2 minute read

Innovatie kansloos bij anorexiamanagement

Ik weet niet of het waar is, maar het klinkt in elk geval wel geloofwaardig. Afgetrainde topsporters hebben het eerste griep, want te weinig vet op de ribben. Te weinig weerstand. Een vergelijk met een bedrijf is niet ver weg, zeker niet als de leanen mean-managers de nieuwe hogepriesters zijn. Of als de begroting sluitend gemaakt moet worden, want dan is afslanken een eufemisme voor snoeien in fte’s.

In tijden van grote en diverse onzekerheden, van grote stijgingen van de kosten, van dalende koopkracht, van logistieke nachtmerries, van hoog ziekteverzuim en van veeleisende sollicitanten is ondernemen een ware kunst. De veranderingen hebben nog maar één ding gemeen: ze gaan steeds sneller.

Het is begrijpelijk als ondernemers in de kosten gaan snijden, want die euro’s heb je alvast als eerste weer verdiend. Begrijpelijk en soms ook noodzakelijk, maar niet altijd gewenst. Het is goed mogelijk om een aantal jaren crisis te overleven door (extreem) op de kosten te letten. Maar uiteindelijk houd je geen verdienmodel meer over. “You can’t cut yourself to greatness”, wil een Engels gezegde. Anorexia-management gaat zolang goed totdat de patiënt is overleden.

In de levenscyclus van het bedrijf is het altijd de kunst de volgende transformatie naar een nieuwe levensfase vorm te geven. Schoolvoorbeeld in Limburg is misschien wel DSM, dat van chemiereus transformeerde naar grootmacht in voedingsingrediënten. Waar DSM geld en langetermijnvisie heeft, geldt dat niet voor veel kleinere ondernemers. Veel ondernemers durven niet meer ver vooruit te kijken. Zijn blij als ze de – als steunmaatregel van het Rijktoegestane belastingachterstand weer kunnen inlopen. Als ze aan het eind van de maand de rekeningen kunnen betalen en zelf nog iets overhouden voor alle ‘hard labour’.

Overleven kan dodelijk zijn voor innovatie of kan juist een aanjager van innovatie blijken. Alleen maar op de kosten managen helpt innovatie om zeep. Want innovatie kost geld, waarbij de kost zeker voor de baat uitgaat. Er is onzekerheid of de innovatie wel een succes wordt. Voor boekhouders genoeg argumenten om er maar even niet aan te beginnen. Echte ondernemers moeten daartegen opstaan. Juist innovaties openen de weg naar een nieuwe groene wei. Zoeken naar nieuwe antwoorden op problemen van morgen zorgt ervoor dat er vraag blijft naar je diensten en producten. Uiteraard innoveer je als de winkel open is. En dat betekent dat je wel wat vet op de ribben moet hebben om mensen, tijd en geld vrij te maken om te kunnen innoveren. Innoveren kun je niet tussen de soep en patatten doen. Het vereist visie, vertrouwen en soms ook volledig commitment aan een nieuwe manier van werken, aan het ontwikkelen van nieuwe producten.

Overigens is innovatie ook iets van iedereen in het bedrijf. Juist de mensen die contact hebben met de markt signaleren als eerste dat er wat lijkt te veranderen. Als die informatie goed door het bedrijf kan stromen, kan innovatie van binnenuit komen. Innovatie kan nooit een afdeling zijn die je opzet: dat is gedoemd te mislukken. Want zo’n afdeling is voor de rest van het bedrijf het ideale excuus om te blijven doen wat je altijd al deed. En dat is de snelste manier om de curator over de vloer te krijgen. Nadat je steeds fanatieker in de kosten hebt gesneden.

Maurice Ubags

CEO Mediahuis Limburg

Reageren? maurice.ubags@mediahuislimburg.nl

Mr. James Leliveld (Leliveld Advocaten) ontmoet, mede door zijn werk als advocaat, vaak markante Limburgse ondernemers, die van aanpakken weten en zich staande houden in het soms roerige ondernemersleven. Echte doorpakkers. Leliveld is advocaat op het gebied van ondernemingsrecht en heeft dus regelmatig te maken met bedrijfsovernames, startups, aandeelhouderskwesties en herstructureringen. In deze serie ontmoet hij ondernemers uit zijn netwerk.

Dit keer: Ad van Gool, eigenaar van Fruit Management Europe BV in Beek en Chefs Fruitproducts bvba in Ham in Belgisch Limburg.