18 minute read

Actueel

Kort nieuws

Het Fieldlab Smart Maintenance, de innovatieve proeffabriek van Techport, is onderdeel geworden van het onderwijspro-

gramma van de Tata Steel Academy. In het lab staat de meest geavanceerde apparatuur voor het testen van duurzaam en slim onderhoud. De proeffabriek staat naast de Academy van Tata Steel. Leerlingen leren hier werken met de meest innovatieve apparatuur en de nieuwste technologieën. Met het nieuwe lesmateriaal leren de leerlingen over de werking van elektrotechniek (frequentiegeregelde processen), besparing van energie en ze leren een hele andere vorm van opstarten.

Industrieel dienstverlener Bilfinger en recyclingtechnologiebedrijf Umincorp gaan samenwerken op het gebied van engineering, procurement en constructie

voor een plastic recyclingfabriek. Het eerste project is waarschijnlijk een tweede faciliteit in Nederland die momenteel wordt ontwikkeld. Umincorp gebruikt haar Magnetic Density Separation (MDS) technologie om plastic te recyclen. In één processtap kan het bedrijf verschillende plastic typen scheiden. Met haar technologie kan ze veertig procent meer kunststoffen terugwinnen en de output is zo zuiver dat het weer voor verpakkingen kan worden gebruikt. Bilfinger ondersteunt bij de engineering, procurement en constructie voor de MDS-faciliteiten. Ook helpt ze bij automatisering van de fabriek en het implementeren van technologieën.

Het Finse UPM heeft groeiplannen voor biobrandstof en start met de eerste engineeringsfase voor een geavanceerde bioraffinaderij. Deze krijgt een capaciteit van 500.000 ton hoogwaardige hernieuwbare brandstoffen. UPM ziet Rotterdam als mogelijke plek voor de nieuwe raffinaderij.

UPM is een Fins bedrijf dat van reststromen hernieuwbare materialen maakt. De producten uit de geplande bioraffinaderij kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt als duurzame vliegtuigbrandstof. Het bedrijf doet nu een engineeringstudie om de businesscase op te stellen, technologie te selecteren en kijken welke investeringen nodig zijn. Ook kijkt UPM of ze groene waterstof kan gebruiken in de raffinaderij. Daarnaast onderzoekt ze waar de fabriek kan komen te staan. Het bedrijf heeft Rotterdam en Kotka (Finland) op het oog. De engineeringfase duurt ongeveer een jaar.

Haalbaarheidsstudie voor groene waterstoffabriek Maasvlakte

Energiebedrijf Uniper en Havenbedrijf Rotterdam onderzoeken de mogelijkheden voor grootschalige productie van groene waterstof op de Maasvlakte. De ambitie is om in 2025 een waterstoffabriek met een capaciteit van 100 megawatt op het terrein van Uniper te realiseren en die capaciteit uiteindelijk uit te breiden tot 500 megawatt. De haalbaarheidsstudie is deze zomer afgerond.

Uniper ziet haar locatie op de Maasvlakte als de perfecte plek om op grote schaal groene waterstof te produceren. ‘Hier komt alles samen: grote hoeveelheden hernieuwbare energie, de nodige infrastructuur en industriële klanten’, zegt Andreas Schierenbeck, CEO van Uniper in een persbericht. Na de recente succesvolle pre-kwalificatie voor het EU IPCEI-programma (Important Projects of Common European Interest) worden in de komende maanden het conceptuele ontwerp en de technische dimensies van de waterstoffabriek uitgewerkt. Ook wordt gekeken naar de afzetmogelijkheden voor de duurzame waterstof, zowel in het Rotterdamse havengebied als ook in Duitsland. Op termijn wordt levering aan grote industriële complexen in Noordrijn-Westfalen mogelijk via pijpleidingen. Tot slot kijkt het projectteam ook naar de mogelijkheden voor import, opslag en export op de Maasvlakte en worden de volgende stappen van het project gedefinieerd.

Producenten lijmen en harsen op de vingers getikt

Zeventig procent van de zeventig geinspecteerde producenten van lijmen, harsen en kitten en groothandels van chemische producten overtreden de regels. Dat meldt de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De inspecties in deze bedrijfstak waren gericht op blootstelling aan gevaarlijke stoffen. En dan in het bijzonder op blootstelling aan carcinogene, mutagene, reproductietoxische stoffen en sensibiliserende stoffen. Dat een groot deel van de geïnspecteerde bedrijven niet voldoet aan de huidige wet- en regelgeving, kan betekenen dat medewerkers onvoldoende beschermd zijn tegen de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Deze bedrijven hebben of een waarschuwing gekregen of er is een eis gesteld om binnen een periode maatregelen te nemen. Dit jaar zal de Inspectie SZW her- en vervolginspecties uitvoeren. Dan wordt beoordeeld of de in 2020 geconstateerde overtredingen zijn opgeheven. Als dat niet het geval is, legt de Inspectie boetes op.

ExxonMobil investeert miljarden in CO2-afvang en -opslag

ExxonMobil heeft een nieuw bedrijfsonderdeel opgericht om zijn koolstofarme technologieën te commercialiseren. Het nieuwe ExxonMobil Low Carbon Solutions richt zich in eerste instantie op CO2-afvang en -opslag (CCS). Het bedrijf werkt aan twintig CCS-projecten over de hele wereld waaronder in Nederland en België.

ExxonMobil is van plan om tot 2025 3 miljard dollar (2,5 miljard euro) te investeren in oplossingen voor lagere emissies. Ze heeft nu plannen voor twintig projecten wereldwijd. In Nederland wil ExxonMobil zijn aandeel in het Porthos project vergroten. Dit Rotterdamse project heeft als doel om CO2 van industrie te verzamelen en via pijpleidingen te transporteren naar lege gasvelden in de Noordzee. Daarnaast neemt het bedrijf ook deel aan het H-Vision project, dat kijkt naar grootschalige productie van CO2-arme waterstof in Rotterdam. In België neemt ExxonMobil, samen met andere partijen, deel aan het CCS-project in de Antwerpse haven. Dit project heeft onlangs steun aangevraagd bij de Europese Unie.

Lanxess beperkt emissie lachgas in Antwerpen

Lanxess heeft in Lillo (Antwerpen) een installatie voor de reductie van de lachgasuitstoot ingehuldigd. Deze breekt ongeveer vijfhonderd ton lachgas per jaar af. Het project heeft ongeveer tien miljoen euro gekost. In 2023 komt er een tweede installatie bij, die twee keer zoveel lachgas kan afbreken.

Lachgas, of eigenlijk N2O, ontstaat bij Lanxess als bijproduct tijdens de productie van caprolactam. Het is ongevaarlijk voor de mens, maar brengt ongeveer driehonderd maal meer schade toe aan het klimaat dan CO2. De nieuwe installatie kraakt lachgas bij temperaturen rond de duizend graden Celsius tot stikstof en zuurstof. Zo wordt het gas volledig geneutraliseerd. In een tweede processtap breekt de installatie stikstofoxiden (NOx) af, met ammoniak als reductiemiddel. Bij temperaturen van 250 tot 450 graden Celsius worden de stikstofoxiden afgebroken tot stikstof en water.

Thermisch efficiënt

Dankzij de combinatie van deze processen is de nieuwe installatie thermisch zeer efficiënt. Speciaal ontwikkelde keramische warmtewisselaars vangen de warmte op die in het proces wordt gebruikt en die ontstaat door de afbraak van lachgas en stikstofoxiden. Ze slaan deze warmte op, om daarmee het inkomende rookgas voor te verwarmen. Daardoor is veel minder energie van buitenaf nodig om het proces aan de gang te houden.

FOTO: LANXESS

Subsidie voor industriewaterleiding naar Delfzijl

Het Nationaal Programma Groningen kent een subsidie toe aan North Water voor een industriewatertransportleiding naar Delfzijl. Deze leiding verbetert het economische vestigingsklimaat in Delfzijl en vergroot de beschikbaarheid van drinkwater voor Groningers. Ook in perioden van langdurige droogte.

De regio Delfzijl is momenteel volop in ontwikkeling. De groei van industriële activiteit en de komst van de bio-based chemie en waterstof-economie zorgen voor een toenemende watervraag. Om dit ‘industriewater op maat’ te kunnen leveren, onderzoekt North Water de mogelijkheid voor een duurzame industriewatervoorziening en -infrastructuur. Nortwater wil een nieuwe transportleiding tussen Delfzijl en Appingedam aanleggen en deze aansluiten op de industriewaterleiding Garmerwolde-Eemshaven. Daarmee kan het bedrijf industriewater op basis van oppervlaktewater leveren aan de regio Delfzijl en op termijn mogelijk ook RWZI effluent na aanvullende zuivering. North Water bouwt ook aan lokale distributie, een verdeelstation en een verdere opwerkingsstap voor een deel van het water. Met deze nieuwe waterinfrastructuur krijgen bedrijven die zich vestigen in Delfzijl toegang tot industriewater en voorkomt North Water onnodig drinkwatergebruik door de industrie.

ROTATING EQUIPMENT SPECIALISTEN

Human Industries is gespecialiseerd in preventief onderhoud en revisie van rotating equipment, waaronder: compressoren, stoomturbines, pompen en overige rotating equipment. • Field service engineers • Werkplaats • Balanceren • Machineren • Reverse engineering

Isobionics opent nieuwe destillatieplant

Isobionics heeft in februari zijn nieuwe destillatie-plant geopend op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. Isobionics is een innovator op het gebied van fermentatie. Het bedrijf ontwikkelt en produceert een breed scala aan ingrediënten voor de Flavour & Fragrance markt met een focus op citrusolie componenten.

In 2019 is Isobionics overgenomen door BASF en werd het onderdeel van BASF’s Aroma Ingredients business. Om natuurlijke geur-en smaakstoffen te produceren gebruikt Isobionics een technologie die is gebaseerd op fermentatie. Een traditionele techniek die bekend is van processen als het brouwen van bier en het bakken van brood. Bij deze methode wordt een stof omgezet in een doelproduct met behulp van micro-organismen zoals bacteriën of schimmels. Dit proces is gebaseerd op hernieuwbare grondstoffen. Destillatie is de laatste productiestap, die natuurlijke ingrediënten oplevert. ‘Met onze nieuwe destillatie-plant kunnen we onze activiteiten nog sneller uitbreiden en tegemoetkomen aan de behoeften van onze klanten. We hebben veel nieuwe ingrediënten in ontwikkeling, sommige daarvan worden dit jaar al gelanceerd,’ zegt Toine Janssen, CEO van Isobionics.

FOTO: ISOBIONICS

Inspectie SZW controleert scherp op kankerverwekkende stoffen BRZO-bedrijven

De Inspectie SZW gaat de komende drie jaar scherp controleren bij BRZO-bedrijven op de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Uit eerdere inspecties blijkt dat bedrijven de gevaren van deze stoffen nog steeds onvoldoende in beeld hebben. Ook is het vaak niet duidelijk in welke mate werknemers worden blootgesteld.

Bij de inspecties gaat het om CMRS-stoffen zoals chroom-6, formaldehyde of benzeen. CMRS-stoffen kunnen kanker veroorzaken, genen beschadigen of schadelijk zijn voor de voortplanting. De afgelopen jaren heeft Inspectie SZW 28 procent van alle ruim 400 BRZO-bedrijven geïnspecteerd op het risico van blootstelling aan gevaarlijke stoffen voor werknemers. Alle BRZO-bedrijven die nog niet zijn geïnspecteerd op dit onderwerp, worden de komende drie jaar bezocht. Uit diverse onderzoeken blijkt volgens de Inspectie dat bedrijven de risico’s van het werken met gevaarlijke stoffen onvoldoende op orde hebben. De Inspectie in een persbericht: ‘Wat opvalt is dat bedrijven er vooral voor kiezen om hun medewerkers persoonlijke beschermingsmiddelen te geven als ze met gevaarlijke stoffen werken, terwijl het verplicht is om te denken aan bronmaatregelen of technische maatregelen om blootstelling te vermijden. Door vervanging van de kankerverwekkende stof of aanpassing van het productieproces.’ Ook ziet de Inspectie dat maatregelen soms wel op het hoofdproces zijn toegepast, maar niet op alle nevenprocessen, zoals onderhoud aan installaties.

Waterstoffabrieken nieuwe warmtebron Zuid-Holland

De warmte die bij de productie van waterstof ontstaat, kan worden ingezet in huishoudens, kassen en kantoren. Dat zegt Havenbedrijf Rotterdam, die het beschikbare warmteaanbod uit de haven in 2030 schat op 23 petajoule. Daarmee kunnen in 2030 omgerekend circa 500.000 huishoudens van warmte worden voorzien.

Het produceren van waterstof gaat gepaard met efficiëntieverliezen. Een vuistregel is dat circa 25 procent van de energie verloren gaat bij de productie van waterstof. Die 25 procent komt vrij in de vorm van warmte. Indien men deze warmte echter opvangt en als voeding voor een warmtenetwerk gebruikt, is dit efficiëntieverlies plotseling een bron van energie voor andere toepassingen. Gasunie zette in samenwerking met Havenbedrijf Rotterdam het project WarmtelinQ op voor de aanleg van een hoofdtransportleiding voor warmte van de haven naar Den Haag. Uiteindelijk is het ook de bedoeling dat de kassen in het Westland hierop worden aangesloten. WarmtelinQ is de eerste fase van een regionaal warmtenet door de provincie en voorziet in de levering aan omgerekend 130.000 huishoudens. Het totaal beschikbare warmteaanbod uit de haven komt volgens de laatste inzichten op 23 PJ in 2030. Daarvan komt 11,9 petajoule warmte uit de waterstoffabrieken en 12,1 petajoule uit de chemiesector. In 2050 is het warmteaanbod opgelopen tot 45 PJ. Omgerekend naar alleen huishoudens biedt de haven daarmee in 2030 warmte voor circa 500.000 huishoudens. In 2050 is het aanbod voldoende voor zo’n 1 miljoen huishoudens. Met collectieve warmte als vervanger van cv’s op aardgas kan een volgroeid warmtenet in Zuid-Holland op jaarbasis 2 tot 3 miljoen ton CO2 reduceren.

Tijd om die elektrolyzers te bouwen

Het lijkt of het Afkenel Schipstra niet uitmaakt voor welk bedrijf ze de boodschap verkondigt. Ze blijft een ambassadeur voor waterstof als belangrijke pion in het schaakspel van de energietransitie. ‘En nee, het is geen ei van Columbus, maar hernieuwbare waterstof is wel een onmisbare schakel in de energietransitie.’ Sinds kort verkondigt ze de boodschap voor Engie. Haar titel maakt haar rol direct duidelijk: senior vice president Business Development Hydrogen Netherlands.

David van Baarle

Schipstra maakte bewust de overstap naar Engie, een volgens haar sterk internationaal bedrijf met grote ambities in de energietransitie. De nieuwe CEO Catherine MacGregor, die begin dit jaar is aangesteld, heeft de opdracht meegekregen het domein van duurzame energie te vergroten. Een opdracht die Schipstra als muziek in de oren klinkt en die past bij een bedrijf dat zo geworteld is in de energiewereld. ‘Engie is wereldwijd actief in zowel de opwekking als transport en opslag van energie’, zegt Schipstra. ‘Een deel van het bedrijf is in handen van de Franse staat, terwijl Engie ook particuliere aandeelhouders heeft. Door deze mix van publieke en private fi nanciering krijgt de directie meer ruimte om strategische investeringen te doen.’

Drie waterstofl ocaties

De internationale status wordt wel duidelijk uit het strategisch plan voor waterstof dat Engie in 2017 uitrolde. De eerste plannen voor groene waterstofprojecten concentreerden zich op drie landen: Chili, Australië en Nederland. Vooral dat laatste feit was natuurlijk een trigger om aan te sluiten. ‘De keuzes zijn goed te verklaren’, zegt Schipstra. ‘Chili zit nu eenmaal op een gunstige breedtegraad voor zonne-energie. Tegelijkertijd gebruikt de mijnbouw in het land veel fossiele brandstoff en voor dieselgeneratoren en zware trucks. De grondstoff en die men delft zijn weer waardevol voor de productie van batterijen. En die zijn hard nodig in de energietransitie. Als je hier groene waterstof kunt produceren, kunnen dieselgeneratoren plaatsmaken voor waterstofvarianten en kunnen trucks op waterstof of wellicht ammoniak rijden.’ Australië ligt ongeveer op dezelfde breedtegraad als Chili en samen met ammoniakproducent Yara start Engie met een tien megawatt waterstoff abriek. Daarna zou de fabriek in stappen opscha-

Afkenel Schipstra, Engie: ‘Als we mensen nu al niet meekrijgen, kunnen we nog een zware dobber verwachten in de toekomst.’

‘Als je hier groene waterstof kunt produceren, kunnen dieselgeneratoren plaatsmaken voor waterstofvarianten.’

Schipstra: ‘Ik denk dat Nederland meer over de grenzen naar samenwerking moet zoeken.’

len naar vijfhonderd megawatt productiecapaciteit. ‘De fabriek is goed voor ongeveer vijf procent van de mondiale ammoniakproductie, dus vergroening kan een behoorlijke impact hebben op de wereldwijde CO2-emissies.’ Dat Nederland, en dan specifieker Groningen, als derde locatie is aangewezen, verbaast Schipstra niet. ‘De geografische positie van de Groningse Eemshaven is zeer gunstig. De verbindingen van de Cobra-kabel naar Denemarken en de NorNed-kabel naar Noorwegen komen vlak bij de Engie-centrale aan land. Daar komt het recente nieuws bij dat de stroom van het nieuwe windpark dat naast het huidige Gemini-windpark komt te liggen, ook in de Eemshaven zal aanlanden. Aan de productiekant zit het dus goed en met chemiepark Delfzijl vijftien kilometer verderop, zal ook de afname van groen waterstof geen probleem zijn. Overigens moet Gasunie dan nog wel een leiding aanleggen, maar zowel Gasunie als Groningen Seaports zijn zeer welwillend in het ondersteunen van dit soort duurzame investeringen. Ook een groot pluspunt is de aanwezigheid van opslagcapaciteit in de zoutcavernes in Zuidwending. Overigens bieden de gasleidingen zelf ook nog een behoorlijke buffer. De zogenaamde linepack flexibiliteit vangt al een groot deel van de onbalans tussen productie en gebruik op.’

‘We hebben lang gepraat over waterstof als transitiebrandstof, nu is het tijd om echt te gaan bouwen.’

