5 minute read

FOR TWO TO PLAY

Klavecimbelduo Focust Op Engeland

Advertisement

Klavierduo’s zijn er in verschillende vormen. Denk aan vierhandig piano of orgel, of aan de combinatie orgel en piano. Klavecimbelduo’s zijn in dit kader behoorlijk zeldzaam. Yoann Moulin en Pierre Gallon zijn zo’n duo. Tijdens dit Seizoen Oude Muziek gaan zij de uitdaging aan op een dubbele set toetsen, met het fantasievolle repertoire van de Engelse virginalisten als inzet. Tussen creatie, interpretatie en improvisatie komen de humor, tederheid, frivoliteit en contrapuntische spitsvondigheid van meestertoetsenisten als William Byrd, John Bull en Thomas Tomkins volledig tot hun recht.

Moulin en Gallon groeiden beiden op in Normandië en kennen elkaar van de muziekopleiding in Caen. Gallon: ‘We zijn al heel lang met elkaar bevriend en spelen sinds onze studietijd samen. Eerst alleen voor de lol in onze vrije tijd, en sinds een tijdje dus ook als concertduo. Wij zijn strikt genomen geen ensemble zoals een strijkkwartet of pianotrio, maar we grijpen wel elke mogelijkheid aan om samen muziek te maken.’ Klavecinisten zijn op het podium doorgaans alleen solistisch of als onderdeel van de basso continuo te bewonderen. Hoe ervaren de twee hun duopraktijk? Moulin: ‘Je zou kunnen zeggen dat twee klavecimbels klinken als één heel luid exemplaar, maar dat is gelukkig niet wat we van het publiek terugkrijgen. Het is voor ons niet precies duidelijk waarom, maar het publiek geniet er enorm van. In de eerste plaats, denk ik, vanwege de spatialisering, in de zin dat er een soort stereo-effect onstaat. Verder creëren twee klavecimbels een nieuw soort magisch instrument. Pierre en ik houden ervan om veel variatie aan te brengen in klankkleuren, zodat de totaalklank rijker en expressiever wordt. En ten slotte is er natuurlijk de interactie tussen ons als musici. Dit alles tezamen creëert een bepaalde energie waar we ons heel prettig bij voelen.’

Gallon vult aan: ‘Optredens als de onze zijn vrij zeldzaam en dat maakt het heel speciaal, zowel voor het publiek als voor onszelf. Niet alleen auditief, maar ook visueel valt er voor het publiek het nodige te genieten. En dan doel ik niet alleen op de interactie tussen Yoann en mij, maar ook op onze instrumenten als zodanig. Na een concert willen mensen de klavecimbels vaak even van dichtbij bekijken en een praatje met ons maken. Erg leuk!’ Moulin vervolgt: ‘Dat we tijdens onze concerten regelmatig van instrument

KLAVECIMBEL wisselen is trouwens niet alleen vanwege het choreografische effect, maar ook om onszelf en het publiek even een adempauze te gunnen.’

Het Instrument

Het spreekt voor zich dat Gallon en Moulin het liefst op hun eigen klavecimbels spelen. Gallon: ‘Maar je begrijpt dat het niet altijd makkelijk is om die mee te nemen op reis. In de praktijk spelen we dan ook meestal op instrumenten die de concertlocatie voor ons regelt. Dat vraagt enige flexibiliteit van ons, maar dat hoort bij het vak. Soms treffen we het en krijgen we schitterende klavecimbels tot onze beschikking, maar er zijn ook wel eens onaangename verrassingen. We benijden onze pianisten-collega’s wel een beetje, die kort door de bocht gezegd altijd op dezelfde Steinway concerteren, van New York tot Singapore.’

Bij sommige pianostukken voor vier handen is sprake van een eerste (primo) en tweede (secundo) partij. Moulin: ‘Ons repertoire werkt niet op die manier. De muziek die wij spelen is heel contrapuntisch, elke stem is even belangrijk. We proberen ieder klavecimbel op z’n best te laten uitkomen. Als een instrument een fraaie bas heeft, kiezen we dat klavecimbel voor de baspartij. En als een instrument mooi klinkt in de hogere regionen, dan mag dat de boventoon voeren. Kortom, van hiërarchie tussen de instrumenten is geen sprake, maar elk klavecimbel heeft de rol die op dat moment het best past.’ Gallon, grijnzend: ‘Dat heeft speler nummer één heel mooi gezegd.’

For Two To Play

De muzikale voorkeur van Gallon en Moulin ligt overduidelijk bij onze overzeese buren. Moulin: ‘De Engelse componist Giles Farnaby schreef een werk met de titel For two to play. Die titel is een beetje ons motto geworden, van daaruit banen we ons een weg in dit repertoire. Gallon: ‘We baseren onze programma’s op onze wensen en voorkeuren, en dat zijn er nogal wat – deze periode in de muziekgeschiedenis is een ware goudmijn!’ Moulin vult aan: ‘Eerst houden we een stevige brainstormsessie, en dan gaan we dingen uitproberen. In onze manier van instrumenteren, bewerken en versieringen aanbrengen sluiten we graag aan bij hoe dat in de zestiende eeuw gebeurde – uiteraard voor zover we dat weten.’ Gallon: ‘Wanneer we een bepaald concept hebben bedacht maken we een selectie van werken, bepalen we de assen waarlangs het programma loopt. We streven daarbij een zekere coherentie na. Dat is niet altijd eenvoudig: het uitvoeren van een homogene cyclus als Schuberts Winterreise is wat dat betreft makkelijker. Maar nadenken over de architectuur van een programma is een boeiende aangelegenheid.’

Het In nomine is een instrumentaal genre dat populair was bij Engelse componisten uit de zestiende en zeventiende eeuw. Aan de oorsprong van het genre ligt een fragment uit de mis Gloria tibi Trinitas van John Taverner. Een deel uit het ‘Benedictus’ dat begint met de woorden ‘In nomine...’ werd uit de mis gelicht en ging als basis of cantus firmus fungeren voor zelfstandige composities.

A Fancy For Two To Play

Het is evident dat Moulin en Gallon veel plezier in hun gezamenlijke activiteiten hebben en gezegend zijn met een flink gevoel voor humor. Anekdotes zijn er dan ook te over. Moulin: ‘Zo hadden we een keer een bevriende violist gevraagd om de cantus firmus van een In nomine mee te spelen. Dat moest een verrassing zijn voor het publiek, hij zou vlak voor het begin van het concert opkomen, na ons. Dat liep echter compleet in de soep: het lukte onze vriend niet om op tijd aanwezig te zijn. Alleen waren wij daar niet van op de hoogte. Wij waren dus op het podium de tijd aan het doden met stemmen, kletsen, nog maar een keer door de muziek bladeren. Uiteindelijk zijn we maar begonnen en hebben we het betreffende stuk gespeeld zonder In nomine. Het publiek wist er natuurlijk niet van, maar wij hadden moeite om ons lachen te bedwingen.’ Gallon: ‘We kregen ook een keer vlak na het begin van een concert om de een of andere reden de slappe lach. Zo erg dat we moesten stoppen met spelen. Zonder te weten waarom wij zo moesten lachen nam een deel van het publiek het over, als een soort sneeuwbaleffect. Pure malligheid, maar het was fantastisch.’

SEIZOEN OUDE MUZIEK

A FANCY FOR TWO

Yoann Moulin & Pierre Gallon

wo 16 feb / 20.15

Muiden, Muiderslot do 17 feb / 20.00

Zeist, Kerk van de Evangelische Broedergemeente vr 18 feb / 20.30

Maastricht, Cellebroederskapel za 19 feb / 20.15

Westzaan, Zuidervermaning zo 20 feb / 11.00

Schokland, Kerkje op Schokland oudemuziek.nl/moulin

Op de vraag hoe de twee zich tot elkaar verhouden, hoe hun persoonlijkheden en speelstijlen mengen, trekt Gallon een quasiernstig gezicht: ‘Een van de moeilijkste dingen tijdens het repeteren is om te vergeten hoezeer we elkaar niet kunnen uitstaan. Maar het concert moet doorgaan, dus een professionele opstelling is vereist.’ Moulin lacht er hartelijk om. ‘Gekkigheid van Pierre natuurlijk. Ik ben er zeker van dat er een bepaalde wederkerigheid zit in onze vriendschap, muzikaliteit en relatie tot het instrument. We zijn verschillende persoonlijkheden die min of meer dezelfde instelling hebben. Het is lastig te omschrijven, maar het werkt in ieder geval uitstekend!’ ■●

This article is from: