hebben gedaan als de financiële gevolgen van die keuze destijds bekend waren geweest. Kortom, bezuinigen op een groep studenten die al studeert lijkt in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel, een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur en tevens vastgesteld in art. 43 Statuut. Helaas blijkt uit het Harmonisatiewet-arrest6 uit 1989 dat strijd met het rechtszekerheidsbeginsel niet betekend dat een formele wet buiten werking kan worden gesteld. Het ging in deze zaak om een situatie die zeer sterk aan de huidige doet denken: bezuinigingen op het onderwijs zouden leiden tot een verhoging van het collegegeld en een beperking van de studiefinanciering, ook voor studenten die al studeerden. Een aantal studenten besloot deze maatregel aan te vechten en kregen in kortgeding gelijk van de President van de Rechtbank Den Haag, die


de Harmonisatiewet in strijd achtte met het in artikel 43 Statuut neergelegde rechtszekerheidsbeginsel.7 De Hoge Raad oordeelde anders. Hij achtte de toetsing aan ongeschreven rechtsbeginselen niet mogelijk in het licht van het verbod om formele wetten aan de Grondwet te toetsen. Evenmin zou aan het Statuut getoetst kunnen worden. In de literatuur is deze uitspraak bekritiseerd. De extensieve interpretatie van art. 120 GW zou zich niet verhouden met de wetsgeschiedenis van het Statuut waarbij de regering toetsing wel mogelijk achtte.8 Daarbij zou een dergelijke vergaande interpretatie van art. 120 GW zich niet verhouden tot de interpretatie die de Hoge Raad zelf gaf aan art. 131, lid 2 GW(oud), de voorganger van art. 120 GW.9 In het Harmonisatiewet-arrest erkent de Hoge Raad dat de wet in strijd is met de rechtszekerheid, maar kon hij niet oordelen tot onverbindend verklaring. De Hoge Raad houdt overigens wel een slag om de arm: hoewel een formele wet dus niet in abstracto aan het rechtszekerheidsbeginsel mag worden getoetst, kan het in een individueel geval wel buiten toepassing blijven wanneer dit onder omstandigheden redelijk is en deze omstandigheden niet al door de wetgever zijn meegewogen.10 In het Harmonisatiewet-arrest was dit laatste wel het geval: de wetgever had de geschonden verwachtingen van de studenten in de afweging betrokken. Profes-

sor Voermans, Hoogleraar Staats- en Bestuursrecht, wijst er op dat dit in de huidige situatie anders ligt. De regering heeft op geen enkele manier te kennen gegeven de rechtszekerheid in haar afweging te hebben betrokken en overgangsrecht ontbreekt volledig. Staatssecretaris Zijlstra merkt zelfs op dat de maatregelen niet onverwacht zijn, omdat zij, hoewel onmiddellijk ingevoerd, pas effect zullen hebben in september 2011. Hiermee geeft het kabinet te kennen geen enkele notie te hebben van de betekenis van het rechtszekerheidsbeginsel.11 Het is de vraag of de Hoge Raad Voerman’s redenering zal volgen. In recente jurisprudentie is juist gebleken dat hij nog steeds zeer terughoudend is bij de toetsing van formele wetten in het geval schadeclaims wegens (on) rechtmatige formele wetgeving.12 Ook lijkt het niet aannemelijk dat de Hoge Raad de wetgeving buiten toepassing zal laten in alle gevallen waarin studenten de bezuinigingen niet konden voorzien. Dan zullen de bezuinigingen de komende jaren namelijk vrijwel ineffectief zijn, daar zij dan juist vooral studenten zullen treffen die al een tijd studeren. Tenslotte is het nog maar de vraag of het achterwege blijven van overgangsrecht een teken is dat de regering de rechtszekerheid niet heeft meegewogen. Het is minstens zo aannemelijk dat de regering de rechtszekerheid simpelweg bewust aan zijn laars lapt. Formele wetten mogen wel getoetst worden aan direct

25 | SecJure Mei 2011


werkende bepalingen van internationaal recht (art. 93 en 94 GW). Ook dit zal lastig worden, omdat aan het recht op onderwijs, ondermeer neergelegd in art. 13 IVESC, door Nederlandse rechters geen rechtstreekse werking wordt toegekend.13 Men zou nog kunnen betogen dat de bezuinigingen in strijd zijn met het non-discriminatiebeginsel (art. 1 protocol 12 EVRM): studenten die al studeren worden onterecht op een hoop gegooid met nieuwe studenten die zich wel op de bezuinigingen konden voorbereiden. Het is echter zeer de vraag of dit onder één van de discriminatiegronden van het EVRM, met name de grond “andere status”, valt. Ik vermoed eerlijk gezegd van niet.

Conclusie Hoewel het duidelijk is dat de bezuinigingen in het hoger onderwijs een inbreuk maken op het rechtszekerheidsbeginsel is het nog maar de vraag of de rechter de wet ook buiten toepassing zal verklaren. De Hoge Raad zal dan moeten afstappen van zijn bekritiseerde, extensieve interpretatie van het toetsingsverbod uit art. 120 GW. Ook toetsen aan het internationale recht zal lastig worden. Het is dus te hopen dat de Kamers erg lang over de behandeling doen. Wat dat betreft is er hoop: tot nu toe is de regering vooral druk met politiemissies in andere landen, de 18-jarige Brandon en het verhogen van de maximum snelheid. Als er nu nog iemand zo dom is om een mus met een luchtbuks te beschieten14 kun je met een beetje geluk volgend collegejaar gewoon tegen het gebruikelijke tarief studeren.

SecJure Mei 2011 | 26

(Endnotes) 1 Aldus de VSNU (Vereniging van Universiteiten): < http://www. vsnu.nl/Media-item/Langstudeerdersregeling-grootste-bezuinigingsoperatie-in-HO-sinds-jaren-80.htm>. 2 Roelof de Wijkerslooth voorzitter van het College van Bestuur van de RUG en voormalig directeur-generaal Hoger Onderwijs bij het ministerie van OCW (In: ‘Boete voor trage student juridisch niet houdbaar’, NRC Handelsblad, 1 december 2010); Wim Voermans, Hoogleraar Staats- en bestuursrecht aan de Universiteit van Leiden (in: ‘Rechter zal boete voor langstudeerder afwijzen’, Volkskrant, 4 februari 2011). 3 Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 32 500 VIII, nr. 73. 4 In de master begin je weer met een schone lei. 5 Het is overigens niet duidelijk of de Tweede Kamer ook studenten wil gaan aanpakken die twee studies naast elkaar volgen zonder daarbij meer dan een jaar studievertraging op te lopen. Voor de motie, zie: Motie Dijkgraaf (32500-VIII, nr. 72) aangenomen op 14 december 2010, Handelingen Tweede Kamer 2010-2011, vergaderingnummer 34. 6 HR 14 april 1989, AB 1989, 207 m. nt. F.H. van den Burg; AA 1989, 578 m. nt. E.M.H. Hirsch Ballin. 7 Pres. Rb Den Haag, 11 augustus 1988, AB 1988, 470; NJB 1988, p. 1031. 8 Bij de totstandkoming van het Statuut bevestigde de regering naar aanleiding van Kamervragen dat de rechter formele wetten aan het Statuut kan toetsen, zolang er nog geen wetten in de zin van art. 49 Statuut zijn die deze materie nader regelen (Kamerstukken II 1953-1954, 3517, nr. 7, p. 5). Zie ook: D.J. Elzinga e.a., Handboek van het Nederlandse staatsrecht, Kluwer: Deventer 2006, p. 982-983. 9 C.A.J.M. Kortmann in zijn noot bij HR 14 april 1989, RegelMaat 1989, p. 82; P.B. Cliteur & A. Ellian, Encyclopedie van de rechtswetenschap: positief recht, Kluwer: Deventer 2009, p. 373-374. 10 HR 14 april 1989, AB 1989, 207 m. nt. F.H. van den Burg; AA 1989, 578 m. nt. E.M.H. Hirsch Ballin, r.o. 3.9. 11 Wim Voermans, ‘Boete langstudeerders in strijd met rechtszekerheid’, Haagse vierkante kilometer 4 februari 2011, te vinden op: <http://www.publiekrechtenpolitiek.nl/column-wim-voermansboete-langstudeerders-in-strijd-met-rechtszekerheid/>. 12 HR 14 april 2000, NJ 2000, 713 (Kooren-Maritiem) en HR 20 maart 2009, JB 2009, 108 m. nt. J.M.H.F. Teunissen, NJ 2009, 233 m. nt. M.R. Mok, Gst. m. nt. R.J.B. Schutgens. 13 F. Vlemminx, Een nieuw profiel van de grondrechten. Een analyse van de prestatieplichten ingevolge klassieke en sociale grondrechten, Den Haag 2002, p. 206.; .A.J.M. Kortmann, Constitutioneel recht, Deventer 2001, p. 388. 14 In 2005 ontstond er een ware rel omdat een mus was doodgeschoten bij een recordpoging dominobouwen nadat de mus 23.000 dominostenen had omgegooid. Dit had Kamervragen tot gevolg. Een tragisch detail: omgedoopt tot ‘Dominomus’ heeft de mus een prominente plaats gekregen op de Grote Huismus Tentoonstelling: opgezet op een doosje dominostenen. (http:// www.om.nl/actueel/terugkijken_op_een/@122651/de_zaak_domino-mus/).


Interview

Job Cohen

Over de optimist en de uitdaging Therris Burgers

Bewapend met een bosje rode tulpen – rozen zijn zo cliché – begeven de heer Wierenga en ik ons naar ingang ‘Plein 2’ van de Tweede Kamer. Onze tulpencompleet met decoratief bedoelde maar toch enorm dodelijke speld - komen door de beveiliging, de hakken die ik voor de gelegenheid had aangetrokken bijna niet. Op mijn pantysokjes stiefel ik de grote hal in. Korte tijd later bevinden wij ons in de statige hallen van de PvdA afdeling; een afdeling die vroeger dienst deed als ministerie voor koloniale zaken. Dertig minuten krijgen wij de tijd om partijleider Job Cohen het spreekwoordelijke hemd van het lijf te vragen. Over politiek, privé en PVV.

We zitten momenteel in een erg bewegelijk politiek klimaat. Het kan natuurlijk helemaal de verkeerde kant op gaan met Nederland... Ik ga er helemaal niet van uit dat het de verkeerde kant op gaat met ons land. Daarom ben ik dit werk juist gaan doen Wat dat betreft ben ik een optimist maar we moeten ons daar wel voor inspannen. Ik wil dat iedereen die hier woont alle kansen krijgt om zichzelf te ontplooien op de manier die het beste bij hen past. Je kan dat beter doen in een samenleving die ‘inclusief’ is in plaats van een samenleving waarin je verdeeldheid zaait. En daar wil ik ferm mee aan de slag.

U bent tien jaar burgemeester geweest en nu een klein jaar partijleider. U kreeg - en krijgt - in beide rollen vrij veel kritiek te verduren. Voelt u zich nooit onbegrepen? Ik vind het nooit zo ontzettend moeilijk om met kritiek om te gaan. Zeker in het begin van mijn burgemeesterschap en rond de periode van de moord op Theo van Gogh heb ik veel kritiek gekregen. Later kreeg ik weer veel waardering omdat ik gewoon ben blijven doen wat ik dacht dat nodig was. Dat doe ik nu ook. Sommige dingen begrijp ik zelf ook niet van anderen. Bijvoorbeeld dat Geert Wilders bij de presentatie van het regeer- en gedoogakkoord zei: ‘Die mannen naast mij die hebben iets met binden, ik heb daar niets mee.’ Daar ben ík het hartgrondig mee oneens. Met dergelijke opmerkingen creëer je alleen maar wantrouwen onder elkaar en onder de burgers. Ik denk dat dit gevaarlijk is voor een maatschappij. Als u een ‘schuldige’ aan moet wijzen voor dit wantrouwen, dan is het natuurlijk makkelijk wijzen naar Wilders... Ik zou de term ‘schuldig’ niet gebruiken. Verantwoordelijk is een andere vraag maar het is veel te complex

Wat dat betreft bent u het wel eens met de slogan van de heer Rutte: De minister-president van iedereen. Zo zou het moeten zijn, maar ik vind helemaal niet dat hij een minister-president van iedereen is. Hij heeft dat nog op geen enkele manier waar gemaakt. Zijn tweede zin is ook altijd: ‘Je moet niet vergeten dat ik ook de leider van de VVD ben.’ Dat er meteen aan toe voegen vind ik niet erg verstandig.

27 | SecJure Mei 2011


om hier heel kort op te antwoorden. Nederland is door de eeuwen heen altijd een land geweest waar mensen graag naar toe kwamen. De afgelopen jaren is er alleen onvoldoende beseft wat de huidige migratie voor gevolgen heeft voor de mensen die er midden in zitten. Er is alle reden om in te zetten op het verbeteren van wijken waarin dit tot problemen leidt. Migratie lost zichzelf nou eenmaal niet op. Het is iets wat geregeld en georganiseerd moet worden. Daarom vind ik het ook vreemd dat een partij als de PVV er van uit gaat dat het zichzelf wel zal oplossen. Bent u niet bang voor overgevoeligheid? Neem de VOC-opmerking van Jan-Peter Balkenende. Was dat eigenlijk niet een storm in een glas water? Ja, zeker. Het ongelukkige van die term was dat hij daarmee vergat dat er inmiddels ook veel mensen in Nederland wonen die slachtoffer zijn geworden van diezelfde VOC mentaliteit. Slavernij was daar een niet onbelangrijk onderdeel van. Maar daar ging zijn opmerking niet over. De strekking van die opmerking was dat we een land zijn dat veel kan en dat we niet bij de pakken neer moeten gaan zitten. Daar had hij natuurlijk gelijk in. Nu bent u zogezegd Dé Oppositieleider. Bent u nou vrijer in het geven van uw mening dan bijvoorbeeld de heer Rutte? Nee, dat is zijn eigen keus. Zéker als zijn tweede zin is ‘ik ben ook de partijleider van de VVD’. Het zou voor hem dan juist makkelijker moeten zijn om ‘de premier van alle Nederlanders’ te zijn. Ik denk ook niet eerst na wat de heer Roemer vindt van een opmerking ondanks dat er wel sprake is van enige samenwerking met de SP. Ik kan – net als Mark Rutte - zeggen wat ik wil. Dat noemen we vrijheid van meningsuiting. U was voordat u politicus werd academicus en natuurlijk jurist. Als u uzelf zou moeten omschrijven, naar welke categorie neigt u dan het meest? Ik heb altijd veel plezier gehad van mijn juridische opleiding. In mijn huidige baan eigenlijk nog het minste, maar zeker in mijn bestuurlijke werk. Tegelijkertijd ben je als academicus geneigd om alle argumenten goed te wegen, alle gezichtspunten in ogenschouw te nemen. Dat vind ik buitengewoon belangrijk in welke functie ik me ook begeef. Als ik als politicus een keuze maak zal ik toch de SecJure Mei 2011 | 28

argumenten moeten vinden om de keuze te motiveren. Ik ben nou eenmaal alledrie. Een keuze maken lukt me niet. U heeft gestudeerd in Groningen en bent ook rector magnificus geweest in Maastricht. Is onderwijs echt een speerpunt voor u? Ja zeker. Ik vind onderwijs heel belangrijk. Niet alleen voor ieder individu, maar nu zeker ook met het oog op de concurrentiepositie met het buitenland. Wij hebben als ‘Het Westen’ heel lang gedacht dat wij alle kennis in pacht hadden. De mentaliteit: ‘Wij verzinnen het en in China maken ze die handel.’ Je moet nu eens kijken wat er in landen als China en India gebeurt. Die halen ons in een razend tempo in. Als wij niet in ons onderwijs investeren lopen we op termijn opeens achter de ontwikkelingen aan. Wat vindt u van het voornemen van dit kabinet met betrekking tot onderwijs? Persoonlijk ben ik een voorstander van het sociaal leenstelsel. Door een studie in het hoger onderwijs investeer je in jezelf. Vooral in deze tijd kan je er zeker van zijn dat je daardoor een goede baan krijgt. De eigen bijdrage aan de studie ligt echter vrij laag als je kijkt naar de totale kosten. Daarom is het goed om de lening die je nodig hebt om te studeren later terug te betalen als je die goede baan hebt. Het geld dat dit oplevert zou ik ook daadwerkelijk investeren in het onderwijs om te waarborgen dat het onderwijs van hele goede kwaliteit is. Voor ‘Amerikaanse toestanden’ ben ik niet bang. Het gaat over een paar keer tienduizend euro die je in vijftien jaar moet terug betalen. Dat valt met een goede baan goed op te brengen. Wat denkt u dat de impact zal zijn op de studies die een minder goed banenperspectief bieden dan rechten of bestuurskunde zoals bijvoorbeeld kunstgeschiedenis? Ik denk dat ook iemand die kunstgeschiedenis studeert een prima baan krijgt later. Op de krappe arbeidsmarkt die wij op termijn gaan krijgen – gewoon door de vergrijzing – zal iedereen met een hogere opleiding een goede baan krijgen. Daar ben ik van overtuigd. En áls je nou uiteindelijk geen goede baan krijgt en je kan daar zelf niets aan doen, dan vind ik ook dat je niet hoeft terug


te betalen. Als je kijkt naar wat het huidige kabinet nu aan het doen is dan ben ik het daar op een paar punten niet mee eens. In de eerste plaats wordt er bezuinigd op het hoger onderwijs in plaats van erin te investeren. Het is makkelijk gezegd dat er wordt bezuinigd aan de ene kant en aan de andere kant geïnvesteerd, maar dat zie ik niet gebeuren. In de tweede plaats vind ik het onbehoorlijk bestuur om van de ene op de andere dag een langstudeerdersbijdrage in te voeren. Studenten worden daarmee geconfronteerd en kunnen die kosten gewoon niet vermijden. Wat zijn de uitdagingen waar onze generatie tegen aan gaat lopen? Ten eerste de concurrentiepositie met de nieuw geïndustrialiseerde landen dus maar die heb ik al genoemd. Een tweede uitdaging is de vergrijzing die we in de komende jaren op allerlei gebieden gaan tegenkomen. Neem bijvoorbeeld het onderwijs waar we een groot tekort aan leraren krijgen. Of in de zorg die bovendien almaar duurder wordt. Een derde punt zit hem in de gevolgen van globalisering. Dat is een vraagstuk met twee kanten. Voor mensen met een hogere opleiding biedt het mooie kansen en buitengewoon aantrekkelijke perspectieven. De hele wereld wordt hun speelterrein. Dat contrasteert echter met wat een groot gedeelte van de Nederlandse bevolking zal zien als een enorme bedreiging. Mensen die deze mogelijkheden niet hebben en eerder last hebben van de gevolgen van globalisering. Die wonen in wijken waar ze hun buren niet meer verstaan. Daar hebben zij ook niet om gevraagd. De tegenstelling tussen deze groepen is trouwens ook een uitdaging en dan hebben we het nog niet gehad over de vraagstukken klimaat en energie... Als we toch vooruit blikken en we hebben het over energie. Momenteel is de situatie in Japan erg zorgwekkend.1 Toch leek kernenergie heel lang de toekomst. Hoe kijkt u hiernaar? De PvdA is niet voor kernenergie. Tegelijkertijd is wel de vraag hoe we er in gaan slagen onze energie zo te organiseren dat we niet langer afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen en dus ook niet van landen in het MiddenOosten. Dit vraagt dan ook een enorme investering in ons innoverend vermogen om het op een andere manier te doen.

