Dax Magazine 21

Page 1

dax jaargang 4 • 2008 • nr. 21

gasthoofdredacteur:

2012 Architecten


welkom

superuse Tot aan de twintigste eeuw werd het merendeel van de woningen en nederzettingen op een manier gebouwd die in harmonie met de omgeving is; gebouwen in de buurt van bossen werden van hout gemaakt, van klei bij de rivier en van steen in een rotsachtige omgeving. Zelfs een kerk, de manifestatie van het eerste multinationaal opererende organisatie, werd uit lokaal beschikbaar materiaal vervaardigd en kreeg daardoor een per streek verschillende expressie. Vincent van Gogh schilderde tijdens zijn leven in Nederland regelmatig de kerktoren van Nuenen. Dit deed hij toen ze nog in gebruik was maar ook tijdens haar verval. Zijn laatste werk in de serie toont een evenement waarover weinig bekend is: de veiling van de materialen waaruit de kerk bestond. Zelfs de kruizen op de graven werden gedemonteerd en door een officiële veilingmeester onder de hamer gebracht. De inwoners van Nuenen hebben de stenen, het hout en het glas-in-lood destijds direct verwerkt in hun zelfgebouwde huizen of aanbouwen. regio Afval bestond in deze pre-industriële tijd nauwelijks: gebruiksvoorwerpen en gebouwen werden uit

4

welkom bij dax nr. 21

natuurlijke materialen gemaakt, die na een voorspelbare tijd konden vergaan of - als de duurzaamheid van het materiaal het toeliet - telkens werden hergebruikt. De transportmogelijkheden van die tijd beperkten de verspreiding van materiaal tot de eigen regio. Samen met de relatieve hoge kosten van materiaal ten opzichte van arbeid vormde dit de ideale omstandigheden voor een duurzame kringloopmaatschappij. grondstoffen Binnen één eeuw hebben de verandering van toegepaste, grondstoffen en productiemethoden, een ontsloten wereldhandelsmarkt en bijbehorend wereldwijd transport, de stijging van loonkosten en de daarmee ontstane welvaart ervoor gezorgd dat bijna alle fossiele grondstoffen verorberd zijn en grote hoeveelheden overtollig materiaal na een kort leven wereldwijd voor ruimte- en milieuproblemen zorgen. De in de afgelopen twintig jaar opgekomen recyclingindustrie is één van de belangrijke pogingen om deze ontwikkeling positief bij te sturen. Maar in toenemende mate zal ook de benodigde energie voor bewerking en transport schaars worden, zolang duurzame bronnen niet op zeer grote schaal beschikbaar zijn.

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


preïndustrieel Superuse poogt de preïndustriele natuurlijke bouwwijze met de technologie van vandaag te combineren. Door de toenemende informatisering van gegevens wordt het steeds eenvoudiger om inzichtelijk te maken welke materialen zich in de omgeving van een bouwproject bevinden. Dit is niet langer alleen maar klei, productiebossen en de nieuw fabrieksmatig geproduceerde bouwmaterialen. Er wordt gebruik gemaakt van vervangen tapijttegels, kozijnen uit slooppanden, overtollige autoruiten en vrachtwagenzeil met verouderde reclame. revolutie Tot aan de digitale revolutie was informatie over de aard en locatie van dergelijke materialen beperkt tot de boekhouding van de eigenaar ervan. Momenteel kan deze informatie op ieder moment op iedere plek ter wereld worden opgeroepen en naar eigen inzicht gecombineerd met andere gegevens. Vooral voor materialen die zich op een verkeerde plek op een verkeerd moment bevinden – de meest ruime definitie van afval - opent dit een enorm perspectief. Een groeiend netwerk van superusers ontwikkelt strategieën en gereedschappen om de vrijkomende materialen op behoefte af te stemmen waarbij het

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

uiteindelijke doel een interface is die de Re-cyclicity mogelijk maakt. Dit definiëren wij als een stad waarin de onderdelen van elk bouwwerk kunnen worden beschouwd als de halfproducten voor een volgende fase. netwerk De toekomstige interface stelt de verschillende partijen in de bouwketen in staat aanwezige materialen met elkaar te gecombineren in nieuwe samenstelingen die meerdere behoeften tegelijk vervullen. Deze interface kan op grotere schaal, en veel complexer de rol spelen van de veilingmeester in Nuenen. Deze dax toont voorbeelden van ontwerpers die de nieuwe bronnen delven en onderzoeken op de esthetiek en techniek die deze manier van werken met zich meebrengt. Hierbij komen plannen van interieur tot stedenbouw aan bod. Het aardige is dat deze nieuwe stijl vanuit de praktijk als open source methode wordt ontwikkeld in plaats vanuit een theoretisch dogma. Deze benadering staat garant voor een vrije manier van ontwerpen met een gezonde dosis humor. 2012 Architecten

welkom bij dax nr. 21

< de veiling van de kerk van Nuenen, Vincent van Gogh, 1884 << oogstkaart WORM, 2012 Architecten

2012 Architecten, van links naar rechts: Jan Jongert, Césare Peeren, Jeroen Bergsma

5


colofon dax nr. 21 jaargang 4 • zomer 2008 issn 1574-9290 gasthoofdredactie 2012 Architecten uitgever caroline kruit

28

redactie philip allin niels jongeling basisvormgeving daniëlle schaffelaars, il panda electrik vormgeving deze editie cck media aan dax werken mee ine ter borch, tim habraken, john lewis marshall, marjoleine van der meij, richard moerenhout, marije poel, nanet rutten, tosca vissers, tom vooges, giel van wijk, brigitte de wit redactie-adres

14

21

72

dax postbus 96902 2509 jh den haag t

+31 (0)6 11 30 03 27

f

+31 (0)8 47 16 83 67

e

info@dax-magazine.nl

w

www.dax-magazine.nl

inhoudsopgave

© copyright cck media 2008

rubrieken 4

van de gasthoofdredactie

Uitgever en redactie verklaren dat de inhoud van dit magazine zorgvuldig en naar beste weten is samengesteld.

actualiteiten prijzen&prijsvragen agenda jong bloed! afstudeerproject vitae bouw award dax_pitch 2009 publicaties

9 10 11 12 13 16 18 20

onbegrijpelijk column van rob nijsse

22

productontwikkeling ~crete: afval mengen met cement

65

productinformatie nieuw! oogstkaart

71 72

Zij houden zich dan ook niet aansprakelijk voor eventuele schade die voortkomt uit beslissingen of handelingen die zijn gebaseerd op informatie in deze uitgave. Niets in deze uitgave mag worden gereproduceerd, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. beeld omslag Wikado • ontwerp 2012 Architecten • foto Karola van Rooyen

6

inhoud

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


34

28

48

56

documentatie ‘de architect moet zich voorbereiden op een cyclische toekomst' interview met 2012 Architecten: Jeroen Bergsma, Jan Jongert en Césare Peeren

26

materiaal & proces kringloop van de architectuur

32

inspiratie! superuse.org

62

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

lezersservice

projecten kunstgalerie Prothese, Castellón (E) Recetas Urbanas, Sevilla (E)

38

colofon medewerkers

Freitag Flagshipstore, Zürich (CH) spillmann.echsle, Zürich (Ch)

46

dax_pitch 2009: nu inschrijven voor de pitch van december

18

autonome modules, Porto (P) Cannatà & Fernandes, Porto (P)

54 dax zoekt abonnees je dax-collectie compleet

24 80

lezersaanbieding! boek: Eiland 7

81

advertentie-index

81

volgende editie

82

inhoud

6 8

7


afstudeerproject

Remolishing WORM Vanuit een fascinatie voor gebruikte materialen heeft Jos de Krieger zichzelf als doel gesteld een duurzame nieuwbouw te ontwerpen voor het Rotterdamse alternatief poppodium WORM, deels gemaakt van sloop- en restmaterialen. Basis voor het ontwerp is een onderzoek naar een interactieve digitale oogstkaart (IDO), gebaseerd op het principe van de oogstkaarten van 2012Architecten en het concept van Recyclicity.net. 2012Architecten gebruikt een oogstkaart als middel om inzicht te krijgen in welke materialen bij een project gebruikt kunnen worden. Het maken van een goede oogstkaart is een tijdrovend proces, omdat met elk nieuw project ook een nieuwe kaart gemaakt moet worden van die specifieke lokatie. Om dit proces te vereenvoudigen en toegankelijk te maken voor andere ontwerpers is een interactieve digitale oogstkaart (IDO) ontworpen. Belangrijk in het ontwerp voor de oogstkaart is het interactieve karakter. Dit houdt in dat iedereen kan delen in en bijdragen aan de kennis over waar materialen geoogst kunnen worden. Hiervoor is in samenwerking met Treelz.com een pilot gestart, waar binnen een bestaande website een eerste versie van de IDO draait. Treelz heeft een gebruikersomgeving gebouwd die over Google Maps™ geplaatst wordt, hierdoor is met één systeem een wereldwijde dekking gegarandeerd en worden de kaarten ook ‘automatisch’ actueel gehouden.

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

ideale oogstkaart Binnenkort zal het systeem met alle essentiële basisfunctionaliteit beschikbaar zijn op de site waste.treelz.com. In deze groep kunnen op de kaart iconen geplaatst worden van sloop- en afvalmaterialen voorzien van tekst en afbeeldingen van het betreffende materiaal. Om naar een ideale IDO te gaan is nog veel tijd voor ontwikkeling nodig, maar de eerste stap is nu gezet.

jos de krieger e josdekrieger@gmail.com begeleiders andy van den dobbelsteen jan van der voort robert nottrot tu delft bouwkunde, explore lab

sloopdatum Een volgende stap is het vergroten van het aantal functionaliteiten. Hierbij is het vooral van belang dat er iconen komen met een tijdgerelateerde kleur. Dit houdt in dat gebouwen gemerkt worden met een sloopdatum en uit de database verdwijnen op het moment dat ze gesloopt zijn. Deze data moet ook van de website te halen zijn door een set gegevens vanuit een oogstgebied naar een excel sheet met materiaalinformatie en contactgegevens te exporteren. Het oogstgebied kan bepaald worden door een set hemelsbrede afstanden (de cirkels) en/of een omgekeerde routeplanner (bijvoorbeeld vanaf Rotterdam 100km afleggen over de snelweg). mobiele informatie Het zou goed zijn als een bij het systeem bekende gebruiker met een telefoon informatie en foto’s van te slopen gebouwen aan de kaart kan toevoegen via MMS. Ook integratie met de database van en het plaatsen van berichten op superuse.org behoort tot de technische mogelijkheden.

actualiteiten

13


buitenkant Joke Vos architecten heeft het nieuwe datacenter voor de TU Delft ontworpen. Het gebouw is in een aantal opzichten bijzonder. Het nieuwe centrum voor dataopslag moest schaalbaar en modulair worden opgezet om op de toekomst vooruit te lopen. Het ontwerp moest zeer snel worden uitgevoerd en is ook in korte tijd uitgevoerde. Een zwaar gedimensioneerde gevel heeft een patroon met schuine lijnen en verschillende texturen. Er is maar aan één gevel een toegangsdeur en er zijn geen ramen. De gevellijn loopt schuin. Door dit alles is het lastig

prefab betongevel met gerecycled glas www.jokevos.nl

om verdiepingen te tellen, laat staan in te schatten hoe groot het gebouw is. Dat past allemaal in het beeld van een heimelijk gebouw dat geen dagelijkse werkplekken heeft. Voor de gevel is gebruik gemaakt van prefab betonelementen. Er zijn slechts drie mallen gebruikt, maar door de elementen te laten verspringen, lijkt de variëteit veel groter. In de tekening is dit goed te zien. Het groen in de gevel is gerecycled glas dat tijdens productie in het betonelement is gestrooid.

A

B

B

C

A

C

B

A

C

A B

A

patroon mallen prefab beton

kabelhaspel gevel en dak Andries Micke, www.mixd.nl ism Iris de Kievith, www.irisdekievith.nl en Michiel Burgerhout www.platowood.nl

Het realiseren van een permanente kunstgalerie in een Haags pand is door Mixd Architectuur en voorheen In Situ Architecten opgevat als ‘vernieuwbouw’. Het interieur van Galerie 1646 is verbouwd tot een lichte, witte ruimte. De galerie behoefde geen extra geluidisolatie, waardoor de aanbouw licht gehouden kon worden. De constructie, van grenen balken, staat op een monolithische betonnen vloer waarin vloerverwarming is opgenomen.

Voor de gevel- en dakafwerking zijn oude kabelhaspels gebruikt. Het hout van de kernen is met restwarmte uit de fabriek verduurzaamd en heeft daarom geen verdere behandeling nodig. Vanwege de licht bollende vorm die de plankjes hebben blijft regenwater op het hout van het dakterras niet liggen. Het idee om met dit afvalmateriaal te bouwen hebben de ontwerpers gekregen van 2012 Architecten, waarna zij de toepassing verder hebben ontwikkeld.

detail hoek schaal 1 : 20 1.

kabelhaspel kernhout

2. waterdichte laag onder afschot 3.

hsb constructie met isolatie

1 2 3

foto: Robert Jan Verhagen

14

actualiteiten

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


herbestemming FARO architecten is gevraagd een plan te maken voor Silo 2 van de rioolreinigingsinstallatie Zeeburg en het object te herbestemmen als kantoorhuisvesting. Uitgangspunt is dat de ziel van de silo bewaard moet blijven en voor publiek te ervaren moet zijn. De bureauvisie van FARO architecten is op het gebied van duurzaamheid vertaald naar zes thema’s: betrokkenheid, schoonheid, kwaliteit, flexibiliteit, herbruikbaarheid en energie. Alle thema’s zullen bij de renovatie aan de orde komen. Het doel is om de silo in de nieuwe bestemming energie- en

CO2-neutraal te maken. De energiebehoefte voor verwarming van de silo wordt beperkt door een passieve gebouwschil te maken met een relatief hoge isolatie-waarde (Rc-waarde gevel = 3,5 m²K/W). De koeling van het gebouw wordt gerealiseerd met betonkernactivering en een warmtewisselaar op de silowand. Daarnaast wordt de ventilatielucht met zonnepanelen gekoeld (DEC-koeling). Een windturbine wordt geplaatst om elektriciteit op te wekken. Om het waterverbruik te beperken wordt een grijswatersysteem aangelegd.

Verticale doorsnede silo. Schaal 1 : 500

In de Haagse wijk Transvaal worden 3.000 huizen afgebroken om ruimte te maken voor 1.600 nieuwe units. Dit houdt in dat er veel restmateriaal ontstaat. Voor het onderzoekslaboratorium Lab Transvaal nam 2012 Architecten de taak op zich dit te inventariseren. Bij elkaar komt het neer op 18.000 m3 bouwmuur, 250 km vloerbalken en 18.000 m2 ramen. Dit zou weggevoerd moeten worden; een dure en onduurzame onderneming. Daarom stellen de architecten voor het materiaal op de bouwplaats te

duurzame herbestemming www.faro-architecten.nl

Plattegrond silo. Schaal 1 : 500

houden zodat een goedkoop tweedehands bouwmateriaal ontstaat dat als toevoerstroom wordt gebruikt voor de nieuwe woningen. Materiaal wordt tijdelijk opgeslagen op lege plekken in specifiek daarvoor ingerichte containers die met elkaar een nieuw verblijfsgebied vormen, een plaza. Het project ontleent zijn kracht aan de coördinatie van de materiaalstroom. De containers kunnen ook aan elkaar gekoppeld worden zodat een verhoogd openbaar plaza ontstaat.

hergebruik op de bouwplaats www.2012architecten.nl

Logistieke kaart Transvaal. Het plaza komt op de groen aangegeven plek.

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

actualiteiten

15


buitenkant Op een vrij kavel in het Zuid-Hollandse Nieuwveen realiseerde Origins Architecten uit Rotterdam in 2007 deze bijzondere woning met een epc van 0,45, waarin veel duurzaamheidsoplossingen zijn verenigd. Het woonhuis werd op verzoek van de opdrachtgever zo autarkisch mogelijk ontworpen, zonder dat er is gekort op wooncomfort. Zo zijn er photovoltaïsche cellen die voor een groot deel van de energiebehoefte zorgen, wordt er gebruik gemaakt van warmte/koudeopslag in de grond en worden de toiletten gespoeld met hemelwater. De ventilatiebehoefte van de afzonderlijke ruimten wordt bepaald aan de hand van sensoren die

het CO2-gehalte in de ruimten waarnemen. Die ventilatie geschiedt vervolgens op natuurlijke wijze. Ook op andere manieren wordt er in de woning slim met het energievraagstuk omgesprongen. Zo wordt het warme afvoerwater van de douche gebruikt om binnenkomend koud leidingwater alvast op te warmen tot 22 graden Celsius. Een uitgekiende oriëntatie op de zon, speciaal glas, overstekken en diepe kozijnneggen zorgen voor een beperkte zoninval. Daardoor is ook het binnenklimaat in de woning – die grotendeels uit hout bestaat – uitstekend. Het woonhuis draagt dan ook niet voor niets het NatuurlijkComfort®Woning-certificaat.

autarkisch woonhuis www.origins-architecten.nl

HE 180-A western red cedar

gording 71x246 mm, h.o.h. 800 mm

hsb element

aftimmering HEA

Het nieuwe Passiefhuis van de Nederlandse Climmy Hanssen en François Hüppener staat net over de grens in Duitsland en is gebouwd in de traditie van Passivhäuser, energiezuinige en milieuvriendelijke woningen. Rongen Architekten kreeg de opdracht om een energieneutrale woning te maken, met een hoog comfort- en afwerkingsniveau. Het resultaat is een zeer goed geïsoleerde woning met achttien zonnepanelen op het dak, die in het gebruik meer energie oplevert dan kost. De gesloten wanden zijn uitgevoerd met binnenbladen van cellenbeton, 15

detail dakrand, schaal 1 : 20

foto’s John Lewis Marshall

cm isolatie en een buitenhuid van grote gebakken stenen (240x115x117 mm) van CHR Clay Products in een blonde kleur. De raampartijen op de begane grond zijn verdiepinghoge puien met aluminium kozijnen en driedubbel glas (leverancier Raico). De woning kreeg balansventilatie, een warmtepomp en heeft – ook voor het knusse – een houtkachel. Voordeel van het bouwen in Duitsland is volgens de opdrachtgevers vooral de kwaliteit van de afwerking en natuurlijk de subsidies voor energievriendelijke maatregelen, zoals de zonnepanelen.

passiefhuis www.rongen-architekten.de www.mijnpassiefhuis.nl

foto's: Climmy Hansen / Rongen Architecten

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

actualiteiten

17


dax_pitch gasthoofdredacties 2009 pitch 27 juni 2008 deelnemers: dp6 • frantzen et al • hdz • hofman dujardin • linea • made • molenaar & van winden • next architects • tangram • venhoeven cs

De dax_zomerborrel en pitch werden op culinaire wijze ondersteund door de Oesterkoning en de Wienerberger Würstel Bar, gesponsord door respectievelijk:

Om het blad nog dichter bij de lezer te brengen (en andersom), stond de dax_zomerborrel in het teken van de keuze voor twee gasthoofdredacties voor de vijfde jaargang in 2009. Dat er uiteindelijk drie architectenbureaus zijn gekozen kwam door het enthousiasme van de deelnemers aan de dax_pitch en door sterke argumenten van de jury. Elk bureau kreeg vijf minuten om vanaf een fruitkistje het voorgestelde thema toe te lichten. Daarna waren er vijf minuten voor vragen. De jury (‘the super-delegates’) bestond uit redactionele medewerkers van dax (Philip Allin, Niels Jongeling, Rob Nijsse, Erik Stekelenburg en uitgever Caroline Kruit) en genodigden Marco Pauw (hoofdredacteur Bouwen met Staal) en Irene Zandhuis (gasthoofdredactie dax nr. 13). Alle aanwezigen hadden ook een stem (‘the delegates’) en die bleek de jury ook wel nodig te hebben om de definitieve uitslag te kunnen vaststellen. winnaars De winnaars van deze pitch zijn geworden: Tangram (Charlotte Ernst, Jan Gupstra) met het thema ‘between layers’; Frantzen et al (Tom Frantzen) met ‘ontwikkelende architecten, ontwerpende ontwikkelaars’ en DP6 (Richelle de Jong en anderen) met ‘ontwerpen voor de zintuigen’. We gaan met hen in het najaar het traject inzetten, de thema's aanscherCK pen en uitdiepen en de edities toekennen.

schrijf nu in voor de

dax_pitch van december!

zie ook www.dax-magazine.nl

Voor de vijfde jaargang van dax magazine staan weer zes edities ‘op de rol’. Drie voor de zomervakantie en drie er na. Voor de gasthoofdredacties voor de tweede helft van 2009 houden we in december een open inschrijving. Ook voor de tweede helft van 2009 hopen wij op originele thema's die direct kunnen worden gerelateerd aan (recent) opgeleverd werk van de gasthoofdredactie. Vakmensen uit de wereld van architectuur kunnen inschrijven op de dax_pitch. Inschrijven kan tot 1 december 2008. Vanwege de nu al grote belangstelling zullen we een voorselectie moeten maken. Op 12 december zal de tweede pitch plaatsvinden tijdens de dax_winterborrel in Den Haag. Alle aanwezigen kunnen meestemmen.

18

dax_pitch

lezers maken dax!

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


binnenkant Enviu, een jong bedrijf dat innovatieve ideeën genereert voor duurzaam ondernemerschap, vroeg Döll Atelier voor Bouwkunst hun nieuwe kantoorpand te ontwerpen. Randvoorwaarden waren een minimale impact op het milieu en een maximaal hergebruik van materialen. De architecten kozen voor een eenvoudige opzet met behoud van de ruimtelijke kwaliteit van het kantoorpand. De ruimte is open en multifunctioneel ingericht. Vanwege de beperkte oppervlakte zijn vier werkfuncties (werk, ontspanning, concentratie en creativiteit) per verdeeld over vier kwadranten. Voorbeelden van hergebruik zijn duidelijk in de

ruimte aanwezig. Hangende armaturen, met als basis gebruikte drinkwatertanks, zijn voorzien van spaarlampen. Vanwege lekkages in onbruik geraakte jerrycans kregen een nieuwe functie als postvakken. Aardig is ook de herkomst en de kosten van de elementen in het interieur. Op een paar wanden na kost niets meer dan honderd euro en is er veel gratis of voor een appel en een ei gehaald. Daarbij komt bijna alles uit de regio of haven van Rotterdam waardoor transportkosten en de milieubelasting PA nog verder worden gedrukt.

duurzame kantoorruimte www.dollab.nl www.enviu.org

foto's Maarten Kools, foto waterfleslampen Giulia Melloni

copy

server

Plattegrond kantoor, schaal 1 : 200

Voor een Utrechts festival heeft FLATarchitects een landschap met demontabele huisjes ontworpen. Alles moest binnen twee dagen staan en daarom is een prefab bouwsysteem ontwikkeld van sleuven een haken. De maten van de huisjes zijn afgeleid van de standaard plaatmaat (1220 x 2440 mm), zodat een plattegrond ontstaat 2 x 3 m en een nokhoogte van 4 m. Het plaatmateriaal is radiplex, dat een

duurzame herkomst heeft en relatief licht is. Het hout is bewerkt met lijnolie met een toegevoegd pigment. Per huisje zijn 21 gefreesde platen gebruikt die zoveel mogelijk gelijk ijn gehouden. Op cruciale punten zijn handgrepen opgenomen die tijdens de bouw handig blijken en bijdragen aan het prefabkarakter. Een huisje kan door twee mensen in een PA half uur gemonteerd worden.

‘slow city’ installatie www.flatarchitects.nl

foto's: FLATarchitects

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

actualiteiten

19


publicaties

0

categorie

C B N I T

contemporaine uitgave, hip en glossy boekenkast-item, tijdloos, monografieën naslagwerk, catalogus, themaboek, jaarboek inspiratiebron, branchevreemd technisch-wetenschappelijk, studieboek

beoordeling grafische beeldkwaliteit volledigheid architectuurpresentatie, projectdocumentatie diepgang toegankelijkheid informatie inspiratie?

***** ***** ***** ***** *****

23

0

21

0

14

elements in architecture

fabrication

cradle to cradle

In deze drietalige remake van een

Bij een dax die gaat over superuse

Cradle to Cradle is dè toverspreuk

Amerikaans boek uit 2003 draait

hoort een boek dat de oorspronkelijke

van dit decennium. Aanstichters

het om mooie plaatjes. Na elke

producten en materialen beschrijft.

Braungart (architect) en McDonough

pagina te hebben gezien en gelezen

Fabrication is een nuttige aanvulling

(chemicus) hebben een lovenswaar-

verdween de illusie dat er meer is dan

op onze parate kennis. Wil je een holle

dige boodschap – maak alles van

architectonische pornografie: mooie,

scheepsmast hergebruiken als houten

producten die kunnen verworden

paginagrote foto’s met hier en daar

kolom? Handig om te weten hoe de

tot voeding voor de omgeving. Diep

wat juicy details. Voor en van de prijs

gelamineerde mast er van binnen uit

uitgeput wordt een kleine selectie van

krijg je wellicht een warm gevoel.

ziet, zonder hem door te zagen. Het

voorbeelden zoals Nike en Ford. Een

Maar een naslagwerk danwel gede-

was een beter boek geworden als een

langdradig uitgesponnen relaas dat

gen document is het boek absoluut

sterker layout was gebruikt en niet

veelvuldig terugkomt op principes van

niet. Misschien is dat voor veel lezers

alle foto’s zwartwit waren. De schrij-

de kersenboom (vrucht wordt boom)

niet altijd nodig. Ik ben met dit boek

vers hopen dat ontwerpers voortaan

en mierenkolonies (ruimen alles op).

(te) snel klaar.

vanuit de fabricageprincipes van

Helaas komt het zelden tot prakti-

materialen zullen ontwerpen. Of dat

sche handvaten of richtlijnen voor de

Oscar Riera Ojeda & Mark Pasnik •

lukt met alleen dit boek in de aanslag

bouw. Petje af voor de intentie, maar

Elements in Architecture; materialien

betwijfel ik.

wel een typisch voorbeeld van het

CK

PA

matériaux materialen • Evergreen,

doel heiligt de middelen.Het lijkt nu

Taschen • Keulen, 2008 • ISBN 978-3-

Peter Silver, William McLean, Simon

8365-0340-2 • 194 pagina’s • 15 euro

Veglio, Samantha Hardingham, red

• kleur • Duits-, Frans- en Nederlands-

• Fabrication The Designer’s Guide •

talig

Elsevier Architectural Press • Oxford,

Michael Braungart & William Mc-

2006 • ISBN 978-0-7506-6558-0 •

Donough • Cradle to Cradle • Search

192 pagina’s • 30 euro • zwartwit •

Knowledge • Heeswijk, 2007 • ISBN

Engelstalig

978-90-5594-577-1 • 238 pagina’s • 15

De op deze pagina's beschreven boeken zijn verkrijgbaar bij de gespecialiseerde boekhandel, tenzij anders vermeld. Prijzen zijn richtprijzen.

C

20

actualiteiten

door te draaien in een eigen cyclus. MCP

euro • kleur • Nederlandstalig

*****

N

T

*****

N

***** jaargang 4 • 2008 • nr. 21


publicaties

0

21

0

23,5

0

16,5

0

24,5

you can't just blame the crocodile

Reinberg

surviving the suburb

ecohuizen

Een verademing, dit boek. Even weg-

Het verzameld werk van eco-architect

Is er in de Nederlandse buitenwijken

De ideeën in dit boek zijn niet alle-

zakken in ervaringsverhalen van

Georg Reinberg is binnen. Het is heel

ruimte voor autonomie? De redacteu-

maal nieuw, laten we dat voorop stel-

techneuten op reis. Techneuten met

veel boek: veel plaatjes, veel tekst, veel

ren vinden van wel en laten verschil-

len. Wel bijzonder aan deze verzame-

een missie, namelijk duurzame oplos-

diepgang. Het laat de ontwikkeling

lende semi-autarkische ontwerpen

ling eco-projecten is de bouwkundige

singen bedenken voor mensen en

van deze Oostenrijker over de afgelo-

zien. Suburbane ontwerpen verzetten

vindingrijkheid en schoonheid. Ruim

gebieden die het tijdelijk of al tijden

pen 30 jaar duidelijk zien. Bij vrijwel

zich tegen de ingesleten vormen van

twintig projecten worden beknopt

moeilijk hebben. Het leest als een

elk project staat een verklarend

het huidige wonen. Interessant is de

omschreven maar ruim gepresen-

reisdagboek, het is opgemaakt als een

tweetalig artikel en zijn thermische

afwijkende kijk op duurzaamheid.

teerd. Geen details te zien, wel veel

plakboek en uiteindelijk is het een

schema’s, details, plattegronden en

Het gaat niet alleen om hergebruikt

inspirerende beelden. Ruimte voor

prachtige verzameling van zeer men-

sfeerbeelden gepresenteerd. Er zijn

materiaal, maar projecten die moeten

wat historisch-theoretisch besef

selijke en persoonlijke verhalen. Over

verschillende schrijvers en layouts

aanzetten tot flexibeler denken,

wordt gemaakt in de heldere inleiding

inspireren en geïnspireerd worden.

gebruikt, waardoor het geheel soms

waarbij het individu zelf ecologische

van één van de partners bij William

Wat is dat nu eigenlijk, een goed doel

toch wat rommelig overkomt. De eer-

projecten opzet. De projecten variëren

McDonough. De gebouwen zijn ge-

of een derdewereldland? Mooiste con-

lijkheid gebied mij te melden dat ik

van stedebouwkundige concepten

analyseerd op vier aspecten: energie,

clusie: we wonen allemaal op dezelfde

sommige essays oversla, maar voor de

tot gerealiseerde ontwerpen in huis

water, materiaal en overig. Dat laatste

planeet en die moeten we koesteren.

ecofanaat ligt hier uren lees-, kijk- en

of tuin. Een logische lijn ontbreekt

betekent meestal dat bouwproducten

En de manier waarop kan iedereen op

puzzelplezier.

maar het boek geeft een mooi en

lokaal zijn verworven. Al met al zeer

inspirerend overzicht van ecologische

aardig: het zet mij aan tot denken.

een eigen wijze invullen.

PA

CK Georg Reinberg, Matthias Boeckl, red

en sociale ontwerpen.

MP

PA

Maarten C.A. van der Sande (red.) •

• Reinberg; Ökologische Architektur •

You can’t just blame the crocodile.

Springer Verlag • Wenen, 2008 • ISBN

Gregor Harbush, Martin Luce, Ton

Sergi Costa Duran, red • Ecohuizen.

Delft engineers travel into sustaina-

978-3-211-32770-8 • 348 pagina’s •

Matton en Wim Timmermans • Survi-

Nieuwe ideeën voor duurzaam wonen

bility • TU Delft • Delft, 2007 • ISBN

50 euro • kleur • Duits- en Engelstalig

ving the Suburb • episode publishers

• Librero, Loft publications • Kerkdriel,

978-90-79347-01-08 • 196 pagina’s en

• New York, 2008 • ISBN 978-90-5973-

2007 • ISBN 978-90-5764-976-9 • 192

8 ansichtkaarten• 15 euro • Engelstalig

090-8 • ca. 160 pagina's • 10 euro •

pagina’s • 20 euro • kleur • Neder-

• verkrijgbaar bij TU Shop in Aula

kleur • Nederlands- en Duitstalig

landstalig

C

N

N

*****

B N T

*****

I

*****

I

***** 21

jaargang 4 • 2008 • nr. 21 actualiteiten


Rob Nijsse, constructief ontwerper bij ABT in Velp en hoogleraar Draagconstructies aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft, bespreekt in iedere editie van dax een onbegrijpelijk fenomeen in de wereld van het Nederlandse bouwen.

onbegrijpelijk. duurzaam bouwen goud waard? Het thema van deze ongetwijfeld spannende dax is superuse, cradle-to-cradle, green building and whatever you name it as long as it is sustainable. Sustainable. Het nieuwe toverwoord waardoor ieder product, gebouw of auto een magische, hebberige glans krijgt. Als je vriendin tegen je zegt dat ze hybride is, dan heb je een probleem. Maar als je autoverkoper het over je nieuwe auto tegen je zegt, ben je trendy bezig. Dan kan je in het café quasi terloops laten vallen dat ‘dat hybride rijden best wel meevalt’. Ja, duurzaam bezig zijn is ‘in’, modern en wordt door de klanten gewaardeerd. Maar eigenlijk is het een schande dat er ooit anders is gebouwd, want... Nu ja, lees maar verder in deze dax.

Rapper 50 Cent. Kijk voor gangstagoud op www.gangstagold.com

22

Of nodig Al Gore uit om er een film over te maken. Al Gore, zijn naam klinkt al Nederlands onsympathiek, alhoewel mijn geheugen een paar aardige wetenswaardigheden aandraagt over dit boegbeeld van het Klimaatbewust Bouwen. Zoals de paar honderd stemmen die hem ontfutseld werden door een neef van Bush in Florida. En die hem daardoor het presidentschap kostten. Een land met 250 miljoen inwoners en je verliest op een paar honderd stemmen! Daar word je niet vrolijk van en dus ga je een mooie film maken om je emotionele gelijk te halen. Tweede aardige feitje is dat Al getrouwd is met een dame die luistert naar de

onbegrijpelijk

naam Tipper (nee, ik maak daar geen grapjes over, dat doen jullie zelf maar), die stickers met ‘Parental Advisory’ op cd’s plakt wanneer een artiest zich bezondigt aan grof taalgebruik. En dat gebeurt bij die gangstarappers in Amerika nogal eens, dus daar heeft Tipper een volle dagtaak aan. Waarbij ik mij weer afvraag of Al daardoor niet wat tekort komt en daarom maar weer een emotionele film gaat maken over het milieu. maagdelijke uitstraling Over gangstarappers gesproken (en niet onbelangrijk: hun vrouwelijke entourage, waarover de onsterfelijke songtekst van zangeres Pink zegt: ‘See the girl who would be the next president, dancing in a video next to 50 Cent’). Is het niet bijzonder raar dat het ideaalbeeld, het voorbeeld voor de moderne Amerikaanse jeugd, een bestaan als succesvol crimineel in de ghetto’s is? Ik kan dat alleen maar verklaren vanuit een afzetten tegen de ouders en precies doen wat zij niet leuk vinden. Interessant aan die gangstarappers is de hoeveelheid goud waarmee zij zich omhangen. Goud is niet alleen duur en chique, maar is ook nog het ultiem duurzame materiaal. Welk materiaal behoudt zijn glans en bijna-maagdelijke uitstraling beter dan goud? Ook nog relatief makkelijk te bewerken, te smelten en te vervormen. Bedenk de verwondering van primitieve hut-

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


bewoners die opeens geconfronteerd werden met een gouden voorwerp. Die diepe, warme glans. Dat gouden licht dat aan de zon doet denken. Het rotte of roestte ook niet en verkleurde noch verbleekte. Zelfs in zeewater gebeurde er niets mee, het behield zijn onaantastbare uiterlijk. Dat moest wel een materiaal van de goden zijn. gouden HE-balk In een wereld waarin alles al heel snel door de tand des tijds werd aangetast, moeten gouden voorwerpen een bijzondere, welhaast magische indruk hebben gegeven. Geen aantasting die er grip op kreeg, altijd maar die gouden, rustige bestendigheid. In dat opzicht is het merkwaardig dat goud in het duurzaam bouwen nog geen ingang heeft gevonden. Ik ben het in de lijstjes van het berekenen van de GreenCalc-score voor een gebouw althans nog niet tegen gekomen. Op een incidentele gouden kraan voor een Saudische prins of een klein gouden tegeltje dat Cees Dam altijd ergens in zijn projecten verwerkte na, heeft goud de wereld van de architectuur nog niet mogen betreden. Misschien dat het na dit artikel gaat veranderen. Want een gouden HE-balk is duurzaam, wordt niet aangetast, is eenvoudig te recyclen als een x-aantal trouwringen, kortom vertegenwoordigt altijd een behoorlijke restwaarde. Klinkt goed. Maar heeft de constructeur er wat aan? Is het een sterk materiaal? Wat is eigenlijk de treksterkte van goud? Even opzoeken: 80 N/mm2. Hmmm, een derde van staal, dat schiet dus niet op. Als we dan ook nog zien dat 1 m3 goud 19.300 kg weegt en dat 1 m3 staal ‘slechts’ 7.850 kg doet, dan blijkt goud toch niet zo’n slimme keuze voor de constructie. Ondanks het duurzame trompetgeschal.

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

stad van de toekomst Jammer, want het zag er zo mooi uit: een wereld opgebouwd uit gouden onderdelen. Een soort El Dorado, met straten bekleed met goud, gouden kolommen met gouden balken en gouden daken. Het blijft een mooie droom. Het goedkope zusje van goud, het roestvaste staal, wordt tegenwoordig veel toegepast in de openbare ruimte, juist om onderhoud en verfwerk te besparen. Dan blijkt dat in New York tegenwoordig de roestvast stalen onderdelen moeten worden voorzien van een ingeslagen merk met het stadswapen. Waarom? Omdat de zwervers het aan de ijzerhandel aanboden voor een paar rotcenten. Maar was recyclen juist niet één van de doelen van de cradle-to-cradle filosofie? Ja, alleen niet zo geforceerd snel. verbeeldingsvermogen De Gouden Stad van de Toekomst zal dus niet kunnen bestaan zolang er, zoals de marxistische terminologie het zo treffend verwoordt, een onderklasse is die schoonheid (en duurzaamheid) minder belangrijk vindt dan het geld waarmee de dagelijkse roes kan worden gefinancierd. Dus in plaats van een Gouden of Roestvast Stalen Stad zullen we duurzaam moeten leren leven in rieten, houten of lemen gebouwen. Saai? Welnee, verbeeldingsvermogen is het gereedschap waarmee we een leuke, mooie en duurzame wereld zullen moeten smeden. Rob Nijsse

<< Gouden munt, solidus van de Romeinse keizer Honorius (383423) een van de laatste keizers van het Westromeinse rijk. De portretzijde laat een gestileerd portret van Honorius zien, maar wel zodanig dat hij herkenbaar was. De keerzijde illustreert de propagandadoeleinden van de munt; godin Victoria zet haar voet op de nek van een (barbaarse) gevangene. De gouden glans en de beeltenis hebben zestien eeuwen overleefd. Djenné in Mali: toonbeeld van duurzaam mooi met lokale grondstoffen en vernuft.

onbegrijpelijk

23


documentatie gasthoofdredacteur: 2012 Architecten

superuse in actie: hergebruikte vrachtwagenportalen als puien in de voorgevel van de Weiner foto • fotocredit Residence, New York (VS) • ontwerp en beeld Lot-Ekbijschrift architects, www.lot-ek.com


interview ‘de architect moet zich voorbereiden op een cyclische toekomst’ 2012 Architecten wordt gevormd door het driemanschap Césare Peeren, Jan Jongert en Jeroen Bergsma. Gezamenlijk werken zij aan de drie pijlers van de bureaufilosofie: research, redesign en rebuild. ‘Met ieder zijn eigen verantwoordelijkheden, dat is vanzelf zo gegroeid.’ Ze leerden elkaar kennen tijdens de studie en vonden een gemeenschappelijk doel: conceptueel denken over het sluiten van cycli in de bouw. Na beginjaren met veel onderzoek, tentoonstellingen en publicaties, komt nu het bouwen steeds meer aan bod. Césare Peeren

Jan Jongert

re‘Onze krachten liggen in drie keer ‘re’: research, redesign en rebuild. Oftewel onderzoeken, productontwikkelen en architectuur. Het combineren van die dingen geeft een grote meerwaarde, het één koppelt terug op het andere. We hebben sinds het begin van ons bureau instrumenten ontwikkeld waarmee we bepaalde opgaven kunnen aanpakken: die kunnen we nu van de plank halen. We willen niet eindigen in het onderzoek, nu is het de tijd om onze kennis concreet te maken. Met nieuwe opdrachten, waarmee we weer meer kennis opdoen. Zo creëer je ook een duurzame organisatie, als bureau. Door continu die drie keer ‘re’ met elkaar te combineren, cycli te maken, breng je de kennis van het bureau steeds verder.’ cycli ‘Wij pakken duurzaamheid heel breed aan. Ook daar is het een kwestie van cycli sluiten. Daar staat

Jeroen Bergsma

26

2012 Architecten, op dit moment gevestigd in een voormalige pizzeria in Rotterdam, is opgericht in 1997 door Jan Jongert en Césare Peeren. Vanaf 2003 richten ze zich fulltime op het eigen bureau. In 2005 kwam Jeroen Bergsma de gelederen versterken. Bij 2012 werken nu – inclusief stagiaires – gemiddeld acht mensen. De drie leerden elkaar kennen tijdens de studie Bouwkunde aan de TU Delft. Jeroen en Césare richtten het tijdschrift De Omslag op, Jan werd gevraagd om het grafisch ontwerp te doen. Het is dan 1990. De reden om het blad op te richten was ‘om meer verdieping te geven aan onze opleiding: Bouwkunde dreigde door het blokkensysteem een gemiddelde beroepsopleiding te worden. Wij wilden discussie, inhoud’. Al snel realiseerden Peeren, Jongert en Bergsma dat ze een gemeenschappelijke drijfveer hadden om meer te doen met wat er al was. De kiem voor 2012 Architecten werd toen gelegd. Césare Peeren (1968) heeft de architectuur letterlijk met de paplepel ingekregen: op zijn zeventiende deed hij zijn eerste project in het architectenbureau van zijn vader. ‘Veel projecten waren verbouwingen van huizen. Toen merkte ik al dat het hergebruik van elementen

interview 2012 Architecten

de wereld nu voor. De grootste uitdaging sinds de industriële revolutie, als je het ons vraagt. Het is nu nodig om complexe verbindingen te maken in stromen van materiaal, energie, water, et cetera. Als architect moet je daar je verantwoordelijkheid in nemen. Op verschillende schaalniveaus, te beginnen bij de stad, het gebouw en bijvoorbeeld de manier waarop je je bedrijf voert.’ ‘Het is niet eenvoudig om op dit moment vernieuwing in de bouw tot stand te brengen. Aannemers hebben het te druk, ze bevinden zich in de luxe-positie dat ze de moeilijke projecten links kunnen laten liggen. Een groot probleem is nog steeds dat de kosten van sloop en afvalverwerking niet transparant zijn, niet zichtbaar in de prijs van een gebouw.’ ‘Dat die kosten stijgen, is inmiddels wel duidelijk. Maar die stijging werkt maar heel langzaam door, zodat er nog weinig concrete stappen worden genomen om er iets mee of aan te doen. Iedereen is het er wel over eens dat er schaarste zal ontstaan in grondstoffen, energie en transportmiddelen. Zodra we dat inzichtelijk hebben gemaakt, kan de bouwbranche niet meer om dat economische argument heen.’ oogstkaart ‘We beginnen bij elk project met een onderzoek naar lokale grondstoffen, om een oogstkaart te maken. Wat is er mogelijk, hoe zit het met materialen, energie, functies nu en straks. Die deelonderzoeken zijn parallele processen, het maakt de uitgangspunten en randvoorwaarden inzichtelijk. Het ontwerp

veel opleverde.’ Thuis werd er ook veel verbouwd. ‘Ik heb nog nooit in een ‘af’ huis gewoond. Ook nu niet. Als het af is, ga ik waarschijnlijk verhuizen’. Jan Jongert (1971), als telg uit een kunstenaarsfamilie op een natuurlijke manier bezig met het maken van dingen, werd gegrepen door een documentaire van Hank Onrust over Wijdeveld. ‘De internationale context van die wereld fascineerde me. De onontkoombaarheid van het bouwen: elke beslissing is belangrijk en zie je in het resultaat terug’. Daarmee (‘en met een inhaalslag voor wiskunde B’), was de ambitie van Jongert om architect te worden geboren. De keuze van Jeroen Bergsma (1970) was een heel pragmatische: ‘In een gesprek met een studieadviseur raadde hij me aan om iets te doen met mijn talenten voor techniek en de creatieve vakken. Binnen twee uur was de beslissing gemaakt om bouwkunde te gaan studeren.’ De nieuwsgierigheid naar architectuur was er altijd wel. Door zijn vader, een leraar kunstgeschiedenis, werd Bergsma veel meegenomen naar kerken en musea. ‘Het bleek dus een goede keuze. Ik heb die studieadviseur nooit meer gesproken, maar nog vaak aan hem gedacht.’

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


kunststof windmolenwieken worden hergebruikt in een Rotterdamse speeltuin • ontwerp en beeld 2012 Architecten

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

interview 2012 Architecten

27


loopt daar eigenlijk ook parallel aan. Wij zullen nooit vanuit een ‘goddelijke’ inspiratie een gebouw bedenken, maar ons altijd laten beïnvloeden door de bestaande context. En die context bestaat uit heel veel verschillende aspecten.’ ‘Met de kennis die we inmiddels hebben opgedaan, kunnen we de materialen die er zijn goed inzichtelijk maken. Met die materialen ga je aan de slag: je zoekt er een functie voor, onderzoekt de levensduur en stemt die op andere materialen af. Je kijkt naar afschrijvingstermijnen. Dan beginnen er weer heel andere processen, die ook weer direct hun invloed hebben op het ontwerpproces. Uiteindelijk ga je kijken naar de mogelijkheden die de materialen bieden, nadat de functie die je er nu voor bedenkt, ook niet meer relevant blijkt.’ naoorlogse flats ‘Met ons project ‘No Flat Future’ hebben we veel kennis opgebouwd over naoorlogse flats. Een heel interessante opgave, juist omdat er zoveel zijn waarmee iets moet gebeuren. De gebouwen zijn vaak als stempels in wijken met een goede groenstructuur. De casco’s zijn over het algemeen in goede technische staat en daarbij neutraal en flexibel genoeg voor toekomstig gebruik. Je zou het moeten beschouwen als monumenten, maar niemand lijkt er aan gehecht. Wij willen graag iets met die gebouwen doen. Niet vanuit sentiment, dat

is nergens voor nodig. Maar we willen de kwaliteit erkennen en herkennen: dan blijft de kracht van de hele omgeving overeind. Je bent wel gek als die goede kwaliteiten weggooit.’ ‘Veel materialen of componenten die nog goed zijn, lijken op het eerste gezicht niet toepasbaar. Maar daar kan je ook strategieën op ontwikkelen en onderzoek naar doen. Je moet proberen om een technische oplossing te vinden voor de beperkingen waar je tegenaan loopt.’ faculteit Bouwkunde Delft ‘Ja, dat zou wel eens de aanleiding kunnen zijn om onze stelling om geen prijsvragen te doen los te laten! Het ontwerpen van een nieuw gebouw voor Bouwkunde is een kans om op grotere schaal onze ideeën te laten zien. Juist de complexiteit van de opgave is een grote uitdaging. Om de manier waarop architectuuronderwijs wordt gegeven te vertalen naar architectuur, naar ónze architectuur. Wij zouden bewust proberen om de opgave zo breed mogelijk te maken, om het onderzoek en de materialenkennis van de toekomstige gebruikers in te zetten bij de ontwikkeling.’ procesarchitecten ‘Eigenlijk zijn we procesarchitecten. Met de uitdaging om zoveel mogelijk processen te integreren in de ontwerpfase. Onze focus ligt niet primair op het

'Miele Ruimte Station' als koffiebar op de Faculteit Bouwkunde in Delft en, onder, na de brand van 13 mei 2008• ontwerp en beeld 2012 Architecten

28

interview 2012 Architecten

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


'Welpeloo': een huis van 70% gerecyclde materialen met hieronder enkele basismaterialen • villa Welpeloo Roombeek, Enschede • ontwerp en beeld 2012 Architecten

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

interview 2012 Architecten

29


hergebruik van raamkozijnen in het project No Flat Future • ontwerp en beeld 2012 Architecten

ontwerptekeningen en foto kunststof waterbakken zoals toegepast bij cultureel centrum WORM, Rotterdam • ontwerp en beeld 2012 Architecten

30

interview 2012 Architecten

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


hergebruik van afval: het is één van de processen die we integreren in het ontwikkelen van een concept. Materialen, water, zon en energie: voor ons zijn het primaire uitgangspunten voor een project. Net als de gebruikelijke onderzoeken naar stedenbouwkundige randvoorwaarden, het programma van eisen en de wensen van de opdrachtgever en gebruikers. Wat ons betreft is er geen limiet aan het aantal processen dat we tijdens zo’n eerste fase onderzoeken. We zien het als onze verantwoordelijkheid om alle aspecten van een project bespreekbaar te maken. Als er beperkingen worden gesteld, ligt dat aan de wensen van de opdrachtgever.’ afval ‘Wat er leuk is aan afval? De pretentie die het materiaal ooit had, is er niet meer. Dat geeft je als ontwerper een enorme vrijheid om er van alles mee te doen. Het geeft veel meer vrijheid dan met nieuwe materialen. Het is een uitdaging om voorwerpen of materialen te ontdoen van hun symbolische betekenis en de kwaliteit ervan op detailniveau te benutten. Het is een spel van vervreemding en herkenning: iedereen kijkt anders, heeft een andere relatie met een voorwerp of gebouwdeel.’ ‘Toch is het niet de bedoeling om de betekenis van een element zo te versnipperen, dat je het niet meer herkent: die laag moet er wel inzitten. Niet historiserend, maar om te laten zien dat het mogelijk is om

voort te bouwen op wat er al is. Nee, wij zijn daar absoluut niet nostalgisch in: het is pure ratio!’ initiatief nemen ‘Op het internet hebben we met superuse.org wel een community opgebouwd, ja. Al bij het initiatief kregen we heel veel respons. Dat is inmiddels uitgegroeid naar een grote groep. Je haalt er ook veel informatie uit. Tijdens meetings die we hebben gehouden onder de titel ‘Forward Re-use’ stelden we bepaalde problemen aan de orde en hebben we goede discussies gehouden.’ ‘We initiëren graag projecten. Al dan niet met subsidies. Je ontwikkelt jezelf inhoudelijk door dingen te doen; het is belangrijker om ook echte plannen te ontwikkelen dan uitsluitend virtuele concepten te maken. Maar als iemand komt met een vraag en morgen iets wilt, dan zullen wij daar altijd op reageren.’ Caroline Kruit

hergebruik van raamkozijnen bij tentoonstelilng van Stroom, Den Haag • kozijnen afkomstig uit woongebouw 'De Zwarte Madonna', Den Haag, Carel Weeber, 1985 • (her)ontwerp 2012 Architecten • beeld Stroom / Rob Kollaard

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

interview 2012 Architecten

31


materiaal en proces: kringloop van de architectuur

Hergebruik in architectuur lijkt op een supermarkt met een klein maar groeiend marktaandeel. In de schappen vindt men vele losse ingredienten met een beetje recycling, upcycling, re-use en superuse, het thema van deze dax. Maar het assortiment heeft uitbreiding nodig zoals kanten-klaar maaltijden, oftewel ‘recycle architectuur’ die duurzaamheid in alle fasen van de levenscyclus van het ontwerp integreert. Op de afdeling direct bij binnenkomst in deze architectuur supermarkt is een opvallende stroming recycle architectuur, waarbij architecten afgedankte consumentenproducten en materialen integreren. Dit gedachtegoed heeft meer nodig dan parkeerterreinen vol autobanden of woestijnen bezaaid met afgeschreven Boeings 747, waarmee niets gedaan wordt of waarvan verder hergebruik in eerste opzicht niet rendabel lijkt. De architect in het bijzonder moet de kunst beheersen om de materiaaltechnische waarde van dit afval in te zien en het afgedankte product weer tot leven te brengen. marketinggericht hergebruik De praktijk verdeelt deze afdeling in grofweg twee vaak toonaangevende typen architectuur, die we voor het gemak even obvious green en juicy detai-

ling kunnen noemen. Bij obvious green design staat een voor iedereen zichtbare vorm van hergebruik centraal in het ontwerp. Zo laat de Freitag Flagshipstore in Zürich duidelijk zien dat zeecontainers de oorspronkelijke componenten van het gebouw waren. Het is een perfecte weerspiegeling van de pure, ruige en door recycling gedomineerde identiteit van het merk. Deze vorm werkt overtuigend in de markt en vormt op dit moment hét toonbeeld hippe recycling in architectuur. herkenbaarheid Een dergelijke toepassing met letterlijk herbruikte componenten heeft zichtbaar weinig vormgevingsvrijheid. Als we dit principe massaal willen toepassen moet de hoeveelheid herbruikbaar ‘materiaal’ in de buurt toereikend zijn, want transport is niet duurzaam. Daarnaast wordt de uiteindelijke vorm van het ontwerp sterk gedomineerd door de vorm van de herbruikte onderdelen. Al was het mogelijk om op een duurzame wijze de containers om te vormen naar de vrije hand, de ‘consumerende leek’ zou dan het hergebruik niet meer herkennen. Daarmee verdwijnt het marketingprincipe van een bedrijf als Freitag.

grafiek van de reserves van bepaalde materialen en elementen • bron: Universiteit van Augsberg, Universeit van Yale.

32

materiaal & proces

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


<

<

<

De bouwkeet wordt gestript en er worden aan twee kanten gaten van 3,5 x 3 m uitgezaagd voor vensters.

Puien worden geplaatst en de gevels worden vernieuwd met overgebleven hout van de bouw. Naast het blok is een betonnen helling gestort die als toegang dient voor het kantoortje.

De gevelbekleding is van zwarte Sintra platen. Het interieur wordt afgemaakt van boeken en tekeningen geleend van de architect van HL23, Neil Denari.

< De lege keet. De ontwerpers hadden 14 weken om van deze afgedankte container een ruimte te maken van waaruit luxe woningen verkocht zouden worden.

foto's Pandiscio Co., New York

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

materiaal & proces

33


34

materiaal & proces

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


just do it Enige troost is te vinden bij het tweede item op de afdeling met recycle architectuur: juicy detailing. Dit architectuurprincipe is gevrijwaard van de expliciete doelstelling om over het hergebruik op te scheppen. Zo was de High Line 23 Sales Tin in New York ooit een overgebleven bouwkeet die de creatievelingen van het New Yorkse Pandiscio omtoverden tot een makelaarskantoor. Dit vormvrijere principe van hergebruik in architectuur schept een band tussen de op het detail gerichte vakgenoten en andere oplettende geïnteresseerden. Daarbij valt het niet te ontkennen dat we, met of zonder kennis over het hergebruik, een zekere aantrekkingskracht voelen tot deze doos. Bovendien, en in tegenstelling tot obvious green design, kan dit concept bij succes eindeloos herhaald worden zonder beschuldiging van kopiëren of eenzijdigheid in het ontwerpwerk. vraagtekens bij duurzaamheid Als we naar de regelgeving en trends in de consumptie-industrie kijken, laat de afdeling van de recycle architectuur een aantal vragen open. Er wordt tegenwoordig veel ontworpen vanuit het principe Design For X. DFX behelst een groot aantal uitgangspunten, waarbij in het productontwerp rekening wordt gehouden met duurzaamheid in alle fasen van de levenscyclus van het product. In het DFX-principe treft men onder

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

andere Design For Disassembly aan, waarbij ontwerpers rekening houden met de fase ná de afschrijving van een product. Zo worden bijvoorbeeld koelkasten ontworpen met de DFD-gedachte: na gebruik zijn ze makkelijk te demonteren en wordt een groot deel van de componenten herbruikt of duurzaam verwerkt. Dit wordt bekostigd door de vooraf betaalde verwijderingsbijdrage. Hergebruik van koelkasten in architectuur is dus schijnbare duurzaamheid. cyclusgedachte In lijn met DFX en het denken in cycli vragen we ons direct af of hergebruik van containers wel echt duurzaam is. Is er een doel en een herbruikproces bedacht voor de HL23 Sales Tin na zijn tweede leven? De functie van ‘container’ is verloren, want de constructie zit vol gaten door het aanbrengen van kozijnen. Met andere woorden, waarom vinden we in recycle architectuur geen ontwerpen die over twintig jaar makkelijk gedemonteerd kunnen worden én nog eindeloos herbruikbaar zijn? De afdeling recyclearchitectuur lijkt gevuld met concepten die uiteindelijke vernietiging van de herbruikte producten louter uitstellen. modulaire ontwerpen Wanneer wij verder door de supermarkt dwalen vinden we een tweede afdeling waar ontwerpexperimenten meer nadruk leggen op de gehele

materiaal & proces

35


36

materiaal & proces

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


levenscyclus. Een klein beetje vervulling vinden we bij de United Bottle, een stapelbare petfles ontwikkeld door het Zwitserse architectenbureau INSTANT. Op zich is een fles met de functie van baksteen geen nieuw idee – denk aan Heineken’s glazen WOBO zo’n 25 jaar geleden – maar de expliciet ontworpen oneindige herbruikbaarheid rekt de nuttigheid van deze versie behoorlijk uit. Bovendien kent de United Bottle een veelzijdigheid aan mogelijke toepassingen waarin zelfs sociale duurzaamheid is aangehaald, die in de enkelstuks toepassingen van de andere projecten nog ontbrak. Zo is de bouwsteen een duurzame oplossing voor tijdelijke constructies zoals bruggen of tijdelijke huizen in een vluchtelingenkamp. De ultralichte flessen kunnen getransporteerd worden met luchtballonnen en zeppelins, om ze net als voedselpakketten in rampgebieden te kunnen droppen. De flessen zijn vulbaar met desnoods mensenhaar of andere lokaal aanwezige stoffen die isolatiewaarde en gewicht hebben en de functionaliteit verhogen. beperkt assortiment Twee details ontbreken nog in dit modulaire concept: duurzaamheid van het materiaal zelf en een natuurlijke aantrekkelijkheid. De thermoharder polyethyleen laat zich niet omsmelten naar een nieuwe vorm zoals thermoplasten dat doen. De huidige petflessen kunnen we dus niet vervangen. Bovendien kunnen we frisdrankfabrikanten niet dwingen tot een productieswitch naar dit

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

flesontwerp. En zou je je wel prettig voelen in een petfleshuis? Je zou graag de aantrekkelijkheid en vormgevingsvrijheid van de HL23 keet willen combineren met de herhaalbaarheid, levensduur en het modulaire principe van de United Bottle. Deze kant-en-klaar maaltijd zouden we massaal afrekenen bij de kassa. integratie Het mag duidelijk zijn dat de winkel van de recycle architectuur reorganisatie nodig heeft. De producenten van de afdeling hergebruik moeten samenwerken met de geesten achter de afdeling van de concepten die volledig vanuit het gedachtegoed van de levenscyclus doordrongen zijn. Samen met een menging van de kennis van psychologen en sociologen zou dit tot menswaardige en volledig duurzame architectuur kunnen leiden. Eén schap met producten die allemaal dezelfde ingrediënten bevatten: het hergebruiken van componenten die zo lokaal mogelijk beschikbaar zijn, mét in achtneming van opnieuw (en dus in principe eindeloos) her-hergebruik én een geweldige beleving. MvdM

materiaal & proces

37


project kunstgalerie Prothese Castellón (E) Recetas Urbanas, Sevilla (E)

Een Spaanse kunstgalerie barstte uit zijn voegen en wilde binnen enkele maanden een nieuwe ruimte betrekken. Het jonge bureau Recetas Urbanas kreeg opdracht om een gebruiksruimte toe te voegen aan de galerie, die middenin een oude Spaanse stad ligt. De opdrachtgever wilde dat de aanbouw een opvallend uithangbord zou worden voor de galerie en de architect zocht het spanningsveld op tussen gebruik en hergebruik. Er is bij deze prothese gebruik gemaakt van zowel verwaarloosde materialen als van een leeg stuk grond aan de achterkant van de galerie. Die voorheen kale gevel ligt aan een doorgaande weg. Mede daarom is gekozen voor een opvallende aanbouw die de naam Institutionele Prothese draagt. Dit ontwerp is een voorbeeld van een gelukkig samenspel tussen een architect met idealen en ideeën over hergebruik en een opdrachtgever met een frisse blik op de vernieuwing. Een aantal vragen is aangegaan en in het ontwerp uitgewerkt. De directie wilde weten in hoeverre kan zo'n uitbouw een statement maken over het (her)gebruik van materialen. Hoe kan een aanbouw gerealiseerd worden zonder drastische veranderingen in het oorspronkelijke gebouw te maken? Daarbij stelde de architect vragen over het gebruik van materialen op oneigenlijke manieren. stedelijke recepten Het bestaande pand is een eenvoudige doos van drie verdiepingen met een traditionele spouw. Op de eerste en tweede verdieping is een aantal tentoonstellingsruimtes geschakeld. Twee trappenhuizen aan

38

institutionele prothese, castellón

beide kanten van het blok ontsluiten de zalen. Alle ruimtes zijn van boven belicht door daklichten en zo ontstond één lange blinde gevel die aansloot bij een opgedroogde vijver die geen functie had. Dit is precies het soort stedelijke ruimte die Recetas Urbanas opzoekt. Hun bureaunaam betekent vrij vertaald stedelijke recepten en is gestoeld op een experimenteerdrang naar nieuwe vormen van ruimte- en materiaalgebruik. van skelet naar aanbouw Na een aantal studies naar de aansluiting van de aanbouw op het bestaande gebouw en een aantal technische en veiligheidseisen ontstond de basisvorm. Een uitgerekte slang die gevormd wordt door twee zalen, van 60 m2 en van 80 m2, en een verbindingsgang die aansluit op beide dakterrassen van het huidige volume. De aanbouw zou een nieuw te bouwen, eigen ontsluiting krijgen aan het verwaarloosde plein. Er was ook al een staalconstructie aan de gevel gebouwd van IPE- en T-profielen die ooit zou dienen voor een, nooit gerealiseerde, luifel. Hiervan hebben de architecten dankbaar gebruik gemaakt. Het staal draagt bij aan de stijfheid van het geheel en geleidt de prothese op een constructief logische manier aan de galerie. vormvrij ontwerpen Het aangebouwde volume valt op twee manieren op. Ten eerste vanwege de afwijkende kleur. De gang is kanariegeel geverfd en de zalen zijn van gitzwarte betonmallen, twee duidelijke signaalkleuren. Daarbij valt het geheel op door de herhaalde toepassing van dit pvc element en de bevestiging aan wanden, zodat de mal uit zijn context is gehaald. Elke betonmal

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


jaargang 4 • 2008 • nr. 21

institutionele prothese, castellón

39


2

3

1 1.

ontsluitingsgang

2. 'de dikke' zaal 3.

daklicht en tentoonstelling

4

4. 'de dunne' zaal 5. plateau van betonmallen 6. lift

6

1

2

5

3

plattegrond schaal 1 : 300

4

6

> Het constructief principe van de prothese. Geponste IPE-profielen worden gebruikt; de oorspronkelijke luifelconstructie, van T-profielen is niet in in de tekening afgebeeld maar wel in de foto te zien. Het trappenhuis is een half open constructie en doet opzettelijk de grens tussen binnen en buiten vervagen.

40

institutionele prothese, castellón

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


Exploded view van de prothese, waarop alle (her-)gebruikte materialen en componenten staan aangegeven. In de foto's is te zien hoe de geponste profielen zijn samengesteld en hoe de betonmallen aan de schroefdraden worden bevestigd.

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

institutionele prothese, castellón

41


verticale doorsnede zuid-noord

detail 1

schaal 1 : 100 Met grijs is het oorspronkelijke volume aangegeven. De aangestortte plateaus van betonmallen staan in een voormalige vijver en trekken het maaiveld gelijk met het asfalt van het pleintje voor het gebouw.

detail 2

detail 3

verticale doorsnede oost-west schaal 1 : 100

detail 4 Voor de stabiliteit van de constructie van samengestelde liggers is een extra steunkolom gebruikt.

detail 5

42

institutionele prothese, castellĂłn

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


details

6

schaal 1 : 20

7

5

3

1.

4

4

gelamineerde ligger van Madeira hout

3 2 8

1

2.

kunststof paneel 50 mm

3.

waterdichte pvc-folie

4.

staalprofiel 30 x 30 x 1,5 mm op neopreen gemonteerd

detail 1 9

5.

staalprofiel 30 x 30 mm

6.

pvc betonmal

7.

stalen schroefdraad Ø 10 mm, lengte 1000 mm

8.

6 7

gekleurde polycarbonaat plaat, 3200 x 1250 mm

5

9.

staalprofiel 80 x 40 x 3 mm

4

10.

aluminium sandwichpaneel,

3

11.

dubbel glas, zonwerend

12.

kunststof paneel 15 mm

13.

aluminium stelprofiel

14.

mineraalplaat isolatie

15.

tl-verlichting

16.

silicone dichting

17.

aluminium montageprofiel

18.

polycarbonaat plaat

19.

houtvezel isolatieplaat

4

dikte 4 mm

2 1

detail 2

15 12

21 19

20. aluminium stelprofiel 50 x 50 x

11

1,5 mm

16

detail 3

15

21.

samengestelde ponsligger

10 1 18

17

20 3 2 De aansluiting van de geelgeverfde houten laminaatprofielen op de

1 detail 4 7

15

13

12

14

19

15

geponste stalen liggers.

1

2

5

8

20 9 detail 5 21 17

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

institutionele prothese, castellón

43


Na zijn studie aan de Escuela Técnica Superior de Arquitectura in zijn geboorteplaats Sevilla heeft Santiago Cirugeda (1971) het bureau Recetas Urbanas opgericht. De naam duidt op de werkwijze: de architecten ontwerpen recepten voor stedelijke interventies die door anderen toegeëigend mogen worden. Met een knipoog legt Cirugeda op zijn site uit dat lichamelijk én intellectueel gevaar voor eigen risico is. Met vijf vaste medewerkers poogt het bureau een subversieve, haast anarchistische architectuur te ontwikkelen.

foto's Recetas Urbanas

architect

projectteam

medewerkende ontwerpers

Recetas Urbanas

Santiago Cirugeda, Carlo Magoni,

Lorenza Baboni, Juan de Nieves

Gianluca Stasi

44

institutionele prothese, castellón

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


is in de hoeken bevestigd aan lange schroefdraden die veel stelruimte bieden. Zo kan de mal bijna een meter van de gevel worden gemonteerd. Deze ruimte levert veel ontwerpvrijheid op die invloed kan hebben op het uiterlijk van de prothese. De zalen zijn licht spottend 'de dikke' en 'de dunne' gedoopt. De dikke is naar het plein gericht en is afgesloten met een glazen pui. Hierdoor bestaat de mogelijkheid de zaal als (semi-)publieke ruimte te gebruiken. De dunne is dwars georiënteerd. Hierdoor valt de zwarte gevel meer op vanaf de ingang van het plein. efficiënt bouwen De gele kleur is in de constructie doorgezet. Geprefabriceerde, gelamineerde houten I-profielen zijn gebruikt in de vloeren. Als verwijzing naar de bestaande galerie zijn polycarbonaat daklichten gemaakt die een gele waas werpen over de tentoongestelde kunst. De constructie heeft een vluchtig en agressief karakter en komt over als een organisch, levendig object. Het is een gestalte die niet over het hoofd gezien kan worden. Het lijkt dan ook alsof er zowel een lange voorbereiding en ontwerpproces aan vooraf zijn gegaan. Toch is het hele ontwerp, dat zo economisch mogelijk is gerealiseerd, in twee maanden gebouwd. Door lichtgewicht elementen te gebruiken, gevelpanelen in de kunstgalerie te prefabriceren en ook gebruik te maken van gerecyclede materialen werd het bouwtempo verhoogd terwijl de kosten laag bleven. Andere constructieve ideeën om het karakter van het gebouw te benadrukken zijn minder opvallend, maar dragen bij aan het idee van de prothese. Gaten zijn uit IPE-profielen geponst, waardoor zij lichter en makkelijker te monteren werden. Voorgesneden polycarbonaat en aluminium panelen zijn in de galeriehallen opgeslagen

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

tot ze in de constructie gemonteerd konden worden. Zo kon het bouwproces zonder vertraging verlopen. betonmallen voor beton Bij een dergelijk architectonisch experiment ontstaan vaak onverwachte voordelen. De stelruimte van de betonmallen, wordt mogelijk gemaakt door de lange stalen staven die het bestijgen van de gevel door eventuele inbrekers onmogelijk maakt. Zo'n ontdekking is een belangrijke conclusie van het ontwerpproces. Recetas Urbanas neemt dit soort uitvindingen mee naar volgende projecten. Wat is de toekomst van deze - haast parasiterende - aanbouw? Een aardige bijkomstigheid is de mogelijkheid de betonmallen te gebruiken zoals ze bedoeld zijn. Met een zwaardere constructie zouden de gevels van de prothese aangestort kunnen worden. Dit is al gebeurd op het plein voor de uitbouw. De mallen zijn gebruikt voor betonnen bankjes en voor een gestort platform dat toegang biedt aan de galerie. Een suggestie van de architect die verwijst naar de materiaal- en gebruiksaspecten die in de prothese zijn verwerkt.

project centrum voor moderne kunsten locatie Castellón (E) opdrachtgever Espai d’Art Contemporani de Castelló

parasieten Recetas Urbanas hanteert twee ontwerpprincipes. Het idee om materialen te hergebruiken op oneigenlijke manieren loopt parallel aan de overtuiging dat dit voor ruimte ook geldt. De architecten stellen dat alle door hun bedachte principes en ontwerpen onderdeel van het publiek domein en daarom mogen ze door onderzoekende ontwerpers verder ontwikkeld en toegepast worden op andere locaties. Op deze manier kan de institutionele prothese nog flink door gaan met parasiteren. PA

institutionele prothese, castellón

45


project Freitag flagshipstore Zürich (CH) spillmann.echsle, Zürich (CH)

Gebruikte zeecontainers zijn onmiskenbaar de basisunits waaruit de shop annex showroom van Freitag is opgebouwd. De bonte doorleefde uitstraling van de containers past precies bij de filosofie achter het Freitag tassenconcept, dat uitgaat van hergebruikt vrachtwagenzeildoek. Spillmann echsle architekten stapelde bovenop een basis van twee lagen voor de winkelruimte, een toren van zeven containers tot een hoogte van bijna 25 m. Voor alle koppelingen en stabiliteitsvoorzieningen zijn in het containervervoer gebruikelijke industriële producten toegepast. De tassen van de gebroeders Freitag, gemaakt van hergebruikt vrachtwagenzeildoek, zijn inmiddels wereldwijd een hip modeartikel. Firma Freitag had behoefte aan een showroom annex verkooppunt dichtbij zijn productiefaciliteit bij de Hardbrücke, in het industriegebied van Zürich. In de nabij gelegen Geroldstrasse kwam een kleine kavel vrij die de gebroeders Freitag optimaal benutten. De toren van het containergebouw steekt hoog uit boven de brug en dient als oriëntatiepunt, reclamezuil en uitkijkpost. Voor het hele bouwwerk zijn zeventien zichtbaar intensief gebruikte zeecontainers geselecteerd met afmetingen van 6058 x 2438 x 2591 mm (lxbxh). De hoogte van het bouwwerk is bepaald door de maximaal haalbare stapelhoogte binnen de hoogtegrens van 25 m die geldt voor het gebied. shoppen met uitzicht Het winkelgedeelte op de begane grond bestaat uit vier aan elkaar gekoppelde containers in twee lagen. Eén ervan is ingericht als trappenhuis, de aangrenzende containers dienen als display en

46

freitag flagshipstore, zürich

opslagruimte. De wanden van de trappenhuiscontainer zijn vervangen door stalen kruisverbanden. Dit deel vormt de basis voor de toren. De trap ontsluit de eerste tot en met de vierde verdieping, waarbij de bezoeker langs een wand wordt geleid met displays en kartonnen laden. De vierde verdieping geeft toegang tot de trap naar het uitkijkplatform bovenin. Een panoramatelescoop biedt de bezoeker detailzicht op interessante plekken in Zürich die op een striptekening zijn aangegeven. Behalve dat biedt het platform ook zicht op het Freitagmateriaal van de toekomst, de vrachtwagens met dekzeil op de nabijgelegen snelweg. minimale ingreep, maximaal resultaat Elke standaardcontainer van het geselecteerde type ISO ICC 20 is opgebouwd uit twee stijve structurele staalframes die op de hoeken zijn verbonden met vier buisprofielen tot een ruimtelijk frame. Op het frame zijn geprofileerde staalplaten gelast voor de wanden. Voor de vloer zijn kruisverbanden aangebracht, waarop een hard houtenvloer van 28 mm is geschroefd. Zo ontstaat een sterk en stijf geheel met een laag eigen gewicht. Elk onderdeel heeft hierin een dubbele functie en dient zowel voor de sterkte als voor de stijfheid. De uitdaging van dit Flagshipstoreproject is het bereiken van een maximaal resultaat met minimale ingrepen. Om de containers ruimtelijk met elkaar te verbinden, zijn de wanden, vloeren en daken gedeeltelijk opengeknipt. Het verlies aan stijfheid is gecompenseerd met slanke stalen buisprofielen, zoals bij het trappenhuis. Aan de straatkant zijn van een aantal containers de laaddeuren vervangen. Zo zijn op de begane grond glazen toegangsdeuren in een staalframe gezet.

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


jaargang 4 • 2008 • nr. 21

freitag flagshipstore, zürich

47


48

freitag flagshipstore, zürich

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


plattegronden schaal 1 : 200 1.

winkelruimte

2.

leidingschacht

3.

trap

4.

opslag

5.

kantoor

1

4

begane grond

eerste verdieping

3

1 2

tweede verdieping

4

derde verdieping

5

vierde t/m achtste verdieping

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

negende verdieping

freitag flagshipstore, zürich

49


detail aanzicht koppelprofielen 1 : 20 1.

stalen 'quick-tie' blok

2.

isolerend hoogrendement glas

3.

foamglas 2 x 60 mm opgelijmd

4.

brandwerend paneel 27 mm

5.

horizontale zinkslabbe 2 mm

6.

verticaal staalprofiel 2va

7.

kunststof afdichtingsplaat

1

16 mm

5 2

verticaal detail aansluiting 1 : 10

4

legenda als boven

7

5

2

50

freitag flagshipstore, zürich

4

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


horizontaal detail aansluiting

3

4 1 : 10

6

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

legenda als op vorige pagina

2

freitag flagshipstore, zürich

51


De kartonnen displaywand strekt zich uit over vier gestapelde containers, waarvan de laaddeuren zijn vervangen door een glaspui. zeewaardig stapelen De containers zijn op dezelfde manier gestapeld en gezekerd als op een zeeschip. Normaal worden op de hoeken worden ‘twistlocks’ aangebracht, om de containers snel vast te kunnen zetten. Voor deze toepassing bleken de standaard locks minder geschikt, omdat er teveel bewegingsruimte in zit. Een extra sterk type voorgespannen zekering Quick Tie, ontwikkeld voor het hijsen van twee containers tegelijk, bood uitkomst. De kruislingse ‘lashings’ die de stabiliteit van de lading op het schip verzorgen, zijn ook hier toegepast. In dit geval zorgt de toren voor een grote windbelasting die in de fundering moet worden opgevangen. Om de extreme krachten te compenseren, is een zware fundering aangebracht van twee kruislings verbonden betonbalken. toegevoegd materiaal Waar mogelijk zijn de containers in tact gelaten. Zo zijn de hardhouten vloeren origineel. Alleen strikt noodzakelijke materialen zijn toegevoegd, zoals isolatiemateriaal tegen extreme temperatuurschommelingen. De binnenwanden van het winkel- en displaydeel zijn voorzien van foamglas, dat behalve temperatuurisolatie ook voorziet in geluidabsorptie. De felgekleurde verflagen zijn direct op het foamglas aangebracht. Op plafonds en ter plaatse van de opengeknipte delen is brandwerende bekleding toegepast. Ter plaatse van het trappenhuis is als doorvalbeveiliging een net van staaldraad gespannen. Aan de buitenkant is zink aangebracht op de horizontale naden om inwatering te voorkomen. De

52

freitag flagshipstore, zürich

enige toevoeging die niet direct functioneel is, maar gericht op het ruimtelijk effect, is de spiegelwand tegenover de glaspui in de displayruimte. Hierdoor lijkt de ruimte langer dan hij in werkelijkheid is. ready made Net als het Freitag productconcept borduurt het ‘architectuurconcept’ voor de Freitag Flagshipstore eigenlijk voort op de ‘ready made’ objecten van Marcel Duchamp. Waren de ‘ready mades’ voor Duchamp destijds een statement tegen de elitaire l’art pour l’art, in de huidige tijd is het recyclen van materialen te beschouwen als krachtig statement tegen de consumptiemaatschappij die ons leefklimaat aantast. Inmiddels zijn de tassen, net als de objecten van Duchamp, prijzige ‘cultobjecten’, alleen bereikbaar voor de kapitaalkrachtige elite, die het oorspronkelijke statement doet vervagen. De Freitagstore is net als het tassenconcept een krachtig statement dat door zijn succes dreigt te verworden tot een ‘folly’, waarbij de oorspronkelijke bedoeling naar de achtergrond raakt. De winkelbeleving en het idee erachter zijn zo aantrekkelijk dat de showroom grote aantallen bezoekers trekt. Beide architecten Spillmann en Echsle beschouwen hun ontwerp voor de Freitagstore niet als architectuur, maar als tijdelijk object dat na verloop van tijd weer gemakkelijk te demonteren en eventueel te hergebruiken is. Misschien jammer, maar wel trouw aan de oorspronkelijke gedachte. ItB

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


Harald Echsle en Annette Spillmann werken sinds 2002 samen. Zij hebben allebei aan de ETH in Zürich gestudeerd maar daarvoor heeft zij sociologie en filmwetenschappen gestudeerd. Hij werkt nu een kleine twintig jaar in de architectuur en begon bij de Frank Lloyd Wright School of Architecture in Taliesin. Samen bouwden zij een breed portfolio op aan projecten in en om Zürich. Het bureau probeert uitdagingen aan te gaan die de fysieke en maatschappelijke context van het gebouw onderzoeken. Voor FREITAG is onder andere een techniek ontwikkeld om zeventien gebruikte zeecontainers stabiel aan elkaar te koppelen.

architect spillmann.echsle architekten www.search-arch.ch

adviseurs Fislisbach W. Schmid, Glattbrugg (Ch)

elektra Atel Elektroinstallationen www.group-ait.com

projectteam Paul Billeter, Henauer Gugler

constructie Aepli Stahlbau www.aepli.ch

Etavis Elektroinstallationen www.etavis.ch

constructie Henauer Gugler Ingenieure Planer, Zürich www.hegu.ch

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

raadgevende ingenieurs Gebrüder Brügger, Wallisellen (Ch)

project FREITAG Flagship store, Zürich (Ch) locatie Zürich (Ch) opdrachtgever FREITAG, Zürich (Ch)

afbouw Raess Haustechnik www.raess-haustechnik.ch

freitag flagshipstore, zürich

53


project autonome modules Exponor, Abrantes (P) Cannatá & Fernandes Arquitectos, Porto (P)

Op een kale berg nabij het Portugese Porto staat een aantal futuristisch ogende modules te blinken in de zon. Het zijn ontwerpen voor twee fabricage bedrijven die wilden laten zien wat de mogelijkheden zijn van duurzame prefab bouw. De elementen staan in een starre compositie op een rotsige ontsluiting aan de Atlantische kust. Een soort woonwagenpark, maar wel één die sterk op de duurzame toekomst gericht is en tegelijkertijd een geraffineerde luxe uitstraalt die de bezoeker in eerste instantie niet zou verwachten van een milieubewust ontwerpexperiment. Na een eervolle vermelding te hebben gekregen bij een ontwerpwedstrijd voor Concreta, een Portugese expo, hebben Cannatà & Fernandes de modules doorontwikkeld in samenwerking met twee plaatselijke constructeurs. Eén werd uitgevoerd in staal en aluminium, de andere in hout. De twee ontwerpen komen voort uit één idee en hebben gelijke afmetingen. Toch zijn er, vooral qua materiaal en detaillering, duidelijke verschillen te zien en dat maakt het interessant om deze projecten, die gelauwerd worden voor hun milieubewuste ontwerpen en vindingrijkheid, naast elkaar te leggen. opgetilde volumes Scherpe lijnen en zacht afgeronde hoeken zijn de vormentaal van de CAPA (staal) en de DST (hout). Compositorisch zijn zij eenvoudig. De CAPA is een afgeronde doos met aan beide kanten deuren. De grote zijvlakken zijn van gehard, zonwerend glas. De DST is een uitgeholde buis met glas aan de kopse kanten en de deuren in de lange gevels. Beide modules zijn 9 m lang en 3 m breed en hoog. Zij zijn

54

autonome modules, abrantes

van het maaiveld opgetild en staan op een staalconstructie van 1 m hoog. In de ruimte die hiermee wordt gecreëerd zijn de installaties opgenomen. Over tweederde van het dakoppervlak zijn zonnepanelen aangebracht die per wooneenheid 2200 W genereren. drie dagen autonoom Zo ontstaat een overzichtelijk woonelement dat van binnen veel ruimte biedt aan de gebruiker. Bij de DST staan de elementaire functies, zoals het sanitair en een keukentje, aan één kant gerangschikt. In de uiteinden zijn kleine luchtgaten geboord die zorgen voor natuurlijke ventilatie. De CAPA module is anders georganiseerd. Hier staan drie losse eilanden midden in de ruimte. Het bed krijgt wat privacy doordat het dwars staat op het glas en het wordt afgeschermd van pottenkijkers door een doorlopende constructie. De luchtafvoer gaat via verticale kanalen. Onder de woningen zijn bij beide ontwerpen watertanks opgenomen van 500 liter. Een volle tank biedt extra stabiliteit aan de module en de capaciteit is berekend op drie dagen gebruik zonder bijgevuld te worden. Naast de tanks staan de tijdelijke rioolopslag, die gekoppeld is aan een vacuümtoilet, grote batterijen en een transformator. Ook de elektravoorzieningen zijn geraamd op een periode van drie dagen. Om de binnenruimte van 80 m3 te verwarmen hebben de ontwerpers drie voorstellen gedaan. De meest eenvoudige manier is om het water direct met de PV-cellen te verwarmen. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van gasverwarming, die ondergebracht wordt in de ruimte onder de module. Ook

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


jaargang 4 • 2008 • nr. 21

autonome modules, abrantes

55


plattegrond en doorsnede DST

1

schaal 1 : 100 1.

toegangstrap

2.

keukenblok

3.

uitklapbed

4.

gebogen wand

5.

sanitair

6.

acryl bak

7.

watertank, inhoud 500 l

2

5

4

3

3

2

5

7

56

autonome modules, abrantes

6

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


plattegrond en doorsnede CAPA

2

1

3

schaal 1 : 100

4

1.

toegangstrap

2.

keukenblok

3.

bedblok

4.

gebogen wand

5.

sanitair

6.

acryl bak

7.

watertank, inhoud 500 l

5

7

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

5

6

autonome modules, abrantes

57


7 1 3

verticale details DST module schaal 1 : 20 1.

2 4

madeirahouten voorgebogen

5

strips 3 x 4 mm op 2 mm rvs plaat gemonteerd 2.

deltafilm

3.

geëxpandeerd piepschuim

4.

waterdichte folie

5.

roestvast stalen afdichting 1 mm

6.

inbouw lamp 7 w

7.

houten balk 80 x 100 mm

8.

verstevigingsplaat rvs/zinc 2 mm

9.

wandpaneel 2 x 30 mm madeira

6

9

8

10

hout, gelijmd 10.

ventilatiegaatjes Ø 15 mm

11.

ingebouwde afvoerleidingen

12.

heb 140 profiel

13.

pvc water toevoer Ø 22 mm

14.

verstevigingsschot van gegalvaniseerd staal

15.

bak van acryl, wanddikte 8 mm

16.

pvc water afvoer Ø 22 mm

17.

beton 150 mm

18.

watertank 500 l

12 13 11 14 18 15 16

17

58

autonome modules, abrantes

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


verticale details CAPA module

1 2 3 4

schaal 1 : 20

5

1.

roest vast staalplaat 1 mm

2.

waterdichte laag

3.

gebogen mdf 20 mm

4.

deltafilm

5.

geëxpandeerd piepschuim

6.

ipe 180 profiel

7.

los te koppelen sanitair unit

8.

heb 140 profiel

9.

verstevigingsschot van gegalvaniseerd staal

10.

bak van acryl, wanddikte 8 mm

11.

pvc overstort buis, Ø 63 mm

12.

stalen stelplaat 20 mm

13.

batterijen

14.

aluminium sandwichpaneel als toegangsplaat

7

8 6

14

9 10 13 11 12

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

autonome modules, abrantes

59


de toegangstrap van de CAPA met de zonnepanelen onder een hoek gemonteerd

kunnen het water en de lucht apart van elkaar verwarmd worden met behulp van de zonnecellen.

bruggen worden voorkomen door een laag mdf aan te brengen aan de buitenkant van de isolatie.

meerdere functies De energiebehoefte wordt veel kleiner wanneer de eenheden gekoppeld worden. Zoals in het diagram op pagina 54 is aangegeven, hebben de architecten een aantal voorstellen getekend van mogelijke schakelingen. De modules zijn ontworpen om naast elkaar of in elkaars verlengden te staan. Daarmee worden nieuwe functies denkbaar. De capsules zijn ontwikkeld om ook te kunnen dienen als hotelkamer, tijdelijke huisvesting of uitkijk- en observatiepost. Dit sluit aan bij de beoogde locaties: natuurgebieden, stadspleinen of stranden. Het zijn sterk ontworpen eenheden die een serieuze poging doen om het domein van kleinschalige architectuur uit te breiden.

gestandaardiseerde duurzaamheid Het ontwerpprincipe is ‘Design for Deconstruction’, waarbij meer nadruk is gelegd op de duurzame toekomst dan op de duurzaamheid van vandaag. Er is weinig restmateriaal gebruikt maar het idee van Cannatà & Fernandes is juist dat deze strakke units zelf worden gezien als het restafval van de toekomst. Wel is aandacht besteed aan het productieproces. Door de ontwerpen zo veel mogelijk te standardiseren kon bijvoorbeeld het isolatiemateriaal efficiënter worden gebruikt. Ook op de mogelijkheid tot demonteren is gelet. Zo kan het sanitairblok bij de CAPA eenvoudig worden losgeschroefd en weggehaald. Alle installaties in het stalen onderstel zijn verzameld in een stevige bak van acryl, die als een lade onder de module kan worden geschoven en er tegelijkertijd voor zorgt dat eventuele lekkages worden opgevangen.

prefab modules De modules zijn licht uitgevoerd en met het oog op de toekomst. Nog meer dan bij de andere projecten in deze dax, heeft Cannatà & Fernandes ontworpen vanuit de gedachte dat deze gebouwtjes uiteindelijk zullen moeten vergaan. Materialen zijn daarom zoveel mogelijk van elkaar gescheiden gebleven en in de details is te zien hoe de elementen en panelen gedemonteerd kunnen worden. Het skelet gaat langer mee dan de romp en er kan op het staal een nieuwe module geplaatst. De wandopbouw heeft bij beide modules het zelfde principe. De basis is een sandwichpaneel van staal of voorgevormd hout waartussen geëxpandeerd piepschuim en een stevige waterwerende folie zijn opgenomen. Dit loopt door over de gevel, de vloer en het dak. Bij de DST module zijn de panelen aan de kopse kanten los vervaardigd en worden zij later vastgezet. Houten balken in de isolatie bieden stijfheid. In de CAPA zijn IPE 180 profielen gebruikt als afstandhouders en voor de stabiliteit van het geheel. Eventuele koude-

duurzame toekomst Alle medewerkende ontwerpers en adviseurs, van archeoloog tot rioolspecialist, zijn vroeg in het ontwerpproces betrokken. Hierdoor is het ontwerp een compact, geïntegreerd geheel gebleven en het afvalarme resultaat is duidelijk. De modules zijn lang niet overal toepasbaar. Is het duurzaam om één unit per helicopter te laten overvliegen naar een onbewoond eiland? De elementen kunnen niet gestapeld worden en zijn dus niet ideaal in rampgebieden. Maar de echte proef van dit experiment zal komen als ze worden gedemonteerd. Dit brengt volgens de architecten zeer weinig afval met zich mee en de losse onderdelen kunnen makkelijk elders worden toegepast. De modules zijn niet volledig autonoom, toch geven ze wel het gevoel van losse woningen die geschikt zijn voor een vluchtende vakantieganger of een kunstzinnige kluizenaar. PA

interieur en aanzicht van de DST waarop duidelijk te zien is hoe de modulaire prefab bouw tot in de interieurafwerking zichtbaar is

60

autonome modules, abrantes

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


Cannatà & Fernandes onstond in 2000 na een intensieve samenwerking tussen de Portugese Fátima Fernandes en de Italiaan Michele Cannatà. Het breed georiënteerde bureau is gevestigd op een smalle strook in het centrum van Porto op de locatie van een voormalige fabriek. Er werken zes architecten, en drie afgestudeerde 'architecten in opleiding'.

architect Cannatà & Fernandes projectteam Marta Lemos, Miguel Meirinhos, Nuno Castro, Bruno Silva, Rui Serrano constructeur CAPA, Porto (Pt) DST, Domingos da Silva Teixeira, Porto (Pt)

fundering en constructie Gabinete de Organização e Projectos, João Maria Sobreira elektra installaties Lightplan, Fernando Silva adviseur watersystemen en riolering GET, Raquel Fernandes

adviseur werktuigbouw GET, Costa Pereira, Raul Bessa

project autonome en duurzame woonmodules locatie Aldeia do Mato, Abrantes, (P) opdrachtgever Exponor & Cãmara Municipal de Abrantes (P)

foto’s Luís Ferreira Alves

landschapsontwerp João Gomes da Silva archeologie Nova Arqueologia, Luis Pereira

plattegrond van de 'technische ruimte' onder de modules met links de watertank, daarnaast batterijen en generatoren en rechts de waterzuiveringsinstallatie

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

autonome modules, abrantes

61


inspiratie!

Van autoruiten tot kapel

Draagbaar papier

Blikjeshuis

www.ruralstudio.com foto: Timothy Hursley

www.postindustrialfolkwear.com

www.superuse.org

Reclameborden worden tassen

DC3 vleugel als bureaublad

Tapijttegel huis

vyandelle.com

www.mocoloco.com

www.ruralstudio.com

Wat bepaalt de waarde van een afvalproduct? Dat is moeilijk te voorspellen. Is het economischer en ecologischer om de producten te hergebruiken, of is materiaalrecyclilng beter? De gegeven koers is de prijs van schrootstaal in de periode van januari 2008 tot en met juli 2008: een stijging van 120 euro per ton tot 325 euro per ton.

jan 2008 staal: 120 euro per ton

62

inspiratie!

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


juni 2008 staal: 325 euro per ton

Hooibaal & Afval huis

Miele Ruimte Station

Paraplu's dienen als abri

www.superuse.org

www.2012architecten.nl

www.ozcollective.com/weboz/index. html

Re-Fridgerator

Big Dig huis

Gadget-tas van printplaat

www.refunc.nl

www.singlespeeddesign.com

www.trashdesign.at

Wat is superuse.org? Een site waarop iedereen producten, gebouwen en ontwerpen kan laten zien. Als het maar van hergebruikte materialen is. Er worden ideeën uitgewisseld en vragen gesteld en er is een netwerkcommunity ontstaan van betrokkenen uit voornamelijk Europa en de VS.

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

inspiratie!

63


productontwikkeling

tafelblad van ‘glasscrete’ • CT Glass Top • www.ecohomeimprovement.com

bijschrift foto • fotocredit


~crete. afval mengen met cement

Schaarste of overvloed zijn sinds mensenheugenis interessante ingrediënten als het gaat om productontwikkeling in de bouw. Tel daarbij nog ‘de groene gedachte’ op en de nieuwe trends vliegen je om de oren. Voor dit artikel is één van die trends onderzocht: afval of waardeloos materiaal mengen met cement. De definities van ‘afval’ en ‘waardeloos’ hebben een lokaal karakter: zand kan bijvoorbeeld in het ene land in overvloed aanwezig zijn en een schaarste in een andere regio. De inventiviteit van een aantal lokale initiatieven trekt de aandacht, met name door publicaties op het internet. Soms laten die initiatieven interessante en ook mooie resultaten zien, die op een breder en internationaler vlak navolging verdienen. Het vervangen van de standaard toeslagmaterialen van beton (zand en grind) door een ander materiaal is een gedachte die bijna te simpel lijkt om er een verhaal op te kunnen baseren. Veel van de in dit artikel beschreven mengsels van cement met een ander toeslagmateriaal zijn dan ook beslist niet nieuw. Wat wel nieuw is, is dat er grootschaliger toepassingen lijken te komen van een aantal van die mengsels. Simpelweg omdat door de toegenomen aandacht voor het milieu en de groeiende afvalberg een economische factor wordt geïntroduceerd. Licht bouwen, bouwen met afval, bouwen met lokale materialen, gesloten materiaalbalans: het zijn ontwikkelingen die bijdragen aan het succes van een aantal snelgroeiende toepassingen van ‘~crete’: timbercrete, glasscrete, hempcrete, pumice-crete, feathercrete, om enkele alternatieven te noemen. Maar laten we beginnen met concrete, het traditionele beton. concrete Cement, zand en grind (de toeslagmaterialen), en water. Mengen, gieten, verdichten en uit laten harden. Een simpel recept, zo oud en internationaal, dat de oorsprong niet is te traceren. We maken er van alles mee, van hutten tot luxe villa’s, van civiele kunstwerken tot hoogbouw. Gebruikmakend van de (druk)sterkte van het materiaal en het accumulerend vermogen, is bouwen met beton duurzaam, energievriendelijk en vaak prijstechnisch gunstig. De oorsprong van gewapend beton is makkelijker te herleiden. Iedereen kent het verhaal van de tuinier met het ‘kippengaas’ en zijn wens om een sterke, dunne pot van beton te maken. Het gewapend be-

66

productontwikkeling: ~crete

ton, met ingenieuze netwerken van staal, is inmiddels anderhalve eeuw een vertrouwde aanwezigheid in de bouwpraktijk. De constructieve en esthetische mogelijkheden worden nog vrijwel dagelijks verbreed, zelfverdichtend beton heeft zijn intrede gedaan, de mogelijkheden van ultrahogesterkte beton (ultra high performance concrete, uhpc) zijn nog nauwelijks ontdekt. Ook de nanotechnologie heeft beton ontdekt als onderwerp voor experimenten: Nanocrete Technologies onderzoekt de mogelijkheden van beton met nanocellulose vezels, voor een betere verwerkbaarheid en minder scheurvorming in het materiaal. Waarom afwijken van een beproefd recept? Daar kunnen legio redenen voor zijn. Een gesloten materialenbalans, bijvoorbeeld. Door betongranulaat te gebruiken als toeslagmateriaal, kan worden bespaard op het gebruik van ‘nieuw’ grind en zand, in ons land toch wel te benoemen als eindige grondstoffen. Betongranulaat wordt al wel grootschalig gebruikt in de infrastructuur, bijvoorbeeld bij het ophogen van wegen. Daartoe zijn bepalingen opgenomen in het Bouwstoffenbesluit. De eigenschappen van beton met granulaat zijn inmiddels al goed in kaart: in principe is het materiaal op hetzelfde niveau inzetbaar als standaard constructiebeton. In het buitenland zijn er al merknamen voor beton met granulaat als toeslagmateriaal: op de sites van de fabrikanten, bijvoorbeeld Syndecrete, is ook interessante technische informatie te vinden. Overigens maakt Syndecrete ook beton met gemalen huisafval (een mengsel van kunststoffen en metalen). mooie toeslag Al van oudsher worden toeslagmaterialen in beton gevoegd ter verrijking van het aanzicht van het materiaal. Terrazzo en granito zijn zo onstaan: als een massief natuurstenen vloer geen optie was (meestal om financiële redenen), dan was dit luxe beton het beste alternatief. Resten marmer en graniet werden in de toplaag van vloeren vermengd met (soms gekleurd) cement en vervolgens geschaafd en gepolijst.Vanwege de expressiemogelijkheden van het materiaal, door patronen, kleuren en dichtheden van toeslagmaterialen, werd het een populaire applicatie die inmiddels het marmer en graniet naar de kroon steekt. Maar nu daardoor zelfs restjes natuursteen in waarde zijn gestegen, is het een natuurlijk proces dat

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


<< gerecycled glas < betongranulaat

<< zand < oud papier

<< hennep < lavasteen

<< veren < schelpen

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

productontwikkeling: ~crete

67


een volgend materiaal wordt ingezet om goedkope, fantasierijke vloeren te maken. Gerecycled glas, bijvoorbeeld. Onder verschillende namen, waaronder Glasscrete, IceStone, GCTop en Verrazzo, worden geprefabriceerde producten op de markt gebracht. Gerecycled glas wordt ingezet als eyecatcher voor keukenbladen, vloer- en wandtegels en sanitairelementen. De samenstelling van deze producten varieert nogal: zo zijn er fabrikanten die juist een mengsortering glas gebruiken, terwijl anderen de kleuren zorgvuldig scheiden. Ook in de mengverhouding cement-glas zijn verschillen. Dat laatste heeft natuurlijk ook een directe relatie met de constructieve eigenschappen van het eindproduct. Zolang het voor relatief eenvoudige toepassingen is, zoals een tafelblad of een vloertegel van bescheiden omvang, kan veel. lokale overvloed Het puur om esthetische redenen toevoegen van een toeslagmateriaal is in de lijn van dit artikel alleen interessant als het een materiaal is dat of (lokaal) in overvloed aanwezig is, danwel een kleine intrinsieke waarde heeft. Een voorbeeld is de toevoeging van schelpen. Voor de sterkte van het beton heeft het weinig effect, voor de volumieke massa is er geen enkele reden om bijvoorbeeld grind te vervangen door schelpen, maar het wordt interessant puur omdat het een bijzonder effect geeft. Een ander voorbeeld van een materiaal in lokale overvloed heeft wel constructieve en praktische voordelen: pumice oftewel lavasteen. Het materiaal is te vinden op veel plekken waar ooit vulkanische activiteit is geweest en werd daar in vermalen vorm hooguit gebruikt voor de aanleg van wegen. Een granulaat van dit materiaal opgenomen in een betonmengsel zorgt voor een sterk materiaal, dat aanzienlijk lichter is dan ‘standaard’ beton. Bovendien heeft het een enorme isolatiewaarde, waardoor het ook kan worden gebruikt als massief bouwmateriaal. Het granulaat vormt een honingraatstructuur waarin lucht wordt opgesloten. Pumice-Crete is in de Verenigde Staten sinds 1978 een handelsmerk waarmee vooral massieve particuliere woningen worden gebouwd met wanden van ongeveer 35 cm dik. Het oppervlak van het materiaal wordt hooguit voorzien van een kleurtje: de ruwe structuur wordt in de meeste regio’s aantrekkelijk gevonden. Ook Teca-crete is een lichtgewicht variant op beton, ontwikkeld in Azië maar ook in andere delen van de wereld verkrijgbaar. De fabrikant komt vooral naar buiten met de akoestische eigenschappen, brandveiligheid van het materiaal en de resistentie tegen aardbevingen (tot 7.0 op de schaal van Richter!). De toevoeging aan Teca-crete wordt omschreven als haydite, een product dat vergelijkbaar is met korrels van geëxpandeerde klei (die bijvoorbeeld worden gebruikt voor hydrocultuur). Sandcrete is een officiële benaming voor beton dat voornamelijk uit zand, cement en water bestaat. Het

68

productontwikkeling: ~crete

wordt met name in Afrika gebruikt om blokken te maken waarmee de lokale bevolking huizen bouwt. De University of Science and Technology in Kumasi (Ghana) doet onderzoek naar het bouwmateriaal en de verschillende kwaliteiten ervan. Een goede zand-cement verhouding is 1:8, maar ook met een verhouding van 1:19 is er nog een blok te maken, zij het een niet heel duurzame variant. afval uit andere industrieën Feathercrete is een relatief nieuw onderzoeksgebied, en dan met name in Azië. Daar heeft de pluimveeindustrie een enorm overschot aan kippenveren. Op de Filipijnen alleen al loopt de hoeveelheid te ‘dumpen’ veren op tot 2,4 miljoen ton per jaar. Het is dus geen wonder dat juist daar, op de University of the Philippines Los Baños, onderzoek wordt gedaan naar de combinatie van veren in een betonmengsel. Met veelbelovende resultaten, want feathercrete zou een goed alternatief zijn voor de houtvezelcementplaten die nu veel worden gebruikt voor wanden en plafonds. Met feathercrete onstaat niet alleen platen die insecten-resistent zijn, maar ook nog eens een betere isolatiewaarde hebben. Constructieve toepassingen zien de onderzoekers overigens niet. Al eerder publiceerden we in dax over de toeslagmaterialen liapor en misapor (zie dax nr. 10). Deze afvalproducten uit de glasindustrie geven het beton ook een open structuur, waardoor massief bouwen tot de mogelijkheden behoort. In Zwitserland zijn al enkele projecten gerealiseerd, maar buiten de grenzen van dit alpenland blijkt het lastig om de materialen te verkrijgen en toe te kunnen passen. Timbercrete daarentegen timmert wel internationaal aan de weg. Het toevoegen van zaagsel aan een betonmengsel is ook absoluut geen nieuw idee, maar de voortvarendheid waarmee het bedrijf Timbercrete als concept in de markt zet, is wel opvallend. De oorsprong van timbercrete ligt in Australië, waar John Bryant na de verkoop van zijn ICT-bedrijf zijn tijd wilde gaan besteden aan het bouwen van een eigen huis. Met een materiaal waarmee hij massief, isolerend, brandveilig en termietenresistent kon bouwen. Dat kan allemaal met het materiaal dat hij ontwikkelde met afval van lokale zagerijen. Hij maakte er blokken van, goot het in situ, ontwikkelde tegels voor zijn oprijlaan (voelen altijd comfortabel aan de voeten) en maakte zelfs de hekken om zijn erf van timbercrete (gegoten in een mal met houtnerf). In Australië werd het een succes, Nieuw Zeeland volgde snel en inmiddels heeft Timbercrete ook een aantal franchises in de Verenigde Staten. In Nederland werd timbercrete geïntroduceerd tijdens de beurs Materialz aan de TU Delft in september 2007. Voor Nederland is Raab Karcher in samenwerking met het Australische bedrijf aan het onderzoeken hoe het materiaal hier in de markt kan worden gezet. Er zijn nog een paar hobbels te nemen, zoals het afstemmen van de houtsoorten en de juiste mengverhouding. Bovendien droogt

jaargang 4 • 2008 • nr. 21


timbercrete anders en vooral sneller aan de Australische zon en moet het hier waarschijnlijk daarbij worden geholpen. Dat laatste maakt in situ toepassingen meteen onmogelijk, waardoor het materiaal waarschijnlijk in de vorm van bouwelementen zal worden geïntroduceerd. groene ideeën Wie op het internet de sites afstruint op zoek naar ‘groene’ bouwinitiatieven, zal op een gegeven moment terechtkomen in de wereld van de bouwers met papercrete, oftewel beton van oude kranten. Met name de koepel is een favoriet als typologie: een fijne structuur van meestal stalen staven waartussen geprefabriceerde elementen van papierbeton worden geplaatst. Het geheel wordt afgestreken en wind- en waterdicht gemaakt met een dunner mengsel van het materiaal. Op het internet zijn de omschrijvingen voor het bouwen met papercrete in overvloed te vinden (tip: schimmelende kranten leiden tot een schimmelend huis), tot en met een beschrijving voor het maken van een mixer met elementen van de autosloop. Er worden in de VS veel workshops over het materiaal gegeven, maar een wetenschappelijk onderzoek naar deze vorm van beton lijkt er niet te bestaan. Die onderbouwing is er wel voor hempcrete, oftewel beton met een toeslag van industriële hennep. Ook hier is er een vrij uitgebreid circuit van liefhebbers (en niet alleen van de industriële variant van het gewas) die het materiaal zo hoog hebben, dat ze er een museum voor en van willen bouwen. Maar hempcrete blijft niet steken in de geitenwollensokkensfeer: de Department of Civil Engineering van de universiteit in Minho (Portugal) doet wel degelijk

jaargang 4 • 2008 • nr. 21

onderzoek naar de constructieve eigenschappen van deze betonsoort, als onderdeel van een groter Europees project onder de titel Sustainable Construction. cement Kijken we naar de toekomst van alles wat beton of ~crete wordt genoemd, dan blijft het natuurlijk niet bij een kritische danwel inventieve benadering en keuze van de toeslagmaterialen. Ook het ingredient cement wordt aan de kaak gesteld. Een aantal alternatieven is inmiddels al op de markt, anderen worden momenteel onderzocht. Zowel organische als anorganische producten passeren daarbij de revue. Bij het onderzoek naar de constructieve eigenschappen van hennep, bleek een aantal gewassoorten ook een sterk ‘klevende’ kwaliteit te hebben. Die kwaliteit wordt nu vooral ingezet om hennep in te zetten als oppervlaktebehandeling, een soort stuclaag die een gestapelde wand van hempcrete blokken egaliseert. In de anorganische hoek zijn het vooral de varianten met vliegas die hard aan de weg timmeren. E-crete is zo’n merk, dat in de VS verkrijgbaar is. In Nederland hebben we al het ‘Hoogovens’-cement, een afvalproduct van de staalindustrie. Het is interessant om te ontdekken hoeveel kanten er kunnen zitten aan een alledaags bouwproduct als beton. Dit artikel bespreekt slechts een beperkt aantal facetten en initiatieven. Maar het opent wellicht wel de ogen voor de mogelijkheden die er zijn en de mogelijkheden die dat ene specifieke project op die ene locatie biedt. Caroline Kruit

productontwikkeling: ~crete

meer informatie: www.timbercrete.com www.raabkarcher.nl www.glasscrete.com www.pumicecrete.com www.nanocrete.com www.teca-crete.com www.zeobond.com www.syndecrete.com www.flyash.com www.friendlystranger.com www.eiha.org www.haydite.com

69


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.