26 minute read

3.2 Onderzoeksambities en -prestaties

In plaats daarvan zijn acht online bijeenkomsten georganiseerd.

Samenwerking Artificial Intelligence

De hoeveelheid beschikbare data is op vele terreinen enorm toegenomen. Dat biedt grote mogelijkheden voor de toepassing van veel nieuwe artificial intelligencetechnieken; artificial intelligence (AI) ofwel kunstmatige intelligentie, heeft steeds meer te bieden voor de vele maatschappelijke uitdagingen van dit moment. Als we deze mogelijkheden samen en vanuit verschillende disciplines weten te benutten, kunnen grote stappen voorwaarts worden gezet. Daarom is in 2020 besloten om, naast de al bestaande samenwerkingen op het gebied van AI, ook onze krachten in de regio te bundelen en samen op te trekken met de TUD en EUR en de twee universitaire medische centra in Leiden en Rotterdam. Deze samenwerking op het gebied van AI en data & digitalisering is de wetenschappelijke ruggengraat van de AI Hub Zuid-Holland, die in oktober 2020 van start is gegaan.

De AI Hub is – via de Nederlandse AI Coalitie – een belangrijke speler in het Nederlandse AI-landschap. In 2020 is de Universiteit Leiden gestart met het ontwikkelen van minorprogramma’s op het gebied van AI en data & digitalisering. De universiteit zoekt in haar onderzoek aansluiting bij de AI-thema’s die een sterk regionaal profiel hebben. Ook bereidt zij zich voor op in ontwikkeling zijnde onderzoeksagenda’s en de financieringskansen die daaruit voortvloeien. Hiermee kan de universiteit bijdragen aan de grote regionale, nationale en internationale maatschappelijke uitdagingen waarvoor AI oplossingen kan bieden. Zuid-Holland vormt met drie topuniversiteiten en twee hooggekwalificeerde universitaire medische centra een hotspot voor de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied.

3.2 Onderzoeksambities en -prestaties Omgeving voor excellent onderzoek

In het strategisch plan 2015-2020 is de ambitie geformuleerd om optimale omstandigheden te creëren voor excellent onderzoek. De universiteit wil een aantrekkelijk werkklimaat scheppen voor zowel gearriveerde als beginnende, vaak jonge onderzoekers. De veelal internationaal georiënteerde onderzoeksomgeving wordt steeds competitiever en is steeds meer gericht op impact en innovatie. Om bij te blijven is niet alleen meer disciplinaire en interdisciplinaire samenwerking nodig, ook zijn een sterkere onderzoeksprofilering en onderzoeksfaciliteiten op topniveau onontbeerlijk. Daarnaast wil de universiteit (nog) meer oog hebben voor het stimuleren en adequaat begeleiden van haar onderzoekers. In 2020 is de Commissie-Muller ingesteld, onder leiding van prof.dr. Wim van den Doel, om verder uitvoering te geven aan de aanbevelingen uit het rapport over de bevordering van wetenschappelijke excellentie en talentbeleid aan de Universiteit Leiden. In dat rapport wordt onder meer aandacht gevraagd voor: ■ versterking van het strategisch handelen van de universiteit; ■ verdere ontwikkeling van het aantrekken, opleiden, ondersteunen en behouden van toptalent; ■ verdere verbetering van de onderzoeksinfrastructuur; ■ bevordering van publiek-private samenwerking en samenwerking in grensverleggend interdisciplinair onderzoek; ■ verdere ontwikkeling van effectievere publicatie van onderzoeksresultaten en van het reputatiemanagement.

De universiteit zet in op de versterking van de onderzoeksondersteuning om een aantrekkelijke onderzoeksomgeving te zijn en blijven voor wetenschappelijk talent. Hiertoe is in 2020 het universiteitsbrede programma Leiden Research Support (LRS) van start gegaan. In dit programma bouwt de universiteit samen met onderzoeksondersteuners en onderzoekers aan een sterkere ondersteuningsketen. LRS faciliteert en stimuleert de samenwerking binnen de universiteit en verbetert de ontsluiting, borging en deling van kennis, zodat: ■ onderzoekers en ondersteuners hun werk sneller en gemakkelijker kunnen doen; ■ de universiteit de financieringsmogelijkheden kan waarborgen en uitbouwen; ■ onderzoekers zo efficiënt mogelijk kunnen voldoen aan eisen ten aanzien van het verwerven, uitvoeren en verantwoorden van extern gefinancierd onderzoek.

Met LRS geeft de universiteit een impuls aan de onderzoeksondersteuning van de toekomst in de breedste zin. Van het opstellen, indienen en opvolgen van subsidieaanvragen tot het verantwoorden en delen van onderzoeksresultaten conform de geldende regels. Het uitgangspunt hierrbij is steeds: wat past het beste bij de onderzoekers en hoe kunnen we de ondersteuningsorganisatie zo goed mogelijk helpen om haar werk beter te doen? Het programma, dat is opgesplitst in acht deelprojecten, wordt gefaseerd uitgevoerd. In 2020 is gestart met, en gewerkt aan de volgende onderdelen: ■ Betere vindbaarheid van ondersteuning van en informatie voor onderzoek; ■ Uitbreiding (subsidie)ondersteuning pre-award fase; ■ Verbetering financieel projectbeheer en ■ Uitvoering van het programma implementatie datamanagement.

Wetenschappelijke output in publicaties

Alle grote, wereldwijde universitaire rankings gebruiken aantallen citaties en veelal ook publicaties als indicatoren van wetenschappelijke productiviteit en impact. De CWTS Leiden Ranking leent zich in het bijzonder voor het verkrijgen van inzicht in de verschillende aspecten van wetenschappelijke impact van universiteiten, aangezien de gebruikers van de ranking zelf de indicatoren kunnen selecteren.

De CWTS Leiden Ranking is een jaarlijkse ranglijst van universiteiten wereldwijd, gemeten naar de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek. Anders dan andere ranglijsten van universiteiten, die deels gebaseerd zijn op bijvoorbeeld peilingen onder academici, gebruikt de Leiden Ranking uitsluitend bibliometrische maatstaven. De bibliografische databank Web of Science van Thomson Reuters wordt gebruikt als bron van wetenschappelijke publicatie- en citatiegegevens. De methodologie houdt rekening met verschillen in taal, vakgebied en grootte van de instelling. In de interactieve ranking van 2020 zijn de prestaties opgenomen van de 1.176 universiteiten die tussen 2015 en 2018 minimaal achthonderd geïndexeerde, wetenschappelijke publicaties telden in de database van Web of Science.

De CWTS Leiden Ranking is ontwikkeld door het Centrum voor Wetenschaps- en Technologiestudies van de Faculteit Sociale Wetenschappen. Een veelgebruikte indicator in de CWTS-ranking is het percentage van de in de afgelopen vijf jaar verschenen publicaties die behoren tot de tien procent meest geciteerde op het vakgebied (PP-top 10%, zie figuur 4). Dit percentage geeft een indruk van de wetenschappelijke impact die een universiteit heeft in het betreffende domein van onderzoek. Voor alle Leidse onderzoeksgebieden samen lag dit aandeel in 2020 op 13,9 procent. Met name publicaties uit de biomedische en de gezondheidswetenschappen droegen hieraan bij: van 4.128 publicaties in dit veld behoren 565 tot de PP-top 10%. Op de wereldwijde ranglijst van 1.176 universiteiten bekleedde Leiden in 2020 de honderdste en landelijk de zesde plaats.

De CWTS Leiden Ranking levert ook informatie over interinstitutionele en internationale samenwerking. Nederlandse universiteiten werken steeds meer samen, niet alleen met elkaar maar ook met internationale partners. De Universiteit Leiden neemt daarbij relatief vaak het voortouw. De CWTS-ranking 2020 laat zien dat 87,6 procent van de publicaties van de Universiteit Leiden het resultaat is van samenwerking met een of meer andere Nederlandse en/of buitenlandse instellingen.

Het aandeel publicaties in samenwerking met internationale partners neemt al enkele jaren gestaag toe. Volgens de CWTS-ranking 2020 waren in de periode 2015-2018 bijna 11.000 publicaties – 63,2 procent van de Leidse output – het resultaat van co-auteurschap met onderzoekers van een of meer instellingen uit het buitenland – dat is een groei van acht procentpunt ten

Figuur 4 Aandeel publicaties bij 10% meest geciteerde publicaties (PP-top10%)

15%

14%

13%

12%

11%

10%

2016 2017 ■ Universiteit Leiden ■ Gemiddelde van 6 algemene universiteiten (LEI, RUG, RU, UU, UvA,

VU)

2018 2019 2020

opzichte van vijf jaar eerder. Landelijk zien we een vergelijkbare toename. Van de brede instellingen telt alleen Maastricht relatief meer internationale samenwerkingen dan Leiden. Het gemiddelde van de Nederlandse universiteiten ligt op 61 procent; bij alle universiteiten is het percentage hoog (zie figuur 5).

Het aandeel co-publicaties in samenwerking met de private sector (‘industry’) ligt volgens de CWTS-ranking voor Leiden al enkele jaren vrij stabiel rond de acht procent, waarmee Leiden de andere brede universiteiten aanvoert. Het betreft hier vooral samenwerkingen op het terrein van biomedische en gezondheidswetenschappen.

Sinds 2019 biedt de CWTS-ranking ook inzicht in het (binaire) geslacht van auteurs van de meegewogen publicaties, voor zover dit kan worden bepaald (dat kon in 2020 voor 93,3 procent van de Leidse auteurs). Volgens de CWTS-ranking 2020 werd de meerderheid van de publicaties van onze universiteit in periode 2015-2018 geschreven door mannelijke auteurs (58,3 procent). Wel neemt het aandeel vrouwelijke auteurs ten opzichte van vorige periodes licht toe, in 2015-2018 was dit 35 procent, vier procentpunt meer dan vijf jaar eerder. De CWTSranking 2020 laat zien dat er tussen de verschillende vakgebieden wel aanzienlijke verschillen bestaan in de genderverdeling van publicaties aan onze universiteit: zo ligt het aandeel mannelijke auteurs ten opzichte van het aantal auteurs van wie het geslacht ingeschat kon worden bij natuurwetenschappen en techniek op 81,3 procent, terwijl dit bij sociale en geesteswetenschappen met 50,5 procent bijna gelijk is verdeeld over de binaire geslachten.

Participatie in nationale en Europese subsidieprogramma’s

De inkomsten van de Nederlandse universiteiten zijn grofweg onder te verdelen in drie geldstromen. Naast inkomsten uit de rijksbijdrage (de eerste geldstroom) ontvangen universiteiten middelen van NWO en KNAW voor specifieke onderzoeksprojecten (de tweede geldstroom). De derde geldstroom bestaat uit overige inkomsten, zoals middelen uit de EU, contractonderwijs of -onderzoek en collectebusfondsen. Tenslotte zijn de collegegelden een bron van inkomsten. Het onderzoek van de Universiteit Leiden wordt gedeeltelijk gefinancierd uit de eerste geldstroom voor onderwijs en onderzoek van het ministerie van OCW. Daarnaast zijn de externe en in competitie verworven geldstromen een essentieel instrument om de universiteit te positioneren als vooraanstaande onderzoeksuniversiteit. De wetenschappers dragen bij aan de ontwikkeling van de diverse wetenschapsgebieden waarop de universiteit actief is. Ze bewijzen keer op keer in competitie hun vooraanstaande positie in hun wetenschapsdomein en dragen daarmee bij aan de reputatie van de Leidse universiteit als internationale onderzoeksuniversiteit.

De universiteit streeft, zoals ook in het strategisch plan geformuleerd staat, ten minste naar behoud van het succes in het aantrekken van persoonsgebonden onderzoekssubsidies. De European Research Council (ERC) stelt onder meer drie typen ERC Grants beschikbaar: Starting Grants, Consolidator Grants en Advanced Grants. Een van de persoonsgebonden onderzoeksinstrumenten

Figuur 5 Aandeel publicaties met een of meer andere landen (internationale samenwerking)

65%

60%

55%

50%

45%

40%

2016 2017 2018 2019 2020 ■ Universiteit Leiden ■ Gemiddelde van 6 algemene universiteiten (LEI, RUG, RU, UU, UvA,

VU)

van NWO is de Vernieuwingsimpuls, die bestaat uit Veni-, Vidi- en Vici-subsidies.

In de ERC-ronde van 2020 (figuur 6 en 7) zijn toegekend: ■ 6 Advanced Grants (van 17 toekenningen voor Nederland – Leidse aandeel 35 procent); ■ 4 Consolidator Grants (van 29 toekenningen voor

Nederland – Leids aandeel 14 procent); ■ 5 Starting Grants (van 43 toekenningen voor Nederland – Leids aandeel 12 procent).

In de NWO-vernieuwingsimpulsrondes van 2020 (figuur 8 en 9) zijn toegekend: ■ 3 Vicisubsidies (van 32 toekenningen – Leids aandeel 9 procent); ■ 10 Vidisubsidies (van 81 toekenningen – Leids aandeel 12 procent); het gaat hierbij om de ronde van 2019 waarvan de resultaten medio 2020 bekend zijn gemaakt; ■ 10 Venisubsidies (van 161 toekenningen – Leids aandeel 6 procent).

Spinoza- en Stevinpremies

De Spinoza- en Stevinpremies zijn de hoogste onderscheidingen in de Nederlandse wetenschap. De prijzen worden jaarlijks door NWO uitgereikt aan individuele onderzoekers dan wel aan teams van twee à drie onderzoekers. De premies gaan naar onderzoekers die naar internationale maatstaven tot de top van de wetenschap behoren, vanwege voortreffelijk en baanbrekend

Figuur 6 Aantal aan Leiden toegekende ERC-subsidies

16 14 12 10 8 6 4 2 0

2016 2017

■ Advanced Grants ■ Consolidator Grants ■ Starting Grants 2018 2019 2020

Figuur 8 Aantal aan Leiden toegekende NWO VI-projecten Figuur 9 Aandeel in aan NL toegekende NWO VI-projecten

40 35 30 25 20 15 10 5 0

2016 2017 2018

■ Vici ■ Vidi (2020 nog niet bekend) ■ Veni 2019 2020 Figuur 7 Aandeel in aan NL toegekende ERC-beurzen

40%

30%

20%

10%

0%

2016 2017

■ Advanced Grants ■ Consolidator Grants ■ Starting Grants 2018 2019 2020

25%

20%

15%

10%

5%

0%

2016 2017 2018

■ Vici ■ Vidi (2020 nog niet bekend) ■ Veni 2019 2020

Ontwikkeling tweede- en derdegeldstroomonderzoek: NWO-subsidies (alle programma’s) en toegekende EU-subsidies (alle programma’s), incl. LUMC

(bedragen in M€)

NWO (incl. Zon MW) en KNAW

EU (incl. ERC)

Overig contractonderzoek

Totaal 2016 2017 2018 2019 2020

54 52 52 58 52

38 37 40 36 49

77 81 86 90 83

169 170 178 185 183

Figuur 10 Verdeling baten werken in opdracht van derden in %. Het aandeel KNAW is relatief zo gering dat het in de grafiek niet zichtbaar is

100%

90%

80%

70%

60%

50%

40%

30%

20%

10%

0%

2016 2017 2018 2019 2020 ■ NWO (incl. ZonMw) ■ Overige nonprofitorganisaties ■ Internationale organisaties (incl. EU/ERC) ■ Bedrijven ■ Contractonderwijs ■ Nationale overheden ■ KNAW

onderzoek (Spinozapremie) en bijzonder succes op het gebied van kennisbenutting voor de samenleving (Stevinpremie). De laureaten ontvangen een bedrag van 2,5 miljoen euro, dat ze naar eigen inzicht kunnen besteden aan onderzoek en/of kennisbenutting. In 2020 is een Spinozapremie toegekend aan prof.dr. Sjaak (Jacques) Neefjes (LUMC, chemische immunologie) en een Stevinpremie aan prof.dr. Ton Schumacher (LUMC, immunotechnologie, tevens verbonden aan NKI-AVL en Oncode Institute).

Baten uit werk voor derden

De opbrengst uit werken voor derden (tweede- en derdegeldstroomonderzoek inclusief LUMC, exclusief opbrengst contractonderwijs) kwam in 2020 uit op 177 miljoen euro. Dat is 26 procent van de totale baten van de universiteit. Het werk voor derden was zeer gevarieerd. Ruim de helft bestond uit in competitie verworven onderzoekssubsidies van NWO, KNAW en internationale organisaties zoals de EU. De resterende opbrengst kwam voor een belangrijk deel van non-profitorganisaties en bedrijven (samen 74 miljoen) en nationale overheden (9 miljoen).

Promoties en Graduate Schools

Toekomstige wetenschappers worden opgeleid in Graduate Schools. Alle faculteiten hebben een eigen Graduate School, waar promovendi een promotietraject kunnen volgen in een omgeving die erop gericht is hun kwaliteiten als onderzoeker optimaal te ontwikkelen.

Ook voor promovendi was 2020 een moeilijk jaar. Voor velen van hen heeft de coronacrisis hun persoonlijk leven en hun onderzoek beïnvloed. Een deel heeft te maken gekregen met vertraging in het onderzoek. Begeleiders en faculteiten hebben samen met de promovendi naar oplossingen voor de diverse problemen gezocht. Vaak ging het daarbij om maatwerk. Voor de meest schrijnende gevallen is geld ingezet dat voor dit doel uit de cao-ruimte werd vrijgemaakt; ruim tachtig promovendi

Figuur 11 Promoties

500

400

300

200

100

0

2016 2017 2018 2019 2020 60%

50%

40%

30%

20%

10%

0% ■ Vrouwen ■ Mannen ■ % buitenlands (rechteras)

hebben een contractverlenging van maximaal drie maanden gekregen.

Afgelopen jaar waren er zes introductiedagen voor nieuwe promovendi, waarvan vijf online. De deelname aan de bijeenkomsten was steevast groot. In 2020 heeft HRM Learning & Development 25 uiteenlopende cursussen voor promovendi georganiseerd. Er waren 191 momenten om met zo’n cursus te beginnen; 1.367 promovendi hebben hiervan gebruikgemaakt. Een groot deel van hen heeft in één jaar meerdere cursussen gevolgd. In het voorjaar zijn alle cursussen geschikt gemaakt om online te volgen. In de coronacrisis nam de deelname aan trainingen toe. Het is goed voorstelbaar dat promovendi tijdens de lockdown het volgen van een online training beschouwden als een zinvolle maar ook afwisselende activiteit. Maar de grotere belangstelling kan ook (mede) veroorzaakt zijn door de veranderde wijze van financiering, de verbeterde communicatie (maandelijkse nieuwsbrief) en de vereenvoudigde inschrijving.

In 2020 is de Richtlijn Promotietrajecten herzien. Deze is nu op alle promovendi van toepassing. De herziening betekent met name een verbetering van de positie van de buitenpromovendi, die een substantieel aandeel (ruim 40%) vormen van de Leidse promovendipopulatie.

In 2020 is ook de laatste hand gelegd aan de herziening van het Promotiereglement. Het nieuwe reglement werd op 8 februari 2021 van kracht. Belangrijke aanpassingen zijn de bepaling dat Graduate Schools voortaan eisen kunnen stellen aan het opleidingsprogramma, bijvoorbeeld dat het voltooid moet zijn voordat een promovendus tot de verdediging wordt toegelaten. Ook zijn regels opgenomen over de uitbreiding van de promotiecommissie, meer gelijkwaardigheid van promotor en copromotor, en de versterking van de positie van de decaan bij de beoordeling van het manuscript. Nieuw is verder de regel dat de promotiecommissie bij één tegenstem bijeengeroepen moet worden.

De ontwikkeling van het nieuwe promovendivolgsysteem, de module LUCRIS Graduate School Management (GSM), is in 2020 afgerond. Dit systeem maakt het mogelijk om rapporten met betrekking tot promovendi te genereren, die gebaseerd zijn op de meest actuele managementinformatie van faculteiten en instituten. Ook zijn de gegevens van afgeronde promoties en nog lopende promotietrajecten sinds 2000 in het systeem opgenomen.

Het aantal promovendi en postdocs groeit nog steeds. Een klein deel van hen vervolgt zijn of haar loopbaan in de academische wereld, maar het overgrote deel, bijna 70% van de promovendi en 50% van de postdocs, zet de loopbaan elders voort.

Het aantal promoties in 2020 was 447, evenveel als in 2018; in 2019 waren het er 433. Dat is opmerkelijk, gegeven de coronacrisis. Na de afkondiging van de lockdown zijn de verdedigingen aanvankelijk grotendeels stilgelegd, maar al snel werden promovendi opgeroepen hun promotie toch te laten doorgaan. Dat gebeurde in

eerste instantie volledig online, later in een meer hybride vorm, met een kleine vertegenwoordiging in het Academiegebouw en online deelname van leden van de oppositiecommissie. De promoties waren via een livestream op de website te volgen.

Zoals gebruikelijk vond het grootste aantal promoties plaats bij de Faculteit Geneeskunde (162), gevolgd door Wiskunde en Natuurwetenschappen (117), Geesteswetenschappen (75), Rechtsgeleerdheid (36), Sociale Wetenschappen (22), Archeologie (21), Governance and Global Affairs (7), ICLON (5) en ASCL (3). Zeven vrouwen en acht mannen promoveerden cum laude.

Het percentage vrouwelijke promovendi was in 2020 51 procent. Het percentage buitenlandse promovendi bedroeg eveneens 51 procent. De gemiddelde promotieduur was 5,7 jaar. Van de promovendi die in 2014 waren gestart, rondde 59 procent het proefschrift uiterlijk in 2020 af. Het promotierendement binnen zes jaar is vergelijkbaar met dat van het voorgaande jaar. Bij de berekening van het rendement wordt overigens geen rekening gehouden met het feit dat bij sommige faculteiten regelmatig een dienstverband van 0,8 fte voorkomt en dat de Faculteit Rechtsgeleerdheid promotietrajecten van nominaal zes jaar kent.

In 2020 tekende de Universiteit Leiden drie internationale overeenkomsten voor de gezamenlijke begeleiding van promovendi, namelijk het Global PhD Programme, met de KU Leuven, de University of Edinburgh (Schotland) en de Tsinghua University (China).

Samenwerking Leiden-Delft-Erasmus (LDE Universities)

De Universiteit Leiden, de TUD en de EUR werken op het gebied van onderwijs, onderzoek en valorisatie samen in de LDE Universities (zie ook par. 1.3 en 2.2).

In 2019 is de LDE-strategie voor de periode tot en met 2024 bepaald. Daarin is ook een aantal profileringsthema’s benoemd. Deze zullen de basis vormen voor verdere invulling van de gezamenlijke ambitie om als regionale kennispartner bij te dragen aan de maatschappelijke en economische agenda’s van regionale en lokale stakeholders. De profileringsthema’s zijn: ■ Digital Society ■ Healthy Society ■ Inclusive Society ■ Sustainable Society.

Op deze thema’s zijn zes LDE-centres actief: ■ Centre for BOLD Cities ■ Centre for Education and Learning ■ Centre for Frugal Innovation in Africa ■ Centre for Global Heritage and Development ■ Centre for Governance of Migration and Diversity ■ Centre for Sustainability.

Daarnaast werken de LDE Universities samen in het onderzoeksprogramma Port City Futures.

Andere ontwikkelingen en resultaten in 2020: ■ De decanen van de drie universiteiten zijn in 2020 nog intensiever betrokken bij de samenwerking in LDE; ze functioneren vaker als leden van de stuurgroepen van de LDE-centres en -programma’s, om zo de facultaire betrokkenheid te versterken. ■ In januari 2020 is het LDE-centre for Governance of

Migration and Diversity van start gegaan. Het thema van het centre is de inclusieve samenleving, waarin iedereen gelijke kansen heeft en gelijke toegang tot welvaart en welzijn. Het centre richt zich met name op bestuurs- en beleidsvraagstukken rondom migratie en diversiteit, en bouwt voort op de gezamenlijke masteropleiding Governance of Migration and Diversity die de drie universiteiten sinds een aantal jaren aanbieden. De specialismen van de drie universiteiten vullen elkaar hier goed aan. Leiden heeft expertise over migratiegeschiedenis, governance en migratierecht, Delft over stedenbouwkundige en humanitaire vraagstukken, en Rotterdam over sociologie en bestuurskunde. Daarnaast is ook de kennis van het

International Institute of Social Studies in Den Haag van belang. ■ In december heeft het LDE-bestuur de richtlijnen en randvoorwaarden voor medebenoemingen Leiden-

Delft-Erasmus vastgesteld. Die dragen bij aan het versterken van de samenwerking van de drie instellingen bij de strategische LDE-thema’s. De mogelijkheid voor medebenoemingen bestond al bij Medical

Delta (zie hierna: Medical Delta 2.0): hoogleraren die een dienstverband als LDE-hoogleraar krijgen, worden naast hun benoeming in hun eerste universiteit, medebenoemd bij een of twee andere LDE-universiteiten.

