NKBV Hoogtelijn November 2008

Page 1

W W W. N K B V. N L | N O V E M B E R

2008

HOOGTELIJN tijdschrif t van de koninklijke nederl andse klim- en bergsport vereniging

Vogezen: zwerven over sneeuwballons

Winterklimmen in de Vercors ToerskiÍn: Atomatikpulver in de Allgäu Wat je moet weten van sportklimschoentjes

| NR

5


2

|

HOOGTELIJN 5-2008

d de boer

Inhoud Op de hoogte

4

Toerskiën Allgäuer Alpen

12

Winterklimmen Vercors

18

Sneeuwschoenlopen Vogezen

22

Vijfkamp in La Plagne

28

Focus

34

Tips om warm te blijven

36

Afscheid Brandweerkazerne

40

Wandelen op de Rothaarsteig

42

Gemarkeerd

46

Plan je kidstocht

48

En route

52

Sportklimschoentjes

56

Markt & Materiaal

60

Recensies & Signalementen

62

Ledeninformatie

65

Vooruitblik

66

22

Zwerven over de sneeuwballons van de Vogezen

36

Koud? Tips om warm te blijven

48

Trektochten met kinderen organiseer je zo

Vogezen: balkon Alpenzicht Foto: Frank Husslage

Kijk voor meer informatie op www.nkbv.nl of www.hoogtelijn.nl


HOOGTELIJN 5-2008

|

OMKEREN Dit stukje komt met een belangrijke disclaimer: het onderstaande verhaaltje is geen metafoor. Het bevat geen versluierde boodschap en geen vermomde wijze les. Dit verhaal gaat niet over metrotunnels of goederenspoorwegen of over wat dan ook. Het is gewoon een verhaaltje. Het verhaal begint in de laatste week van juni, op een warme zomeravond. Onder de klimopstruiken van de hoofdredacteur vieren we de eindejaarsborrel van de Groningse universiteitskrant. Collega’s en studenten, gierzwaluwen en vleermuizen. Tussen de wijn, het bier, de zelfgemaakte hapjes en de hoogoplopende voetbaldiscussies – het Nederlands Elftal is net uit het EK geknikkerd en dat moet uitgebreid geëvalueerd worden – stelt een van de studenten een vraag waar ik even over moet nadenken: “Op welke beklimming ben je nou echt trots?” Pijnlijk lange stilte. Er zijn voldoende tochten waar ik met plezier op terugkijk, maar dat betekent nog niet dat ik trots ben. Trots is meer iets voor als je de noordwand van de Changabang beklommen hebt. In de winter. Solo.

42

Multi-weekendproject

56

Wat je moet weten over sportklimschoentjes

Ik kijk vooral met trots terug op m’n afdalingen. Afdalingen zijn veel moeilijker dan beklimmingen. Vooral gedwongen afdalingen, als je tussen donderslagen of voorbijsuizende stenen een weg naar beneden moet zoeken. Of als je langs lawinegevaarlijke sneeuwhellingen terug moet naar het dal. Dat zijn de tochten waarbij je alles wat je hebt uit de kast moet halen en het zijn ook de tochten waarvan ik me nog steeds ieder detail nauwkeurig voor de geest kan halen. Ieder treetje en stapje, iedere afzonderlijke haak, het holle geluid van de sneeuw. Als je goed wilt leren klimmen, moet je vooral afdalen, het liefst in een onweersbui of een sneeuwstorm, of met een gebroken arm. Niet leuk, maar je leert er wel van: route-inzicht, doorzettingsvermogen, beslissingen nemen. Van tegenslag word je creatief. Toegegeven: het klinkt bijna als een metafoor, maar dat is het nog steeds niet. Het is gewoon een verhaaltje. Ernst Arbouw Redacteur Hoogtelijn

3


Heb je nieuws voor Op de Hoogte, mail het naar opdehoogte@nkbv.nl Alle links die in deze rubriek worden genoemd kun je ook vinden op www.hoogtelijn.nl onder Hoogtelijn 5/2008 door in de inhoudsopgave op ‘Op de Hoogte’ te klikken. Meer bergnieuws op www.nkbv.nl

©Mieke Scharloo

©Rogier van Rijn

LAWINE-AIRBAG REDT LEVENS

ROGIER VAN RIJN BOORT ROUTE

Terwijl in de Alpen de eerste sneeuw alweer gevallen is, en klimmers, toerskiërs en wandelaars zich voorbereiden op barre tochten in de sneeuw, komt het Zwitserse Instituut voor Sneeuw en Lawineonderzoek SLF met uitkomsten van onderzoek naar zogeheten lawine-airbags. De Zwitsers bestudeerden de gegevens van 167 lawines waarbij in totaal 241 slachtoffers betrokken waren. Van die slachtoffers gebruikten 180 mensen een airbag, 177 van hen overleefden de lawine – een score van meer dan 98 procent. Normaalgesproken is de overlevingskans voor lawineslachtoffers ongeveer één op drie. Een lawine-airbag werkt op twee manieren. In de eerste plaats zorgt de opgeblazen airbag voor extra drijfvermogen, waardoor er minder kans is om onder de sneeuw bedolven te raken. In de tweede plaats beschermt de airbag het hoofd, de nek en de borst van een slachtoffer waardoor de kans op letsel afneemt. Een kleine relatievering is wel op z’n plaats: een airbag kan nooit een vervanging zijn voor standaard veiligheidsuitrusting (pieps, schep, sonde, EHBO-set) en is al helemaal geen vervanging van ouderwets gezond verstand. Een overlevingskans van 98 procent is spectaculair hoog, maar het betekent tegelijk een sterftekans van twee procent. Dat is betrekkelijk hoog voor een vrijetijdsbesteding. Stel je voor vertrek op de hoogte van het plaatselijke lawinegevaar en wees dapper genoeg om je tocht af te blazen. Je kunt je airbag altijd nog meenemen als party piece voor in de skihut of het bubbelbad.

Rogier van Rijn heeft met steun van onder andere de NKBV op de Tête d’Aval vlakbij Briançon een nieuwe route behaakt: Le Grand Blond et Co. “De route beslaat 15 touwlengtes, overbrugt 400 meter en kent een obligatoire waardering van 6b voor een max van 6c+,” aldus de Nederlandse Fransman. Omdat het om technische klim gaat, schat hij in dat je zo’n zes uur nodig hebt om de lijn helemaal vrij uit te klimmen. Meer info: www.rogiervanrij.com/wordpress

©Rogier van Rijn

4

VOOR NKBV’ERS DOORLOPENDE ANNULERINGSKOSTENVERZEKERING NKBV’ers kunnen nu ook voordelig een doorlopende annuleringsverzekering afsluiten via de vereniging. In combinatie met de doorlopende reisverzekering met bergsportdekking betalen leden slechts 40 euro per jaar voor deze verzekering. Hij is bedoeld voor het afdekken van annuleringskosten die in rekening worden gebracht als een reis onverhoopt niet door kan gaan. Meer info: www.nkbv.nl/vereniging/verzekering/annuleringsverzekering


O N D E R R E D A C T I E VA N E R N S T A R B O U W

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

© Archief LMC

Op de hoogte AALBEEKSE ALPENBOYS WINNEN LMC! De negende editie van de Limburg Mountain Challenge (LMC), op 3 en 4 oktober, is dit jaar gewonnen door het team Ook Zonder Dames Snel van de Aalbeekse Alpenboys. De LMC is een jaarlijks terugkerende megawedstrijd voor bergsporters in het zuiden des lands. Aan de wedstrijd deden acht teams van verschillende Limburgse alpenclubs mee. Het winnende viertal, Rob van Wijk, Bart Smeets, Frans Hool en Hoogtelijncartoonist Toon Hezemans voltooide de race in 21 uur. De LMC bestond dit jaar uit een oriëntatierun, een bivak bij -8°C op de piste van skicentrum Snowworld in Landgraaf, een mountainbiketocht en verschillende speciale opdrachten zoals het maken van een touwbrug, run-and-bike, ‘spletenredding’ en ‘hutbevoorrading’. Meer informatie: knav98.climbing.nl/lmc/

Aalbeekse Alpenboys in actie

MONK IS OPEN – NU ECHT…

Expeditieklimmers lopen bij iedere beklimming subtiele hersenschade op. Dat zeggen Italiaanse neurologen na het onderzoeken van topklimmers. Het onderzoek bevestigt een eerdere conclusie van een team van Spaanse wetenschappers, twee jaar geleden. De uitkomsten van het Italiaanse onderzoek zijn afgelopen maand gepubliceerd in het European Journal of Neurology. De klimmers die deelnamen aan het onderzoek werden voorafgaand aan een expeditie onderzocht op mogelijke neurologische afwijkingen. Daarnaast werden hun hersenen in kaart gebracht met behulp van een MRI-scanner. Deze gegevens werden vergeleken met die van een controlegroep van mensen van dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht die nooit boven de drieduizend meter waren geweest. Acht weken na thuiskomst werden de klimmers opnieuw onderzocht. De neurologen vonden subtiele afwijkingen in de Gyrus angularis, een hersengebied dat een rol speelt bij taalgebruik, en in de zogeheten piramidecellen in de motorische cortex. De onderzochte klimmers hadden ondanks de veranderingen in hun hersenweefsel geen waarneembare neurologische problemen. Volgens onderzoeksleider dr Margherita Di Paola wijzen de verschillen tussen de klimmers en de controlegroep en de verschillen tussen de ‘voor’ en ‘na’ scans mogelijk op progressieve hersenschade die het gevolg is van langdurig zuurstoftekort. Van de deelnemende klimmers bereikten drie een top van boven de achtduizend meter. De rest bereikte hoogtes van minstens 7500 meter. Alle deelnemers aan het onderzoek waren meer dan vijftien dagen boven de 6500 metergrens.

De Eindhovense boulderhal Monk is nu echt – ja echt – open. Deze eerste boulderhal van Nederland, gevestigd op Strijp S in Eindhoven, werd zaterdag 4 oktober officieel in gebruik genomen. De bouldergym opende zijn deuren voor het eerst in september 2007, maar moest destijds een dag later op last van de gemeente weer dicht. In een nabijgelegen bedrijf werd gewerkt met chemicaliën en daarom weigerde de gemeente de benodigde vergunningen te verlenen. Uiteindelijk werd in samenspraak met de gemeente Eindhoven een nieuwe locatie gevonden waardoor de hal, een jaar later dan gepland, alsnog de deuren kon openen. Omdat Monk een belangrijke trainingslocatie is voor het Nederlands Team ontving het Monk Team tijdens de officiële opening een cheque uit handen van NKBVdirecteur Stan Stolwerk. In samenwerking met de NKBV en de gemeente Eindhoven zal Monk zich ontwikkelen tot nationaal trainingcentrum voor het Nederlands Team. De hal is zeven dagen per week geopend. Voor meer informatie over openingstijden, toegangsprijzen en activiteiten: www.monkbouldergym.nl Monk-bouldergym. blog.monkbouldergym.nl ©Boudewijn Bollman

HOGE BERGEN SLECHT VOOR BREIN

TOP PRESTATIES? Profileer je met de bergsport en word Vriend van de NKBV

5


6

|

HOOGTELIJN 5-2008

Op de hoogte

Vierduizenders: Schreckhorn en Finsteraarhorn.

RECORDTIJD VOOR BEKLIMMING ALLE 4000-ERS Hoeveel tijd zou het kosten om alle vierduizenders in de Alpen te beklimmen? De meeste bergsporters voltooien hun lijstje nooit en het selecte geelschap dat het wel haalt, heeft er meestal tientallen jaren voor nodig. Zo niet de Italianen Franco Nicolini en Diego Giovanni. Zij beklommen de 82 alpentoppen in slechts zestig dagen. Daarmee verpulverden ze de oude recordtijd van 102 dagen, op naam van de Sloveense alpinist Miha Valic. Nicolini en Giovanni voltooiden hun tocht geheel op eigen kracht; voor het vervoer maakten zij alleen gebruik van ski’s en fietsen. In totaal overbrugde het tweetal 90.000 hoogtemeters.

VAN MAASTRICHT OMGEKOMEN

©Archief Ruud van Maastricht

NKBV-lid Ruud van Maastricht is 10 september onverwacht overleden terwijl hij bezig was aan een fietstocht naar Rome. Van Maastricht was jarenlang actief als kaderlid in de regio Haaglanden en was in de jaren zeventig en tachtig betrokken bij expedities naar de Istor-O-Nal (7373 meter) in de Hindukush in Pakistan en naar de Huascaran Sur in de Peruaanse Andes. Hij behoorde bovendien tot het groepje Haagse bergsporters dat aan het begin van de jaren zeventig het klimmen in Sy ontdekte. Hij was een van de initiatiefnemers voor de totstandkoming van de Tukhut. Aan het begin van de jaren tachtig keerde Van Maastricht het expeditieklimmen de rug toe en legde hij zich toe op het organiseren van Vreemde Voettochten op verschillende continenten. Daarnaast heeft hij jarenlang meegewerkt aan de bergsportbasiscursus van regio Haaglanden.

Directeur Stan Stolwerk heeft 22 oktober de aftrap gegeven voor de uitvoering van het sponsorplan van de NKBV. Behalve de inkomsten uit contributies wil de NKBV in de nabije toekomst ook andere bronnen aanboren om haar financiële basis gezond te houden. Daarom zoekt de NKBV samenwerking met het bedrijfsleven. Het sponsorplan kent drie opties. Bedrijven kunnen vriend, sponsor of partner van de NKBV worden. “Deze varianten bieden diverse mogelijkheden voor exposure en naamsbekendheid, relatiemarketing, branding, sales en b2b. Voor 7.500 euro kunnen bedrijven al instappen,” aldus een enthousiaste Stolwerk. Volgens de directeur is de klim- en bergsport goed inzetbaar voor de marketing en communicatie van menig bedrijf. “Kijk om je heen: veel bedrijven gebruiken onze sport al in hun campagnes als metafoor voor hun activiteiten. We zijn inmiddels in gesprek met een aantal bedrijven. Onze benadering wordt positief ontvangen omdat we nadrukkelijk in overleg met zo’n bedrijf naar de ideale match kijken; maatwerk is daarbij ons uitgangspunt.” Stolwerk is zeker van zijn zaak. Hij daagt ook andere directeuren, marketingmanagers en beslissers uit om hem te benaderen voor samenwerking: “Ik weet zeker dat we een goede propositie hebben.” Interesse? Bel Stan Stolwerk en bespreek wat de NKBV voor uw marketing en communicatiestrategie kan betekenen. Tel. 0348-484073. Mailen kan natuurlijk ook: Stan Stolwerk stan.stolwerk@nkbv.nl

PRINS WILLIAM REDDER IN NOOD Britse bergsporters die in problemen raken, kunnen sinds kort uitzien naar hulp van `hun toekomstige koning. Prins William, de oudste zoon van kroonprins Charles, begint in januari 2009 met een opleiding tot reddingspiloot in dienst van de Royal Air Force (RAF). Als de prins zijn opleiding voltooit, kan hij in de loop van 2010 aan de slag als piloot in een Sea King Search and Rescue (SAR) helikopter. Dergelijke helikopters worden door de Britse luchtmacht ingezet voor hulp aan klimmers en wandelaars in afgelegen berggebieden, bij reddingsoperaties op zee en voor evacuaties tijdens overstromingen. William (26) is op dit moment nog in dienst van de Britse landmacht. Zijn overstap naar de RAF noemde hij “een goede manier om binnen de strijdkrachten operationeel te zijn en tegelijkertijd bij te dragen aan een onmisbaar onderdeel van de hulpverlening in ons land.” Prins William is sinds mei 2007 beschermheer van de Mountain Rescue Teams in Engeland en Wales.

© Joost Hofman

© Swissimage

SPONSORPLAN NKBV VAN START


O N D E R R E D A C T I E VA N E R N S T A R B O U W

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

7

HONDERDEN BERGLOPERS VERMIST IN LAKE DISTRICT ‘Honderden sporters Engeland vermist,’ kopten nieuwssites op zondag 26 oktober. Bij de Original Mountain Marathon (OMM) in het Engelse Lake District waren volgens de berichten 1700 hardlopers vermist geraakt in de storm en de regen. Reuze overdreven, zegt NKBV-lid Robert Voors (39). Hij deed met zijn hardloopmaatje Ruud Dirksen mee aan de wedstrijd. Ben je alweer helemaal opgedroogd en opgewarmd? “Ik ben eigenlijk niet echt nat geworden. Er stond forse wind en de regen kwam horizontaal voorbij, maar als je meedoet aan een wedstrijd als deze, dan heb je goede kleren aan, allemaal hi-tech spul – thermokleding en een waterdicht jack. Dan word je niet nat, en als je niet nat wordt, dan krijg je het ook niet koud.” Wat is er nou eigenlijk gebeurd? “De wedstrijd zou aanvankelijk twee dagen duren, zaterdag en zondag. Toen we aankwamen, stormde het al en zaterdag kort na de start begon het ook nog eens vreselijk te regenen. Aan het begin van de middag is de wedstrijd afgeblazen. Het punt is dat alle 2500 deelnemers een chipkaartje hadden voor bij de controleposten onderweg. Die kaartjes werden bij terugkomst verzameld om te zien of iedereen weer terug was, maar er kwamen maar ongeveer 800 lopers terug bij de start. Het weer was toen al zo slecht dat de meeste deelnemers ergens onderweg moesten overnachten. Het grootste deel, ongeveer duizend mensen, heeft in een grote boerenschuur geslapen. Van die mensen was op dat moment niet precies bekend waar ze waren en dat is nogal groot in het nieuws geweest. Bij dit soort wedstrijden moet je een aantal verplichte uitrustingsstukken bij je hebben: een goede tent, een slaapzak, een set warme en droge kleren, voor 36 uur eten plus een noodrantsoen en een reddingsdeken. Iedereen had dus goede spulletjes voor dit soort omstandigheden.” En jullie? “We waren ongeveer drie uur aan het lopen en het ging echt super. Het regende wel, maar daar hadden we eigenlijk geen last van. Toen kwamen we een Mountain Rescue Team tegen dat bezig was iemand met een minor

injury van de berg te halen. Zij vroegen of het wel verstandig was om verder te gaan. We zijn nog een stuk verder gegaan met een ander team, zodat we met z’n vieren waren, totdat we een tweede Rescue Team tegenkwamen dat ons vertelde dat de wedstrijd was afgelast. Om terug te komen bij de start moesten we tot ons middel door het water, maar goed: je trekt warme, droge kleren aan, je eet wat en je gaat slapen. We hadden op dat moment geen idee dat het zo’n mediahype was. Daar heb ik me achteraf echt aan geërgerd.” Wat is mountain running precies? “Het lijkt op oriëntatielopen, maar dan in de bergen. Je krijgt een kaart met een start en een finish en een aantal punten waar je langs moet rennen. Dat kan op twee manieren: in een line course, waarbij je in vaste volgorde langs alle controleposten rent, of in de zogeheten score class, waarbij je strategisch moet kiezen langs welke posten je gaat en in welke volgorde. Het zijn wedstrijden van twee dagen en onderweg slaap je in een tentje op een aangewezen plek.” En wat is precies de charme? “Het is een ander soort inspanning dan gewone hardloopwedstrijden. Ik heb ook wel gewone marathons gelopen maar dat is heel anders om te doen. Het is een gewoon een heerlijk gevoel om door de bergen te rennen. Vooral als je ook nog een route moet uitstippelen.” Is dit nou een vorm van atletiek of een vorm van bergsport? “Ik denk dat het voor bergsporters makkelijker is om mee te beginnen dan voor hardlopers. Als bergsporter ben je gewend om je route te zoeken en ben je misschien ook gewend om te bivakkeren.”

TOP MARKETING? Profileer je met de bergsport en word Vriend van de NKBV

© Paul Foot

© Paul Foot

© Paul Foot

Op de hoogte


|

HOOGTELIJN 5-2008

Op de hoogte BLOK: NIEUW BLAD OVER KLIMMEN

©Bart van Raaij

Toen het Nederlandse tijdschrift Limits vorig jaar ophield te bestaan, viel het papieren platform van de Nederlandse sportklimmers weg. Op die leemte springen Bart van Raaij en Arnold Piepel nu in met een nieuw tijdschrift over sportklimmen en boulderen: BLOK, dat staat voor BLad over Klimmen. BLOK gaat vier keer per jaar verschijnen; het eerste nummer wordt gelanceerd tijdens het NK Boulderen op 20 en 21 december aanstaande. BLOK wordt ondersteund door de NKBV, maar heeft ook abonnees nodig om te kunnen overleven. Ben jij NKBV-lid? Dan krijg je korting op een BLOK-abonnement. Kijk voor meer informatie op www.bladoverklimmen.nl en vul meteen de online enquête in zodat BLOK weet waar jij graag over wilt lezen.

AAN DE LIJN MET MARCELLA BOERMA Oud-snowboardinternational Marcella Boerma is sinds augustus de nieuwe bondscoach van het Nederlands Team Sportklimmen dat wordt gesponsord door VAUDE/Edelrid. Zij kwam voor het eerst in actie tijdens de world cup in Puurs en coachte het Nederlands Team tijdens het Europese Kampioenschap. Hier zag zij haar eerste een boulderwedstrijd. De Hoogtelijn sprak met haar. Wat is de overeenkomst tussen snowboarden en sportklimmen? Nou, tijdens het EK is gebleken dat de jongens net zo’n hoog niveau van converseren hebben als de jongens bij het snowboarden, haha. Er zijn nog meer overeenkomsten, hoor. Sporttechnisch gezien moet je bij beide sporten met je zwaartepunt spelen zodat je maximale druk kunt uitoefenen op je voeten. Inlezen van de te volgen route gebeurt ook bij het snowboarden. De snowboarders borstelen hun board, klimmers de grepen. Wat maakt een oud-snowboardster een goede sportklimcoach? Elke sport is in de basis hetzelfde. Hoe ga je om met de druk, lichamelijke fitheid mentale druk, familie en vrienden. Zelfs sporttechnisch zijn er veel overeenkomsten; denk aan fitheid, uithoudingsvermogen, coördinatie, kracht en lenigheid. Maar hoe coach jij zonder veel sportklimkennis op sportklimspecifieke eigenschappen? Daar gebruik ik externe expertise voor. Ik geef aan wat ik observeer en probeer dit dan met de ‘experts’ te vertalen naar oefeningen. Heb je het doel om die kennis zelf te vergaren zodat externe expertise niet meer nodig is? Zou ik wel willen, maar het is denk ik ook goed dat ik met een frisse blik in de sport sta. Bovendien groeit expertise op basis van ervaring en dat kost natuurlijk veel tijd.

Wat is je het meest bijgebleven van het EK? Bij het boulderen kreeg ik echt een ‘wauw’-gevoel. De boulders oogden niet alsof je überhaupt boven kon komen. Ik had het nog nooit zo’n wedstrijd live gezien. Ik denk dat de sport een grote stap kan maken in sporttechnisch opzicht: nog harder en nog sneller klimmen. Zoiets als wat bij het schaatsen is gebeurd met de klapschaats.... De klapklimschoen? Ja zoiets of kauwgum op de neus van je schoen. Ik noem maar iets. Wat ga je op korte termijn veranderen aan het Nederlands Team? Op korte termijn nog niets omdat we nog in het wedstrijdseizoen zitten, maar meteen na afloop wil ik al wel wat kleine veranderingen doorvoeren. Welke dat zijn vertel ik nog niet want dat wordt vanmiddag eerst met het team besproken. Hoe gaan de prestaties van het Nederlands Team zijn op het EK in 2010 in vergelijking met dit EK? Beter! Betere mentale weerbaarheid en beter uithoudingsvermogen. We gaan voor meerdere podiumplaatsen. Dat moet wel lukken met deze groep. Denk je dat we de buitenlandse ‘sportklimlanden’ in de toekomst kunnen bijhouden? De vraag is: kunnen de buitenlanders straks onze ontwikkelingen bijhouden….

© Joost Hofman

8


O N D E R R E D A C T I E VA N E R N S T A R B O U W

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

9

Op de hoogte SPORTKLIMNIEUWS De Nederlandse deelnemers aan het EK Sportklimmen, van 15 tot 18 oktober in Bercy, Parijs, stelden flink teleur. Bij de heren was Jorg Verhoeven bij het onderdeel difficulty de hoogst geklasseerde Nederlander met een voor zijn doen niet zo spectaculaire achttiende plaats. Hij werd gevolgd door Casper ten Sijthoff (33), Nicky de Leeuw (40) en Timo Tak (53) Bij het onderdeel Speed eindigde Verhoeven op de 31ste plaats, met vlak achter hem De Leeuw, die eindigde op de 35ste plek. Bij het boulderen werd Verhoeven negentiende, gevolgd door Ten Sijthoff (21), Wouter Jongeneelen (39), Jesse van der Werf (43) en Ferdinand Schulte (55). Bij de Dames ging het ietsje beter. Daar eindigde Vera Zijlstra bij het onderdeel speed op de twaalfde plaats. Bij het boulderen werd zij 28ste. Het EK werd bij de heren gewonnen door de Spanjaard Patxi Usobiaga Lakunza (difficulty), de Rus Evgeny Vaytsekhovsky (speed) en de Fransman Jérôme Meyer (boulderen). Bij de dames ging het goud naar de Oostenrijkse Johanna Ernst (difficulty), de poolse Edyta Ropek (speed) en de Sloveense Natalija Gros (boulderen).

© Joost Hofman

NEDERLANDERS STELLEN TELEUR TIJDENS EK

Nicky van Bergen

Bij de Worldcup in Puurs, België, op 26 en 27 september, deed het Nederlands team het iets beter. Verhoeven eindigde daar op de derde plaats, achter de Spanjaard Ramón Julián Puigblanque en de Tsjech Tomáš Mrázek. Verhoeven moest in Puurs zijn eerste plaats in de Worldcupranglijst afstaan aan zijn concurrent Mrázek, die net een paar punten meer haalde. Ten Sijthoff haalde in Puurs de 21e plaats en Tak eindigde als 41e. Bij de dames haalde Vera Zijlstra de zeventiende plaats.

© Joost Hofman

In hetzelfde weekend werd in het Oostenrijkse Imst de European Youth Cup gehouden. Bij de meisjes (Jeugd A) haalde de Nederlandse Nikki van Bergen daar de zevende plaats. Met dat resultaat wist zij zich te plaatsen voor deelname aan het EK. Chantal Snijder bereikte de 25e plaats bij de Jeugd B meisjes. Bij de jongens bereikte Nicky de Leeuw de twintigste plaats (Junioren). Stefan Gerritsen werd 28e (Jeugd A) en Tim Reuser haalde de twintigste plaats bij de Jeugd B. De laatste World Cup wedstrijd boulderen van het seizoen leverde evenmin imponerende resultaten op voor de Nederlanders. Alleen Vera Zijlstra wist in het weekend van 1 november de finale te halen. Zij eindigde op de 20ste plaats. Timo Tak

ONGELUK IN KLIMHAL AMSTERDAM Bij een ongeluk in Klimhal Amsterdam is op 14 oktober een 28-jarige man ernstig gewond geraakt. De klimmer brak als gevolg van een val van ongeveer negen meter hoogte zijn bekken en zijn pols en elleboog. Hij moest worden opgenomen op de intensive care. Het is niet precies bekend hoe het ongeval zich heeft kunnen voordoen. Volgens een medewerker van de klimhal is het ongeluk waarschijnlijk het gevolg van een fout bij het inbinden.

NEDERLANDS KAMPIOENSCHAPPEN 2008 Zaterdag 13 december NK lead Mountain Network THEA Amsterdam Zaterdag 20 en Zondag 21 december NK boulderen Monk Bouldergym Eindhoven www.nkbv.nl

TOP DEAL!! Profileer je met de bergsport en word Vriend van de NKBV


|

HOOGTELIJN 5-2008

Op de hoogte EXPEDITIENIEUWS STAARTJES EN WESSELIUS OP VOORTOP MANASLUA klimmers van een andere expeditie - met zuurstof - te juichen. “Ik vond het aanvankelijk ook onzin om een foto van onszelf te maken, tot één van de sherpa’s van de andere expeditie echt begon aan te dringen. Toen we terugkwamen in het hoogste kamp werden we door iedereen gefeliciteerd en dat feestvieren ging door tot in het basiskamp. Tsja.” Hoewel de twee klimmers uiteindelijk de hoofdtop niet bereikten, kijkt Staartjes met tevredenheid terug. “We hadden natuurlijk liever op de hoofdtop gestaan, maar ik heb er wel vrede mee. Het was een fantastische expeditie en we hebben allebei intens genoten.” Zie ook : www. manaslu.nl

© Menno Boermans

Henk Wesselius en Katja Staartjes.

© Dave Wattst

Expeditieklimmers Katja Staartjes en Henk Wesselius vertrokken aan het eind van de zomer in alle stilte naar Nepal voor een nieuwe poging op de 8163 meter hoge Manaslu. Dit keer met als enige ondersteuning een kok in het basiskamp. In het voorjaar probeerden de twee klimmers, in een team met Miriam Knepper, Niels van Veen en Menno Boermans en twee sherpa’s de berg ook al te beklimmen. Tijdens die expeditie keerden ze op 7.700 meter om. Dit najaar had het tweetal meer succes: op 3 oktober bereikten zij de 8130 meter hoge voortop van de berg. Daar besloten ze dat het laatste stuk van de route, hemelsbreed ongeveer tachtig meter, er te gevaarlijk uitzag om verder te gaan. Volgens Staartjes deed zich op de voortop een nogal absurde situatie voor: terwijl Wesselius en zij baalden dat ze de top niet hadden bereikt en de beklimming aanvankelijk als mislukt beschouwden, stonden om hun heen Ama Dablam van Kiek Stam. Topvreugde op de Himlung.

Kiek Stam (64) heeft eind oktober de top van de Ama Dablam (6812 m) in het oosten van Nepal aan zijn neus voorbij moeten laten gaan. Dat kwam volgens de Brabander doordat ijslawines kamp 3 hadden vernietigd en de expeditie een alternatieve route moest kiezen. Deze werd wel gevonden, maar was technischer en zwaarder dan de normaalroute. Stam vond het niet verantwoord de ‘paar honderd meter blauw ijs’ op de voorste punten van zijn stijgijzers te beklimmen. Hij verwachtte dat hij problemen zou krijgen met zijn nieuwe kunstknie en keerde daarom vroegtijdig om.

© Twan van Bakel

10

Twan van Bakel bereikte op 14 oktober de top van de Himlung Himal (7126 m) in Nepal. Naar alle waarschijnlijkheid is Van Bakel de eerste Nederlander die berg ten noordoosten van de Annapurna bergketen heeft beklommen. Met de Belg Philip Verheye en sherpa Pemba vormde hij een zelfstandig team op de berg.


O N D E R R E D A C T I E VA N E R N S T A R B O U W

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

Op de hoogte GEVRAAGD

* 2 bibliothecarissen / leden bibliotheekcommissie Ter voorbereiding op klim- en bergtochten staan de NKBV-leden acht gespecialiseerde Informatiecentra/bibliotheken ter beschikking. De vestigingen bevinden zich verdeeld over het land. Elke vestiging heeft haar eigen bibliothecaris/beheerder. Het landelijk beheer van de bibliotheken wordt gevoerd door de bibliotheekcommissie. Voor twee van haar vestigingen, t.w. Woerden en Eindhoven, zoekt de bibliotheekcommissie vrijwilligers, beide voor de dubbelfunctie. Leden van de landelijke bibliotheekcommissie: • ontwikkelen gezamenlijk visie en beleid voor de infocentra/bibliotheken • wonen commissievergaderingen te Woerden bij • zijn bereid taken voor de commissie te verrichten Bibliothecarissen: • zijn binnen de kaders van het landelijk gestelde beleid eindverantwoordelijk voor een informatiecentrum/bibliotheek (o.a. collectievorming, beheer, PR-activiteiten) • geven sturing aan een enthousiast team van vrijwilligers

SMELTEND GLETSJERIJS: ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN Het afsmelten van gletsjerijs in de Alpen zorgt steeds vaker voor bijzondere archeologische vondsten. Bijna iedereen kent het verhaal van Ötzi, de steentijdman die in 1991 door twee wandelaars werd gevonden in de buurt van de Similaun, net over de Italiaanse grens bij het Ötztal. Meer recent leidde een ontdekking van (alweer) twee wandelaars op de Schnidejochgletsjer in het Zwitserse Berner Oberland tot een groot aantal archeologische vondsten, waarvan enkele naar schatting 7000 jaar oud zijn, zo’n 2000 jaar ouder dan Ötzi. Het archeologisch onderzoek op de Schnidejochgletser begon nadat wandelaars aan het eind van de extreem hete zomer van 2003 op het ijs een berkenhouten pijlkoker hadden gevonden. Na koolstofdatering door archeologen van het kanton Bern bleek de koker te stammen uit ongeveer 3000 v. Chr. De vondst werd aanvankelijk stilgehouden uit angst voor souvenirjagers en plunderaars. Nader onderzoek op de gletsjer leidde onder meer tot de vondst van een houten kom uit 4500 v. Chr., stukjes leer uit ongeveer 3000 v. Chr. En verschillende objecten uit de bronstijd, de Romeinse tijd en de Middeleeuwen. Volgens de onderzoekers correspondeert de leeftijd van de vondsten met periodes dat de aarde een warmer klimaat had. Tijdens die periodes, veroorzaakt door variaties van de baan rond de zon, zou de route over het Schnidejoch gemakkelijker toegankelijk geweest zijn.

Kandiaten voor deze vacatures: • zijn resultaat- en servicegericht • hebben goede communicatieve vaardigheden in woord en geschrift • hebben ruime ervaring met moderne digitale media Geboden wordt: • het werken in een enthousiast team van vrijwilligers • het ontmoeten van mensen met dezelfde klim- en bergsport passie • inspraak in collectieorming • reiskostenvergoeding Meer info en/of aanmelding: mail mevr. Mans van Doorn: f2hmvandoorn0@hetnet.nl

BEIERSE ALPEN HELEMAAL IN KAART De Duitse bergsportvereniging DAV werkt samen met het Bayerische Landesamt für Vermessung und Geoinformation (LVG) en het Landesamt fur Umwelt (LfU) aan een serie landkaarten van de gehele Beierse Alpen. De eerste kaarten uit de nieuwe serie, BY-11 Isarwinkel-Benediktenwand en BY 18 Chiemgauer Alpen Mitte, Hochgern, Hochfelln, zijn inmiddels in de winkel verkrijgbaar. Beide kaarten zijn op schaal 1:25.000. De alpenverenigingskaarten bevatten uitgebreide informatie over wandel- en skiroutes en berghutten en zijn voorzien van een UTM-raster voor plaatsbepaling met GPS. Het is de bedoeling dat tot 2012 in totaal twintig nieuwe landkaarten verschijnen.

Vriend van de NKBV Voor € 7.500,- is een bedrijf al Vriend van de NKBV. Meer informatie over sponsoring: Bel Stan Stolwerk 03484-484073. Of stuur een mail naar stan.stolwerk@nkbv.nl

Profileer je met de bergsport en word Vriend van de NKBV

11


12

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

TEKST PETER VERBURGH

|

F O T O ’ S P E T E R V E R B U R G H E N B E P M A LT H A

AUTOMATIK


L O C AT I E A L L G Ä U

PULVER!

|

HOOGTELIJN 5-2008

SKITOEREN IN DE ALLGÄUER ALPEN Grote rijpkristallen knisperen onder onze stijgvellen. Het is prachtig weer en het lawinegevaar is deze Kerst gering in het Kleinwalsertal. We gaan ons te buiten aan alle leuke dagskitoeren die dit stukje Oostenrijk te bieden heeft. Het is alleen bereikbaar vanuit Duitsland. De skitoer naar de Karlstor wordt door het gidsje aangeprezen met de tekst ‘gehört zum Spannendsten unter den Allgäuer skitouren’. De toppen van Kleiner- en Grosser Widderstein staan aan weerszijden wit te blinken tussen zwartgrijze rots tegen een wolkenloze blauwe lucht. Hier, onder in het dal, is het nog schemerig en koud. Dik ingepakt zijn we van start gegaan. Een breed en besneeuwd wandelpad voert vanuit Baad het Bärgunttal in, en leidt uiteindelijk naar de Bärgunthütte, een almhut annex Jausenstation op 1391 meter hoogte. Een sneeuwscooter passeert ons met veel motorgeronk om de hut te bevoorraden. Ons visioen van warme Apfelstrudel legt het direct af tegen de geur van een krachtig tweetaktaroma, dat bij gebrek aan wind fijn blijft hangen.

Ons visioen van warme Apfelstrudel legt het direct af tegen de geur van een krachtig tweetaktaroma Gelukkig slaat onze route hier linksaf en verlaten we het wandelpad. Er zijn ons toerskiërs voorgegaan, te zien aan het stijgspoor waar wij nu mooi gebruik van kunnen maken. Wij mensen zijn trouwens niet de enigen hier. Regelmatig kruisen we sporen van herten, en talloze kleinere pootafdrukken. Er moet aardig wat wild rondlopen in deze bossen; we zagen ook al een voederplek. Op de steile helling staan de sparren dicht op elkaar, hier en daar steken de boomwortels nog boven de sneeuw uit. Het levert een wonderlijk kronkelspoor op. Na dit avontuurlijke bos komen we gelukkig weer op een open helling richting de Kleiner Widderstein. Rechts boven ons zien we twee figuurtjes zigzaggend door een breed en steil couloir omhoog gaan. Na een korte pauze gaan ook bij ons de bindingen definitief in de stijgstand, en beginnen we aan het couloir. We schuifelen omhoog over de sneeuw tussen steile kalkrotswanden. Van boven komt het tweetal aangeskied dat kennelijk al in het Tor is geweest. Ze dansen sierlijke bochtjes in de poedersneeuw. In het voorbijgaan roept de voorste ons toe: “Automatik-pulver!” Bep grijnst breed, maar ik moet het nog zien met mijn schamele vier jaar ski-ervaring. De helling is hier meer dan dertig graden steil. Een ruime bocht naar links brengt ons in het Karlstor, de doorgang tussen de twee Widdersteine. Je kunt ook aan de andere kant afdalen,

|

13


Sirdal 230x297:Layout 1

Sirdal Jacket

17-09-08

15:01

Side 1

Dermixax™ 3-layer stretch fabric / laser cut and welded friction strips /

detatchable snow skirt / long ventilation pit zips / integrated Recco chip / articulated sleeve endings.

www.bergans.com


twee die we eerder zagen afdalen. Ik moet mijn gebrek aan ervaring bekopen met enkele ongetwijfeld vermakelijke buitelingen. Wat lager wordt het minder steil en krijg ik de schwung te pakken. Een paar mooie bochten achter elkaar in de verse poedersneeuw, het begint ergens op te lijken!

VERMAKELIJKE BUITELINGEN We trekken alle kleren aan die we bij ons hebben en nemen een pauze. Kijk! De Güntlespitze! Daar waren wij gisteren, op zondag, samen met een groot aantal andere toerskiërs. Met zijn allen op en rond het kleine spitse topje, genietend van het mooie weer, het zag eruit alsof iemand een bosje cocktailprikkers in het topje had gestoken. Als je in de buurt woont, kun je zo’n toer natuurlijk prima in één dag vanuit huis doen. Meer naar rechts ligt de Grünhorn; daar willen we morgen een rondtoer doen. Buiten het weekend om heb je deze bergen gelukkig bijna voor jezelf alleen. Schoenen vast, vellen van de ski’s, en omlaag! Bep waarschuwt me om weg te blijven van de steilere linker wand, waar een laag aangeblazen sneeuw nog mogelijk lawinegevaar kan opleveren. De sneeuw is goed. Prima zelfs. Bep maakt mooie bochtjes, net als die

MEEWARIG Na een voor mij heikele afdaling door het avontuurlijke sparrenbos, besluiten we in een uitgelaten bui om de Gamsfuß ook nog even mee te pakken. Eerst gaat het door een bos met nog diepe poeder, vervolgens over open hellingen die nooit echt steil worden. Ook deze afdaling is erg leuk, dit keer met zicht op het rotsbastion van de zuidwand van de Grosser Widderstein. We ontdekken daarin een smal, steil en lang couloir met een enkel skispoortje erin. Voor de liefhebber. In de schemering komen we terug bij de Bärgunthütte, die dan natuurlijk al dicht is. Via het verlaten wandelpad dalen we als een speer af naar Baad. Gehuld in donsjassen genieten we op een terrasje van een glühwein, een beetje meewarig aangekeken door de andere gasten aan de andere kant van het raam, die midden in de winter liever binnen zitten. Zijn wij nou gek, of zij? ▲

als de sneeuwcondities en je skivaardigheid dat toelaten. De hellingen aan die kant zijn nog steiler en langer en staan bekend om hun lawinegevaar. Nu hangt er een enorme sneeuwrol aan de oostkant van de pas. De wind giert door het Tor, dat ook nog in de schaduw ligt.


TOERSKIËN KLEINWALSERTAL Het Kleinwalsertal ligt in het hart van de Allgäuer Alpen een gebied ten zuiden van Sonthofen, en lopen ruwweg tot aan het Lechtal. Ze maken deel uit van de noordelijke Kalkalpen. De Oostenrijks-Duitse grens loopt zo’n beetje over de hoofdkam van het gebergte, dus neem je paspoort mee als je op toer gaat. Het gebied is prima geschikt voor het maken van dagtoeren vanuit de vele pensions en hotels in de omgeving. Door de ligging aan de Alpennoordrand is de Allgäu relatief dichtbij en behoorlijk sneeuwzeker. De bergen zijn betrekkelijk laag waardoor je te maken hebt met hogere temperaturen dan in de hoogalpiene gebieden. Dat heeft als voordeel dat de verse sneeuw zich meestal snel kan zetten. Met de Kerst is het vaak al mogelijk om hier toerskitochten te maken. De tochten zijn niet ontzettend lang, wat goed uitkomt in deze tijd van het seizoen met de korte dagen.

Reis Oberstdorf ligt mooi centraal in het gebied, en is zowel per openbaar vervoer als per auto prima bereikbaar. In de omgeving van Oberstdorf is een aantal kleine skigebiedjes waar je je prima een dag kunt vermaken om bijvoorbeeld weer te wennen aan de lange latten. Per trein vanaf Utrecht naar München, vanaf daar regionale treinen naar Oberstdorf. Met de ICE ben je er in zeven uur. Vanaf station Oberstdorf rijden zeer frequent bussen naar Baad in het Kleinwalsertal en naar de dalstations van de skigebieden. Informatie: Deutsche Bahn, www.db.de, of: Treinreiswinkel, a071-5137008, www.treinreiswinkel.nl. Per auto naar Ulm, daar over de A7 richting Füssen tot de afslag Sonthofen, Oberstdorf. Vanaf Oberstdorf naar Baad. In Baad is het alleen mogelijk om betaald te parkeren.

Documentatie • Kompass, kaart 3, Allgäuer Alpen Kleinwalsertal (1:50.000). • Rother Skiführer Allgäuer Alpen und Lechtal, Dieter Seibert, Bergverlag Rother, 2005.

Güntlespitze 2092 m Een tocht door een verblindend wit landschap, vanaf de Mittlere Spital Alpe is er geen boompje meer te bekennen. De top is mooi spits en biedt een prachtig uitzicht. Afdaling biedt korte steile stukken met vaak nog prima poeder. Vanaf de Derrenalpe kun je diverse noordgeoriënteerde muldes kiezen afhankelijk van hoe steil je het wilt hebben. Check dit alvast bij het omhooglopen! Start/eindpunt Parkeerplaats van Baad. Benodigde tijd Tot de top: 2,5 uur. Hoogteverschil 870 m. Oriëntatie van de hellingen Noord tot oost. Lawinegevaar Een stabiel sneeuwdek is noodzakelijk want de meeste hellingen zijn grashellingen. Dat de sneeuwlaag hierop kan afglijden is langs deze route veelal zichtbaar langs de kammen van de bergen waar zich diverse ‘sneeuwmuilen’ vormen. In het voorjaar vroeg op pad om de opwarming van de oosthellingen voor te zijn. Beste tijd december tot april, op een doordeweekse dag. Hut Geen. Route Vanaf de parkeerplaats loop je een kort stukje (vooral niet te ver) over de loipe richting het westen en steek je dan de eerste brug over de beek aan je linkerhand over. Direct rechtsaf een paadje op


HOOGTELIJN 5-2008

langs de beek. Dit paadje buigt het Derrental in. Op 1378 m steek je de beek over en zigzag je over de steile helling omhoog het dal van de Spital Alpe in. Traverseer onder een rotsbarrière door aan het einde van dit dal en klim omhoog naar de Derrenalpe. Vanaf daar zie je de Güntlespitze pas echt liggen. Vervolg je weg rechts langs de volgende bult richting het westen. Via de steile topwand (pas op voor lawines, noordoosthelling) en uiteindelijk via de linker graat omhoog naar de top, laatste stukje te voet. Als het sneeuwdek echt stabiel is, kun je via de supersteile zuidoosthellingen direct omlaag naar het Derrental, langs de Wannenberg.

Karlstor 2120 m Karakteristiek De setting varieert van lieflijk bos tot ruig hoogalpien, door een breed maar steil couloir tussen hoge kalkrotsen. Fantastische afdaling langs dezelfde weg, of later in het seizoen via de oosthellingen. Start/eindpunt Parkeerplaats van Baad. Benodigde tijd tot de pas: 2,5 uur. Hoogteverschil 900 m. Oriëntatie van de hellingen Noord tot noordwest, eventueel oost. Lawinegevaar Een stabiel sneeuwdek is noodzakelijk, de route loopt grotendeels door een tussen de 30 en 35 graden steil couloir op het noorden. Vooral bovenin kans op Schneebrett-gevaar door de vaak harde wind vanuit het Tor. Dit is typisch een route waar je liever niet in zit met veel groepen boven je. De afdaling naar het oosten is steiler en bestaat uit een grote ononderbroken helling, lokaal berucht om zijn lawines. Beste tijd Maart tot mei (met firn, zeker voor de afdaling naar het oosten), afdaling via de stijgroute eerder ook mogelijk bij laag lawinegevaar. Hut Bärgunthütte; alleen eten, niet slapen. Route Vanaf de parkeerplaats steek je vlakbij de bushalte de beek over, dit is het brede pad naar de Bärgunthütte. Neem het hoogtepad langs de Widdersteinalpe. Dit pad passeert een breed zijdal, waar je linksaf slaat, hoogte wint en aan het einde via een grote bocht naar rechts op het couloir afgaat. Bovenaan links is het Karlstor.

Grünhorn 2039 m Karakteristiek Lange wandeling met weinig hoogteverschil naar de hut, via een bospad. Vanaf de hut steiler en open terrein. De afdaling via de Litznerscharte biedt een eenzame omgeving aan de zuidzijde, en alles bij elkaar duizend meter aan hoogteverschil vanwege een tegenstijging. Onder de Litznerscharte heb je grote kans op de allerbeste poeder. Start/eindpunt Parkeerplaats van Skigebied Hoher Ifen (nabij de Auenhütte) in het Schwarzwassertal, bereikbaar vanaf Riezlern in het Kleinwalsertal. Benodigde tijd Tot de top 3 uur. Hoogteverschil 765 m. Oriëntatie van de hellingen Vooral noord, oost en zuid. Lawinegevaar Een stabiel sneeuwdek is noodzakelijk want de meeste hellingen zijn grashellingen. In het voorjaar vroeg op pad om de opwarming van de oost- en zuidhellingen voor te zijn. Beste tijd December tot april. Hut Schwarzwasserhütte DAV, 70 slaapplaatsen, tel. 0043551730210. Route Vanaf de parkeerplaats volg je het wandelpad naar de

Schwarzwasserhütte. Vlak voor de hut linksaf door het terrein richting Ochsenhofer Scharte over een steeds steiler wordende helling. De laatste paar meters naar de Scharte meestal te voet. Vervolg je weg langs de steile kam naar de tophelling van de Grünhorn, die je via enkele zigzags beklimt. De tophelling benut je bij de afdaling zo lang mogelijk, tot aan een hutje, de Starzelalpe. Vanaf daar ga je weer schuin traverserend door de zuidhellingen omhoog richting Litznerscharte. Deze staat niet met naam op de kaart aangegeven maar bevindt zich tussen de Ochsenhofer Köpfe. Via steile noordhellingen vol poeder daal je af, inmiddels schuin naar rechts traverserend naar een almhutje. Vanaf daar heb je nog een steile helling voordat je in de dalbodem het bospad weer bereikt.

Gamsfuß 1990 m Karakteristiek Door bossen en over weides naar een afgeronde top met mooi uitzicht op de zuidwand van de Grosser Widderstein. Start/eindpunt Parkeerplaats van Baad. Benodigde tijd Tot de top 2,5 uur. Hoogteverschil 770 m. Oriëntatie hellingen Noord tot oost. Lawinegevaar Kijk uit op de bovenste hellingen als er voor Schneebrett-gevaar gewaarschuwd wordt. Verder weinig problemen. Beste tijd December tot maart. Hut Bärgunthütte, alleen eten, geen slaapmogelijkheid. Route van Baad over het wandelpad naar de Bärgunthütte. Vanaf deze hut over het open veld horizontaal verder naar het bos. Na het bruggetje rechtsaf omhoog langs een materiaallift. Even hoger verlaat je het bos en loop je via golvend terrein richting een laatste iets steilere helling. Eenvoudig naar de top. Dezelfde weg terug.

|

17


18

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

L O C AT I E V E R C O R S

|

TEKST ROLF HELDER

|

FOTO’S

ARNO MA AN

MONT AIGUILLE

VERCORS ALS WINTERDECOR Onder een overweldigende sterrenhemel trekken we op het terras van ons hotel onze schoenen uit. Dan floepen alle lichten aan; het hotelpersoneel stormt naar buiten, opgelucht ons terug te zien. Ze hadden vanmiddag een helikopter om de Mont Aiguille zien cirkelen. Wij hebben hem beklommen!


HOOGTELIJN 5-2008

@ Ernst Arbouw

De Mont Aiguille! Een berg die tot de verbeelding spreekt. Hij ligt aan de oostrand van de Vercors. Het woord verticaal is er rots geworden; wie hem ziet wil hem beklimmen. Gezien vanuit het noordoosten en zuidwesten is het een indrukwekkende kalknaald, vanuit het noordwesten en zuidoosten een breed kalkbastion. Aan alle kanten steil en ontoegankelijk, iets wat de Franse koning Charles VIII niet kon uitstaan. Hij beval dat zijn vlag erop gezet moest worden. Op 26 juni 1492 was dat bevel uitgevoerd door kapitein Antoine de Ville en zijn mannen. Dat wordt wel eens de geboorte van het alpinisme genoemd, maar laten we het houden op de geboorte van de klettersteig. Pas drie eeuwen later heeft de berg klimmers geïnspireerd, en niet alleen klimmers. Zo landde in 1957 de gletsjerpiloot Henri Giraud met zijn vliegtuigje op het topplateau. En natuurlijk werd er in 1992 uitbundig herdacht. Een nieuwe route werd geopend, er werd geklommen, gedanst en gezongen en er was feest en vuurwerk. Toen zijn ook de bronzen plaquettes geplaatst.

Wel hebben we elk een ijsbijltje en dat is heel aangenaam Anderhalf jaar geleden hadden wij hier al plannen. Met klimvriend Peter had ik een verkenning gemaakt. In een barretje in Clelles vonden we een beschrijving van de voie normale en we besteedden een hele dag aan het vinden van de instap. Bij die vermeende instap keken we eens naar wat de route zou moeten zijn. We konden er niet echt een lijn in ontdekken, schudden onze hoofden en reden naar de Écrins. Nu is alles anders. Er ligt veel sneeuw, maar de wand lijkt bedrieglijk sneeuwvrij en we zien sporen van voorgangers recht naar de instap lopen. Die instap ligt trouwens op een andere plaats dan we hem indertijd vermoedden. We aarzelen. De berg torent wel erg indrukwekkend boven ons; hij ziet er dreigend en ongenaakbaar uit. Maar we willen geen van beiden toegeven dat we twijfelen. Het weer is fantastisch en als die anderen het kunnen… We zien tenslotte ook sporen uit het abseilcouloir komen. Arno klimt de eerste lengte en hij heeft er meteen lol in. Ik moet weer even wennen aan die sneeuw op de grepen en dat ijs op de treden. Moeilijk is het niet. Eerst een blok, direct daarboven de eerste haak. Dan een plaat en ten slotte een smalle schoorsteen. Onze voorgangers hadden stijgijzers aan. Wij niet, en dat gaat ook. Wel hebben we elk een ijsbijltje en dat is heel aangenaam. De route is afwisselend en slingert avontuurlijk door de wand. De klim is meer een alpiene tour dan modern rotsklimmen. Het uitzicht is geweldig, je kijkt recht tegen de enorme westmuur van de Vercors aan met zo hier en daar een blik over de onherbergzame vlakten van de Hauts Plateaux. Eigenlijk zouden we gaan watervalklimmen in La Grave. Na een voorspoedige autorit stonden we bij Grenoble in de file bij de afslag Oisans. “Als we hier nou eens gewoon doorreden... binnen een uur zijn we bij de Mont Aiguille” zei Arno. Soms kan hij gedachten lezen. Een half uur later zagen wij dit wonder van de Dauphiné oprijzen. Te Richardière, dicht onder de berg, namen we onze intrek in een hotelletje en vanmorgen liepen we omhoog.

DIEP BUKKEN Vanaf de eerste standplaats leidt een sneeuwband rechts naar het begin van een staalkabel. Die kabel is honderd jaar oud en ligt nu op veel plaatsen verzonken in ijs. Hij zal dus wel stevig vast zitten. Ik klim ernaartoe, en ik krijg er direct plezier in. De kabel leidt naar een inkeping tussen een rotstoren en de wand. Vanaf hier zie je waarom deze toren La Vierge wordt genoemd. Sprekend de vorm van een

|

19


De berg torent wel erg indrukwekkend boven ons

Maria met kind. Je kunt daar afdalen en een couloir links omhoog nemen; je kunt ook direct over de rotsen boven het couloir uitklimmen. Wij zien daar sneeuw en ijs, in de zomer is het waarschijnlijk brokkelige rommel. Bovenaan is weer een haak en een paadje naar rechts, tussen wat dennetjes. Aan het eind van het paadje zit weer een grote ring. Honderd jaar oud, smeedijzer. Vandaar klim je recht omhoog een hellende plaat op en daar is alweer een staalkabel. Die wijst de weg naar links. Les Meules heet het daar. Over een band waar je diep moet bukken kom je onderaan de cheminées die de uitklim inleiden. Daar zitten de moeilijke passages, maar daar zitten ook weer kabels. Nu, in de winter, hebben we er weinig aan, want op de lastige plekken zijn ze diep verzonken in het ijs. Op de makkelijker plaatsen zijn ze wel bereikbaar en kunnen we eraan zekeren. Ineens hangt er met veel lawaai een helikopter voor de wand. Ze hebben Arno al in het sneeuwcouloir boven de cheminées gezien, maar ze willen per se nog even naar mij kijken. Het is een griezelig gezicht om vanuit de diepte te kijken hoe dat ding daar hangt en steeds dichterbij komt. Er wordt gezwaaid, de heli vliegt weg en ik kan Arno weer horen: “Je kunt komen”. Lastig klauteren over steile rots. Goede grepen en treden, maar akelig verijsd. Na de cheminées komt een sneeuwcouloir, met nog ergens een heel steil stapje, en ineens sta ik op het topplateau. Arno is nergens te zien; het touw loopt de helling van het plateau af. Bij

WINTERKLIMMEN OP DE MONT AIGUILLE De Mont Aiguille ligt in het westelijk deel van de Vercors, een groot kalkmassief ten zuidwesten van Grenoble, bergensd door de Isère, de Drôme en de Drac. Er zijn twee mogelijke aanlooproutes naar de normaalroute: vanaf Les Pellas in het noorden of vanaf Richardière in het zuiden.

Aanlooproutes Vanaf Les Pellas: zijweg rechts naar St-Michel-les-Portes, dorpje doorrijden, 5km door een kloof naar het gehucht Les Pellas. Hier doorrijden tot een brug, met links uitzicht op de Mont Aiguille. Direct na de brug is links een bosweggetje, met een bord: Aventure Parc. Even verder langs het bosweggetje is parkeergelegenheid. Vanaf hier de markeringen volgen naar col de l’ Aupet. Onderaan de puinhelling van de Mont Aiguille het pad verlaten, en door het puin omhoog naar de wandvoet. De instap is 100 meter links van een bronzen plaquette. Een grote smeedijzeren ring zit onderaan de rots. Vanaf Richardière: N75 verder doorrijden en zijweg rechts richting Chichilianne. Dit is bijna tegenover Clelles. Men kan de eerste weg rechts nemen naar Richardière of links via Les Oches, Chichilianne, Bernardière en Donnière naar Richardière rijden. Even voorbij hotel “Le gay soleil du Mont Aiguille” is parkeergelegenheid. Vanaf hier de bordjes en markeringen naar col de l’Aupet volgen. Van de col pad omhoog tot aan de puinhellingen. Over de puinhelling links omhoog richting wandvoet en instap.

• Vandaar rechts naar begin van de eerste kabel, die volgen tot het eind naar een insnijding tussen de Tour de la Vierge en de wand. • Net voor de insnijding over rots omhoog en naar links(boorhaak) Verder schuin rechts over rommelig terrein naar een band (boorhaak). • Deze band naar rechts volgen, tot een oude ring. Daar recht omhoog naar weer een oude kabel. • Deze volgen naar links tot eind en verder over de band tot onderaan een schoorsteen. • In de schoorsteen omhoog en langs een kabel door een paar korte overhangen. Je komt uit in een couloir dat naar het topplateau voert. Hoogte Richardière: 1022 m, Les Pellas: 1104 m, Col de l’Aupet: 1653 m, Mt Aiguille: 2078 m Benodigde tijd Aanloop vanaf Richardière: 1:30 u Aanloop vanaf Les Pellas: 1:50 u Voie Normale: Zeer variabel. Snelle soleerders die de weg kennen doen hem onder goede omstandigheden in een uur. Anderen rekenen op ruim 3 uur. Wij hebben er in de winter 4 uur over gedaan. Afdaling in de Voie de Tubulaires: reken op een tot anderhalf uur.

Afdaling Route • Vanaf de instap 50 m schuin links, langs 3 boorhaken tot een smeedijzeren ring.

100 m rechts van uitklim, bij een steenman en een plaquette in een korte schoorsteen omlaag. Vervolgens een breed couloir tot onderaan afdalen. Bij een rotsbarriere (orogr. rechts) is een ketting met maillon.


HOOGTELIJN 5-2008

gebrek aan zekeringsmogelijkheden is hij omlaag gelopen, ook een prima beveiliging. Het topplateau loopt scheef naar het zuidoosten af. Rechts van ons is het lager, links hoger, en daar moet dus de top van de Mont Aguille zijn. We laten hem links liggen; het is te laat om er nog naartoe te wandelen. In de steenman boven het uitklimcouloir zit een topboek verborgen. Onze voorgangers zijn hier gisteren geweest. 9 février 2008, Premier ascension d’hiver. Eerste winterbeklimming hadden ze geschreven, wat ze daarmee ook bedoelden. Wij schrijven dus de tweede winterbeklimming 10 février 2008. Zeer tevreden drinken we thee in de stralende winterzon. In het westen een prachtig uitzicht op de Vercors en de Grand Veymont, de hoogste top. In het oosten aan de horizon de bergen van de Oisans. We proberen toppen te herkennen, maar dat valt tegen. We komen niet verder dan La Meije en de Barre des Écrins. VASTGEVROREN Het afdaalcouloir wordt gemarkeerd door een steenman en ook nog door een plaquette. Daar moet een abseilring zitten. ‘Niet makkelijk te vinden’ zeggen alle beschrijvingen en wij vinden hem dan ook niet. Onze voorgangers kennelijk ook niet. Zij hadden hun hakken in de sneeuw gestampt, maar wij vinden het toch plezieriger om met een touwtje om een blok een abseil te maken. Zo’n 20 meter lager is

een plateautje, daar gaan we ook langs. Het wordt steil genoeg om met het gezicht naar de wand te gaan. Diepe, stevige sneeuw wordt afgewisseld met dunne ijzige stukjes. Ergens onderweg zie ik nog iets in de rots geschroefd, maar aan dat iets zit niets waar een touw aan of door kan. Een eind lager komen we bij een abseilpunt. Een mooie ketting met maillon. Volgens de gidsjes moet je na 25 abseilen orografisch rechts een paadje naar een markante dennenboom nemen en daar een volgende abseil maken. Wij zien geen sporen ernaartoe, we vertrouwen er maar op dat onze voorgangers de weg kenden. Terecht, 20 meter lager vinden we weer een ketting en een ijzeren stang om het touw vrij van de rots te houden. ‘s Zomers zal het hier wel een en al steenslag zijn, maar nu zit alles vastgevroren en onder de sneeuw. Die laatste abseil duikt spectaculair veertig meter diep een donkere kloof in, tussen de vrijstaande Grand Gendarme en de wand. Beneden moet je nog een flinke wandeling maken, op en neer, door nauwe kloven en over smalle bandjes langs de wandvoet. De zon is al onder als we beneden komen. In het laatste daglicht dalen we de steile sneeuwvelden onder de Col de l’Aupet af, waarna we in het donker nog een uur lopen over bospaadjes met steeds minder sneeuw en steeds meer modder. De sterrenhemel is fantastisch en wij zijn euforisch. Terug van de Mont Aiguille, zo’n berg die je beklommen moet hebben. ▲

Hier 40 m abseilen tot weer een ketting. Daarvandaan nog 35 meter abseilen in een kloof tot de bodem. In de zomer een zeer steenslaggevaarlijke plek. Eerst door de kloof in noordelijke richting verder naar beneden, dan over bandjes weer omhoog en omlaag tot uitgangspunt.

Moelijkheden • Waardering PD, III. Zonder hulp van de kabel mogen de overhangende passages 4a genoemd worden. • Drukte. De route is ‘s zomers heel populair. • Oriëntatie. Het routeverloop is onduidelijk en veel groepen verklimmen zich. • Steenslag. Vooral bij de afdaling in de Voie des Tubulaires.

Materiaal Helm, bergschoenen, het gewone klimmateriaal, paar schlinges, 5 setjes, 100m touw voor de abseils van meer dan 40 meter lang.

Andere routes In de noordoostwand wordt niet meer geklommen, alle routes daar zijn verdwenen door bergstortingen. In de zuidoostwand zit een tiental moeilijke routes, nauwelijks beklommen. In de zuidwestwand zijn enkele routes, 6a-6c, regelmatig beklommen, brokkelige rots, onbetrouwbare haken. In de noordwestwand links van de Voie Normale zijn enkele routes 6a-6c, een enkele keer beklommen. Rechts van de Voie Normale is nog een route 5c: “Le Tour de Gemeaux”.

Verblijf Wild kamperen is hier streng verboden; men fluistert dat een bivak onder de wand wel wordt gedoogd. Er zijn campings in St-Michel-lesPortes en Clelles. In Richardière, Chichilianne en bij Clelles zijn hotels; in Chichilianne is een Gite d’etappe.

Documentatie • Aguille voie normale, Thierry Margueritat Mont, eigen uitgave, verkrijgbaar o.a. in Maison du Parc in Chichilianne en barretje in Clelles. Matige routeschets. • De Mont Aiguille, Bergvriend 1995/5, Hans Lasonder. Bevat de beste routeschets (door Age Put) die ik gezien heb.

|

21


22

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

L O C AT I E V O G E Z E N

|

LES BALLONS Wie van bergsport houdt, hoeft zich nooit te vervelen in de Vogezen. In de winter kun je er eindeloze sneeuwschoentochten maken, maar ook langlaufen, ijsklimmen en andere alpiene toeren uithalen. Over een paar maanden staan de koeien hier weer fotogeniek te zijn in een lieflijk weitje, bedenk ik. Op dit moment ervaar ik de paaltjes van het omringende prikkeldraad als mijn grote redding. In een verblindende sneeuwjacht bieden ze me enige visuele houvast bij het bepalen van mijn route. Erachter gaat het enkele honderden meters recht naar beneden, weet ik. Tot op de tanden gewapend maken we ons in de gierende spindrift klaar voor een afdaling van de Martinswand. Onder normale omstandigheden is dit het grootste sportklimgebied in de Vogezen, nu begeven we ons in een volwaardige alpiene rotswand. Deze laatste ochtend van een kerstweek vol sneeuw, zon en culinaire geneugten trekt een depressie over de Vogezen; hier bovenop de kam van Le Kastelberg krijgen we die vol over ons heen. Op nog geen half uur lopen is een parkeerplaats en dat is te zien aan de passanten: een superdik ingepakte papa, mét skibril, trekt een stil liggende, toekomstig onderkoelde peuter achter zich aan op een sleetje; een stel Nederlanders in kerstoutfit, van wie de mutsen letterlijk van het hoofd afwaaien en andere slecht voorbereide lieden. We zien de krantenberichten over de dodelijke afloop van hun ommetje al voor ons. KLEINE KRINGETJES De depressie is de afsluiting van een hele week inversie-weer waar wij intens van hebben genoten tijdens onze sneeuwschoenwandelin-

TEKST FR ANK HUSSL AGE

BALKON


HOOGTELIJN 5-2008

ALPENZICHT

Deze laatste ochtend van een kerstweek vol sneeuw en zon trekt een depressie over de Vogezen

|

23


Bovenop de Jungfraukopf liggen de complete Alpen aan onze voeten

gen kris kras door de zuidelijke Vogezen. In een kraakheldere lucht keken we dagenlang over de wolken van de Rijnvallei naar het Zwarte Woud, enkele tientallen kilometers verderop. Naar het zuiden toe liep het uitzicht op tot ruim 250 kilometer: de volledige alpenboog vanaf het Oetztal tot aan de Mont Blanc was in een blik te overzien. De toppen van het Berner Oberland waren probleemloos te benoemen, zelfs de gletsjers waren te herkennen. Van donker tot donker zijn we dagelijks op pad geweest. Waar de dalen winters grauwbruin waren, lag er op de kammen en toppen volop sneeuw. Deze sneeuw is door wegen en een enkele skilift goed ontsloten, waardoor we bepaald niet de enigen waren in deze vakantieweek. Zoals vaker bleef de drukte beperkt tot kleine kringetjes om de parkeerplaatsen, kroegen en skiliftjes. Door te anticiperen op dit menselijke kuddegedrag hadden we de bergen, het uitzicht en de ongerepte sneeuw vaak uren voor onszelf. Wellicht de meest aantrekkelijke wandeling, die we maakten begon op Col Platzwasser. TENTAKELS Hier, op elfhonderd meter hoogte, is de sneeuwschuiver gestopt met het vrijmaken van de weg en abrupt neemt koning winter de macht over. Er staan wat auto’s geparkeerd en er is een kiosk waar je als langlaufer kunt betalen voor het gebruik van de loipes. Wij keren zowel de auto’s als de loipes de rug toe en duiken het winterse bos in. Waar het op de drukkere plaatsen nog te doen is om zonder sneeuwschoenen onderweg te zijn, is dat hier een illusie. Meteen in het bos staan we tot onze kruizen in de sneeuw. Even later leggen


In een berghut ver, ver weg brandt nog licht

we, nu met de sneeuwschoenen onder, ons eigen spoor; weg van de loipe. We passeren een zonovergoten alm en naarmate we hoger komen, wordt het bos om ons heen steeds dunner en het uitzicht steeds weidser. We zien dat de wolken van de Rijnvallei hun tentakels langzaam maar zeker steeds verder uitstrekken, de zijdalen van de Vogezen in. Een dagelijks terugkerend ritueel; ook nu zullen we hierboven wel uit de wolken blijven. Via het ‘stiltegebied’ bij de Col d’Hahnenbrunnen komen we na een uurtje in terrein waar een piste bully huisgehouden heeft. Zijn loipe volgt hier de hoofdkam naar het skigebied van de Jungfrauenkopf. Even creatief kaartlezen leert ons dat we ook zelf een spoor kunnen leggen door bos en weilanden. De keuze is snel gemaakt. Zelf sporen is zwaarder dan een loipe volgen, maar het is wel eindeloos veel leuker.

Op 24 december, een van de kortste dagen van het jaar valt de duisternis snel in. Opnieuw deze week blijven we te lang boven, genietend van de uitzichten en de eenzaamheid. De koelblauwe sneeuw van overdag maakt plaats voor een steeds rozer wordende variant. De wolkententakels vanuit de hoofddalen zijn tot aan de sneeuwgrens opgekropen en spelen een grillig spel rondom de kammen. Het laatste sprankje zon is verdwenen, de liften heel in de verte staan stil. Het enige geluid dat we horen, is het kraken van de sneeuw onder onze voeten. Toch is het niet helemaal donker deze kerstnacht; in een berghut ver, ver weg brandt nog licht. De volle maan komt op in een diepblauwe winternacht en licht ons bij. In een vallei diep onder ons horen we heel zacht de kerstklokken beieren. ▲

BROMSNORREN Een zonnige theepauze uit de wind tegen een paar hooibalen is een winters feestje, de chocolade uit het kerstpakket smaakt prima. Weer een uur lang zijn we eigen baas. We zoeken zelf onze weg over de hellingen en kiezen de mooiste sneeuw uit. De hellingen zijn zo flauw dat we zorgeloos kunnen genieten zonder angst voor lawines in ons achterhoofd. Af en toe kruisen we een gemzenspoor. Uiteindelijk belanden we in de kermis van het skigebied. Autobussen hebben hun inhoud uitgebraakt over een lange helling, die met sneeuwkanonnen tot ver in het dal ‘sneeuwzeker’ gehouden wordt. Zelfs op grote afstand verstoort het industrielawaai van deze kermis de stilte.

Maar het uitzicht maakt veel goed; dat is weergaloos. Hier bovenop de Jungfrauenkopf liggen de complete Alpen aan onze voeten. De bergen van de Jura prikken op de voorgrond als eilandjes door de wolken heen, als voorafje op het uitzicht op de onmiskenbare Mont Blanc. Vanaf deze afstand zie je pas goed wat een kolos dit massief is, vergeleken met de ranke spitsen van het Berner Oberland of de veel lagere Oostenrijkse ‘Grasshuegel’. De Matterhorn is een dunne naald, de Monta Rosa sluit aan de achterkant de coulissen af. Later, als we weer alleen in onze eigen witte wereld zijn, komen met een zacht sissen twee gendarmes ons voorbij geskied. Franse Bromsnorren op patrouille. Heel even kruist hun spoor het onze; met een stille groet verdwijnen ze weer uit het zicht.


Deze rugzak is slechts één voorbeeld uit onze uitgebreide collectie. We hebben nog veel meer

Groot opbergvak aan voorzijde Torso Fit Centro verstelbare schouderbanden

A irZo ne ad ru gpa nd em en d Be v e s t ig in g v o o r t re k k in g-s to k ke n Extra toegang via grote rits aan de zijkant Grote gaasvakken aan de zijkant, altijd handig

Ad ap tiv e Fit -he up ba nd Niet te zien op het plaat je, maar ook érg handig!! Voorziening voor je drinkwaterzak

Of je nu veel of weinig meeneemt, je zoekt altijd het hoogste draagcomfort. Voor een grote rugzak is Lowe Alpine al jaar en dag de eerste keus, maar ook voor een kleine rugzak ben je nu bij de rugzakpionier het beste af. Het nieuwe AirZone rugpand biedt, dankzij het minimale contactoppervlak, maximale ventilatie. Daarnaast zorgt een anatomische vormgeving dat de rugzak perfect op elke rug past. De grotere modellen zijn uitgerust met de nieuwe gepatenteerde Adaptive Fit-heupband, aangevuld met het innovatieve Centroverstelsysteem, voor een perfecte pasvorm. Lowe Alpine rugzakken bieden een ongeëvenaarde pasvorm, waardoor elke tocht een pleziertocht wordt

rug zakken, in allerlei maten en kleuren. Check www.rugzak.nl voor de complete collectie of ga naar je buitensportwinkel.

Heb jij al honger?

We zijn pas 5 minuten onderweg!


BERGSPORT IN DE VOGEZEN De Vogezen is een middelgebergte dat zich westelijk van de Rijnvallei uitstrekt van Basel tot Mainz over een afstand van 250 kilometer. Het hoogste gedeelte, waar de toppen reiken tot ruim 1400 meter, ligt grofweg tussen Colmar en Belfort. De hoofdkam van de Vogezen heeft twee gezichten: er is een duidelijk klimaatverschil tussen de koudere, nattere westkant en de warmere, droge oostkant van het gebied. De voor het gebied kenmerkende ronde toppen heten ballons. De glooiende hellingen van de ballons worden aan de westkant ’s zomers bevolkt door koeien en ’s winters door skiërs. De oostkant is ruig en grillig met hoge, steile afgronden waar voor klimmers het hele jaar door veel te beleven is. Dit contrast is misschien wel het mooiste zichtbaar rondom de centrale oost-westverbinding, de Col de la Schlucht. Aan de ene kant zijn hier meerdere skigebieden en sjouwt de mensheid met sleetjes door de sneeuw, terwijl hemelsbreed nog geen honderd meter verder de stilte heerst in alpien aandoende valleien en kloven. Over de hoogste kammen loopt de Route du Crète waarover ’s zomers Jan en alleman vanuit de auto het uitzicht bewondert. In de winter sluit de sneeuw deze weg gelukkig grotendeels af, waardoor het leven boven ineens een stuk aangenamer wordt.

Reis Met de trein reis je in ongeveer 7 uur naar Colmar of Mulhouse waarvandaan openbaar vervoer is naar enkele centraal gelegen dorpjes. De eindbestemmingen zijn respectievelijk Metzeral en Kruth. Een logisch beginpunt voor de westkant is station Gerardmer, aan het einde van de lijn Luxemburg-Nancy-Epinal-Geradmer. De paar wegen die de Vogezen van oost naar west doorsnijden worden ook door autobussen aangedaan. In de zomermaanden is er een speciaal op wandelaars ingestelde busdienst die de Route de Crète bedient. Kijk voor de dienstregeling op www.tourismevosges.fr/fr/gares_tgv_vosges.php

Bergsport In de Vogezen komt de bergsporter goed aan zijn trekken. Je kunt er wandelen, sportklimmen, mountainbiken, sneeuwschoenlopen, langlaufen, skiën, toerskiën en waterval klimmen. Er zijn volop mogelijkheden voor dagtochten, maar ook voor meerdaagse tochten. Een van de simpelste opties is in dat geval het volgen van de GR5. In de winter zijn de Vogezen voor Nederlanders wellicht het dichtstbijzijnde gebied dat serieus te beklimmen watervallen kent. In de topo “EST”calades staan er ruim zestig beschreven. Dezelfde topo geeft een beschrijving van meerdere honderden sportklimroutes, verdeeld over 32 gebieden. Deze variëren van boulders tot wanden van tientallen meters hoogte, van graniet via kalk tot zandsteenconglomeraat en van volledig geboorde routes tot onbehaakt ‘terain d’aventure’.

De Martinswand is wellicht het meest bekende van deze massieven. Couloirs bij de Rainkopf en de Rothenbachkopf en de overschrijding van de graat van de Spitzkoepfe bieden beklimmingen in alpiene ambiance, welke zeker in de winter zeer serieus te nemen zijn. escalade-alsace.ifrance.com/escalade-alsace/falaise/intro-bloc.html

Culinair Een bezoek aan de Vogezen is meteen ook een gastronomisch hoogtepunt. De Rijnvallei aan de oostkant van de Vogezen is volledig bedekt met wijngaarden. De beroemde Elzasser Pinots Noir, Muscats en Gewürztraminers vinden hier hun oorsprong. In de hoofdstraat van Munster wemelt het van de traiteurs en er is ook een patisserie van formaat: Gilg. www.patisserie-gilg.com Pratende over Munster: de gelijknamige rauwmelkse kaas is uiteraard ook in de valleien te koop, maar de beste kazen koop je natuurlijk bij een van de boerderijen boven in de bergen. Laat hem niet te lang in je rugzak zitten, want zelfs in dit deel van de wereld levert de lucht ervan vragende blikken op van passanten.

Onderdak Bijna alle overnachtingsmogelijkheden van camping tot hotel staan op een rijtje: www.massif-des-vosges.com/brochures.php Een speciale vermelding verdient Camping Municipal du Langenwasen, die mooi centraal in het hoogste deel van het gebied ligt en het hele jaar door geopend is. Camping municipal du Langewasen, 9 Rue Raymond Poincaré, Mairie, 68380 Mittlach, + 33 389776195, www. tourisme-alsace.info/lei/argent/cgi/fiche.php?NumProd=231001113 Een alternatief voor de vele pensionnetjes en hotels is het centraal gelegen natuurvriendenhuis Refuge Le Corsaire, 71 chemin de la croix des Oiseaux, 88400 Gerardmer, 0033-329631090, www.nivon.nl/vab/frankrijk/corsaire.htm Voor wie graag boven wil blijven zijn er meerdere berghutten van de Franse Alpenclub CAF en is er een dicht netwerk van onbemande bivakhutjes www.ffcam.fr. Zomer en winter kun je onderdak vinden bij boerderijen die zijn ingesteld op wandelaars.

Documentatie • 30 balades à raquettes, Dans les Vosges Du Donon au Ballon D’Alsace, Anne et Jérôme Renac, Editions Didier Richard, 2006 • ESTcalades, Le nouveau topo d’escalade des Vosges du Sud, Jaques Dreyer, Club Alpin Français Mulhouse • Wandelgids Vogezen / Elzas, Ruth Mariotte, ANWB, 2004 • IGN-kaarten, schaal 1:25.000: 3619OT Bussang – La Bresse; 3618OT Le Hohneck – Gerardmer; 3718OT Colmar – Kaysersberg; 3719 OT Grand Ballon; 3620ET Thann – Maseveaux • IGN-kaart, schaal 1:100.000: 31 St-Dié-des-Vosges - Mulhouse Bâle


28

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

L O C AT I E VA N O I S E

|

T E K S T I VA R S C H U T E , E R N S T A R B O U W

|

FOTO ERNST ARBOUW

Een zot idee natuurlijk, mannelijke hoogmoed wellicht. Ernst en ik belandden met een groepje collega’s in La Plagne en besloten er alle bergsporten uit te proberen die in ieder geval één van ons nog nooit had gedaan. En zo gingen we skiën, sneeuwschoenwandelen, langlaufen, ijsklimmen en bobsleeën. La Plagne, een halfmondain Frans skioord, leent zich daar uitstekend voor.

VIJFKAMP IN

Ernst op ski’s valt te vergelijken met een biljarter in de balletschool

La Plagne is een kom in de sneeuw. Door halfgesloten ogen markeren betonnen spetters de resorts waaruit La Plagne is opgebouwd, ruw verdeeld over de witte bergwand. Megalomane toeristenbouw, afgewisseld door sierlijke houten appartementgebouwen. En dit alles gedomineerd door het ‘cruiseschip’ dat hier is neergeplant door (naar het schijnt) een leerling van Le Corbusier, de beroemde Franse architect. Aime 2000 heet het. Een beetje bang word je ervan, precies de reden dat het gebouw blijft fascineren. De science-fictionachtige vormen herbergen een zelfvoorzienende

gemeenschap. Je kunt naarbinnen wandelen en de rest van je leven bivakkeren. Eenmaal wakker open ik het gordijn van mijn kamer en kijk tegen een muur van sneeuw op. Ideaal. Na het ontbijt gaan we ski’s huren. Ik wil snowblades, de iets langere variant van de bigfoot, en stuit op Franse weerwil. Juist dit type ski blijkt in hun ervaring veel zware knieletsels te veroorzaken, terwijl ik dat precies andersom verwacht. Ernst krijgt gewone ski’s en staart enigszins glazig naar de lange latten. Ernst op ski’s valt te vergelijken met een biljarter in de


LA PLAGNE


30

|

HOOGTELIJN 5-2008V

Skiën in één dag “Ah, en wie is de novice?”, vraagt de skiverhuurder, net iets te luid naar mijn smaak. Er volgt uitgebreid overleg. Twee ski-instructeurs, drie verkopers, een paar klanten en een medewerker van de lokale VVV bespreken in razendsnel Frans wat voor ski’s ik nodig heb. En wat voor schoenen. En of het niet beter zou zijn als ik een helm zou dragen. Ondertussen zit ik op een bankje in de hoek van de winkel, onzichtbaar verstopt achter een rek snowboards. Skileraar François neemt me even later mee naar een sneeuwveldje tussen een paar grote hotels. Hij doet voor hoe je de ski’s onderklikt – ik begin echt bij nul – en zegt dan met een vriendelijk Frans accent: “Now you.” Ik stap in m’n linkerski en klik de binding dicht. Op het moment dat ik m’n rechtervoet van de sneeuw til, begin ik langzaam te glijden. Achteruit. Op één ski. François laat zich niet uit het veld slaan. Geduldig legt hij uit hoe ik de flauwe helling waar we staan moet afdalen. Vóóruit, en zonder tegen een betonnen muur of een lantaarnpaal te botsen. Na drie afdalingen knikt hij tevreden. “You’re doing fine, you’re doing fine”, zegt hij. Hij bedoelt: nu gaan we naar een steilere helling. Tweehonderd meter verderop, op een heuveltje van tien meter dat normaalgesproken wordt gebruikt door dik ingepakte peuters op plastic sleetjes, legt hij het belangrijkste begrip van die dag uit: “Ze Znowplough” – de sneeuwploeg. Hij legt uit dat ik halverwege de helling de punten van m’n ski’s naar elkaar moet brengen terwijl ik de achterkanten uit elkaar beweeg. En dat zonder de punten over elkaar te bewegen of te vallen. “Gewoon doen wat je net hebt geleerd. Ze Znowplough.”, instrueert François als we de piste opgaan. Hip uitgedoste snowboarders en skiërs schieten ons aan twee kanten voorbij. François skiet op z’n gemak met me mee. Hij gebaart naar verschillende liften en hellingen en noemt namen van pistes en verderop gelegen dorpen. Af en toe geeft hij een korte aanwijzing: “Ernest, Brake!!” ’s Middags zoeken we een paar hoger gelegen, lastigere pistes op. François is tevreden. Misschien leren klimmers gemakkelijker skiën, filosofeert hij terwijl we in de stoeltjeslift omhoog zitten. Boven ziet hij me twijfelen: dit is wel heel steil. En hoog. En lang. “Blijf achter me en doe precies wat ik zeg,” instrueert hij. Terwijl hij langzaam naar beneden glijdt, kijkt hij over z’n schouder. “Come Ernest…” M’n ski’s kraken in de sneeuw en ik schiet François als een vuurpijl voorbij. Ik vlieg op millimeters (nou ja, vooruit, centimeters) afstand langs een twintig meter diepe afgrond en mis op een haar na een groepje Franse ouden van dagen. Ergens ver achter me hoor ik François roepen: “Ze znowplough, Ernest. Ze znowplough!!” De wind suist rond m’n hoofd. Dan maak ik ineens een perfecte zig, gevolgd door een perfecte zag. En dan draai ik een halve ronde, boor ik de punt van een ski in de helling en kom ik balancerend op de andere ski tot stilstand. Precies op dat moment komt François als een action hero langszij. Hij remt in een wolk van opgeworpen poedersneeuw, grijpt me bij m’n schouders en houdt me overeind. “I see you like skiing very much…”


HOOGTELIJN 5-2008

dat er heuse bergen worden beklommen met deze dingen, er zelfs kleine ijsvelden getrotseerd worden, gebruikmakend van de scherpe punten voorop de sneeuwschoenen. Op weg dan maar. Monotoon knarsend lopen we door het dikke sneeuwpak, af en toe het beekje kruisend dat we stroomopwaarts volgen. Kleine lichtvlekken dansen voor en achter me. Langzaam zakken we weg in ons eigen ritme, uiteindelijk opgeschrikt door het uit het duister opdoemende hutje. Witte wijn is onze beloning. Het is de drank die me ’s nachts uit mijn slaapzak jaagt. Ik moet plassen in de sneeuw en probeer zo stil mogelijk uit bed te klimmen en de trap af te dalen, hetgeen jammerlijk mislukt als ik een houten balk probeer te grijpen, vergetend dat daaraan een enorme koeienbel hangt.

balletschool of een ijsbeer met een kokosnoot op zijn kop, kortom onvoorstelbaar. Ik ski weg met de groep en laat Ernst ontredderd in zijn eentje achter. TEMPEL Als je boven La Plagne over de berg skiet, kom je uit in Champagnyen-Vanoise. Het dorpje schuilt in een stil dal, dat gekenmerkt wordt door schaduw, niets dan schaduw. Een rotswand van achthonderd meter hoogte en twintig kilometer lengte, met daarachter alpentoppen van bijna vier kilometer zorgen het grootste deel van de dag voor schaduw en koelte. Koelte waarvan Stephane Husson, een voormalig Frans topklimmer, dankbaar gebruik maakt. Dissonerend met het dorpsprofiel staat er een groot en ijzig insect in het dal, een soort spin, een hooiwagen hoog op de poten. Stephane: “It’s not an alien, its’a temple.” Jaja, het is toch vooral een ijsklimwand. Het water dat uit de sprinklers drupt is (zonder vriesinstallatie!) in pijlers bevroren langs de poten van het monster. En hier ga ik voor het eerst van mijn leven stijgijzers aantrekken, iets wat ik tot nu toe altijd heb weten te vermijden. Ik pak twee ijsbijlen, ga met mijn stijgijzers prompt op mijn eigen touw staan, en probeer de bijlen in het ijs te meppen. Je moet de slag te pakken krijgen. Slaan vanuit de pols en dan maar hangen. Eén voet, één arm tegelijk. Pas in mijn tweede route probeer ik wat rotsklimtechnieken, maar veel verder dan indraaien kom ik niet. Als ik later Stephane zie klimmen begin ik pas te beseffen wat er mogelijk is. Maar het is wonderwit klimmen in het stilbesneeuwde dal. De ijsspetters springen in mijn gezicht. En er blijkt ijs en ijs te zijn. Soepijs, betonijs, glasijs, lekker ijs. Met enige spijt daal ik uiteindelijk af om me voor het volgende onderdeel van onze vijfkamp te melden: sneeuwschoenwandelen. FLAPPEREN Het is nog net licht als ik die rare plastic dingen aangereikt krijg. Nu is het Ernst zijn beurt om te lachen, ervaren sneeuwschoenwandelaar als hij is. De plastic constructie straalt een zekere suffigheid uit, maar blijkt uitermate efficiënt. Ik flapper een rondje en zie me dit wel doen. We gaan een tocht door de nacht maken, naar een berghutje waar een geïmproviseerde kaasfondue wacht. Ik begrijp

KLASSIEK Eenmaal terug in het dorp loopt Ernst direct naar het dichtstbijzijnde terras als ik besluit om mijn eerste langlaufles te volgen. De lafaard laat me alleen achter met Damien, een rustige atleet die me het spelletje begint uit te leggen. Ik kan behoorlijk skiën, dus dit kan niet al te lastig zijn. Hoop ik althans. Vervelend dat die hak loszit, dat ben ik niet gewend. En in vergelijking met de snowblades waarop ik hierheen ben geskied, zijn die langlaufski’s idioot lang. Ik kan kiezen: klassiek of minder klassiek, alpien geloof ik. Klassiek dus, en dat gaat heel aardig. Ski naar voren glijden, stok op het juiste moment inzetten en dan het andere been. Helaas wijst Damien me op een oefenhellinkje. Heel simpel naar het schijnt, omhoog in een V, omlaag in de ploeg. Tussen pylonen door en dan blijk ik niet te kunnen remmen. Eén ski in de loipe, eentje schuin naar buiten

Voordat de gedachte in je hoofd de vorm van woorden kan aannemen, hang je al op je kop in de bocht zettend en remmen op de binnenkant van de ski. Onmachtig stort ik bij alle pogingen ter aarde. Het zal lang duren voordat ik op deze manier de natuur kan verkennen. Eerder dan gepland heb ik er genoeg van. Inderdaad een zot idee. Misschien een andere keer, maak ik mezelf wijs en voeg me met een grijnzende Damien bij een al evenzeer grijnzende Ernst. KERMIS Hoewel Ernst en ik nu in het trotse bezit zijn van een heus bobsleediploma, vragen we ons af of dit voor herhaling vatbaar is. Een zeer extreme kermiservaring is nog wat zwakjes uitgedrukt voor wat ons net is overkomen op de Olympische bobsleebaan van La Plagne. Een minuutje misschien, meer niet. Boven werden de bobs uit een kleine vrachtwagen op de smalle spekgladde ijsbaan getakeld. Een beetje zenuwachtig lachend hebben we het aangezien, af en toe een foto makend van onze voorgangers. Toen het onze beurt was hebben we eerst helmen lopen passen en ons daarna gedwee laten insnoeren in de zogenaamd zelfsturende viermansbob. Het bleek een wat zwaarder type dan de dingen die je op tv ziet. Aan de ons omsluitende binnenkant van de bob zitten dikke stootkussens. Een klein zetje was voldoende. Tergend langzaam begon de bob te glijden, na een paar meter misselijkmakend versnellend. Absoluut geen terugweg mogelijk. Hoe dit te beschrijven? Ik heb alleen maar zitten

|

31


Michael Schneiter, Treasure Mountain, Colorado. Spot headlamp. d av i d c l i f f o r d

SLIMME VERLICHTING

spot

Krachtige 1-watt wed voor goed zicht veraf Suberbright led’s voor verlichting dichtbij Speciaal ontworpen reflector voor een optimale verspreiding van het licht De beste prijs / kwaliteit verhouding

b l a c k d i a m o n d e q u i p m e n t. c o m / L I G H T I N G MOUNTAIN@blackdiamond.eu


lachen, met licht hysterische ondertoon. Insturen voor een bocht lijkt me nu bijna onmogelijk. Diep respect voor professionals. Je ziet de bocht, denkt dat je zus en zo, maar voordat de gedachte in je hoofd de vorm van woorden kan aannemen, hang je al op je kop in de bocht, door de middelpuntvliedende kracht de kussens opetend.

Houdt dit op? Of schieten we de schemering van het dal onder La Plagne in, onze witte bob gedragen door zijn absurde snelheid. Het is dat we nu beneden staan en beter weten, anders zou ik denken: ‘La Plagne zien en dan sterven.’ ▲

WINTERBERGSPORT LA PLAGNE La Plagne ligt nabij het Parc National de la Vanoise gesitueerd in de driehoek tussen Albertville, Courchevel en Val d’Isère. De 3417 m hoge Bellecôte vormt het dak van het skigebied. In totaal zijn er tien dorpjes, 225 km skipiste, 80 km loipes en 100 liften die meer dan 120.000 mensen per uur kunnen transporteren. Het skigebied is verbonden met Les Arcs en staat samen met dit skioord bekend onder de naam Paradiski. Ook het kleine en meer authentieke Champagny en Vanoise maakt deel uit van Paradiski. Vanuit dit dorp kun je lopend door het dal van het riviertje de Doron het Parc National de la Vanoise bezoeken. Het dalletje vormt - in de winter - een goede plek om te langlaufen of te sneeuwschoenwandelen, daarmee de meer rustige tegenhanger van het drukke La Plagne.

IJsklimmen De 22 m hoge ijsklimtoren in Champagny is 3,5 maand per jaar open. Het ding heeft vier pijlers, waarvan elke is gevormd naar voorbeeld van een beroemde ijsklimwand. Een middagje klimmen kost € 6,-. Twee uur klimmen met een gids kost € 30,-.euro.

Bobsleeën Er zijn minder dan twintig bobsleebanen op de wereld. De Olympische bobsleebaan van La Plagne (Spelen van Albertville in 1992) is de enige in Frankrijk. Het snelheidsrecord is 134 km/uur. In de scherpste van de 19 bochten moet je bijna 5G weerstaan. Zo’n ervaring kost € 36,- per persoon. Met een tamme 80 km/uur ga je dan in de zogenaamde bob-raft de helling af. Hard zat naar ons bleek. Het kan erger: de mono-bob of taxi-bob (met bestuurder) gaan respectievelijk 90 km/uur en 120 km/uur. We moeten er niet aan denken. De kosten € 100,- en € 105,- per ritje. Meer info: Office de Promotion – Centrale de Réservation, + 33(0)479097979, bienvenue@la-plagne.com, reservation@la-plagne.com www.la-plagne.com www.champagny.com



HOOGTELIJN 5-2008

|

Focus “Met foto’s probeer ik de impressie en emoties van het moment vast te houden om ze later opnieuw te kunnen beleven,” schrijft Jolco Brolsma. En hij vervolgt: “Elk jaar wil ik kijken of hij er nog is: de Aletschgletsjer. En na vier uur klimmen vanuit het Fieschertal rijst hij overweldigend mooi voor je op. Iets korter dan vorig jaar misschien, iets dunner wellicht, maar altijd imposant. Kort geleden moet er een brok zijn afgebroken, met als resultaat die speciale turkooizen kleur. Vanuit dit standpunt gezien is de gletsjer eindeloos lang. Jaren geleden vertrok ik van hier om over de gletsjer naar de Konkordiahut te gaan en verder naar het Jungfraujoch. Een andere keer staken we vanuit de Hollandiahut dwars de Aletschgletsjer over. Uren lang stappen over sneeuw en ijs terwijl onder je stroompjes gorgelden. Op de Konkordiaplatz lopen de beekjes aan het oppervlak; ze zijn moeilijk over te steken. Elders verdwijnen ze spoorloos in de ijsmassa. Honderden spleten en spleetjes moeten we gekruist zijn. Meestal smal en gevaarloos, soms peilloos diep met verleidelijke kleurschakeringen. De Konkordiahut ligt op een rotspunt boven de gletsjer en je hebt er een prachtig uitzicht. De zonsondergang hier is een belevenis. Vroeger stapte je zo van het ijs op de rots, vermoed ik. Nu moet je een groot aantal ladders beklimmen. Het worden er steeds meer, want de gletsjer slinkt gedurig. Maar toch, deze gletsjer is zo groots dat hij zich vasthaakt in je ziel. Nooit zul je hem vergeten, elk jaar wil je terug om zeker te weten: hij is er nog.”

Heb jij ook een mooie foto die in Focus past? Stuur hem naar Hoogtelijn. Redactie Hoogtelijn, Postbus 225, 3440 AE Woerden, hoogtelijn@nkbv.nl

35


KOUD?


T E K S T E N F O T O ’ S R O G I E R VA N R I J N

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

MOOI NIET! Terwijl in Nederland de regen valt op straten, pleinen en perken, zoeft Rogier van Rijn op zijn ski’s door versgevallen poedersneeuw in de Franse Alpen. Of hij hakt zich een weg omhoog door bevroren watervallen rond zijn woonplaats l’Argentière-la-Bessée. Koud? Nee hoor, Rogier niet…

Kou is een van de meest onderschatte gevaren van de bergsport en vooral van winteralpinisme. Een koud lichaam gebruikt enorm veel calorieën en kou heeft een nadelige invloed op alles wat je doet: je handelingen, je waarnemingsvermogen en je besluitvaardigheid. Als het erg koud wordt, kan er zelfs onderkoeling of bevriezing optreden -uit eigen ervaring weet ik dat bevriezing eerder optreedt dan je denkt. Zorg dat je de kou - letterlijk - van je lijf houdt. Hoe? Eigenlijk heel eenvoudig.

1 Pas op voor oververhitting en transpiratie

Je lichaam regelt de temperatuur (onder meer) door te transpireren. Zodra je te warm wordt, begin je te zweten. Transpiratie is een bijzonder effectieve manier om tijdens en activiteit overtollige warmte kwijt te raken, maar helaas gaat het warmteverlies nog een tijdje door als je weer stil staat. Klim, wandel of ski dus niet met teveel of te dikke kleren. Zorg dat je, zodra je stilstaat, direct en extra warme, droge laag kleding aantrekt.

2 Pas ook op voor afkoeling of zelfs onderkoeling Zorg dat je op geen enkel moment van de dag het te koud krijgt en trek iets warms aan voordat het te laat is. Een lichaam weer opwarmen kost enorm veel energie. Dit klinkt logisch, maar ik zie vaak bibberende mensen in watervallen die geen zin hebben om hun donsjack uit hun rugzak te pakken.

3 Trek je stijgijzers uit waar dat kan

Natuurlijk moet je zelf geen gevaar lopen, maar stijgijzers hebben weinig zin in een halve meter sneeuw. Al het metaal aan je voet geeft enorm veel koude door. Dus als er geen kans is om te vallen – maar ook alleen dan – loop dan zonder deze ijzers.

4 Drink voldoende

Voldoende vocht houdt je bloed vloeibaar wat zo al goed stromend je lichaam kan verwarmen. Ideaal zijn warme zoete dranken. Wees beducht op het dichtvriezen van camelbags en dergelijke. Ik draag het drinkslangetje vaak tussen twee lagen kleding, zo bevriest het niet.

Tips

37


38

|

HOOGTELIJN 5-2008

5 Eet voldoende

Dit klinkt logisch, maar hoeveel eet je eigenlijk op een dagje flinke buitensport? Te weinig! Probeer goed en uitgebalanceerd te eten. Teveel ‘eenvoudige’ suikers, bijvoorbeeld in snoep, chocola en candybars, zijn zeker niet aan te raden. Mueslirepen, brood, noten en kruidkoek zijn prima tochtenvoer.

6 Eet knoflook

Van knoflook wordt gezegd dat het bloedverdunnend werkt. Bloed dat goed stroomt, houdt je vingers en tenen op temperatuur. Het effect van knoflook is niet wetenschappelijk bewezen, mijn persoonlijke ervaring is dat het werkt. Baat het niet, dan schaadt het niet.

7 Neem voldoende handschoenen mee

Voldoende betekent méér dan één paar. Ik gebruik altijd minstens twee, en vaak drie paar handschoenen. Een paar erg warme handschoenen voor op standplaatsen en voor eenvoudig klimwerk en een paar dunnere, technische handschoenen voor moeilijkere dingen. Als ik het ene paar gebruik zit het andere onder mijn jack. Hang handschoenen niet aan je gordel! Doe je dat wel, dan worden je handschoenen koud en nat en kunnen ze bevriezen. Aan koude handschoenen heb je niets. De hand-schoenen die ik niet gebruik heb ik onder een laag kleding tegen mijn lichaam aan zitten.

8 Handschoenen zijn heilig

Pas op dat er geen sneeuw of water in komt.

9 Gebruik warmtepads

Warmtepads zijn kleine zakjes gevuld met een chemische verbinding die, als dat nodig is, warmte kan afgeven. Op koude dagen zijn ze goud waard. Ik doe vaak een pad in mijn jaszak om zo koude handen weer op te warmen. Een pak van tien heatpads kost ongeveer 5 euro. Sommige types zijn herbruikbaar: thuis even in een pannetje met heet water en ze kunnen weer mee.

10 Draag warme schoenen

Kies voor winteralpinisme niet voor dunne, ultratechnische zomer- of watervalschoenen maar voor warme degelijke schoenen. Klimmen met koude voeten is moeilijker dan klimmen met grote schoenen. Watervalklimmers kunnen vaak af met dunnere schoenen, maar koop deze schoenen zeker niet te krap!

11 Houd rekening met de tijd

Een bivak hoog in de bergen is in de zomer vaak al geen pretje, in de winter kan het, vooral als je niet goed voorbereid bent, levensgevaarlijk zijn. Als het magere winterzonnetje achter de bergen verdwijnt, daalt de temperatuur vaak aanzienlijk. Zorg dat je tegen die tijd bij de kachel zit.

12 Gebruik in bevroren watervallen een kunststof – en dus geen dons – geïsoleerd jack

Dons is heerlijk voor op de camping, voor in het dal, voor expedities en voor het uitlaten van je hond, maar in watervallen, waar het vaak erg nat kan zijn, verliest dons erg snel zijn isolatiewaarde. Een nat donsjack isoleert nauwelijks. Een goed kunststofjack isoleert daarentegen zelfs als het nat is nog enorm goed.

13 Blijf in beweging

Doe routes en tochten binnen je niveau. Als je te moeilijke routes induikt, sta je langer stil en duurt de tocht te lang. Daardoor koel je eerder af. Je loopt bovendien het risico dat je ergens moet bivakkeren in de sneeuw.

DEZE TEKST VERSCHEEN EERDER OP HET WEBLOG VAN ROGIER VAN RIJN: WWW.ROGIERVANRIJN.COM/WORDPRESS �


BERGSPORTREIZEN.NL winter / voorjaar 2009

* vreemde voettochten - Engeland - Suriname - Italië

© Martijn Schell

* sneeuwschoenwandelen * toerlanglaufen * zelfstandig toerskiën * watervalklimmen

BERGSPORTREIZEN.NL komt medio december uit

© Rogier van Rijn

Kijk voor meer info over de cursussen en tochten op www.bergsportreizen.nl


Afscheid van de Amsterdamse brandweerkazerne. Harry Ronsdorf (zittend) luistert aandachtig naar Arnold Hoven.

BRANDWEERKAZERNE ADIEU! Op de binnenplaats van de oude brandweerkazerne aan de Admiraal De Ruyterkade in Amsterdam liggen de wortels van het rotsklimmen in Nederland. Nieuwe klimtechnieken, het aanleggen van routes, de eerste klimcursussen; vanuit dit ‘klimlaboratorium’ is het allemaal de Nederlandse rotsklimwereld in gegaan. Na precies vijftig jaar krijgt het gebouw de monumentenstatus en moet de NKBV-regio Amsterdam van de muren af.

Vijftig jaar geleden was Nederland nog zo plat als een dubbeltje. Er waren geen klimhallen, geen cursussen, geen routebouwers, kortom geen enkele plek om je klimvaardigheden te testen. Totdat Harry Ronsdorf, van het ‘Consulaat Amsterdam’, van de Sektion Holland van de Oostenrijkse Alpenvereniging een uitnodiging kreeg om per schip mee te gaan naar de ruïnes van het eiland Pampus. De gemeente Amsterdam wilde weten of daar een oefenterrein voor politie, brandweer en klimmers van te maken was. Dat viel een beetje tegen en bij terugkomst in Amsterdam meerde het schip met de pioniers af vlak voor de toenmalige brandweerkazerne. De Commandeur van de kazerne sprak toen de historische woorden: “Misschien is de achterkant van de kazerne wel iets voor jullie?” En daarmee was de allereerste oefenplaats voor Nederlandse alpinisten een feit. Het fenomeen was meteen landelijk nieuws, met krantenkoppen als: ‘Brandweerkazerne speelt wekelijks voor bergtop’ en ‘Klauteraars leven in wereld vol illusies’. BROODNODIGE TREETJES De Brandweerkazerne is een gebouw met allemaal richeltjes en randjes, boogramen, torens, hoeken en gaten, ideaal als surrogaatrots. In 1958

begonnen vijfentwintig pioniers met de ‘Kletterschule Amsterdam’. Van een ‘Schule’ was overigens geen sprake: er waren nog geen cursussen. Op zaterdagmiddagen, zomer en winter, kon je op de binnenplaats van de kazerne het klimmen en abseilen leren van meer ervaren types, als die niet zelf aan de muur hingen. Er was altijd wel iemand die je op sleeptouw nam. De kunst was om zonder een ruitje in te trappen en zonder de regenpijpen van de muur te trekken boven te komen, en dan ab te seilen tussen de autowassende en volleyballende brandweermannen. Dat er af en toe een karabiner op een auto viel, ach… Op de afscheidsdag 30 augustus jl wijzen een paar oud-klimmers het aan: op strategische plekken hebben ze stiekem hoekjes steen weggeslagen om een paar broodnodige treetjes te maken. BOUWHELMEN Erelid Harry Ronsdorf, inmiddels 94, praat langzaam, maar vol vuur over de Dülfersitz, de allereerste abseilmethode: “De eerste les ging over hoe je moest abseilen zonder karabiners, reepschnur- of bandschlinge. Het touw ging over je ene schouder en onder je andere bil door. Je moest wel je kraagje omhoog doen, anders sneed het touw in je nek. Maar verder ging


TEKST MONIEK JANSSEN

|

dat prima.” Na 1965 werd er abgeseild met Brustgeschirr, een zelfgeknoopte borstgordel. De heupgordel kwam pas in de jaren ‘80 in zwang. Jansje Meijer, die eind jaren ’60 begon met klimmen, vertelt hoe zij aan haar eerste heupgordel kwam: “Een Poolse gids in een Oostenrijkse berghut maakte zelf gordels van reepschnur om bij te verdienen, die kon je dan voor twee gulden vijftig bij hem kopen. En onze eerste helmen waren bouwhelmen met afgezaagde klep.” Eén van de eerste routebouwers, Radboud van Grieken: “We brachten keilbouten met gaten erin aan op plekken waar je echt niet zonder haak verder kon. Daar kon je dan één of twee karabiners inhangen, en je daar aan vasthouden. Tegenwoordig zou dat setje-trekken heten maar vrij klimmen bestond toen nog niet.” Van Grieken was in 1970 een van de allereerste kliminstructeurs en oprichter van de eerste ‘Technische Klimcommissie’ en vertelt hoe je toen moest zekeren: “Er bestond nog geen halve mastworp. Je draaide het touw een keer extra om de karabiner en zekerde over je schouder.” OUDERE JONGERE In 1973 vertrokken de brandweerlieden naar een nieuwe kazerne en kreeg de Kletterschule Amsterdam het rijk alleen. Geen warme douches meer... en tot overmaat van ramp liet de gemeente vervolgens weten dat klimmen ‘voor onbepaalde tijd niet mogelijk was’. Zo’n vaart zou het uiteindelijk niet

FOTO’S PIETER DIRKSZ E. A .

|

HOOGTELIJN 5-2008

lopen. In 1974 kwam Helmut Wagner, een vermaarde Oostenrijkse gids en expeditieklimmer naar de kazerne om de reddingstechnieken van de Nederlanders te verfijnen. De volgende vijfentwintig jaar maakte klimmend Amsterdam gebruik van de eindeloze discussies over de bestemming van het gebouw door lekker te blijven klimmen. Het vertrek werd alsmaar uitgesteld.

Je draaide het touw een keer om de karabiner en zekerde over je schouder Tot 30 augustus 2008. Deze reünie is druk bezocht, vijftig jaar klimmen kwam voorbij. Sommigen zijn nu nog actief. Herman Pentermann, een van de ‘oudere jongeren’ bekent dat hij nog wel eens gaat klimmen in Sy, for old times sake. Maar de meeste reünisten zijn de vijftig (ruim) gepasseerd en wandelen alleen nog. Er waren toespraken, er werd gelachen, herinneringen werden opgehaald, urenlang. Naarmate de dag vorderde verjongde het publiek, totdat alleen de nu-generatie overbleef. Zelfs de reünie had het verloop van vijftig jaar rotsklimmen….

Abseilen tussen de auto’s van de brandweerlieden.

Zekeren over je schouder.

|

41


42

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

L O C AT I E S A U E R L A N D

|

TEKST EN FOTO’S ARNO MA AN

ROTHAARSTEIG


HOOGTELIJN 5-2008

WEG DER SINNE Niet ver over de grens voert een langeafstandsroute over de kam van het Rothaargebergte. In 154 kilometer en 3139 hoogtemeters loop je van Brilon naar Dillenburg. Arno en Ingrid Maan maakten er een multi-weekendproject van.

Mutsen op, handschoenen aan. Warm ingepakt lopen we langs vakwerkhuizen, zwart en wit, met daken van kunstig gelegd leisteen. Op een leeg plein, het is nog vroeg deze zaterdagochtend, vinden we wat we zoeken: het officiële startpunt van de Rothaarsteig. Willkommen am R0thaarsteig, roept een groot bord ons toe. Aangesterkt door Kaffee und Kuchen wandelen we het pittoreske Brilon uit de beboste heuvels in. Naaldwoud overheerst. Machtige sparren reiken duizelingwekkend hoog en geven het woud een totaal ander aangezicht dan het ons zo vertrouwde Veluwebos. Op een weide lopen we door de sneeuw en bewonderen ragfijne bouwsels van bevroren rijp. Koning Winter houdt het Sauerland stevig in zijn greep.

nergens Kaffee und Kuchen. Gelukkig heeft Marc een heupflesje om ons door de moeilijke momenten heen te helpen. GEURENDE PADDESTOELEN Ons tweede Rothaarsteigweekend in maart 2004 bleek net zo winters als het eerste. Het stadje Winterberg deed zijn naam eer aan en we liepen door het diep besneeuwde wintersportgebied van de Kahle Asten (841 meter). Prachtig allemaal, maar voorlopig zijn we het geploeter door de witte brij beu en daarom kiezen we voor ons derde wandelweekend de herfst. Kleurige bossen, geurende paddestoelen en bronstige herten, daar gaan we voor! Dit keer laten we de auto achter in het gehucht

Na onze scepsis smaakt het water verrassend fris maar of we er honderd mee zullen worden? Het hoogtepunt van deze eerste etappe is de Klettervariante, nur für Geübte mit festem Schuwerk. Een Herausforderung (uitdaging) waarvoor Reinhold Messner zich niet hoeft te schamen. Althans, zo wordt het gepresenteerd. Ook nu blijken onze oosterburen meesters in dramatiek. Het steile, besneeuwde kammetje met spookachtige gedrochten van eikenboompjes is zonder meer prachtig, maar verre van moeilijk. De klettervariant eindigt op de Ginsterkopf, een fraai uitzichtpunt. We kijken uit over de Bruchhausenersteine, een aantal bonkige rotsformaties uit vulkanisch gesteente waar we vroeger met veel plezier geklommen hebben. Helaas is dit unieke klimgebied al weer twintig jaar gesloten. De volgende ochtend stappen we een witte wereld in. Het heeft de hele nacht gesneeuwd. Hadden we nou onze langlauflatten maar meegenomen! Het lopen door de sneeuw is vermoeiend, maar wat een grandioze sfeer. De besneeuwde bossen zijn wunderschön. Helaas ziet de zon geen kans door het grauwe wolkendek heen te breken en als we rond de middag tegen de wind in over hooggelegen heidevelden struinen wordt het grimmig. En ▲

Jagdhaus, dat uit niet veel meer bestaat dan enkele huizen en een gasthof, midden in het bos. Na de start met Kaffee und Kuchen worden we getrakteerd op een kleine demonstratie boomvellen. Als een ridder gehuld in zijn veiligheidskleding gaat een houthakker met zijn knetterende motorzaag een tientallen meters hoge spar te lijf. Vroem, vroem en vlot is een inkeping in de voorkant van de dikke stam gemaakt. Vervolgens jankt de zaag onder een schuine hoek finaal door de achterkant. Dan klinkt luid gekraak en met een doffe klap slaat de woudreus tegen de grond. Dat alles in minder dan vijf minuten tijd. Maar niet getreurd, het Sauerland staat vol met bomen. En gelukkig maar, want zo wordt ons het deprimerende zicht op de grijze wolkenzakken ontnomen. Zolang het droog blijft, kunnen we doen alsof onze neuzen bloeden en genieten we van onze prachtige herfstwandeling langs een veelheid aan paddestoelen en zwammen. ’s Middags laat de realiteit zich gelden; de hemelsluizen gaan open en de regen daalt gestaag neer. Je zou er chagrijnig van kunnen worden, maar liever lachen we elkaar van onder onze paraplu’s goede moed toe

Tijdens de zomerse etappe kunnen eindelijk de korte broeken aan.

|

43


Nog een eind lopen!

en zo nemen we in een fraai, wijds beekdal niet minder foto’s dan we met zonneschijn zouden hebben gedaan. Bij een picknicktafel besluiten we de regen eenvoudigweg te negeren. Marc schenkt de borrelglaasjes vol en Ingrid geeft de zak met nootjes door. WILLEM DE ZWIJGER Onze ruim 20 kilometer lange etappe eindigt in het dorpje Zinse, ook weer zo’n schilderachtig gehucht vol vakwerkhuizen midden in het bos. Het echtpaar dat het enige pension ter plekke runt, had al naar ons uitgekeken en we worden gastvrij onthaald. De overvloedige avonddis neemt niet weg dat we ons ’s ochtends uitgebreid te goed doen aan een eveneens overvloedig ontbijt. Om af te vallen moet je niet in het Sauerland zijn. Als we afscheid nemen van onze pensionhouders maken we een prachtige afspraak. Aan het einde van onze etappe mogen we onze gastheer bellen om ons op laten te halen en terug te laten brengen naar onze auto in Jagdhaus. En dat voor een bescheiden vergoeding van € 5 per persoon. Fantastisch! Soortgelijke afspraken hebben we later ook kunnen maken tijdens onze laatste twee wandelweekends. Een prachtige formule die veel getob met openbaar vervoer bespaart. De Sauerlanders dragen Rothaarwandelaars werkelijk een warm hart toe. Een mooie wandeling, met zon en geen regen, bracht ons bij de kasteelruïne Ginsberg, die ooit toebehoorde aan de graven van Nassau en waar Willem de Zwijger troepen bijeen bracht om ons land te bevrijden van het Spaanse juk. Dat maakt indruk, want waarom was de vader des vaderlands niet gewoon lekker in de groene heuvels van het Sauerland gebleven? Waar hij heer en meester was en waar hij onbezorgd kon wandelen en jagen? Vanaf de kasteelmuur hebben we een schitterend uitzicht op het zuiden. Daar ergens ligt Dillenburg, de geboorteplaats van Willem de Zwijger en onze eindbestemming. Misschien het volgende weekend al? SAAI “154 kilometer lopen in het Sauerland? Is dat niet saai?” Deze vraag is ons vaak gesteld. En niet ten onrechte. Want ja, in zekere zin is het Sauerland saai. We hebben meerdere dagetappes gelopen die voor 90 procent door bossen voerden. Maar voor een welwillend oog is het woud vol afwisseling. Majestueuze bomen, een wijds uitzicht, een

Saai? Voor een welwillend oog is het woud vol afwisseling.

sprankelend beekdal, een woeste heide, maar vaker zit de verscheidenheid in kleine dingen zoals bizarre stronken, varens, mossen, paddestoelen, bronnen, een kloppende specht, kwetterende vinken en een havik die laag tussen de bomen scheert. Maar ook door de wandeling te spreiden over de seizoenen ontstaat afwisseling. Daarom kiezen wij voor ons vierde wandelweekend zomerse sferen. OASE In het zuidelijke deel van de Rothaarsteig zijn de overnachtingsmogelijkheden minder talrijk en moeten we kiezen tussen hele lange of korte etappes. Onze eerste wandeldag beginnen we met een korte etappe, zo’n 12 kilometer. In Lützel trekken we korte broeken aan en laten de auto achter. We wandelen door een mooi beekdal. De prille Eder zoekt slingerend zijn weg door een bloemenrijk moeras. Na een zwoel bos, benutten we een grasveldje voor een heerlijk zonnebad. Wat een tegenstelling met onze winterwandelingen! Als we aan het einde van de middag de bron van de Sieg bereiken, weten we dat ons gasthof Zur Siegquelle niet ver meer is. Met een fris biertje in de hand genieten we even later van de weldadige rust van deze oase in het groen.

Hadden we nou onze langlauflatten maar meegenomen! Op de tweede dag maakt de Rothaarsteig een merkwaardige lus waarbij de hoofdkam kort wordt verlaten om door een weelderige jungle af te dalen naar een verborgen waterbron: de Ilsequelle. Een indrukwekkend betoog in ons wandelgidsje leert ons dat hier zeer gezond magneetwater (want rechtsdraaiend!) ontspringt, dat vergelijkbaar is met dat uit de bronnen van Lourdes. Als we naar het miezerige straaltje water kijken dat in een morsige put verdwijnt, kunnen we nauwelijks voorstellen dat het een heilzamere werking zou hebben dan ons biertje van de avond tevoren. Alsof onze twijfel wordt gevoeld, verschijnt uit het niets een vriendelijke Duitser in het groen met drie grote jerrycans. De gepensioneerde politiecommissaris steekt de loftrompet uit over de kwaliteit van het water en Ingrid en ik laten ons overhalen en vullen onze veldflessen. Na onze


Eindpunt Dillenburg.

scepsis smaakt het water verrassend fris maar of we er honderd mee zullen worden? We hopen in ieder geval de Rothaarsteig af te kunnen ronden en hebben daarvoor nog een laatste weekend nodig. AARTSLUIE ZOONS We genieten stevig doorstappend van onze laatste grote boswandeling. Als we bij de fraai uitgebouwde bron van het riviertje de Dill komen, beseffen we hoe dicht we ons doel Dillenburg naderen. Snel een foto en verder. We blijven langer stil staan bij een piepklein openluchtmuseum waar een paar kolenmeilers zijn nagebouwd. In deze simpele ovens van hout en plaggen werd vroeger hout tot houtskool gestoofd. De houtskool diende voor het smelten van ijzer. Vierhonderd jaar geleden moet het Sauerland een kaalgekapt, rokerig gebied zijn geweest, plaatselijk zwaar verontreinigd door het winnen van ijzererts en andere mineralen. Onvoorstelbaar. We snuiven onze longen nog maar eens vol met de zuivere boslucht die ons nu omringt. Verder gaan we weer totdat we het punt bereiken waarop we de beboste Rothaarhoofdkam verlaten. We dalen af en zullen weer door dorpen lopen, vrolijke huizen zien en akkers en weiden, vaak roze bespikkeld met bloeiende herfsttijloos, een soort nazomerkrokus. Onze lange mars eindigt tegen zes uur ’s avonds in Manderbach waar Doris een appartement heeft gereserveerd. De eigenaresse ontvangt ons allervriendelijkst en vertelt haar hele levensloop terwijl wij met de benen hoog op gemakkelijke stoelen in haar tuin zitten. Bij haar levensloop horen ook een aantal aartsluie zoons waarvan ze er één opdraagt om ons, moegelopen wandelaars, met de auto naar het enige restaurantje dat het dorp rijk is te rijden. En laten ze daar uitgerekend dit weekend een Oktoberfest vieren. De menukaart bestaat uit Beierse specialiteiten die worden rondgebracht door vriendelijke rondborstige dames in Dirndls en Lederhosen. Bier wordt in literpullen geschonken. Marc en ik kijken elkaar aan en onze ogen zeggen; “Zie je wel, het leven is wel leuk!”. De laatste kilometers van de Rothaarsteig leiden door een betonnen buitenwijk en over een steile boshelling, maar dan staan we onder aan de prachtige Wilhelmsturm en kijken we uit over de kleine, maar fraaie Altstadt. Hoera! De Rothaarsteig “gemeistert!” Dat gaan we vieren, met Kaffee und Kuchen op het zonnige terras van het burchtcafé. ▲

ROTHAARSTEIG De Rothaarsteig is een goed gemarkeerde langeafstandsroute van Brilon naar Dillenburg over 154 kilometer. De route is beschreven in ErlebnisWanderführer Rothaarsteig. Dit boekje bevat alle benodigde kaarten en geeft veel achtergrondinformatie. Meer informatie, o.a. over overnachtingsadressen, is te vinden op de website www.Rothaarsteig.de. Het wandelgidsje is ook via deze website te bestellen.

Reis De Rothaarsteig ligt aan de oostkant van het Sauerland, op iets meer dan twee uur vanaf de grens bij Zevenaar. Met het openbaar vervoer moet je rekenen op minimaal drieëneenhalf uur reistijd. Kijk voor reisinfo op www.db.de. Tickets en meer info via www.treinreiswinkel.nl


46

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

L O C AT I E L A K E D I S T R I C T

|

TEKST EN FOTO’S FR ANK HUSSL AGE

Gemarkeerd

Over de kam

Doe in het Engelse Lake District net als de Britten. Negeer de regen en wandel er op los!

De weg naar de col tussen Little- en Great Langdale stijgt met maar liefst 25 procent. Ons pad naar diezelfde col kent geen haarspeldbochten, dus reken maar uit: het stijgingspercentage voor ons is nog hoger. Waar vanaf de pas de weg afdaalt, klauteren wij verder omhoog naar het oosten, om de hele kam van Lingmoor Fell te volgen. De steile oosthelling van Side Pike dwingt ons naar een paadje door de zuidhelling. Een eigenwijs rotsblok vormt daar een soort filter voor corpulente wandelaars. Zelfs zonder rugzak kost het ons nog moeite om ons tussen wand en rotsblok door te wringen. Er overheen klimmen is geen optie. De rest van de wandeling gaat moeiteloos, inclusief het vinden van de route. Gemoedelijk golft de kam door het ruige bruingroene landschap en passeert een eindeloze hoeveel-

heid muurtjes van kunstig gestapelde stenen. Na een kleine twee uur daalt het spoor Little Langdale in en voert onweerstaanbaar naar de toog van The Three Shires Inn. De eeuwenoude Slater Bridge brengt ons later naar de zuidkant van de vallei. Hier staan dicht bij elkaar een paar huisjes die in gebruik zijn als uitvalsbasis voor de diverse klim- en wandelclubs uit het gebied. Ze hebben een fotogeniek uitzicht op Little Langdale Tarn, dat zo glad als een spiegel de zojuist door ons overschreden heuvelrug reflecteert. Voorbij deze huisjes buigt de gemarkeerde route af naar ons beginpunt. Wij plakken er zelf nog twee uurtjes aan vast, langs de voormalige mijn aan de Greenbarn Beck en zoeken ons spoor terug via Castle Howe. Minstens zo mooi; we hebben er nog lang niet genoeg van. ▲

LAKE DISTRICT Wandelen Langdale is een van de mooiere dalen in het Engelse Lake District. Het is de uitvalsbasis voor tientallen wandelingen. De natste plaats van Engeland ligt maar een vallei verder, hemelsbreed een kilometer of tien. De locals negeren de regen gewoon en als je dat zelf ook doet is er verbazingwekkend veel leuks te doen in het gebied. Wandelen kan (bijna) altijd. Klimmers doen er verstandig aan in Langdale niet te wachten op een hele dag droog weer, want dan zal er weinig van klimmen komen. De beide bardames van de New Dungeon Ghyll klimmen zelfs in de stromende regen nog een HVS! Op nutjes! Het klimaat in het Engelse Lake District is zo ruig, dat zelfs op lage hoogte serieuze bergwandelingen gemaakt kunnen worden. Hoewel je in het gebied eindeloos door ongebaand terrein je eigen routes kunt uitzetten, zijn er ook enkele gemarkeerde routes. Ze vormen een leuke

introductie in het gebied voor hen die er voor het eerst komen, of een betrouwbaar alternatief voor als het zicht weer eens gereduceerd is tot nul. Een van die wandelingen is de hier beschreven wandeling over de Lingmoor Fell.

Verblijf De Great Langdale Campsite van de National Trust is de absoluut aan te raden camping in Langdale. Deze is volledig ingericht op wandelaars en klimmers die er met hun tentje willen staan. Er is goed sanitair met gratis warme douches en droogruimtes. Er is een kampwinkel met alles wat een wandelaar op doortocht nodig heeft, inclusief de Britse wandelspecialiteiten Kendal Mintcake en Dorset Flapjack. Wie de regen echt te gortig wordt, gaat een dagje shoppen in Ambleside, het dorp aan het begin van het dal. Dit dorp bestaat grofweg voor een derde uit bergsportwinkels, inclusief een outletstore, voor een derde uit bergsportboek-


HOOGTELIJN 5-2008

winkels en voor een derde uit thee-mettaartwinkels. Er zijn ook onbeperkte overnachtingsmogelijkheden in bed-and-breakfasts en hotels.

Reis Alle openbaar vervoermogelijkheden in Engeland zijn perfect te plannen via de website www.traveline.info, daar kan geen papieren gebiedsinformatie in Hoogtelijn tegenop. Wie met de auto komt, gaat met bijvoorbeeld de nachtboot van Hoek van Holland naar Kingston upon Hull. Vanaf daar de M62 naar Leeds, vóór Leeds de A1 North tot aan afrit 47, dan de A59 naar Skipton, de A65 volgen tot de A 591 en na 9 kilometer Langdale inrijden. De route via alleen de hoofdsnelwegen is iets sneller maar landschappelijk veel minder aantrekkelijk. De route door de Pennines over de A684 kost echt uren meer.

Documentatie • Ordonnance Survey OL 06, English Lakes South-western area, schaal 1:25.000. Gezien de vaak natte omstandigheden zijn de watervaste Harveys Superwalker-kaarten erg praktisch. De beschreven wandeling ligt echter onhandig op de grens van twee kaarten. • Great Mountain Days in the Lake District, Mark Richards, Cicerone, 2008 • Scrambles and easy climbs in the Lake District, Sparks and Brown, Grey Stone Books, 2003 • Lake District Rock, selected rock climbs in the English Lake District, Fell and Rock Climbing Club, Cordee • Old Dungeon Ghyll: www.odg.co.uk • Foto’s: www.martinlawrencephotography.com • Alle denkbare gebiedsinformatie: www.langdaleweb.co.uk • Openbaar vervoer: www.traveline.info

|

47


48

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

Tips

TEK ST EN FOTO’S MIEKE SCHARLOO

PLAN JE

Een geweldig uitzicht, frisse lucht, een sportieve uitdaging, onthaasten. Voor veel volwassenen zijn dit redenen om de bergen in te trekken. Maar kinderen hebben daar maling aan. Hoe buig je de belangen van jong en oud naar elkaar toe en plan je een leuke tocht?

Om met het goede nieuws te beginnen: in vrijwel alle uithoeken van de Europese gebergten is het goed toeven met kinderen. Maar sommige gebieden zijn meer geschikt dan andere om er met de jeugd op uit te trekken. Het is maar net hoe oud ze zijn en wat je wilt gaan doen. In elk geval moet je er bij de keuze van het gebied en tocht bedenken dat: • kinderen willen spelen; • kinderen willen ontdekken; • kinderen spannende dingen willen doen; • kinderen wandelen als bezigheid op zich saai vinden; • kinderen ook wel eens iets anders willen doen. Peuters hijs je op je rug. Dat is relatief gemakkelijk. De trajecten mogen niet te lang zijn omdat ze niet zo lang kunnen zitten. Maximaal drie uur looptijd. Voor deze kinderen is het belangrijk dat er veilige rustplekken zijn waar ze kunnen rommelen. Mijd onderweg richeltjes langs afgronden; de levende vracht op de rug brengt je sneller uit evenwicht. Kleuters zijn te zwaar voor op de rug en kunnen zelf nog niet veel lopen. Maximaal een uur pure looptijd. Het gaat met deze kinderen vooral om het zijn in de bergen. Heb niet de illusie dat je echt kunt wandelen. Dat geldt eigenlijk ook nog voor kinderen tot een jaar of

zes, zeven. Ook met deze groep is het verstandig lastige en steile passages te mijden. Vanaf een jaar of acht kun je goed meerdaagse wandeltochten maken, maar ook dan moet je je realiseren dat bovengenoemde punten heel belangrijk zijn voor een geslaagde vakantie in de bergen. Tips voor tochtenplanning om aan die wensen tegemoet te komen.

• Houd trajecten kort De hutten / overnachtingsmogelijkheden mogen niet meer dan drie à vier uur pure looptijd (volgens de wandelgidsjes) uit elkaar liggen. Voor de jongsten is twee à drie uur beter. Zo blijft er voldoende tijd over om te spelen en te ontdekken onderweg. Natuurlijk moet je dan wel op tijd vertrekken. Een andere belangrijke reden om de pure looptijd te beperken, is dat de begeleiders onder alle omstandigheden ruim energie over moeten hebben om te kunnen anticiperen op eventuele noodsituaties.

• Zorg voor ‘nooduitgangen’ Wanneer het weer omslaat of een van de tochtgenoten niet verder kan of wil, is het heel fijn als je op verschillende punten snel de


HOOGTELIJN 5-2008

KIDSTOCHT route kunt verlaten naar de bewoonde wereld en/of openbaar vervoer toe.

• Kies geschikte slaapplekken Veel Oostenrijkse hutten hebben (familie)kamers waar je met je eigen groepje kunt overnachten. Ook in andere landen krijgen steeds meer hutten kamers. Vooral met jongere kinderen die vroeg gaan slapen is dat handig. Op de slaapzaal blijft het altijd rumoerig tot na de Hüttenruhe van 22.00 uur. Staat de hut aan de voet van populaire klimbergen, houd er dan rekening mee dat de eersten al weer vroeg opstaan. Afhankelijk van de te beklimmen berg kan dat al om 03.00 uur zijn. Daar lig je liever niet bij op de slaapzaal als je met kinderen op stap bent. Een pensionnetje tussendoor (met ligbad) is een welkome afwisseling, net als alternatieve overnachtingsvormen als slapen in het hooi.

• Kies afwisselende omgeving De omgeving moet afwisselend zijn en zeker het pad dat wordt gevolgd. Vermijd karrenpaden door het bos, want dat is verschrikkelijk saai lopen. Elke stap is gelijk aan de vorige en er is relatief weinig te zien onderweg. Probeer ‘single tracks’ te vinden die zich door het landschap slingeren en niet te veel prijs geven van wat er komen gaat. Voor kinderen is het aardig als er beken en meren langs de route liggen waar ze even kunnen klungelen. Een dam bouwen, droog de overkant van het water bereiken, steentjes over het water laten scheren of gewoon pootje baden. Sneeuwveldjes waar je veilig op kunt glijden doen het altijd goed, maar kosten wel veel tijd,

omdat glijden leuk is en kinderen daar na eenmaal nooit genoeg van krijgen. Dieren spotten onderweg is ook een welkome afwisseling. Saaie trajecten kun je opleuken door spelletjes te doen of met de groep te zingen. 3 x 3 = 9 waarbij iedereen zijn eigen lied zingt en de rust meebrult, kan wonderen doen. Tijd en afstand vliegen voorbij.

• Beperk hoogteverschillen De hoogteverschillen die per dag moeten worden overwonnen mogen niet te groot zijn. Kinderen kunnen ze fysiek misschien gemakkelijk overbruggen, maar mentaal ligt dat anders. Waar volwassenen het soms lekker vinden om af te zien, hebben kinderen daar over het algemeen een hekel aan. Drie uur lang zwoegen naar boven is gewoon saai! Als het een keer niet anders kan, zorg dan voor afleiding onderweg. Doe bijvoorbeeld een raadspelletje of las een paar afwisselende pauzes in. Dan zijn die duizend hoogtemeters snel overwonnen.

• Zoek veilig terrein Het terrein moet veilig zijn om kinderen de ruimte te geven te ontdekken. Veilig betekent onder meer geen steenslag, geen steile sneeuwvelden en geen afgronden waarin ze kunnen verdwijnen als ze even niet opletten. Natuurlijk kun je hier niet helemaal aan ontkomen. Probeer dit soort trajecten in elk geval te beperken tot korte stukken. De concentratiecurve van kinderen is immers beperkt. Als je het niet vertrouwt, kun je ze het best aan kort touw langs dit soort passages loodsen. Overigens vinden de meeste kinderen een ladder of een stukje langs een staalkabel juist cool en

|

49


Ben er bijna

Niet te zien op de foto, maar wel aanwezig: * Gepolsterde heupband * Voorziening voor je drinkwaterzak * Regenhoes & nog meer leuke details

voor de kleinere man en gemiddelde vrouw

voor de gemiddelde man en lange vrouw

Lunchpauze

voor de echte Hollander (rondom de 2 meter)

Foto momentje

Slimme bevestiging voor je wandelstok Grote gaasvakken aan de zijkanten Aan de achterkant vind je het ventilerende ‘Airzone’ rugpand wat ervoor zorgt dat je rug droog blijft

Lekkere grote rits aan de voorkant

Of je nu veel of weinig meeneemt, je zoekt altijd het hoogste draagcomfort. Voor een grote rugzak is Lowe Alpine al jaar en dag de eerste keus, maar ook voor een kleine rugzak ben je nu bij de rugzakpionier het beste af. Het nieuwe AirZone rugpand biedt, dankzij het minimale contactoppervlak, een maximale ventilatie. Daarnaast zorgt de anatomische vormgeving dat de rugzak perfect op elke rug past. Vanzelfsprekend zijn er specifieke damesmodellen (ND), maar er is ook aan de lange Nederlandse man gedacht: de AirZone is verkrijgbaar in drie lengtes: 16” (22 + 32 l.) , 18” (25 + 35 l.) en 20” (28 l. die ook past als je twee meter bent). Prijs vanaf € 64,95.

van Lowe Alpine, we hebben nog heel veel meer modellen. Bovendien kun je kiezen uit tal van hippe kleuren. Check www.rugzak.nl

voor de complete collectie of ga naar je buitensportwinkel.

De Airzone 28XL is slechts één voorbeeld uit de dagrugzakkenserie

Start


zijn ze goed in staat deze hindernissen te slechten. Het werkt zelfs motiverend. Zij hebben geen last van angst; hun begeleiders overigens vaak wel omdat zij de risico’s kunnen overzien. Bedenk dat blokkenterrein voor kinderen extra lastig kan zijn. Hun relatief korte benen worden zwaar op de proef gesteld doordat ze veelal grote stappen moeten maken. Wie weinig ervaren is in blokken lopen - dat geldt zowel voor kinderen als voor volwassenen - heeft bovendien moeite met het vinden van een goed spoor. Verdubbel de pure looptijd voor dit soort trajecten.

• Wissel af Elke dag wandelen van A naar B naar C biedt kinderen weinig uitdaging. Je kunt afwisseling in de tocht aanbrengen door onderweg geregeld een spelletje te doen, een keer een vuurtje te stoken, te gaan zwemmen of pootjebaden. Onderweg als je door een dorpje komt koop je bij de bakker natuurlijk lekkere taartjes. Je neemt een kabelbaantje, een stukje de bus of de trein of je steekt je duim op als je over die saaie almweg slentert. Negen van de tien keer mag je instappen bij de boer die passeert. Varieer ook in overnachtingsadressen (hut, hotelletje, slapen in het hooi) en dagafstanden. Als je vroeg bij de hut arriveert is het goed om te weten dat er (vlak)bij de hut iets te doen is, zoals klauterrotsjes, een meertje, een grote populatie marmotten, een vindplaats van bergkristallen of een tafeltennistafel en andere kinderen. Tochtjes van drie à vier dagen zijn ideaal voor kinderen. Dan is het weer tijd voor andere dingen, zoals spelen met andere kinderen op de camping, een dagje in het zwembad of op de trottinet de berg afsjezen.

• Waarheen? En waar moet je dan heen voor de ultieme bergervaring met kinderen? Over het algemeen kun je stellen dat je het gemakkelijkst huttentochtjes kunt uitstippelen in de oostelijke Alpen. Daar liggen de hutten relatief dicht bij elkaar en zijn verbonden met goed begaanbare paden. Maar ook in de rest van de Alpen en de Pyreneeën kun je mooie tochten lopen. Alleen kost het wat meer moeite om een evenwichtige route samen te stellen. Vergletsjerde gebieden zijn prachtig, maar vaak moeilijk te doorkruisen zonder alpiene uitrusting. Er omheen lopen kan een fraaie tour opleveren. De beste manier om een idee te krijgen van de mogelijkheden in een gebied is eerst eens uitgebreid een topografische kaart bekijken. Daarop kun je goed zien hoe ver de overnachtingsadressen uit elkaar liggen, of de hellingen steil zijn, of het gebied vergletsjerd is, of er beken en meertjes zijn enzovoorts. Vervolgens ga je op zoek naar gedetailleerdere info in gidsjes en op internet en eventueel bij de plaatselijke VVV of het gidsenbureau. Bereid je goed voor; kinderen houden niet van onzekere ouders op spannende momenten. In de bibliotheken van de NKBV kun je veel info over trajecten vinden en je kunt er gedetailleerde topografsiche kaarten raadplegen. Via het prikbord op www.nkbv.nl kun je andere leden specifieke informatie vragen. ▲

KIJK OP WWW.HOOGTELIJN.NL VOOR MEER INFORMATIE. KLIK OP DE INHOUDSOPGAVE VAN HOOGTELIJN 2008/5


52

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

L O C AT I E B E R N E R O B E R L A N D

|

T E K S T E N F O T O ’ S H A N S VA N K E U L E N E N T H O M B O G A A R D

En route ●

GRIMSELKLASSIEKER

Sagittarius Onder een strakblauwe hemel maken we ons klaar voor de prachtige Grimselklassieker Saggitarius. Dit kan niet meer stuk vandaag, zou je zeggen.

Toch kon die dag nog wel een beetje stuk. Ons zorgvuldig geplande voorklimschema wordt meteen in de war geschopt doordat Thom de eerste twee lengtes in één keer doet. Dat komt hem op fikse touwwrijving te staan…we klimmen immers op graniet. En wat voor graniet, zo afwisselend krijg je het niet vaak. Het is net een goed vier-gangendiner: alle smaken en toch uitgebalanceerd. De eerste lengtes lijken gemakkelijk maar waarschuwen: er komt lastig plaatklimwerk aan! Boven ons glibbert de voorklimmer van een andere touwgroep. Ze geeft het na lang proberen op. Kusiplatte heet die passage in de derde touwlengte; je kunt je haar in de weerspiegeling kammen, zo glimt hij. Wij mogen inhalen en zetten er een hoog klimtempo in. Het loont wel om zo’n plaat van tevoren goed te bekijken op kleine oneffenheden. Volgens Thom zitten er wat lastige balanspassen in die je het beste kunt doen “als je twee meter lang bent”. Maar het gaat lekker, we klimmen zeker niet op ons tandvlees. De zesde touwlengte heet Schwarze Kante, een wonderschone lengte 6a+ met een scheur. Met alleen kalkrotskennis uit België zou je het hier nooit redden, bedenk ik als ik voor de volgende lengte, die 30 Meter Riss heet, sta. Dit is 30 meter puur spleetklimmen… Dan staan we voor het ‘Tomsdach’, inderdaad een dakje. Aan Thom de eer. Hij klimt voor en vindt het toch even ‘obligatoire’ om een setje te grijpen. Dit is het echte 6b-gedeelte: ‘handoplegging’ en voetenwerk op goed vertrouwen. Twee

mooie plaatlengtes volgen en dan wordt het steiler en krijgt het graniet een structuur die geweldige wrijving geeft. Veel afgeronde colonette-vormen, met knijpgrepen en korte verticale barsten. Een echt Belgisch dakje in de twaalfde touwlengte is de kroon op de route. ▲


SPORTKLIMMEN OP DE GRIMSELPAS De Grimselpas ligt aan de zuidkant van het Haslital, in het Berner Oberland in Zwitserland. Met de trein ben je vanuit Arnhem in zo’n negen uur in Meiringen dat aan de voet van het Haslital ligt. Daar vandaan kun je verder met de bus of liften. Informatie en tickets: Treinreiswinkel, 071- 5137008, www.treinreisewinkel.nl. Op de weg naar de Grimselpas passeer je de Gelmersee en Hotel Handeck, ga je door een tunnel; vanaf de parkeerplaats aan de rechterkant van de weg is het maar twintig minuten lopen naar het begin van de route Sagittarius op de Gelmerfluhwand, ideaal voor liefhebbers van een korte Anstieg.

Route Sagittarius (boogschutter) is een prachtige en gevarieerde granietroute. Hij is opgebouwd uit 13

lengtes: 5a, 5c+, 6a, 5c+, 5c+, 6a+, 6a+, 6b, 6a, 6a, 5c+, 6a, 5b. Het eigenlijke 6b-deel is maar een enkele stap en je kunt er met ‘a-nullen’ een 6a van maken.

Materiaal De route is heel goed afgezekerd, haken zitten op de juiste plekken. Nuts en friends zijn niet nodig, 13 setjes volstaan. Met een 50-meter dubbeltouw ben je goed uitgerust, maar let op: na de eerste twee standplaatsen geen relais meer overslaan, dan kom je touw tekort. In Schweiz Plaisir West is deze route gewaardeerd als 5c+ obligatoire, maar laat je niet verrassen, dat is als je een geoefende wrijvingsplaatklimmer bent. Ook wordt gewaarschuwd voor steenslag als er meerdere touwgroepen tegelijk in de route zitten. Wij hebben 3.20 uur over de route gedaan.

Accommodatie In Innertkirchen op 30 autominuten van Gelmerfluhwand zijn vier campings, waarvan een bij een boer. Wij stonden op camping ‘Grimselblick’, midden in het dorp: www.campinggrimselblick.ch, info@camping-grimselblick.ch Dichterbij kun je in het zomerseizoen terecht in Hotel Handeck (Kinder und Familienhotel), het Hospiz of Berghaus Oberaar. Kijk voor details op www.grimselwelt.ch/hotels.

Documentatie • Schweiz Plaisir West 2004, Jürg von Känel, 2de druk: 2006, www.filidor.ch


Inspirerend, uitdagend en avontuurlijk

NIEUW IN NEDERLAND: National Geographic Adventure Met dit nieuwe lifestyle magazine beleef je spectaculaire expedities en geniet je van overweldigende fotografie. Adventure is actie, avontuur en adrenaline.

NU IN DE WINKEL VOOR E 6,95 of bestel via: ngadventure.net

1/1 Hoogtelijn Adventure.indd 1

27-10-2008 13:26:40


Bergsportdag15maart 2009 Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging

Programma

lezing Wilco van Rooijen - K2 expeditie lezing Jefta Smit en Sjors Verbrugge - Tupaassat expeditie clinic Nederlands Team diverse workshops

Toegang gratis

Openingstijden 11.00–17.00 uur

Locatie: NBC de Blokhoeve, Nieuwegein

Meer info: nkbvbergsportdag.nl Bezoekadres

Houttuinlaan 16A

3447 GM Woerden

Telefoon: 0348-409521

www@nkbvbergsportdag.nl


56

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

TEKST ERNST ARBOUW

KLIMSCHOENTJES PASSEN, PASSEN EN NOG EENS PASSEN


M AT E R I A L E N

|

HOOGTELIJN 5-2008

Boreal Falcon Technische schoen met gebogen dunne zool

Vergeet je glimmende karabiners, vergeet je mooie nieuwe gordel. Vergeet je hypermoderne zekerapparaat of je gebreide bouldermuts. Een paar goede klimschoentjes is je belangrijkste uitrustingsstuk. Maar waar moet je op letten als je wrijvingsschoenen gaat kopen? Schoenen kunnen je maken of breken. Er is, behalve heel hard trainen, niets wat zo’n belangrijke invloed heeft op je klimniveau als je klimschoenen. Dat geldt voor de beginnende klimmer die voor het eerst een paar wrijvingsschoenen probeert, maar het geldt net zo hard voor gevorderde en zelfs vergevorderde klimmers. Ga op pad met de verkeerde schoenen en je merkt het meteen: ineens blijken die wrijvingsplaten helemaal niet te wrijven en ineens blijken die superkleine treetjes helemaal geen treetjes. Nog erger wordt het als je schoenen in de verkeerde maat hebt. Te ruim, waardoor ze los om je voet zitten en waardoor het lijkt alsof je klimt op zwemvliezen, of te krap, waardoor het voelt alsof je tenen in een bankschroef zitten en er bij iedere stap een pijnscheut door je ruggengraat schiet. Het aanbod aan klimschoenen is tegenwoordig zo groot dat het een forse klus kan zijn om het type schoen te vinden dat (bij) je past. Vergelijk het met het kiezen van een telefoonabonnement of precies de juiste kleur groene stroom: er is zoveel keus en producenten verspreiden zoveel marketingpraatjes dat de gemiddelde klant van de weeromstuit niet meer weet wat hij wil en wat goed voor hem is. Maar wat geldt voor mobiele telefoon, zorgverzekeraars en groene stroom, geldt ook voor nieuwe klimschoenen: bedenk voor je op zoek gaat wat je nodig hebt en vooral ook wat je niet nodig hebt. Ben je een rustige recreant die af en toe naar de klimhal gaat of ben je een weekend warrior die elke vrijdag afreist naar de Ardennen of Fontainebleau? Zet het allemaal een keer rustig op een rijtje: beginner, gevorderd of vergevorderd? Hal of rots? Boulderen of routes? Sport of alpien? RECHT VERSUS KROM Beginnende klimmers, zowel in de hal als op de rots, hebben het meeste baat bij een schoen met een zo natuurlijk mogelijke pasvorm en een vlakke, enigszins stijve zool. De natuurlijke pasvorm en de vlakke zool zorgen voor een zo normaal mogelijke houding van je voet. Hoe normaler die houding, hoe comfortabeler – of hoe minder oncomfortabel – de schoen. Voorbeelden van dergelijke schoenen zijn de Mythos van La Sportiva, verkijgbaar in zowel een heren- als een damesmodel, de Joker van Boreal, verkrijgbaar met veters of klittenband, en de Defy van Evolv, een klittenbandschoen van een merk dat betrekkelijk nieuw is op de Nederlandse markt. De stijfheid van de zool zorgt ervoor dat je voet net iets meer ondersteuning krijgt waardoor het net iets gemakkelijker wordt om tijdens het klimmen de hele tijd op je tenen te staan. Het nadeel is dat zo’n stijve zool ook iets dikker en daardoor iets minder nauwkeurig is. Helemaal aan de andere kant van het spectrum staan schoenen met een zogeheten asymmetrische toedown constructie waarbij de leest veel meer gebogen loopt waardoor je tenen meer naar beneden gericht staan. Het grote voordeel van dergelijke schoenen is dat je je tenen veel nauwkeuriger op heel smalle randjes kunt plaatsen en dat je heel precies druk kunt uitoefenen. Het nadeel is dat je voet permanent in een onnatuurlijke houding staat. Dat is voor de meeste mensen even wennen – een deel

|

57


58

|

HOOGTELIJN 5-2008

Mammut Goblin Technische schoen met een gebogen zool

La Sportiva Mythos Natuurlijke pasvorm met een vlakke zool

van de mensen went er helemaal nooit aan. Dergelijke technische schoenen hebben meestal een dunnere zool waardoor je bij wijze van spreken ieder kwartskristalletje kunt voelen. Het voordeel daarvan is dat je veel nauwkeuriger kunt klimmen en veel preciezer op de allerkleinste treetjes kunt staan. Het nadeel is dat dunne zolen sneller slijten en dat de spieren in je voet veel zwaarder belast worden tijdens het klimmen. Voorbeelden van dergelijke meer technische klimschoenen zijn de Goblin van Mammut, de Falcon van Boreal en de Pontas van Evolv. Het aanbod aan (min of meer) comfortabele, vooral op beginners gerichte schoenen is veruit het grootst. Daar is een eenvoudige verklaring voor: het aantal beginnende klimmers is logischerwijs altijd groter dan het aantal gevorderde klimmers omdat een deel van de beginners na verloop van tijd weer afhaakt. RUIM VERSUS KRAP Klimschoenen moeten goed passen. De vraag is alleen wat precies goed is. De schoenen moeten in ieder geval niet te ruim zijn. Rond je tenen en aan de hiel mag geen ruimte over blijven. Als je wel ruimte over hebt, gaat je voet tijdens het klimmen schuiven in de schoen

ONDERHOUD Wat moet je doen om je mooie nieuwe wrijvingsschoentjes mooi en (zo goed als) nieuw te houden? In de eerste plaats is het belangrijk dat je de schoenen na het klimmen goed laat luchten. Het leer van de schoenen wordt vochtig door zweet. Dat kan vreselijk gaan stinken en het kan ervoor zorgen dat het leer makkelijker uitrekt, waardoor je schoenen hun pasvorm verliezen Als je regelmatig buiten klimt, is het belangrijk om de schoenen af en toe schoon te maken. Borstel modder, gruis, zand en andere rotzooi af en maak de zolen schoon met een vochtige doek. Modder, magnesium en vuil verslechteren de wrijving van je schoenen. Wrijvingsschoenen kunnen in principe verzoold worden, maar de meningen over nut en noodzaak van verzolen lopen uiteen. Sommige mensen gruwen ervan terwijl anderen hun schoenen zonder moeite een aantal keer achter elkaar laten verzolen. De beste manier is waarschijnlijk gewoon een keer uitproberen of het voor jou werkt. Verzolen is in ieder geval goedkoper dan een nieuw paar schoenen kopen, dus dat maakt het – misschien – de moeite waard. Verschillende buitensportzaken en klimhallen bieden de mogelijkheid schoenen te laten verzolen. Wacht niet te lang. Als de rubber wrijvingsrand van de schoen gaten vertoont of als het leer onder de zool begint te scheuren, wordt het vervangen van de zool moeilijker, duurder of onmogelijk.

waardoor je kunt wegschieten van treetjes. Hetzelfde geldt voor de breedte: er mag geen ruimte zijn waardoor je voet kan schuiven of draaien. Let bij het passen van de schoenen op de hoogte, de breedte en de vorm van het tenenstuk. De breedte wordt (vanzelfsprekend) bepaald door de breedte van je (voor)voet. Brede voet = brede schoen. De hoogte van het tenenstuk is net iets ingewikkelder. De hoogte bepaalt hoeveel ‘uitwijkruimte’ je tenen nog hebben. Hoe krapper de schoen, en hoe groter de voorspanning, hoe meer bovenruimte je tenen moeten hebben. Als je tenen niet voldoende uitwijkruimte hebben, kunnen pijnlijke drukpunten ontstaan op je gewrichten. Zulke drukpunten vergallen sneller dan je lief is, en sneller dan je denkt, je dagje klimmen.

Als je bij aankoop denkt dat je de schoenen de hele dag kan dragen, zijn ze eigenlijk te ruim Tot slot is er nog de vorm van de neus. De vorm van je voet bepaalt de vorm van de neus: als je grote teen je langste teen is, moet je een asymmetrische neus hebben. Als je ‘wijsteen’ je langste teen is, moet je schoenen hebben met een meer symmetrische neus, waar de voorpunt van de schoen veel meer in het midden zit. Vergeet bij het passen de maataanduiding op de schoenendoos. Of je schoen past, voel je aan je voet en de juiste maat klimschoenen kan twee, soms zelfs drie maten kleiner zijn dan je werkelijke schoenmaat. Tegelijkertijd moet je jezelf niet blindstaren op het idee dat klimschoenen heel erg krap moeten zijn. Blindelings een paar schoenen kopen dat twee maten te klein is, kan een heel, heel pijnlijke ervaring opleveren en op schoenen die ècht te krap zijn, kun niet gewoon klimmen. Het blijft een beetje een kwestie van balanceren: als je bij aankoop denkt dat je de schoenen de hele dag kunt dragen, zijn ze eigenlijk te ruim. Als je bij aankoop denkt dat je de schoenen eigenlijk niet de hele dag kun dragen, zijn ze te krap. Probeer van ieder type schoen minstens twee of drie maten. Verschillende fabrikanten kunnen een net iets verschillende maatvoering hebben en als je net een 42 van merk X heb gehad, kan het zijn dat je een 42,5 of zelfs een 43 (of een 41,5) van merk Y nodig hebt. Passen, passen en nog eens passen. Vergeet vooral niet om de linker èn de rechter schoen te passen. Zonder dat je het weet kunnen je voeten een halve maat of meer van elkaar verschillen. Daar kom je achter zodra je wrijvingsschoenen koopt die je niet aan allebei je voeten hebt geprobeerd. Terwijl de ene schoen prima zit, kan de andere veel te ruim zijn. Of juist zo krap dat je je tenen niet meer neer durft te zetten.


HOOGTELIJN 5-2008

Ninja van Boreal Slofje

Evolv Pontas Met veter- en klittenbandsluiting

KLIMSCHOENEN KOPEN IN VIJF STAPPEN Stap 1 Bepaal wat voor klimmer je bent en wat voor schoenen je wilt. Ben je een boulderaar die na een korte inspanning z’n schoentjes uit kan schoppen of ga je routes van tien touwlengtes klimmen? Ben je een beginner die voor het eerst wrijvingsschoenen koopt of klim je al jaren en ben je gewoon aan een nieuw paar toe? Het maakt allemaal uit. Stap 2 Zoek een winkel met uitgebreide keus. Verschillende merken, verschillende modellen en – belangrijker dan je denkt – verschillende maten. Ga naar een winkel met een klimmuurtje waar je de schoenen kunt uitproberen. Het zijn tenslotte klimschoenen. Vraag de verkoper de oren van zijn (of haar) hoofd. Daar zijn ze voor. Stap 3 Neem de tijd. Ga met een open mind en pas zoveel mogelijk soorten schoenen. Probeer ze allemaal uit op de muur in de winkel. Pas de linker en de rechterschoen: je wilt niet halverwege

VETERS VERSUS KLITTENBAND Tot slot is er nog de keus tussen schoenen met veters en schoenen met klittenbandsluiting. Door de bank genomen geldt dat veterschoenen zich iets strakker laten aantrekken en dat het ook mogelijk is de schoenen iets nauwkeuriger aan te trekken: iets losser bij de kleine teen, iets strakker op de wreef, of juist andersom. Het grote voordeel van klittenband is dat je de schoenen sneller uit hebt. Dat is vooral fijn als je krappe, technische schoenen hebt en als je vooral korte routes klimt of bouldert. De afgelopen jaren is het verschil tussen veterschoenen en klittenbandschoenen steeds kleiner geworden en is de keuze steeds meer een kwestie van smaak. Er is nog een kleine derde categorie schoenen, zogeheten slofjes: instappers zonder veters of klittenband die strak om je voet blijven zitten dankzij brede stukken elastiek aan de zijkant. In die categorie schoenen is op dit moment in Nederland eigenlijk alleen nog de Ninja van Boreal te koop, een klassieker die al bijna twee decennia meegaat en een hele eigen, maar redelijk bescheiden, fanbase heeft. Het uitzoeken van je allereerste paar schoenen is het allermoeilijkst. Na verloop van tijd leer je beter wat je wel en wat je niet wilt en wat je wel en wat je niet kun verwachten van je schoenen. Veel gevor-

een lange route ontdekken dat je linkervoet eigenlijk een halve maat groter is. De pijn! Stap 4 Controleer de pasvorm. Aan de zijkant en achterkant en vooral aan de voorkant van je voet mag je geen ruimte over hebben. Strak is goed: je koopt geen pantoffels voor bij de haard. Aan de andere kant: als een strakke pasvorm rondom betekent dat je niets meer kunt door de pijn in je tenen, moet je misschien op zoek naar een ander type schoen. Stap 5 Trek de veters of het klittenband zo strak mogelijk aan. Let op of de pasvorm verandert. (Vergelijk het met een ballon: als je achterin knijpt wordt ‘ie voorin groter). Let ook op dat de veteroogjes niet op je wreef tegen elkaar aanliggen. Klimschoenen worden bij gebruik altijd iets wijder. Dat betekent dat je de mogelijkheid moet hebben ze in de toekomst strakker te veteren.

derde klimmers hebben ook meer dan één paar klimschoentjes: een paar schoenen die snel aan en uit kunnen voor in de hal, een paar comfortabele schoenen voor op lange routes en een paar technische schoenen voor het echte knalwerk.

Als je bij aankoop denkt dat je de schoenen eigenlijk niet de hele dag kan dragen, zijn ze te krap Hoe je het ook doet, en wat voor klimmer je ook bent, het beste advies blijft: passen, passen, passen en nog een passen. Ergens tussen die enorme keus aan merken en modellen is een klimschoen die precies geschikt voor je is. ▲

Met dank aan Waterborg buitensport (Groningen) en Spac Sport (Nijmegen)

|

59


60

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

M AT E R I A A L

|

O N D E R R E D A C T I E VA N M I E K E S C H A R L O O

MARKT & GOED ALTERNATIEF Windstopper is een uitstekend alternatief voor een hardshell, stelt Arc’Teryx bij de presentatie van het Venta SV jack. En daar hebben de makers een punt, zeker als het gaat om dit jack dat compleet is uitgevoerd met een muts die over je helm past, klittenbandsluitingen bij de polsen en ventilatieritsen onder de oksels. De snit volgt de lijnen van het lichaam, maar dan iets ruimer zodat er gemakkelijk een isolatielaagje onder gedragen kan worden. Aan de binnenzijde zijn verschillende diktes fleece toegepast. Daar waar het jack warm moet zijn is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van isolerend wafeltjesfleece. De naden zijn getapet, het buitenmateriaal is uiterst waterafstotend. Zelfs in een stevige regenbui houd je het binnen droog. Uiteraard is er een mannen- en een vrouwenversie van het Venta SV jack dat de opvolger is van het Sigma SV jack. Prijs:€ 375,Informatie: www.arcteryx.com

SLIPVAST Heel vervelend: je probeert te lopen op een opgevroren ondergrond en bij elke stap glibber je weg. Daar hebben de ontwerpers van Hanwag wat op verzonnen, of beter: de ontwerpers van de zolen van Hanwag. De Ivalo GTX is voorzien van een zool waarin minuscule glassplinters zijn verwerkt. Daarmee heeft het oppervlak van de profielzool iets van schuurpapier dat zich vastgrijpt in ijs. De splintertjes bevinden zich niet alleen aan de oppervlakte van de zool, maar zijn gemengd in het gummimateriaal. Dus ook wanneer de zool slijt, behoudt hij zijn grip. De hoge wandelschoen valt in de AB-categorie en is vergelijkbaar met de Banks GTX. Wellicht overbodig om nog te vermelden: de letters GTX duiden erop dat Gore-Tex tekent voor de waterdichte ademende binnenvoering. Prijs: € 159,95 Informatie: www.hanwag.de

WOLLETJES VOOR DE WINTER Alle zich zelf respecterende buitensportfabrikanten komen elk najaar met nieuw functioneel ondergoed. Ze beloven stuk voor stuk dat de wolletjes het transpiratievocht snel afvoeren van de huid en goed isoleren, zelfs onder beroerde weersomstandigheden. Vooral de dameslijn van Helly Hansen valt op door de vrolijke dessins. Het HH Dry ondergoed, gemaakt van 100 procent LIFA® is het hele jaar door een prima eerste laag voor de ‘vochtcontrole’. HH Warm zorgt door de combinatie met merinowol voor extra warmte. Craft komt met de pro-warmserie van 60 procent zacht en lichtgewicht Nexten polyamide holle vezels die de warmte meoeten vasthouden. Odlo heeft de evolution-series vernieuwd. Daar is zowel een gewone als een extra warme versie van. Prijzen: € 40,- tot € 90,Informatie: www.craft.se, www.odlo.nl, www.hellyhansen.com Helly Hansen, Dry

Helly Hansen, Warm

Craft


HOOGTELIJN 2-2008

|

MATERIAAL INSTRUCTEURSJACK Van de zomer NKBV-instructeurs en -tochtleiders al in zo’n mooi knalrood Gore-Texjack met verenigingslogo zien lopen? Er jaloers naar gekeken? Zou je het ook wel willen hebben, zo’n superlicht Climb Pro GTX jack van Lowe Alpine? Niet zo gek. Het jack is gemaakt van het relatief nieuwe Pro Shell, een duurzaam drielaags materiaal dat aanvoelt als een enkele laag. Daardoor is het extreem licht van gewicht en draagt het prettig. Het ademend vermogen is veel groter dan dat van het ‘ouderwetse’ drielaags Gore-Tex. Dat wordt nog eens versterkt doordat Lowe extra smal tape heeft gebruikt om de naden te dichten. De duurzaamheid is dik in orde dankzij speciale technologie waarmee de binnenlaag die het membraan moet beschermen, is aangebracht. Het jack heeft een uitstekende pasvorm die je niet belemmert bij het klimmen of wandelen. Prijs: € 399,95 (heren); € 379,95 (dames) Informatie: www.lowealpine.nl

VEELZIJDIG VISJE Lang weekendje bergen voor de boeg met vrijdag een klassieke noordwand in de West-Alpen, zaterdag een uitdagende tocht in gemengd terrein en zondag een WI 4+? Dan moet je volgens Salewa voortaan met de Piranha van deze firma op pad. Geen gedoe meer met het verwisselen van koppen, maar gewoon elke keer hetzelfde instrument gebruiken. De extreme bergbeklimmers Roger Schäli en Christoph Hainz (spreker op de Bergsportdag 2007) hebben meegewerkt aan de ontwikkeling van dit veelzijdige ‘visje’ dat zich thuis voelt in alle soorten ijs en rots. Bijzondere troef is de verstelbaarheid van de hellingshoek van de houw tot 20 graden, waarmee je hem kunt aanpassen aan het soort terrein waarin je je begeeft. Onderweg naar huis kun je hem zelfs inklappen zodat je veel ongelukjes kunt voorkomen. Aan het ontwerp van het handvat is nog een team van orthopeden te pas gekomen, die een ergonomischer en comfortabeler resultaat hebben weten te boeken dan welke andere firma dan ook, aldus Salewa. Schoon aan de haak weegt de Piranha 700 gram. Prijs: € 199,95 Informatie: www.salewa.com

ZONDER KLEERSCHEUREN Je auto blijft heel, je rugzak blijft heel, je maatje blijft heel en die nietsvermoedende toerist in het kabelbaantje komt ook zonder kleerscheuren van een confrontatie met jou en je ijsbijlen of pickel en stijgijzers af. Tenminste, als je die gevaarlijke uitrustingstukken hebt ingepakt in een van de speciaal ontwikkelde tassen van Lowe Alpine. Voor de prijs hoef je het niet te laten en voor het gewicht eigenlijk ook niet. Het stijgijzertasje weegt 190 gram, de pickel en ijsbijltas respectievelijk 170 en 150 gram. Prijs per stuk; € 24,95 informatie: www.lowealpine.nl Odlo

61


62

|

HOOGTELIJN 5-2008

|

O N D E R R E D A C T I E VA N F R A N K H U S S L A G E

Recensies & signalementen

Wandelgids Écrins

Heimwee bevorderend

Wil ik ook

In een handzame en prettig leesbare gids beschrijft Kev Reynolds op heldere en overzichtelijke wijze zeventig wandelingen in het Nationaal Park van de Écrins. Vijf grote dalen maken het hart van dit park toegankelijk voor bergwandelaars. Dit deel van de Franse Alpen kenmerkt zich door zijn ruigheid en steile bergflanken. Per dal worden steeds een paar wandelingen beschreven die op de overzichtskaartjes zijn terug te vinden. De informatie per wandeling geeft snel een indruk van wat verwacht kan worden (benodigde tijd, aantal hoogtemeters en de moeilijkheidsgraad) en blijkt een prima indicatie te zijn voor de duur van de tocht. Alle hoofdstukken geven behalve algemene informatie ook een korte beschrijving van de route. De per dal gerangschikte wandelingen en de route-index maken het boekje in de praktijk snel te gebruiken voor het plannen van de vakantieactiviteiten. Veel van de wandelingen eindigen bij een berghut en komen op de mooiste plekjes, vaak met prachtige uitzichten of vlakbij een gletsjer. De berghutten zijn op de kaartjes aangegeven. De beschrijvingen van de wandelingen zijn kort en blijken (zeker achteraf ) goed herkenbaar. Ondanks de kaartjes en adequate beschrijvingen in de gids kun je natuurlijk niet op pad zonder een topografisch kaart en een goede voorbereiding. [Frank Rempe]

Dit boek is allereerst een fotoboek; voor klimmers, wandelaars een reizigers. En wat voor een fotoboek. Zelfs als je nog nooit in Patagonië bent geweest, heb je er al acuut heimwee naar. En dat is nou precies wat dit boek zo krachtig maakt, heeft de auteur de essentie van Patagonië is, bereikt. Iedereen die er ooit is geweest, blijft altijd last houden van een knagende heimwee naar die almachtige wind, de bossen, de gespleten gletsjers, de wilde beken, het ruwe goudgele graniet en de robuuste en onverwoestbare planten, dieren en inwoners. Iedereen weet ook dat negentig procent van alle beklimmingspogingen in deze uithoek van de wereld vervliegt als een zeepbel in de wind, zelfs al voordat je de berg zelf te zien hebt gekregen. Maar toch, die ene mooie dag maakt het kind in je wakker, je ziet al die onbekende en onbeklommen toppen en je wilt ze allemaal ontdekken. Je houdt voor altijd heimwee naar die herinnering, ondanks dat de alledaagse werkelijkheid er niet veel meer is dan stekelig, doornig, koud, winderig, vochtig en eigenlijk helemaal niet leuk. De auteur heeft voorts korte beschrijvingen opgenomen van alle nationale parken in Patagonië, en beschrijvingen van een geselecteerd aantal klassieke en minder bekende korte trektochten. De informatie is helaas vrij summier. Daarnaast vind je korte aanwijzingen voor het beklimmen van diverse (ook minder bekende) bergtoppen in de regio en heeft de auteur de (reeds elders gepubliceerde) topo’s van de klassieke rotsroutes rondom El Chalten in dit boek gebundeld. Uiteraard is er aandacht voor geologie, klimaat en de gaucho. [BM]

De Schotse landschapsfotograaf annex uitgever Colin Baxter publiceerde twee wandelboekjes met een ontzettend hoog ‘wil-ik-ook-hebben’gehalte. De boekjes zijn iets groter dan een briefkaart, een halve centimeter dik, prachtig gedrukt, kosten maar vier engelse ponden per stuk en zijn een aanwinst voor iedere buitensport-boekenkast. Bovendien zijn ze functioneel. Met respectievelijk acht en elf beschreven wandelroutes zijn ze goed voor een hele vakantie wandelplezier. En dan wandelplezier van de betere soort: de kortste beschreven wandeling is zo’n zes uur lang; de langste meer dan tien uur in het bekende zware Schotse terrein. Gelardeerd met werkelijk prachtige foto’s schetst Chris Townsend eerst de regio die de topo bestrijkt, om daarna de diverse wandelingen te beschrijven. De routebeschrijvingen zijn kort en naast de wandelschets in de topo heb je toch echt de Harvey Superwalker- of Ordonance Survey landkaart nodig. En, iets dat in het Schotse niet te vaak genoeg gezegd kan worden, je dient ook met die kaart en kompas te kunnen omgaan. Townsend sluit af met een korte beschrijving van wat een wandelaar moet weten voordat hij het watertanden bij de open haard omzet in een werkelijke wandeling in het terrein. [FH]

Écrins National Park Kev Reynolds Cicerone, 2008 ISBN 978-185284-521-6 Prijs: £ 14,-

Patagonien und Feuerland Ralf Gantzhorn Bergverlag Rother, 2008 ISBN 978 3 7633 7035 1 Prijs: € 49,90

• Classic Munros, The Cairngorms • Classic Munros, Glencoe Chris Townsend Colin Baxter PhotographyLtd, 2008, www.colinbaxter.co.uk ISBN 978-1-84107-407-8 en 978-1-84107-408-5 Prijs; £ 3,95


HOOGTELIJN 5-2008

Les Pyrénées - Orientales (Rock & Ice Climbs): French Side Dulac, Testas, DP Editions, 2008, ISBN 9782952356619 Een klimgids voor de Franse kant van de Pyreneeën, van de Middellandse Zee tot en met Andorra. Rots-, mixed- en ijsroutes voor zomer en winter in een dikke pil. De rotsroutes zijn aangegeven met klassieke routeschetsen, de andere routes met foto-topo’s. De schrijvers geven ook nog tips over de benodigde uitrusting en routeschetsjes voor het bereiken van de klimgebieden. Met gedeeltelijk Engelse vertalingen van de Franse hoofdtekst.

Het kleine weerboek Alan Watts, Hollandia, zesde druk 2008, ISBN 978-90-6410-467-1 Aan de hand van 24 foto’s wordt de lezer uitgelegd hoe deze zelf het weer kan voorspellen. Het boek helpt buitensporters op weg om zelf een korte-termijnweersvoorspelling op te stellen. Waar het boek zelf al aangeeft alleen in de gematigde klimaatzones van het noordelijk halfrond bruikbaar te zijn, kunnen we daar aan toevoegen dat ook de bruikbaarheid in het hooggebergte minder dan wenselijk is. Een bruikbare gids voor wandelingen in de minder bergachtige streken dus.

Lappland Wanderführer Peter Mertz, Rother Bergverlag, 2008, ISBN 9783-7633-4340-9 Het noordelijkste deel van Scandinavië wordt steeds beter bereikbaar. Daar springt deze gids met vijftig wandelingen in Zweeds, Fins en Noors Lapland en op de Lofoten op in. De routebeschrijvingen zijn voorzien van de nodige landkaartjes en hoogteprofielen; een uitgebreid hoofdstuk met algemene gebiedsinformatie is ook toegevoegd.

Tour d’Oisans Kev Reynolds, Cicerone, 2008, ISBN 978-1-85284-550-6 In de steeds verder uitdijende collectie wandelgidsen brengt Cicerone een beschrijving van de GR 54, de rondwandeling rondom de Écrins. Volgens de auteur strijdt deze wandeling samen met de GR 20 op Corsica en de HRP in de Pyreneeën om de titel ‘zwaarste trekking in Europa’.

Wandelgids Groene Hart: rust, ruimte en groen Alleen te koop in ANWB-winkels en via www.anwb.nl De ANWB-Wandelgids Groene Hart beschrijft 43 bewegwijzerde rondgaande wandelingen, van 5 tot 14 kilometer. De beschrijvingen zijn ‘kant-en-klaar’ met routekaartje en praktische achtergrondinformatie.

|

Wanderarena mit profil, Bike Guide Tourismusverband Paznaun/Ischgl www.galtuer.com, www.ischgl.com, www.kappl/see.com In een poging meer wandel/ en mountainbiketoeristen aan het gebied te binden hebben de gezamenlijke Tiroler Tourismusverbänder van Galtür, Ischgl en Kappl twee gebiedsgidsjes uitgegeven: een bergwandelgids en een mountainbikegids. Beide passen in de binnenzak. De wandelgids beschrijft 80 wandelingen met een totale lengte van dik elfhonderd kilometer, de fietsers worden verwend met 34 routebeschrijvingen. In beide gidsen zijn de tochten ingedeeld naar zwaarte.

Jordan, Walks, treks, caves, climbs & canyons Di Taylor en Tony Howard, Cicerone, 2008, ISBN 978 1 85284 520 9 De oorspronkelijk wandel- en klimgids van Tony Howard over het Jordaanse Wadi Rum is zijn gewicht in goud waard, maar helaas nog slechts antiquarisch te koop. In deze nieuwe gids presenteren Howard en Di Taylor ook andere, tot nu toe niet beschreven delen van het prachtige en toegankelijke Jordanië. De topo geeft honderdvijftig wandelroutes, van een halve dag tot meerdere dagen lang, vierentwintig woestijn- en kloofwandelingen in Wadi Rum en klimroutes in zeven verschillende gebieden. Ze zijn naar zwaarte gewaardeerd en voorzien van GPS-coördinaten.

• Malopasso (ook Duits) Bottiglieri, ISBN 978-88-87890/59/4 De zeer actieve Italiaanse uitgever Versante Sud brengt goede en mooi verzorgde klimgidsen uit. Helaas voor de meeste Nederlanders zijn ze meestal in het Italiaans geschreven. Af en toe zijn ze tweetalig: de Italiaanse gebiedsinformatie wordt dan vertaald in het Duits of het Engels toegevoegd. Samen met de routeschetsen en een rudimentair begrip van het Italiaans voldoen de gidsen dan prima.

• Toscana e isola d’elba, Arrampicate sportive e moderne (ook Engels) Mauro Franceschini and Fabrizio Recchia, ISBN 978-88-87890-66-22

INTERNET Kijk voor meer recensies en signalementen op www.hoogtelijn.nl. Klik op de cover van Hoogtelijn 5/2008 en kies Recensies & Signalementen.

63


WIJ VERZETTEN BERGEN VOOR U

Adverteren in Hoogtelijn?

Specialist in bergsportverzekeringen W.A. HIENFELD B.V. Postbus 75133 Telefoon Telefax E-mail

1070 AC Amsterdam 0031(0)20 - 5 469 469 0031(0)20 - 6 427 701 info@hienfeld.nl

Bel met Olger Kooring of Peter Dierdorp bij ManagementMedia BV 035 - 623 27 56

Voor informatie: Koninklijke NKBV te Woerden.

Mailen kan ook naar sales@managementmedia.nl

H 064-Advertentie.indd 64

lij

100 13

b l

i dd 1

29 01 2008 11 24 42 12-11-2008 10:30:28


HOOGTELIJN 5-2008

|

NKBV ledeninformatie Lidmaatschap – jouw voordelen

Lekker gemakkelijk

• gratis vijf keer per jaar het enige Nederlandse allround klim- en bergsporttijdschrift Hoogtelijn • tot 50% korting op je overnachtingen in alpenhutten en de NKBV-hutten in Oostenrijk en België • doorlopende reisverzekering met klim- en bergsportdekking voor slechts € 21,50 per jaar • jaarlijks een gevarieerd aanbod van klim- en bergsportcursussen en – tochten in het buitenland • jaarlijks een gevarieerd aanbod aan regionale activiteiten bij jou in de buurt • toegang tot kaderopleidingen voor o.a. instructeur, trektochtleider, trainer en scheidsrechter • toegang tot de landelijke sportklimcompetitie • gratis toegang tot het bergsportinformatienummer 0348-409521 • gratis gebruik van zes regionale gespecialiseerde bibliotheken en een centraal bergsport informatiecentrum • 20% korting op de huur van bergsportmaterialen bij Base-Camp • 15% korting op je uitrusting bij Bever Zwerfsport, Spac Sport, Demmenie en Slee Buitensport wanneer je een tocht of cursus bij bergsportreizen.nl boekt • 8,5% korting op cursus Weerkunde bij Meteo Consult • toegang tot de grote Belgische rotsklimmassieven

Lidmaatschap en verzekering makkelijk en snel verlengen? Geef een automatisch incasso af. Door middel van een automatisch incasso ben je er van verzekerd dat je lidmaatschap en verzekering tijdig verlengd worden. Je ledenpas heb je voor Kerst in huis. Een formulier vind je op www.nkbv.nl/vereniging/lidmaatschap/automatisch incasso Bij leden die reeds een automtisch incasso hebben afgegeven, wordt begin december de contributie en de verzekeringspremie afgeschreven.

Gratis lid worden? Meld je aan voor het gratis kwartaallidmaatschap van de Koninklijke NKBV. Wie na 30 september lid wordt van de NKBV, is de rest van het kalenderjaar gratis lid, mits het lidmaatschap wordt voortgezet in het navolgende kalenderjaar. Aanmelden gaat heel eenvoudig via http:// www.nkbv.nl/vereniging/lidmaatschap/aanmelden Meer lezen hierover? Kijk op www.nkbv.nl/lidmaatschap.

Verhuisd? Geef de adreswijziging zelf door aan de NKBV. Voor de bezorging van de acceptgiro’s met bergsportreizen.nl maakt de vereniging gebruik van Sandd. De doorstuurservice van TPG is niet van toepassing. � � �� � � � �� � �� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �

����������

������������� ��������������� ����������� ���������������

����������� �������������

���������������������� ���������������������������� ������������������������

Wie in de periode december/januari op vakantie gaat en niet in de gelegenheid is de verzekeringspremie in december over te maken, kan gebruik maken van de uitloopregeling. Deze houdt in dat, indien de premie later dan 1 januari, maar vóór 31 januari binnen is en de verzekerde het voorgaande jaar ook via de NKBV verzekerd is geweest, hij gedurende de hele maand januari verzekerd is. In de polisvoorwaarden wordt deze regeling toegelicht.

Facturen 2009 De acceptgirokaarten voor de contributie en de verzekering worden meegezonden met Bergsportreizen.nl 2009 die in de week voor Kerst wordt verspreid. Wanneer de acceptgirokaarten onjuistheden bevatten, neem dan contact op met de afdeling sportservice, telefoon 0348-409521 (kies 1) of mail naar info@nkbv.nl. Na verwerking van de betaling ontvangen leden hun ledenpas 2009. Voor het boeken van de klim- en bergsportreizen: www.bergsportreizen.nl

Bureau rond Kerst gesloten Het NKBV-bureau is tussen Kerst, Oud & Nieuw en op 2 januari gesloten. Vanaf 5 januari is het bureau weer bereikbaar. Op 29, 30 en 31 december kan voor dringende vragen wel via mail contact worden gelegd met de NKBV: info@nkbv.nl. Deze wordt zo spoedig mogelijk beantwoord. Wie een telefoonnummer vermeldt, wordt teruggebeld. Voor de meest recente informatie over eventuele sluitingen: www.nkbv.nl

� � �� � � � �� � �� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �

���������� ���������� ��������������������������� �����������������������������������

Goed verzekerd in januari

���������� ��������������������������� �����������������������������������

������������������������ ������������������������ ������������������������������

Lidmaatschap Hoofdlid › 18 jaar € 45,00 Seniorlid › 65 jaar € 45,00 Juniorlid 18 t/m 24 jaar € 42,00 Gezinslid › 18 jaar € 36,50 Jeugd(gezins)lid < 18 jaar € 14,50 Lid worden? Meld je online aan via www.nkbv.nl/vereniging/ lidmaatschap. Hier vind je ook de algemene voorwaarden voor het lidmaatschap – waaronder de regels van het opzeggen van het lidmaatschap.

65


66

|

HOOGTELIJN 5-2008

Vooruitblik

Hoogtelijn 1-2009 verschijnt 13 februari

BERGREDDING EN EHBBO OP LOCATIE

Hoogtelijn is het officiële tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV) Het verschijnt vijf keer per jaar, in februari, april, juni, september en november. Artikelen en bijdragen in Hoogtelijn zijn op persoonlijke titel geschreven tenzij anders vermeld. Niet elk(e) artikel of bijdrage van een redacteur of andere schrijver geeft per definitie de mening of het standpunt van de Koninklijke NKBV weer. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht heeft, zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn. REDACTIE Martijn Hop (hoofdredacteur), Mieke Scharloo (eindredacteur), Pieter Dirksz (penningmeester), Ernst Arbouw, Frank Husslage, Moniek Janssen, Sjors Kurvers, Bep Maltha, Ivar Schute, Jochem Stoll. MEDEWERKERS Aad van den Boogaart, Jaap Driessen, Christine Tamminga en Milka van der Valk Bouman (correctie); Saskia Gottenbos (cartografie); Toon Hezemans (cartoons); Martijn Schell

Bergsport op eilanden

REDACTIE-ADRES NKBV-Bureau, t.a.v. Secretariaat Hoogtelijn Postbus 225, 3440 AE Woerden E-mail redactie Hoogtelijn: hoogtelijn@nkbv.nl NKBV-BUREAU Open ma t/m vrij 9.00-12.30 uur en 13.00-16.00 uur. Telefonisch bereikbaar: ma 13.00- 16.00 uur di t/m vrij 10.00 – 12.30 uur en 13.00 –16.00 uur Bezoekadres: Houttuinlaan 16-A, 3447 GM Woerden Postadres: postbus 225, 3440 AE Woerden Tel: 0348-409521 / Fax: 0348-409534 E-mail: info@nkbv.nl Homepage: http://www.nkbv.nl

Nieuw-Zeeland: alpiene beklimmingen

IJsland: peuterwandelingen

Historische verovering Schotse mini-eilandjes

TOPPERS € 3,- per 30 tekens, min € 9,- per Topper. Download het opgaveformulier van de website: www.nkbv.nl/tijdschrift/toppers of vraag het aan via 0348-409534 Sluitingsdata Katern Verenigingsinformatie nr. 2009/1: 22 januari, 10.00 uur nr. 2009/2: 2 april, 10.00 ADVERTENTIE EXPLOITATIE Management Media BV, Emmastraat 61, postbus 1932, 1200 BX Hilversum tel: 035-6232756, fax: 035 6232401 Olger Kooring & Peter Dierdorp olger.kooring@managementmedia.nl peter.dierdorp@managementmedia.nl ART-DIRECTION: Edith van de Giessen, ManagementMedia, Hilversum VORMGEVING Meta Pols, Sonja Kamer DRUK: Senefelder Misset, Doetinchem Oplage: 37.000 ISSN: 1387-862X

Kroatisch Hvar: sportklimmen en pootje baden

Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn.


TAMUR


ol topja

ck!

vind je dit nog niet klimmen genoeg dan?

wanneer gaan we nu echt klimmen? ik heb toch niet voor niets dit jack gekocht, ik wil echt klimmen!!!

De trekkoordjes van je capuchon waaien zelfs bij orkaankracht niet in je gezicht

Absoluut top! Gore-Tex heeft een nieuw topproduct. Drielaags Pro-Shell is lichter, sterker, soepeler en ademt beter. Lowe Alpine maakt er topjacks van. En die worden graag gedragen door topklimmers. Zodat je ze nogal eens op een top tegenkomt…

en (de instructeurs van de Nederlandse Klim de rij) Bergsport Vereniging stonden er voor in

• Naden afgeplakt met 13 mm microtape

(soepeler, lichter en beter ademend)

Summit jacket

weegt maar 493 gram!

Climb Pro jacket

weegt maar 514 gram!

• ‘Watershed’ ™ naadloze schouders

(duurzamer bij rugzakgebruik)

• ‘Swivel Sight’ ™ (zodat hij goed met je hoofd meedraait) verstelbare capuchon (groot genoeg om je helm onder te

dragen, maar past toch in je kraag!)

• Perfect afsluitbare manchetten

(met één hand te bedienen)

• Twee hoge borstzakken (ruim boven je klimgordel) • Helix mouwconstructie waardoor je je armen goed omhoog kunt steken (en dat gebeurt nogal eens als je klimt…)

Lowe_proshell-230x297+5.indd 1

Waterbestendige ritsen (hoofdrits, borstzakken en ventielatieritsen op de achterkant bovenarm)

Deze topjacks zijn natuurlijk maar een klein deel van onze uitgebreide kledingcollectie. We hebben nog veel meer. Check www.lowealpine.com voor ons hele aanbod. Of ga naar je buitensportwinkel. Voor onze rugzakken check www.rugzak.nl.

Tip! Word ka Die he derlid van d bben a e llemaa l zo’n c o

30-05-2008 15:16:54


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.