W W W. N K B V. N L | S E P T E M B E R
HOOGTELIJN tijdschrif t van de koninklijke nederl andse klim- en bergsport vereniging
Mensenwerk
Klimmen op stuwdammen Bahn klettersteigen op de Zugspitze Spoorwandelen vanuit de Bernina-express
2010
| NR
4
ENJOY OUTDOOR
KLIMMATERIAAL • RUGZAKKEN • KLEDING • SCHOENEN • TENTEN • SLAAPZAKKEN
Foto: VAUDE
Alkmaar • Almere • Amersfoort • Amsterdam • Apeldoorn • Arnhem • Assen • Bergen op Zoom • Breda • Den Haag • Doetinchem Ede • Eindhoven • Emmen • Enschede • Groningen • Haarlem • Hengelo • Hilversum • Houten • Leeuwarden • Leiden • Lelystad Maastricht • Nijmegen • Rotterdam • Steenwijk • Tilburg • Utrecht • Venlo • Zwolle • www.bever.nl/winkels
4
|
hoogtelijn 4-2010
d de boer
Inhoud De Vereniging
6
Op de Hoogte
7
Mensenwerk
12
Zugspitze
14
Trein in, trein uit
20
Mitelleggigraat
24
Stuwdamklimmen
28
Lekker lui
31
Recht in de bergen
34
Focus
38
Interview
40
Worldcup boulder
44
Rope solo
50
Karakoram Highway
56
Gemarkeerd
62
En Route
64
Test gasbranders
66
Ledeninformatie
71
Recensies & Signalementen
73
Vooruitblik
74
14 Gaan met die Bahn Klettersteigen op de Zugspirtze
34
Recht in de bergsport Wanneer ben je aansprakelijk?
66 Test Vuurproef voor gasbranders Klimmen op de Luzzone stuwdam in Valle Blenio, Ticino in Zwitserland. Foto: Anja Elzinger
Kijk voor meer informatie op www.nlbv.nl of www.hoogtelijn.nl en twitter.com/nkbv
hoogtelijn 4-2010
|
De nieuwe Nicolien De zomer is voorbij, mooie tochten zijn gemaakt, het nagenieten komt met het bekijken van foto’s en films. De redactie is met veel verhalen teruggekomen uit de bergen en begint boordevol ideeën aan de komende nummers van Hoogtelijn.
20
Bergsport vanaf het treinperron
40 Interview Kunstenaar en klimmer Mirjam Verbeek
56 Trekking door de Karakoram
Zodra ze prijzen en medailles halen staan topsporters in de schijnwerpers. Weinigen zien de vele, vele jaren van voorbereiding, eenzame trainingen, afzien, kleine wedstrijden, blessures en de voorzichtige stapjes naar succes. Eind juni was de wereldtop te zien tijdens de World Cup Boulder in Eindhoven, die voor het tweede jaar door de NKBV georganiseerd werd. Boulderen is attractief en heeft alles in zich om een populaire sport te worden op de Olympische Spelen. Vergelijk het maar met de ski- en snowboardcross in Vancouver. Snel, spectaculair, overzichtelijk en vooral sporten die jongeren aanspreken. Wie wordt de Pieter van den Hoogenband of Leontien van Moorsel van het boulderen? Was hij of zij te zien in Eindhoven? Misschien nog niet op de World Cup, maar wel degelijk in het Nederlands team, dat het sportklimmen op professionele manier aanpakt. Jongens en meisjes van 14 en 15 jaar zetten alles op alles om uit te blinken in hun sport. En wie weet dat ze op de Spelen van 2020 opeens net zoveel aandacht trekken en fans krijgen als de gouden Nicolien Sauerbreij. In deze Hoogtelijn behalve een terugblik op de World Cup, die alleen mogelijk is dankzij de vele vrijwilligers, een overzicht van de civiele ’kunstwerken’ die het lopen en klimmen in de bergen makkelijker maken. Spectaculair is het klimmen op stuwdammen, geriefelijk de vele liftjes en spoorbanen.
Peter Daalder Hoofdredacteur Hoogtelijn peter.daalder@hoogtelijn.nl
5
|
hoogtelijn 4-2010
|
t e k s t O n d e r r e d a c t i e va n E r n s t A r b o u w
De vereniging Klim- en bergsport in de buurt De Koninklijke NKBV kent 15 regio’s die voor jong en oud activiteiten organiseren in hun regio, maar ook daarbuiten, zoals lezingen, cursussen, workshops, wandel- en mountainbiketochten, klimweekends, bivaktochten enzovoorts. Als er maar een linkje is met de klim- of bergsport. Nieuwsgierig? Kijk op www.nkbv.nl/vereniging/regio’s voor hun programma’s. Deelname is niet beperkt tot de regio waar u woont. ©Pieter Dirks
6
Uitgelicht Tukhut in Sy Op 120 meter hoogte ligt onze eigen NKBV-Tukhut in Sy, veertig kilometer ten zuiden van Luik, middenin de fraaie Belgische Ardennen. Veel bergsporters kennen de Tukhut van de periode dat er in Sy zelf volop geklommen kon worden. Dat is helaas niet meer mogelijk, maar in de omgeving zijn nog de nodige mogelijkheden. En vanuit de Tukhut is er voldoende te wandelen. De actieve Tukhut-commissie beschreef twintig wandelingen die in de buurt te maken zijn. Drie wandelingen zijn zeer recent geactualiseerd door een van de patrons van de hut: Rondje Tukhut, Sy-Durbuy-Sy en Sy-Ferrières-Sy. Er zijn volop activiteiten rondom de Tukhut, zoals de regelmatig verschijnende Tukhut Nieuwsbrief. En jaarlijks wordt er een fotowedstrijd gehouden. Thema voor 2010 is ’Flora en fauna in de bergen’. Inzenden kan tot 10 november. Al deze wetenswaardigheden en alle andere informatie over de Tukhut, zoals de mogelijkheid om een overnachting te reserveren, staat op: www.nkbv.nl/nkbv/tukhut
De regio’s Amsterdam Gelderland Haaglanden Limburg Maashoek Midden-Brabant Midden-Nederland Noord Noord-Holland Oost Oost-Brabant Rijnland Rivierenland Rotterdam West-Brabant / Zeeland
http://amsterdam.nkbv.nl http://gelderland.nkbv.nl www.nkbvhaaglanden.nl http://limburg.nkbv.nl http://maashoek.nkbv.nl http://midden-brabant.nkbv.nl www.nkbv-mn.nl http://noord.nkbv.nl http://noord-holland.nkbv.nl www.oostwand.nl www.nkbv-oostbrabant.eu http://rijnland.nkbv.nl http://rivierenland.nkbv.nl www.nkbv-rotterdam.nl www.nkbv-brab-zeeland.nl
Specifieke doelgroepen • Sectie 50+ Speciaal voor leden die ouder zijn dan 50. De sectie organiseert bijna wekelijks wandelingen in Nederland, maar ook alpiene cursussen en tochten in de bergen. • Sectie Studenten / Nederlandse Studenten Alpen Club (NSAC) De NSAC is de overkoepelende organisatie van alle Studenten Alpen Clubs in Nederland. In bijna elke studentenstad is er wel een. De NSAC verzorgt zowel een alpien zomer- als een winteropleidingsprogramma. Kijk voor meer informatie op www.nkbv.nl/vereniging/secties
Tukhut De Tukhut in de Belgische Ardennen is het trainingscentrum van de NKBV. Net als in een berghut kun je er in de weekends en schoolvakanties tegen schappelijke prijzen overnachten op slaapzalen. In de buurt van de hut zijn diverse klimmassieven, honderden kilometers gemarkeerde wandelen mountainbikeroutes. Adres: 4 Rue de Luins , B 4190 Sy/ Ferrières sur Ourthe, België. Reserveren via het NKBV-bureau: 0348-409521.
Bibliotheken Verspreid over het land telt de NKBV acht infocentra/bilbiotheken: in Woerden, Amsterdam, Eindhoven, Nijmegen, Paterswolde, Rijswijk, Einighausen (Sittard) en in Dalfsen. Leden kunnen hier kostenloos bergsportdocumentatie lenen. Kijk voor de openingstijden en adresgegevens op www.nkbv.nl/vereniging/voorlichting/bibliotheken
Lidmaatschap Hoofdlid Senior Juniorlid (18 t/m 24 jaar) Gezinslid Jeugd(gezins)lid Abonnement Hoogtelijn
€ 47,50 € 47,50 € 44,50 € 39,00 € 15,50 € 22,50
Lid worden? Meld je online aan via www.nkbv.nl. Hier vind je ook de algemene voorwaarden voor het lidmaatschap, waaronder de regels voor het opzeggen van het lidmaatschap.
hoogtelijn 4-2010
|
Op de hoogte Heb je nieuws voor Op de Hoogte, mail het naar opdehoogte@hoogtelijn.nl Alle links die in deze rubriek worden genoemd kun je ook vinden op www.hoogtelijn.nl onder Hoogtelijn 4/2010 door in de inhoudsopgave op ‘Op de Hoogte’ te klikken. Meer bergnieuws op www.nkbv.nl
Wetenschap zoekt nazaten Ötzi Wetenschappers uit het Italiaanse Bolzano zijn er in geslaagd het volledige DNA van de 5000 jaar oude ijsmummie Ötzi te ontrafelen. Het onderzoek kan mogelijk licht werpen op het ontstaan van bepaalde ziektes, maar het zou ook kunnen helpen bij het opsporen van verre nazaten van de ijsman. Onderzoeksleider dr. Albert Zink, directeur van het museum in Bolzano, zei begin augustus tijdens een persconferentie dat zijn team het DNA van de ijsman gaat uitpluizen op zoek naar genen die in verband worden gebracht met bijvoorbeeld diabetes en kanker. “Er zijn bepaalde mutaties waarvan we weten dat die geassocieerd zijn met kanker en suikerziekte. We willen nu kijken of Ötzi die mutaties al had of dat die later pas zijn ontstaan.” Eerder waren wetenschappers er al in geslaagd om het zogeheten mitochondriaal DNA te ontcijferen. Dat is een klein stukje erfelijk materiaal dat uitsluitend van moeder op kind wordt overgedragen. Hoewel dat maar beperkte informatie opleverde, bevatte het wel aanwijzingen dat Ötzi misschien nog een klein aantal verre familieleden heeft. “Aan de hand van het mitochondriaal DNA konden we in de regio geen nazaten vinden, maar met het gehele DNA tot onze beschikken is er een goede kans dat dat wel lukt. We staan aan het begin van een heel erg groot en enorm spannend project,” aldus Zink. Het gemummificeerde lichaam van de ijsman werd negentien jaar geleden gevonden op het Niederjochferner in het Ötztal, net over de Italiaanse grens. Dit voorjaar werd bekend dat Erika Simon, een van de ontdekkers van de ijsmummie, een vindersloon van € 175.000 krijgt. Die toekenning volgt op een jarenlange juridische strijd. Simon vond het lichaam toen zij in 1991 een bergtocht maakte met haar man Helmut. Helmut Simon kwam in 2004 bij een bergsportongeval om het leven.
Toegang Durnal veranderd De toegang tot het Belgische klimgebied Durnal is veranderd. Klimmers wordt gevraagd om de weg die langs het massief loopt niet meer te gebruiken en dus ook niet direct bij de rots te parkeren. Houd je aan de regels om sluiting van Durnal te voorkomen! Meer informatie over de Belgische klimgebieden, de toegangsregelingen en de klimjaarkaart is te vinden op de NKBV-website via tinyurl.com/3836pru.
Belgische topklimster overleden De 23-jarige Belgische topklimster Chloé Graftiaux is 21 augustus bij een val in Mont-Blancgebied om het leven gekomen. Ze was onderweg op de Peuterey toen tijdens de afdaling een stuk steen losraakte. Graftiaux was een van de beste sportklimsters ter wereld. Afgelopen seizoen eindigde ze als derde in het wereldbekerklassement boulderen.
Jij in Nederlands shirt? Ook al zit je niet in het Nederlands Team Sportklimmen, toch kun je een shirt van het Nederlands team dragen. Sinds kort worden de technische Berghausshirts verkocht in de NKBV-webwinkel: www.nkbv.nl/webwinkel
Twee leden GSAC verongelukt Twee leden van de Groningse Studenten Alpen Club (GSAC) zijn begin augustus omgekomen bij een ongeval in de buurt van het Lago Maggiore in Noord-Italië. De twee mannen, Eelco de Vries (30) en Swen Eeftink (29), kwamen in problemen bij de afdaling van een waterval tijdens een canyoningtocht. De twee omgekomen klimmers waren allebei zeer actief binnen de GSAC. Eeftink was in 2005 voorzitter van de vereniging. De Vries liep voor zijn afstudeeronderzoek stage op het bureau van de NKBV. Volgens veiligheidsfunctionaris Harald Swen van de NKBV stond het water in de rivier hoger dan normaal. Hij vertelt dat Eeftink eerst is abgeseild langs de waterval. “Toen niks van hem werd vernomen is De Vries abgeseild. Toen ze ook niks van hem hoorden, hebben de drie anderen alarm gelagen.” Swen bestrijdt berichten in de Nederlandse media dat de groep geen ervaring had en niet naar de lokale omstandigheden had geïnformeerd. “Volstrekte onzin. De twee omgekomen jongens waren allebei zeer ervaren. Eelco is zelfs jarenlang canyoninginstructeur geweest. Maar ja, er is toch ergens iets fout gegaan. Onbegrijpelijk: het ene moment ben je een vriendenclubje op vakantie, het andere moment zijn er twee jongens dood.” De NKBV doet samen met de Nederlandse Canyoning Bond (NCB) onderzoek naar de toedracht van het ongeluk.
Roeland van Oss aspirant-berggids Roeland van Oss is op 9 juli geslaagd voor het eerste deel van zijn opleiding tot berggids. Daarmee is hij nu officieel aspirant berggids. Van Oss, die de Duitse berggidsenopleiding in München volgt, laat weten dat hij de komende tijd stage gaat lopen bij de Nederlandse gidsen Edward Bekker (Mont Blanc) en Martijn Schell (Écrins). Van Oss was in de zomer van 2008 een van de zogeheten ‘jonge honden’ tijdens de tragisch verlopen K2 expeditie van Wilco van Rooijen. In Hoogtelijn #4 van 2009 verscheen een interview met hem.
7
mountain-equipment.co.uk
minder bergsportongevallen Het aantal ongevallen waarbij leden van de Duitse bergsportvereniging DAV betrokken waren, is de afgelopen jaren opnieuw gedaald. Dat blijkt uit cijfers over 2008 en 2009 die de DAV op 17 augustus bekend maakte. In twee jaar tijd kwamen 76 DAV leden om in de bergen (2008: 36, 2009: 40). Dat is het laagste aantal dodelijke ongelukken sinds 1952. Hoewel de cijfers alleen betrekking hebben op ongelukken waarbij Duitse bergsporters betrokken waren, zijn ze wel indicatief. De DAV is met 851.000 leden de grootste bergsportvereniging van Europa. Opvallend is de scherpe toename van het aantal klettersteigongelukken in de afgelopen tien jaar. Sinds 2000 is het aantal ongevallen op vie ferrata bijna verdrievoudigd. In de twee onderzochte jaren werden 63 kletter steigongelukken gemeld, waarvan twee met dodelijke afloop. Volgens de DAV heeft de stijging van het aantal ongelukken vooral te maken met de toegenomen populariteit van het klettersteigen. Een pdf-bestand met alle cijfers is te downloaden via: tinyurl.com/33z2v94
NKBV-directeur Stan Stolwerk neemt per 1 november 2010 afscheid van de vereniging. Stolwerk trad eind 2007 aan om leiding te geven aan een aantal belangrijke veranderingen binnen de NKBV. Vooraf was afgesproken dat hij in elk geval drie jaar in dienst zou blijven. “Het was mijn taak om meer inhoud en zichtbaarheid te geven aan alles wat de NKBV doet voor de klim- en de bergsport in Nederland. De vooraf gestelde doelen zijn bereikt. Daar kijk ik met tevredenheid op terug,” aldus Stolwerk. Hij noemt zijn tijd als directeur van het NKBV-bureau ‘drie mooie en enerverende jaren’. Het is nog niet bekend wat Stolwerk na 1 november gaat doen. “Ik oriënteer me op een nieuwe uitdaging in de sport,” zegt hij.
Vallende geit raakt wandelaar
ABOVE & BEYOND SINCE 1961
Stu McAleese fulfills a life-long dream of climbing the rarely formed Central Icefall Direct (VI), Craig y Rhaeadr, Llanberis Pass, North Wales. Ray Wood
As one of the Mountain Equipment team of Pro Partners, a qualified International Mountain Guide and a Plas y Brenin Instructor, Stu puts our gear to the test on a daily basis, from year-round climbing in North Wales to arctic big wall epics on Baffin Island.
De 59-jarige Oostenrijkse bergwandelaar Walter Kaiser raakte eind juli licht gewond bij een ongeval dat zich misschien nog het beste laat omschrijven als ‘hoogst ongebruikelijk’. Of anders misschien ‘schaapachtig’. Kaiser was onderweg op de Hochkesslekopf in de buurt van Filzmoos (Salzburgerland) toen hij werd geraakt door een geit. Het dier had waarschijnlijk geprobeerd naar een lagergelegen rotsblok te springen, maar vond daarbij de onfortuinlijke wandelaar op zijn pad. Kaiser verloor bij de botsing zijn evenwicht en viel ongeveer vijftien meter in een ravijn. Hij werd met lichte verwondingen overgebracht naar een ziekenhuis in het nabijgelegen Schladming. De geit bleef ongedeerd.
Stuur je mooiste plaatjes in Ben je deze zomer in de bergen geweest en heb je spetterende foto’s van je tochten? Vind je het leuk als jouw plaatjes worden gebruikt in de activiteitengids of op de verenigingswebsite? Stuur ze dan op voor het NKBV-fotoarchief. Mail je foto’s, voorzien van een korte omschrijving (wie, wat, waar, wanneer en wie is de fotograaf ) in zo hoog mogelijke resolutie naar het NKBVbureau: communicatie@nkbv.nl.
©Archief Stolwerk
NKBV-directeur vertrekt
hoogtelijn 4-2010
|
Op de hoogte NKBV-kaderdag half november
©©Mieke Scharloo
De grote kader-bijscholingsdag 2010 vindt plaats op 14 november in Klimcentrum Rock Steady in Bussum. Van ’s morgens vroeg tot het einde van de middag kunnen kaderleden diverse workshops en lezingen volgen om hun kennis aan te vullen en op te frissen. Interessante gastspreker is de Brit Adrian Berry. Hij is een van de auteurs van Tradclimbing +, het boek dat instructeurs bij de cursus adventureklimmen gebruiken. Uiteraard is er ook aandacht voor EHBO, materiaalonderhoud en wordt er stil gestaan bij dynamisch zekeren. Voor de alpiene wandelleiders is er een workshop klettersteigen. NKBV-kaderleden, zoals instructeurs, trainers, wandelleiders en begeleiders (in opleiding) ontvangen eind september een uitnodiging. Meer informatie en het gedetailleerde programma vind je op: www.kaderdag.nl.
NKBV op Twitter
European Outdoor Film Tour
Goed dan, in 140 tekens: sinds deze zomer is het mogelijk om de @nkbv te volgen op #twitter. Volg de NKBV en lees het #laatstenieuws: twitter.com/nkbv
Reserveer de derde week van oktober maar vast in je agenda voor de jaarlijkse Mammut/Gore-Tex®European Outdoor Film Tour (EOFT). Van 11 tot en met 19 oktober bezoekt de EOFT verschillende plaatsen in Nederland met een programma van – en we citeren – ‘Twee uur pure adrenaline en adventure, die geen Outdoorfan mag missen!’
Zeer extreme weersomstandigheden hebben mogelijk bijgedragen aan de dood van de Britse klimmers George Mallory en Andrew Irvine toen zij in 1924 probeerden de top van Mount Everest te bereiken. Dat zeggen Canadese wetenschappers na het bestuderen van de weersgegevens van de historische expeditie. Hun bevindingen werden onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Weather. De onderzoekers maakten gebruik van originele waarnemingen van de expeditie die bewaard worden in de bibliotheek van de Royal Geographical Society in Londen. Die gegevens werden in 1926 al gepubliceerd als bijlage bij een verslag van de expeditie, maar de data waren nog nooit geanalyseerd met betrekking tot de verdwijning van de twee klimmers. De wetenschappers bekeken onder meer gegevens over de luchtdruk in het basiskamp. Daarbij ontdekten ze dat tijdens de toppoging van Mallory en Irvine de luchtdruk in een keer achttien millibar zakte. Volgens onderzoeksleider professor Kent Moore van de universiteit van Toronto betekent dat dat de klimmers onderweg naar de top “zeer waarschijnlijk in een extreem heftige storm zijn terechtgekomen.” Hij suggereert dat Mallory en Irvine door de plotselinge lage luchtdruk mogelijk te maken kregen met extra zuurstofgebrek. Rond de top van ’s werelds hoogste berg zou een drukverschil van vier millibar al genoeg zijn voor een levensgevaarlijk zuurstofgebrek. Er woedt al jaren een debat over de vraag of Mallory en Irvine in 1924 de top van Mount Everest bereikten. In een reactie voor de Britse omroep BBC zei professor Moore dat dat zeer onwaarschijnlijk is. “Ik denk dat het redelijk is om te zeggen dat de toppoging ernstig bemoeilijkt is door de weersomstandigheden.”
Groningen, Oosterpoort Enschede, Cinestar Amsterdam, Pakhuis de Zwijger Den Haag (2x), Concordia Utrecht (2x), RASA Rotterdam, Theater Zuidplein Venlo, ‘t Raodhoes Blerick
Erelid Oberwalder overleden NKBV-erelid professor Louis Oberwalder is op 17 juni overleden in zijn woonplaats Mils in Oostenrijk. Oberwalder werd in 1965 door de toenmalige NBV tot erelid benoemd vanwege zijn inspanningen voor de wederopbouw van de Wangenitzseehütte. Hij coördineerde onder meer de herbouw van de in 1947 afgebrande hut en zorgde daarbij voor de rekrutering van lokale aannemers en arbeidskrachten. Mede dankzij zijn werk werd de Wangenitzseehütte in 1966 de eerste Nederlandse berghut in de Alpen. Oberwalder was eveneens erelid van de Oostenrijkse bergsportvereniging OeAV, waarvan hij tussen 1979 en 1987 voorzitter was. Tot vorig jaar was hij nog betrokken bij het museum van de OeAV in Innsbruck. © G. Benedikter
‘Everestpioniers getroffen door storm’
Data: Maandag 11 oktober: Woensdag 13 oktober: Donderdag 14 oktober: Vrijdag 15 oktober: Zondag 17 oktober: Maandag 18 oktober: Dinsdag 19 oktober:
9
|
hoogtelijn 4-2010
Op de hoogte © Joost Hofman
10
Sportklimnieuws
De 16-jarige Tabitha Buma haalde in het weekend van 14 augustus de negende plaats in de categorie Meisjes A bij de tweede European Youth Serie Thabita Buma. in Wenen. Dat is haar beste internationale resultaat tot nu toe. Buma ging na de voorrondes als negende door naar de finale, waar tien deelneemsters streden om een podiumplaats. Tijdens de eindronde wist zij haar negende plaats te behouden. Nikki van Bergen (categorie Meisjes Junioren) viel in Wenen voor het eerst in lange tijd buiten de top-10. Zij eindigde uiteindelijk op de dertiende plaats. Bij de Jongens Junioren werd Eelco Schellingerhout zestiende. In de categorie Jongens B was Nederland met drie klimmers op 43 deelnemers goed vertegenwoordigd. Het beste resultaat kwam op naam van Daan Groskamp, die eindigde op de dertiende plaats. Teun Keusters werd 27ste en Bob Schubert eindigde als 37ste. Tim Reuser deed in Wenen mee om zich voor te bereiden op zijn terugkeer in Jong Oranje. Hij eindigde op de twintigste plaats in de categorie Jongens A. Reuser besloot vorig jaar tijdelijk uit het juniorenteam te stappen. Bij de laatste Wereldbekerwedstrijd Boulderen, in het weekend van 31 juli en 1 augustus in München, wist Wouter Jongeneelen als enige Nederlander de halve finale te bereiken. Hij haalde uiteindelijk de zeventiende plaats.
Michiel Nieuwenhuijsen (37ste), Casper ten Sijthoff (56ste), Ferdinand Schulte (58ste) en Vera Zijlstra (29ste) kwamen niet verder dan de kwalificaties. De wereldbeker werd uiteindelijk gewonnen door de Tsjechische klimmer Adam Ondra. Bij de dames ging de eerste plek naar de Japanse Akiyo Noguchi. Jorg Verhoeven pakte op 13 juli verrassend het brons tijdens de eerste Lead World Cup van het seizoen, gehouden in Chamonix. Hij kwam voor het eerst in actie na een jaar blessureleed. Verhoeven was in de finale als eerste aan de beurt maar kreeg tijdens het klimmen te maken met een losse greep. Hij mocht daarom later opnieuw een poging wagen. De Lead Climb-Off van zondag 3 oktober is verplaatst van Mountain Network Dordrecht naar klimhal Rock Steady Bussum. De datum blijft ongewijzigd. De bouw van de nieuwe klimhal in Dordrecht heeft ernstige vertraging opgelopen waardoor een nieuwe locatie voor de wedstrijd noodzakelijk was. De Lead Climb-Off is, naast de nationale Lead competitie, een tweede plaatsingsmogelijk voor het NK Lead. Per categorie plaatsen zes klimmers zich via de competitie en zes via de Lead Climb-Off. Actueel sportklimnieuws is na te lezen op de webite van de NKBV: www.sportklimmen.nl.
Aan de lijn met Dennis van Hoek Dennis van Hoek, 22 jaar, maakt deel uit van het Nederlands Team IJsklimmen. In het buitenland staat hij bekend als der Niederländische Speedspezialist. Dennis kan namelijk heel snel ijsklimmen en doet dus regelmatig mee aan speed-wedstrijden. Bij het lead ijsklimmen toont hij stijgende resultaten. Deze winter komt hij weer in actie. De voorbereidingen zijn al begonnen; Hard trainen met teamgenoot- en kersverse vriendin Marianne van der Steen. Ha Dennis, tijd voor wat vragen? Wat ben je aan het doen? Ik ben aan het klettersteigen bij Adelboden in Zwitserland, als het niet te lang duurt moet het lukken, haha. Mooi, ik las net op facebook dat het officieel is? Sorry ik hoor je niet meer… …haha… nee… ja… inderdaad, Marianne is mijn vriendinnetje. Stiekem was dat al even zo.
uithoudingsvermogen, om verzuring tegen te gaan. Daar moet ik nog meer aan werken. Ook is het belangrijk voor mij om tijdens de lead ijsklimwedstrijden wat sneller te klimmen. Vaak gebeurt het dat je uit de route moet omdat de tijd op is [red: 7,5 minuut]. Over rotsklimmen gesproken, je wordt uitgezonden naar een trad-climbing meeting in Val d’Orco met… Marianne van der Steen. Ja dat is toeval. Marianne had zich al opgegeven en zei dat ik dat ook moest doen. Toen werden we los van elkaar geselecteerd. Echt tof. Je gaat dan onbehaakte routes klimmen met de locals en ’s avonds zijn er discussies (meestal over wel of niet behaken)… en er is feest.
Leuk man, wanneer begint het IJsklim worldcup-seizoen weer voor jullie? Begin januari, daarvoor hebben we nog een aantal wedstrijden dat we gebruiken om ons voor te bereiden. Een drytoolwedstrijd in Schotland, en één in Frankrijk. We klimmen dan met ijsbijlen op brakke rotswandjes waar wat gaten in zijn gemaakt en waar houten palen hangen ter simulatie.
En daarna ga je dus aan ijsbijlen hangen tot het ijsklimseizoen begint? Ja en zorgen dat mijn volkswagenbus blijft rijden. Die gebruik ik om de wedstrijden af te gaan en regelmatig naar de Alpen te rijden. Echt, een behoorlijk project... Ondertussen heb ik mijzelf zo’n beetje opgeleid tot auto monteur. Ken jij toevallig nog iemand die kan lassen? Mijn kokerbalk moet nog gelast worden.
Ben je al hard aan het trainen voor aankomende winter? Ja, ik heb de afgelopen periode veel sportgeklommen en rotsgeklommen. Later deze maand begin ik weer veel met de ijsbijlen te trainen, vooral op
Bij deze een oproep, en succes met de voorbereidingen. Top! Bedankt!
©Robert Eckhardt
Expeditienieuws Weer speelt Nederlanders parten De Lowe Alpine Trango Expeditie 2010 van Roland Bekendam, Jefta Smit en Sjors Verbrugge heeft vanwege het aanhoudende slechte weer in Pakistan moeten opgeven. De Trango Tower, in het hart van de Karakorum, is nog nooit door Nederlanders beklommen. Meer achtergronden over de expeditie kun je lezen op dutchtrangotower.wordpress.com.
©Jeroen Vels
De Arwa Tower expeditie van Bas van der Smeede, Saskia Groen, Vincent van Beek, Jorg Vegter en Remy Klaasse werd onderweg niet alleen geteisterd door het weer maar ook, zo laten de deelnemers weten, door de Indiase bureaucratie. De vijf klimmers moesten de eerste toppoging opgeven vanwege slecht weer. Van der Smeede, Groen en Van Beek kregen voorafgaand aan hun tweede toppoging te maken met een driedagenlange sneeuwstorm. Uiteindelijk moesten ze hun poging op ongeveer 6000 meter opgeven vanwege harde wind en lage temperaturen. Lees meer op www. arwatower.nl. Ook in Alaska werden klimmers geteisterd door slecht weer. Wouter van Dijk en Jeroen Vels moesten daar een poging om de Cassingraat van de Denali te beklimmen opgeven. Het tweetal bereikte eerder tijdens de expeditie wel de top, toen zij bij wijze van acclimatisatie de berg beklommen via de zogeheten West Buttress. De laatste week van de expeditie werd overschaduwd door het tragische ongeval van de Belgische alpinist Joris van Reeth, die samen met landgenoot Sam van Brempt eveneens de Cassingraat wilde beklimmen. Het verloop van de expeditie is na te lezen op www.alaska2010.nl. Meer over de nasleep van het ongeval is te vinden op www.mountaincoach.com. Annette Spelt, Hans van der Meulen, Robert Eckhardt, Monique Stuut en Niels Weijsenfeld beklommen dit voorjaar twee zesduizenders in de Damodarketen en de Lagula Himal. Hier beklommen ze twee zesduizenders. Op 9 mei beklommen Spelt, Van der Meulen, Eckhardt en drie sherpa’s de Saribung (6328 m). Een dag later bereikte Stuut en Weijsenfeld ook de top. Op 15 mei bereikte Van der Meulen en Pasang Kaji Sherpa de Bhrikuti (6361 m). De volgende dag stonden ook Spelt, Eckhardt, Weijsenfeld, Ang Geljen en Puru Sona op de top. Het zijn respectievelijk de derde en vierde beklimming van de berg.
Op de top van de Saribung.
Een tegenvaller voor ambitieuze pubers zonder zeilboot: de Chinese autoriteiten hebben besloten om niet langer klimmers van onder de achttien toe te laten op Mount Everest. Het besluit wordt toegejuicht door de Nepal Mountaineering Association (NMA) die deze maatregel op eigen grondgebied al eerder had uitgevaardigd en de internationale bergsportfederatie UIAA. obe
Bart van den Doel en Harry de Brauw zijn 14 augustus afgereisd naar Mount Kenia met het doel een nieuwe route te openen op de NO-wand. De derde deelnemer, Peter Valkenburg, moest op het laatste moment wegens familieomstandigheden afhaken. De expeditie is online te volgen op www.pionieren.org.
Cartoon
12
|
HOOGTELIJN 4-2010
|
THEMA MENSENWERK
|
TEK ST MONIEK JANSSEN
|
FOTO FR ANK HUSSL AGE
INGENIEURSWERKEN
HANDIG VOOR BERG Wie in de bergen onderweg is, maakt gebruik van mensenwerk, zoals spoorbanen, bruggen, viaducten, kabelbanen, stuwdammen en tunnels. Soms zijn ze speciaal voor ons bergsporters aangelegd, maar veel vaker dien(d)en ze primair een ander doel. Beschouw ze als cadeautjes. In deze Hoogtelijn vind je diverse artikelen waarin handig gebruik wordt gemaakt van deze cadeautjes.
Kabelbaan Sas Pordoi.
Train jaune naar Bolquère.
De meeste infrastructurele ingenieurswerken zijn aangelegd in het belang van de plaatselijke bevolking, bijvoorbeeld om de bereikbaarheid te vergroten of voor de energiewinning, water- en lawinebeheersing en het winnen van delfstoffen. Diverse oorlogen hebben ervoor gezorgd dat hele bergstreken zijn veranderd in maanlandschappen met bunkers, loopgraven, uitkijktorens en verbindingswegen waar we nu nog lol van hebben. Een goed voorbeeld is een aantal vie ferrate rondom Cortina d’Ampezzo in de Dolomieten. In de Vogezen tref je een wandelpadennetwerk aan dat zijn oorsprong kent uit de Eerste Wereldoorlog. Hier vond de slag om de Lingekopf plaats. Vandaag de dag zijn de paden soms moeilijk begaanbaar in het gebied waar de klok lijkt stil te hebben gestaan. Soms lijkt het of de stellingen gisteren pas verlaten zijn. Om de haverklap stuit je op loopgraven, bunkers, tunnels en uitkijkposten. In de bergen vind je tal van oude militaire wegen, bruggen en tunneltjes, overblijfselen uit voorbije oorlogen, die teruggaan tot de Napoleontische en zelfs Romeinse tijd. Zo kun je in het gebied ten noorden van het Zwitserse Andermatt de militaire Bäzbergstrasse
volgen. De route gaat in dertien haarspeldbochten langs oude militaire vestingen en loopgraven naar het militaire dorp Rossmettlen, een uitkijkpost uit de Tweede Wereldoorlog. TREINWANDELEN Er is en er wordt nog steeds wat afgegraven, gebouwd en geknutseld aan berglandschappen. Overal kom je sporen uit het soms verre verleden tegen waar we nog steeds dankbaar gebruik van maken. Zo zijn de routes over de Brennerpas op de grens van Italië en Oostenrijk en over de Monte Moropas op de grens van Italië en Zwitserland al door de Romeinen aangelegd en uitgebouwd. Recentere voorbeelden zijn stuwdammen waarop sportklimroutes zijn aangelegd en bergbaantjes die je moeiteloos de hoogte in brengen. Klimmers maken bijvoorbeeld dankbaar gebruik van de kabelbaan naar de Aiguille du Midi in het Mont-Blancgebied. Ook bergtreinen zijn geliefd onder bergsporters om te ‘treinwandelen’ of gewoon op hoogte te worden afgezet. In de Pyreneeën tjoekt de Train Jaune, het gele treintje vanuit Spanje naar Bolquère op 1593 meter.
HOOGTELIJN 4-2010
SPORTERS STEENGROEVEN Dichter bij huis is er de erfenis van de Belgische mijnbouw. In ons buurland wemelt het van oude, verlaten steengroeven en afgravingen. Ze leveren de typische vrij vlakke rotswanden op, soms met de gaten en sleuven van de aangebrachte springmunitie nog zichtbaar. Vlak over de grens bij Maastricht begint dat al in Visé. Behalve echte rotsen zijn de carrières (steengroeven) een mooi Belgisch cadeau aan sportklimmers. De klimrotsen van bijvoorbeeld Durnal, Pepinster, Les Awirs en Flimoye zijn van die oude steengroeven. Ook in Duitsland zijn er verlaten en te beklimmen steengroeven in het Brumleytal bij Ibbenburen of in het Odenwald in het Rhein-Maingebied. CADEAUTJE Waterkrachtcentrales, stuwmeren en stuwdammen zijn vaak beeldbepalers in het landschap. Ze zijn niet altijd even mooi, maar wel functioneel. In Zwitserland en Oostenrijk komt meer dan de helft van de elektriciteit uit waterkracht. Noorwegen haalt bijna al zijn energie uit vallend water. Stuwmeren vormen een zware belasting op hun omgeving; door de aanleg veranderen ecosystemen en soms moeten hele dorpen wijken voor de aanleg. Een prettige bijkomstigheid voor sportklimmers is dat een
Uitzicht op de Drei Zinnen vanuit een militaire tunnel in de Paternkofel.
aantal dammen - vooral in Noord-Italië - beklimbaar is gemaakt door lokale berggidsen, met routes zowel voor beginners als voor gevorderden. Voor wandelaars zijn stuwdammen een welkom hulpmiddel om op hoogte een dal over te steken. En de weg ernaartoe is een cadeautje voor de alpiene klimmers, die liefst zo hoog mogelijk hun auto parkeren om vervolgens het laatste stukje naar de hut te lopen. ▲
|
13
14
|
hoogtelijn 4-2010
|
l o c at i e z u g s p i t z e
|
T e k s t C h r i s ta S l o o t m a n
|
foto’s Peter Blokker
Gaan met die Bahn
Westanstieg
thema mensenwerk
●
|
hoogtelijn 4-2010
|
Klettersteigen op Duitslands hoogste De hoogste berg van Duitsland, de Zugspitze (2962 m), ligt zowel op Duits als op Oostenrijks grondgebied. Beide landen beconcurreren elkaar met de mooiste klettersteigroutes en kabel- en tandradbanen. En de bergsporter kan daar mooi van profiteren. ‘Ongewoon veel sneeuwval op de Zugspitze’, koppen de kranten een dag voor ons vertrek naar de grensberg van Duitsland en Oostenrijk. Vol goede moed, maar langzaamaan overmand door twijfel, pakken we onze spullen in voor een lang weekend klettersteigen op de Zugspitze. Zo veel sneeuw kan er halverwege juni toch niet gevallen zijn, denken we positief. Bij aankomst in het Oostenrijkse Ehrwald constateren we dat het positieve denken niet heeft gewerkt. De sneeuwlaag begint al op een krappe 1500 meter hoogte. Duitslands hoogste top ligt verborgen in dikke wolkenlagen. Hetzelfde verhaal voor de bergen daar omheen. Hmmm… hopelijk trekken de wolken morgen weg en kunnen we toch nog klimmen. Er zijn vier klettersteigroutes op de Zugspitze en bij alle vier kun je een gedeelte afleggen met kabel- of tandradbaan. Eén route springt er naar onze mening echt uit: de Zugspitz-Westanstieg. Deze klettersteig aan de Oostenrijkse kant stamt uit 1879 en is daarmee de oudste op de berg. In vijf uur wandel en klim je jezelf een weg naar het topkruis van de bijna drieduizender. Vervolgens kun je voor de terugweg gebruik maken van de luxe, waar velen voor je al gebruik van hebben gemaakt: de Tiroler Zugspitzbahn. In minder dan tien minuten brengt de cabine je terug naar het beginpunt. Gemakkelijk en eigenlijk ook heel leuk. Want behalve het mooie uitzicht en de spanning - de afgrond is toch wel erg diep - kun je vanuit de lucht ook precies zien waar je jezelf een paar uur eerder nog in het zweet hebt gewerkt. Terug “Deze klettersteig is daarom ook erg populair,” vertelt berggids Peter Larcher van Bergsport Total in Ehrwald. “Een tocht die de Zugspitze als hoogste punt heeft, trekt natuurlijk mensen aan. Het is bovendien een ideale route voor mensen die net beginnen met klettersteigen.” De route is kort in vergelijking met de andere op de berg en wordt aangeduid als licht/ gemiddeld. Het eerste gedeelte voert over een wandelpad. Pas vanaf de Wiener-Neustädter Hütte begint het klimpad dat naar de top leidt. De berggids vertelt ons waar wij inmiddels zelf achter zijn gekomen: “De route is pas vanaf eind juni en soms zelfs vanaf begin juli begaanbaar. Voor die tijd ligt er vaak nog sneeuw.” Op onze laatste dag komt de regen met bakken uit de lucht. Er rust geen zegen op onze klettersteigplannen; niet één hebben we er kunnen doen. Toch willen we per se de top van de Zugspitze zien. Als het dan niet op onze
15
Höllentalroute.
Laatste stappen op deHöllentalroute.
eigen kracht kan, dan maar op die van de Tiroler Zugspitzbahn. Onderweg zien we beneden ons de Wiener-Neustädter Hütte liggen. De hut is half ondergesneeuwd en de weg ernaar toe lijkt onbegaanbaar. Op de 2962 meter hoge top is het zicht nul komma nul en de vrieskou slaat ons om de oren. IJspegels, waar je u tegen kunt zeggen, hangen verticaal én horizontaal aan alles waar ze zich
aan kunnen vastgrijpen. Over de reling turend, zien we de kabels en een ladder van onze gedroomde klettersteig-tocht. Of in ieder geval de paar delen, die niet onder de ijzige sneeuw zijn bedolven. Nee, dat was vandaag geen optie geweest. Wij komen hier zeker terug, maar dan veel later in het seizoen. ▲
Klettersteigen op de Zugspitze Westanstieg Beginpunt: dalstation van de Tiroler Zugspitzbahn (1228 m), Ehrwald Eindpunt: topkruis van de Zugspitze (2962 m) Maximale hoogte: 2962 meter Hoogteverschil: 1740 meter, hoogte klettersteig ca. 550 meter Duur: 5 uur Moeilijkheidsgraad: KS2/3 – C/D licht/gemiddeld Route: Dalstation Tiroler Zugspitzbahn – Georg-Jägersteig - Gamskar – Wiener Neustädter Hütte – ‘Stopselzieher’ – Zugspitzgrat – topkruis Zugspitze
Eindpunt: Hammersbach (758 m) Maximale hoogte: 2626 meter Hoogteverschil: 520 meter omhoog, 1400 meter naar beneden Duur: 4,5 uur Moeilijkheidsgraad: KS2 – B licht, klettersteigset niet noodzakelijk Route: Tussenstation Riffelriss - Höllental- Jubiläumsgrat Riffelscharte – Riffelkar – Höllentalsteig – Höllentalangerhütte Höllentalklamm (entree) – Hammersbach De route kan ook andersom gelopen worden, in het bijzonder als na overnachting in de hut blijkt dat de (weers)omstandigheden de Höllentalsteig niet toelaten.
Höllentalsteig Beginpunt: Hammersbach (758 m) Eindpunt: topkruis van de Zugspitze (2962 m) Maximale hoogte: 2962 meter Hoogteverschil: 2200 meter, hoogte klettersteig Leiter – Brett 110 m, gletsjer – top ca. 600 meter Duur: 7,5 uur Moeilijkheidsgraad: KS3 – D redelijk zwaar, met een alpien karakter. Stijgijzers kunnen nodig zijn in verband met een gletsjeroversteek. Omstandigheden: In de winter is de Höllentalklamm gesloten, de omleiding via de Stangensteig ook. De kloof is dan bijzonder lawinegevaarlijk. Geen Winterraum meer in de Höllentalangerhütte. Laat in de zomer kan de randspleet tussen gletsjer en begin van de klettersteig naar de top bijzonder lastig te overbruggen zijn. Vraag de huttenwaard naar de omstandigheden! Route: Hammersbach – Höllentalklamm (entree) Höllentalangerhütte - Riffelweg – Irmerscharte - Jubiläumsgrat topkruis Zugspitze
Riffelschartenweg Beginpunt: tussenstation Riffelriss van de Bayerische Zugspitzbahn (1640 m)
Jubiläumsgrat Beginpunt: topkruis van de Zugspitze (2962 m) Eindpunt: bergstation van de Alpspitz-Seilbahn op de Osterfelderkopf (2033 m) Maximale hoogte: 2962 meter Hoogteverschil: 650 meter Duur: 8,5 uur Moeilijkheidsgraad: de route is slechts gedeeltelijk afgezekerd als klettersteig (waardering KS3 – D, zwaar). De helft van de route moet vrij geklommen worden in de derde moeilijkheidsgraad met een alpien karakter. Topconditie en klimervaring noodzakelijk. Ook in de winter wordt de graat beklommen, hetgeen een zeer serieuze alpiene onderneming is. In noodgevallen: Een overnachting in de Gratthüttl-bivak is mogelijk. Via een eenvoudige klettersteigroute kan halverwege de route een noodafdaling gemaakt worden over de Brunntalsteig die toegang geeft tot de Knorrhütte. Route: topkruis Zugspitze - Höllentalsteig - Innere Höllentalspitze – Mittlere Höllentalspitze – Gratthüttl – Äussere Höllentalspitze – Vollkarspitze – Normalweg – Hochblassen – Grieskarscharte – Alpspitze – bergstation Alpspitz Seilbahn.
hoogtelijn 4 -2010
Westanstieg met links in de wolken de Wiener Neustadter Hütte.
Zugspitze direttissima Waar Christa Slootman pech had in de tweede helft van juni, had Peter Blokker vorig jaar meer geluk met het weer en de omstandigheden op de Zugspitze.
In Amsterdam werd ik nagekeken terwijl ik met een typisch rinkelende klimmersrugzak de nachttrein instapte. Van de reis heb ik weinig meegekregen en het contrast is dan ook groot als ik om tien uur ’s morgens in Ehrwald uitstap. Ik sta oog in oog met de Zugspitze. Aan deze kant van de berg zijn geen woeste rivieren te vinden die zich met donderend geraas door fraaie kloven als het Höllental en de Partnachklamm storten en ook gletsjers ontbreken. De Westanstieg is er voor diegenen die gewoon omhoog willen, recht op de top af: De direttissima van de Zugspitze! Precies wat ik zoek voor vandaag, een klimtocht om de strijd aan te gaan met de gidsjestijd. Vanaf het treinstation loop ik naar het dalstation van de Zugspitzbahn, die een nog net iets directere lijn naar de top volgt. De gehele route is vanuit de gondels te overzien. Andersom ook. Ik zie de verbaasde blikken van de naar mij wijzende kabelbaantoeristen en voel me opeens weer net zo misplaatst als met mijn alpiene uitrusting op Amsterdam Centraal. Ik word van boven in de gaten gehouden en breng voor de zekerheid mijn haar even in model. Over het tracé van een voormalige skipiste klim ik naar het Gamskar, een grote puinhelling met een afschrikwekkende hellingshoek. Ik ga in de aanval en spoed me tegen de puinflank op, waarbij ik serieus begin te zweten en constateer dat mijn voorgenomen kapsel niet te handhaven is. Om redenen van ijdelheid en het op scherp liggende
Geröll besluit ik mijn modieuze helm op te zetten. Een vreemde ruïne, het restant van voormalig kabelbaanstation Stütze IV, trekt mijn aandacht. Vroeger ging de kabelbaan in twee etappes naar de top en kon je hier uitstappen om op ski’s over het Gamskar af te dalen naar Ehrwald. De geur van verse Kaiserschmarren verraadt dat ik de WienerNeustadterhütte nader. De hut ligt strategisch op een graat, halverwege de route, met een bijzonder fraai uitzicht over de Eibsee. Ik gun mezelf kort tijd om wat te eten en haast me naar de uitdagende rotswand, waar het serieuzere klimwerk begint. De lichte moeilijkheidsgraad trekt klimmers van divers pluimage aan. Wandelaars die zich uiterst geconcentreerd met een klettersteigset langs de stalen kabel voortbewegen, worden voorbij geklommen door alpinisten die de route net als ik vrij klimmen. De eerste passage voert door een natuurlijke tunnel, de Stopselzieher die al in 1875 werd benut voor de klassieke beklimmingen. Met de toenemende hoogte wordt ook het uitzicht fraaier en de landschappelijke schoonheid van deze route overtreft mijn verwachtingen. Deze klettersteig is Genüsskletterei van de bovenste plank en dus veel te snel voorbij. Steeds duidelijker wordt de bebouwing op de top zichtbaar. Via deze route is het noodzakelijk om Duitslands hoogste Biergarten over te steken om de geografische top te bereiken. Ik kijk enigszins bezorgd naar de kabelbaantoeristen die met knikkende knieën het gesicherten Bereich verlaten om naar de top te klimmen. Exact vier uur na mijn vertrek bij het treinstation bereik ik na tweeduizend hoogtemeters het blinkende topkruis. [Peter Blokker]
|
17
18
|
hoogtelijn 4-2010
hoogtelijn 4 -2010
Oostenrijk steeds een stapje voor Het is misschien wat zuur te noemen: de Zugspitze is de hoogste berg van Duitsland, maar de eerste beklimming, de eerste bergbaan én de eerste klettersteig staan op naam van Oostenrijk. Op 27 augustus 1820 slaagde de Oostenrijker Josef Naus er als eerste in de top van de Zugspitze te bereiken. Het monteren van het bekende topkruis staat echter wel op naam van de Beierse alpinisten. Ruim dertig jaar na de eerste beklimming, brachten zij het kruis naar boven. Het is onbekend of het toeval is dat de Duitsers dit op hun naam hebben staan of dat het meer een kwestie was van territoriumafbakening. Niet alleen met klimmen, ook met klettersteigen liep Duitsland achter op Oostenrijk. In 1879 legden de Tiroolse buren de eerste klettersteig aan op de Zugspitze: de Zugspitz-Westanstieg. Pas daarna deden de Duitsers aan de Beierse kant hetzelfde. De concurrentiestrijd tussen beide landen is nooit meer verdwenen. Het is waarschijnlijk juist erger geworden met de komst van de kabel- en tandradbanen. Terwijl de Duitsers druk aan het bouwen waren aan hun Bayerische Zugspitzbahn, opende hun rivaal in 1926 de Tiroler Zugspitbahn. Duitsland vierde pas vier jaar later feest. Als je toch met de Tiroler Zugspitzbahn naar het dal teruggaat, loop dan ook even door het museum Faszination Zugspitze op de top van de toeristentrekker. Met het ticket voor de Tiroler Zugspitzbahn is de entree gratis. Met tekst, foto’s en film word je ingewijd in de geschiedenis van de Zugspitze en de Tiroler Zugspitzbahn. Behalve interessante weetjes over Duitslands hoogste berg, kun je ook over een glazen vloer lopen dat zicht biedt op een diepe afgrond.
Höllentalroute.
Zugspitze Reis De klettersteigroutes op de Zugspitze zijn zowel bereikbaar vanuit Garmisch-Partenkirchen in Duitsland als vanuit Ehrwald in Oostenrijk. Met het openbaar vervoer kun je vanaf Utrecht in acht en een half uur in Garmisch-Partenkirchen zijn. Ehrwald bereik je in minimaal negen uur. Kijk voor de dienstregeling op www.bahn.com; voor treintickets en meer informatie: www.treinreiswinkel.nl. Ga je vanaf Utrecht met de auto, dan moet je voor GarmischPatenkirchen rekening houden met een afstand van 850 kilometer. Ehrwald is 820 kilometer.
Accommodatie In de plaatsen rondom de Zugspitze zijn veel hotels, pensions en campings te vinden. Kijk voor het aanbod op de plaatselijke toeristensites. Garmisch-Partenkirchen: www.gapa.de; Ehrwald: www.ehrwald.com.
Uitrusting Stevige wandelschoenen, klimgordel, klettersteigset, klettersteighandschoenen, klimhelm, wandelstokken, zonnebril.
Belangrijk Bij slechte weercondities kunnen zelfs de gemakkelijkste klettersteigroutes veranderen in een hel. Kijk van tevoren daarom goed naar de weersvoorspelling. Zie bij twijfel over het weer van je plannen af.
Berggids Wil je graag een van de klettersteigs doen, maar ga je liever niet op eigen houtje op pad? Geen probleem. In dit gebied stikt het van de berggidsen.
Wij legden contact met Bergsport Total in Ehrwald (www.bergsport-total.at). Dit bureau biedt behalve klettersteigs, ook wandelingen en kinderprogramma’s aan.
Bergbanen Bij het maken van de beschreven klettersteigtochten, kun je gedeeltelijk gebruikmaken van een kabel- of tandradbaan. Aan de Duitse kant kun je kiezen uit de Bayerische Zugspitzbahn (tandradbaan), de EibseeSeilbahn en de Gletscherbahn, een korte kabelbaan die het stuk tussen de Bayerische Zugspitzbahn en de Zugspitzetop met elkaar verbindt. Aan de Oostenrijkse kant is er de Tiroler Zugspitzbahn. Kijk voor meer informatie op www.zugspitze.de en www.zugspitzbahn.at.
Documentatie • Hüslers Klettersteigführer Nordalpen, Eugen E. Hüsler, Bruckmann Verlag GmbH, 2007. De Zugspitz-Westanstieg staat beschreven op bladzijde 89 en 90. De andere beschreven klettersteigroutes staan vermeld op de daaropvolgende bladzijden. • Rother Wanderführer Special (Klettersteige Bayern, Voralberg, Tirol, Salzburg), Paul Werner, Bergverlag Rother GmbH, 2007. beschrijft alle klettersteigroutes op de Zugspitze en in de omgeving. • DVD Abenteuer Zugspitze – Die Höllentalroute auf Deutschlands höchsten Gipfel, 2 DVD’s • Alpenvereinskarte 4/2, Wetterstein- und Mieminger Gebirge Mitte, schaal 1:25000 (te bestellen in de NKBV webshop) • Bayerisches Landesvermessungsamt, Zugspitze blad 8531/8631, schaal 1:25000. • Bayerisches Landesvermessungsamt, Werdenfelser Land, schaal 1:50000. • Op www.Bergsteigen.at is een goede topo van de Jubiläumsgrat te downloaden.
|
18
20
|
hoogtelijn 4-2010
|
l o c at i e g r a u b 端 n d e n , z w i t s e r l a n d
|
Tek st Mieke Scharloo
Trein in, Alleen de treinrit al is de moeite waard en dan heb je nog geen voet in de bergen gezet
thema mensenwerk
|
foto's Swiss -image .ch
|
hoogtelijn 4-2010
trein uit Bergsport met de Bernina-express Dit jaar bestaat de Berninalijn 100 jaar. Deze spoorlijn die over de Berninapas (2328 m) in het zuidoosten van Zwitserland voert, brengt je naar de start van talloze prachtige wandel- en klimtochten. Een selectie voor treinbergsporters. Een nieuw langeafstandspad van Tiefencastel naar het Italiaanse Tirano volgt het traject van de Bernina-express over de Albulapas en de Berninapas. Eigenlijk moeten we zeggen: onder de Albulapas door, want vanaf Preda (1792 m) duikt de trein de rotsen in om er aan de andere kant van de pas bij Spinas (1815 m) weer uit te komen. Beide pasroutes staan sinds 2008 op de UNESCO werelderfgoedlijst vanwege de uitzonderlijke historische staaltjes ingenieurswerk die moeiteloos in het landschap zijn ingepast. Met keerlussen - de trein maakt een rondje al dan niet door een rotswand om hoogte te winnen - hoge viaducten en eindeloos veel tunnels hebben de spoorwerkers rond 1900 de rails zo weten aan te leggen dat een trein honderden meters hoogteverschil kan overwinnen. Van Thusis naar Preda zo’n elfhonderd meter en van Samedan naar de Berninapas nog eens ruim 600 meter om vervolgens negentienhonderd meter af te zakken naar Tirano. Alleen de treinrit al is de moeite waard en dan heb je nog geen voet in de bergen gezet. Onderweg is de verleiding groot om uit te stappen voor een mooie tocht of een middagje klimmen in de klimtuin. Vooral doen! In het gebied kun je gemakkelijk drie weken ‘buiten spelen’ zonder je te vervelen. De auto kun je laten staan. Razend druk De Albula-alpen zijn rustiger dan het gebied rondom de Berninapas; het is veel minder vergletsjerd - er zijn nog maar een paar kleine vlekjes over - en de toppen zijn wat lager, tot zo’n 3300 meter. Wel is het er ruig en verlaten zodra je omhoog gaat. Er zijn maar weinig hutten te vinden. Rondom de Piz Bernina daarentegen zijn behoorlijk wat hutten, die over het algemeen niet door wandelpaden verbonden zijn. Wandelaars moeten er telkens terug naar het dal. De top van de Bernina reikt tot net boven de 4000 meter en de omringende bergen benaderen die magische grens. Ook hier trekken de gletsjers zich terug. Dat kun je bijvoorbeeld goed zien bij de Morteratschgletsjer, of beter: bij de morenen van wat ooit de Morteratschgletsjer was. De afgelopen 120 jaar is de gletsjer twee kilometer korter geworden; met bordjes is aangegeven tot waar hij in welk jaar reikte. Vanaf station Morteratsch kun je ook in twee en een half uur naar de Chamanna da Boval lopen 6 . Vanaf het terras kijk je op de gletsjer en je hebt een superuitzicht op het massief van de Piz Bernina en de Piz Palü. Op mooie dagen is het hier overdag razend druk; ‘s avonds, als de laatste dagjesmensen zijn vertrokken, keert de rust weer. Vanuit de hut kun je diverse beklimmingen doen,
maar ook de volgende dag door hoogalpien terrein verder trekken naar een andere hut. Wie wel wil genieten van het uitzicht op het imposante koppel Bernina en Palü met de aan hun voeten liggende gletsjers, maar zich niet wil inspannen neemt vanaf station Bernina Diavolezza het baantje naar Diavolezza op 2973 meter 7 . Kermissfeer, dat wel. Loop 200 meter verder omhoog naar de uitzichtsberg Munt Pers, dan ben je al een grote horde mensen kwijt, maar het is een illusie om te denken dat je op een mooie dag alleen bent op dit eersterangs topje. Zelfs ‘s avonds na het eten in het Berghaus moet je de berg delen. Steenbokken Ben je niet vies van een paar zweetplekken, dan is de Piz Languard (3262 m) misschien wel een betere plek om te genieten van de meest oostelijk gelegen vierduizender van de Alpen 5 . De tocht ernaartoe is landschappelijk veel mooier en rustiger (want zwaarder). Ook bij deze tocht vanaf station Pontresina kun je nog smokkelen met een stoeltjeslift vanuit het dorp naar Alp Languard op zo’n 2270 meter. Neem de terugweg over de Fuorcla Pischa naar station Bernina Suot. De kans is groot dat je dan steenbokken en gemzen tegen het lijf loopt. Vlak onder de top van de Piz Languard is de privéhut Chamanna Georgy. Ben je met kinderen onderweg, dan is dit een toptweedaags huttentochtje. Op de heenweg heb je alle tijd om te picknicken, te badderen en je eigen ingenieurswerken aan te leggen bij het Lej Languard. De tweede dag kun je er eens goed voor gaan zitten om steenbokken en gemzen te spotten. Vergeet je verrekijker niet. Treinfreaks De langeafstandswandeling langs het werelderfgoedtraject van de Rhätische Bahn is niet alleen leuk voor treinfreaks. Zelfs als je niks met treinen hebt, fascineren de ingenieurswerken. Het indrukwekkendst zijn de hoge sierlijke viaducten, vooral als je bedenkt dat ze meer dan honderd jaar geleden zijn gebouwd. De beroemdste vind je net voorbij station Tiefencastel: het Landwasserviaduct. De knalrode trein rijdt daar uit een loodrechte rotswand zo het 65 meter hoge viaduct op dat met een perfect bocht weer in de rotsen verdwijnt. Märklin in het echt, zullen we maar zeggen. Tussen station Bergün en station Preda moet het spoor vanuit de lucht eruit zien als een portie ‘Seilsalat’. Op en door de flanken van de Piz
|
21
©Walter Reiss
©Swiss-image
Chamanna d’Ela.
Sportklimmen met zicht op de Piz Palü.
Munt Pers.
Sportklimmen
Darlux slingert de trein zich met sierlijke lussen omhoog, lussen die elkaar soms overlappen, maar dan wel boven elkaar. Dat doet hij vaker. Bij station Brusio aan de zuidkant van de Berninapas cirkelt de trein over een viaduct dat honderd graden in de rondte is gebouwd. Onweerstaanbaar om naar te kijken. De route die is opgebouwd uit tien etappes, leent zich uitstekend voor treinwandelen: neem een stuk de trein en loop dan naar het volgende station. Afhankelijk van het seizoen kies je dan hoger of lager gelegen trajecten. In het voorjaar is vooral de afdaling vanaf station Alp Grüm richting Poschiavo en Tirano aantrekkelijk; de zomer begint er net iets eerder.
Op het traject van Pontresina naar de Berninalijn zijn vier klimtuinen. De topo is in Pontresina verkrijgbaar bij het gidsenbureau en Montanara Sport. Behalve deze gebieden komen in de gids nog drie gebieden tussen St Moritz en Maloja aan de orde. • Klimtuin Montanara Montanara ligt boven Pontresina, in de oostwand van de vallei en wordt veel gebruikt door het plaatselijke gidsenbureau. De routes variëren van de derde tot en met de zevende graad; de lengtes reiken tot 40 meter. • Klimtuin Morteratsch De klimtuin ligt dichtbij het treinstation Morteratsch, noordelijk van het pad naar de Mortseratschgletsjer en onder het pad naar de Bovalhut. Ideaal voor een eerste kennismaking met sportklimmen; de routes zijn goed behaakt en je kunt omlopen voor het aanleggen van topropes. Sommige routes zijn gladgeklommen. Ze variëren in moeilijkheidsgraad van 3 tot 9. De lengtes zijn tien tot twintig meter. • Klimtuin Tinnergarten Wat langere aanloop vanuit station Morteratsch: volg het pad stroomopwaarts langs de beek, onder de weg door een stukje terug richting Pontresina; bij het parkeerplekje het wandelspoor naar de rotsen van de noordoostelijke helling volgen. De routes zijn goed behaakt, er zijn ingerichte standplaatsen. De routes hebben al meer een alpien- dan sportklimkarakter. Let op voor steenslag, zeker met touwgroepen boven je. Prachtig uitzicht op de Berninagroep aan de overkant van het dal. De tien routes variëren van de derde tot zevende graad en zijn tot tachtig meter lang. • Klimtuin Piz Alv De klimtuin ligt tussen de dalstations van de Diavolezzabahn en de Lagalbbahn, onderaan Piz Alv. Vanaf station Bernina Lagalb loop je tot de parkeerplaats van de Lagalpbahn en vanaf daar volg je een paar minuten over een klein voetpad naar de rotsen. Er is een tiental routes tot dertig meter, die variëren van de derde tot zesde graad.
Geen skiliften Op station Filisur ontmoeten de rails vanuit Chur en Davos elkaar om gezamenlijk de Albulapas te slechten. Hier kun je beginnen aan de klim naar de ruim duizend meter hoger gelegen Chamanna d’Ela, een schattig hutje van de Sektion Davos van de Zwitserse alpenclub 1 . Ela, zo heet ook het grootste natuurgebied van Zwitserland in oprichting, dat de trein doorkruist. Maar liefst 21 gemeenten hebben de handen ineen geslagen om de natuur en de cultuur in het gebied te beschermen en daarmee de regionale economie op een duurzame wijze een impuls te geven. Dat betekent onder meer dat er geen skiliften en grootschalige toeristenvoorzieningen meer mogen worden aangelegd. Je kunt dezelfde dag weer afdalen naar station Bergün of op hoogte blijven en de volgende dag door het ruige stenige hooggebergte vlak onderlangs de Piz Ela trekken. Je gaat dan over de Pass d’Ela (2724 m) en de Fuorcla da Tschitta (2831 m). Lekker hoog, wild en verlaten. Bij station Preda kun je weer op de trein stappen. Weergaloos Vanaf station Preda zijn drie wandeltochten de moeite waard: in zuidwestelijke richting naar het Lai Negr dat op ruim 2600 meter ligt, en weer terug 3 ; in zuidelijke richting over de Fuorcla Crap Av naar station Spinas of station Bever; in noordelijke richting via de Alp Zavretta en de Piz Muot naar station Bergün 2 . De eerste tocht kent vanaf de pas een zeer steile afdaling door veelal los zand; stokken komen er van pas. De verleiding is groot om na de pas rechtsaf te slaan het Val Bever in, een geleidelijk stijgend ongeschonden groen dal. Aan
Morteratschgletsjer.
Landwasser viaduct.
het einde ligt de Chamanna Jenatsch. Het is vooral ver lopen naar deze hut waar de keuken overigens dik in orde is. Geen straf om er een nachtje te slapen. Dan kun je de volgende ochtend over de Fuorcla Suvretta en de Pass Suvretta naar de Piz Nair op 3057 meter, vanwaar een kabelbaan en een treintje je naar station St Moritz brengen 4 . Het uitzicht onderweg op het Berninamassief is weergaloos. ▲
Praktische informatie Reis Vanuit Nederland gezien is Chur het startpunt voor de Bernina-express, Vanuit Arnhem ben je daar met de trein binnen negen uur. Kijk voor de dienstregeling op www.bahn.com; tickets en meer informatie: www.treinreiswinkel.nl. De Graubündenpass kan uitkomst bieden als je denkt een aantal dagen gebruik te willen maken van het openbaar vervoer in het kanton. Je kunt kiezen uit drie dagen reizen binnen een tijdsbestek van 7 dagen (CHF 125) of voor 5 dagen binnen een tijdsbestek van 14 dagen (CHF155). Er zijn ook goedkopere kaarten voor delen van het kanton.
Accommodatie • Chamonas d’Ela (2252 m), open begin juli tot eind oktober, 34 plaatsen, ela@sac-davos.ch, +41 (0)81 4041403 • Chamanna digl Kesch (2625 m), open eind juni tot eind oktober, 112 plaatsen, kesch@sac-davos.ch, +41 (0)81 4071697 • Chamanna Georgy (3186 m), open 15 juni tot 25 oktober, 24 plaatsen, +41 (0)8183365 65 • Chamanna da Boval (2495 m), open begin juli tot eind september, 100 plaatsen, boval@bluewin.ch, +41 (0)81 8426130 • Berghaus Diavolezza (2973 m), open half juni tot half oktober, 225 plaatsen, info@diavolezza, +41 (0)81 842 6205 • Camping Albula, Bergün: kleine camping met minimale voorzieningen, net buiten Bergün, campingalbula@berguen-filisur. ch, +41 (0)79 6967403 • Camping Plauns, Pontresina: hooggelegen camping in dal vlakbij Morteratsch, campingplauns.ch • Camping Boomerang, Poschiavo, aardige mensen, goede voorzieningen zoals vuurplaats en tafel en banken,
www.camping-boomerang.ch • Voor hotels en pensions onderweg, kijk op www.graubuenden.ch
Documentatie • Kaart Oberengadin, Kuummerly + Frei, schaal 1:60.000 • Landeskarten der Schweiz, bladen 1215, 1216, 1217, 1236, 1237, 1257, 1277, 1278, 1279, schaal 1:25.000 • www.rhb.ch/Via-Albula-Bernina.1317.0.html • Via Albula / Bernina, te bestellen bij de Rhätische Bahn, www.rhb.ch • www.graubuenden.ch
24
|
hoogtelijn 4-2010
|
l o c at i e B e r n e r Ob e r l a n d , z w i t s e r l a n d
|
Tek st en foto’s Sjors Kurvers
Apenkooi op de Jungfraubahn maakt het mogelijk Voor autolozen is Zwitserland het perfecte vakantieland. In de smalste dalen en de kleinste dorpjes komt het openbaar vervoer. De spoortrajecten gelden als de mooiste ter wereld, en de Jungfraubahn spreekt het meest tot de verbeelding: met de trein naar 3454 meter! Dan is het nog maar een kippeneindje naar de top van de Eiger. Een deel van de equipe had besloten toch per auto naar Zwitserland te komen. Pijnlijk werden de nadelen van deze vorm van vervoer duidelijk: files en autopech gooiden roet in het eten. Nog net konden we de laatste trein naar Kleine Scheidegg halen. Er leek zelfs nog tijd over voor een ijsje, tot aan het loket lichte betaalstress ontstond. Om gewicht te besparen hadden we alleen een creditcard en enige losse contanten in de vorm van briefgeld meegenomen. Voor ‘enige contanten’ brengt de Zwitserse Bahn je echter niet naar de Eiger, en voor betalen met creditcard bleek een pincode nodig... Top gehaald! Het eerste stuk van Grindelwald naar Kleine Scheidegg brengt de Jungfraubahn je ruim duizend meter hoger, naar 2061 meter. Snel gaat het niet, maar onderweg is genoeg vertier. Je rijdt akelig dicht langs de roemruchte Eigernoordwand. Ongelofelijk om zo dicht bij de plek te zijn waar talloze keren een strijd is geleverd op leven en dood om als eerste de wand te beklimmen. Het traject tot Kleine Scheidegg is voor Zwitserse begrippen niet bepaald bijzonder. Het spoor is voorzien van de bekende extra rail met vertanding, waardoor de trein ook bergop altijd grip heeft. Wie de rit toch te snel gaat, kan onderweg uitstappen op een aantal minimale stationnetjes - veel meer dan een verhard gedeelte langs het spoor is het vaak niet. Station Alpiglen loont echt de moeite, van daar heb je direct en onbelemmerd zicht in de noordwand. Het is een fascinerende gedachte hoe ver klimmers vanaf dit punt van je vandaan zijn: lieflijke alpenweides en meedogenloze rots- en ijsformaties zijn hier slechts enkele honderden meters van elkaar verwijderd. Witte Spin Op Kleine Scheidegg heerst de chaos van een klein Nederlands treinstation in de ochtendspits. Hier echter geen kantoorklerken met vouwfietsen, maar Japanners met zoomlenzen op hun buik. Vermoeiend maar ook begrijpelijk want van deze kant laat de Eiger, met op de voorgrond het beroemde Hotel Bellevue des Alpes, zich fantastisch fotograferen. Voor een kop koffie is jammer genoeg geen tijd; over een paar minuten vertrekt de laatste trein van deze dag richting Jungfraujoch. De bagage gaat in een open goederenwagon en wij nemen plaats in de luxe stoelen. Als de trein zich in beweging zet, schieten flarden van De Witte Spin door mijn hoofd. Met behulp van deze trein zijn talloze reddingspogingen gedaan om onfortuinlijke klimmers uit de noordwand te redden. Vele slaagden, maar soms keerden de reddingswerkers terug zonder succes. Ik heb gemengde gevoelens bij onze plannen wanneer de trein ons langzaam naar het binnenste van de Eiger brengt. ‘Station Eiger Nordwand. In Fünf Minuten fährt der Zug weiter!’ We staan stil midden in de Eiger en hebben een paar minuten gelegenheid door het Stollenlochfenster naar
Tevreden kuieren de klimmers over het Jungfraujoch.
thema mensenwerk
Eiger
|
hoogtelijn 4-2010
â—?
Het laatste stukje firn is geweldig om te doen; waanzinnig eng!
|
25
Station Grindenwald.
Het luik waar je doorheen moet richting de Mittelegihütte.
Daar, die berg gaan we beklimmen.
buiten te kijken. Beneden in het dal ziet het er zo lieflijk uit dat je er een Milka-reclame zou kunnen opnemen, maar links, rechts, boven en onder ons is het een kille, natte bedoening. Een enkel rafelig touw en hier daar wat mephaken en oude schlinges vormen de bewijzen dat zich wel degelijk mensen in deze indrukwekkende wand wagen.
te discussiëren, we zullen dus wel zien hoe het klimmen morgen vordert. Ook ‘s ochtends blijkt dat we niet onder het strakke regime van de waardin uitkunnen. We proberen aan te schuiven bij de eerste ontbijtshift, maar worden resoluut teruggestuurd. Balend sluiten we achter de gidsen aan die hun klanten mee de graat op nemen.
Strak regime Een vergelijkbaar station bevindt zich aan de zuidkant van de Eiger: Eismeer, op 3158 meter. Hier moeten wij eruit. Zodra de trein ons achterlaat, bekruipt me het onbehaaglijke gevoel waar iedere alpinist weleens last van heeft aan het begin van een toer: waar ben ik nu weer aan begonnen? De overgang is hier ook nog eens extra groot: zo zit je nog in een comfortabele trein, niet veel later trek je onder de zuidwand van de Eiger een luik achter je dicht en suizen de stenen om je oren.
Vaste touwen Dat we het eerste stuk niet snel kunnen klimmen, is geen ramp. Je kijkt namelijk direct de peilloze diepte in richting Grindelwald, en daar moet je beslist even aan wennen. Al snel vraagt echter het klimmen, en dan vooral het voorbij steken van andere touwgroepen, al onze aandacht. Martijn weet de juiste mix te vinden tussen aardig zijn en voorbij beuken, dus na een uurtje of anderhalf hebben we de rest van de klimmers achter ons gelaten en zien we boven ons alleen nog maar die enorm indrukwekkende graat. De ambiance is schitterend, al was het alleen maar omdat voortdurend in je achterhoofd speelt wat niet ver beneden je voor een avonturen zijn beleefd. Het is begrijpelijk dat de Grindelwalder gidsen zo trots zijn op ‘hun’ berg. Wanneer Jiri, kijkend in de Lauperroute, laat weten dat hem dat maar een saaie onderneming lijkt, die 1800 meter ijsklimmen, komt hem dat op een stevige reprimande van een net achter ons opduikende gids te staan. Hoe mooi de ambiance ook is, zo teleurstellend is het klimmen zelf.
Voor een Anstieg is het nog best een onderneming om naar de Mittellegihütte te komen, maar dan heb je ook wat. De hut lijkt op de graat te balanceren en de balustrades aan weerszijden hangen boven de afgrond. Als wij binnenkomen, is de soep net op tafel gezet - strakke planning! De hut zit nokkievol, en aangezien je van hier maar één tocht kunt maken, constateren we dat het morgen wel druk zal worden op de Mittellegigraat. Over de ontbijttijd valt helaas niet
Een deel van de graat is voorzien van polsdikke touwen.
Dat ligt noch aan de kwaliteit van de rots, noch aan de moeilijkheidsgraad. Het zit ‘m erin dat een groot deel van de graat is voorzien van vaste touwen: polsdikke exemplaren waaraan je je gemakkelijk omhoog kunt trekken. Ze niet vastpakken is ook zoiets, maar het klimmen van de Mittellegigraat krijgt op deze manier iets van apenkooien. Hall of fame Het laatste beroemde stukje firn is geweldig om te doen, en ondanks dat er een goed spoor loopt, is het waanzinnig eng. Je weet: als ik hier ga, lig ik niet veel later op het perron van station Alpiglen. Zoals dat zoveel Eigerklimmers overkomt, staan we in de wolken op de top. Mede door de vaste touwen lopen we rond het middaguur onder de oostwand van de Mönch door en worden we niet veel later omringd door drommen toeristen die naar adem happend vanaf het Jungfraujoch richting de Mönchjochshütte komen gelopen. Opnieuw een bizar contrast. ‘Een paar uur geleden waren we nog dáár’, zeggen we zelf enigszins verbaasd en wijzend in de richting van de top van de Eiger. De trein heeft ons net weer op Kleine Scheidegg afgeleverd en deze keer nemen we wel de tijd voor een kop koffie op het terras van Hotel Bellevue des Alpes. De Nederlandse serveerster ziet dat we niet voor
een ritje met de hondenslee naar het Jungfraujoch zijn geweest en informeert wat we ‘boven’ hebben gedaan. We mogen binnen een kijkje nemen in de ‘hall of fame’ waar alle beroemde bedwingers van de Noordwand een plaatsje hebben gekregen. De sfeer in het hotel is alsof je zo de eerste helft van de vorige eeuw binnenstapt en we nemen dan ook ruim de tijd om alle herinneringen aan de geschiedenis van de Eiger te bewonderen. Binnen vierentwintig uur nadat we de auto in Grindelwald parkeerden, gooien we onze rugzakken achterin en rijden het dal uit voor een verfrissende duik in de Thunersee. De Jungfraubahn is een bijzondere spoorlijn, de Eiger een bijzondere berg en samen staan ze garant voor de ultieme hit-and-run. ▲
• Mittellegihütte (3355 m), 28 plaatsen, open juli tot half september, +41(0)338530366, +41(0)794344702, gomountain@grindelwald.ch. • Landeskarte der Schweiz, blad 1229 Grindelwald, schaal 1:25000 • www.jungfraubahn.ch • www.grindelwald.ch
28
|
hoogtelijn 4-2010
|
thema mensenwerk
|
Tek st Moniek Janssen
|
foto Anja Elzinger
Buitenbeton
Klimmen en duiven op de Luzzonedam.
Klimmen op stuwdammen Stel je voor; een kaarsrechte betonnen wand, zo eindeloos hoog dat zelfs de meest doorgewinterde sportklimmer er slappe knieën van krijgt. Vooral omdat hij bovenin overhangt. Dat is stuwdamklimmen! De stuwdam van het Lago di Luzzone, een stuwmeer in het Bleniodal in het zuidoosten van Zwitserland is 225 meter hoog. Naar voorbeeld van de Emossondam bij Chamonix is hij beklimbaar gemaakt. Het resultaat is de langste artificiële klimroute ter wereld met maar liefst 160 meter plastic. Om de klimroute van vijf touwlengtes van 34 meter af te werken moet je 659 grepen passeren. De waardering loopt op van 5b beneden tot 6a+ bovenin. Indrukwekkend! Er zijn mensen die het daadwerkelijk doen, de hele wand
beklimmen. In Engeland en bij onze oosterburen is de Luzzonedam behoorlijk populair. De Duitse verslagen op het internet zijn jubelend. ‘Alle vijf touwlengtes zijn top, om de paar meter een haak en de standplaatsen zijn geniaal ingericht’, en: ‘Er kan praktisch niets gebeuren. Behalve als de stuwdam breekt, dat zou een natte verrassing zijn.’ Ook roemen klimmers het geleidelijke verloop in moeilijkheid. Maar, schrijft iemand, het beton van de dam gaat geleidelijk wel in je armen zitten.…
Borg Nadeeltje: Op de aalgladde dam zijn de standplaatsen niet erg comfortabel. Geen lekker bandje om op te staan, of een nisje, maar hangrelais. Ook doorgewinterde klimmers zien het als een volkomen nieuwe ervaring, temeer omdat je geen enkel oriëntatiepunt hebt op het beton. De hele wereld is grijs. De eerste Nederlander die de echte rotsen in de bergen links laat liggen om zich aan dit avontuur te wagen heeft zich nog niet bij Hoogtelijn gemeld. De route staat beschreven in Schweizplaisir Süd. Bovenaan naast de dam is restaurant Luzzone, daar moet je 20 Zwitserse franken per persoon en een borg van 110 franken betalen. Dan krijg je een sleutel om onderaan de dam een poort te kunnen openen die toegang geeft tot een ladder. Daarlangs kom je bij het begin van de route. Prooi De eerste stuwdam die ‘ten prooi viel’ aan routebouwers was de Emossondam op zo’n 16 kilometer van Chamonix. In 1998 kregen een paar Zwitserse berggidsen de elektriciteitsmaatschappij zover dat ze er 600 gaten in mochten boren om, wat toen de langste artificiële route ter wereld was, aan te leggen. En een moeilijke route ook, want de 182 meter hoge Emosson-damwand is gevormd als de binnenkant van een goudvissenkom. Aanvankelijk wilde iedereen die daartoe de guts had de vier touwlengtes uitproberen, daarna raakte de route in onbruik en werd hij afgesloten. Tegenwoordig kun je deze wand weer op, maar alleen samen met een gids. Energiemaatschappij Italianen zijn dol op stuwdamklimmen. In Italië zijn elk jaar kampioenschappen speedklimmen-op-stuwdam. De immense betonnen muren lenen zich uitstekend voor het rappe klimwerk. In 2008 was er een ‘Coppa del Mondo Speed Rock’ op de tachtig meter hoge dam van Bissina in Trentino. En dit jaar had de Bissinadam een jubileum op haar wand: 24 en 25 juli was het de tiende keer dat daar een Coppa del Mondo van het snelklimmen werd gehouden. De Italiaanse Energiemaatschappij ENEL stelt er een eer in haar stuwdammen beschikbaar te stellen voor snelklimevenementen. Het mes snijdt aan twee kanten: gunstige publiciteit voor ENEL en voor het naburige dorp Daone geld in het laatje. Want ze maken er een heel volksfeest van, daar in Daone. In Pieve di Cadore klimt men al vanaf 2003 wedstrijden op de plaatselijke dam. Vorig jaar had het dorp een ‘Coppa Arrampicare Speed’ in huis. In een heel andere regio van Italië, Piemonte, kun je even buiten het dorp Entracque je uitleven op een damwand. Op de Diga della Piastra zijn kinderroutes en een drie-touwlengteroute van 75 meter. Hier kun je alleen in juli en augustus in het weekend terecht, de entree is vijf euro. Er is een NKBV-bergsportkamp in de Alpi Marittime met als standplaats Entracque, een mooie kans om deze ‘bergsport’ eens te proberen. Grijs avontuur Italië heeft nog meer moois te bieden op dit gebied: Bij het dorp Valgrisenche in Gran Paradiso (Aostadal) ligt de Beauregarddam. Met 132 meter hoogte een flinke jongen. Het is
Italianen zijn dol op stuwdamklimmen
Emossondam.
De hele wereld is grijs bij het stuwdamklimmen
een gepensioneerd exemplaar uit 1954; uit metingen is gebleken dat de stuwdam niet meer op maximale (water)capaciteit kan werken. Dat heeft de lokale berggidsen er niet van weerhouden om er routes op aan te leggen. Maar liefst drieëntwintig zijn het er, in moeilijkheidsgraad variërend van 4 tot 6. Er zijn twee 70-meterroutes, drie touwlengtes 6a-6b-6c die volgens het
toeristenbureau ‘doen denken aan de bigwalls van Californië’. Je kunt ieder moment beginnen met klimmen, er zijn geen speciale openingsuren. Kinderen en boulderaars zijn niet vergeten: er is een kinderhoek en een boulderblok om op te warmen voor je aan het grote grijze avontuur begint. Sinds eind jaren negentig dient de dam ook als decor voor, alweer, speedklimkampioenschappen. ▲
klimdammen Luzzone Dam
Kampioenschap Speedklimmen op de Bissinadam, Daone
Open: Van 1 mei tot 30 oktober dagelijks Kosten: CHF 20.00 per persoon Toegangskaart en sleutels bij: Ristorante Luzzone, +41 (0)91 872 13 55 Berggids: www.guidealpine.ch, info@guidealpine.ch. v+41 (0)919681119 www.ticino.ch/15/common_details.jsp?id=97179 Meer info en een filmpje met damklimmers: www.ti360.org/blog/ index.php?entry=entry080629-134027 Gids: Schweizplaisir Süd, Jürg von Känel, www.filidor.ch
www.speedrock.it/lang/en/eventi/dettaglio/larmata_russa_punta_ su_daone_obbiettivo_la_diga_hidro_dolomiti_en,67.html
Diga della Piastra, Entracque Open op zaterdag en zondag in juli en augustus van 10.00 tot 19.00 Toegang 5 euro, speciaal kindertarief. Gidsen aanwezig. Bergids: Il Chiodo Fisso, www.chiodo-fisso.com - Marco Ghiglia: +39 3474312673, marco@chiodo-fisso.com - Luca Salsotto: +39 3357775424 www.entracque.org/sport/arrampicata.aspx
Speedklimmen in Pieve di Cadore http://www.adrenalinik.com/articolo.php?id=14981
Beauregard • Website van Vall’d Aosta: www.regione.vda.it/turismo/prima_di_ partire/informazioni/pagina_ricerche_e.asp?tipo=scheda&pk=611 &nomesch=sch_ProdVda&ts=prodvda&strTitoloVit=VALGRISENC HE%20,%20 Diga+di+Beauregard • www.granparadiso.net • Gran Paradiso : Gebietsführer für Wanderer, Bergsteiger und Kletterer By Gerd Klotz, een nieuwe druk verschijnt in het voorjaar van 2011
Emossondam www.emosson.ch
thema Mensenwerk
|
Tek st Moniek Janssen
|
hoogtelijn 4-2010
|
31
Waarom moeilijk doen? ... als het gemakkelijk kan Zoveel mooie bergtochten ‘op hoogte’ en zoveel kabelbanen om je daar naartoe te brengen. Waarom naar boven zwoegen als het gemakkelijker kan? Je hebt van die vakantiedagen dat je eigenlijk het liefst de hele dag rondhangt op de camping, bij de hut of - vul maar in - welk vakantieonderkomen. De was doen, een beetje rondkuieren, een boekje lezen, heerlijk. Maar het is mooi weer en tegen de middag is die hele camping toch echt leeg. Iedereen is vertrokken om iets leuks te doen. Dan begint het te kriebelen; zullen we toch niet…? Tja, het is te laat voor een stevige onderneming. Dan biedt een mooie
kabelbaan uitkomst. Je kunt dat ‘gezwoeg ‘ naar boven lekker overslaan, op je gemak met de baan naar boven en dan naar een topje kuieren of een mooie rondwandeling maken. Het kost wat geld, en heel misschien een stukje van je eergevoel, maar dat is de prijs die je betaalt voor een mooie en gemakkelijke wandeling op hoogte. Er zijn ergere dingen. In alle Alpenlanden vind je kabelbanen die je hogerop kunnen helpen. Meestal zijn ze gebouwd voor het skitoerisme. Wees dus alert op de omgeving en waar je relaxte tocht zich moet afspelen. Vermijd skipistes; dat zijn meestal troosteloze kale hellingen waar weinig valt te beleven. Hoogtelijn selecteerde vijf kabelbanen die gegarandeerd een leuke (mid)dag opleveren.
Piz Boë Italië, Dolomieten De hoogste top van de Sellagroep in de Dolomieten is de Piz Boë (3152 m). De kabelbaan van Passo Pordoi, even buiten het dorp Arabba brengt je erheen. Dat wil zeggen, naar de hut van Maria, de Rifugio Maria(2950 m), de rest van de tocht moet je zelf lopen. Nadat je bent bekomen van het uitzicht over het Sellagebergte kun je een goed gemarkeerd pad nemen naar Forcella Pordoi en daar is alweer een rifugio. Een pad naar het oosten dat klimt noch daalt brengt je naar de de voet van de Piz Boë-wand. Dan is het klimmen, langs een pad dat gedeeltelijk is beveiligd met staalkabels. Eenmaal op de top van de Boë (spreek uit bo-ets) staat daar vlakbij alweer een hut: Rifugio di Fassa. De weg terug is dezelfde, maar je kunt vanaf Forcella Pordoi ook te voet afdalen naar Passo Pordoi. Startpunt: Arabba, Dolomieten Tijd (heen en terug met de kabelbaan): 4 uur. Hoogteverschil: 300 meter Moeilijkheidsgraad: gemiddeld Meer info: www.arabba.it
Viel dal Pan Italië, Dolomieten Voor het historisch besef (en het gemak van de kabelbaan!) zou je ook de ‘Bindelweg/Viel dal Pan’ moeten lopen. Die begint aan de andere kant van hetzelfde dal, bij het topstation van de hypermoderne kabelbaan vanuit Arabba naar Portavescovo (2478m). De Bindelweg, gerestaureerd door een Duitser genaamd Bindel, is een oude handelsroute. Hij stampt uit de tijd dat men vervoer op een hoogteweg veiliger achtte dan vervoer dóór het Arabbadal. Over de bergkam loop je richting de Pordoipas, met aan de ene kant het meer van Fedaia en de Marmolada, en aan de andere kant het Sellamassief. Geen grote hoogteverschillen, maar het pad staat niet bepaald bekend als ‘gemakkelijk’.
Documentatie • Dolomiten 3, F. Hauleitner, Rother Wanderführer, 2010 • Westliche Dolomiten, Tourenführer, M. Zahel, Bruckmann ,2007 • Carta Topografica Alta Badia Arabba – Marmolada, schaal 1:25.000
Startpunt: Arabba Tijd: 3 uur Hoogteverschil: nihil Moeilijkheidsgraad: gemiddeld Meer info :www.arabba.it
Tour d’Ai Zwitserland, Vaud De markante torens van de Tour d’Ai zijn al van ver te zien. De Zwitserse plaats Leysin in het kanton Vaud ligt aan hun voeten. Waar kennen we die naam van? O ja, Les Mottets, Leysin, skiën… ondanks dat zien de hellingen er niet ‘geteisterd’ uit zoals je misschien zou verwachten van een skigebied in de zomer. Vanuit Leysin brengt de Télé Leysin je rechtstreeks naar de top van de Berneuse op 2048
meter. Daar kun je enorm decadent in een draaiend restaurant, genaamd Kuklos, gaan zitten en in een uur tijd om je as draaien. Terwijl je eet, zie je achtereenvolgens de Franse Italiaanse, en Zwitserse Alpen aan je voorbijtrekken. Maar je kunt ook naar de Tour d’Ai. Met klettersteiguitrusting en genoeg lef en puf kun je bovendien voor de korte maar hevige klettersteigvariant kiezen. Daarna kun je verder lopen naar de Tour de Mayen en dan terug naar het dal met de Mayen-kabelbaan, vanaf het Lac de Mayen. Of je loopt gewoon terug naar het Lac d’Ai om je daar te verpozen. Tot het tijd is om de gigantische lift waar 100 man in kunnen terug naar Leysin te nemen. Want waarom zou je moeilijk doen op deze dag? Startpunt: La Berneuse Moeilijkheidsgraad: gemiddeld, er zit één zeer luchtige passage in het pad die wel is afgezekerd. Lengte: vanaf station Berneuse naar de Tour D’Ai 1,5 a 2 uur. Extra: via Tour de Mayen naar kabelbaan Mayen, in totaal 4 uur. Hoogteverschil: 440 meter Documentatie • Wanderführer Gruyère – Diablerets, Freiburger und Waadtländer Alpen, D. Anker en R. Schnegg, Bergverlag Rother, 2006 • Carte d’ excursions Rochers de Nage, blad 262 T, schaal 1:50.000 • Carte Nationale de la Suisse Montreux, blad 1264, schaal 1:25.000
Lac Blanc Frankrijk, Mont-Blancmassief In Chamonix mag je de kabelbaan van La Flégère niet missen. Vanaf de Aiguilles Rouges zit je eersteklas voor het uitzicht op het Mont-Blancmassief. Mer de Glace en Argentièregletsjer liggen erbij als op een ansichtkaart. De noordwanden van de Grandes Jorasses, de Dent du Géant, de Dru Westwand en de Bonattipijler lijken voor het aanraken te liggen. Net buiten Chamonix, in Les Praz pak je de lift naar La Flégère op 1877 meter. Van daar naar het Lac Blanc, groen zoals een Alpenmeer betaamt, is het een wandeling van tweeëneenhalf uur. Je zult niet de enige zijn want het Lac Blanc is de ‘most famous walk’ in de Chamonixvallei in de zomer. Het goede nieuws: da’s niet voor niets. Lekker door de keien struinen - of door de sneeuw die er tot diep in het zomerseizoen ligt- boven de boomgrens door het Réserves Naturelle des Aiguilles Rouges. Zelfde weg terug of lopen naar Brévent, waar je ook weer met een kabelbaan naar beneden kunt. Als je het jezelf of je tochtgenoten helemaal gemakkelijk wilt maken ga je met de stoeltjeslift naar het topstation L’Iindex op 2385 meter in het hart van de Aiguilles Rouges. Dan is de wandeling naar het Lac Blanc een peuleschil.
Als je van plan bent nog meer liften in de buurt van Chamonix te gebruiken: neem een multipass. Dan hoef je niet zo lang in de rij te staan. Startpunt: La Flégère Tijd: 2,5 uur Hoogteverschil: 630 meter Moeilijkheidsgraad: gemakkelijk, laatste stuk naar de Lac Blanc-hut is enigszins steil. Documentatiementatie • Rund um den Mont Blanc, die schönsten Tal- und Höhewanderungen, H. Eberlein, Rother Wanderführer, 2005 • IGN kaart 3630 ET Samoëns Haut-Giffre, schaal 1:25.000 • Map of Mountain Footpaths in Summer, Office de Tourisme, schaal 1:40.000 • IGN kaart 3630 OT Chamonix - Massif de Mont Blanc, schaal 1:25000
Nordkettebahn Oostenrijk, Karwendel Vanuit Innsbruck loopt de Nordkettebahn naar het hoogste punt van de Karwendel, net ten noorden van de stad. Het eerste deel van deze futuristische bergtrein gaat naar Hungerburg en dan ben je pas net buiten Innsbruck. Vanaf daar ga je verder met een zweefbaan naar hotel Seegrube op 1905 meter. De aansluitende kortere kabelbaan brengt je naar de Hafelekarspitze, het hoogste punt van de
Nordkette op 2334 meter. Dan kun je beginnen aan de Goetheweg, van de Hafelekarspitze in oostelijke richting naar de Pfeishütte. Met uitzicht op de Stubaier en Zillertaler Alpen in het zuidwesten en -oosten, de Karwendel in het noorden. Met een beetje geluk zie je onderweg gemzen. De route is lang vlak en stijgt uiteindelijk naar het Gleirschjöchl (2200 m), om vervolgens via enkele andere pasjes die weer 150 meter hoger liggen, uit te komen op de Mannlscharte (2330 m). Hier heb je een prachtig uitzicht over de hoogvlakte met de Pfeishütte (1950 m) die je met recht ‘Speisehütte’ kunt noemen. De menukaart is er uitgebreid. Startpunt: Innsbruck Tijd: 4,5 uur (heen en terug) Hoogteverschil: 400 m Moeilijkheidsgraad: gemiddeld Documentatie • Wanderführer Rund um Innsbruck, Karwendel – Sellrain – Tuxer Alpen, W. Klier, Bergverlag Rother, 2010 • Kopasskaart 036 Innsbruck und Umgebung, schaal 1:35.000, • Alpenvereinskarte Karwendelgebirge Mitte 5/2, schaal 1:25.000
34
|
hoogtelijn 4-2010
|
T e k s t E l o u t K o r e va a r
Recht in de bergsport Aan het kampvuur leveren weinig onderwerpen meer discussie op dan de vermeende juridische aansprakelijkheid van bergsporters. Advocaat en NKBV-bestuurslid Elout Korevaar rekent af met de wijdverbreide fabel dat ’de meest ervarene’ per definitie aansprakelijk is. Bovendien stelt hij dat instructeurs zich vaak onnodig zorgen maken om een vergaande verantwoordelijkheid. Voor een goed begrip van de term juridische aansprakelijkheid is het noodzakelijk een onderscheid te maken tussen het strafrecht en het burgerlijk recht. Het volgende voorbeeld illustreert dit onderscheid. X beklimt met zijn klimmaat de Hörnligraat van de Matterhorn. Tijdens de beklimming valt de pickel van X van zijn rugzak. X had deze pickel niet goed bevestigd. De pickel raakt de onder X klimmende mevrouw Y. Door de klap raakt Y uit balans, valt twee meter naar beneden en breekt haar arm. X en Y worden beiden door Air Zermatt van de berg gered. In het dal neemt de politie de verklaringen van X en Y op. Terug van vakantie treft X twee dagvaardingen in zijn brievenbus aan. In de eerste dagvaarding roept de Officier van Justitie X op om te verschijnen voor de zitting van de rechtbank Sion wegens het veroorzaken van lichamelijk letsel. In de tweede dagvaarding vordert de ziektekostenverzekeraar van Y vergoeding van de medische kosten die ten behoeve van Y gemaakt zijn. Het voorbeeld maakt duidelijk dat de partijen en belangen in het straf- en burgerlijk recht niet identiek zijn. In het strafrecht vervolgt de Officier van Justitie namens de Staat de verdachte van een strafbaar feit. Wanneer X schuldig wordt bevonden, kan een boete of celstraf volgen.
Bij het civiele recht draait het om vergoeding van schade die iemand lijdt doordat een (contractuele) afspraak niet wordt nagekomen of doordat iemand onrechtmatig heeft gehandeld jegens het slachtoffer. De partijen in het geschil zijn twee burgers die ten overstaan van de rechter ieder hun versie van het verhaal vertellen. Menselijk handelen Voor beide rechtsgebieden geldt: zonder verwijtbaarheid geen aansprakelijkheid. Bij de beoordeling van de aansprakelijkheid wordt het gedrag van de veroorzaker geobjectiveerd en vergeleken met dat van een maatfiguur. Beoordeeld wordt of een zorgvuldig handelende persoon met de gelijke ervaring van de dader in dezelfde omstandigheden hetzelfde zou hebben gehandeld. Als de maatfiguur vermoedelijk anders gehandeld zou hebben, is de veroorzaker aansprakelijk. Hoewel persoonlijke omstandigheden van de veroorzaker een rol kunnen spelen, bijvoorbeeld zijn psychische of fysieke gesteldheid, wordt de kennis van de maatfiguur op de veroorzaker toegepast. Beoordeeld wordt wat een redelijk geïnformeerde bergsporter vóór het ongeval had behoren te weten. Wie anno 2010 met een henneptouw abseilt of een toter Mann graaft met een houten pickel, is aansprakelijk als door dit verouderde materiaal een ongeval plaatsvindt.
hoogtelijn 4-2010
Het Landesgericht Kempten (Duitsland) veroordeelde in 2001 een zekeraar tot vergoeding van 50.000 Duitse Marken smartegeld aan zijn klimpartner. De zekeraar en zijn klimpartner klommen met een 55-metertouw een route van 37 meter lang. Het uiteinde van het touw was niet vastgemaakt aan de touwzak of aan de gordel van de zekeraar. Nadat de voorklimmer de top had bereikt en had omgebouwd, liet de zekeraar de klimmer zakken. Toen het uiteinde van het touw door het zekerapparaat schoot maakte de klimmer een val en werd invalide. De rechtbank oordeelde dat de twaalf klimregels van de Duitse en Oostenrijkse Alpenvereniging, zoals vastgelegd in hun klimvaardigheidsbewijs, als maatstaf voor aansprakelijkheid golden. Als maatfiguur werd een gemiddelde klimmer genomen. Deze zou het touw hebben vastgemaakt, waardoor het ongeval zou zijn voorkomen. (LG Kempten 19 juli 2001) Voorzienbaar Veelal is bij een ongeval geen sprake van actief handelen, maar juist van nalaten. De veroorzaker handelt nalatig als het ongeval redelijkerwijs voorzienbaar of vermijdbaar was geweest. Zo oordeelde het Ambtsgericht Schwäbische Hall in Duitsland in 2005 dat een moeder aansprakelijk was voor de schade die de nabestaanden van een wandelaar leden. De moeder was samen met haar vierjarige dochter onderweg van de Landsberger Hütte naar de Vilalpsee. Deze route is op bepaalde stukken voorzien van een stalen kabel. De moeder liep op het pad en hield met een hand haar dochter vast. Haar dochter hield op haar beurt de staalkabel vast. Op een door vocht glad geworden steil deel van het pad glijdt de moeder uit. Zij valt vijftien meter naar beneden en landt op de onderliggende haarspeldbocht van het pad. Daar raakt de moeder een andere wandelaar die vervolgens valt en dodelijk verongelukt. De rechtbank oordeelde dat de moeder anders had moeten handelen. Als zij de staalkabel had vastgehouden was het ongeval vermoedelijk niet gebeurd (vermijdbaar geweest). De rechtbank verwierp het verweer dat de moeder niet wist dat onder haar andere personen liepen. De rechtbank was van mening dat in het algemeen voorzienbaar is dat door vallende objecten schade ontstaat. Nu het pad onderdeel uitmaakte van een populaire wandeling was de schade redelijkerwijs voorzienbaar geweest. (AG Schwäbische Hall 23 februari 2005) Strafrecht Het strafrecht in de Alpenlanden werkt niet veel anders dan in Nederland. De meest voorkomende feiten die een bergsporter ten laste kunnen worden gelegd, zijn het veroorzaken van letsel en het betreden van verboden terrein. Drie zaken wijken af van het Nederlandse strafrecht. 1. In de meeste Alpenlanden is het strafbaar om een hulpbehoevende te verlaten. Vanwege de grotere afstand tot de bewoonde wereld is iedere bergsporter verplicht een hulpbehoevende hulp te verlenen. Ook mag een slachtoffer niet alleen worden gelaten. In de jurisprudentie zijn voorbeelden bekend van vervolging van een tochtgenoot van een gewonde bergsporter die hulp ging halen. De hulp kwam te laat en als ‘dank’ voor het alarmeren werd de bergsporter vervolgd voor het alleen laten van het slachtoffer. 2. Op ouders rust een grotere zorgplicht jegens hun kinderen. Omdat de bergen gevaarlijker zijn dan het gemiddelde Nederlandse park, wordt van ouders meer toezicht verwacht. Gezond verstand
biedt hier veelal uitkomst. Weinigen zullen een driejarige alleen naar de alm laten lopen. 3. Vooral in Italië wordt de laatste tijd streng(er) opgetreden tegen toerskiërs. Het enkel veroorzaken van een lawine (zonder dat hierdoor een ander schade oploopt) is strafbaar (Hoge Raad Italië 7 november 2005). Burgemeesters zijn bevoegd toerskiën in gebieden binnen hun gemeentegrenzen te verbieden. Omdat de nieuwe richtlijnen nog niet uitgekristalliseerd zijn, kan ik hier weinig aan toevoegen. Het verdient aanbeveling de lokale ge- en verboden goed te controleren voordat je op pad gaat. Aansprakelijkheid organisator De aansprakelijkheid van een organisator van een bergsportactiviteit wordt eveneens beoordeeld door zijn handelen te spiegelen aan dat van een maatfiguur. Bepalend is wat een redelijk bekwame en redelijk handelende organisator in gelijke omstandigheden zou hebben gedaan. In de rechterlijke uitspraken over de aansprakelijkheid van organisatoren van bergsportactiviteiten worden twee soorten activiteiten onderscheiden. De eerste categorie betreft zogenaamde gidstochten
|
35
36
|
hoogtelijn 4-2010
(geführte Touren) waarbij een instructeur de beslissingen neemt en de deelnemer tijdens de toer geacht wordt extra vaardigheden te leren om de toer te kunnen volbrengen. Op de organisator van een dergelijke tocht rust een vergaande aansprakelijkheid.
Het enkele feit dat een bergsporter meer ervaring heeft dan zijn tochtgenoot maakt hem niet aansprakelijk. Pas als aan vier cumulatieve voorwaarden is voldaan kan de meer ervaren bergsporter aansprakelijk zijn:
Omstreden Zo oordeelde het Oberste Landesgericht München in 2002 dat de reisorganisatie van de Duitse Alpenvereniging, Summit Club, aansprakelijk was voor de schade die deelnemers hadden geleden door een lawineongeval. De Summit Club had vooraf geen criteria vastgesteld om te beslissen of een tocht kon doorgaan of niet. Dat de tocht geleid werd door UIAGM-gidsen die in staat konden worden geacht zelf een afweging te maken, deed volgens de rechtbank niet ter zake. De Summit Club had de onervaren deelnemers aan de toerski- en sneeuwschoenwandeltocht toegezegd dat de toeren ‘veilig en zonder moeilijkheden’ zouden zijn. Naar het oordeel van een door de rechtbank aangestelde deskundige zou het ongeval voorkomen zijn als de inzichten van de ‘nieuwe lawinekunde’ toegepast waren. Dat deze nieuwe lawinekunde nog omstreden was op dat moment, achtte de rechtbank evenmin van belang. (OLG München 24 januari 2002)
• I n de eerste plaats moet de meer ervarene duidelijk de leiding van de tocht op zich nemen. De verhouding tussen de leider en de deelnemer moet dusdanig zijn dat de deelnemer zich ondergeschikt voelt aan de leider. • T en tweede moet de leider over aanzienlijk meer bergsportkennis beschikken dan de deelnemer. • T en derde moet de leider beslissen over het al dan niet doorgaan van de tocht en/of het afbreken van de tocht.
Ook op de organisator van een vlottocht op de rivier de Berkel in 2007 rustte een zware zorgplicht. Aan deze tocht namen medewerkers van een drogisterij deel. Deze deelnemers hadden geen ervaring met kanoën of het varen met een vlot. Het Hof Arnhem oordeelde dat de afwezigheid van schriftelijke veiligheidskaders, een gebrekkige kennisoverdracht aan de instructeur en de aanwezigheid van een onervaren instructeur toerekenbaar waren aan het organiserend bedrijf en veroordeelde de verantwoordelijke directeur tot hechtenis. (Hof Arnhem 20 juli 2009) Zekeringsketen Van de geführter Tour moet de Gemeinschaftstour worden onderscheiden. Bij een dergelijke tocht is sprake van een organisator die het punt van samenkomst bepaalt en eventueel voor materiaal zorgt. De deelnemers aan die activiteit krijgen geen of zeer beperkte instructie en hebben zelf al de nodige ervaring. De organisator is dan de verantwoordelijke voor de aanwezigheid van het juiste materiaal. Een voorbeeld van zo’n activiteit is een open klimweekend zoals diverse regio’s organiseren. De organisator moet wel controleren of de deelnemers aan de activiteit over de juiste vaardigheden beschikken. Zo oordeelde de rechtbank Utrecht in 2003 dat de regio die een klimtechniekcursus organiseerde, zich bij de toelating van deelnemers tot de klimdagen dient te vergewissen dat zij de basisvaardigheden beheersen. Dat zijn onder meer zelfstandig kunnen inbinden en het onderling controleren van de zekeringsketen zonder verdere controle door de instructeur. (Rb. Utrecht 12 november 2003) Meest ervarene Mogelijk met de hiervoor besproken uitspraken in gedachten is de fabel ontstaan dat de meest ervaren bergsporter aansprakelijk is als een ongeval plaatsvindt. De fabel veronderstelt dat het enkele feit dat de ene bergsporter meer ervaring heeft dan de andere deze meer ervarene aansprakelijk maakt. De meer ervarene wordt dan gekwalificeerd als Führer aus Gefälligkeit. Uit angst voor deze vermeende aansprakelijkheid zijn diverse deelnemers aan bijvoorbeeld een bergsportkamp huiverig andere deelnemers mee te nemen. Die angst is onterecht.
hoogtelijn 4 -2010
• T en vierde beslist de leider over de materiaalkeuze, zekeringstechniek en het routeverloop. Als aan deze voorwaarden is voldaan moet de meest ervarene ook nog een verwijt kunnen worden gemaakt. Dit verwijt kan eruit bestaan dat de leider de deelnemer niet inlicht over gevaren, de deelnemer verlokt tot een voor die deelnemer te moeilijke tocht en/of niet handelt zoals een maatfiguur in dezelfde omstandigheden zou hebben gedaan. Het bekendste voorbeeld van deze aansprakelijkheid is een oordeel van het Oostenrijkse Oberste Gericht. Zorgplicht X overtuigt een kennis (Y) om samen met hem de Piz Buin te beklimmen. X is een zeer ervaren alpinist en heeft de Piz Buin al acht maal beklommen. Y verklaart dat hij geen ervaring heeft met klimmen of het lopen over de gletsjer. X overtuigt Y om aan de tocht deel te nemen en neemt voor Y een pickel en stijgijzers mee. Bij een steile passage maakt Y aan X kenbaar dat hij de passage eng vindt. X spoort Y aan voorop te gaan en moedigt Y aan dat Y ook zonder stijgijzers (die hij al had uitgedaan) de passage kan klimmen. Bij de passage ligt een dunne laag sneeuw met daaronder ijs. Y gaat voorop en glijdt uit. Y overlijdt aan de gevolgen van de val. De rechtbank in eerste aanleg wees de vordering van (de erfgenamen van) Y af en meende dat X geen Führer aus Gefälligkeit was. Daarnaast meende deze lagere rechtbank dat Y bekend was met het valgevaar bij die passage. Het Oberste Gerichtshof vernietigde deze beslissing en oordeelde dat X de leiding had, voor Y verzwegen had dat mogelijk ijs onder de sneeuw lag en X een zorgplicht jegens Y had doordat Y aan X diverse malen om hulp had gevraagd bij moeilijke passages. Van een gemeenschappelijke klimtocht tussen twee gelijken was volgens het Oberste Gerichtshof geen sprake. (OGH 30 oktober 1998) Mijns inziens zal geen redelijk denkend bergsporter met kennis van de hiervoor opgesomde omstandigheden van mening zijn dat X niet aansprakelijk is. X heeft Y overtuigd om een te lastige tocht te maken. Niet het enkele feit dat X meer ervaring had maakte hem aansprakelijk. X had een leidersrol, maar voerde die niet goed uit en verzweeg hem bekende gevaren. Verzekering Mocht het onverhoopt toch mis gaan, dan kan het een geruststellende gedachte zijn dat een verzekering de schade dekt. Dit is grotendeels het geval. De bergsportverzekering die ieder lid kan afsluiten dekt aansprakelijkheid tot een bedrag van één miljoen euro. Daarnaast beschikken veel bergsporters over een eigen aansprakelijkheidsverze-
kering (AVP). De vereniging heeft daarbovenop voor haar kaderleden een aanvullende verzekering afgesloten. Alle verzekeringen ten spijt zal de verzekeraar niet uw plaats in de gevangenis overnemen. De bergsportverzekering vergoedt wel de kosten van rechtsbijstand voor zover deze verband houden met een reis als gedefinieerd in de verzekering. ▲ Samenvatting Het recht in de bergen is op een enkele uitzondering na niet anders dan in Nederland. Slechts de kenner zal enkele verschillen bemerken. Een belangrijke uitzondering vormt het verbod om een hulpbehoevende te verlaten. Ook het leerstuk van de ‘Führer aus gefälligkeit’, bekend als de fabel van de meest ervarene, vereist nadere bestudering. Pas als de bergsporter een verwijt kan worden gemaakt kan dit leiden tot aansprakelijkheid.