het juist zo aantrekkelijk maken om hier te wonen. Denk aan onze arbeidsomstandigheden. Deze zijn goed maar moeten dat ook blijven. Ik hoop ook dat we tegen die tijd niet al te grote inkomensverschillen hebben. Dat levert volgens mij een betere samenleving op. De oude idealen van de sociaaldemocratie staan wat mij betreft nog recht overeind. Nu hebben we het al even gehad over uw toekomstige kleinkinderen, maar hoe heeft u de afgelopen jaren uw werk en privé leven gecombinbeerd? Dat zijn keuzes die je moet maken. Indertijd ben ik vier dagen gaan werken toen mijn kinderen werden geboren. Dat was toen nog vrij uitzonderlijk, maar nu zie je inderdaad Wouter Bos en Camiel Eurlings dezelfde keuze maken. In 1994-95 ben ik een jaar staatssecretaris van onderwijs geweest en daarna was de vraag of ik nog een termijn door wilde. Ik heb toen nee gezegd omdat mijn kinderen in de vroege puberteit zaten en ik ze wel wilde zien opgroeien. Van die keuze heb ik nooit spijt gehad. U krijgt met zoveel keuzes te maken; zijn er nooit vraagstukken waar u geen oplossing voor ziet? Je moet altijd je best doen om oplossingen te zoeken. Vergrijzing lijkt bijvoorbeeld een lastig probleem maar het komt op ons af en we zullen er een oplossing voor moeten vinden. Daar zal iedereen offers voor moeten brengen. Dat vraagt om inlevingsvermogen van jong en oud, maar we zullen samen tot een oplossing moeten komen. Het lijkt misschien onoplosbaar maar – om nog maar eens die verschrikkelijke term te gebruiken – het is ook een uitdaging. Als u de lezers van SecJure één ding mee mag geven waarvan u denkt dat het uiteindelijk het verschil zal maken. Wat is dat dan? Gebruik je tijd goed. Wat je nu doet, daar heb je je hele leven plezier van. Het is een periode in je leven waarin je veel mogelijkheden hebt, niet al te veel verplichtingen. Alles wat je nu bij wijze van spreken extra doet zal zich op termijn dubbel terug betalen. Ik geloof dat Youp van ’t Hek ooit zei: Dit is de eerste dag van de rest van je leven. Ik zou daar graag aan toe willen voegen: De dag is 24 uur lang, maar hoe breed hij is, dat bepaal je zelf. (Endnotes) 1 Dit interview werd afgenomen op 16 maart 2011

De heer Roemer denkt vaak vooruit en ook vaak aan zijn toekomstige kleinkinderen. Wat zou u uw kleinkinderen vertellen over wat hun opa heeft gedaan toen hij in de tweede kamer zat? Mijn kleinkinderen vertel ik over een sociaal Nederland en dat ik mijn best heb gedaan om dat ook zo te houden. We hebben in Nederland een aantal verworvenheden die 29 | SecJure Mei 2011


Artikel

PVV: Partij Voor de Vrijheid?! Esra van der Wolk

De Partij Voor de Vrijheid van de heer Geert Wilders claimt, zoals de naam al zegt te streven naar meer vrijheid en een betere positie van de gemiddelde Nederlander (oftewel Henk en Ingrid). Een nadere analyse van het verkiezingsprogramma leert ons dat dit streven naar meer vrijheid in sommige partijpunten ver te zoeken is of juist het tegenovergestelde wordt nagestreefd. Onderstaand artikel zal zelfs aantonen dat sommige speerpunten van de PVV indruisen tegen Europese regelgeving en algemene rechtsbeginselen. Hoog tijd dus om deze punten eens nader onder de loep te nemen. Recht op gelijke behandeling Onze Grondwet begint met artikel 1 dat zegt: ‘allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan’.1 Dit verbod op discriminatie wordt tevens herhaald in artikel 10 en 18 VWEU, artikel 2 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, artikel 14 EVRM, artikel 2 lid 1 IVBPR en artikel 21 van het Handvest. Het feit dat dit verbod op discriminatie in zoveel verdragen wordt herhaald toont het belang ervan aan. Voornoemde artikelen vormen een waarborg voor eenieder in Nederland dat zij op een gelijkwaardige, en dus eerlijke, manier behandeld zullen worden. Dit is het fundament van de Nederlandse rechtsorde en van de samenleving in zijn geheel. In de presentatie van het verkiezingsprogramma van Geert Wilders staat letterlijk dat ‘culturen niet gelijk zijn’ en dat ‘onze cultuur beter is dan de islamitische’. Daarnaast is één van de speerpunten van de partij een volledige immigratiestop voor mensen uit islamitische landen. Aangezien uit deze punten een duidelijke vorm van discriminatie uitgaat, kunnen deze voornemens niet worden doorgevoerd daar zij in strijd zijn met bovengenoemde artikelen.

Vrijheid van Godsdienst In artikel 6 van de Grondwet, alsmede in artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, artikel 9 EVRM, artikel 4 Verdrag betreffende de staSecJure Mei 2011 | 30

tus van Vluchtelingen, artikel 18 IVBPR en artikel 10 Handvest, wordt de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging gewaarborgd. Mensen in Nederland hebben dus het recht om te kiezen welke godsdienst zij belijden. Daarbovenop stelt artikel 4 van het Verdrag betreffende de status van Vluchtelingen dat vluchtelingen ten minste even gunstig behandeld moeten worden als eigen onderdanen wat betreft de vrijheid tot uitoefening van hun godsdienst en de vrijheid ten aanzien van de godsdienstige opvoeding van hun kinderen. De PVV wil echter de koran verbieden, alle islamitische scholen sluiten en het bouwen van nieuwe moskees tegenhouden. Dit betekent een inbreuk op de vrijheid van godsdienst als neergelegd in bovengenoemde artikelen en er wordt in het verkiezingsprogramma nergens een legitieme grond aangevoerd voor deze inbreuk, zoals in het belang van de openbare veiligheid, de bescherming van de openbare orde, gezondheid of goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. In feite wil de PVV de islam verbieden. Zij proberen dit door te zeggen dat de islam een politieke ideologie is en dus op geen enkele manier aanspraak kunnen maken op de voorrechten van een godsdienst.2 De partij onderbouwt dit echter nergens met argumenten en daarnaast bestaat er in Nederland ook het recht op gelijke behandeling naar politieke gezindheid. Ook zou ik de heer Wilders willen vragen waarom het christendom dan niet verboden zou moeten worden. In de naam van God zijn al vele oorlogen gevochten en het seksueel misbruik dat op grote schaal heeft plaatsgevonden, heeft ook een hoop levens verwoest. Dus wat maakt het christelijk geloof dan beter dan de islam?

Recht op Asiel Terugkomend op het plan van de PVV om een immigratiestop te handhaven voor alle mensen uit islamitische landen kan worden betoogd dat dit voornemen in strijd is met het recht op asiel dat is neergelegd in artikel 14 Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en artikel 18 van het Handvest. Daarin staat dat een ieder het recht heeft om in andere landen asiel aan te vragen en te genieten, dus ook mensen uit islamitische landen.


Ne bis in idem beginsel Een ander partijpunt van de Partij Voor de Vrijheid is dat zij criminelen na bestraffing uit willen zetten als zij alleen een verblijfsvergunning hebben of een dubbele nationaliteit bezitten.3 De crux zit hem hier in het feit dat zij dit pas na bestraffing willen doen. Aangezien buitenlandse criminelen het als een straf zullen zien en ervaren als zij het land uit worden gezet (en deze uitzetting ook als straf wordt opgelegd), omdat zij een overtreding hebben begaan of een misdrijf hebben gepleegd, betekent dat dit voor hen een dubbele straf is. En een dubbele straf is in strijd met het ne bis in idem beginsel zoals dit is neergelegd in artikel 14 lid 7 IVBPR, artikel 50 van het Handvest en artikel 4 Zevende Aanvullend Protocol EVRM, welke bepalen dat niemand voor een tweede keer mag worden berecht of gestraft voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds overeenkomstig de wet en het procesrecht van elk land bij einduitspraak is veroordeeld of waarvan hij is vrijgesproken. Aangezien Nederland partij is bij deze beiden verdragen mag zij niet in strijd met deze regels handelen en kan bovengenoemd voornemen dus niet worden ingevoerd.

de gemeenteraadsverkiezingen. Dit voornemen is echter direct in strijd met artikel 20 lid 2 sub b van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie en artikel 40 van het Handvest, welke inhouden dat ´burgers van de Unie het actief en passief kiesrecht hebben bij de gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat waar zij verblijf houden, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die staat.´4

Conclusie

Europese regelgeving

Kijk, de heer Wilders kan dan wel van alles roepen in zijn partijprogramma en op televisie, radio en wat nog meer, omdat in ons land ook zoiets bestaat als de vrijheid van meningsuiting en deze in principe net zo zwaar weegt als de vrijheid van godsdienst en het recht op gelijke behandeling. Wij kennen geen hiërarchie van normen, maar om al deze plannen door te voeren, is toch wel vereist dat zij voldoen aan Nederlandse en Europese regelgeving. Ik hoop dat ik in dit artikel duidelijk heb gemaakt dat de plannen van de PVV op geen enkele wijze doorgang kunnen vinden, behalve als zij de grondwet zouden wijzigen en zich terug zouden trekken uit de verschillende verdragen. Het zal echter duidelijk zijn dat dit niet zomaar gaat.5

Iets waar de PVV zich heel sterk voor maakt is het verminderen van de invloed van de EU. De partij noemt de Europese Unie in hun verkiezingsprogramma zelfs EUssr, een instantie die teveel invloed uitoefent op haar leden en te weinig vrijheid aan de lidstaten overlaat. Zij stelt dat Nederland weer een sterke economische eenheid moet worden en dat dit alleen gaat lukken als zij zich deels kunnen onttrekken aan de invloed van Europa. Maar met een opkomende grootmacht als China die een steeds prominentere rol gaat spelen in de economische wereld, lijkt het mij eerder dat wij als Europa nauwer samen moeten gaan werken om weerstand te kunnen blijven bieden aan deze grootheid en op gelijke voet onze economie te kunnen laten groeien. Daarnaast stelt de PVV in haar verkiezingsprogramma dat niet-Nederlanders geen stemrecht moeten hebben bij

(Endnotes) 1 Artikel 1 Grondwet 2 Verkiezingsprogramma PVV 2010 – 2015, blz. 15 3 Verkiezingsprogramma PVV 2010 – 2015, blz. 15 4 Artikel 20 lid 2 sub b VWEU 5 Zie A. Cassese, International Law, Verenigde Staten: Oxford University Press 2005, blz. 12, waarin wordt uitgelegd dat het voor Staten in de praktijk niet makkelijk is om zich terug te trekken uit Internationale Verdragen.

31 | SecJure Mei 2011


Waarom Rechten aan de Universiteit Maastricht?

Rechten in Maastricht richt zich op de internationalisering, zowel in de studie van het Nederlands Recht en Fiscale Recht, als in de specifiek internationale en Europese programma’s. De Maastrichtse rechtenfaculteit mag zich uniek in het onderwijs van internationaal, Europees en vergelijkend recht noemen. Daarnaast bieden we unieke Nederlandstalige masters: de Togamaster, Forensica, Criminologie en Rechtspleging en Recht en Arbeid.

Masteropleidingen in Nederlands en/of Engels: • European Law School • Euro-Asian Law and Business Studies • Fiscaal Recht (3 specialisaties, o.a. International and European Tax Law) • Forensica, Criminologie en Rechtspleging • Globalisation and Law (2 specialisaties: Human Rights en Corporate and Commercial Law) • Nederlands Recht (6 specialisaties, o.a. Togamaster) • Recht en Arbeid (2 specialisaties: Arbeid en Gezondheid en Arbeid en Onderneming) • Intellectual Property Law and Knowledge Management • International Laws • International and European Economic Law • Law Honours Programme (research track) Meer informatie? Stuur dan een e-mail: masters-law@maastrichtuniversity.nl www.maastrichtuniversity.nl/rechten


Op naar een studentikozer Tilburg, neem het heft in eigen hand.

Het zal voor velen van jullie een overweging geweest zijn; de keuze van een studiestad. Je besloot om rechten of bestuurskunde te studeren en dat staat nou eenmaal goed aangeschreven in Tilburg. Wellicht vond je de stad ook nog enigszins gezellig, maar meer ook niet. In de Randstad had ik in ieder geval genoeg uit te leggen met mijn keuze voor het, in hun ogen, saaie en pittoreske 'dorp' Tilburg. Nu, mijn vierde jaar, kan ik zeggen dat Tilburg veel te bieden heeft voor studenten, maar dat het toch verre van een studentikoze uitstraling heeft en dat irriteert me. Het beste advies dat ik jullie in een dergelijke situatie kan geven is; neem het heft in eigen hand, wees proactief. Vanuit de redactie heb ik begrepen dat het ook de bedoeling is om de leden van Magister een goede raad mee te geven tijdens het lezen van de SecJure. Om die reden het volgende advies: Mis je een sport in het studentenleven van Tilburg; regel deze bij Pendragon, zoek je gezelligheid naast je studie; ga bij een studie- of studentenvereniging, ben je het niet eens met zaken rondom je studie; ga in de faculteitsraad, vind je dat het niet goed geregeld is op de campus; ga in de universiteitsraad, en mis je de connectie tussen bedrijven en de studenten; organiseer de JBT. Nu begrijp ik dat je als lezer de gedachte van ‘makkelijker gezegd dan gedaan’ moeilijk kunt onderdrukken. Doe dat wel! Dat is juist het grote argument die je kunt gebruiken tegen al die mensen die Tilburg als matige studentenstad betitelen. De kleinschaligheid stelt ons studenten juist in staat veel inspraak te hebben in het beleid van de universiteit. Zo heb ik, namens SAM studentenbelangen, dit jaar o.a. kunnen zorgen voor de Esplanade die in het weekend open is, samenvoeging van de studentenbalies, Tilburg Law Series en de manifestatie in Den Haag. De problemen op de campus kunnen daardoor worden opgepakt, maar de klachten buiten Tilburg University blijven. Bussen die te vol zitten, te weinig huisvesting in het centrum, een grijs Piusplein, supermarkten die op zondag dicht zijn, het ontbreken van een groot sportevenement en natuurlijk de onzichtbaarheid van de aanwezigheid van studenten in de binnenstad. Om die reden is eind 2009 een groep studenten samen met de gemeente en de universiteit een dag in Leuven

geweest. Dé studentenstad van België. Hier is gekeken wat deze stad zo'n unieke plaats voor studenten maakt. De conclusie was de houding van de gemeente ten opzichte van de studenten. Zij werden daar als waardevolle gesprekspartners gezien als het gaat om het beleid van de stad. Een voorwaarde voor de studenten is wel dat zij één groep naar voren schuiven om een duidelijke en eenduidige mening naar voren te brengen. Daarnaast moet het in de stad zichtbaar zijn dat hier veel voor en door studenten georganiseerd wordt. Met deze informatie in het achterhoofd is in 2010 de nota Tilburg Studentenstad aangenomen door de gemeente, met daaraan gekoppeld de aanstelling van een wethoudster Studentenzaken. Deze functie wordt bekleed door Marieke Moorman. In deze nota staan verschillende doelstellingen, zoals een groot sportevenement, een TIK-week die zich meer in de stad afspeelt én een studentenraad. In september waren verschillende studenten-, studieverenigingen en andere studentenbelangenorganisaties uitgenodigd voor een dag op het gemeentehuis met mevrouw Moorman. Tijdens deze dag werd van mening gewisseld over de visie van Tilburg Studentenstad. De nota werd besproken en er werd gekeken naar concrete zaken die we samen voor elkaar kunnen krijgen. Na deze dag hebben SAM, Tigeak en het SOTS het initiatief genomen om de studentenraad daadwerkelijk vorm te geven en is alles in een stroomversnelling geraakt. In deze periode heeft van zowel de Fontys als van de Avans een student zich bij deze raad gevoegd, zodat we alle studenten van Tilburg kunnen vertegenwoordigen. Op 25 februari zijn de statuten van de Studentenraad Tilburg getekend en hebben we ondertussen al verschillende vergaderingen met de gemeente gehad over het beleid van de stad. We missen helaas nog input vanuit studenten, dus heb je een klacht of idee dat groter is dan deze campus, neem dan mijn advies aan en neem het heft in eigen hand! Je kunt contact met ons opnemen via studentenraadtilburg@gmail.com of via 013-4662075.

33 | SecJure Mei 2011

Column

Bas’ Goede Raad


Dèmos krateî!

Artikel

1

Jeroen Tessers

1 Dèmos en kratein Democratie: wie is er niet groot mee geworden? Kun je het je nog herinneren? Dag één van je rechtenstudie: je neemt plaats in de collegebanken. Je staart met grote ogen naar de docent die voor je gevoel honderden meters van je verwijderd is, maar zich toch verstaanbaar weet te maken door middel van een microfoon. Eerste jaar rechten, eerste week, eerste vak. Staatsrecht. Het woord democratie wordt genoemd. En nog een keer. En het woord rechtsstaat ook. Weer democratie. Dat het uit het Grieks komt. Dèmos en kratein – volk en regeren. Dat heb je op de middelbare toch ook al gehad, bij maatschappijleer? Moet die vent dat nu blijven herhalen? Wat later: Encyclopedie van het Recht B. Onderwerp: democratie! Komt uit het Grieks, dèmos en kratein. Of we een betoog willen houden over democratie. Of we biebboeken willen raadplegen, die ons kunnen vertellen dat we onze democratie te danken hebben aan de Atheense democratie. En een syllabus die stelt dat de fundamenten van onze democratie gelegd zijn in het oude Griekenland. Had ik al verteld dat het woord democratie een samenstelling is van de Griekse woorden dèmos en kratein? Oh, toch wel. Gelukkig. Tegen het einde van mijn derde studiejaar moet ik toegeven dat mijn kennis van de oorsprong van de democratie tot voor kort nooit verder heeft gereikt dan het pijnlijk herhalen van de bovengenoemde etymologische verklaringen. Waarom zeggen we dat de basis van onze democratie is gelegd in het oude Griekenland? Hoe is het ontstaan en hoe werkte dat systeem in die tijd? In dit artikel zullen deze vragen beantwoord worden en enkele opvallende karakteristieken van de Atheense democratie worden besproken.

2 Kleisthenes Allereerst moet kort worden stilgestaan bij het ontstaan van de Atheense democratie. Een belangrijke bron van informatie is het werk Athenaion Politeia (Constitutie van de Atheners) van de Griekse wijsgeer Aristoteles (384322 v. Chr.). Hij beschrijft hoe de politicus Kleisthenes (in 508 v. Chr.) na een periode van tirannieke overheersing in Athene staatkundige hervormingen doorvoerde om het volk meer politieke macht te geven.2 Eén van deze hervormingen was het opdelen van de Atheense bevolking in tien verschillende stammen op basis van SecJure Mei 2011 | 34

geografische afkomst (fulai), in plaats van de tot dan toe gehanteerde indeling in vier stammen op basis van familiebanden. Hij wees vervolgens aan deze stammen een verspreid aantal dèmen toe, kleine bestuurlijke eenheden, met elk hun eigen demarchos – een soort burgemeester. Bewoners van een dème werden aangeduid met de naam van hun dème, in plaats van hun familienaam. Kleisthenes probeerde zo de oude traditie van het dragen van de naam van de aristocratische stammen weg te poetsen. De politieke macht in Attika, het gebied onder invloed van Athene, kwam op basis van gelijkheid te liggen bij de verschillende stammen en dus de dèmen. Het moge duidelijk zijn dat het woord dèmos in de betekenis van volk gevormd wordt door de optelsom van de dèmen. De nieuwe bevolkingsindeling ging vervolgens de basis vormen voor de verdeling van de politieke macht.

3 De democratische instellingen De hervorming die volgde op de nieuwe bevolkingsindeling, was het instellen van de Raad van 500, ofwel de Boulè.3 De Boulè bestond al langer, maar Kleisthenes verhoogde het aantal leden van 400 naar 500, vijftig man van elke stam. Deze raadsleden namen voor één jaar zitting in de Boulè en werden gekozen door loting. Om echte gelijkheid te bereiken, moesten de belangrijkste politieke benoemingen zoveel mogelijk onafhankelijk zijn van vermogen, afkomst en bekendheid bij het grote publiek – loting was daarom het geijkte instrument hiervoor. Het voorzitterschap van de Boulè was steeds voor een periode van 35 of 36 dagen in handen van de vijftig leden van één stam. Zij werden de prytaneis genoemd en vormden het dagelijks bestuur. Elke dag werd uit de prytaneis door loting een voorzitter aangewezen, de epitastes, die de bijeenkomsten van de prytaneis voorzat. De Boulè hield zich bezig met de voorbereiding van wetgeving. De raadsvergadering was dan ook de gewezen plek om te discussiëren over wetsvoorstellen van één van de raadsleden, een burger of van de volksvergadering, de Ekklèsia.4 Deze Ekklèsia was het andere wetgevende orgaan – de volksvergadering, waarvan alle vrije en meerderjarige mannelijke burgers deel uit maakten. De Grieken waren, anders dan moderne democraten, minder gecharmeerd van een systeem van representatieve democratie, maar werkten volgens directe democratie.5 Dat betekent dat alle burgers in de vergadering


konden spreken en mochten stemmen over het al dan niet aannemen van wetgeving. Uiteraard waren lang niet altijd alle burgers aanwezig. Daarnaast is de vraag hoe democratisch de politieke participatie werkelijk was: immers werden vrouwen, slaven en vreemdelingen uitgesloten van deelname. Feitelijk gezien was hierdoor ook de Atheense democratie een oligarchie en zelfs in zekere zin een aristocratie, omdat het burgerschap erfelijk was.6

4 Rechter op de stoel van de wetgever? Een opvallend element binnen de Atheense democratie is de speciale procedure om wetsvoorstellen te toetsen aan regels van constitutionele aard. Een belangrijke regel van dien aard was bijvoorbeeld de bepaling dat niet over een wetsvoorstel in de Ekklèsia mocht worden gestemd, voordat het in de Boulè was besproken. Een ander voorbeeld is het geval wanneer een wetsvoorstel werd ingediend, zonder een voorstel was bijgevoegd om een bestaande, met het nieuwe wetsvoorstel conflicterende wet af te schaffen.7 Een burger kon in rechte opkomen tegen vermeende schendingen van deze fundamentele regels via de procedure van de grafè paranomón, vrij vertaald als ‘vervolging wegens strijd met de wet’. De procedure werd gevoerd voor een juryrechtbank en indien deze bepaalde dat het wetsvoorstel inderdaad strijdig was met het recht, werd het onverbindend verklaard. Degene die het voorstel had ingediend, werd beboet. Echter, de situatie waarin de klacht onterecht werd verklaard zal voor moderne juristen vreemder ogen. In dat geval werd niet alleen de klacht afgewezen, maar kreeg het voorstel door de rechterlijke uitspraak kracht van wet – zelfs als het nooit door de volksvergadering was goedgekeurd.8 Tegenwoordig zouden wij spreken van schending van het principe van machtenscheiding en het verschijnsel van de rechter die op de stoel van de wetgever gaat zit-

ten. Anders dan in de 21e eeuw echter, waren ook de Atheense rechters door loting gekozen en werden zij net als de leden van de Boulè en Ekklèsia beschouwd als vertegenwoordigers van de gehele dèmos. In die opvatting is vergaande inmenging van de ‘rechters’ op het terrein van de wetgeving veel beter te verdragen.

5 Slot Ondanks dat de Atheense democratie nog in de verste verte niet lijkt op wat wij tegenwoordig een democratie zouden noemen, kan worden gezegd dat met name Kleisthenes een basis heeft gelegd voor een politiek systeem gebaseerd op gelijkheid. Dat dit in de praktijk een systeem opleverde van een regering door enkelen, maar met goedkeuring van velen, kan als zeer nuttig vergelijkingsmateriaal dienen voor het kritisch beschouwen van onze eigen democratieën in deze moderne tijd. En uiteraard, levert het enkele extra regels etymologisch verantwoorde tekst voor auteurs van inleidende boeken over staatsrecht.

(Endnotes) 1 Het Griekse woord kratew is een werkwoord met een e-stam; in combinatie met de themavocaal e in de 3e persoon enkelvoud indicativus praesens leidt dat na samentrekking tot het dakje op de iota. 2 Aristoteles, Athenaion Politeia, hoofdstuk 21 3 J.A. Rothchild, ‘Introduction to the Athenian democracy of the fifth and fourth centuries BCE’, in: Wayne State University Law School Legal Studies Research Paper Series, Detroit 2007, nr. 7-32, p.15 4 Rothchild 2007, p.15 5 E.M. Harris, Democracy and the Rule of Law in Classical Athens: Essays on law, society and politics, Cambridge: Cambridge University Press 2006, p. 31. 6 Harris 2006, p. 33 7 Rothchild 2007, p. 21. 8 Rothchild 2007, p. 22

35 | SecJure Mei 2011


Activiteitenoverzicht

27-5 est Eindfe es Jurib

25-5

kie足 OC ver zingen ak ra Vrijsp

20-5

Tenta s men

r足 KantooClif足 k bezoe hance ford C rAct Inte

SecJure Mei 2011 | 36

Mei 08-6 Open er足 v Fractie ng gaderiraak Vrijsp


16-5

17-5 g TraininR. B Verb. aerts Mann pel Ap s Liviu

tle iz ‘Bat u q b u P Ages’ of the AcCie

37 | SecJure Mei 2011

e Nieuw ng Jaargare! SecJu

1-7 Vrijsp

r­ Jaarveing gader raak

22-6

17-6 RGISTEteit actvi ster Magi T JF

akAlman

esstuk g proc Trainin rijven sch

Juni

09-6 14-6 ak Almantatie presenCie, Ac cie

DiCiT

off Houth a Burum

nHerte s tamen


“dirkzwager weet dat kleine lettertjes voor mij grote gevolgen kunnen hebben.” jij ook? Dirkzwager is een veelzijdig, landelijk top-20 kantoor met een klinkende reputatie, een uitstekende opleiding, mooie cliënten en uitdagende (ook internationale) projecten. Ons kantoor heeft vestigingen in Arnhem en Nijmegen en telt ruim 260 medewerkers die zich thuis voelen in een professionele, nuchtere en collegiale werkomgeving. Dirkzwager werkt op hoog juridisch niveau voor grote en middelgrote bedrijven, overheden, instellingen en particulieren, met een fijngevoelige antenne voor de persoonlijke aspecten van een zaak; voor de mens achter de cliënt. Jouw professionaliteit, ambitie, sociale intelligentie én gevoel voor kwaliteit vinden bij ons dan ook een vruchtbare voedingsbodem.

Kijk voor meer informatie over ons kantoor of actuele vacatures en/of studentstages op www.dirkzwager.nl

www.dirkzwager.nl

Dirkzwager advocaten & notarissen


Artikel

TBS – Straf of maatregel? Sylvia Kuijsten

Op maandagavond 15 november 1954, even na zeven uur, wordt het postkantoor van Ravenstein overvallen. Een gemaskerde persoon dringt het kantoor binnen via de zijingang, lost zonder enige waarschuwing een schot op de nog aanwezige directeur, de 52-jarige Jan van Dieten, en verdwijnt met de schamele buit van een geldkistje, waarin zich slechts een klein bedrag aan geld en enkele postzegels bevinden. De directeur is in de buik getroffen en wordt in levensgevaarlijke toestand naar het ziekenhuis te Oss vervoerd. Daar overlijdt hij aan zijn verwondingen. De bandiet had het allemaal goed georganiseerd. Hij had eerst de politie weggelokt door de brandweer te alarmeren met de mededeling dat in het naburige Neerlangel brand was uitgebroken alvorens hij zijn slag wist te slaan. Bovenstaande casus betreft het Zwarte Ruiter-arrest.1 Het ging in casu om een gevaarlijke en geestelijk gestoorde overvaller. Ondanks sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid, legde de rechter, wegens gebrek aan vertrouwen in de beveiligende werking van tbs en de noodzaak de maatschappij te moeten beschermen tegen deze persoon, toch een gevangenisstraf van vijftien jaar op, gevolgd door tbs. In dit artikel wordt allereerst ingegaan op de totstandkoming van de tbs, vervolgens op de hedendaagse tbs en de maatschappelijk discussie die proefverlof tijdens tbs veroorzaakt. Uiteindelijk hoop ik aan het eind van het artikel de titelvraag te kunnen beantwoorden: is tbs een straf of maatregel?

Geschiedenis de van de TBS In het Wetboek van Strafrecht, dat in 1886 werd ingevoerd, werd beschreven dat iemand die leed aan een ‘gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis’ het door hem gepleegde delict niet kon worden toegerekend. Na onderzoek door een psychiater belandden de toerekeningsvatbare verdachten in de gevangenis, de ontoerekeningsvatbare gevallen werden verplicht opgenomen in een psychiatrische inrichting. Het probleem was hier dat er geen rekening werd gehouden met de mensen die hier tussenin zaten; je was toerekeningsvatbaar of je was het

niet. De oplossing werd gevonden in de maatregel die in 1928 werd ingevoerd: de tbr, ofwel ‘terbeschikkingstelling van de regering’. Deze regeling gaf de mogelijkheid aan de rechter om een gecombineerd vonnis van gevangenisstraf en tbr uit te spreken. De regeling stond ook wel bekend als de ‘Psychopathenwet’, omdat ze was bedoeld voor ‘den toerekeningsvatbare psychopaat’. Tbr kon worden opgelegd voor elk misdrijf voor een periode van twee jaar, eventueel met verlenging door rechter van één of twee jaar. Hiermee kon tbr in principe levenslang duren. Gevolg hiervan was dat er een permanent tekort aan plaatsen in de zogenaamde ‘rijksasylen voor psychopaten’ was. De Stopwet van 1933 moest hier een oplossing voor bieden. Er werden een aantal beperkingen opgelegd voor het opleggen van de maatregel. Het mocht enkel nog in gevallen er een zeer ernstig delict was gepleegd en er een groot gevaar op herhaling was. De Stopwet was van kracht tot kort na de Tweede Wereldoorlog. Vóór de Tweede Wereldoorlog stond de bescherming van de maatschappij voorop, maar na de oorlog veranderde deze opvatting. Waar eerst nog weinig aandacht werd besteed aan de behandeling van de ter beschikking gestelden, kwamen er nu allerlei psychiatrische en psychologische behandelingsmethoden tot ontwikkeling. De gedachte was dat je door middel van behandeling

De vijf gradaties van toerekeningsvatbaarheid10 1) volledig toerekeningsvatbaar: geen stoornis of stoornis die niet aantoonbaar van invloed is op het delict. 2) enigszins verminderd toerekeningsvatbaar: geringe stoornis of maar geringe invloed van de stoornis op het delict. 3) verminderd toerekeningsvatbaar: ernstige stoornis, die behoorlijke invloed had op het plegen van het delict. 4) sterk verminderd toerekeningsvatbaar: (combinatie van) heel ernstige stoornis(sen) die zoveel invloed op de verdachte had dat die maar zeer gedeeltelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor het delict. 5) volledig ontoerekeningsvatbaar: het delict vloeit volledig voort uit de stoornis.

39 | SecJure Mei 2011


het criminele gedrag zou wegnemen. Deze gedachte en het intrekken van de Stopwet, zorgden voor weer een geleidelijke toename van het aantal ter beschikking gestelden. In 1953 werd de Beginselenwet gevangeniswezen ingevoerd. Hierin werden de rechten en plichten van gevangenen wettelijk geregeld. Hieronder vielen ook de ter beschikking gestelden, aangevuld met de Psychopathenwet. De gevangenen konden vanaf nu meer in gemeenschap werken en wonen en zouden zo beter op een terugkeer in de maatschappij worden voorbereid. In 1988 werd tbr vervangen door tbs. Hiertussen bestonden een aantal belangrijke verschillen. Zo kon tbr voor elk misdrijf worden opgelegd, terwijl tbs alleen kan worden toegepast op misdrijven waarop een minimumstraf van vier jaar staat. Daarnaast kent de tbs een maximumduur van vier jaar, bij tbr was dit twee jaar. De tbs mag alleen worden verlengd wanneer het een misdrijf betreft waarbij andere personen in gevaar zijn gekomen en verlenging noodzakelijk is uit veiligheidsoverwegingen (recidivegevaar). Bij een verlenging van tbr kon niet in beroep worden gegaan, de tbs-wet biedt die mogelijkheid wel. Daarnaast moet de rechter bij een tbs-verlenging elke zes jaar het oordeel van twee onafhankelijke gedragsdeskundigen vragen, verlenging van tbr gebeurde zonder dit advies.2

De hedendaagse tbs In het Nederlandse strafrecht is tbs een maatregel die de rechter op kan leggen aan de verdachte in het geval van een misdrijf waar minimaal vier jaar gevangenisstraf op staat of op specifiek genoemde delicten als stalking. De rechter moet zijn overtuigd van het feit dat de verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geest. Om dit vast te stellen moet een onafhankelijk onderzoek zijn gedaan en worden uitgebracht in een zogenaamde ‘Pro Justitia rapportage’. In 2008 heeft de Hoge Raad bepaald dat er geen causaal verband hoeft te zijn tussen delict en stoornis, zolang maar voldoende is vastgesteld dat er sprake is van gelijktijdigheid. Tbs kent verschillende soorten.3 Allereerst is er de tbs met (dwang)verpleging. Deze vindt plaats in een tbs-instelling, aanvankelijk voor de duur van twee jaar. Na deze periode beoordeelt de rechter of de tbs-maatregel met één danwel twee jaar verlengd moet worden. Een verzoek tot verlenging moet worden onderbouwd met recent advies. Als verlenging betekent dat de totale duur meer dan zes jaar gaat bedragen, moet advies worden uitgebracht door twee onafhankelijke (gedrags)deskundigen. Naast de tbs met (dwang)verpleging kent men tbs met voorwaarden. Deze wordt toegepast in gevallen waarbij SecJure Mei 2011 | 40

dwangverpleging niet noodzakelijk is/lijkt om recidive te voorkomen. Hiervoor gelden voorwaarden als het niet opnieuw plegen van een delict, het meewerken aan de begeleiding door de reclassering, het gebruiken van bepaalde medicatie, etc. De tbs met voorwaarden kan voor maximaal vier jaar worden opgelegd, eventueel in combinatie met een gevangenisstraf van maximaal drie jaar. In het geval de betrokkene zich niet aan de voorwaarden houdt, kan de tbs met voorwaarden alsnog worden omgezet in tbs met dwangverpleging. Als laatste kennen we nog de PIJ, ofwel Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Deze gedwongen behandeling geldt voor 12 tot 18-jarigen. De duur bedraagt maximaal zes jaar.

Straf of maatregel? Om de vraag ‘straf of maatregel?’ te kunnen beantwoorden, moeten we natuurlijk eerst kijken wat in het recht onder deze termen wordt verstaan. Aan ‘straf’ wordt de betekenis gegeven van de sanctie die de rechter in een crimineel proces oplegt naar aanleiding van een strafbaar feit.4 5 Er wordt leedtoevoeging beoogd. Gevangenisstraf, een geldboete en taakstraf vallen hieronder. Een maatregel heeft als doel het herstellen van de oude toestand. Dit probeert men te bereiken door bijvoorbeeld het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel (art. 36e Sr), plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis (art. 37 Sr) en natuurlijk de tbs (art. 37a e.v. Sr). Welk criterium hanteert men nu bij het onderscheid tussen straf of maatregel? Over het algemeen wordt hiervoor het rechtsgrondcriterium gebruikt. Men gaat er hier dan van uit dat men geen straf mag toepassen boven de mate van de schuld. Op deze manier wordt ten aanzien van bepaalde gevaarlijke geestelijk gestoorde delinquenten oplegging van lange vrijheidsstraffen onmogelijk en dat wil men dan aanvullen door een beveiligingsmaatregel die niet aan de schuldmaat gebonden is. In een strafrecht is voor een regel als ‘straf slechts naar de mate van schuld’ slechts plaats als in gevallen dringende noodzaak tot bescherming van de gemeenschap tegen gevaarlijke recidive van de dader. Voorziet het recht daarin niet, dan vervult de straf de maatregelfunctie en daartegen is in beginsel geen bezwaar te maken. In een recht, dat wel straf en maatregel onderscheidt, kan de regel tot gelding komen, maar dat hangt af van de vraag of de maatregel inderdaad ter beveiliging bedoeld is en strekt. 6

De media en maatschappij Het onderwerp verlof en tbs is dankzij vluchtpogingen en recidives een ‘hot issue’ geworden in de maatschappelijke discussie. Als ik op internet zoek naar krantenartikelen over tbs en proefverloven, stuit ik op verschillende forums op een enorme diversiteit aan opvattingen van lezers. Vol-


gens de één is het volgen van een tbs-behandeling een poging om onder een gevangenisstraf uit te komen en kosten de behandelingen te veel tijd en geld, volgens de ander is het systeem er niet voor niets en kan men beter behandeld worden dan zo weer de straat op gaan na het uitzitten van een gevangenisstraf. Echter het negatieve beeld van de tbs overheerst, maar is dit terecht? Persoonlijk ben ik erg voorzichtig met het vormen van een mening over dergelijke onderwerpen en ik houd er al helemaal niet van als mensen allerlei meningen posten op basis van wat onderbuikgevoelens in plaats van verstand en vooral: kennis. Hoe moeilijk het is om over in dit geval tbs een mening te vormen, blijkt wel uit het symposium ‘crimineel: dader of slachtoffer, symposium over tbs’ dat 3 februari j.l.werd georganiseerd .7 Hier zaten een gemeenteraadslid, veroordeelde moordenaar en tevens tbs-er, advocaat en psychologe gebroederlijk (in ieder geval naar uiterlijke verschijningsvormen) naast elkaar. Volgens de psychologe had tbs wel degelijk zin en de cijfers die ze presenteerde over recidives van tbs-ers in vergelijking met gedetineerden (30 vs. 70%) ondersteunden inderdaad haar standpunt. Veroordeelde heer Ludwig kon de cijfers niet ontkennen, maar volgens hem was hij beter afgeweest in de gevangenis, aangezien de behandeling aan alle kanten rammelde en hij, als hij had gewild, tijdens zijn proefverlof meerdere kansen had gehad om te ontsnappen. Advocaat Ausma had ook een kritische noot over de tbs, maar dan vanuit een ander perspectief, waar ik me eerlijk gezegd wel in kon vinden. Bij een gevangenisstraf heb je namelijk zekerheid. Je weet hoe lang je vastzit en kunt de dagen op de gevangenismuur afstrepen tot je vrijlating. Tbs biedt die zekerheid niet aangezien deze, zoals eerder in dit artikel al aangegeven, steeds weer door de rechter verlengd kan worden, zij het om de zes jaar ondersteund door een deskundigenrapport.

Vraag beantwoord? Uit het hiervoor gaande blijkt dat het systeem van tbs veel verschillende reacties oproept en de neuzen wat dat betreft nooit allemaal dezelfde kant op zullen wijzen. Volgens het recht is de tbs een maatregel, volgens de tbser een uitzichtloze straf en volgens het onderbuikgevoel van de maatschappij een te lichte straf. Ondanks dat ik in het kader van dit artikel veel over tbs gelezen heb, blijf ik het een lastige kwestie vinden. Op alle drie de genoemde interpretaties valt tenslotte wel iets aan te merken. Hoewel het recht met deze maatregel beoogt om een bepaalde situatie weer in de oude toestand te brengen, vraag ik me af in hoeverre je dat voor elkaar krijgt in geval van delicten als verkrachting of moord. Het (gruwelijke) kwaad is dan immers al geschied.8 Ook in het overheersende idee van de maatschappij dat tbs een te lichte straf zou zijn in vergelijking met gevangenisstraf, kan ik me niet echt vinden. Ik sluit me in het kader hiervan aan bij de eerder genoemde mening van advocaat Ausma. Tbs blijft, hoewel het gericht is (of zou moeten zijn) op terugkeer in de maatschappij, voor de tbs-er in kwestie een vrij uitzichtloze situatie. Is het daarmee een maatregel? Waarschijnlijk. Een straf? Absoluut.9 (Endnotes) 1 HR 10-09-1957, NJ 1985, 5 2 www.blikopdewereld.nl door drs. J.W. Swaen 3 www.rechtspraak.nl 4 HR NJ 1969, 63 (Antilliaanse amokmaker), noot onder 4 5 In de psychologie (met name in de gedragsanalyse) kent ‘straf’ bijv. de betekenis van een verandering in de omgeving van een persoon die de kans op bepaald gedrag doet verminderen. 6 HR NJ 1969, 63 (Antilliaanse amokmaker), noot onder 7 7 Met sprekers als H. Ludwig, veroordeeld wegens moord en TBS-er, W.J. Ausma, advocaat van Ausma de Jong Advocaten Utrecht, O. Dusschooten, gemeenteraadslid van de VVD Tilburg en I. Vermeer-Bronnenberg, psycholoog-diagnosticus. 8 Hiermee wil ik overigens absoluut niet beweren dat ik tegen straffen in zijn totaliteit ben. 9 Voor de duidelijkheid: gevoelsmatig. 10 www.rechtspraak.nl

41 | SecJure Mei 2011


Artikel

Schaduw praktijken Sjoerd Wierenga

Een Vice President, Dick Cheney, die betrokken lijkt te zijn bij een miljardencontract aan zijn vorige werkgever voor herstelwerkzaamheden in Irak.1 Een viroloog, Ab Osterhaus, met een adviserende rol inzake de Mexicaanse griep die aandelen heeft in een farmaceutisch bedrijf dat meewerkt aan de productie van vaccins.2 De “Green Guru” Al Gore die de eerste mogelijke “carbon billionaire” wordt genoemd vanwege een combinatie van investeren en een dubieuze maar intensieve lobby.3 Er zijn voorbeelden te over wanneer we dieper duiken in de wereld van, laten we zeggen, twijfelachtige praktijken die raken aan het openbaar bestuur.

Untouchables Wanneer men in India spreekt over de “untouchables” wordt er gedoeld op de “onaanraakbaren”, mensen die zich bevinden in het afvoerputje van de sociale ordening. Mensen die zo weinig respect genieten dat ze letterlijk niet worden aangeraakt door leden van andere kasten. Helemaal aan de andere kant van het sociale spectrum bevinden zich andere “untouchables”, mensen die “onaantastbaar” lijken te zijn. Of tenminste, hun handelingen getuigen er van dat ze in ieder geval het idee hebben dat ze dat zijn. Dit stuk gaat over die mensen die zichzelf onaantastbaar wanen. Sommige van de hier besproken zaken zijn nog steeds gaande en met de onschuldpresumptie in het achterhoofd zullen er hier geen uitspraken worden gedaan over schuld of onschuld. Hier staan slechts de verhalen, het oordelen zelf laat ik aan de lezer over.

Dick en 7 miljard Vice President Dick Cheney was van 1995 tot 2000 Chief Executive Officer van Halliburton, een groot Amerikaans bedrijf dat zich richt op militaire en civiele dienstverlening aan overheden en allerlei werkzaamheden uitvoert met betrekking tot energie (zoals gas- en oliewinning). Dat Cheney een dergelijke directe link met Halliburton kent, is als alleenstaand feit niet meteen een kwalijke zaak. Vrij snel na zijn aanstelling als Vice-President in 2001 raakte hij en zijn vorige werkgever echter in opspraak. Halliburton wist het ene na het andere contract binnen te halen, waarvan één contract in aanloop naar de Irakoorlog van zo’n 7 miljard Amerikaanse dollars. Vreemd genoeg was de oud-werkgever van Cheney het enige bedrijf dat in aanmerking kwam voor het contract waarmee zij hoofdverantwoordelijke werd voor de Iraakse olievelden. Als vanzelfsprekend was er veel media aandacht voor de omstreden deal en Cheney kwam onder vuur te liggen. Cheney en zijn administratie ontkenden natuurlijk in alle toonaarden, zoals blijkt uit het antwoord op een Dick Cheney SecJure Mei 2011 | 42


vraag naar zijn betrokkenheid: “Of course not, Tim ... And as Vice President, I have absolutely no influence of, involvement of, knowledge of in any way, shape or form of contracts led by the (Army) Corps of Engineers or anybody else in the Federal Government.” 4 Een interne e-mail van het Pentagon waar TIME vervolgens haar handen op wist te leggen getuigde echter van het tegendeel. Er werd gesproken over een actie die direct met “the VP’s (Vice President’s, red.) office” was gecoördineerd. Al met al insinueren enkele feiten meer dan wat Cheney beweert. Maar, op een paar moeilijke vragen na maakt Cheney zich er vooralsnog zeer goed vanaf. Is de man schuldig aan schaduw praktijken? Wie zal het zeggen. Is het een schoolvoorbeeld van wat bestuurskundigen beschouwen als “Good Governance”, waarin waarden als legitimiteit en transparantie een belangrijke plaats innemen? Aan u het oordeel.

De aandelen van Ab De Mexicaanse griep. Veel verschillende verhalen deden anno 2009 de ronde over de omvang van deze pandemie, de Nederlandse hoogleraar virologie Ab Osterhaus had zijn eigen versie. Onder meer op basis van zijn advies schafte de Nederlandse overheid 34 miljoen vaccins aan voor een bedrag van 7 honderd miljoen euro. Osterhaus benadrukte meer dan eens de ernst van de situatie, in De Wereld Draait Door: “Bij de Spaanse griep gingen er 50 miljoen mensen dood en (dat) begon net zoals deze griep.” Velen beschuldigden Osterhaus van bangmakerij, zo erg zou het allemaal niet zijn. En bovendien, zo kwam eind

“…er waren voldoende gegronde twijfels bij de integriteit van de viroloog.” september 2009 aan het licht, bleek de viroloog mogelijk een andere reden te hebben om het één en ander minder rooskleurig af te schilderen: aandelen in het farmaceutisch onderzoeksbureau Viroclinics. De vraag of Osterhaus daadwerkelijk verdiende aan (het ontwerp, de productie of de verkoop van) de vaccins verdween zo nu en dan achter het simpele feit dát hij aandelen had en tegelijkertijd zo’n belangrijke positie in het hele debat had weten te bemachtigen.

Ook in deze casus verdiende het handelen wellicht geen schoonheidsprijs. Wederom was er sprake van een zeer gerenommeerd persoon die zichzelf middels een goed verweer ontdeed van hevige kritieken. Ondanks dat de echo’s van de kritieken tot vandaag de dag nog doorklinken zal Ab Osterhaus hier vrij weinig van merken. Wat als een paal boven water staat is het volgende: er waren voldoende gegronde twijfels bij de integriteit van de viroloog. Desondanks zijn we inmiddels een hele tijd verder, en is de discussie allang afgesloten. Is Ab, naast Dick, schuldig te bevinden aan twijfelachtige en ongewenste praktijken? Aan u het oordeel.

Hoge bomen De hierboven aangehaalde voorbeelden betreffen zaken waarin zeer gevestigde spelers hun integriteit verdedigen. De vraag die een ieder zich zou moeten stellen is: zijn zij daadwerkelijk schuldig aan onbehoorlijk handelen of zijn zij het slachtoffer van een verkeerde beeldvorming rondom hun persoon? Sommigen zullen bepleiten dat bovenstaande hoofdpersonen slechts ‘’hoge bomen’’ zijn die nou eenmaal ‘’veel wind vangen’’. Wie de waarheid ook aan zijn zijde mag hebben, het is maar de vraag of er echte “untouchables” bestaan. Zo was er Bernard Madoff, een gigantisch rijke Amerikaanse zakenman die vanwege een zogenaamde piramidefraude veroordeeld werd tot 150 jaar celstraf. En wat te denken van Silvio Berlusconi, de Italiaanse “Godfather” die zich niet alleen onaantastbaar waande, maar het zich nog bijna maakte ook.5 Ondanks dat Berlusconi (nog) niet veroordeeld is, hangt hem wel een straf boven het hoofd wegens seks met de (toenmalige) minderjarige Ruby én machtsmisbruik. In totaal zou Berlusconi een maximumstraf van 15 jaar kunnen krijgen. Daarmee wordt eens te meer geïllustreerd dat hoge bomen niet alleen veel wind vangen, maar dat ze ook het risico lopen heel hard om te vallen.6

Het tegengif Nadat we een aantal dubieuze zaken hebben beschouwd rijst natuurlijk de vraag: wat doen we er aan om dergelijke praktijken tegen te gaan? Onder het mom van “voorkomen is beter dan genezen” beginnen we dicht bij huis. Aan de Universiteit van Tilburg worden verschillende cursussen gegeven waarbij het om ethiek draait. Zo is er ‘Business Ethics’, ‘Ethiek, recht en politiek’, ‘Beroepsethiek’, ‘Media Ethiek’ of simpelweg: ‘Ethiek’. Heeft u interesse in het ethisch uitoefenen van een topfunctie, schroom u dan vooral niet zich in te schrijven voor deze cursussen. Zo wees onderzoek van KPMG in 2009 uit dat het bedrijfsleven van mening is dat de student (en toekomstig topbestuurder) onvoldoende geschoold wordt in normen en waarden.7 Tot zover preventie, hoe zit het met repressie? Het Ne43 | SecJure Mei 2011


derlandse parlement heeft grofweg een tweetal instrumenten om zaken tot op de bodem uit te zoeken. Ten eerste is daar de onderzoekscommissie, die wij allemaal kennen van bijvoorbeeld het onderzoek naar de steun in de Irakoorlog (in casu was dat de Commissie Davids). Ten tweede kan er een parlementaire enquête worden ingesteld. Het grootste verschil tussen beiden is dat bij de enquête de commissie het recht heeft om mensen onder ede te verhoren. Wanneer iemand besluit niet mee te werken, kan een rechter medewerking afdwingen. Mijneed is logischerwijs strafbaar, maar ook blijvende weigerachtigheid is ingevolge artikel 17 van de Wet op de parlementaire enquête uit 2008 te bestraffen. Ook de wetenschap draagt haar steentje bij aan het tegengaan van schaduw praktijken. En wel middels het on-

Ter afronding Onder de vele lezers van de Secjure zit ongetwijfeld een aanzienlijk aantal (ex-)studenten die op enig moment in hun carrière op een invloedrijke positie terecht zullen komen. Wellicht loopt de volgende Dick of Ab wel op onze Brabantse campus rond. Zoals ieder ander zullen ook zij voor belangrijke keuzes komen te staan. Wel doen, of niet doen? Zonder enige moralistische ambities wens ik de gelukkigen succes bij het maken van de beste, of de minst slechte, keuze. Want (en dit is één van de weinig keren dat de schrijver van dit artikel uit de Bijbel zal citeren) het staat geschreven: “Van iedereen aan wie veel gegeven is, zal veel worden geëist, en hoe meer aan iemand is toevertrouwd, des te meer zal van hem worden gevraagd.” U bent gewaarschuwd!

Zo wees onderzoek […] uit dat het bedrijfsleven van mening is dat de student […] onvoldoende geschoold wordt in normen en waarden. derzoek doen naar mechanismen die de kans op dergelijke ongewenste wantoestanden verkleinen. Dit gebeurt veelal onder de reeds eerder aangehaalde term ‘Good Governance’. Wanneer het gaat om corruptiebestrijding staan bij ‘goed besturen’ transparantie, checks and balances, toezicht en verantwoording centraal. Aan de ene kant betreft het hier het ontwikkelen van goede bestuurlijke, institutionele structuren. Aan de andere kant gaat het om bezinning op de reeds bestaande bestuurlijke cultuur.8 De bonuscultuur binnen het bankwezen is een mooi voorbeeld waarin beide kanten terugkomen. Al met al heeft de strijd tegen schaduw praktijken soms wat weg van een kat en muis spelletje. Er worden nieuwe mechanismen ontwikkeld, nieuwe wetten geschreven of nieuwe enquêtes in het leven geroepen. Vervolgens vinden kwaadwillenden de zwakke schakels, de grijze gebieden of… krijgen ze spontaan last van geheugenverlies.

SecJure Mei 2011 | 44

(Endnotes) 1 Volkskrant, http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2668/Buitenland/article/detail/708153/2004/06/01/Cheney-weer-in-opspraak-doorcontract-Halliburton.dhtml 2 De Pers, http://www.depers.nl/binnenland/341020/Zware-kritiek-op-paniekviroloog.html 3 Telegraph, http://www.telegraph.co.uk/earth/energy/6491195/ Al-Gore-could-become-worlds-first-carbon-billionaire.html 4 CNN, http://money.cnn.com/2003/05/07/news/companies/halliburton_iraq_con/index.htm 5 NOS, http://nos.nl/artikel/211483-hof-zwakt-berlusconiwet-af. html 6 NOS, http://nos.nl/artikel/219158-vijf-vragen-over-de-rechtszaak-tegen-berlusconi.html 7 De Pers, http://www.depers.nl/economie/338645/Studentenhebben-te-weinig-normbesef.html 8 NOVOSITE, http://www.novosite.nl/editor/assets/penchita/ totaal-def-reduced.pdf


Sander van Deijck1

Tijdens de Tweede Wereldoorlog voerden de geallieerden vernietigende strategische bombardementen op Duitse steden uit. Niet alleen militaire installaties en de oorlogsindustrie waren het doelwit, ook de steden en de burgerbevolking werden geconfronteerd met golf na golf van Britse en Amerikaanse bommenwerpers. Achter deze bombardementen zat een doctrine die gebaseerd was op het breken van de moreel bij de Duitsers, de zogenoemde ‘Airpower-theorie’. In dit artikel zal ik deze verder belichten aan de hand van zijn architecten, een analyse van het optreden van het Britse Bomber Command en vervolgens een beschrijving van twee grote bombardementen gedurende de oorlog (Operaties Millenium en Gomorrah). Giulio Douhet Giulio Douhet was het hoofd van Italiaanse luchtstrijdkrachten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze grondlegger van de Airpower-theorie voorzag de noodzaak van de formatie van bombardementseenheden. Zijn ideeën werden niet overgenomen door de militaire staf; uiteindelijk werd hij zelfs voor de krijgsraad veroordeeld. Douhet voorspelde dat legers niet meer tegenover elkaar zouden staan, maar hele naties met de volken en industrieën. In zulke oorlogen waarbij het normale leven ontwricht wordt zou de bevolking in opstand komen en door middel van druk de oorlog beëindigen. Vliegtuigen konden dit doel bereiken, want ze konden simpelweg over de front- en verdedigingslinies heen vliegen. Douhet identificeerde vijf vitale doelen die door middel van luchtaanvallen konden worden uitgeschakeld. Deze doelen waren: industrie, transportinfrastructuur, communicatiecentra, regeringsgebouwen en de wil van de bevolking. Het kernpunt in de theorie is dat een oorlog te winnen is door de wil van het volk te breken. Om zo simpel over de grondtroepen heen te vliegen was wel air dominance nodig, oftewel dominantie van het

luchtruim. Verloor men deze strijd dan zou de verliezer zich volgens Douhet beter kunnen overgeven dan de aanstaande vernietiging af te wachten. Zo liep Douhet ook vooruit op het begrip deterrence.

Billy Mitchell Billy Mitchell was net als Douhet een kind van de Eerste Wereldoorlog, hij was het hoofd van de Amerikaanse luchtstrijdkrachten. Volgens Mitchell kon een luchtoffensief de industrie, verbindingen, voedselvoorziening, brandstofvoorziening en bevolking van de vijand voldoende aanvallen voor “the destruction of a hostile nation’s power to make war”. Ook zijn ideeen werden niet vriendelijk onthaald door de Amerikaanse Generale Staf en ook hij werd door een krijgsraad veroordeeld. Deel van zijn pleidooi was de formatie van een onafhankelijke luchtmacht, die een gelijkwaardige positie kreeg naast de landmacht en marine. Wel zou al het optreden van de krijgsmachtonderdelen joint uitgevoerd moeten worden onder een generale staf om een zo effectief mogelijk leger te creëren. Mitchell was er zozeer van overtuigd dat Airpower de oplossing was voor toekomstige oorlogen, dat de marine afgeschaft zou kunnen worden (op de onderzeeërs na). Dit demonstreerde hij in 1921 door marineschepen te laten zinken door torpedobommenwerpers.

Hugh Trenchard Hugh Trenchard had meer geluk dan zijn voorgangers. Door zijn overredingskracht werd in 1918 de Royal AirForce als onafhankelijk krijgsmachtonderdeel opgezet. Sceptici pareerde hij met een succesvolle inzet in Britse mandaatgebieden, die via Airpower gepacificeerd werden. De strategie van Trenchard omvatte drie fasen. Ten eerste moest het luchtoverwicht gewonnen worden. Dit betekende het aanvallen van vijandelijke vliegvelden. Luchtoverwicht was essentieel om het eigen luchtoffensief succesvol te laten verlopen, als ook de eigen grondtroepen van vijandelijke luchtaanvallen te beschermen. Dit vereist coördinatie met de landmacht. Trenchard was dan ook - net als Mitchell - groot voorstander van joint optreden.

45 | SecJure Mei 2011

Artikel

Strategische bombardementen op Nazi-Duitsland


De tweede fase bestond uit air interdiction, het aanvallen van tactische gronddoelen. Dit werd gevolgd door de derde en laatste fase, het strategische luchtoffensief. Overigens had Trenchard op meerdere fronten geluk. Hij raakte gewond tijdens gevechten in Afrika en raakte deels verlamd. Voor revalidatie ging hij naar Zwitserland, waar hij uit verveling ging bobsleeën. Na zware crash in de bobslee bleek zijn verlamming plots verdwenen.

Lessons learned De Duitsers zijn de eerste die in 1940 de Airpower-theoriën uitproberen in een grote operatie, de Battle of Britain. De operatie bestaat uit vier fasen, waarin Trenchard gevolgd werd. De vliegvelden aan de kust en radarstations waren eerst aan de beurt, pas later de vliegvelden verder landinwaarts en als laatste de bombardementen op de steden. De Luftwaffe kon de RAF echter niet voldoende breken om ook maar op enig moment dominantie in het luchtruim te hebben. De precisie van de bombardementen was hiervoor veel te beperkt. Daarnaast was de reikwijdte van de Duitse escortetoestellen te beperkt om effectieve luchtgevechten uit te voeren en de bommenwerpers te beschermen. Die bommenwerpers werden dan ook een makkelijke prooi voor de RAF en het luchtafweergeschut. Duitse bombardementen braken de wil van het Engelse volk geenszins. De vastberadenheid nam juist alleen maar toe.

Bomber Command Bomber Command was in 1940 al direct in het offensief, maar had enkele problemen die de effectiviteit hiervan temperde. Ten eerste had men zich zelf de regel opgelegd dat er alleen militaire doelen mochten worden gebombardeerd, zeker geen civiele. Dit in hoop dat de Duitsers even ‘netjes’ zouden zijn. Deze regel werd verlaten na het Duitse bombardement op Rotterdam. Tevens was Bomber Command en zijn vloot bommenwerpers veel te klein om Duitsland effectief schade toe te brengen. De grootSecJure Mei 2011 | 46

ste beperking was echter een technische. Bomber Command ondervond, net als de Duitsers, dat dagvluchten veel te gevaarlijk waren en escortes waren een nog groter probleem voor de Engelsen. Navigeren in de duisternis vereist echter goede richtmiddelen, die simpelweg niet beschikbaar waren. Het Engelse ‘Butt Report’ uit 1941 stelde het volgende: van de vliegtuigen die daadwerkelijk overgingen tot bombarderen, kwam slechts 1/3e binnen 8 kilometer van het doel, over heel Duitsland was dit slechts 1/4e en over de Ruhr zelfs maar 1/10e. In 1942, na het Butt Report, veranderde Bomber Command van strategie. Beperkte bombardementen op militaire doelen werden vervangen door area boming op steden. Dit waren kwetsbare doelen, en door middel van area bombing raakte je altijd wel wat. Het officiële begin van de strategische bombardementen kwam met het Area Bombing Directive. Dit directive van de Britse overheid stelde duidelijk: “...that the primary objective of your operations should be focused on the morale of the enemy civil population and in particular the industrial workers”. Later kwam hier nog het Dehousing paper overheen, dat stelde dat het Duitse moreel het effectiefst aangevallen kon worden door zoveel mogelijk mensen dakloos te maken. “People seem to mind it more than having their friends or even relatives killed. […] There seems little doubt that this would break the spirit of the people.” Volgens Harris was de kwetsbaarheid van de steden niet de reden om van tactiek te veranderen, maar was het bombarderen van Duitse steden de beste bijdrage die BC kon leveren aan de oorlog om het Duitse moreel te breken. Een ‘Douhetiaans’ optreden dus, dat men inzette terwijl men uit eigen ervaring wist dat bombardementen op civiele doelen het moreel allerminst brak of verzwakte.

Area bombing De term area bombing, ook wel carpet bombing, verdient nadere uitleg. Hier is een link naar Trenchard en het interbellum. De Japanners gebruikten de tactiek tijdens de tweede Sino-Japanese Oorlog, en het bombardement van Guernica in de Spaanse burgeroorlog (door de Luftwaffe) was ook een schoolvoorbeeld. Ook in de Tweede Wereldoorlog zelf waren het weer de Duitsers die de tactiek als eerste inzetten, tijdens de aanval op Polen. Het idee van de area boming is dat je een klein oppervlak neemt, in de Ruhr vaak een vierkante kilometer, en hier golf na golf van bommenwerpers op afstuurt. Rondom het doel valt zo overal wat, en hopelijk wordt het vitale deel daardoor ook geraakt. De term Thousand Bomber Raid slaat op deze hoge aantallen bommenwerpers. Er was dus wel degelijk ervaring mee, maar de grote aantallen vliegtuigen die de Britten en Amerikanen later in de oorlog produceerde en konden laten vliegen maakte de area bombing tot de massale vernietiging zoals we die


nu kennen. Het doel was nogmaals het demoraliseren van de vijand en zoveel mogelijk mensen dakloos maken. Er werd veel gebruik gemaakt van brandbommen, vooral bij de bombardementen op de steden. Deze aanvallen werden zo gepland dat er ware vuurstormen ontstonden. Door hoge temperaturen ontstonden er luchtstromen die het vuur razendsnel over een groter oppervlak verspreidde. Ook werden er timers gebruikt, zodat de bommen na het ‘landen’ pas later afgingen. Dit ook weer om de bevolking schrik aan te jagen, je wist immers nooit of het weer veilig was, en het werk van hulpdiensten te vermoeilijken.

Operatie Millenium Operatie Millenium was een luchtaanval op Keulen in de nacht van 30 op 31 mei 1942. Dit was de eerste Thousand Bomber Raid, en fungeerde als model voor latere luchtaanvallen op Duitsland. Het aantal bommenwerpers, 1047, was belangrijk voor de Britse propaganda. Om over de 1000 te komen moest Harris hierdoor ook trainingstoestellen met piloten in opleiding en instructeurs inzetten. Aanvankelijk was Hamburg gekozen als doelwit, maar vanwege slechte weersomstandigheden in noord Duitsland werd er uitgeweken naar Keulen. Om 1047 bommenwerpers in een nacht naar een stad te vliegen is enig rekenwerk nodig. Door gebruik te maken van het GEE navigatiesysteem konden de bommenwerpers op een redelijk betrouwbare koers worden gezet. Elke bommenwerper kreeg een hoogte en tijdslot naar en van Keulen toebedeeld. Dit alles om het risico van botsingen in de lucht te voorkomen. Het werkte goed: er stortte maar 2 vliegtuigen neer. Deze tactiek werd de bomber stream genoemd. De bomber stream was tevens cruciaal in het doorbreken van de Kammhuber Linie. Dit was een verdedigingsstrook die reikte van Denemarken tot aan midden Frankrijk. Het systeem was opgezet in zones welke weer waren uitgerust met radar, luchtafweergeschut en nachtjagers. Het systeem was ontworpen voor lage aantallen vijandelijke bommenwerpers. Doordat Bomber Command met het GEE navigatiesysteem toestellen preciezer kon sturen, kon de Kammhuber Linie makkelijk doorkruist worden.

Operatie Gomorrah Operatie Gomorrah was een serie luchtaanvallen uitgevoerd op Hamburg die begonnen op 24 juli 1943. Totaal werd er 8 dagen en 7 nachten gebombardeerd door de Amerikanen (overdag) en de Britten (’s nachts). Destijds was het de zwaarste luchtaanval ooit uitgevoerd en werd daarom later het ‘Hiroshima van Duitsland’ genoemd. De aanval was voornamelijk gericht op woningen, maar ook de industriële productie en militaire complexen werd geraakt.

De nachtaanval van 27 juli was de zwaarste in de operatie. Totaal waren er 739 bommenwerpers betrokken bij deze aanval. Vanwege gunstige weersomstandigheden richtte de vuurstorm die nacht een gigantische schade aan. De vuurzee bereikte een temperatuur van zo’n 800C, wat resulteerde in luchtstromingen tot 240 km/h. De temperaturen waren zo hoog dat zelfs het asfalt vlam vatte. Door deze omstandigheden werden mensen uit de schuilkelders gedwongen, maar op straat waren ze even weerloos. Totaal stierven er die nacht zo’n 40.000 mensen en brandde er 21 km2 totaal af. Uiteindelijk zijn er tijdens operatie Gomorrah zo’n 50.000 mensen gestorven en een half miljoen mensen zijn dakloos geraakt, 250.000 huizen zijn verwoest. Hamburg zou echter nog 69 keer met luchtaanvallen bestookt worden voor het eind van de oorlog. Er wordt gezegd dat Hitler na Gomorrah dacht dat als er meer van dit soort aanvallen zouden plaatsvinden, Duitsland zich gedwongen zou zien zich over te geven.

Conclusie Bomber Command startte de strategische bombardementen om het moreel van de Duitsers, en vooral de industriearbeiders, te breken. Dit was een directe link met Douhet en Mitchell, die claimden dat door middel van bombardementen op civiele doelen de bevolking niet langer kon en wilde vechten. De massieve area bombings waren een uitwerking van Trenchards gedachtegoed. Deze tactieken en strategieën kwamen tot uitvoer in 1942. De Britten, later samen met de Amerikanen, lanceerden grote en heftige aanvallen op Duitse steden. De vuurstorm in Hamburg is daar het gruwelijkste voorbeeld van. Toch is men er niet in geslaagd de Duitse moreel te breken. Daarin ligt ook de conclusie. Hoe goed de drie heren voorzien hadden dat toekomstige oorlogen een massaal karakter zouden krijgen, waarin alle krijgsmachtonderdelen joint zouden moeten optreden, hun theorieën over burgerdoelen heeft zich niet bewezen. Het is daarom tot op heden nog een controversieel onderwerp.

Literatuur Harris, A. (1947). Bomber Offensive. Worcester: Billing & Sons Ltd. Irons, R. (2009). Relentless Offensive. Barnsley: Pen & Sword Books. Neillands, R. (2001). The Bomber War: The Allied Air Offensive Against Nazi Germany. London: John Murray. Teitler, G., Bosch, J., & Klinkert, W. (2002). Militaire strategie. Amsterdam: Mets & Schilt. (Endnotes) 1 Sander van Deijck is student bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg en volgde daarnaast colleges aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda.

47 | SecJure Mei 2011



Polygamie Polygamie. Behalve onderwerp van een vrij optimistisch bedoelde en benaamde NET 5 serie, deze editie ook het onderwerp van de Pro/Contra. Een Pro/Contra geschreven door twee heren die beide in een zeer gelukkige en stabiele relatie verzeild wisten te raken, maar blijkbaar ook de ambitie hebben dit gelukkig toeval zo snel mogelijk weer teniet te doen. Desalniettemin zijn deze kemphanen er in geslaagd hun uit de hand gelopen fascinatie voor de groepsknuffel om te zetten in een zinneprikkelende discussie. Waar de heer Coenmans volhoudt dat overdaad schaadt, lijkt onze gast-auteur de heer Peters zich meer te vinden in het adagium ‘hoe meer zielen hoe meer vreugd.’ Volgt u hen in deze ontdekkingsreis naar de equipe affectie.

49 | SecJure Mei 2011


Artikel

De polygame samenlevingsvorm als de oplossing voor alle problemen Michiel Peters De polygame samenlevingsvorm als oplossing voor veel maatschappelijke problemen, als middel om de koopkracht te doen stijgen en als hoeksteen van de moderne samenleving? Er zullen weinig mensen zijn die polygamie in eerste instantie zien als de oplossing op veel van de problemen waar we in onze samenleving tegenaan lopen. Na een korte uitleg van de manier waarop die samenlevingsvorm er volgens mij uit kan zien, zal ik dan ook uitleggen welke voordelen we kunnen onderscheiden en waarom die voordelen zo zwaar wegen dat polygamie niet alleen legaal moet worden; het moet zelfs door de overheid worden aangemoedigd. Op Wikipedia1 – die magische plaats op het wereldwijde web waar altijd alles klopt – wordt polygamie omschreven als een verbintenis van één mens met meerdere mensen tegelijk. Voor het gemak ga ik er in mijn stellingname even vanuit dat er sprake is van één man met meerdere vrouwen, tenslotte is het onwaarschijnlijk dat één vrouw het zou uithouden met meerdere mannen.2 Het belangrijkste voordeel van de polygame samenlevingsvorm is de verdeling van taken die het mogelijk maakt voor mensen meer zelf op te lossen en minder te hoeven wachten op een zich immer traag voortbewegende overheid die er niet slaagt mensen geluk te brengen.3 De verdeling van taken begint al bij eenvoudige zorgtaken en opvoeding van kinderen. Sommige vrouwen hebben daar minder affiniteit mee dan in de jaren ’50 het geval was. Algemeen wordt aangenomen dat een verdeling van die taken het mogelijk maakt voor de vrouw haar levensgeluk te optimaliseren. De ene vrouw zal in deze samenlevingsvorm met alle plezier voor de kinderen zorgen, de andere vrouw kan een carrière nastreven in de wetenschap dat haar kinderen in goede handen zijn. Een betere verdeling van taken maakt ook dat kinderen worden opgevoed door de vrouw die daar het meest affiniteit mee heeft, dat zorgt voor een prettiger omgeving waarin tere zieltjes beter worden beschermd tegen boosaardige invloeden van buiten.4 Doordat er een stabielere gezinsvorm kan ontstaan is ook te verwachten dat de maatschappelijke problemen afkomstig van echtscheidingen, alleenstaande moeders, kinderen die te weinig toezicht genieten en vele andere problemen langzaam uit de saSecJure Mei 2011 | 50

menleving zullen verdwijnen. Dat daardoor minder belastingen hoeven worden betaald, waardoor alle eventuele tegenargumenten over kosten van gezinsonderhoud irrelevant worden behoeft daarbij geen verdere uitleg. Een tweede argument voor de polygame samenlevingsvorm is de verwachte toename van het vrij besteedbaar inkomen bij gezinnen die kiezen voor deze samenlevingsvorm. Wanneer een man en meerdere vrouwen er voor kiezen samen te leven in een groter verband zullen ze waarschijnlijk bij het inkopen van levensmiddelen gebruik maken van grotere verpakkingen dan mensen die alleen leven. Die grotere verpakkingen leveren een schaalvoordeel deel op.De prijs van een bulkverpakking ligt uiteindelijk lager dan die dan van kleine verpakkingen. Doordat er minder hoeft te worden besteedt aan levensmiddelen en andere huishoudelijke zaken stijgt het vrij besteedbare deel van het inkomen, dit vrij besteedbare deel kan op een andere manier worden uitgegeven, aan schoenen, dvd’s, spelcomputers, vakanties enz. Met deze uitgaven wordt de economie gestimuleerd.Er ontstaat niet alleen voor de gezinnen een welvaartsstijging, maar ook voor de samenleving als geheel.5 Een derde argument voor de polygame samenlevingsvorm gaat over de voordelen voor de man, voordelen die tot op heden in dit betoog onderbelicht zijn gebleven.6 Om te beginnen is het voor mannen soms moeilijk te doen alsof ze alles wat vrouwen vertellen kunnen volgen en interessant vinden. In dat licht is het voor de man prettig als een vrouw met andere vrouwen kan praten over alle belangrijke dingen die ze meemaakt. Dit voorkomt dat de vrouw haar verhaal niet kwijt kan, dat de man onnodig als onbegripvol wordt gepercipieerd en dat de kinderen op termijn twee slaapkamers en twee verjaardagen hebben. Dat de man zijn fysieke energie aan meerdere vrouwen moet besteden wordt ruimschoots gecompenseerd door het verdwijnen van de noodzaak te luisteren naar alles wat wordt gezegd. Omdat mannen van nature niet de beste en meest attente luisteraars zijn, is er voor hun geen nadeel. Datzelfde geldt voor vrouwen die zich niet langer consequent onbegrepen hoeven voelen terwijl ze in een duurzame relatie zitten.


Tot slot wil ik betogen dat hier voor de overheid7 een belangrijke taak ligt, de klassieke nucleaire familie8 heeft het einde van haar bestaansperiode bereikt en de samenleving is toe aan een nieuwe standaard voor samenleven. Die nieuwe standaard moet niet alleen opgewassen zijn tegen de eisen die een sterk veranderende samenleving stelt. Ze moet ook rekening houden met de tekortkomingen van de mensen in die samenleving. Mannen zijn nu eenmaal niet perfect, over vrouwen durf ik hier al niet eens meer iets te zeggen.9 Als we al die factoren in ogenschouw nemen is er voor onze overheid maar één optie: het propageren van polygamie als de oplossing voor alle maatschappelijke problemen. Mensen belonen wanneer ze besluiten om samen te leven in deze nieuwe gezinssituatie. Dat we in onze samenleving op dit moment nog een redelijk gelijke verdeling tussen de aantallen mannen en vrouwen zien hoeft geen probleem te zijn; de staat van de techniek is ongetwijfeld vergenoeg gevorderd om die statistieken stapsgewijs aan te passen.

Polygamie: waarom zou je het überhaupt willen? Robbert Coenmans Vrouwen. Hartstikke leuk hoor. Op het moment heb ik zelfs een vriendin.10 Ik ben ontzettend blij met haar. Maar het is zo nu en dan wel werken geblazen. ‘Je haar zit mooi lieverd.’ ‘Je bent niet dik schatje.’ ‘Je nieuwe trui is echt ontzettend mooi.’ ‘Wat voor enge droom had je dan?’ ‘Nee, ik vind het heel belangrijk dat je je ex nog spreekt.’ ‘Zei Melissa dat echt? De hoer!’ Een ieder die een vriendin heeft, ontkent natuurlijk dat hij ooit dit soort dingen moet zeggen. Want zij is ‘bijzonder, en zoveel fijner dan al die andere meisjes.’ Misschien heb je jezelf zelfs weten te overtuigen van dit feit, misschien is je vriendin echt bijzonder, maar waarschijnlijk ouwehoer je blind in de rondte zodat je niet op de bank hoeft te slapen die nacht. Dan zijn daar nog haar vriendinnen. ‘Wat een leuke vriendinnengroep heb je schatje.’ Oké, denk je bij jezelf, ze zijn gespeend van elk gevoel voor humor. Het merendeel drinkt geen alcohol, maar eentje moet desondanks altijd overgeven. En als je een keer met ze gaat stappen is er een kans van 80% dat er één halverwege de avond moet huilen en de hele cluster zich opsluit in het toilet. Waarop jij dan maar besluit – uiteraard, zou ik haast zeggen – om met andere vrouwen te gaan praten. Waarna je vriendin dit – wederom uiteraard – ziet. Dus gaat ze

je afzeiken terwijl vier tot acht vriendinnen van haar je afkeurend aankijken. Dolletjes! Oh, en waarschijnlijk breekt er ook nog een onderlinge ruzie uit halverwege de avond. Volgende stap: stel je voor dat je bij haar en haar vriendinnen in huis woont. Dat je ieder en elk moment op je hoede moet zijn. Dat bovenstaande situaties tot in het oneindige zijn doorgetrokken. Geen middagen op de bank hangen met sokken die je ergens vorige week hebt aantrokken. Geen enkele controle over wat je op tv kijkt. Nooit meer ontbijten met frikadellen.11 Niet in staat zijn rustig een boek te lezen, want er is er altijd wel een die een compliment wil over haar dikke reet. Dit, dames, maar waarschijnlijk wel meer heren, is wat mij betreft een van de meest verschrikkelijke situaties die ik mij kan voorstellen. Als er zo nu en dan ook nog een onaangekondigde mondelinge overhoring Frans tussendoor zou komen is het overigens de meest verschrikkelijke situatie die ik mij kan voorstellen. Geintje natuurlijk, want het kan nog erger. Misschien heb je wel eens, in een onnadenkend moment, een iets te enthousiast compliment gegeven over een van haar 51 | SecJure Mei 2011


vriendinnen. Dan ben je dus de zak. Op ogenschijnlijk onschuldige vragen, zoals of er nog toiletpapier is, kan je op bitse toon het antwoord verwachten: ‘Waarom vraag je het niet aan Jolande, die had toch van dat mooie haar.’ Stapje verder: je hebt een relatie met ze allemaal. Waardoor je in de Catch-22 situatie zit dat ze allemaal complimentjes willen, maar als je er één geeft dit door de rest als oorlogsverklaring wordt gezien. Dit alles, minus - als je geluk hebt- de overhoringen Frans, is wat mij betreft een accurate beschrijving van polygamie. En dan vergeet ik gemakshalve ook nog even afstemming van menstruatiecycli; een gegeven waar de negende cirkel van de Hel niet eens tegenop kan. En dit is dus iets wat mensen schijnbaar willen. Wat is er in godesnaam mis met ze? Wacht, ik vergeet natuurlijk nog even de kinderen. Een beetje polygamist heeft er een stuk of 27. Vanwege mij ook niet geheel duidelijke redenen moet ik wel eens op mijn neefjes passen. Wederom, hartstikke leuk, ongeveer een kwartier lang. Daarna wil je ze het liefst hardhandig achter het behang plakken. Ze willen verhaaltjes, vertellen dezelfde grappen twaalf keer die de eerste keer al niet leuk waren, vallen de hele tijd om waarna ze gaan huilen en pissen met een beetje pech het hele bed onder. Een soort van extra vriendin dus. Vermenigvuldig dit met veertien en je hebt een polygaam huwelijk met kinderen. Gevangen zitten onder een rotsblok en je eigen arm af moeten knagen om te overleven lijkt me minder erg, al was het maar omdat dat na een dag of vijf wel voorbij is. Het is ook verboden. Iets dat de wetgever vast niet heeft gedaan om te voorkomen dat mannen uit blinde frustratie zichzelf van een brug werpen. Het komt voort uit het christendom. Maar om kerkelijke geboden als iets anders te zien dan een vroege vorm van recht is oogkleppen op hebben. Recht, zeker recht dat al zeer lang bestaat, is meestal ontstaan om een maatschappelijk onwenselijke situatie weg te nemen. Er vanuit gaande dat in de meeste landen de demografische samenstelling van de bevolking ongeveer zo is dat ruwweg de verhouding tussen de geslachten 50/50 is, kan het volgende gesteld worden. Economisch is het zinniger om, uitgaande van een gezinssituatie waarbij de man met name verantwoordelijk is voor de inkomsten,12 de situatie zo te rangschikken dat de verdienende partner financiële verantwoordelijkheid heeft voor slechts een andere partner. Anders gaat maatschappelijk kapitaal verloren daar sommige mensen met een inkomen geen partner hebben, terwijl anderen met hetzelfde inkomen er mogelijk vier hebben. Evenredige distributie van partners neemt dit weg.

SecJure Mei 2011 | 52

In deze tijd is dat mogelijk anders, met veel gezinnen waarbij beide partners werken. Opgemerkt dient te worden dat dit vaak noodzakelijk is, omdat ook de kosten van het opvoeden van een kind veel hoger zijn dan dit vroeger was. De terugverdiengrens van kinderen is nu simpelweg lager, gelet op de leerplicht die tot het zestiende levensjaar geldt. Vroeger kon een kind namelijk op zesjarige leeftijd al meehelpen op de boerderij en de kosten voor eten die het gezin maakte ‘terugverdienen’. Bovendien is daar de situatie dat kinderen nu ook minder snel een deel van hun inkomen op vroege leeftijd ter beschikking stellen aan het gezin. Iets dat in vroegere tijden de financiering van grote gezinnen vergemakkelijkte. Het opvoeden van een kind kost, tot zijn 18de levensjaar en afhankelijk van de gezinssituatie, tussen de 110.000 en 220.000 euro.13 Voor de duidelijkheid, eventueel studeren is hier dus niet in meegenomen. Wat simpel rekenwerk leert dat bij tien kinderen, wat in een polygame situatie nog betrekkelijk weinig is, al 90.000 euro op jaarbasis nodig is om in de kinderen te voorzien. Tel daar nog je partners en lopende lasten bij op, en het absolute minimuminkomen zal ergens rond de 150.000 euro op jaarbasis hangen. Hiertegenover staat een modaal inkomen in Nederland van 32.500 euro bruto. De gedachte dat het hebben van veel kinderen motiveert tot meer inspanningen om een hoger inkomen te hebben klopt mijns inziens. Dat deze inspanningen ook tot enig resultaat zullen leiden geloof ik echter niet. Het is niet voor een ieder weggelegd een dergelijk inkomen te realiseren. Dat betekent dus dat dergelijke gezinssituaties zullen leidden tot veel verborgen armoede. Met kinderen en ouders die simpelweg niet de zorg en ondersteuning krijgen die ze verdienen. Wat op termijn tot maatschappelijk onderpresteren leidt, onwenselijk is en als zodanig Nederland als geheel schade berokkent. Klaar. (Endnotes) 1 http://nl.wikipedia.org/wiki/Polygamie. 2 De oplossing voor het overschot aan mannen dat ontstaat is stof voor een ander betoog. 3 Ik onderschrijf daarmee niet dat de overheid een geluksmachine zou moeten of kunnen zijn. 4 Met een daling van de criminaliteit als mogelijk gevolg. 5 Dit macro economisch voordeel wordt nog niet door iedereen onderschreven. 6 Voordelen die mijn vriendin als nadelen lijkt te zien. 7 Nadat ze 130 km/u op alle snelwegen heeft geregeld. 8 Papa en mama met 2,3 kinderen en een golden retriever. 9 Dat mag ik niet van mijn moeder. 10 Jaja, ik ben ook verbaasd. 11 70% kans dat er een vegetarier tussen zit. 12 Wat in het verleden de norm was. 13 Volgens cijfers van de U.S. Department of Agriculture; de getallen zijn door mijzelf gecorrigeerd naar inflatie.


Robbert Coenmans

De beste horrorfilm ooit gemaakt is The Exorcist. Het ijzingwekkende verhaal van een jong meisje dat bezeten is door een demon. Het slepende gevoel van terreur dat de film doordrenkt is vele malen beangstigender dan de aanwezige schrikmomenten. Een film met een dusdanige culturele impact dat een eigen mythos er omheen is ontstaan. Denk aan actrice Linda Blair. Ze was zo beangstigend in de film dat zij geen boodschappen meer kon doen zonder dat mensen de winkel uitrenden. Het is een meesterwerk; een film die zich nestelt in een duister hoekje van je brein. Een film waar je op terug blijft komen in gedachten. En dan, vervolgens,

Nog iemand die fan is van The Exorcist is priester Gabrielle Amorth, de voormalige voorzitter van de International Association of Exorcists.1 In een interview met The Sunday Times stelde hij dat de special effects in The Exorcist enigszins overdreven waren, maar dat het belangrijk was dat veel mensen de film zouden zien. “People need to know what we do,” verklaarde hij nader.2 Voor een ieder die The Exorcist heeft gezien is dit een ongelofelijke uitspraak. Nadere beschouwing van de uitingen van Amorth vragen echter wel om nuance. Hij beweert zo´n 70.000 exorcismen te hebben gedaan

vind je jezelf typend achter je computer, een artikel schrijvend over exorcisme naar kerkelijk recht.

Moviestill uit ‘The Exorcist’ 53 | SecJure Mei 2011

Artikel

Duiveluitdrijving naar kerkelijk recht


in zijn carrière. Tevens stelt hij dat van de duizend meldingen, ongeveer honderd daarvan geen vals alarm zijn. Enig rekenwerk levert dan op dat hij ongeveer honderd ´bezetenen´ per dag bezoekt. Daar komt nog bij dat hij aangeeft dat het herkennen van een echt geval van bezetenheid heel moeilijk is. Alleen al numeriek lijkt zijn verhaal daardoor bijzonder ongeloofwaardig, of op z´n minst sterk aangedikt. Dit valt waarschijnlijk te verklaren vanuit andere uitlatingen die Amorth doet in het interview. Te weten dat onwetendheid het grootste probleem in zijn strijd is. Wie weet is de overweging dat angst voor het onderwerp hem zou helpen in zijn missie zodanig, dat dit overdrijving aan zijn kant rechtvaardigt. Wat zijn opmerking over The Exorcist dus ook enigszins op losse schroeven doet staan. Zoals te verwachten is de basis van het nader te bespreken kerkelijk recht de bijbel zelf. In het Nieuwe Testament zijn meerdere gevallen te vinden van Jezus die demonen uitdrijft.3 Meer relevant echter, is dat Hij zijn apostelen de macht geeft om in Zijn naam duivels uit te drijven.4 Ook stelt Jezus in Marcus 16,17 dat gelovigen onder andere te herkennen zijn aan het uitdrijven van demonen in Zijn naam. Dit is, in zoverre, waar de kerk haar missie tot het uitvoeren van exorcismen vandaan haalt. De bevoegdheid tot het uitvoeren van excorcismen is nader geregeld in de Codex Iuris Canonici (het kerkelijk recht). In Can. 1172 is de volgende tekst te lezen: § 1 Niemand kan op wettige wijze exorcismen over bezetenen uitspreken, tenzij hij van de plaatselijke Ordinaris hiertoe bijzonder en uitdrukkelijk verlof gekregen heeft. § 2 Dit verlof dient door de plaatselijk Ordinaris alleen gegeven te worden aan een priester die vroomheid, kennis en wijsheid bezit en van integere levenswandel is. Hieruit volgt dat een exorcisme enkel gedaan kan worden met verlof van een bisschop door een gerespecteerd priester. Opgemerkt dient te worden dat dit niet een historisch artikel is dat enkel gehandhaafd wordt om de band tussen canoniek recht en de bijbel in stand te houden. Dit artikel stamt uit 1983, en het ritueel dat hiermee samenhangt is laatstelijk in 1999 gewijzigd.5 Overigens dient wel opgemerkt te worden dat de wijdingsgraad Exorcist niet meer bestaat sinds het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). Het is dus niet meer het geval dat aparte exorcisten bestaan; er zijn slechts priesters met een bijzonder verlof. In het herziene ritueel is een grotere rol gekomen voor een eventuele psychische problematiek. Bezetenheid dient niet door elkaar gehaald te worden met een psychische stoornis, en dient deugdelijk te worden vastgesteld. Voor het overige zijn de gebeden enigszins aangepast.

SecJure Mei 2011 | 54

Iets dat overigens op commentaar stuitte van de al eerder aangehaalde Amorth, die van mening was dat deze gebeden niets uithaalden tegen de duivel. De inhoud van de bepalingen lijkt derhalve gemoderniseerd te zijn. Vreemd genoeg lijkt het aantal beroepen dat gedaan wordt op exorcisten daarentegen te stijgen. Zo was er recent in Baltimore nog een congres over hoe het best de duivel uit te drijven.6 Eveneens ging enige tijd geleden het gerucht dat de paus grote getallen exorcisten het land in stuurde.7 Dit kan verklaard worden - als we eventuele bovennatuurlijke inmenging negeren - door een meer conservatieve koers die de kerk vaart aangaande dit onderwerp. Het geloof in de duivel en duivelbezitting is niet bepaald een populair onderwerp binnen modern christelijk geloof, maar maakt daar wel integraal deel van uit. Het zou kunnen dat derhalve meer aandacht wordt gegeven aan het onderwerp. Een cynischer verklaring is dat de kerk zichzelf in de beeldvorming een bovennatuurlijker tintje wenst mee te geven. Door een dergelijk verhaal naar buiten te brengen maakt zij zichzelf niet alleen onmisbaar, maar stelt zij zichzelf ook in zekere zin boven aardse materiële maatstaven. Iets dat zij wel kan gebruiken gelet op de schandalen die de kerk recentelijk lijken te plagen. Naar mening van deze auteur is echter het meest waarschijnlijk dat de Katholieke kerk, evenals veel gelovigen, worstelt met een wereld die verandert. De maatschappij seculariseert, waarmee ook de macht en daarmee het respect dat men heeft voor de kerk afneemt. Wat er weer toe leidt dat ze zulke harde klappen kan krijgen in de media als er eens een schandaal is. Mijn gevoel is dat de kerk, of althans delen daarvan, hierdoor wanhopen. Wanhoopt in een wereld die ze mogelijk niet helemaal meer begrijpt of haar vinger achter kan krijgen zoals vroeger het geval was. Misschien is het dan ook niet meer dan vreemd dat een aantal binnen de kerk hun oudste vijand daarvan de schuld geeft. Dat misschien meer dan vroeger de angst voor de Duivel om zich heen grijpt, en dat men dan ook vaker meent deze te zien. (Endnotes) 1 http://en.wikipedia.org/wiki/International_Association_of_ Exorcists 2 Gyles Brandreth, An interview with father Gabrielle Amroth, Sunday Telegraph, 29 oktober 2000. 3 Zie onder andere: Marcus 1,21-28; Matteüs 12,22-32; Lucas 9,37 – 49. 4 Marcus 3,15; 6,7-13. 5 Zie: ‘De Exorcismis et Supplicationibus Quibusdam’, Libreria Editrice Vaticana, 2003. 6 L. Goldstein, ´For Catholics, interest in Exorcism is revived´, New York Times, 12-11-2010. 7 N. Pisa, ‘Pope’s exorcist squads will wage war on Satan’, Daily Mail, 29-12-2007.


Deel IV: Lent Term Wouter van den Wildenberg

Terwijl u zich in Tilburg nog eens heerlijk nestelt in de collegebanken voor wat gezellige voorzomerse lesuren, is het hier in Londen bittere ernst. Bij dit schrijven is de laatste week van Lent Term al aangebroken, zodat de examens in zicht zijn. In de verte dan, want we krijgen nog wel even vijf weken Paasvakantie. Dat is passend, want het einde van Lent betekent ook de viering van het einde van het paapse seizoen van vasten, gebed en boetedoening. Kortweg: SPRING BREAK!!! Links en rechts worden vluchten naar beachparties en après-ski geboekt, liefst nog voor deze week om lekker goedkoop met een prijsvechter en een paar kilo handbagage in de zon te zitten. Uw columnist is helaas in verzuim met werk aan zijn scriptie en gaat zich dus de komende weken wat meer druk gaan maken om een writer’s block dan sunblock. Gelukkig maakt een akelig warm lentezonnetje het binnen aangenaam ondragelijk en trakteert het Londense weer mij ’s avonds steevast op een verfrissende stortvloed als ik boodschappen ga doen. Ondernemende Boots-vestigingen hebben de hint begrepen en verkopen Kleenex nu tegen dumpprijzen (zeg dat ik je heb gestuurd). De ondernemersgeest spookt hier sowieso vaak rond. Engelse universiteiten trekken oliedollars aan als de gemorste dropshot die je maar niet uit je vloerbedekking

krijgt mieren lokt. Zo mag Saif al-Islam Gaddafi zich vooralsnog zowaar LSE alumnus noemen, hoewel een onderzoek wegens plagiaat tegen hem loopt. Het bewijs daarin is vrij sterk, want van democratie – zijn promotieonderwerp – lijkt hij niet veel kaas te hebben gegeten. Wel weer apart is dat een donatie van Westerse bedrijven via zijn stichting als zo controversieel werd ervaren, dat Howard Davies, de Director van de School, erom aftrad. De door protesthappy studenten verfoeide Davies – beschuldigd van daden waar Gaddafi bijna van zou gaan blozen – werd vervolgens bovendien voorgedragen als erelid van de Students’ Union! Zo kwam even een staaltje rasechte VOC-mentaliteit uit onverwachte hoek, in de hoop de gewonnen sympathie te verzilveren bij de volgende studentenverkiezingen. Zoveel ondernemerschap inspireert de mens. Ik denk er dan ook over om mijn leven te gaan runnen als een bedrijf. Eigen tijd bepalen. Deze column knal ik bijvoorbeeld pas een week na de deadline naar Tilburg (sorry Therris). Kosten besparen. Ik betaal voortaan niet meer voor ruimbagage als ik met Ryanair terugvlieg naar Eindhoven, maar huur gewoon een extra stoel. Deze column verschijnt nog wel – stukje corporate social responsibility.

55 | SecJure Mei 2011

Column

The London Life


Advertorial

Michiel Bindels, Advocaat bij Linklaters Linklaters is een advocatenkantoor dat wereldwijd toonaangevende bedrijven, financiële instellingen en overheden adviseert bij belangrijke, complexe, grensoverschrijdende transacties en projecten. Linklaters heeft 26 kantoren in internationale zaken- en financiële centra. In Amsterdam zijn we gevestigd vanaf 1999 en zijn we sinds 2003 sterk gegroeid. Op dit moment werken er bij Linklaters in Amsterdam 60 advocaten, fiscalisten en notarissen, met name op het gebied van financieel- en ondernemingsrecht. Daarnaast is het kantoor in Amsterdam actief op het gebied van litigation, mededingingsrecht, employment en heeft het een notariële en fiscale praktijk.

Naam: Michiel Bindels Leeftijd: 31 Studie: Recht & Bedrijfsmanagement (toen nog ‘vrij doctoraal’, Nederlands recht) Rechtsgebied binnen kantoor: Restructuring & Insolvency, Banking

Het studentenleven

Van studentenleven naar bedrijfsleven

Waar heeft u gestudeerd en waarom hebt u voor deze universiteit gekozen?

Hoe heeft u zich op uw loopbaan georiënteerd?

Ik heb in Tilburg gestudeerd. Ik kende de stad al een beetje

gen, in-house dagen en masterclasses bezocht. Ik denk dat het

omdat mijn zus en een aantal vrienden er studeerden. De sfeer

enorm belangrijk is om je als student al tijdens je studie goed

in de stad en op de universiteit bevielen mij erg goed. Het feit

te oriënteren op de arbeidsmarkt. Als ik studenten spreek op ac-

dat de rechtenopleiding een goede naam had, zal vast ook een

tiviteiten waar ik namens Linklaters ben, raad ik studenten ook

rol gespeeld hebben, maar dat was op dat moment niet mijn

steeds aan om veel verschillende advocatenkantoren, bedrijven

belangrijkste motivatie als ik het mij goed herinner.

en misschien ook wel (overheids)instellingen te bezoeken zodat

Ik ben daar best actief in geweest. Ik heb veel bedrijvenda-

ze zich goed kunnen oriënteren.

Hoe heeft u uw studententijd ervaren? Bijzonder leuk. Ik ben meteen op kamers gaan wonen en heb

Zelf twijfelde ik tussen een baan in de advocatuur en een baan

(zeker de eerste jaren) ruimschoots van het studentenleven ge-

in een niet-juridische functie in het bedrijfsleven. Na deel te

noten. Ik werd ook al vrij snel actief binnen diverse studiever-

hebben genomen aan een masterclass voor een management

enigingen. Zo heb ik namens Vrijspraak (studentenfractie) in de

traineeship bij een bank, wist ik al snel dat iets dergelijks niets

Faculteitsraad gezeten en heb ik bij JF Factor (voorloper van

voor mij was. Ik ben toen stage gaan lopen bij een advocaten-

het huidige Magister JFT) de eerste Juridische Bedrijvendag(en)

kantoor in Rotterdam. Dat beviel zo goed (aan beide kanten) dat

Tilburg georganiseerd en heb ik een jaar als voorzitter in het be-

ik daar na mijn afstuderen ben gaan werken.

stuur van die vereniging gezeten. Na dat bestuursjaar begon de sprak. Ik ben toen overgestapt naar die opleiding (toen nog een

Waarom heeft u ervoor gekozen om bij Linklaters te gaan werken?

vastgesteld programma in de afstudeerrichting vrij doctoraal) en

Na ruim drie jaar gewerkt te hebben bij dat advocatenkantoor,

toen ben ik mij meer op mijn studie gaan toeleggen.

merkte ik dat ik aan wat nieuws toe was. Linklaters was toen pas

opleiding Recht & Bedrijfsmanagement die mij meteen erg aan-

een paar jaar (zelfstandig) actief in Nederland en nog niet heel groot hier. Internationaal was Linklaters toen echter al een van

SecJure Mei 2011 | 56


de grootste en meest gerenommeerde kantoren. Het idee om

selijke maat” uit het oog te verliezen. Niet alleen de werksfeer

bij zo’n sterke internationale organisatie te werken, die in deze

is prettig, ook buiten het werk is er van alles te doen. Zo zijn er

bedrijfstak tot de absolute top behoort, sprak mij zeer aan. Ik

ieder jaar diverse activiteiten, zoals het ski-weekend, maar wij

had wel zin in een nieuwe uitdaging. De overstap naar Linklaters

hebben bijvoorbeeld ook een voetbalteam dat deelneemt aan

heeft mij in staat gesteld om te werken aan een aantal van de

een bedrijven competitie in Amsterdam.

grootste (internationale) zaken die de afgelopen jaren gespeeld hebben. Zo zijn wij bijvoorbeeld zeer nauw betrokken geweest

Waar bestaan uw werkzaamheden zoal uit?

bij de afwikkeling van de insolventie van Lehman Brothers; dat

Van alles eigenlijk. Een groot deel van ons werk bestaat uit het

zegt waarschijnlijk wel genoeg.

opstellen, beoordelen en/of onderhandelen van documenten zoals kredietovereenkomsten en zekerheidsdocumenten. Doordat

Werken bij Linklaters

heel veel van ons werk een internationaal karakter heeft, hebben we ook veel overleg met onze collega’s in kantoren in andere

Hoe is de werksfeer binnen Linklaters?

landen en adviseren wij veel over hoe bepaalde dingen werken

Als je advocaten vraagt de sfeer binnen hun kantoor aan studen-

naar Nederlands recht en in die internationale context. Al met al

ten te beschrijven krijg je meestal van die enorme dooddoeners

is het geen dag saai op ons kantoor.

te horen. Ik ontkom daar ook niet aan, ben ik bang. De sfeer is heel ontspannen en ‘normaal’ eigenlijk. We werken soms hard

Waar bent u over 5 jaar?

en er wordt best het een en ander van je verwacht, maar dat

Tsja, ik doe eigenlijk niet echt aan lange termijn planning. Het

gebeurt wel in een bijzonder goede sfeer en zonder de “men-

kan goed zijn dat ik dan nog steeds bij Linklaters werk.

Advocaat-stagiaire

Global Summer Students Programme

Ben jij een commerciële, out of the box denkende teamplayer

Ieder jaar in augustus organiseert Linklaters voor studenten uit

met drive? Dan zijn wij op zoek naar jou. Wij hebben altijd vaca-

de hele wereld een programma van twee weken op het hoofd-

tures voor advocaat–stagiaires.

kantoor in Londen. Tijdens deze twee weken ervaar je hoe het is om te werken in een internationale ambiance met mensen uit

Als je meer wilt weten over de inhoud van ons werk en de da-

verschillende landen en jurisdicties en maak je kennis met ons

gelijkse gang van zaken, kun je onze website raadplegen waar

kantoor, onze cultuur en baanbrekende deals.

onze stagiaires en advocaten vertellen over hun ervaring bij Linklaters.

Door middel van discussies, oefeningen en rollenspellen krijg je een goed beeld van de praktijk van Linklaters. Daarnaast is er

Stage

een uitgebreid sociaal programma, waarin je elkaar en Londen

Wij zijn altijd op zoek naar student-stagiaires. Een stage (stu-

(nog) beter leert kennen.

dentenstage) is een uitgelezen kans om de ins en outs van Linklaters te leren kennen. Je maakt kennis met de dagelijkse gang

Heb jij intesse om van 1 tot 12 augustus deel te nemen aan het

van zaken op kantoor en je hebt toegang tot alle kennis die

Linklaters summer programme. Solliciteer dan nu via NLRe-

hier is opgeslagen in de vorm van databanken en bovenal tot

cruitment@Linklaters.com.

de kennis en ervaring van de advocaten die bij ons werken. En belangrijker nog is dat je aan den lijve kunt ervaren of werken in een internationale praktijk iets voor jou is.

57 | SecJure Mei 2011


Reportage

Dit was het recht Thomas Dilien

Sinds de laatste editie van de SecJure is het recht weer diverse malen in het nieuws geweest. Zoals vertrouwd volgen hieronder weer enkele juridische nieuwsberichten die de afgelopen maanden de revue zijn gepasseerd. In naam van de VN: Libië Na de Januari- en Februarirevolutie in Tunesië, respectievelijk Egypte, besloot een aanzienlijk deel van de Libische bevolking dit voorbeeld te volgen in maart en kwam in opstand tegen haar heerser, Moammar Gaddafi. Hoewel het Libische volk Gadaffi graag zou zien vertrekken, peinst laatstgenoemde daar niet over. Sterker nog, hij ziet de opstandelingen als een landverraders en dissidenten. Aanvankelijk wisten de opstandelingen enkele belangrijke steden in het oosten van Libië in te nemen, waaronder Benghazi. Het plein in die stad werd zelfs omgedoopt tot

Moammar Gadaffi Tahrirplein, verwijzend naar het beroemde plein in Cairo waar een groot deel de Egyptische Lente zich afspeelde. Gadaffi schroomde echter niet om de opstandelingen, zijn eigen volk, te bestrijden met onder meer tanks, vliegtuigen en ander wapentuig. Medio maart had Gadaffi bijna alle verloren gebieden heroverd op de opstandelingen en stond zijn leger aan de poorten van Benghazi. Nadat de Libiërs diverse malen de Verenigde Naties (VN) hadden verzocht om in te grijpen en veel slachtoffers waren gevallen bij onder meer de aanval op de bevolking van Benghazi door het leger van Gadaffi, besloot de VN-Veiligheidsraad om in te grijpen en nam een resolutie aan.1 De VN-resolutie staat het creëren van een no-fly zone SecJure Mei 2011 | 58

toe. De reikwijdte van deze resolutie is echter ruimer. De VN-lidstaten mogen alle mogelijke middelen nemen om de Libische burgers te beschermen tegen het geweld van Gadaffi. De VN-lidstaten mogen zelfs tanks van Gadaffi, die zijn opgerukt richting Benghazi, aanvallen. Over deze toestemming bestaat echter wel discussie. Rusland meent dat een dergelijke aanval niet binnen de reikwijdte van de resolutie valt. Bovendien zouden enkele VNlidstaten, inclusief vertegenwoordigers van de Arabische Liga (een samenwerkingsverband van diverse Arabische staten), op een vergadering onder leiding van de Franse president Nicholas Sarkozy nog lang de vervolgstappen volgend op de resolutie moeten doornemen. Nadat het plan van aanpak en de reikwijdte van de resolutie waren besproken, zijn vervolgens de jachtvliegtuigen en de oorlogsschepen van diverse VN-lidstaten richting Libië gegaan om de troepen van Gadaffi onder vuur te nemen, zodat de burgers van Libië zouden worden beschermd. Nu VN-lidstaten, na nauw overleg met de Arabische Liga, daad bij woord hebben gevoegd, lijkt het zo te zijn dat alle mogelijke middelen worden ingezet om de Libische burgers te beschermen tegen het geweld van Gadaffi. Overigens klinkt er ook kritiek. Zo zou Vladimir Poetin, oud-president van Rusland, de VN-resolutie een “Middeleeuwse oproep tot een kruistocht” hebben genoemd. Volgens Poetin zou het gaan om een interne aangelegenheid van een land. Hoewel Libië niet aan alle criteria voor een democratie voldoet, is een militair ingrijpen niet te rechtvaardigen. De Russische regering heeft deze uitspraak van Poetin veroordeeld. Bovendien zal Nederland meedoen aan een NAVO-missie om de VN-resolutie uit te voeren. Deze missie zal zich enkel richten op het handhaven van het wapenembargo tegen Libië. Mocht overigens de NAVO ook besluiten om mee te werken aan de handhaving van een no-fly zone, dan zullen Nederlandse troepen ook voor dit doel mogen worden ingezet.3 Nu de militaire interventie in Libië onverminderd doorgaat, zal de vraag wat te doen nadat Gadaffi bereid is om te onderhandelen of is verslagen steeds belangrijker worden. Over deze vraag is nog steeds veel onduidelijkheid.


De topbonussen: de crisis voorbij? In maart maakte ING bekend dat bestuursvoorzitter Jan Hommen en zijn medebestuurders een riante bonus zouden ontvangen naast hun vaste salaris voor verrichte diensten. Zo kreeg Hommen boven op zijn vaste salaris van 1,35 miljoen euro een bonus van 1,25 miljoen euro. Bijna een verdubbeling van zijn salaris. De toekenning van de bonussen bovenop het salaris voor de bestuurders van ING zorgde voor de nodige commotie. Zo reageerden politici, vakbonden en klanten negatief op de toekenning van deze bonussen aan de bestuurders van ING. In deze periode waarin het herstellen van het ver-

Topbestuurder Gerrit Zalm trouwen van de Nederlandse burger in de bankensector cruciaal is, zou een dergelijke bonus niet passen. Bovendien heeft ING de nodige staatsteun ontvangen van de Nederlandse overheid, waarvan het restant in 2011 en 2012 nog moet worden terugbetaald.4 Toch is de toekenning van bonussen aan de bestuurders van ING allerminst in strijd met de afspraken voor de beloningen van bestuurders van banken zoals vastgelegde in de zogenaamde Code Banken, die is vastgesteld op basis van het rapport van de Adviescommissie Toekomst Banken. De Code Banken bevat diverse principes waaronder een zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid met aandacht voor niet-financiële prestatiecriteria. De lange termijn en het voorkomen van ongewenste effecten als het gaat om risico’s staan hierin centraal. Momenteel geldt dat een variabele beloning (bonus) voor bestuurders niet hoger mag zijn dan maximaal 100 procent van het vaste inkomen (salaris). De Code Banken bevat ook een bepaling die het mogelijk maakt ten onrechte uitgekeerde variabele beloning terug te vorderen.5 Bovendien menen veel managers en ondernemers dat het toekennen van dergelijke bonussen cruciaal is om topbestuurders te kunnen blijven aantrekken. Deze topbestuurders zijn in moeilijke financiële tijden essentieel voor bedrijven om er weer bovenop te komen. Het is dan niet verwonderlijk dat deze topbestuurders hiervoor een redelijke bonus ontvangen. Indien geen bonussen meer worden toegekend aan bestuurders, zou de concurrentie-

positie van Nederland op het gebied van het aantrekken van topbestuurders verslechteren. Topbestuurders kunnen immers in het buitenland wel een bonus krijgen. Op het gebied van zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid met de maximale variabele beloning loopt Nederland voorop in de internationale discussie over beloningen in de financiële sector. Desalniettemin blijft het beloningsbeleid van banken nog steeds een bron van discussie.

Belastingdienst: leuker kunnen we niet maken wel makkelijker De belastingdienst vult al veel gegevens van de belastingplichtige zoals naam, adres en woonplaats vooraf in bij de elektronische aangifte van de inkomstenbelasting. Vanaf dit jaar is het ook mogelijk om de gegevens uit de loonstrook of loonstroken bij meerdere werkgevers of bij flexwerkers direct te downloaden van de website van de belastingdienst met behulp van de DigiD. Deze gegevens worden vervolgens direct in de elektronische aangifte geïmporteerd. De belastingbetaler hoeft dan deze gegevens enkel nog te controleren aan de hand van de aan hem verstrekte jaaropgave(n). Vervolgens kan hij de overige gegevens invullen en de aangifte elektronisch verzenden. Indien de aangifte voor 1 april is ingediend, krijgt men voor 1 juli bericht van de belastingdienst over de hoogte van de te betalen belasting of teruggaaf in de zogenaamde voorlopige aanslag.6 Vanaf volgend jaar wordt het invullen van de aangifte voor de inkomstenbelasting zelfs nog makkelijker. Op 2 maart 2011 maakten Weekers (Staatssecretaris van Financiën) en Boele Staal (voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken) bekend dat de belastingdienst en de banken een convenant hebben afgesloten over het aanleveren van financiële gegevens van de belastingbetaler. De belastingdienst en de banken zullen dan ook de betaalde hypotheekrente (bij een eigen woning) en ingehouden dividendbelasting vooraf invullen. Het daaropvolgende jaar wordt tevens het spaarsaldo en de waarde van effecten al vooraf ingevuld.7 De belastingdienst probeert dus steeds meer de dienstverlening voorop te stellen voor de belastingbetaler door ze te helpen met het invullen van de gegevens voor de belastingaangifte. Het betalen van de inkomstenbelasting zal helaas voorlopig nog wel zelf moeten gebeuren. 1 http://www.nrc.nl/nieuws/2011/03/17/vn-resolutie-libie-no-flyzone-bescherming-burgers-maar-geen-bezettingsmacht/ 2 http://www.nu.nl/algemeen/2473282/poetin-noemt-ingrijpenlibie-middeleeuwse-kruistocht.html 3 http://www.nrc.nl/nieuws/2011/03/23/ruime-meerderheidkamer-steunt-nederlandse-missie-in-libie/ 4 http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2680/Economie/article/detail/1863244/2011/03/22/ING-top-ziet-af-van-bonussen.dhtml 5 http://www.nvb.nl/index.php?p=291464 6 http:///www.belastingdienst.nl 7 http://www.nl.pwc.com/extweb/Bn/Taxnews.nsf/Public/ HH72213

59 | SecJure Mei 2011


FRW

Studeren in het land van de Rijzende Zon Erol Mert Eigenlijk wilde ik altijd al naar het buitenland, maar telkens stelde ik het uit. Ik was nooit buiten Europa geweest en wilde daar verandering in brengen. Ik vond het een grote stap. Ik had nooit op mezelf gewoond en wist van mezelf dat ik niet zo flexibel was en altijd streefde naar regelmaat. Bovendien was het moeilijk om een universiteit te vinden met de juiste vakken. Aan de andere kant wilde ik wel mijn horizon verbreden, mezelf ontwikkelen, flexibeler en onafhankelijker worden, mijn CV opvullen (je moet je onderscheiden op een ruime arbeidsmarkt) en vooral in het diepe, maar dan ook écht in het diepe

gegooid worden. Een studie in het buitenland kost veel geld maar ik wilde niet “op vakantie”. Ik wilde er echt iets van opsteken; ik wist dat het nodig was om mijn zwakke punten te verbeteren. Daarom zal mijn verhaal ook een andere insteek hebben dan de meeste reisverslagen. Mijn besluit om te gaan nam ik medio april onder het genot van een kop koffie met een vriend die zelf ook naar het buitenland was geweest. Ik ben naar de coördinator Mobiliteit gegaan en deed mijn verhaal. Omdat ik 2 maanden later mijn bachelor zou afronden vielen universiteiten zonder mastervakken af. Ik stuitte – zoals verwacht – op het probleem van het beperkte aanbod van Engelstalige vakken die zouden passen in mijn master. Daarom heb ik besloten het hele jaar uit te trekken voor het buitenland, los van een programma aan de universiteit, als investering in mezelf. Ik wilde graag een half jaar uittrekken voor exchange en een half jaar voor stage. Beiden moesten buiten Europa liggen en ik wilde naar een ontwikkeld land én naar een land met een opkomende economie om er zoveel mogelijk van op te kunnen steSecJure Mei 2011 | 60

ken. Ik vond een stage in India (opkomende economie) voor het voorjaar. Als ontwikkeld land heb ik voor Japan gekozen omdat Japan toch bekend staat als een vreemde eend in de bijt tussen de andere Aziatische landen. Dat trok me wel. Ik wilde de mentaliteit leren kennen die heerst in het land dat bekend staat als een van de meest ontwikkelde van de wereld. Daarnaast is de Japanse Corporate Governance (mijn interessegebied) toch uniek in de wereld. Ook voor mijn persoonlijke ontwikkeling zou het goed zijn omdat ik naar een plek wilde waarin ik niet op mensen van mijn eigen achtergrond (Nederlands of Turks) kon rekenen (in Japan zijn er nauwelijks buitenlanders). Gelukkig zijn er mensen vanuit de hele wereld, vooral Koreanen en Chinezen. Het mooie is dat je vrienden eigenlijk je familie worden en iedereen elkaar dus steunt, wat erg fijn is als je zo ver van huis zit. Iedereen in de dormitory (eenpersoonskamers) komt uit het buitenland. Je merkt wel dat je een buitenlander bent, vooral in een middelgrote stad als Fukuoka (1.5 miljoen inwoners) waar nauwelijks buitenlanders wonen. Mensen, vooral kinderen, staren je aan en als je er om kan te lachen is het nog leuk ook. Het grappigste was toen ik met een Duitse vriend over straat liep, een kind (5-6 jaar) ons aanwees en tegen zijn vriendje zei: “Kijk! Buitenlanders!” Het komt erop neer dat wanneer je naar Japan gaat Engels geen grote toegevoegde waarde is aangezien alleen je docenten (ongeveer de helft is Europees en de andere helft Japans) en tutoren Engels spreken, en daarnaast slechts een klein aantal van het ondersteunend personeel. Vaak moet je met gebaren uitleggen wat je bedoelt of je vrienden raadplegen. Omdat het LLM-program heel klein is heb je wel direct contact met de professoren en de medewerkers. Ze groeten je als ze je buiten zien en ze zijn zelfs betrokken bij je persoonlijke problemen. Iedereen kent je bij naam en is zeer behulpzaam. Natuurlijk heeft het er ook mee te maken dat behulpzaamheid ingebakken zit in de cultuur. Als je iemand om advies probeert te vragen, doen ze extreem hun best.Een voorbeeld is dat toen ik bij de student office een vraag stelde, het personeelslid er op aandrong mij te helpen een beamer en geluidsmateriaal klaar te zetten voor mijn presentatie, ook al zou haar eten koud worden (het was tijdens de lunchpauze).


Japan is een totaal andere maatschappij dan wat ik gewend ben. De straten zijn strak, gestructureerd en ogen heel Westers en hetzelfde geldt voor de kleding van mensen, maar de mentaliteit is er heel anders. Zelfs anders dan die van de meeste andere Aziaten. Mensen zijn beleefd, maar laten het niet merken wanneer ze iets niet goed vinden of zelfs boos zijn. Eerlijkheid wordt niet op prijs gesteld; de maatschappij is belangrijker dan het individu. Loyaliteit, regelmaat en stabiliteit is een van de steunpilaren van de maatschappij. Wanneer je in Nederland verschillende bedrijven op je CV hebt staan, wordt je als succesvol beschouwd want je hebt verschillende organisaties van binnen gezien. Dezelfde mensen worden in Japan als egoĂŻstisch beschouwd. Daarom worden (massale) gedwongen ontslagen (veel mensen werken hun hele leven voor het bedrijf) zoveel mogelijk uitgesteld. Aan het einde van mijn exchange was mijn conclusie: ik heb hier een pittige tijd gehad. Toen ik in Japan kwam was ik naar mijn mening niet flexibel, niet onafhankelijk genoeg, ik vermeed ingrijpende beslissingen, mijn Engels was niet vloeiend. Communicatie in Japan was erg moeilijk en Japan was ook erg duur (de maandelijkse besteding is ongeveer 800 euro). Maar ik ben blij dat ik mijn doelstellingen heb bereikt. Ik weet nu veel over de beruchte Japanse Corporate Governance en bedrijfscultuur. Ik ben praktischer ingesteld, durf initiatief te tonen (ook als ik het resultaat niet kan voorspellen) en op mensen af te stappen (ook al weet ik dat het gĂŞnant gaat worden omdat ik de taal niet spreek). Ook heb ik er vrienden van over de hele wereld voor het leven aan overgehouden en ben ik uiteraard onafhankelijker en sterker geworden, wat ten goede is gekomen aan mijn

zelfvertrouwen. Ik sta nu meer open voor nieuwe dingen, omdat ik beter begrijp dat andere manieren van doen je inzicht verbeteren, ook al is het alleen maar omdat deze je bestaande visie bevestigen. Zo ver van thuis, in een land waarin alles anders is, ga je kleine dingen in het leven waarderen waar je voorheen niet eens van wist dat je ze zou missen, en heb je veel tijd om over jezelf na te denken en jezelf te leren kennen: je zwakke- en sterke kanten. Ik ben een levenservaring rijker geworden. Is het nodig dat je hiervoor naar Japan gaat? Natuurlijk niet, maar ik geloof dat qua cultuur en denkwijze Japan vrijwel het meeste verschilt van Nederland, dus als je je blikveld wilt verbreden is Japan een goede bestemming, waar je een hele andere kijk op dingen krijgt. Ik kan nog lang doorgaan, maar om het af te sluiten kan ik zeggen dat deze periode een van de meest leerzame van mijn leven is geweest. De gedachte dat wanneer ik over een half jaar thuiskom, ineens naast de Nederlandse en Turkse cultuur ook inzicht heb in de Japanse en Indiase cultuur geeft het me een heel goed gevoel. Ik ben geen kei in wiskunde maar volgens mij heet dit 100% improvement!

Feel up for the challenge? Use the webtool to orientate yourself: http://www.tilburguniversity.nl/students/study/abroad/ Drs. Eline van Scherpenzeel Coordinator Mobility Email: law-exchange@uvt.nl Consultation hours Tuesday or Thursday: 11.00 - 12.00 am

61 | SecJure Mei 2011


Het diepe in. Je kunt wachten tot je geduwd wordt, je kunt ook zelf een duik nemen. Door een studentstage bij De Brauw ervaar je de praktijk als volwaardig lid van het team. En je komt boven als een betere jurist. Studenten in het derde of vierde jaar kijken op werkenbijdebrauw.nl/studentstage.

BRAINS IN BUSINESS


25 Lustrum 63 | SecJure Mei 2011


Lustrum

De Lustrum Redactie Aïcha Peutz Dit jaar viert SecJure haar vijfde lustrum. In de afgelopen vijfentwintig jaar is ons faculteitsblad aan een flink aantal veranderingen onderhevig geweest. Waar het allemaal begon met écht knip- en plakwerk, ligt er nu vier keer per jaar een full colour glossy voor de Tilburgse rechtenstudent en alumnus. Dit lustrumjaar is ook een jaar waarin geschiedenis is geschreven. De vijfentwintigste jaargang is de eerste die digitaal te lezen is.1 Via een vernuftig programma is het mogelijk om realtime door de pagina’s van de SecJure te bladeren. Een uitkomst aangezien het met de bezorging soms wel eens mis gaat! Zo gebeurde het dit jaar dat de SecJure een volle twee weken te laat uit kwam omdat postbodes staakten. Gelukkig bleek ons internet-experiment geslaagd zodat jullie niet langer op je dosis SecJure hoefde te wachten. Plannen om een SecJure-app te maken voor op je smartphone zijn ondertussen in een vergevorderd stadium. De redactie van de SecJure is dit jaar erg groot. Even ter illustratie: Anne, Esra, Ilona, Janneke, Jeroen, Jos, Loes, Robbert, Sjoerd, Sylvia, Therris, Thijs, Thomas, Xu en ik zelf. Daarnaast zijn er ook nog een hoop externe auteurs die over de wereld verspreid zitten! Desondanks is de redactie best een hechte groep geworden. We hebben dit jaar leuke uitjes gehad en ook erg genoten op Magisteractiviteiten, zowel met elkaar als met andere leden van Magister. Uiteraard moest er ook vergaderd worden.

SecJure Mei 2011 | 64


Ook hierbij was de opkomst hoog hoewel het ons nooit is gelukt om de hele redactie in één ruimte bij elkaar te krijgen. Om ervoor te zorgen dat iedereen op tijd aanwezig zou zijn, kwam Therris op het idee dat iedereen die één minuut te laat zou komen moest trakteren. Dat laatste is er echter nooit van gekomen. Door een maas in de regeling waarbij je van tevoren even kon bellen als je later kwam wist iedereen het verplichtte rondje te omzeilen. (En natuurlijk kwam iedereen ook gewoon netjes op tijd.) Naast vergaderingen, magisteractiviteiten konden redactie-uitjes uiteraard niet ontbreken! Ons eerste uitje stond in het teken van ‘spare’; deze avond begon bij Roefus, waar spareribs de overheerlijke daghap waren. Vervolgens verplaatste de redactie zich naar de andere kant van Tilburg, om daar te gaan bowlen. Deze reis werd niet door iedereen als even plezierig ervaren, een deel ging per fiets door de - iets minder dan plezierige - regen. Een aantal anderen hadden het ‘voorrecht’ om met Jos Klaus mee te rijden, die op de terugweg willig was om te proberen of de auto over de middenberm kon. Wat ging, maar alles behalve goed. De middenberm bleek een ongeveer dertig centimenter hoog betonnen talud te zijn waardoor de vering van de auto het behoorlijk voor zijn

kiezen kreeg. Een stukje beton laat Jos en zijn bolide echter niet afschrikken en met enige gebrul en gegier wisten zij de stadsjungle te bedwingen. Dit uitje werd overigens georganiseerd door SecJures eigen Activiteiten Comité,2 onder leiding van Hoofdkanselier der Activiteitencomité Robbert en Vice-Decaan der Activiteiten Aïcha. Door onze hoofdkanselier was uiteraard gezorgd voor een beker voor degene die het voor elkaar kreeg de meeste ballen op de baan te houden. Overigens ging Robbert er vanuit dat hij deze beker diezelfde avond weer mee naar huis kon nemen, maar dat terzijde. Het was echter Sylvia die als gelukkige winnaar met de trofee aan de haal ging wat natuurlijk met een borrel gevierd moest worden.3 Ons uitstapje naar de bowlingbaan werd afgesloten in Brandpunt, waar het die avond ‘bal’ was tijdens de maandelijkse Magisterborrel. Ook bij de overige borrels was SecJure goed vertegenwoordigd, waar wij vaak aanwezig waren om het licht uit te doen. Eénmaal is een van onze redacteuren zelfs handmatig uit de kroeg verwijderd omdat hij het plan had opgevat om alvast aanwezig te zijn wanneer de lichten de volgende dag weer áán werden gedaan. Helaas werd aan dit voornemen door de uitsmijter hardhandig een einde gemaakt.

65 | SecJure Mei 2011


Ons volgende avontuur bracht ons buiten de Tilburgse grenzen en per trein drongen wij dieper het Brabantse land in; de Helmondse schaatsbaan bleek niet veilig voor de SecJure. Vooraf was iedereen zeer bescheiden over zijn/haar schaatskunsten. Voor een aantal personen was deze bescheidenheid terecht, anderen bewezen echter goed te kunnen schaatsen. Er werden dan ook de nodige sprintjes getrokken. Tijdens het eten op de ijsbaan ontstond onze eerste mascotte! 4 Deze werd door Loes erg creatief in elkaar geknutseld met o.a. bekertjes van de warme chocomelk, bestek en een heuse kerstbal. Het werd hierna traditie om bij ieder SecJure samenzijn een nieuwe mascotte te creëren, mede omdat geen van de mascottes een avond overleefde. In de lange rij bevonden zich ondermeer een kraanvogel van aluminiumfolie, een banaan met varkentjes en een fles rum, aangekleed met de overblijfselen van het Mona toetje van de maand.5 We sloten de avond in stijl af met een drankje in de Helmondse Haven waarna we de trein weer terug pakten naar Tilburg. Het was sowieso een jaar van eerste keren. Zeker noemenswaardig is het feit dat er dit jaar voor het eerst een team van SecJure aan de Magister bierestafette mee deed. Gezegd mag worden dat we het goed gedaan hebben! Het goede maal voorafgaand aan deze bierestafette bleek een goede bodem, waardoor wc-bezoekjes overbodig waren. Na de overheerlijke maaltijd voor de bierestafette kon Therris helaas niet meer verborgen houden dat ze lekkere recepten kent, en ze ook goed klaar kan maken,6 waardoor er voor het daaropvolgende diner weer een van Therris’ creaties op tafel stond. Het de kipkerrie die deze avond genuttigd zou worden bleek de nadruk echter meer te leggen op de kip dan de kerrie. Bij aankomst in de keuken bleek de kerrie in de kruidenmolen niet te willen zwichten voor Therris’ pogingen zich in het gerecht te voegen. Het eindresultaat werd dan ook kip met een heleboel lekkere groentetjes en rijst. De kerrie bewaren we voor een volgende keer. SecJure Mei 2011 | 66

25 jaar SecJure, daar moet opgedronken worden! Bij een lustrum kan een borrel natuurlijk niet ontbreken, vandaar dat de Magister borrel van februari in het teken van ons lustrum stond. Tijdens de borrel is door onze redactie voor een leuke aankleding en natuurlijk een welkomstdrankje gezorgd! Wat dit laatste betreft was het Robbert die besloot dat rum een geschikt keuze zou zijn.7 Of iedereen die een welkomstdrankje kreeg het daarmee eens was, is dubieus. Veel mensen namen het dankbaar aan, om naderhand vertwijfeld te vragen wat het nu eigenlijk was. Overigens is de redactie positief gestemd over het blinde vertrouwen dat Magisterleden in de mensheid hebben aangezien iedereen het kleurloze, naar aceton ruikende drankje in één keer achterover sloeg.8 Zoals je hebt kunnen lezen heeft de SecJure-redactie dit jaar garant gestaan voor een hoop gezelligheid en enkele doldwaze avonturen. Natuurlijk is het jaar nog niet voorbij en staan er nog een paar activiteiten in de planning. Het is echter aan de volgende redactie om jullie hierover te berichten…

(Endnotes) 1 http://magisterjft.nl/deelsites/196/8/SecJureOnline 2 SecJure heeft natuurlijk geen commissies maar over comités is gelukkigerwijs niets bepaald. 3 Op deze borrel nam Anne alvast een voorschotje door een whisky te bestellen op de bowlingbaan. De barman in kwestie hield echter appelsap afmetingen aan bij het inschenken waardoor het uiteindelijk Janneke was die in het kader van het adagium ‘weggooien is ook zo’n zonde’ het restant van het glas achterover moest gooien. 4 Beter bekend als SW, niet te verwarren met de ándere SW in de redactie hoewel deze SW wel verantwoordelijk was voor het verzinnen van de mascottenaam SW. 5 Die laatste was wat minder vindingrijk maar tradities zijn er nou eenmaal om in ere te houden. 6 Ook niet geheel onbelangrijk. 7 Het verborgen drankje in het woord lustrum is niet voor niets rum. 8 Onze redactie hoort ook bij de groep die het drankje in één keer achterover sloeg.


LOEFF & S N E Y O L

R E M SUM 1 1 0 2 E S R U CO nze we je naar o n e g n re b 1 01 met 15 juli 2 n en. e t to 1 1 n a V am en Lond rd e tt o R , m scaal recht Amsterda fi t, in h c n re re l to e n e a k otari nds recht, n a rl e d e N je 20 mei aan. r o o v Studeer n a d ld je onomie? Me c e le a c s fi f o

www.loyensloeffacademy.com


Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen

Profielschets. Voorpaginanieuws en maatschappelijk relevant werk. Hoge verwachtingen. Herkenbaar? Voor ons wel.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.