Een geboren alpinist In het lichaam van een Nederlander
Martijn Seuren (32) werd als eerste Nederlander toegelaten tot de Zwitserse berggidsenopleiding. Een jongensdroom kwam uit, tot hij bij het ski-examen zijn kruisbanden scheurde. Tegenwoordig werkt hij als hoofd van de expeditieafdeling van een grote bergsportwinkel in Bern. Sinds het najaar van 2014 is hij aangesloten bij de Expeditie Academie van de NKBV.
D
oet Martijn Seuren wel eens iets anders dan bergbeklimmen? “Ja hoor”, zegt hij zonder een spoor van ironie. “Sportklimmen, toerskiën.” Seuren (32) leeft voor de bergen. Alleen voor de bergen. Hij is een alpinist die per ongeluk is geboren in het lichaam van een Nederlander. Door de week werkt hij als hoofd van het expeditiecentrum van bergsportzaak Bächli in Bern, in het weekend is hij als de omstandigheden het ook maar een beetje toelaten, op pad. Ruim duizend tochten staan inmiddels op zijn naam en als hij deze zomer de Grandes Jorasses beklimt (“In juni of juli waarschijnlijk”) is hij de eerste Nederlander die op alle vierduizenders van de Alpen heeft gestaan.
In de perenboom “Ik hoor vaak dat mensen voor het eerst in de bergen kwamen met hun ouders. Mijn ouders hebben hoogtevrees en ze blijven het liefst dicht bij huis”, zegt Seuren. Hij leerde zichzelf als twaalfjarige klimmen in de perenboom in de achtertuin, met een instructieboek dat hij met zijn zakgeld bij elkaar spaarde en een
40 |
stuk touw uit de bouwmarkt. “Ik was op de Megafestatie, een groot festival voor scholieren in de Jaarbeurs. Daar was een abseildemonstratie van het leger. Dat interesseerde me wel.” Seuren keek bij de Landmacht de kunst af en ging vervolgens aan de slag in de tuin. “Abseilen, Flaschenzug, knopen leggen, standplaatsen bouwen.” Hij grijnst: “De prusikknoop heb ik zelf bedacht. Ik kwam er pas later achter dat ’ie al bestond.” “Het klinkt stom, maar ik heb nog steeds profijt van wat ik toen heb geleerd. In 2003 ging ik bij de Allalinhorn vol in een gletsjerspleet. Op dat moment wist ik precies wat ik moest doen met al die touwtjes en karabiners. Ik klom er zonder verder na te denken weer uit. Met handigheid en snelheid.” Hij vat het begin van zijn bergsportcarrière kort samen: bomen, touwtechnieken, klimhal, Ardennen en in 2000 voor het eerst een wintertocht. “In de Jura, met dikke slaapzakken. Een jaar later kwam ik pas voor het eerst echt in de Alpen. Ik ben ook nooit op cursus geweest. Alles wat ik nu weet, heb ik mezelf geleerd.”
HOOGTELIJN 3-2015 | TEKST ERNST ARBOUW | FOTO’S LAURENS AAIJ