Auteur Elout Korevaar Elout Korevaar werkte na zijn afstuderen als docent en onderzoeker aan de Universiteit Leiden. Daar deed hij onder meer onderzoek naar aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht evenals sport en recht. Als advocaat adviseert hij diverse sportorganisaties en individuele sporters. Als vrijwilliger is Korevaar secretaris van het hoofdbestuur van de NKBV en portefeuillehouder juridische zaken.
Literatuur • Klettern und Recht, Maria Auckenthaler & Norbert Hofer, Manz, 2009 • Sicherheit im Bergland in Jahrbuch Österreichisches Kuratorium für Alpine Sicherheit • Berg und Steigen, Zeitschrift für Risikomanagement (OeAV) www. bergundsteigen.at
• Recht & Haftung, Information für Jugendleiterinnen und Tourenführerinnen (OeAV) • Skifahren im Recht, Obermaier, Wien 2007 • Aufsichtsplicht, Nademleinsky, Wien 2006 Kijk voor secundaire literatuur op www.hoogtelijn.nl, klik op de cover en kijk bij de inhoudsopgave
|
37
hoogtelijn 4-2010
|
Focus Samen met zijn vriend en sirdar Kumar maakte Robert Eckhardt in november 2009 een spannende doorsteek in de Ganesh Himal. “Niemand in Kathmandu – en niemand in de dorpen onderweg – had enig idee of het mogelijk was. We hebben het allemaal zelf uitgezocht, verkenningen gedaan met gebrekkige kaarten en zes dagen lang geen mens gezien. De tocht was zwaar; lange etappes van soms wel tien uur. En in moeilijke passages moesten we de dragers helpen. We hebben zelfs een kamp gehad in Tibet. Daar heb ik ’s nachts bij volle maan deze foto gemaakt. Een opwindend idee om dat daar onbespied te doen! Maar Chinese grenspatrouilles komen hier niet, want deze vallei is zó geïsoleerd door bergketens dat hij vanuit Tibet lastiger te bereiken is dan vanuit Nepal. Het is een van de mooiste en meest afgelegen kampen waar ik geweest ben. Overal in dit brede, vlakke dal kun je kamperen. Je hebt er onder meer uitzicht op de oostwand van de Ganesh I (7406 m). Links zie je de imposante rotspijler van de Ganesh V (6770 m). Fotograferen was een heel werk in de vrieskou. Eerst de camera op het hyperfocale punt scherpstellen, om zowel de stenen in de rivier als de oostwand van de Ganesh I scherp te krijgen. En daarna de belichtingstijd uitvogelen. Het menselijk oog ziet ’s nachts geen kleur. Maar wat hier opvalt is dat de beeldsensor kleuren wel degelijk waarneemt. En dat de kleurtemperatuur van de volle maan maar een klein beetje minder is dan die van de middagzon.” Meer foto’s van Robert Eckhardt zijn te vinden op zijn website www.roberteckhardt.nl
Heb jij ook een mooie foto die in Focus past? Stuur hem naar Hoogtelijn. Redactie Hoogtelijn, Postbus 225, 3440 AE Woerden, hoogtelijn@nkbv.nl
39
40
|
hoogtelijn 4-2010
|
interview
|
Tekst Ernst ARbouw
|
f o t o ’ s La u r e n s A a i j
Mirjam Verbeek Kunstenaar en klimmer Jarenlang domineerde klimmer en kunstenaar Mirjam Verbeek (40) het wedstrijdklimmen in Nederland. Met een matje en een slaapzak liftte ze naar internationale wedstrijden. Tegenwoordig verdeelt ze haar tijd tussen haar atelier in Amsterdam en de rotsen in Zuid-Frankrijk. “Toen ik eind jaren tachtig naar de Rietveld Academie [kunstacademie, red] ging, begon klimmen zich net een beetje te ontwikkelen als zelfstandige sport.” Mirjam Verbeek zit op het balkon van haar bovenwoning-streepatelier in de Amsterdamse Jordaan. Binnen staan schilderijen tegen de muur, buiten wuiven de tuinkruiden zachtjes in de wind. “Kijk, ik maak zelf compost, daarin beginnen nu spontaan tomatenplanten te groeien.” Bijna een decennium domineerde Verbeek het sportklimmen in Nederland. Tussen 1991 en 1998 werd ze zeven keer Nederlands kampioen. Daarnaast won ze een hand vol studentenkampioenschappen en A-wedstrijden en werd ze twee keer Nederlands kampioen boulderen. In 1995 klom ze als eerste Nederlandse vrouw een 8a; in 2004 was ze de eerste Nederlandse die 8a+ ‘after work’ én 7c+ on-sight klom.
“Ik ben opgegroeid met alpinisme. Mijn moeder heeft vroeger in Zwitserland gewoond, dus elk jaar weer werd er geld gespaard zodat we in de vakantie met alle kinderen in een busje naar Zwitserland konden,” vertelt ze. “M’n broers waren vijftien, zestien, die deden de Lenzspitze noordwand – met houten pickels, treetjes hakken. Dan stond ik als pubertje van twaalf op de tegenover liggende berg: die zwarte stipjes daar, die gaan straks zo en zo, en shit, als ze het nou maar halen. Ik was veel meer met bergbeklimmen bezig dan met sportklimmen.” En toen was er ineens een wedstrijd, het allereerste Nederlands kampioenschap sportklimmen, in 1988 in de Jaarbeurs in Utrecht. “Met een heel klein muurtje,” vertelt ze. “Ik deed voor de gein mee, op veel te grote schoenen.” Ondanks die grote
schoenen (“Op de groei gekocht, maar daarna zijn m’n voeten niet meer gegroeid. Ik heb er nog jaren mee gedaan.”) en ondanks het feit dat ze nog nooit een plastic greep van dichtbij had gezien, haalde Verbeek de zesde plaats. “Nou ja, het ging eigenlijk best goed.” “Toen ik daarna in Amsterdam ging studeren, hadden we het Amstelmuurtje en het IJmuurtje, grote zwarte basaltstenen waarop geklommen werd. Een soort boulderen, maar dan zonder matten eronder, want dat bestond toen nog niet. En ik zat elk weekend met de Studenten Alpen Club in de Ardennen. Als je voorklimmer was, dan kon je een heel weekend klimmen voor dertig gulden, daar zat de reis en het eten bij in. Het touw kreeg je van de studentenvereniging.” In diezelfde tijd openden de eerste klimhallen, te beginnen met Utrecht, Roosendaal en Haarlem. In de winter ging Verbeek net zo makkelijk met haar vrienden een weekendje naar Antwerpen om daar in de hal te klimmen, vertelt ze. “België was een voorloper. Daar schoten klimhallen links en rechts uit de grond. In Nederland kwam dat pas een paar jaar later.” Concurrentie Na die allereerste wedstrijd in Utrecht volgden meer wedstrijden; in 1990 bereikte Verbeek de tweede plaats bij het NK. Een jaar later werd ze voor het eerst Nederlands kampioen. Datzelfde jaar haalde ze de derde plaats bij het Europees studentenkampioenschap in Parijs. “Ik deed alles zelf: trainen, trainen, trainen; zelf het wiel uitvinden. Boeken lezen, uitproberen. Ik had in m’n huis het een en ander aan trainingsfaciliteiten gemaakt en verder was het vooral veel klimmen. Ik klom vier keer per week. Ik had een schema: in het weekend veel klimmen,
‘Ik deed voor de gein mee, op veel te grote schoenen’
maandag rust, dinsdag weer klimmen, woensdag rust, donderdag klimmen. En dan in het weekend weer klimmen. En ondertussen had ik natuurlijk m’n studie.” Had Verbeek indertijd in Nederland eigenlijk wel concurrentie? Het duurt een paar tellen voor ze antwoord geeft. “Lastig hoor. Ik dacht helemaal niet in termen als concurrentie. Ik wilde gewoon wedstrijden klimmen. En doordat ik won, kon ik naar die wereldkampioenschappen. Ik vind concurrentie zo’n raar woord.” Heel krom Nederlandse topklimmers moesten in de jaren negentig niet alleen helemaal zelf het wiel uitvinden, ze moesten ook alles uit eigen zak betalen. “Als je naar het WK wilde,
moest je het zelf bekostigen. Er was geen geld voor de reis, geen geld voor een hotel; er was helemaal niks. Ik ging liftend met een matje en een slaapzak op weg en meestal wist ik niet eens waar ik de avond voor de wedstrijd zou slapen. Dan sneakte ik bijvoorbeeld de hotelkamer van de Noren of de Engelsen binnen en dan kon ik bij hun op de vloer slapen. Ik heb ook wel voor een wedstrijd in de auto geslapen terwijl het buiten vroor.” Het waren, zegt ze met gevoel voor understatement, niet de meest ideale omstandigheden om goed te presteren. “Ik wilde het indertijd heel graag, maar als ik er achteraf op terugkijk dan was het eigenlijk helemaal niet zo’n mooie tijd. Het was allemaal heel moeizaam.”
“Uiteindelijk heb ik tegen mezelf gezegd: Oké, als ik dit wil, dan moet ik maar een keertje geld neertellen. Toen heb ik een keer betaald voor de trein en een hotel, allemaal uit eigen zak. Ik had me van tevoren goed voorbereid; ik heb de dag voor de wedstrijd zelfs nog een rustdag genomen. Toen klom ik dus ineens voorbij mensen die in de top-5 van de wereld stonden en eindigde ik dertiende in de kwartfinales.” In dat jaar kwam Verbeek voor het eerst op de wereldranglijst – extra bijzonder omdat ze wegens geldgebrek een aantal internationale wedstrijden moest laten lopen. “Eigenlijk is het heel krom: als jij naar Moskou kan voor een wedstrijd, dan kun je heel goed scoren omdat alle arme landen daar niet komen. Dan heb je dus kans dat je
‘Ik wist niet eens waar ik voor de wedstrijd zou slapen’
ineens heel hoog in de ranking komt.” Baalt ze dat er destijds zo weinig tijd, geld, aandacht en ondersteuning was voor Nederlandse wedstrijdklimmers? “Nee. Ik denk dat ik een pionier ben geweest, en als pionier krijg je te maken met allerlei lullige omstandigheden omdat het fundament nog niet is gelegd. Als pionier doe je dingen niet omdat het allemaal zo gemakkelijk is en van een leien dakje gaat. Je doet het omdat je het gaaf vindt. Omdat je gepassioneerd bent. Omdat je, nou ja… Door die gekke omstandigheden – dat ik bij de wereldkampioenschappen moest vragen: ‘Joh, mag ik bij jou op de kamer…?’ – ontmoette ik ook veel mensen. Daardoor had ik bijvoorbeeld een heel leuk contact met de Noren. Die gingen met z’n drieën – een meisje en twee jongens – een jaar naar Frankrijk om alleen maar met sportklimmen en wedstrijden bezig te zijn. Dus die zeiden: kom gewoon langs. Op een gegeven moment ben ik bij ze op bezoek gegaan toen ze in een huisje van een familielid zaten, ergens in de buurt van Monaco. Ik had ontzettend veel respect voor die gasten. Die meid die had een goed turnverleden – die had een uithoudingsvermogen, die deed de ene zware route na de andere: tsjoenk, tsjoenk, tsjoenk. Dan stond
ik daar: ‘Holy shit!’ Maar we klommen daar wel allebei een 8a, dus dat was een superfeestje.” Ondertussen haalde Verbeek ook nog het diploma van de Rietveld Academie. Maar hoe ziet zij zichzelf eigenlijk, als een klimmende kunstenaar of als een schilderende klimmer? “Het is voor mij nooit klimmen óf kunst geweest, altijd klimmen én kunst. Als kunst en klimwerk bij mij hoort, dan moet ik ervoor zorgen dat ik het allebei doe, want anders word ik niet gelukkig. Ik had bij wedstrijden ook altijd een schetsboek mee. Dan moest ik zes uur wachten in een isolatie en dan zat ik lekker te tekenen. Het zijn dingen die allebei bij me horen.” Rietveld Academie Het draait allemaal om inspiratie, legt ze uit. “Ergens heel fanatiek mee bezig zijn, betekent dat je inspiratie hebt. Dat betekent voor mij bij het klimmen dat ik gewoon zin heb om een bepaalde route te klimmen. Dat je ergens staat en denkt: supertof. Een vette colonette of een mooie overhang of goeie moves of weet ik veel wat. Dat is voor mij heel inspirerend. Met kunst is dat misschien wel hetzelfde. Ik ben net naar Marokko geweest, dan zie je allemaal mooie andere kleuren en land-
schappen. Dan zit ik daarna in m’n atelier met echt een bak inspiratie. Mijn kunst, m’n vrije werk, komt echt vanuit de natuur. Omdat ik daar zoveel zit. Ik gebruik heel erg de kleuren die ik zie. Ik kan bijvoorbeeld gefascineerd zijn door iets als een kitscherige zonsondergang. Dan ga ik me zitten afvragen waarom zoiets vloekt als je het op doek zet terwijl het niet vloekt als je ernaar kijkt in de natuur. Dat vind ik heel inspirerend.” Klimgids In het najaar van 2009 haalde Verbeek als eerste Nederlander het Franse Brevet d’Etat d’Educateur Sportif, waardoor ze zich officieel moniteur d’escalade mag noemen – een door de internationale bergsportfederatie UIAA erkende gidsentitel. Ze legt uit dat het diploma aanzienlijk meer betekent dan simpelweg rotskliminstructeur. “Je mag mensen ook meenemen in wat Fransen noemen terrain d’aventure – rotsroutes van meer touwlengtes waar je zelf met nutjes en friends je zekeringen moet leggen, overal ter wereld. En je bent canyoning gids.” Het besluit om de Franse opleiding te doen kwam na een langdurige knieblessure die ze opliep bij wat ze zelf ‘een lullig valletje in de
hoogtelijn 4 -2010
boulderhal’ noemt. Ze somt op wat er allemaal kapot was in haar knie – alles eigenlijk. “Ik moest een jaar revalideren voor ik weer kon lopen en nog eens een jaar voor ik weer kon klimmen. Het is een soort stopmoment in je leven. Ik heb die tijd gebruikt om eens goed na te denken. Toen ben ik dus ook gaan nadenken over die opleiding die ik eigenlijk nog wilde doen.” “Iedereen raadde me aan het te doen: ‘Je bent gek als je het niet probeert; je hebt alles in je om het te halen; waarom zou je het niet doen?’ Eigenlijk was m’n enige excuus dat ik de taal minder goed sprak dan m’n Franse vrienden. Als je dan zes weken in de klas zit voor de theorie, met vakken als Frans recht en pedagogiek… Iedere module die je volgt betekent bovendien dat je grofweg twee maanden niet kunt werken, terwijl je wel geld uitgeeft. Je moet wel je school betalen. Het is dus vooral en kwestie van heel goed plannen.”
Verbeek verdeelt tegenwoordig haar tijd tussen Amsterdam en Orpierre in ZuidFrankrijk, waar ze een gîte verhuurt – een slimme manier om te zorgen dat ze een eigen plek in Frankrijk heeft. “Ik kwam tot de conclusie dat ik een vaste plek wilde hebben. Als ik moet werken, wil ik ook wel eens in een echt bed slapen in plaats van op een matje op de camping. Allemaal ideeën die zijn ontstaan terwijl ik geblesseerd was. Zo heb ik het een positieve wending kunnen geven.” Offers “Ik heb erg veel zin om straks weer in de rotsen rond te wandelen. Hier in Amsterdam is het toch een beetje een lui leventje. Alles is om de hoek: winkels, voorzieningen, de dokter. Je pakt de fiets en - hop - je bent er. In Frankrijk kom je echt buiten; je bent in de frisse buitenlucht en je doet alles weer te voet. Ik haal er de groenten gewoon uit m’n
‘Ik deed alles zelf: trainen, trainen, trainen; zelf het wiel uitvinden’
eigen tuin: courgettes, tomaten, fruit.” Zou ze, met zo’n idyllisch plekje tot haar beschikking, niet het hele jaar in Frankrijk willen zitten? “Ik weet niet wat ik daar nou op moet antwoorden. Ik zit nu in Amsterdam, en Amsterdam is enorm inspirerend omdat er van alles gebeurt.” Kan ze zich dan misschien voorstellen dat er mensen zijn die denken: Mirjam Verbeek heeft het meest geweldige leven denkbaar. Ze klimt wat, ze schildert wat en in als ze niet in de Jordaan zit, eet ze groenten uit haar eigen tuintje in Frankrijk? “Ik denk dat ik wel offers heb moeten brengen. Mensen denken altijd dat het gras van de buren groener is. Er zullen niet veel mensen zijn die kunnen leven van een heel laag inkomen en er zullen niet veel mensen zijn met heel veel onzekerheid kunnen omgaan. Het ziet er allemaal heel mooi uit, maar ik heb wel een prijs moeten betalen om te komen waar ik nu ben.” ▲
|
43
44
|
hoogtelijn 4-2010
|
Tek st Ico Kloppenburg
|
foto’s Jorg Kemner
Gelikte show met de
Enthousiast publiek moedigt Michiel Nieuwenhuijsen aan.
Hoe krijg je ruim honderd klimmers, dertien scheidsrechters, twintig poetsers en negentig vrijwilligers en honderden toeschouwers zo ver om een prachtig zomerdag in een fabriekshal door te brengen? Met een steengoed programma is het de Worldcup Boulder weer gelukt dit voor elkaar te krijgen. “We moeten op de finaledag echt minder oranje op het podium hebben. Als er veel publiek is, moet je vooral de klimmers kunnen zien en niet alleen de poetsers!” Monique Stuut is stellig in haar de-briefing, aan het slot van de kwalificatiedag op vrijdag. Het lijkt onaardig voor het legertje in oranje gestoken vrijwilligers, dat zich de hele dag uit de naad heeft gepoetst. Maar zo is het natuurlijk niet bedoeld. De World Cup Boulder is een show. Een gelikte show, waarin de
klimmers op één staan en het publiek op twee. De organisatie zelf is ondergeschikt en het is goed als er mensen zijn die dat af en toe in de gaten houden. Toch is zo’n evenement alleen maar haalbaar als de organisatie staat als een huis. Daarin is het NKBV-team dat de World Cup dit jaar organiseert uitstekend geslaagd. Isolatie Bij de start van de kwalificaties van de dames, even voor negen uur
world cup boulder
|
hoogtelijn 4-2010
klimmers op één! World Cup in Cijfers Klimmers Bezoekers Vrijwilligers Poetsers Scheidsrechters Wedstrijdadministratoren Grepen Modules Broodjes voor de vrijwilligers Blikjes Red Bull
40 dames + 66 heren 800 90 20 poetsers 12 + 1 reserve 2 600 50 800 1000
Juliane Wurm (D) pakt zilver.
op vrijdagochtend, is het nog rustig bij de ingang. Ester van Veen heeft als persmedewerker tijd voor een rondleiding en legt duidelijk uit waar de grenzen voor de journalisten liggen. “Je mag tussen podium en hek komen om foto’s te maken, maar houd alsjeblieft rekening met het publiek. Probeer dus zoveel mogelijk laag te blijven.” Foto’s maken van de isolatieruimte, waar de klimmers zich voor de wedstrijd bevinden, mag ook. De klimsters gebruiken een overhangende trainingswand om zo goed mogelijk op te warmen, op dit vroege uur. “Maar kom altijd eerst bij mij als je in de isolatie wilt fotograferen en, je begrijpt: niet met de klimmers praten.” Om negen uur precies gaat het los: één voor één komen de klimmers het podium op. In de kwalificaties beginnen de beste geklasseerde dames. De boulders zien er daardoor bedrieglijk eenvoudig uit. Veel publiek is er nog niet op dit vroege uur en dat is jammer, want de
Adam Ondra topt!
wereldtoppers laten meteen zien dat ze hun ranking waard zijn. Eén voor één toppen ze de boulders. Ongeloof Die boulders zijn gebouwd door een team, waarin ten minste vier nationaliteiten samenwerken. Coördinatie en de wedstrijdleiding ligt bij Herman Engbers, zelf een sterke klimmer. Drie dagen is er keihard gebouwd om alle routes uit te werken. Het resultaat mag er zijn. Het publiek, dat vooral uit kenners bestaat, krijgt het ene spektakelstuk na het andere te zien. Al in de kwalificaties zijn er routes die door bijna niemand worden geklommen. Mooi is te zien hoe een wereldtopper als Kilian Fischhuber na een mislukte boulder met een gezicht vol ongeloof het podium verlaat. Hoofdbouwers zijn de Fransman Tondé Katiyo, die zich ‘erkend
|
45
46
|
hoogtelijn 4-2010
Start van de inleestijd.
Vera Zijlstra.
internationaal routebouwer’ mag noemen en de Italiaan Riccardo Scarian. Zij zijn onder andere geholpen door de Belg Olivier Coenen en Frank Bogerman, een ouwe rot in het vak. Omdat het zo druk was is ook Bart van Raaij nog ingevlogen om te helpen met bouwen en met het testen van de routes. Als de boulders erin zitten is het voor de routebouwers wachten geblazen. Loopt het zoals ze hadden ingeschat? “Vond je de kwalificatieboulders mooi?” vraagt Bart? “Goed zo, want ik vind de boulders in de halve finale nog beter!” Hij is blij dat de kwalificatieboulders van de dames van het juiste niveau zijn. De routes voor de halve finale van de dames moeten morgen nog worden ‘gefinetuned’ op basis van het klimniveau in de kwalificatie. Wanneer is een boulder correct geklommen? Daarvoor zijn er scheidsrechters, die opletten of alles volgens de regels verloopt. Eerst leggen ze de klimmer uit wat de startgrepen zijn, waar de
voeten geplaatst moeten worden, wat de bonusgreep is en wat de top-greep. Ook is er soms een lijn aan de zijkant van de boulder, waar je als klimmer niet overheen mag. Keihard De kwalificaties denderen door. Een aantal Nederlandse klimmers doet mee met een wildcard. Dat betekent op een paar momenten een podium vol Nederlanders. Meteen is goed het verschil te zien tussen heel goede boulderaars en de wereldtop. Drie leden van het Nederlands team presteren goed: Vera Zijlstra, Wouter Jongenelen en Michiel Nieuwenhuijsen zijn door naar de halve finale. Michiel wordt zelfs vijfde in zijn startgroep. Nicky de Leeuw klimt zijn beste wedstrijd tot nu toe, maar wordt 21ste. Net geen plek in de halve finale en dat is zuur. Rachel Nilwik verrast, door als enige met een wildcard de halve finale te bereiken. De andere Nederlanders
Poetser Dries Steenberghe Wat de ballenjongens zijn op Wimbledon, dat zijn de ‘poetsers’ bij een boulderwedstrijd. Goed opletten tijdens een klimpoging en dan, zodra de klimmer is gevallen of heeft ‘getopt’, naar voren rennen om de magnesium van de grepen te poetsen. Het is een secuur karweitje en het is belangrijk goed te letten op wat de klimmer wil. Dries Steenberghe is 13 jaar en is beide dagen in actie gekomen als poetser. Zelf traint hij twee keer per week in Rock Steady in Bussum bij het team ‘Top-it’. “Op zaterdag ben ik eigenlijk ook altijd de hele dag aan het klimmen”, aldus Dries. Hij is dus redelijk fanatiek, want daarnaast klimt hij ook nog wedstrijden. Maar het belangrijkst is dat het leuk is: “Het is ook een vriendenclubje.” “Best vet”, vindt Dries het dat hij hier kan helpen. En om al die topklimmers van dichtbij te zien. Het betekende wel vier keer een flinke treinreis, van Bussum naar Eindhoven. De wekker ging vrijdagochtend om 4 uur 30. “Dus ik heb er wel wat voor over!” grijnst Dries.
hoogtelijn 4 -2010
Rachel Nilwik.
Overleg met de jury.
hebben in feite geen enkele kans, zo keihard zijn de kwalificatieboulders.
klimmer heeft recht op de maximale klimtijd van vier minuten. Dit mag op de zaterdag niet voorkomen!
Drie sprongen De kwalificaties bij de dames zijn voor het team van juryleden en poetsers relaxed: door het beperkte deelnemersveld wordt niet in twee groepen geklommen, maar in één. Bij de heren zijn er wel twee groepen. Aanpoten dus voor iedereen die meehelpt. Het is een komen en gaan van klimmers die om de paar minuten doorschuiven naar de volgende boulders. Herman Engbers bekijkt de wedstrijd van achter uit de zaal en ziet dat alles op rolletjes loopt. Totdat één klimmer niet goed bij zijn boulder wordt opgevangen door de jury. Met drie sprongen is Herman door het publiek en over het hek om de zaak recht te zetten. Een harde ingreep, maar wel noodzakelijk: elke
Eenheidstarief De zaterdag begint met de halve finales. Helaas ziet het publiek, dat nu volop aanwezig, is hoe alle Nederlanders uit de wedstrijd vliegen. Maar wel een heel goede prestatie van een zeer ontspannen Michiel Nieuwenhuijsen. Anders dan de andere klimmers is hij regelmatig in contact met het publiek en zie je hem gewoon genieten. Hij wordt uiteindelijk de beste Nederlander: een prestatie om trots op te zijn. Verder valt op dat de wereldtop boven komt drijven. Toppers die in de kwalificaties niet veel indruk maakten, staan er in de halve finale weer helemaal. Zodra de laatste klimmer het podium heeft verlaten begint voor het
Jurylid Moniek de Groot Waar komen toch al die juryleden vandaan? Moniek de Groot is 25 jaar en studeert fysiotherapie. Ze klimt bij Tussen Hemel en Aarde, de hal van Mountain Network in Amsterdam. “Ik heb me opgegeven nadat ik een oproep van de NKBV zag voor juryleden.” Vanaf maart is ze met een clubje bezig met het leren jureren. Ze heeft meegewerkt aan een regionale wedstrijd en aan de NJK. “En natuurlijk aan de simulatiewedstrijd in Monk” zegt Moniek. De organisatie heeft een soort ‘generale repetitie’ georganiseerd in Monk, om zeker te weten dat alles gesmeerd zou lopen. Als jurylid vertelt ze de klimmers wat de startposities zijn. “Je moet soms snel beslissen, als iemand een foute startpositie heeft bijvoorbeeld. Gelukkig reageren de klimmers goed als ik ingrijp.” Alleen een Pool bleek moeite te hebben met de uitleg en ging twee keer in de fout. Moniek noemt deze wedstrijd “intensief maar leuk”. Ze vindt het vooral leuk om te zien hoe zo’n wedstrijd wordt georganiseerd en daar onderdeel van te zijn.
|
47
BEDANKT!
hoogtelijn 4 -2010
Skateboarden tijdens het bouwen van de finaleroutes.
Poetsers in actie.
Organisator side-event Karlijn Coppens “Er komen zoveel dingen kijken bij het organiseren van zo’n event. De contacten met de organisaties, het aanvragen van de vergunningen: noem maar op. Wij kunnen daar als studenten hartstikke veel van leren.” Aan het woord is Karlijn Coppens, student aan de Fontys Sporthogeschool in Sittard. Ze laat haar eten koud worden om uit te leggen hoe het komt dat drie studenten in opdracht van de NKBV een bijprogramma hebben georganiseerd op zaterdag. Bedoeling is het gat op te vullen tussen de halve finale en de finale. Dat gebeurt door het publiek kennis te laten maken met een heel scala aan alternatieve sporten en entertainment.
team van routebouwers het ombouwen voor de finale. In de tussenuren is er een ‘side-event’ met demonstraties van tien sporten om het publiek bezig te houden. Heel veel klimmers maken gebruik van de kans om te gaan boulderen bij de buren. Monk speelt hier handig op in met een eenheidstarief om de toegang eenvoudig te maken. Het is er gezellig druk. Lastige dyno De finale is de bekende heksenketel. Harde muziek en twee spreekstalmeesters, Steven van Lummel en Joost Hofman, die publiek en klimmers opzwepen. Melig volgens sommigen, maar het past wel precies bij het plaatje. Maar het publiek heeft weinig aanmoediging nodig, want de klimmers voeren een vette show op. Tot het laatst is het spannend. Bij de dames lijkt de Duitse Juliane Wurm op weg naar de overwinning, tot ze er niet in slaagt een boulder te toppen die door de anderen wel werd getopt. Anna Stohr uit Oostenrijk is de meest constante klimster en pakt de hoofdprijs. Bij de heren gaat het nek
aan nek tussen de Rus Dmitry Sharafutdinov en de Canadees Sean McColl. Beiden toppen ze drie van de vier boulders, maar de Canadees heeft één poging meer nodige en pakt dus zilver. De Oostenrijker Kilian Fischhuber lijkt geen rol te spelen, maar hij topt als enige klimmer de laatste boulder, met een enorm lastige dyno. Zo komt hij toch nog op de derde plek terecht. Na deze twee dagen topklimmen kan het feest beginnen. Volgend jaar weer in Eindhoven! ▲
Meer zien en weten? www.ifsc-climbing.org www.worldcupboulder.nl Foto’s van de wedstrijd zijn te vinden op de photostream van de Koninklijke NKBV op www.flickr.com
|
49
50
|
hoogtelijn 4-2010
|
Tek st Niek de Jonge
|
foto Niek de Jonge en Leonie Seelen
Moonlight
l o c at i e v e r e n i g d e s tat e n , U ta h
|
hoogtelijn 4-2010
|
Buttress Alleen door de wand In Utah in de Verenigde Staten kunnen rotsklimmers hun hart ophalen. Wie wil, kan er een leven lang klimmen zonder een route te herhalen. Niek de Jonge bezocht er Indian Creek, waar hij de NKBV vertegen woordigde bij de International Climbers Meet en hij klom zijn ropesolo-debuut in Zion National Park. ‘The extreme clarity of the desert light is equaled by the extreme individuation of desert life forms… life not crowded upon life as in other places but scattered abroad in sparseness and simplicity, with a generous gift of space for each…’ Edward Abbey – Desert Solitaire
Een dubbel gevoel bekruipt me als ik het weerbericht bekijk. Allereerst ben ik teleurgesteld; ‘20% chance on showers.’ Tja, dat wordt hem niet voor morgen. Aan de andere kant moet ik bekennen dat ik ook een beetje opgelucht ben... Wacht eens even, is dit nou weer een slap excuus om je geplande beklimming af te blazen? Je leeft hier al tijden naartoe en nu komt het zeker goed uit dat het weerbericht niet mee zit... sjongejonge, slappeling. Als ik het weer voor overmorgen bekijk, weet ik dat er geen excuus meer is. Een rond geel zonnetje met grote stralen bevestigt dat het die dag moet gebeuren. Oké, dan heb ik in ieder geval nog een dag om ernaartoe te leven... Toen ik wist dat ik naar de International Climbers Meet in Indian Creek in Utah zou gaan, wist ik dat ik ook naar Zion National Park moest en zou gaan. Zion is, na Yosemite, het tweede bigwallparadijs in Amerika en herbergt een schat aan zandstenen wanden tot 600 meter hoog. Het is een bestemming voor bigwall- en trad-climbers bij uitstek, zeg maar: het beloofde land. Zo zien de Mormonen, Joden en Rastafaris Zion ook, maar dan net even anders... Helemaal alleen Op m’n rug in de slaapzak kijk ik naar een sterrenhemel van ongekende schoonheid. Boven de donkere canyon van Angels Landing fonkelen ontelbare sterren in heel duidelijke patronen waarvan ik er helaas geen een kan herkennen, laat staan benoemen. Meestal ben ik met klimpartners onderweg die altijd wel een of meerdere sterrenbeelden kunnen onderscheiden. En nooit ben ik dan in staat het patroon te herkennen, gewoon omdat de sterren te dof aan de hemel staan. Maar nu is het anders. De sterren zijn ongelooflijk fel en ik ben helemaal alleen. Ik liep al een tijdje rond met het idee om een wand in m’n eentje te beklimmen. Na ervaring te hebben opgedaan in Yosemite, dacht ik er nu wel klaar voor te zijn en het gewoon maar eens te moeten proberen. Bij Klimmuur Utrecht heb ik een vrije middag door de hal geklauterd om het systeem te testen. Touwtechnisch komt er namelijk behoorlijk wat kijken bij het rope-soloën. En uiteindelijk komt het er vooral op neer dat je gewoon al het werk in je eentje moet doen. Even simpel uitgelegd: je maakt het touw vast aan de standplaats, je bost de rest van het touw op en hangt dat aan je gordel, je klimt omhoog terwijl je jezelf zekert met een ietwat gemodificeerde grigri, je maakt het touw weer vast op de volgende standplaats, je seilt ab, maakt het touw los en je jumaret weer omhoog terwijl je de rest van het materiaal meeneemt. Dat is een hoop werk, maar een ongelooflijke uitdaging. In het donker begin ik om half zeven ’s morgens het touw omhoog te jumaren. De eerste lengte begint met een kleine traverse over wat plateautjes naar rechts. Vervolgens sta ik onder een blanke wand van drie meter die eindigt onder een dakje. Ik beweeg het licht van m’n hoofdlamp over de wand op zoek naar de eerste plaatsing. Ai ai, helemaal niks... Ik kijk naar de mogelijkheid om de wand vrij te beklimmen maar na twee passen stap ik weer terug op het plateau. Even - echt heel even maar - speel ik met de gedachte om om te keren en weer in de slaapzak te kruipen. Kom op man, je hebt het nog niet eens geprobeerd! Ik grijp de hooks achter op m’n gordel en knal er een op een mooi positief randje. Ik weet dat de eerste paar plaatsingen
51
Route Moonligh t Buttress.
bij artificieel klimmen van een nieuwe lengte altijd het spannendst zijn. En zeker nu in het pikkedonker en voor het eerst op zandsteen en zonder een tussenzekering onder me die een val op het plateau kan voorkomen. Ik loop in de ladders omhoog en kan slechts een van de kleinere cammetjes onder het dak plaatsen. Langzaam breng ik m’n gewicht over op het cammetje. Ik hoor een knarsend geluid als het apparaat zich schrap zet in het zandsteen. Kom op... zitten blijven... oké! Ik loop weer in de ladder omhoog en bekijk de volgende plaatsing. Langzaam kom ik in het ritme en voor ik het weet sta ik bij de volgende standplaats. De route Moonlight Buttress is ongeveer 350 meter lang en is uitgegroeid tot een van de beroemdste routes van het Amerikaanse continent. Hij telt in totaal negen touwlengtes en begint met een paar traverserende lengtes waarna de route door een ruim 200 meter lange loodrechte tot overhangende wand loopt waarbij je een schitterend spletensysteem volgt naar de top. De Moonlight Buttress werd in 1971 voor het eerst beklommen door Jeff Lowe en Mike Weiss. Hoewel de eerstbeklimmers gebruik maakten van artificiele klimtechnieken wordt de route tegenwoordig gezien als een van ’s werelds mooiste vrijklimroutes. Hij volgt een ongelooflijk mooie lijn van voornamelijk piazzen, jams en fingerlocks. In 1992 werd de route voor het eerst geheel vrij beklommen door Johhny Woodward en Peter Croft. En in 2006 deed Matt Wilder hem voor het eerst on-sight. En vorig jaar reageerde de klimwereld helemaal geschokt. Op 1 april 2008 volbracht Alex Honnold de eerste vrije solo (zonder touw) beklimming van Moonlight Buttress in ongeveer 80 minuten! Gewoon doorklimmen De meeste touwgroepen klimmen de route deels of volledig artificieel. Als je hem artificieel klimt is de waardering V 5.9 C1. De 5.9 is de obligatoire vrijklimwaardering, of wel het minimaal vereiste vrijklimniveau, en de C1 is de artificiele waardering en betekent dat elke plaatsing bomvast zit en dat er niet gehamerd hoeft te worden. Makkelijk dus en prima voor een rope-solo-debuut. De Romeinse V in de waardering baarde mij vooraf wel een beetje zorgen. Deze waardering refereert aan de lengte van de route. Grade V: fast parties may only take a day, but most parties spend two to three days on the wall. De vraag was en is: hoe snel ben ik alleen? In
Uitzicht vanuit de route.
Niek de Jonge bovenaan de route.
Nederland had ik al besloten dat ik de route in een dag wilde proberen. Dat scheelt logistiek namelijk een hoop gesjouw en getrek. Je kunt lekker licht gaan zonder je slaap- en eetspullen achter je aan te moeten hijsen. Alleen klimmateriaal en wat water mee en dan zit je in het ergste geval een nachtje uit. Gewoon doorklimmen dus! In de schemering kan ik inmiddels de hoofdlampen zien schijnen van de touwgroep veertig meter boven me. Deze touwgroep van drie vertelde me gisteren dat ze al drie lengtes van de route hadden geklommen en hier touwen hadden gefixeerd. Ik had alleen een touw gefixeerd op de eerste zandige en gemakkelijke lengte. Ook hadden ze verteld dat ze anderhalf uur eerder omhoog gingen jumaren dan mijn geplande starttijd. Ik had me voorgenomen te proberen een beetje in de buurt van ze te blijven tijdens mijn beklimming. Tot mijn eigen verbazing sta ik na twee uur klimmen al naast de zekeraar en zijn maat aan het begin van het steile overhangende spletensysteem op de zogeheten Rocker Blocker. “Morning guys!!” little scared Super, het is pas negen uur in de ochtend en ik heb al twee lengtes gehad en ik beweeg snller dan een touwgroep van drie ! Met dit gegeven in mijn achterhoofd gun ik mezelf wat rust door even op een plateautje te gaan zitten. Beneden me stroomt de Virgin River die verantwoordelijk is voor deze schitterende kloof. Al meer dan 200 miljoen jaar erodeert dit kleine riviertje zich een weg door het relatief zachte zandsteen. Ook in het net nieuw uitgebrachte gidsje van Zion beschrijven ze nadrukkelijk dat het zandsteen zacht is en niet te vergelijken is met graniet: ‘Prepare to get a little scared... even bomber looking placements are sometimes suspect... a lot of experienced granite climbers are terrified when they first climb here.’ De vierde lengte is lang... en vraagt telkens om dezelfde plaatsingen. Aan mijn materiaalgordel hangen vier cams van dezelfde maat... ik had er beter drie keer zoveel mee kunnen nemen. Gestaag klim ik verder terwijl ik de meeste plaatsingen al klimmend weer meeneem zodat ik ze hogerop weer kan gebruiken... het zogeheten backcleanen. Op een derde van de lengte voel ik opeens
hoogtelijn 4 -2010
Verklarende woordenlijst Artificieel klimmen = een klimstijl waarbij je voor het klimmen gebruik maakt van klimmateriaal en touwladders die je aan de rots bevestigt (klemblokjes en –veren, hooks). De gradatie wordt bepaald aan de hand van de potentiële valhoogte en de hoeveelheid en kwaliteit van de geplaatste tussenzekeringen. Soms kunnen tussenzekeringen alleen het lichaamsgewicht van de klimmer dragen. Hierdoor kunnen bij een eventuele val meerdere tussenzekeringen los komen, wat de valhoogte aanzienlijk vergroot. Big-wall climbing = het beklimmen van steile en lange tot zeer lange rotswanden waarbij er vaak meerdere dagen over de beklimming wordt gedaan. Dat maakt dat klimmers in de wand moeten overnachten.
een ruk aan m’n voorklimtouw. Als ik omlaag kijk zie ik vijftien meter lager dat een touwlus klem zit achter m’n voorklimtouw en een tussenzekering. Aarghhh!!!!! De enige oplossing is uitbinden, 45 meter resttouw doorhalen en weer opnieuw opschieten in lussen. Op de grond goed te doen, maar in een overhangende lengte een helse klus. Zelfvertrouwen Na dit oponthoud kijk ik naar boven en zie de standplaats schitteren in de felle zon. Waanzinnig hoe de wand opeens oplicht als de zon over de rand van de kloof komt. Vanmorgen had ik nauwelijks bewust de overgang van nacht naar dag meegekregen omdat het zo geleidelijk ging. Het felle zonlicht staat echter in zo’n contrast tot de schaduw dat je deze overgang niet kunt missen. Snel maak ik nog even gebruik van de laatste schaduw. Als ik op de standplaats aankom, ben ik vol in de zon en gutst het zweet van m’n voorhoofd. De volgende lengtes gaan soepel en beheerst. Af en toe kan ik even tot rust komen op de standplaats als ik wacht op de touwgroep van drie. Ik ben vol zelfvertrouwen nu ik weet dat ik in m’n eentje sneller ga dan die drie mannen boven me. Ik hoef ze niet in te halen want ik weet dat ik ruim voordat het gaat schemeren de top zal bereiken. Rond vijf uur in de middag trek ik mezelf met touwlussen, ladders en cams over de rand van Moonlight Buttress. Direct ontdoe ik mijn gordel van materiaal. Pfff... door het gewicht aan m’n gordel doen m’n heupen flink pijn; er zit zelfs een grote bloeduitstorting op m’n linkerheup. Nadat ik de laatste lengte heb abgeseild en al mijn klimmateriaal weer heb opgehaald, plof ik naast de boom van de laatste stand neer. Wauw!!! Of ik het gauw weer zal doen? Ik weet het niet. Met een klimpartner kun je ervaringen delen; mooie momenten, momenten om te lachen maar ook ergernissen en irritaties. Het mooie van alleen klimmen is dat elk moment helemaal van jou is. Daardoor beleef je zo’n klim intenser. Gaat er iets mis, dan heb je het aan jezelf te wijten en zul je het helemaal zelf moeten oplossen. Je moet er heel veel voor doen, maar de voldoening na afloop is groot, het geeft je een ongelooflijk tevreden gevoel.
Cammetje / cam / camming unit / spring loaded camming device = klemveer die geplaatst wordt in een spleet en die de klimmer moet opvangen bij een eventuele val. Grigri = een zekerapparaat dat een automatische blokkeerfunctie heeft. Hooks = haakvormig klimmateriaal dat je op een klein randje kan haken en vervolgens kunt belasten met een touwladder waardoor je weer iets hoger kunt komen. Het klimmen op deze hooks is vaak erg spannend. Jumaren = met behulp van twee stijgklemmen je aan het touw omhoog bewegen. Rope-solo = het soleren waarbij de klimmer zichzelf zekert. Deze vorm van soleren is arbeidsintensief aangezien elke lengte één keer moet worden geklommen, één keer abgeseild en één keer moet worden gejumared. Trad-climbing = een klimstijl waarbij klemblokjes (nuts) en klemveren (cams) in de natuurlijke spleten van de wand worden geplaatst als tussenzekering om de klimmer op te vangen bij een eventuele val. Klimmers nemen dit materiaal weer mee.
Als ik het touw en al het klimmateriaal in m’n tas probeer te proppen, zie ik hoe het zonlicht de overkant van de kloof in een prachtig avondlicht zet. Een indrukwekkende blanke wand met een perfecte splitter-crack trekt hierbij de aandacht. Wauw, straks maar even in het gidsje kijken welke route dat is. Dan kan ik die misschien de volgende keer gaan proberen! ▲ Met dank aan Leonie Seelen, die zo aardig was mij op de eerste zandige lengte te zekeren, mijn slaapspulletjes op te halen, foto’s te maken en bovenal bereid was zelf een dagje niet te klimmen!
|
53
Rask Jacket Rask is a jacket made of waterproof, windproof and breathable 3-layer Dermizax™. An excellent garment for all-round activity. It is a light weight jacket with stylish design lines, therefore, seamless technology has been used, and the laser cut and welded parts are in reflective material. Weight: Men size L: 650 g Women size M: 560 g
Visit www.bergans.com to see the product range that covers your needs. Photo: Lodewi
jk Duijvesteijn
Bergans of Norway has contributed to set the standard for the world’s most advanced outdoor equipment for more than a 100 years.
hoogtelijn 4 -2010
Het mooie van alleen klimmen is dat elk moment helemaal van jou is
Klimmersparadijs Utah Zion National Park
Ook de moeite waard
Zion National Park ligt in het zuidwesten van de staat Utah in de Verenigde Staten. Het park wordt gekenmerkt door diep uitgesleten dalen en kloven en imposante rode en gele zandstenen wanden. Behalve voor klimmen is het park ook uitermate geschikt voor het maken van schitterende een- of meerdaagse wandeltochten. De beste seizoenen om te klimmen en wandelen in Zion zijn het vooren het najaar. In het voorjaar is de kans op regen iets groter dan in het najaar; de zomer en de winter zijn simpelweg te warm en te koud.
Vlakbij Indian Creek net ten noorden van Moab, ligt Arches National Park waar je bizarre rotsbogen aantreft. Het zuidelijk deel van Utah herbergt nog meer nationale parken zoals Bryce en Capitol Reef en net over de grens in Arizona vind je de Grand Canyon. Kort samengevat: allemaal zand en stenen, telkens in een andere verschijningsvorm zoals we die niet kennen in Europa. Kortom Utah is echt een schitterende bestemming om op vakantie te gaan.
Reis Indian Creek Een gouden tip voor klimmers is om je trip te combineren met een bezoek aan Indian Creek. Een wereldberoemd klimgebied waar je eigenlijk alleen maar parallelle spleten kunt beklimmen en waar je dus echt moet jammen. Je moet niet verbaasd opkijken als je je hier weer een volledige beginner voelt. Een betere plek ter wereld om je zogeheten crack-climbing skills te verbeteren is er niet. Indian Creek ligt ongeveer anderhalf uur rijden van het stadje Moab in het oosten van Utah. Vanaf Zion is dat zo’n 550 kilometer rijden. Het gebied ligt erg afgelegen en het huren van een auto is daarom essentieel. Zorg dat je genoeg eten en vooral water meeneemt voor de gehele trip aangezien in het dal niks te krijgen is. Een aanrader is om ook wat hout te kopen zodat je ’s avonds onder de sterrenhemel lekker de avonturen van de dag kunt doornemen aan het kampvuur. Hout sprokkelen is ten strengste verboden aangezien dat te belastend is voor het fragiele ecosysteem van de woestijn. Respecteer dit dus, zodat ik er Under the moonlight Buttress. ook nog eens terug kan komen!
Voor Zion kun je het best vliegen op Salt Lake City of Las Vegas in Nevada en dan een auto huren. Het loont de moeite om ook op sites van Amerikaanse prijsvechters te zoeken naar goedkope vliegtickets. Op transatlantische lijnvluchten mag je over het algemeen één stuk bagage van maximaal 23 kilogram meenemen. Helaas moet je voor het tweede stuk bagage bijbetalen (35 tot 55 dollar). In Zion National Park zelf rijdt een gratis shuttle bus.
Accommodatie In Zion kun je kamperen voor 16 tot 18 dollar per nacht. Je kunt helaas niet reserveren. Vroeg arriveren is het devies. Deze campings hebben geen douches, daarvoor moet je een kleine twee kilometer rijden.
Materiaal Zorg dat je genoeg klimmateriaal meebrengt want je zult weinig boorhaken tegenkomen. Het komt nogal eens voor dat in routes meerdere cams van dezelfde maat nodig zijn. Neem in elk geval een dubbele set cams mee voor nauwe vingerspleten tot vuistspleten (Black Diamond .3 tot en met 3). Of probeer er zoveel mogelijk te lenen. Een andere manier is om cams in te kopen voor je klimvrienden met de afspraak dat je ze tijdens je klimtrip mag gebruiken. Klimmateriaal is namelijk een stuk goedkoper in de Verenigde Staten.
Documentatie • Zion Climbing; Free and Clean, Bryan Bird, Supertopo 2009 • Indian Creek; A climbing guide, Second edition. By David Bloom, Sharp End • www.zionnational-park.com • Hiking in the USA, Marisa Gierlich e.a., Lonely Planet, 2000
|
55
56
|
hoogtelijn 4-2010
|
l o c at i e N o o r d - P a k i s ta n
|
Tekst en foto’s Jan Ja ap de Gr aeff
IJzige trekking
Omhoog naar de Hispar La
hoogtelijn 4 -2010
●
Highway door de Karakorum Dichtbij wereldberoemde bergen als de K2, Broad Peak en Gasherbrum in het noordwesten van Pakistan ligt de Hispar La. Deze 5100 meter hoge pas verbindt de Biafogletsjer en de Hispargletsjer die omringd worden door talloze onbekende zes- en zevenduizenders. Een prachtig decor voor een eenzame trekking. Het is vier uur ’s middags; we liggen in ons tentje onder de Hispar La. Buiten is het koud, met sneeuwbuien en wolkenflarden, en de gemeenschappelijke eettent is volgepropt met dragers die daar hun toevlucht hebben gezocht. Uit verveling roepen we of onze tochtgenoten ons gezelschap willen houden voor een spelletje scrabble. Een instemmend gemompel volgt, maar nog voordat ze hun eigen slaapzakken hebben kunnen verlaten steekt met groot geweld een sneeuwstorm op. Onze tent trilt op zijn grondvesten; we horen de eettent klapperen en vrezen dat die met dragers en al de lucht in zal gaan. Morgen moeten we de pas over, maar of dat gaat lukken is onder deze omstandigheden zeer de vraag. In het zicht van de haven dreigt het schip te stranden, en het spookbeeld doemt op van een treurige terugtocht naar af, terug over de vele kilometers ijs en puin die we de afgelopen zes dagen de baas zijn geworden. We zijn in het laatste stadium van een reis van twee maanden, die ons van Kathmandu naar Lhasa en daarna per auto via Tibet en de Chinese provincie Xin Jiang naar Pakistan heeft gebracht. Twee trektochten zitten er al op, één langs de Kangshung naar de voet van de Mount Everest, en als tweede de pelgrimstocht rond de heilige Mount Kailash in centraal Tibet. Na de hele Himalayaketen van Nepal en India van de noordkant te hebben bewonderd, komen we uiteindelijk via de Karakorum Highway in de Northern Provinces van Pakistan terecht. Anders dan de nieuwsberichten van de laatste jaren doen vermoeden is het hier een oase van rust en gastvrijheid. En de bergen in dit gebied veranderen natuurlijk nooit, hoog, rauw en majestueus. Hartverwarmend Onze tocht begint in Askole, een dorpje op 3000 meter, gelegen tussen de laatste geïrrigeerde tarwe- en aardappelvelden van het dal. Askole werd al in 1909 bezocht door de Duce di Savoia tijdens zijn legendarische tocht naar de K2, en is sindsdien vertrekpunt voor alle tochten en expedities naar de bergen in het Baltorogebied. Opgepropt in een klein jeepje zijn we daar na zes uur hotsen en botsen over stenen en kuilen gearriveerd. We worden opgewacht door onze Pakistaanse staf: de kok en zijn twee assistenten, de sirdar (baas van de dragers) en onze gids Karim Khan die aan het geheel leiding geeft. De heren hebben de zaak niet kinderachtig aangepakt. Alles, vanaf de tenten tot aan de gasstellen en thermoskannen is ouderwets groot en zwaar uitgevoerd, en ook de service liegt er niet om: elke al dan niet uitgesproken en wens wordt vervuld, vanaf het opzetten van de tenten tot aan het aanreiken van thee en koffie. Dat heeft natuurlijk ook gevolgen: maar liefst 47 dragers gaan de volgend dag voor ons op pad, waarvan er alleen al tien nodig zijn om 250 liter brandstof te vervoeren. Het geheel lijkt op een militaire operatie die met zwaar materieel en zeer planmatig is opgezet en wordt uitgevoerd. Vooral in het begin hebben we daar moeite mee, maar later blijken ook de voordelen. Alles wordt ingezet om het einddoel van onze trek te bereiken; de oprechte gastvrijheid en de aardigheid waarmee men ons tegemoet treedt zijn hartverwarmend. En de geboden service berust niet alleen op een traditie uit het verleden, maar verschaft ook broodnodige werkgelegenheid in een straatarm gebied.
Omhoog naar de Hisporla.
Al snel blijkt trouwens dat we de ondersteuning van onze Pakistaanse vrienden goed kunnen gebruiken. Zodra we na een paar uur lopen de uitlopers van de Biafogletsjer
|
57
hienveld 1-2 fc.adv 27.3.2003 14.33 B&R Pagina 1
Wandelen of rotsklimmen in Marokko? Speciale groepsreis met Kerst: 26 dec. t/m 09 jan.
Rondreis met jeeps langs de mooiste plekken in Zuid Marokko met naar keuze onderweg: - zelfstandig rotsklimmen* voor ervaren klimmers - dagwandelingen begeleid door een lokale gids
WIJ VERZETTEN BERGEN VOOR U Specialist in bergsportverzekeringen W.A. HIENFELD B.V. Postbus 75133 Telefoon Telefax E-mail
1070 AC Amsterdam 0031(0)20 - 5 469 469 0031(0)20 - 6 427 701 info@hienfeld.nl
Voor informatie: Koninklijke NKBV te Woerden.
* info klimmen zie ook www.climbing.nl/todra en artikel in Grimper feb/mrt. 2010 http://www.escalade-canyoning.com/pdf/grimper.pdf
Voor meer informatie: www.reisbureaumaroctravel.nl
Naamloos-3 1
8/31/10 8:51 AM
Vlak bij Snow Lake.
Na de storm.
Uitzicht op de Ogre.
bereiken, komen we terecht in een puinzee van Olympische afmetingen. Een grijze wereld die niet vrolijker wordt, omdat ook de moesson een steentje bijdraagt. Wolken ontnemen het uitzicht en af en toe regent het; moeizaam strompelen we over grote losliggende blokken, later over kleiner puin en dooierige ijsplakken. En onuitgesproken komt de vraag boven of deze tocht na zes weken reizen niet een trek te ver is, het zinkende gevoel dat veel bergliefhebbers uit eigen ervaring kennen. Gelukkig klaart het weer na twee dagen op en beginnen we ook de bekoringen van deze trek te ontdekken. De enorme afmetingen van de gletsjer, de voortdurende reeks van ons flankerende, onbeklommen bergen met steile wanden en hangend ijs, de woestheid en verlatenheid maken grote indruk.Ook krijgen we een paar mooie kampeerplaatsen, op groene zijmorenes met najaarsbloemen; een wasbeurt verwijdert niet alleen het nodige lichaamsvuil,maar bevordert ook het moreel. Nu komen echte hoge bergen in beeld, zoals de bijna 7800 meter hoge Ogre, een beestachtige graniet- en ijsmassa voor het eerst beklommen door Chris Bonington en Doug Scott. De laatste liep bij de afdaling twee gebroken benen op, en het is ons een compleet raadsel hoe hij dat heeft kunnen overleven. De berg zal ons nog vele dagen nastaren, ook nadat we de Hispar La zijn overgestoken. Good members Inmiddels zijn we de Hispar La dicht genaderd. We kamperen op een rotsachtig adelaarsnest en kijken met stralend weer uit op Snow Lake, een onmetelijke sneeuw- en ijsvlakte waarin een drietal gletsjers samenstromen. Een daarvan komt van onze pas, de andere komen aan vanuit het schijnbaar oneindige. Met dat mooie uitzicht gaan we opgewekt slapen, om tot onze verbazing ‘s morgens vroeg door hagel gewekt te worden. De Pakistani zijn hiervan gelukkig niet onder de indruk, binden zich met knopen om hun middel aan de meegebrachte touwen vast, en steken op gymschoenen en zonder pickel opgewekt het Snow Lake over. Wij volgen, enigszins bezorgd; er zijn gigantische spleten, het begint te sneeuwen, en de hoofdprijs voor alpiene veiligheid wordt vandaag niet uitgereikt. Maar het loopt goed af, en 300 meter onder de pas wordt op de gletsjer kamp gemaakt. ‘s Middags stormt het, maar daarna wordt het kalm; we drinken buiten onze dagelijkse oorlam en voelen de temperatuur snel zakken. Het gaat die nacht zo’n 15 tot 20 graden vriezen; wij rillen in
ons dons, en hoe de dragers dit volhouden is ons geheel onduidelijk. Inmiddels hebben we nog de helft van hen over; de rest is naarmate de lasten afnamen naar huis gestuurd, terug de Biafogletsjer af. Met het resterende gezelschap hebben we inmiddels een goede verstandhouding. Als we - meestal veel later dan zij - onze kampeerplaats bereiken, worden we vrolijk met ‘good members’ begroet, en de non-verbale contacten zijn eveneens uitstekend. Ook deze nacht blijkt hun humeur gelukkig niet te bederven. Cadeau Ook ons humeur klaart snel op als we, aanvankelijk nog klappertandend, om half zes ’s ochtends uit onze tent komen. Strakblauwe lucht, eindeloos uitzicht over een zee van gletsjers en bergen die na korte tijd door de zon worden beschenen. We breken snel en efficiënt op, zoals dat overigens iedere morgen gebeurt, binden ons aan het touw en klimmen door een enorme gletsjerbreuk omhoog. Het onvoorstelbare decor en de perfecte weersomstandigheden maken deze beklimming onvergetelijk; zelden heb ik zo genoten! Laverend tussen spleten en seracs gaan we omhoog; na verloop van tijd neemt de hellingshoek af, en zien en horen we de dragers in gejuich uitbarsten. De Hispar La is na een week bereikt! Vóór ons ligt de terugtocht: de Hispargletsjer, die leidt naar het gelijknamige dorp waar onze tocht zal eindigen. Opnieuw een monsterlijke hoeveelheid ijs en puin, maar minder afschrikwekkend nu we erop zijn voorbereid. Snel gaan we, weer door een spectaculaire ijsbreuk, naar beneden, eerst steil en later ploeterend over de sneeuw. In de loop van de middag bereiken we de rechter zijmorene; het eerste groen wordt zichtbaar en in de warme avondzon genieten we na. De stemming is opperbest, ook bij onze Pakistaanse gids en zijn staf; we beseffen hoe zwaar zij hun verantwoordelijkheid hebben gevoeld en hoe opgelucht zij zijn dat de pasoverschrijding is gelukt. De komende vier dagen is de zijmorene onze metgezel, af en toe een behoorlijk pad, soms wreed onderbroken door gletsjers die komend vanuit zijdalen noodzaken tot vermoeiende en soms halsbrekende traverses. Geen meter wordt in dit terrein cadeau gegeven; de laatste dag moet nog een enorme krachtsinspanning worden geleverd om een van rechts komende rivier van seracs en rotsblokken te omzeilen. Uiteindelijk bereiken we op ons tandvlees Hispar, dat omringd door goudgele tarwevelden
Afscheid van de dragers.
Langs de zijmorene van de Biafogletsjer.
opduikt uit het inmiddels weer grijze landschap; vermoeidheid en tevredenheid strijden om de eerste plaats wanneer we op een mooi grasveldje omringd door jonge wilgen afscheid nemen van onze dragers. Dat is een formeel en plechtig moment, met speeches van onze gids en van Eelco, en met handdrukken waarin de fooien schuil gaan die de traditionele afsluiting zijn van dit avontuur. Omweg waard Zo komt aan deze tocht een eind. Het was de beoogde apotheose van onze reis, maar dat ging niet vanzelf. Vooraf hebben we ons verkeken op de zwaarte van de trek, en ons niet gerealiseerd wat het belang is van goed weer; hoewel de Hispar La niet extreem hoog is, is de bereikbaarheid ervan, zeker bij slecht weer, lang niet zeker.
Tegelijkertijd is de beloning groot, want een wijdser, woester, eenzamer en meer adembenemend landschap is voor een trektocht op deze hoogte in de Himalaya en Karakorum niet gemakkelijk te vinden. En tenslotte breek ik graag een lans voor Pakistan en onze Pakistaanse vrienden: het noordwestelijke deel van dit land is volkomen veilig en rustig, de mensen zijn vriendelijk, behulpzaam en zelfbewust. Wat dat betreft een welkome afwisseling na Tibet en Xin Jiang, waar het Chinese machtsvertoon na verloop van tijd bepaald storend wordt. Deze tocht is een omweg waard, om het in termen van de Michelingids uit te drukken, en die hebben we met vreugde gemaakt! ▲
Karakoram trekking Route De tocht van Askole naar Hispar vergt tien tot twaalf dagen. Voor de heen- en de terugreis moet je nog eens een dikke week uittrekken. In totaal heb je zo’n drie en een halve week nodig. Maar dan moet er niet te veel misgaan; vier weken is veiliger. De beste periode is juli tot en met september. Het noorden van Pakistan is uitermate ruw. De Indus/Hunzavallei, waar de Karakoram Highway doorheen gaat is, daar waar irrigatie is, zeer groen en vruchtbaar, maar waar die ontbreekt, woest en ruig. Beide gletsjers, Hispar en Biafo kenmerken zich door hun grootte en lengte. Je moet een aantal keren (zij)gletsjers oversteken. Dat vergt behoorlijk veel inspanning. Wij zijn alle vier zeer ervaren wandelaars/ klimmers en vonden de tocht behoorlijk zwaar. Klimvaardigheid is niet nodig, maar je moet je wel gemakkelijk kunnen bewegen over morenen en ander ruw ongebaand terrein. Voor de oversteek van Icelake via de Hispar La naar de Hispargletsjer zijn stijgijzers, een touw en een pickel beslist noodzakelijk.
Pakistan, Northern Territories De Northern Territories is de provincie die in het noordoosten van Pakistan ligt en in het noorden de grens vormt met China en in het oosten met India. Vooral die laatste grens, die Jammu en Kashmir scheidt van Pakistan, is omstreden. Northern Territories is voor Pakistan van groot belang omdat de Karakoram Highway erdoorheen loopt. Deze highway is door de Chinezen gebouwd en was in 1978 klaar. Nu zijn de Chinezen bezig de gehele weg te renoveren. Het is de levensader die Pakistan en China met elkaar verbindt. Van groot cultureel belang zijn de voormalige koninkrijken Hunza en
Nagar. Hunza ligt aan de noordwestkant van de Hunzariver, die uit het noorden komt en ten zuiden van Gilgit uitmondt in de Indus. Nagar ligt aan de zuidoostzijde daarvan. In Hunza ontstond het Isma’ilisme, een liberale stroming onder de sjiieten. De Aga Kahn en zijn zeer welgestelde familie behoren tot de isma’ilieten. Met name die familie heeft in Hunza enorm veel betekend en doet dat nog. Onderwijs en medische zorg zijn daar goed geregeld, mede dank zij de steun van deze rijke ‘vorsten’. Nagar is soenitisch en dus zeer streng in de leer. Van de gevechten met de taliban hebben wij niets gemerkt. Ten zuiden van Gilgit kom je, als je naar Rawalpindi rijdt, langs Besham. Daar gaat een pasweg naar het westen naar de Swatvallei. Omdat je dan redelijk dichtbij het omstreden gebied bent zijn de veiligheidsmaatregels streng; er zijn nogal wat checkpoints en het leger en de politie zijn daar overal aanwezig.
Reis Vanuit Amsterdam kun je rechtstreeks naar Rawalpindi vliegen. Er zijn vliegvelden bij Gilgit en Skardu, maar de vluchten zijn uiterst onzeker. Er wordt ‘op zicht’ gevlogen en dat is er lang niet altijd. Vanuit Rawalpindi is er, via de Karakoram Highway, een busverbinding met Gilgit en vandaar naar Skardu. Askole is per jeep/ taxi vanuit Skardu bereikbaar. Als je via Askole gaat, kom je in Hispar uit. Vandaar is Gilgit per jeep/ taxi bereikbaar. Als je wilt vliegen, houd dan rekening met vertraging en annulering van vluchten en houd in elk geval zoveel tijd in reserve dat je ook nog over de weg terug kunt (twee dagen vanaf Gilgit).
Maar liefst 47 dragers gaan voor ons op pad
Met dragers omhoog de Biafogletsjer.
Accommodatie Overal zijn ‘hotels’, maar je wilt niet overal slapen. In Skardu is Hunza Inn een redelijk hotel. In Askole is helemaal niets, daar moet je je eigen tent gebruiken.
Organisatie Wij hebben de trekking georganiseerd via Snow Leopard in Den Haag (www.snowleopard.nl), maar je kunt ook zelf rechtstreeks contact leggen met bijvoorbeeld Hunza Guides in Islamabad (www.hunzaguidespakistan.com). Je kunt natuurlijk ook alles zelf regelen, maar dan moet je tijd, veel tijd hebben en de taal een beetje spreken, want als je je eigen dragers wilt regelen heb je niet veel aan Engels. Het aantal dragers, het aantal dagmarsen dat de tocht duurt en het aantal rupees dat één drager per dag kost is in Pakistan gereglementeerd. Omdat wij een totaalprijs betaalden is het bedrag per drager ons niet bekend. Wij hadden 47 dragers in het begin en eindigden met 20; dat was veel te veel. Door het wegvallen van de toeristenmarkt is er grote werkloosheid onder de dragers. Wij hadden de indruk dat er ongeveer anderhalve drager tegen het loon van een was gerecruteerd, zodat meer mensen aan het werk konden. Uit eerdere ervaring weten we dat voor vier man dertig dragers zeer goed te doen is. Bedacht moet worden dat wij van alle gemakken (een eettent, een tafel en stoeltjes) waren voorzien. Als je minder meeneemt hoeft er ook minder gedragen te worden.
Documentatie • The Karakorum Highway, copyright Survey, Footwork & Artwork, John Callagan • Lonely Planet, Pakistan & the Karakoram Highway (7-de editie, mei 2008; ISBN: 9781741045420 • Trekking in the Himalayas, Stefano Ardito, Edizione White Star 1995 • www.adventurephotographs.com/karakoram/karakoram_highway • www.johnthemap.co.uk/pages/kkh/kkhmap.html
62
|
hoogtelijn 4-2010
|
Wallis, z witserl and
|
T e k s t e n foto ’ s C h r i s ta S l o o t m a n
Gemarkeerd
Klauteren naar de Domhütte De 2940 meter hoog gelegen Domhütte in Wallis is voor veel alpinisten de uitvalsbasis voor een beklimming van de Dom (4545 m). Maar ook als je geen topdoel hebt, is de route een aanrader. Een klettersteigset is niet nodig, het gebruik van de aanwezige kabels en beugels wél. ● We staan onder aan de imposante rotswand die ons toegang moet bieden tot de Domhütte van de Zwitserse Alpenclub. Van onze lunchplek bekeken lijkt dit een onmogelijke missie voor twee niet-rotsklimmers. De grillige vormen en steile rotsen maken het moeilijk zo een-tweedrie omhoog te lopen. Maar gelukkig, wij weten beter. We trekken onze klettersteighandschoenen aan en werken ons langs de eerste kabel omhoog. Verderop zijn het ijzeren beugels, die ons in een moeilijke passage tot hulp zijn. Handig, die extra steuntjes. Tussen het energievergende klauteren door, vergeten we niet te genieten van het prachtige uitzicht op de bergen tegenover ons. De witbedekte toppen steken haarscherp af tegen de helderblauwe lucht. En als we ons best doen, vangen we zelfs een glimp op van de machtige Matterhorn. Op een breder stuk passeren we twee klimmers die pauze houden. Ze zijn voorzien van een grote toerrugzak, een pickel, een touw dat onder het
bovenvak uitkomt en stevige D-schoenen. Wat een schril contrast met ons: dagrugzakje, geen touwen, en op pad met ‘maar’ wandelschoenen. Het is wel duidelijk: zij zijn op doorreis en gaan verder omhoog. Na de hut is het nog een aantal uur naar de top van de Dom. Een berg die met 4545 meter de hoogste is, die volledig in Zwitserland ligt. Volgens onze kaart zijn we bijna bij de hut. Alleen hier nog de hoek om en dan… stuiten we op een klein blokkenveld. Aan de andere kant zien we de hut liggen. Met een laatste energiestoot trotseren we een tikkeltje vermoeid deze steile hindernis. En niet voor niets, want bij de hut worden we beloond met een prachtig uitzicht én met warme Apfelstrudel en vanillesaus. Terwijl we ons energiepeil weer omhoog eten, kijken we over onze houten tafel kilometers ver weg naar de puntige Matterhorn aan de horizon. Dichterbij ligt de eeuwig besneeuwde top, waar het de meeste bezoekers van de hut allemaal om te doen is: de Dom. ▲
hoogtelijn 4-2010
|
©Domhütte ©Domhütte
©Domhütte
©Domhütte
Gemarkeerd
Mattertal Route
Reis
De dagtocht neemt in totaal negen uur in beslag: vijf uur heen, vier uur terug. Beginpunt is de parkeerplaats bij het treinstation in Randa (1414 m). Het eerste stuk gaat langs de kerk door het bos naar boven. Het tweede gedeelte bestaat uit een gezekerd pad op een bergwand, waar je met behulp van kabels en beugels naar boven gaat. Een klettersteigset is niet nodig, maar omdat het hier gaat om een alpiene route zijn tredzekerheid en een goede conditie wel vereist. Ben je niet helemaal zeker van je zaak, gebruik dan toch een klettersteigset om jezelf of je kinderen te zekeren. Het derde deel van de tocht leidt door een klein blokkenveld naar de Domhütte SAC (2940 m). De route is aangegeven met borden en met wit-blauw-witte markering. De terugweg gaat over dezelfde route.
Met het openbaar vervoer kun je vanaf Utrecht in tien uur in Randa zijn. Kijk op www.bahn.com voor de dienstregeling. Meer informatie en tickets: www.treinreiswinkel.nl. Ga je vanaf Utrecht met de auto, dan moet je rekening houden met een rijafstand van 920 kilometer.
Accommodatie Een paar kilometer buiten Randa bevindt zich de camping Attermenzen, ook wel geschreven als Attermänze (www.camping-randa.ch). In het dorp zelf zijn appartementen en vakantiehuizen te huur. Kijk verder op www.zermatt.ch
Andere wandelingen Randa en de nabijgelegen plaatsen Täsch en Zermatt zijn uitvalsbases voor veel bergwandelen alpiene routes. Vaak leiden deze tochten naar een berghut. De routes staan ingetekend op de Wanderkarte Mischabel 284 T, een uitgave van Landeskarten der Schweiz.
Uitrusting Stevige wandelschoenen, wandelstokken, klettersteig-handschoenen, zonnebril, eventueel helm.
Documentatie • Klettersteige Schweiz, Iris Kürschner, Bergverlag Rother, 2004. Het boekje is ook verkrijgbaar in het Engels. • Landeskarte der Schweiz, Mischabel blad 284 T, 1:50000. • Landeskarte der Schweiz, Randa blad 1328, 1:25000. • www.domhuette.ch. Op deze website vind je informatie over de hut, zoals prijs en contactgegevens. • www.zermatt.ch
63
64
|
hoogtelijn 4-2010
|
Gr aubünden, z witserl and
|
T e k s t e n foto ’ s n i c o K l o p p e n b u r g
En route 5c+
Spazzacaldeira De Nederlanders die beneden in het dal moeiteloos door een 6b klommen, komen terug uit de route die ze op het oog hadden. Klimmen met nuts en friends is toch een tikje anders.
5c
5c
6a
5c
In de ‘Leni’ zitten genoeg haken. Maar toch: de eerste lengte moet je goed op wrijving staan en de haakafstanden zijn duidelijk groter dan in het dal. Met bewondering kijk ik hoe Annemiek in de richting van het relais gaat. Rob en José hebben intussen het tweede relais al bereikt. Ik kan lekker opwarmen aan de veilige kant van het touw. De tweede lengte is 6a en gaat langs een groot dak. Je kunt ook door het dak (6a+) en dat blijkt te doen. Annemieke mag de derde lengte klimmen: zigzag omhoog over platen naar de basis van een prachtige versnijding in de vorm van een maansikkel. We hebben afgesproken dat ik de laatste twee lengtes zal voorklimmen: de versnijding en een grote schoorsteen, die 5c+ is gewaardeerd. Dan gaat er toch nog wat fout. Ik besluit de laatste lengtes in één keer uit te klimmen en naar rechts te traverseren. Rob en José zitten daar al en hebben een goede abseilmogelijkheid
gevonden. Dat betekent dat ik Annemiek niet kan zien terwijl ze door de schoorsteen klimt. Ook verstaanbaar communiceren is er niet meer bij. De zekerheid die ze op de platen had is in één keer verdwenen. Met veel gezweet en gekreun worstelt ze zich naar boven. Kleine vlek op een prachtig route. Boven genieten we van het uitzicht over het Albignastuwmeer. Ik denk terug aan 1984, toen ik hier de ‘Steinfresserweg’ klom. Met daar achteraan de Fiamma. Mijn eerste alpiene sportklimroute, met toen in het routeboek nog maar een paar namen, en zeker niet de minsten. Ik had me geen mooier debuut kunnen wensen. In drie abseils staan we weer onder aan de rots. Snel met het liftje naar het dal, want de kinderen zijn in vertrouwde handen op het bergsportkamp achtergelaten. Onderweg scoren we een lekkere Engadiner Nusstorte en ’s middag liggen we met het hele gezin in een koel meertje. Vakantie! ▲
hoogtelijn 4-2010
|
En route
●
Rotsklimmen in Bergell Bergell is een rotsklimparadijs in het zuidoosten van Zwitserland, op de grens met Italië. Het is vooral bekend vanwege het mooie graniet. De Spazzacaldeira is een relatief kleine rotswand boven het Albignastuwmeer. De wand is te bereiken via de kabelbaan Pranzaira-Albigna (van 1 juni tot 30 september dagelijks van 7 tot 11:30 en van 13:15 tot 16:45) of door een wandeling van drie uur. Op de Spazzacaldeira lopen ruim dertig klimroutes die in lengte uiteenlopen van vijftig tot 250 meter. Ze zijn wisselend afgezekerd: de meeste routes kunnen zonder nuts en friends geklommen worden. De gemakkelijkste routes zijn 5c gewaardeerd en de moeilijkste 7a.
Route De Via Leni is 150 meter lang, de moeilijkste lengte is 6a. De route is goed gezekerd, maar de hakenafstanden zijn groter dan in een sportklimgebied. De gids van Sertori en Lisignoli, Nichts als granit, waardeert de zekering met S2 (op een schaal die loopt van 1 tot 6).
Abseilen over de route is mogelijk. Wij kozen voor een abseil vanaf het toprelais van de naastgelegen route Và col Vento. Naar beneden lopen kan ook, maar ook dan moet er een kort abseil worden gemaakt. Via Leni is geopend door Eggenberger, Bardill en Kilchör in 1981 en is één van de eerste ‘moderne’ routes die op de Spazzacaldeira werd geopend. Eenmaal boven op de Spazzacaldeira kun je zonder veel moeite de beroemde Dente of Fiamma klimmen. Vooral de fotogenieke Fiamma (5c+) is een geliefd doel.
Verblijf Er zijn campings in Bondo, Vicosoprano en Maloja. Die van Vicosoprano is het dichtstbij. Je kunt natuurlijk ook in de Capanna dal’Albigna overnachten. In het dal zijn diverse pensions en hotelletjes. Kijk op www.bregaglia.ch. Iets verderop bij Chiavenna ligt Camping Acquafraggia; de campingbaas is berggids en auteur van de hieronder genoemde klimgids. Kijk op: www.acquafraggia.com.
Documentatie Reis Vanaf Arnhem heb je minimaal twaalf uur nodig om met het openbaar vervoer in Vicosoprano te komen. Vanaf St Moritz is het nog een flinke busrit over de Malojapas. Kijk voor de dienstregeling op www.bahn.com; voor tickets en meer informatie: www.treinreiswinkel.nl. Met de auto is het een kleine 1000 kilometer, waarbij je over twee passen moet rijden.
• Nichts als granit, Masino Bergell Disgrazia, Klassische und moderne Klettereien, Mario Sertori en Guido Lisignoli, Verlag Versante Sud, 2007 • Landeskarte der Schweiz, blad 1296 Sciora, schaal 1:25.000 • Kompass Wanderkarte, nr 92 Chiavenna / Val Bregaglia
65
66
|
hoogtelijn 4-2010
|
Tekst Ernst Arbouw
|
foto Ernst Arbouw en Mieke Scharloo
Vuurproef voor
MSR PocketRocket
+ Snel + Erg licht en compact + Stevige beschermhoes – Kleine pannendragers – (Tijdelijk) niet in NL verkrijgbaar
Kovea Titanium Stove + Ingebouwde ontsteking – Zeer langzaam – Hoog verbruik – Doosje niet rugzakproof
M a r k t & M at e r i aa l
|
hoogtelijn 4-2010
|
gasbranders
Of je nou een soepje kookt voor de familie of sneeuw moet smelten in een ijzig noordwandbivak: je brander is je beste vriend. Hoogtelijn zette tien kleine gasbranders op een rijtje voor een vergelijkende test. Op het eerste gezicht lijken alle gasbranders op elkaar. Met hier een daar een uitschieter hebben ze min of meer dezelfde prijs en min of meer hetzelfde gewicht. Als je afgaat op de gegevens van de verschillende fabrikanten zijn ze bovendien nog eens allemaal min of meer even snel: de kooktijd van een liter water ligt meestal rond de vier minuten. Waarom zou je dan brandertjes gaan vergelijken? Omdat sommige gasbranders meer op elkaar lijken dan andere gasbranders. Zoals gezegd: er zijn altijd uitschieters. De meeste branders wegen bijvoorbeeld rond de 90 gram, maar er zijn ook modellen die bijna twee keer zo licht (Go System Fly Titanium) of juist twee keer zo zwaar zijn (Go System Venture). En de opgegeven kooktijd van rond de vier minuten lijkt voor de meeste
Kovea Titanium Superlight + Licht en compact – Zeer langzaam – Hoog verbruik – Kraantje schiet los
testmodellen binnenshuis vrij aardig te kloppen (zie tabel), maar je gebruikt je brander nou eenmaal niet binnenshuis onder laboratoriumomstandigheden. Meer dan genoeg reden dus voor een vergelijkende test. Globaal gezegd zijn er drie verschillende systemen voor kleine gasbranders: blikjes met schroefventiel, blikjes met ventiel zonder schroef en prikblikjes. Voor deze test hebben we alleen gekeken naar branders met een schroefaansluiting omdat die veelal speciaal ontworpen zijn voor bergsporters. De gasblikjes-met-schroefventiel zijn niet in alle landen even makkelijk verkrijgbaar. Vooral in Frankrijk wordt de markt gedomineerd door Campingaz, dat ventielblikjes zónder schroef en ouderwetse prikblikjes verkoopt. In de meeste
MSR SuperFly Stove
+ Ingebouwde ontsteking + Past ook op Campingaz-klikventiel – Zeer langzaam – Hoog verbruik
Optimus Crux
+ Lichte brander + Meegeleverd beschermhoesje – Geen uitblinker
67
68
|
hoogtelijn 4-2010
Branders met schroefkop
Prijs
Gewicht
Zak / Doos Snelheid
T1
T2
T3
T4
Tbinnen
Prijs
Gewicht Gewicht [9]
Gem.duur [min]
T1 [min]
T2 [min]
T3 [min]
T4 [min]
Tbinnen [min]
Kovea Titanium Stove
€ 49,95
92.1
36.5
15:13
12:37
30:00(*)
10:46
12:30
6:21
Kovea Titanium Stove Superlight
€ 39,95
54.8
x
11:08
9:14
14:24
9:10
11:46
5:20
MSR SuperFly Stove
€ 75,00
146.6
21.9
11:19
9:45
30:00(*)
7:46
14:26
4:46
MSR PocketRocket
€ 27,95
86.4
26.5
5:38
5:25
6:36
5:24
5:09
4:10
Optimus Crux
€ 49,95
87.7
26.5
6:46
6:06
6:31
6:30
8:00
4:24
Primus Express Stove
€ 44,95
128.2
13.6
6:32
7:38
6:18
5:37
4:57
3:41
Go System Venture
€ 29,95
185.5
x
6:45
5:44
7:58
7:35
7:26
4:40
Go System Fly Titanium
€ 49,95
47.4
x
6:52
6:16
7:32
6:03
7:40
4:43
Coleman F1 Power PZ
€ 59,95
145.3
12.8
5:02
x
x
4:59
5:06
3:15
Coleman F1 Lite
€ 44,95
74.8
9.6
5:16
x
x
5:49
4:43
3:42
berggebieden zijn schroefblikjes trouwens gewoon verkrijgbaar. In De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en de Scandinavische landen zou het vinden van schroefblikjes geen probleem moeten zijn. Twee branders in de test (Primus Express Stove en MSR SuperFly Stove) passen zowel op blikjes met een schroefventiel als op blikjes met een gewoon ventiel.
Coleman F1 Lite
+ Zuinigste brander in de test + Zeer snel + Relatief licht + Erg compact – Ontsnappend gas bij op- en afdraaien
Onthaastend Verschillende merken verkopen branders met een losse kop die op de grond staat en met een slang aan het tankje verbonden is. Dat heeft voordelen – extra stabiliteit – maar het heeft ook nadelen – extra gewicht en meer pakvolume. We hebben, juist vanwege het geringe gewicht en pakvolume, in deze test alleen gekeken naar
Coleman F1 Power PZ alleen getest met 200grams blikje
+ Snelste brander in de test + Beschermzakje – Zwaar – Ontsnappend gas bij op- en afdraaien
hoogtelijn 4 -2010
Gasverbruik/liter
G1
G2
G3
G4
Gasverbruik/liter [g]
G1 [g]
G2 [g]
G3 [g]
G4 [g]
43.6
36.3
55
31.5
51.7
32.7
29.9
36.3
30.2
34.4
44.4
38.6
55
32.5
51.7
22.7
23.7
23.6
22.6
21
26.8
24.6
24.8
26.9
30.7
21.6
23
21.8
22.4
19.3
30.7
31.4
28.4
32.6
30.4
25.6
25.6
25
24
28
30.6
x
x
25.3
35.9
21.2
x
x
21.1
21.3
branders die je rechtstreeks op de gastank schroeft. Er zijn vier punten waar je op moet letten als je een brander koopt: kooktijd, verbruik, gewicht en prijs. Van die vier punten zijn kooktijd en verbruik het belangrijkst. Een langzame brander verandert gauw van ‘onthaastend’ in ‘vervelend’. En daarna in ‘frustrerend’ en als je pech hebt zelfs in ‘levensbedreigend’. Houd bij het uitzoeken van
Primus Express Stove + Zeer zuinig + Past ook op Campingazklikventiel + Transportzakje – Relatief zwaar
een brander in je achterhoofd dat een lichte brander die veel gas verbruikt eigenlijk helemaal niet zo licht is. Al dat gas moet je ook meenemen, waardoor je de gewichtsbesparing al snel teniet doet. De prijs van een brandertje is zeker geen onbelangrijke factor, maar hij is wel ondergeschikt aan snelheid, verbruik en gewicht. Een brander gaat al snel tien jaar of meer mee. Ga niet voor een paar euro verschil op pad met een brander die eerst onthaastend is en dan vervelend en dan frustrerend en dan – nou ja, je snapt het. Net echt Voor de test hebben we vijf keer een liter water aan de kook gebracht, binnen én buiten, met twee verschillende merken en formaten gasblikjes. Iedere brander werd getest door buitenshuis twee keer een liter water aan de kook te brengen met een vol gasblikje van net geen 100 gram mengsel butaan- en propaangas. De blikjes werden voor en na elk gebruik gewogen om het gasverbruik te bepalen. Die hele procedure werd daarna herhaald met een gasblikje van 230 gram mengsel propaan-, isobutaan- en butaangas. Tot slot werden de branders nog een keer binnenshuis getest door een liter water aan de kook te brengen met de gebruikte 200 grams blikjes. Tijdens de buitentest was het zonnig, 22 graden Celcius en stond er een stevige bries. De branders stonden in de luwte van struiken, maar waren zeker niet windvrij. Net echt - bij geen enkele brander wordt een windschermpje geleverd. De vier buitentijden (T1 t/m T4) hebben we gemiddeld tot één snelheid. Hetzelfde deden we met het gasverbruik (G1 t/m G4). Alle gewichten werden bepaald met een geijkte laboratoriumweegschaal. Twee branders arriveerden een dag te laat voor de test, de Coleman F1 Power PZ en de Coleman F1 Lite. Die zijn daarom buitenshuis alleen uitgeprobeerd met een gasblikje van 200 gram. Daardoor kan de gemiddelde gemeten kooktijd iets korter zijn in vergelijking met andere branders. Twee keer zo snel In twee gevallen duurde het koken van een liter water op een gebruikt blikje zo lang, dat we het niet hebben afgewacht. De Kovea Titanium had voor de tweede kooktijd buiten met het 100 grams blikje meer dan 25 minuten nodig. En toen kookte het water nog niet. Bij de MSR SuperFly Stove hield het Hoogtelijn Testteam het na twintig minuten voor gezien. Ook toen kookte het water bij lange na niet. Beide
Go System Fly Titanium + Lichtste brander uit de test – Geen bijzondere prestaties
Go System Venture
+ Ontstekingsmechanisme – Zwaar – Geen uitblinker
|
69
70
|
hoogtelijn 4-2010
MSR PocketRocket Uit de handel Eén brander in deze test is in Nederland niet in de winkel verkrijgbaar, althans niet op dit moment. De MSR PocketRocket is begin 2009 op advies van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) uit de handel genomen. Een woordvoerster van de VWA zegt dat dat gebeurde omdat “de brander niet voldeed aan de eisen van de warenwet.” Wat er dan mis is met de brander, kon zij niet vertellen. Volgens Floris Ensink van MSR-importeur CJ Agencies is de PocketRocket alleen in Nederland uit de handel genomen. “Zodra je de grens overgaat naar Duitsland of België kun je hem in de eerste de beste buitensportzaak kopen.” Ensink zegt dat er drie redenen waren om de PocketRocket terug te roepen: een waarschuwingslabel dat bij verkoop aan de brander moet zitten zou ‘onvoldoende duurzaam’ bevestigd zijn. Daarnaast zou er door zogeheten afvlammen – het ontstaan van ruimte tussen de brander en de vlam – kans zijn op onvolledige verbranding van het gas. Volgens inspecteurs van de VWA
Brandersystemen De laatste twee jaar zijn er twee opvallende nieuwe gasbranders op de markt gekomen: het Jetboil Personal Cooking System en de MSR Reactor. Beide modellen bestaan uit een systeem waarbij de brander en de pan een geïntegreerd geheel vormen. Bij de Jetboil zit de pan vastgeklemd op een speciale ring die de warmte van de vlam zo efficiënt mogelijk moet doorgeven. MSR gaat nog een stapje verder: de reactor heeft geen open vlam, maar werkt met een systeem dat je nog het best kunt vergelijken met een gloeiend straalkacheltje. De pan wordt daar los bovenop gezet. In de test bleken beide branders razendsnel en extreem zuinig. De Jetboil deed gemiddeld 2:11 minuten over het koken van een halve liter water (het maximale volume dat je veilig aan de kook kunt brengen in de meegeleverde pan; het totale volume is 1 liter). Het gemiddelde verbruik was 5,2 gram gas voor een halve liter. De Reactor wordt geleverd met een pan van 1,5 liter (maximaal 1 liter aan de kook brengen), maar werd om een goede vergelijking te kunnen maken ook getest met een halve liter. De brander had gemiddeld 1:30 minuten nodig voor het aan de kook brengen van een halve liter. Daarvoor was wel iets meer gas nodig: gemiddeld 7,3 gram. Beide branders presteerden buiten nauwelijks slechter dan binnen. Ze zijn dus veel minder windgevoelig dan de ‘gewone’ gasbranders. Een pluspunt van de Jetboil, tot slot, is het ontstekingsmechanisme;
branders kregen bij het berekenen van de gemiddelde kooktijd een ‘straftijd’ van dertig minuten. Voor het berekenen van het gemiddelde verbruik kregen beide branders een ‘strafwaarde’ van 55 gram. Om een idee te krijgen van de windgevoeligheid hebben we de branders daarna nog een keer binnenshuis getest (Tbinnen). Hoewel de vijfde kooktijd alleen een globale indicatie is – de gasblikjes waren al gebruikt om twee liter water mee te koken – zijn er opvallende verschillen te zien. De snelste brander (Coleman F1 Power PZ) is bijna twee keer zo snel als de langzaamste brander (Kovea Titanium).
zou bovendien de kans op het vrijkomen van het giftige koolmonoxide 0,02 procent boven de toegestane waarde liggen (0,14 procent in plaats van 0,12 procent). MSR heeft de brander inmiddels bij drie verschillende CE-keuringsinstanties aangeboden om opnieuw te laten testen. Volgens Ensink weigert de VWA tot dusverre mee te werken aan een hertest. Omdat de brander in het buitenland en online gewoon verkrijgbaar is, hebben we de brander toch opgenomen in de test. Lopen mensen die via internet een PocketRocket kopen nu accuut gevaar? Nee. Ensink benadrukt dat de MSR PocketRocket beschikt over een CE- en een TÜV-keurmerk. “En wat nog frappanter is: in de Verenigde Staten mag de brander gewoon verkocht worden, terwijl de normen daar nog strenger zijn dan hier.”
ook onder moeilijke omstandigheden krijg je de brander gemakkelijk aan de praat. Beide brandersystemen hebben ook nadelen. In de eerste plaats zijn ze zwaar. De Jetboil weegt 397 gram, de MSR Reactor weegt maar liefst 540 gram. Dat is veel, zelfs als je rekening houdt met het feit dat je geen afzonderlijke pan meer hoeft mee te nemen. Als gewicht een belangrijke factor is kunnen ze alleen interessant worden als je door het geringe gasverbruik minder gasblikjes hoeft mee te nemen. Verder heeft de Jetboil als nadeel dat hij standaard wordt geleverd met een wel erg klein pannetje. Een halve liter is nauwelijks genoeg voor een eenpersoons soepje, laat staan voor een hele maaltijd. Er zijn weliswaar grotere pannen verkrijgbaar, maar dat betekent een extra investering en vanzelfsprekend extra gewicht.
In de testtabel is verder nog een kolom opgenomen voor bijgeleverde extra’s. Verschillende branders hebben een automatische ontsteking (a) of worden geleverd in een doosje (d) of een nylon zakje (z). ▲
Kijk voor merk - en dealerinformatie op www.hoogtelijn.nl.
hoogtelijn 4 -2010
|
NKBV ledeninformatie W W W. N K B V. N L | J U N I
HOOGTELIJN tijdschrif t van de koninklijke nederl andse klim- en bergsport vereniging
2010
| NR
3
w w w. n k b v. n l | s e p t e m b e r
2010
| nr
4
Hoogtelijn
MIJN NKBV
tijdschrif t van de koninklijke nederl andse klim- en bergsport vereniging
Bent u al op de hoogte van de gemakken van MIJN NKBV op NKBV.nl? In MIJN NKBV kunt u uw profiel bekijken en wijzigen, gezinsleden aanmelden voor het lidmaatschap en uw adreswijziging doorgeven. Kijk snel op www.nkbv.nl/mijn-nkbv of uw gegevens juist zijn.
Mensenwerk
Bergvakantie ten zuiden van Mont Blanc
Schnitzeljacht in de Lienzer Dolomieten Nieuwste klettersteigsets Spot me! Bouldertips
Klimmen op stuwdammen Bahn klettersteigen op de Zugspitse Spoorwandelen vanuit de Bernina-express
Voordelen van het NKBV-lidmaatschap • Tot 50 % korting op overnachtingprijzen in hutten • Korting in diverse klimhallen • Zeer voordelige reis- en annuleringsverzekeringen • Gratis bergsportmagazine Hoogtelijn, vijf keer per jaar • Deelname aan Bergsportreizen.nl met cursussen en tochten • Regionaal activiteitenprogramma • 24 uur per dag klim- en bergsportnieuws op NKBV.nl • Klim- en bergsportinformatienummer 0348-409521 • Gespecialiseerde klim- en bergsportbibliotheken en informatiecentra verspreid in het land • Toegang tot klimmassieven in België • Toegang tot deelname aan sportklimwedstrijden • Gratis kennismakingsles sportklimmen bij Mountain Network • Kaderopleidingen • Korting op abonnementen van Blok, Blad over Klimmen • Ondersteuning van de infrastructuur (onderhoud van hutten, paden en routes) in de Alpen
Goed verzekerd in 2011 Indien u vóór 1 november 2010 een machtiging voor automatische incasso afgeeft voor uw lidmaatschap en verzekering, bent u er zeker van dat uw verzekering tijdig wordt verlengd voor 2011. U kunt een machtiging afgeven via: http://www.nkbv.nl/Vereniging/Lidmaatschap/4436.html
Gratis lid tot eind 2010 Als u ná 1 oktober lid wordt van de NKBV, betaalt u pas vanaf januari 2011 contributie. De premie van de verzekering is voor een lid vanaf 18 jaar € 23,50 tot het eind van 2010. Aanmelden voor deze actie kan na 1 oktober via: www.nkbv.nl/aanmelden.
Schade of verlies Download het schadeformulier van de NKBV-website, onder de kop reisverzekering. Hier kunt u ook de polisvoorwaarden downloaden. Voor specifieke vragen kunt u contact opnemen met Hienfeld, 020-5469469.
Opzeggen NKBV lidmaatschap Indien u het lidmaatschap voor 2011 niet wilt verlengen, kunt u dat ons uiterlijk tot 1 november laten weten middels het opzegformulier. Na deze datum wordt uw opzegging verwerkt per 1 januari 2012. Het ingevulde formulier kunt u opsturen naar NKBV, Postbus 225, 3440 AE te Woerden of mailen naar sportservice@nkbv.nl. Binnen 14 dagen na ontvangst van uw opzegging, ontvangt u een schriftelijke bevestiging per post. Het opzegformulier kunt u vinden op www.nkbv.nl/vereniging/lidmaatschap/opzeggen.
Crans-Montana (CH) Bij Crans-Montana (CH) te huur: Knus, zonnig chalet, 3 slaapkamers, 2 badkamers, tuin. Rustige ligging, prachtig uitzicht. Skiën, wandelen, alle niveaus. 0653767786, info@mrookhuizen.nl LES TROIS VALLÉES, MÉRIBEL Gerestaureerd, meer dan 200 jaar oud huis, met tuin op zuiden, terrassen, balkons en 2 garages. Vlak bij 17e eeuwse kerk van Les Allues (1.125m). Met cabineskilift (5 min lopen) naar het hart van het schitterende skigebied (600 km piste). Te huur: 2 zeer comfortabele appartementen, 4-6 en 6 pers., 60 resp. 67 m2. Telefoon 06 10 561 222 en www.ski3vallees.nl
71
Machtig | Huttentocht Kitzsteinhorn, Kaprun, Oostenrijk - Eén van de 63 routereportages van Op Pad
Beleef het zelf
Reisreportages Dichtbij en ver weg Tests & Routes Beleefoppad.nl
Eén jaar Op Pad voor € 25,-?
Verstuur de bon in een envelop zonder postzegel naar: Op Pad Contact
Ja, ik wil graag 8x Op Pad ontvangen voor maar ¤ 25,Naam/Voorletters
M/V
Adres
Bank/Gironr. Datum
Postcode Geb. datum
Center, Antwoordnummer 93034, 2509 VB Den Haag
-
Handtekening
Woonplaats -
-
Telefoon
-
E-mailadres ANWB Lid? Nee
Ja, nr.
OPHG
Ja, ik wil graag de Op Pad nieuwsbrief ontvangen.
Op Pad verschijnt 8 maal per jaar. De normale prijs voor een jaarabonnement is € 43,90 (niet-leden: € 45,90). De betaling geschiedt op dezelfde wijze als uw andere betalingen aan de ANWB. Niet-leden ontvangen een acceptgiro. Het abonnement wordt automatisch omgezet in een vast abonnement tenzij u voor ontvangst van het laatste nummer laat weten hiervan af te zien. Dit aanbod is geldig van 01-09-2010 tot en met 31-12-2010. Abonnees in België betalen €7,- verzendkosten per jaar.
O n d e r r e d a c t i e va n p i e t e r d i r k s z e n s j o r s k u r v e r s
|
h oo g t e l i j n 4 - 2 0 1 0
|
Recensies & signalementen Kinderboek
Lessons learned?
Als je geïnteresseerd bent in de natuur in de Alpen kan dit boek je veel leren. Er staat ook in wat je zoal in je rugzak moet stoppen als je een flinke bergwandeling, met eventueel een overnachting, wilt maken. Waar je op moet letten en welke moeilijkheden je onderweg kunt tegenkomen. Bovendien zit er een spannend verhaal in verstopt waarin mensen gered worden met een helikopter.
In het boek K2 met ondertitel ‘Life and death on the world’s most dangerous mountain’ wordt de geschiedenis van een aantal opmerkelijke expedities naar de K2 beschreven. Viesturs heeft zelf als eerste Amerikaan alle achtduizenders beklommen en Roberts is schrijver van een groot aantal boeken en artikelen over bergbeklimmen. Omdat Viesturs zelf de K2 in 1992 heeft beklommen, kan hij met voldoende autoriteit vertellen over de gebeurtenissen tijdens een aantal expedities.
Lees de recensie op www.hoogtelijn.nl, klik op de cover van Hoogtelijn 4/2010
Lees de recensie op www.hoogtelijn.nl, klik op de cover van Hoogtelijn 4/2010
Spanning in de Alpen Rob van Tilburg Eigen uitgave ISBN 978-9-4608-9457-2 € 15,95
K2 – Life and death on the world’s most dangerous mountain Ed Viesturs en David Roberts, Broadway Books, 2009, New York, ISBN 978-0-7679-3250-9 € 25,- (hardback-editie)
Der Saar-Hunsrück Steig Günter Schmitt, PVS Edition, 2008, ISBN 978-3-9378-1106-2 Een boek vol met foto’s die veel indrukken geven van het wandellandschap in het Saarland en de Hunsrück. Ook veel informatie over de horeca onderweg. Met 1:50.000 kaartjes met daarop de route tussen Orscholz en Trier aangegeven. Tip voor de herfstvakantie.
Wanderungen durch die Rhön Günter Rinke, Michael Imhof Verlag, 2009, ISBN 978-3-9372-5177-6 De Rhön ligt ten zuidoosten van het Sauerland. De grootste stad in de buurt is Fulda. In deze gids zijn alle lange-afstandspaden van de Rhönklub opgenomen. De lengte van de tochten variëren van 60 kilometer tot ruim 160 kilometer. Ook leuk voor de herfstvakantie.
Top 50 mooiste wandelingen in Nederland Joop Duijs, Realitybites, 2010, ISBN 978-9-0851-0903-7 In dit boek worden 50 wandelingen door geheel Nederland gepresenteerd. Deze wandelgids is een bundeling van de wandelingen gepubliceerd in de Telegraaf. De kaartjes zijn eenvoudig. De wandelingen zijn tussen de 10 en 25 kilometer lang. Bijzonder is dat Duijs bij de wandelingen het aandeel verhard / onverhard aangeeft.
Klettern am Trog- & Rosskofel H.Pieler en I.Neumann, Edition Neumann, 2009, ISBN 978-3-9015-3317-4 De Trogkofel en Rosskofel liggen in het grensgebied van Oostenrijk en Italië, de Karnische Alpen. Er staan 80 routes in de gids. De informatie gaat over de rotskwaliteit, expositie, kwaliteit van de haken en afstand tussen haken. De routes zijn op foto’s aangegeven.
Cuba Climbing Aníbal Fernández en Armando Menocal, Quickdraw Publications, 2009, ISBN 978-0-9732-5936-0 Een aanstekelijke klimgids met een toeristische inleiding op een verrassende locatie. De topo’s zijn foto’s en de routebeschrijving zijn erg kort. Gelukkig staat er nog wel of de routes ’s morgens dan wel ’s middag door de zon worden beschenen.
INTERNET Kijk voor meer recensies en signalementen op www.hoogtelijn.nl. Klik op de cover van Hoogtelijn 4/2010 en kies Recensies & Signalementen.
73
74
|
hoogtelijn 4-2010
Vooruitblik
Hoogtelijn is het officiële tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV) Het verschijnt vijf keer per jaar, in februari, april, juni, september en november.
Hoogtelijn 5-2010 verschijnt 19 november
Toerlanglaufen
Rondane
Artikelen en bijdragen in Hoogtelijn zijn op persoonlijke titel geschreven tenzij anders vermeld. Niet elk(e) artikel of bijdrage van een redacteur of andere schrijver geeft per definitie de mening of het standpunt van de Koninklijke NKBV weer. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht heeft, zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn. Redactie Peter Daalder (hoofdredacteur), Mieke Scharloo (eindredacteur), Ernst Arbouw, Pieter Dirksz (penning meester), Frank Husslage, Moniek Janssen, Ico Kloppenburg, Sjors Kurvers, Bram Munnichs, Ivar Schute. Medewerkers Jody Hagenbeek, Peter uijt de Haag, Christine Tamminga, Arnold Tang, Milka van der Valk Bouman (correctie), Saskia Gottenbos (cartografie), Toon Hezemans (cartoon); Martijn Schell. Redactie-adres NKBV-Bureau, t.a.v. Secretariaat Hoogtelijn Postbus 225, 3440 AE Woerden E-mail redactie Hoogtelijn: hoogtelijn@nkbv.nl
Winterbeklimming
Cosmique Yellowstone onder nul
NKBV-bureau Open ma t/m vrij 9.00-12.30 uur en 13.00-16.00 uur Telefonisch bereikbaar: ma 13.00- 16.00 uur di t/m vrij 10.00 – 12.30 uur en 13.00 –16.00 uur Bezoekadres: Houttuinlaan 16-A, 3447 GM Woerden Postadres: postbus 225, 3440 AE Woerden Tel: 0348-409521 /Fax: 0348-409534 Giro: NKBV: 534744 /Bank: NKBV: 22.53.37.274 E-mail: info@nkbv.nl / Homepage: www.nkbv.nl Toppers € 3,- per 30 tekens, min € 9,- per Topper. Download het opgaveformulier van de website: www.nkbv.nl/tijdschrift/toppers of vraag het aan via 0348-409521 Sluitingsdata Toppers nr 2010/5: 20 oktober 10.00 uur nr 2010/6: 14 januari 2011 10.00 uur Advertentie exploitatie ManagementMedia BV, Emmastraat 61, postbus 1932, 1200 BX Hilversum tel: 035-6232756, fax: 035 6232401 Olger Kooring & Peter Dierdorp olger.kooring@managementmedia.nl peter.dierdorp@managementmedia.nl vormgeving Studio ManagementMedia, Meta Pols, Edith van de Giessen (art director). Druk: Senefelder Misset, Doetinchem
Historisch:
Basiskamp Reschensee
Klauteraars van Cortina
Sneeuwschoenlopen en schaatsen op hoogte
Oplage: 35.500 ISSN: 1387-862X Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn.
www.eoft.nl
TE H E T G R O OT S IVAL T S E F M IL F E R U T N E V D A IN EUROPA!
presented by:
11-10 13-10 14-10 15-10
GRONINGEN ENSCHEDE AMSTERDAM DEN HAAG
17-10 UTRECHT Kaarten 12 EUR in de voorverkoop verkrijgbaar bij Bever Zwerfsport*, 14 EUR aan de avondkassa. *Kaarten alleen te koop in de stad waar de film draait.
Meer info: www.bever.nl/eoft
18-10 ROTTERDAM 19-10 VENLO
De Oosterpoort, 20.00 uur Cinestar, 20.00 uur Pakhuis de Zwijger, 20.00 uur Theater Concordia, 19.00 en 22.00 uur RASA Cultuur Centrum, 16.00 en 20.00 uur Theater Zuidplein, 20.00 uur ‘t Raodhoes Blerick, 20.00 uur
De vernieuwde definitie van draagcomfort.
TFX Cerro Torre 65:85 De AdaptiveFit schouderbanden passen altijd perfect - ook rond jouw schouders!
Nieuw centraal ventilatiekanaal
Optimale bewegingsvrijheid in moeilijk terrein dankzij de nieuwe TorsoMotion heupband
Dankzij het Torso Fit System kan een TFXrugzak voor iedereen exact op maat worden afgesteld
Onze veelbekroonde TFX-trekkingrugzakken zijn verkrijgbaar in ergonomische verantwoorde uitvoeringen voor mannen en vrouwen (ND) en vaak ook in een extralange (XL) versie. Ze zijn bovendien aanmerkelijk lichter dan voorheen. Hun optimale draagcomfort is het gevolg van hun perfecte pasvorm, waaraan de AdpativeFit速-technologie in schouder- en heupbanden en de eenvoudige individuele Torso Fit ruglengteverstelling in hoge mate bijdragen. TFX is alleen maar beter geworden. Ga voor meer informatie over ons complete rugzakkenaanbod naar www.rugzak.nl. Daar vind je ook een overzicht van de betere buitensportzaken waar je Lowe Alpine rugzakken kunt passen en kopen.
Onze AdaptiveFit heupband vormt zich bij het aansnoeren helemaal vanzelf precies rondom je heupen