Zij zetten zich in voor interdisciplinair onderwijs en onderzoek op de verschillende terreinen van de LDEsamenwerking. ■ Eveneens in december heeft het LDE-bestuur een voorstel voor een LDE Research Development

Support-initiatief goedgekeurd. Bij de drie instellingen zijn vrijwel alle disciplines aanwezig om succesvolle inter- en transdisciplinaire onderzoeksvoorstellen te ontwikkelen, al dan niet met maatschappelijke partners. LDE Research Development Support wil de vorming van interdisciplinaire consortia voor grote, complexe subsidieaanvragen stimuleren.

In 2020 is een LDE-bureau ingericht dat de bestuurlijke processen ondersteunt, de informatievoorziening en voorlichting verzorgt, en betrokken is bij verschillende onderwijs-, onderzoeks-, en valorisatie-initiatieven. Sinds 1 februari 2020 functioneert prof.dr. Wim van den Doel, oud-bestuurder van NWO en oud-decaan van de Leidse Faculteit Geesteswetenschappen, als LDE-dean. Hij draagt verantwoordelijkheid voor de algehele regie, de coördinatie en de dagelijkse aansturing van LDE Universities in opdracht van het LDE-bestuur, en in afstemming ook met de afzonderlijke leden van het LDE-bestuur. Het LDE-bureau ondersteunt Van den Doel bij deze verantwoordelijkheden.

In 2020 is, als aanvulling op de LDE-strategie 2019-2024, een nieuwe Gemeenschappelijke Regeling vastgesteld. In deze regeling is op hoofdlijnen vastgelegd hoe de samenwerking tussen de universiteiten plaatsvindt.

Medical Delta 2.0

Medical Delta is een samenwerkingsverband van de drie universiteiten in Leiden, Rotterdam en Delft, de Universitair Medische Centra van Leiden en Rotterdam (LUMC en Erasmus MC), vier hogescholen (De Haagse Hogeschool, Hogeschool InHolland, Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Leiden), overheden, bedrijven, zorginstellingen en een aantal andere partijen in ZuidHolland. Medical Delta geeft een belangrijke impuls aan de life sciences & health-sector, zowel in Zuid-Holland als in de rest van Nederland.

Per 1 oktober 2020 trad prof.dr. Frank Willem Jansen (LUMC) aan als nieuwe voorzitter van Medical Delta. Het tweekoppige bestuur laat zich adviseren door een Wetenschappelijke Raad en een Maatschappelijke Raad, en legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Jonge wetenschappers zijn vertegenwoordigd in Young Medical Delta. De hogescholen werken samen met Medical Delta via Vitale Delta.

Veertien consortia werken in het kader van Mecial Delta samen aan technologische oplossingen voor duurzame zorg. Ook bedrijven, zorginstellingen, de provincie Zuid-Holland en de grote steden in de regio zijn nauw betrokken, onder meer via living labs waar innovaties met eindgebruikers in de (zorg)praktijk worden getest. De doelstelling voor de komende vijf jaar is dat deze onderzoeksprogramma’s groeien, zowel in omvang als in kwaliteit, en dat ze bruikbare technologische oplossingen voor duurzame zorg realiseren.

Medical Delta-hoogleraren hebben een aanstelling bij ten minste twee van de vijf academische instellingen die in Medical Delta zijn vertegenwoordigd (Universiteit Leiden, LUMC, TUD, Erasmus MC, EUR). Hoogleraren met een dergelijke dubbel- of triple-aanstelling zetten zich in voor multidisciplinair onderzoek op het gebied van health & technology. In 2020 zijn negen nieuwe Medical Deltahoogleraren benoemd; het zijn er nu 22.

In augustus 2020 is de minor Regenerative Medicine; A Game Changer Technology gestart. Deze minor wordt in samenwerking met het LUMC en de TUD gegeven op het Erasmus MC.

Internationalisering en onderzoek

Internationale samenwerking is voor onderzoeksuniversiteiten vanzelfsprekend en cruciaal. De universiteit heeft in 2020 verder geïnvesteerd in haar internationale relaties met universiteiten, overheden en ambassades. Ze streeft ernaar de werving en uitwisseling van studenten, docenten en wetenschappers, en de samenwerking op het gebied van onderwijs en onderzoek, zoveel mogelijk in samenhang te bekijken, zodat zij elkaar kunnen versterken. Daartoe heeft ze drie zogeheten regiogroepen in het leven geroepen: voor China, voor Indonesië en voor Latijns-Amerika en de Cariben.

China De onderzoekssamenwerking met Chinese partners is in 2020 verder uitgebreid. Er lopen diverse gezamenlijke onderzoeksprojecten op uiteenlopende vakgebieden waaronder psychologie, milieukunde, astronomie, wiskunde, smart industrial parks, medicijnontwikkeling, taalkunde en archeologie.

In het kader van de samenwerking gaf de Faculteit Rechtsgeleerdheid ook een groep Chinese studenten een semester college over onder meer Public International Law. Het Chinese ministerie van Buitenlandse zaken had deze studenten geselecteerd voor diplomatentraining.

Indonesië De universiteit verlengde begin 2020 de overeenkomst met het Indonesian Education Scholarship-programma LPDP, de grootste beursverstrekker in Indonesie. Tijdens het staatsbezoek aan Indonesie van 10 tot en met 12 maart was de Universiteit Leiden nadrukkelijk aanwezig bij alle bijeenkomsten van het programmaonderdeel Onderzoekssamenwerking. Die betreft biodiversiteit, gezondheid, recht en bestuur. Het LUMC kondigde in het kader van Leiden Global een nieuw beursprogramma aan voor Indonesische onderzoekers.

In oktober is een Leidse interfacultaire projectaanvraag Sustainable Urbanisation ingediend. Deze is opgesteld in het kader van een samenwerking tussen NWO en het Indonesische ministerie van Research, Technology and

Innovation. Medio 2021 wordt bekend of de aanvraag wordt toegekend. In de eerste Week of Indonesian Netherlands Education and Research (WINNER, een samenwerking tussen NWO, KNAW, Nuffic Neso Indonesië en de Nederlandse Ambassade in Jakarta) verzorgden Leidse academici meerdere sessies.

Latijns-Amerika en de Cariben Ondanks de ingrijpende gevolgen van de coronapandemie voor Latijns-Amerikaanse landen, konden de gezamenlijke onderzoeks- en onderwijsprojecten toch worden voortgezet. De Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen en het LUMC startten samen met vijf Braziliaanse partners een interdisciplinair project rond data science en gezondheid. Het project brengt Nederlandse en Braziliaanse studenten en onderzoekers samen in een breed spectrum aan thema’s die betrekking hebben op big data en kunstmatige intelligentie. De leerstoel voor Chileense Studies gaat verder in online vorm met Diego Portales University, onze belangrijkste partner in Chili.

EUniWell

Op 17 november 2020 vond de officiële start van de European University for Well-being (EUniWell) plaats door middel van een groot online launch event.

EUniWell is een alliantie van zeven vooraanstaande Europese universiteiten, waaronder de Universiteit Leiden. De alliantie biedt studenten, onderzoekers en docenten nieuwe, internationale mogelijkheden voor samenwerking en ontwikkeling. EUniWell wil laten zien dat diversiteit en het werken over disciplinaire en nationale grenzen heen bevorderlijk zijn om de vele uitdagingen op het gebied van welzijn aan te pakken. EUniWell stimuleert hiervoor baanbrekend onderzoek en innovatie in onderwijs en opleiding. De alliantie richt zich op vier interdisciplinaire onderzoeksgebieden, geïnspireerd op de Sustainable Development Goals van de de Verenigde Naties: ■ Gezondheid ■ Individueel en sociaal welzijn ■ Leefomgeving en klimaat ■ Lerarenopleiding en docentprofessionalisering.

De Europese Commissie heeft de EUniWEll-alliantie in de zomer van 2020 gehonoreerd als European University. In het kader van de ontwikkeling van de EUniWellalliantie hebben leden van het College van Bestuur in januari en februari 2020 twee rectors’ meetings in Keulen en Birmingham bezocht. In het voorjaar woonde de vicerector de EUniWell online Policy Commission launch bij die als thema had: Well-Being in a Covid World. Tevens namen leden van het College van Bestuur deel aan een online bijeenkomst voor rectoren van de European Universities, in november georganiseerd door de Europese Commissie.

Ontvangsten en bezoeken

De universiteit ontving in 2020 door de coronacrisis veel minder ambassadeurs, ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders uit het buitenland dan gewoonlijk. Na maart 2020 kwamen fysieke bezoeken grotendeels te vervallen. Geplande Indonesische delegaties in het voorjaar (het Greenmetrics-team van de Universitas Indonesia en een delegatie van de Culturele Dienst Yogyakarta) zijn vanwege de pandemie uitgesteld.

Delegaties van Chinese partneruniversiteiten die Leiden zouden bezoeken, zoals Tsinghua University, zijn afgezegd. Met Tsinghua University is later in het jaar in een videobijeenkomst een overeenkomst met de Sterrewacht getekend voor een gezamenlijk PhD-supervisietraject voor astronomie.

In oktober ontving de rector de ambassadeur van India om een Memorandum of Understanding te bespreken, gericht op het toegankelijk maken van cultureel erfgoed in samenwerking met het Nationaal Archief, de Kerala Council for Historical Research en de Sree Sankaracharya University of Sanskrit (SSUS). In december ontving de rector de nieuwe ambassadeur van Bangladesh voor een kennismakingsbezoek.

Instituten in het buitenland

Het Nederlands Instituut in Marokko (NIMAR) in Rabat heeft een landelijke opdracht namens de Nederlandse universiteiten en hogescholen. Het beheer van het NIMAR ligt bij de Universiteit Leiden. Het instituut, dat in 2017 werd vernieuwd en heropend met een nieuw programma, richt zich op het faciliteren van wetenschappelijk onderzoek, het versterken en beheren van bibliotheekcollecties met werken over Marokko en de Arabische wereld, en op het aanbieden van onderwijs. De minister van OCW oordeelde positief na een uitvoerige evaluatie van het instituut en kende het NIMAR met ingang van 2019 een structurele subsidie toe.

Daarnaast beheert de Leidse universiteit het Nederlands Instituut in Turkije (NIT) in Istanbul en het NederlandsVlaams Instituut in Caïro (NVIC). In het NVIC nemen de zes Nederlandse universiteiten van de koepelorganisatie Nederlandse Wetenschappelijke Instituten in het Buitenland (NWIB) deel, en vier Vlaamse partijen: het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO), de Universiteit Gent, de Universiteit Antwerpen en de Katholieke Universiteit Leuven. De universiteiten die deel uitmaken van het NWIB zijn: de Universiteit Leiden, de Rijksuniversiteit Groningen, de Radboud Universiteit

Nijmegen, de Universiteit Utrecht, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit van Amsterdam. In de NWIB zijn naast het NVIC ook de volgende instituten ondergebracht: het NIA (Athene), het NIP (St. Petersburg), het NIKI (Florence) en het KNIR (Rome).

Vanwege de coronapandemie zijn studenten en wetenschappers teruggeroepen en verzorgen de instituten tot nader order ook geen fysiek onderwijs meer; ze zijn overgegaan op online colleges en online begeleiding van studenten. Ook het contact met wetenschappers verloopt online.

LERU

De League of European Research Universities (LERU) is een succesvol samenwerkingsverband van 23 onderzoeksuniversiteiten, mede opgericht door de Universiteit Leiden. Ook in 2020 heeft de LERU zich ingezet voor de belangen van Europese onderzoeksuniversiteiten en de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek. Ze bracht in dat jaar vijf gezaghebbende publicaties en adviezen uit: 1. Towards a Research Integrity Culture at Universities:

From Recommendations to Implementation (advice); 2. Tomorrow’s Teachers Today: What Universities Can Do for the Teaching Profession (advice); 3. Family Leave for Researchers at LERU Universities (advice); 4. A Ban on Animal-Derived Antibodies will Stifle

European Competitiveness in the Life Sciences (statement); 5. Good Practice in Communicating Animal Research at

Universities (note).

De decanen van de Universiteit Leiden zijn actief in de verschillende beleids- en thematische groepen van de LERU, en ook als voorzitter van groepen voor wetenschappelijk onderzoek.

Open science

Open science maakt sinds een aantal jaren deel uit van het Nederlandse wetenschapsbeleid. In het Nationaal Plan Open Science spreken overheid, universiteiten en andere kennisinstellingen zich nadrukkelijk uit voor open science. Open science is gericht op het transformeren van de manieren waarop kennis wordt ontwikkeld en gecommuniceerd. Dit heeft betrekking op alle takken van de wetenschap. De transitie naar open science is een cultuurverandering en vergt daarom een gecoördineerde, gestructureerde en meetbare aanpak. Om dit proces in goede banen te leiden heeft het College van Bestuur in 2020 prof.dr. Paul Wouters, decaan van de Faculteit Sociale Wetenschappen, gevraagd bij deze transitie het voortouw te nemen. Wouters heeft in samenwerking met een Werkgroep open science een plan van aanpak opgesteld. Hierin is in kaart gebracht welke stappen de Universiteit Leiden al gezet heeft en zou kunnen zetten om vooruitgang te boeken op de volgende terreinen: ■ Ontwikkeling van nieuwe of het gebruik van bestaande infrastructuren voor open science (zoals infrastructuur voor onderzoeksdata, voor datacatalogi en voor open publicaties); ■ Ontwikkeling van nieuwe vaardigheden in de wetenschappelijke gemeenschap (met name in communicatie en ICT); ■ Verspreiding van best practices en inspirerende voorbeelden (inclusief Citizen Science); ■ Hervorming van belonings- en financieringsstructuur van de wetenschap (erkennen en waarderen); ■ In 2020 is ook de open science webpagina van de

Universiteit Leiden gelanceerd en is de werkgroep uitgebreid. ■ Ook nationaal en internationaal heeft de Universiteit

Leiden goed aansluiting gevonden op ontwikkelingen op het gebied van open science. Zij wil hierin ook zelf initiatieven nemen. Er vindt regelmatig overleg plaats met rectoren en andere initiatiefnemers in Utrecht,

Amsterdam, Delft en Leuven, en in VSNU- en LERUverband.

De internationale Open Access Week 2020 stond voor een deel in het teken van open science (zie volgende paragraaf).

Open access

De Nederlandse universiteiten maken zich sterk voor open access, waarbij de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek digitaal vrij beschikbaar worden gesteld. Zeker als onderzoek met publieke middelen is gefinancierd, zo vinden de universiteiten, moet de samenleving optimaal gebruik kunnen maken van de resultaten die het heeft opgeleverd. Ook Leidse wetenschappers en studenten zetten zich actief in voor open access.

Sinds december 2017 heeft de universiteit een groen open access-beleid: het College van Bestuur verplicht alle Leidse auteurs om hun peer-reviewed artikelen te uploaden in het Leids repositorium dat bij de Universiteitsbibliotheek is ondergebracht. Het mag ook een manuscriptversie zijn. In Leiden lopen verschillende open access-stimuleringsprojecten. Het project UBL heeft als doel om onderzoekers en auteurs te helpen bij het registreren en uploaden van hun publicaties. Daarmee creëert de universiteit een waardevol en duurzaam archief voor de publicaties van Leidse onderzoekers en wordt de zichtbaarheid van het Leidse onderzoek vergroot.