6 minute read

DORDRECHT, OMRINGD DOOR RIVIEREN

Het historische centrum van Dordrecht is eigenlijk een eiland. Water speelt de hoofdrol in de stad, met fraaie jachthavens en terrasjes aan de oevers. Dordrecht was vroeger een belangrijke havenstad. De welvaart van toen zie je weerspiegeld in de schitterende panden. Nu is het een gezellige stad waar je heerlijk kan flaneren.

Tekst: Hilde Pauwels - Foto’s: https://beeldbankdordrecht.nl/

Advertisement

Genieten is de rode draad bij een citytrip naar Dordrecht. Ongeveer duizend jaar geleden vestigden de eerste bewoners zich op de oevers van een veenrivier, de Thuredricht. Daar is de naam Dordrecht van afgeleid. In de de vroege middeleeuwen groeide de nederzetting uit tot de belangrijkste handelsstad van Holland.

Nog steeds speelt water een belangrijke rol in het stadsleven. Het ‘eiland’ is omringd door rivieren en wordt nog eens in twee gedeeld door het riviertje Wantij. Fijn is dat je het hele centrum vlot te voet kan bezoeken. Waar vroeger keihard werd gewerkt in de havenstad, wandel je nu langs pittoreske jachthavens. ‘Nieuwe Haven’ spant de kroon met flink uit de kluiten gewassen boten. Ze glinsteren in de zon en dat levert mooie plaatjes op. Op de achtergrond zie je de Grote Kerk met een toren die nog schever is dan de toren van Pisa. Tijdens de bouwwerken werd de architect met verzakkingen geconfronteerd. Het idee om een spitstoren te realiseren, liet men varen.

Een fraai uitzichtspunt is er ook aan de Groothoofdspoort waar de Oude Maas en de Noord- en Beneden Merwede samenvloeien. Het lijkt wel een gigantisch meer. Op de Oude Maas is er nog steeds heel wat vrachtverkeer, het is indrukwekkend om deze zeereuzen afgeladen vol te zien passeren op weg naar Rotterdam. In één van de kleine binnenhavens liggen nog oude vissersbootjes aangemeerd, een contrast met de chique jachten. Ze dateren van enkele decennia geleden. Arme vissers gingen toen een week op zee, vaak alleen met een homp brood en wat spek. Slapen deden ze onder een zeil. De visvangst was voor hen essentieel om te overleven.

Herinneringen En Verhalen

Heel wat straatnamen en pleinen verwijzen naar het rijke handelsverleden. In de Wijnhaven voerde men wijn uit Duitsland en Frankrijk aan, de vaten werden met een manueel aangedreven kraan aan wal gehesen. De Visbrug en Visstraat spreken voor zich: op de markt werd in grote hoeveelheden tientallen soorten vis verkocht. Het stadhuis dateert van 1350, maar was vroeger een markthal, gebouwd door Vlaamse kooplieden die er graag handeldreven. De lakenindustrie bij ons bloeide immers volop. Later fungeerde de zolder van het huidige stadhuis als gevangenis. De houten cellen, die veel te krap waren, bleven bewaard.

Er is het Zakkendragershuisje bij de Mazelaarsbrug. Daar huisde de gilde van de mazelaars, sjouwers of zakkendragers, die met kleine schepen de lading van zeeschepen op de Maas aan wal brachten. Zij kwamen in het gildehuis samen. Als de bel luidde, dobbelden ze om uit te maken wie de job kreeg. De gilde bleef bestaan tot 1950, nu is het een klein woonhuis.

De Zakkendragersstraat is amper 76 cm breed. Het is het op één na smalste straatje van de stad. In het Dordrechts dialect noemt men de straat ‘Sakkertje’. Het leidde ook tot een uitdrukking na een zware bevalling. Dan zei men dat het leek alsof ‘de Grote Kerk door het Sakkertje moest’.

Weelderig

Dordrecht was toen welvarend, de sterke handelspositie bracht kooplieden en notabelen heel wat rijkdom. Dat is nog steeds te zien aan de fraaie pakhuizen en woonhuizen, parels die de straten van Dordrecht heel wat uitstraling geven. Tal van historische panden werd gerestaureerd en kreeg een nieuwe bestemming. De West-Indische Compagnie vond het belangrijk om in Dordrecht een pand te hebben dat de macht en glorie van de rederij weerspiegelde. Het West-Indisch Huis is een fraai, imposant gebouw met symmetrisch hoge ramen links en rechts van de deur. Hier komt Piet Hein op de proppen, hij was in dienst van de West-Indische Compagnie en veroverde in 1626 in de Caraïben de Zilvervloot, om zo kostbaarheden naar de Nederlanden te brengen. Later kwam er in het pand een suikerraffinaderij. Het gebouw werd volledig gerestaureerd, nu zijn er kantoren en expositieruimtes gehuisvest.

Mooi is ook het pand van Pictura. Het is een patriciërswoning uit de 16de eeuw die later werd gerenoveerd. Aan de voorkant zie je een monumentale lijstgevel met een rococo deurstijl. Ooit woonde hier een burgemeester van Dordrecht, sinds 1900 biedt het gebouw onderdak aan Teekengenootschap Pictura, het oudste kunstplatform van het land. Momenteel hebben verschillende kunstenaars er een atelier.

Een icoon voor de stad is het Hof van Nederland. Hier werd in 1572 de Eerste Vrije Statenvergadering georganiseerd. Dat lag aan de basis van de Onafhankelijke

Republiek der Nederlanden. Nu is het een centrum waar bezoekers kennismaken met mijlpalen uit de geschiedenis.

Originele Winkels

Nog steeds voel je de ondernemende spirit van weleer. Op het Statenplein en in de straten errond zijn verschillende winkelstraten met boetieks en grote ketens. Bijzonder is de Voorstraat, één van de langste winkelstraten van Nederland. Je vindt er de meest uiteenlopende zaken: boekhandels, speelgoedwinkels, interieurspullen met een artistieke inslag, een wijnbar, Syrische zoetigheden, curiosa, kleine galerijen, antiek en brocante, winkels met lp’s of met oude fototoestellen. Er zijn ook verschillende planten- en bloemenwinkels. Het valt op: het centrum van Dordrecht is voor een groot deel autovrij, inwoners zetten banken en bloembakken buiten. Het zorgt voor een fleurig geheel. Gekend tot in onze contreien is Vreeken’s zaden. Dit familiebedrijf bestaat sinds 1926 en is nog steeds gepassioneerd door alles wat met zaden en planten te maken heeft. Het gaat om zowat het ruimste assortiment van het land. Zo kan je er bijvoorbeeld kiezen tussen 350 tomatensoorten. Er is ook Atelier Katinka. Katinka van Haren is kunstenares, ze maakt handgemaakte kleurrijke werken van papier.

DORDRECHT: VEEL TE DOEN

• Culinair. Het culinaire hart is het Scheffersplein met heel wat terrassen en ‘eettenten’, te vergelijken met onze brasserieën. Maar ook op heel wat andere locaties vind je horecazaken, vaak met terrassen. Als je honger hebt, is er veel keuze: je kan snel een kroket uit de muur halen of een snackbar binnenstappen. Maar je kan ook een restaurant uitzoeken. Nederlandse gerechten zijn een optie, maar er is ook de internationale keuken: Grieks, Indonesisch, Egyptisch, Turks, Italiaans…

• Cultuur. Schouwburg Kunstmin biedt podiumkunsten, pop vind je bij Bibelot in het Energiehuis. Er zijn tal van musea, zoals het Dordrechts Museum met zes eeuwen Nederlandse schilderkunst. Het Huis van Gijn behoorde toe aan Simon van Gijn, een verzamelaar van kunst. Hij leefde van 1836 tot 1922. Zijn woonhuis kan je bezoeken. Je maakt er kennis met het leven van toen.

• Natuur. Nationaal Park De Biesbosch is een uniek natuurgebied en een van de weinige zoetwatergetijdegebieden in Europa. Het gebied deed tijdens WO II dienst als schuilplaats voor verzetsstrijders, ze kenden er in tegenstelling tot de bezetter de weg in het doolhof van riviertjes en kreken. Nu is het er ideaal om te wandelen en te fietsen. Het ligt op 5 km van Dordrecht. In het dorpje Kinderdijk zie je 19 windmolens die het gebied eeuwenlang drooghielden. Het systeem was zo uniek dat het op de Unesco Werelderfgoedlijst staat. Twee molens staan open voor het publiek, andere molens zijn bewoond. (www.pakhuis.be)

• Boottocht. Vanuit Dordrecht kan je de watertaxi naar Nationaal Park De Biesbosch en naar Rotterdam nemen. Er zijn ook boottochten in de stad mogelijk.

Verrassend

De Voorstraat loopt parallel met de vrij smalle rivier Wantij, allebei doorsnijden ze het centrum in de breedte. Heel wat ‘steigers’ maken de verbinding tussen de rivier en de Voorstraat. Al wandelend kan je dus geregeld een glimp van de Wantij opvangen. De steigers zijn vaak heel pittoresk en fleurig aangekleed. Hoe smal en kort ze ook zijn, er zijn op veel plaatsen immers ook bewoners.

Dordrecht heeft verschillende steegjes en poorten waar je bijzondere plekjes kan ontdekken.

De Appelsteiger geeft uit op het Hof van Nederland. Het steegje is genoemd naar de gilde van appeltonders die informatie verzamelden over de omvang van de appeltoevoer en de belasting daarop. Hier staat ook het brandspuithuisje, mooi met een witte gevel, donkerrode luiken en deur, blauweregen. Dordrecht had vijf brandweerkringen. Zogeheten klapwakers hielden ’s nachts de wacht en sloegen bij brand alarm met een ratel. Na een brand in 1927 besloot men een centrale brandweerkazerne te bouwen.

Binnentuinen

Ook de ‘hofjes’ of binnentuinen kan je ontdekken via een poort of steegje. Loop even door de Tolbrugstraat Waterzijde. Aan de straatkant is het niet te zien, maar hier ligt een mooie binnentuin met ook speeltuigen verborgen. Het Lenghenhof bereik je door een poort die tot 18 u open is. Vrouwen vanaf vijftig jaar die hulpbehoevend waren, mochten er gratis wonen. Nu wordt er een kleine bijdrage gevraagd aan de dames. De vier binnentuinen zijn mooi aangelegd. Je wandelt van de ene tuin naar de andere. Vlakbij ligt het Maartenshof, ook hier ga je langs een poort binnen. Aan de zijden van een vierkante tuin staan 38 bescheiden huisjes die nog steeds bewoond zijn. Ze werden destijds door een weldoener gebouwd voor behoeftige vrouwen en weduwen van soldaten. In de tuin vind je fraaie oude bomen en een waterput. Het zijn oases van rust waar je geniet van de stilte en vogels hoort fluiten.

www.indordrecht.nl

This article is from: