1 minute read

Het schooljaar van Hanne Lezen: samen van last naar lust

Hoe wek je leeshonger bij studenten die toekomstige generaties in de boeken moeten krijgen? Lerarenopleider Hanne Rosius leest samen met haar klas. En die lees­luistermomenten smaken naar meer.

Mijn studenten en boeken, het is geen geweldige match. De ontlezing van de jeugd trekt zich door in de lerarenopleiding. Lezen is een last, geen lust. Hoe ze het zelf – wel zo eerlijk – beschrijven? “Een boek kiezen uit een duffe lijst, een beetje surfen, veel knutselen.” Op het einde van de rit hebben ze amper gelezen.

Ik besluit het daarom eens over een andere boeg te gooien: samen een roman interactief voorlezen in de klas. Eentje die je niet in de top tien van commerciële boekhandels aantreft, maar die bladzijde na bladzijde nieuwe inzichten brengt.

Een student uit het tweede jaar onderhandelt over mijn voorstel: “Samen een boek uit uw lijstje lezen, mevrouw, ik wil dat wel doen. Maar leest u dan ook eens een Harry Potter?” Faire deal.

Als ik ze maar kan overtuigen van het belang van goed leesonderwijs: diep kunnen lezen, met aandacht voor het verhaal, de vorm, de betekenis en de schoonheid van taal. Verhalen zijn bovendien onderschatte bronnen van kennis waaruit je altijd iets kan leren. “Jullie moeten de toekomstige generaties leerlingen meer, liever en beter aan het lezen krijgen”, zeg ik ze.

Via de bibliotheek verzamel ik een aantal exemplaren van ‘Kruimeldief’ van Hind Eljadid en stop elke student het boek in handen. Stoelen worden in een kring gezet. We beginnen voorzichtig en laten ons voorlezen door slam poetry artiest Hind herself, via het audioboek. Na de pauze stel ik vragen. Geen flauwe vraagjes, maar vragen waarmee we diep in de tekst duiken. Vragen die blootleggen welke tristesse, wrangheid en schoonheid in de woorden besloten liggen.

De studenten smaken het lees­luistermoment, week na week. Ze zitten mee in het verhaal. Het duurt niet lang voor ze het voorlezen willen overnemen. Ik word blij van de zinnen die ze uitlichten om te bespreken of te laten bezinken. Ik word blij van hun antwoorden op mijn vragen. Soms helpen ze mij ook om de tekst beter of anders te begrijpen.

Na Nieuwjaar gooi ik Jeroen Brouwers op hun bord. ‘Ooit zou ik opschrijven dat ik daar liep, onder mijn hoed, in dat kamp, en dat ik daar de dingen zag die onbeschrijflijk zijn en niettemin door mij zouden moeten worden beschreven.’ Zo schrijft hij in zijn roman ‘Bezonken Rood’, over zijn kinderjaren in het jappenkamp.

Lukt het met dat boek straks even goed als met ‘Kruimeldief’? Afwachten. Maar nu ben ik content. Van dit boek, van deze studenten, van simpel samen lezen. “Mevrouw, welke opdracht moeten we dan maken over dit boek?” Geen enkele, want het leren is al gebeurd.

(Oh ja, Harry Potter? Echt van genoten. Dank je voor de tip, Irem!)

This article is from: