9 minute read

2.4 Kwaliteitszorg onderwijs

van deze geplande reizen kon doorgang vinden. Ook veel andere voorziene reizen werden tot nader order uitgesteld.

Summer schools De universiteit biedt elk jaar in de zomerperiode een breed scala aan zomercursussen aan in Leiden en Den Haag. Doel van deze summer schools is om studenten, promovendi en professionals uit binnen- en buitenland de gelegenheid te geven nieuwe kennis op te doen en/of bestaande kennis te verdiepen. Het aanbod is gevarieerd en bestrijkt de domeinen alfa, gamma, bèta en geneeskunde. De cursusduur varieert van drie dagen tot drie weken. Deelnemers dienen over de juiste vooropleiding en ervaring te beschikken. De universiteit biedt de cursisten ook huisvesting en een sociaal programma aan. In 2020 is een aantal summer schools in verband met de pandemie geannuleerd. Andere zijn wel doorgegaan, online of hybride.

Taalbeleid De universiteit streeft een consistent taalbeleid na en heeft daartoe de Richtlijn taalbeleid opgesteld. Deze omvat zes thema’s: onderwijstaal, taalvaardigheid docenten, taalvaardigheid medewerkers, werving van nieuwe medewerkers, communicatie en het bestuurlijke circuit.

Het streven is om zoveel mogelijk twee talen te gebruiken: Nederlands en Engels. Vrijwel alle opleidingen zijn Nederlands- of Engelstalig; de voertaal van iedere opleiding is vastgelegd in het Leids Register Opleidingen. Engels is voor de meeste wetenschapsgebieden de belangrijkste voertaal. In de Gedragscode voertaal zijn afspraken gemaakt over de te hanteren taal in het onderwijs, de toetsing en de examinering.

Voor de taalvaardigheid van medewerkers gelden de volgende uitgangspunten: ■ Docenten die Engelstalige vakken verzorgen beheersen het Engels op minimaal niveau C1; ■ Internationale docenten die in het Nederlands doceren beheersen de taal op niveau C1; ■ Alle andere medewerkers beschikken minimaal over passieve kennis van het Nederlands; ■ De voor een functie geldende taaleis wordt in alle vacatures vermeld.

Voor de taalvaardigheid van studenten gelden de volgende uitgangspunten: ■ Studenten mogen ervan uitgaan dat hun docenten goed Engels en Nederlands spreken; ■ Bachelorstudenten kunnen hun Engelse taalvaardigheid toetsen en indien nodig vergroten;

2.4 Kwaliteitszorg onderwijs

Programma Doorontwikkeling Kwaliteitszorg

Op basis van de zelfreflectie en de aanbevelingen van de Instellingstoets Kwaliteitszorg 2019 heeft het College van Bestuur het plan Doorontwikkeling Kwaliteitszorg vastgesteld, waarin de verdere optimalisering van de kwaliteitszorg voor de komende jaren is vastgelegd. Ook de monitoring van de kwaliteitsafspraken komt hierin aan de orde. Doel van het plan is om het systeem van kwaliteitszorg nog effectiever te maken, onder andere door de managementinformatie verder te verbeteren en de inhoudelijke monitoring (gesprek en verbeterfunctie) te versterken. Het programma is in december 2020 afgerond.

■ Internationale studenten kunnen hun Nederlandse taalvaardigheid vergroten met een online cursus voordat zij naar Nederland komen, en taalcursussen volgen in Leiden en Den Haag als ze hier wonen.

Voor de communicatie vanuit de Universiteit Leiden gelden de volgende uitgangspunten: ■ De informatie over de opleiding wordt gegeven in de taal van de opleiding; ■ Bestuur en medezeggenschap zijn in het Nederlands; leden van de UR die geen Nederlands spreken kunnen aan de medezeggenschap deelnemen met hulp van een vertaler of taalbuddy; ■ De publieke uitingen van de universiteit zijn tweetalig.

In 2017 is de SPOC Dutch & More van start gegaan. Via deze online cursus maken internationale studenten kennis met de Nederlandse taal en met het studentenleven in Leiden en Den Haag. Na succesvolle afronding ervan kunnen zij een uitgebreide cursus Nederlands volgen bij het Academisch Talencentrum (ATC). In 2020 volgden 813 deelnemers de SPOC. Dit waren er ruim honderd meer dan in 2019. Slechts 67 studenten die de SPOC hadden afgerond, schreven zich in voor de vervolgcursus (tegen 107 in 2019). Deze afname is vermoedelijk het gevolg van het feit dat er een daling was in het aantal uitwisselingsstudenten ten gevolge van de coronocrisis.

Sinds eind 2019 is er ook een SPOC Dutch & Staff voor internationale medewerkers beschikbaar. In 2020 hebben 126 medewerkers deze SPOC afgerond.

Sinds 2017 is voor bachelorstudenten een online toets beschikbaar om de Engelse taalvaardigheid te toetsen ter voorbereiding op een Engelstalige masteropleiding. In 2020 maakten slechts negentien studenten deze toets (tegen 392 in 2019). Mogelijk komt dit omdat de kosten ervan sinds dit jaar niet meer vergoed worden.

Een belangrijk resultaat van het programma is de verbetering van de managementinformatie, culminerend in de ontwikkeling van het Onderwijsdashboard. Het Onderwijsdashboard bevat kerngegevens van alle opleidingen van de Universiteit Leiden: instroom, uitstroom en rendementsgegevens. Ook worden de resultaten van vakevaluaties, programma-evaluaties en andere studentevaluaties van het onderwijs in het dashboard opgenomen. De resultaten van de Nationale Studenten Enquête (NSE) zijn gevisualiseerd, zodat meerjarige trends en benchmarks beter zichtbaar zijn. In het vervolgproject wordt het dashboard verder doorontwikkeld naar een meer dynamische versie waarin gebruikers zelf aan de slag kunnen, mogelijk ook met enkele interactieve mogelijkheden (naar voorbeeld van de KU Leuven).

De universiteit blijft ook de komende jaren investeren in de kwaliteitscultuur. In het Programma Doorontwikkeling Kwaliteitszorg is veel aandacht besteed aan het ondersteunen en verder professionaliseren van cruciale functies in de kwaliteitszorg. Nadruk lag daarbij op het beter informeren en scholen van de opleidingscommissies. Bij de faculteiten zijn studentpanelgesprekken ingevoerd om het gesprek over onderwijskwaliteit te verdiepen. In 2020 is de eerste pilot van universitaire docentpanelgesprekken afgerond.

Cursus- en programma-evaluaties

De cursus- en programma-evaluaties en de rapportages daarover zijn in 2020 verder geoptimaliseerd. Deze evaluaties worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de faculteiten. Beide evaluaties bestaan uit een set van universiteitsbrede vragen, die desgewenst kan worden aangevuld met opleidings- en faculteitsspecifieke vragen die passen bij het karakter van de opleiding. Op basis van de resultaten kunnen zowel de opleidingen en de faculteiten als het universiteitsbestuur gerichter sturen op verbetering.

Sinds september 2018 is het programma voor uniforme cursusevaluaties operationeel. Per 1 januari 2020 is een metarapportage op basis van alle cursusevaluaties mogelijk. Hiervoor worden van elke opleiding per studiejaar de uitkomsten op acht standaardvragen in één overzicht gerapporteerd, zowel voor iedere cursus afzonderlijk als geaggregeerd over alle cursussen. Dit maakt het mogelijk de uitkomsten tussen de verschillende studiejaren en cursussen te vergelijken. Vanaf 2020 wordt de rapportage jaarlijks gegenereerd door het ICLON en gepubliceerd in het Onderwijsdashboard.

In 2019 is de universiteitsbrede programma-evaluatie voor het eerst voorgelegd aan afstudeerders. Begin 2020 is een evaluatie uitgevoerd om de betrouwbaarheid en validiteit van de programma-evaluatie vast te stellen; het resultaat was positief. Sinds het voorjaar van 2020 wordt de programma-evaluatie ondersteund door het ICLON en maandelijks voorgelegd aan studenten die afstuderen. Jaarlijks worden een standaardrapportage per opleiding en een overzichtsrapportage per faculteit opgemaakt. De jaarlijkse rapportages worden opgenomen in het Onderwijsdashboard.

Ontwikkeling van examencommissies en opleidingscommissies

De examencommissies en de opleidingscommissies zijn essentieel voor de kwaliteitszorg op opleidingsniveau. De ambtelijk secretarissen van de examencommissies komen ongeveer vijf keer per jaar bijeen. In deze bijeenkomsten worden de processen en de procedures van de commissies doorgenomen en beter op elkaar afgestemd. De leden van de examencommissies komen een of twee keer per jaar bijeen om te spreken over diverse thema’s, zoals de kwaliteitsborging van toetsen. In deze bijeenkomsten staat het uitwisselen van kennis en ervaring centraal. Tevens wordt tweemaal per jaar een cursus aangeboden voor nieuwe leden van de examencommissies, waarin de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de commissie aan de orde komen.

Ter voorbereiding op het werken in een opleidingscommissie is een SPOC beschikbaar. Daarnaast worden jaarlijks twee facultaire trainingen aangeboden aan opleidingscommissies. Vanaf 2020 worden hiervoor alle nieuwe leden uitgenodigd; voorheen was de training er alleen voor studentleden. In februari 2020 is een universiteitsbrede themabijeenkomst voor opleidingscommissies gehouden rondom de onderwerpen Kwaliteitsafspraken en Versterking van de opleidingscommissies. Het doel van deze bijeenkomst was het versterken van het functioneren van de commissies en het uitwisselen van ervaringen en best practices.

Overleg met studenten

Naast de formele medezeggenschap op facultair en universitair niveau is er ook een regulier overleg tussen de (vice)rector magnificus en de assessoren (studentleden van de faculteitsbesturen): het Studentenzakenberaad. Hierin worden actuele onderwijszaken besproken. Op deze manier is de inbreng van studenten in de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, ook vanuit een meer beleidsmatig en bestuurlijk perspectief, gewaarborgd. De assessoren, verenigd in het Leids Assessoren Overleg (LAssO), stellen elk academisch jaar een lijst met speerpunten op. Voor academisch jaar 2019-2020 werd extra aandacht gevraagd voor: 1. Healthy University; 2. van klant naar partner;

3. diversiteit en inclusiviteit, en 4. doorontwikkeling medezeggenschap.

Voor 2020-2021 zijn gekozen: 1. studentenwelzijn; 2. diversiteit en inclusiviteit en 3. het bevorderen van de betrokkenheid van de actieve student.

Het Leids Universitair Studentenplatform (LUS) biedt studenten die geen zitting hebben in de universitaire gremia de gelegenheid zich uit te spreken over belangrijke onderwerpen. Daartoe organiseert het platform periodiek laagdrempelige bijeenkomsten waar studenten en de (vice)rector magnificus discussiëren over actuele onderwijsthema’s. Ook adviseert het LUS op basis daarvan over onderwijsbeleid. Het College van Bestuur, de faculteitsbesturen en de studenten hechten veel waarde aan de aanbevelingen en vertalen deze waar mogelijk naar concreet beleid. Verder organiseert het platform de verkiezing van de docent van het jaar; hij of zij ontvangt de universitaire Onderwijsprijs bij de opening van het academisch jaar.

Opleidingsaccreditatie

De resultaten van de in 2020 door de NVAO afgeronde externe beoordelingen staan vermeld in de tabel in bijlage E. Deze beoordelingen zijn onderdeel van de kwaliteitszorg. De tabel vermeldt de heraccreditaties die de NVAO in 2020 heeft afgerond. Met name de Faculteit Geesteswetenschappen heeft een groot aantal procedures afgerond (36). Alle beoordelingen hebben tot behoud van de accreditatie geleid; de enige herstelbeoordeling is positief afgerond.

In 2019 zijn alleen midterm reviews uitgevoerd bij de bacheloropleiding Biomedische wetenschappen en de bacheloropleiding Politicologie. Vanwege de coronapandemie zijn de meeste midterm reviews die voor 2020 stonden gepland, uitgesteld. Ook een aantal heraccreditatieprocedures zijn uitgesteld. Inmiddels hebben drie volledig digitale locatiebezoeken plaatsgevonden.

Studenttevredenheid

Nationale Studenten Enquête Doorgaans worden alle Nederlandse studenten jaarlijks uitgenodigd de mate van hun tevredenheid over hun opleiding aan te geven in de Nationale Studenten Enquête (NSE). Vanwege de grote impact van de coronacrisis op het onderwijs en de hogeronderwijsinstellingen vlak voor het begin van de afnameperiode van de NSE 2020, is de enquête in 2020 landelijk komen te vervallen. Studentenpolls In 2020 hebben de assessoren van de Universiteit Leiden via Instagram enkele korte polls uitgezet onder studenten om de impact van de coronacrisis op het onderwijs en het welzijn van studenten te peilen. Dit betrof niet meer dan een algemene en vooral laagdrempelige ‘temperatuurmeting’. De polls hadden betrekking op uiteenlopende onderwerpen. Gevraagd werd onder meer naar de mening van studenten over online onderwijs (88% positief), informatievoorziening (50/50 positief over docenten, circa 80% positief over de centrale informatievoorziening), privacy (57% positief over het waarborgen daarvan), gebruik van digitale tools (50/50 gebruik en 50/50 tevredenheid), geïntensiveerd mentor- en tutorsysteem (70% is positief hierover als extra studieactiviteit). De uitkomsten zijn steeds besproken met de faculteiten, zodat deze snel actie konden ondernemen.

Semesterevaluatie In juni 2020 is een universiteitsbrede evaluatie uitgevoerd van het online onderwijs dat ter vervanging van het fysieke onderwijs is aangeboden. Doel van de evaluatie was: 1. inzicht krijgen in de onderwijs- en toetsvormen die zijn aangeboden; 2. inzicht krijgen in de waardering hiervan door studenten; 3. knelpunten identificeren en lessen trekken, zodat het hybride onderwijs in collegejaar 2020-2021 zo goed mogelijk kon worden ingericht.

De faculteiten hebben een basisrapportage ontvangen met de resultaten per opleiding, die gebruikt kon worden bij de voorbereiding van het nieuwe onderwijs. Daarnaast zijn de resultaten geanalyseerd door het ICLON. Aanvullend op deze evaluatie zijn in 2020 extra analyses gemaakt om de studievoortgang van de studenten te monitoren. De analyse van de semesterevaluatie, inclusief een overzicht van de gegevens op opleidings-, facultair en universitair niveau, en de studievoortgangoverzichten zijn gepubliceerd in het Onderwijsdashboard.

Uit de semester-enquête kwam naar voren dat studenten redelijk tevreden zijn over het online onderwijs. Onderwijs gericht op kennisoverdracht werd beter gewaardeerd dan het onderwijs gericht op verwerking van de stof. Kritisch waren de studenten over de technische ondersteuning. Naar aanleiding hiervan zijn verbeteringen bij de helpdesk en op de website doorgevoerd. Bij de analyse is gekeken naar de verschillen tussen verschillende groepen studenten. De grootste verschillen deden zich voor tussen bachelorstudenten met en zonder een functiebeperking. Studenten met een functiebeperking hadden minder waardering voor live videocolleges, opgenomen videocol-