AFKENEL SCHIPSTRA SENIOR VICE PRESIDENT BUSINESS DEVELOPMENT HYDROGEN NETHERLANDS ENGIE

Investeringen

Het beste nieuws is misschien wel dat Engie daadwerkelijk van plan is de elektrolyzer te bouwen. Of het door gaat, is met name afhankelijk van de financiële ondersteuning. Hoewel in Zuidwending wel al een elektrolyzer met een capaciteit van één megawatt staat, zet de honderd megawatt installatie meer zoden aan de dijk. ‘We hebben lang gepraat over waterstof als transitiebrandstof, nu is het tijd om echt te gaan bouwen. De specialisten zijn op dit moment de functionele specificaties aan het uitwerken zodat we in de zomer de tender kunnen uitschrijven. Dat betekent dat je in 2022 kunt gaan bouwen zodat in 2024 de eerste waterstof kan worden geleverd. Honderd megawatt is al een behoorlijke schaalvergroting. Zo’n installatie produceert dagelijks 1700 kilogram waterstof.’ Even om een beeld te krijgen: op één kilogram waterstof kan een gemiddelde auto honderd kilometer rijden. Schipstra: ‘Maar laat ik wel duidelijk zijn: die honderd megawatt is nog maar het begin van wat nodig is om klimaatneutrale energie en een circulaire industrie mogelijk te maken. Die eerste kilo’s waterstof kunnen we gebruiken om een deel van de grijze industriële waterstof te vervangen voor een groene variant. Om echt stappen te maken, moeten we als maatschappij wel een aantal knopen doorhakken. De zogenaamde levelized cost of hydrogen (LCOH, red.) waarmee energiebedrijven rekenen, is mede

afhankelijk van het aantal draaiuren van de assets. Als je een elektrolyzer alleen mag opereren op het aantal draaiuren van een offshore windpark, wordt de businesscase een stuk magerder. Het liefste zouden we ze op baseload willen laten draaien. Dat is met intermitterende bronnen lastig. Een oplossing daarvoor is om garanties van oorsprong te kopen om de elektrolyzers van groene stroom te voorzien, maar dat ligt politiek gevoelig. Natuurlijk moet het aandeel offshore wind en zonnestroom omhoog, maar we moeten tegelijkertijd een gezond waterstofsysteem opbouwen. Politieke keuzes zijn belangrijk hierin. Dat kan via subsidies, maar ook door wet- en regelgeving meer te laten aansluiten op de fase in de energietransitie waarin we nu zitten.’ Vergeet ook niet dat de Nederlandse industrie momenteel al tien miljard kuub grijze waterstof gebruikt. Om alleen al dat gebruik te vergroenen, zijn installaties in de orde van gigawatts nodig. Schipstra: ‘En dan gebruiken bedrijven ook nog fossiele brandstoffen voor hogetemperatuurwarmte. Om de emissie van deze industriële gebruikers terug te dringen zijn grote sprongen nodig. De grijze waterstof kost echter één euro per kuub terwijl groene waterstof nu nog in de range van vijf tot zes euro per kuub zit. Een deel van het prijsverschil kan je overbruggen door innovatie en schaalgrootte. Voordat die effecten echter merkbaar worden, zou je wel al investeringen moeten doen in productie, transport en opslag.’

Samenwerking

Er zijn meer bedrijven in de Eemshaven met plannen voor elektrolyzers. RWE, Shell, Equinor, Vattenfall, Gasunie en Nobian ontvouwden ook ambities op dit vlak. Schipstra schuwt op dit vlak niet de samenwerking. ‘Sterker nog: ik denk dat ook Nederland meer over de grenzen naar samenwerking moet zoeken. De opgave is te groot om in silo’s te blijven denken. RWE is dan wel een concurrent, maar loopt tegelijkertijd tegen dezelfde beperkingen op als wij. Als we gezamenlijk de politiek kunnen betrekken bij onze ambities, helpt ons dat beiden. Pas bij een kritische massa ontstaat marktwerking. Dus kunnen we beter samenwerken om die kritische massa te bereiken.’ Schipstra kijkt dan ook al naar nieuwe kansen voor de Eemshaven energiehub. ‘Het mooie van waterstof is dat we het gemakkelijk door het bestaande gasnet kunnen transporteren. Niet geheel toevallig is met name de noord-zuid verbinding van Gasunie zeer ruim bemeten. De chemische industrie in Zuid-Limburg zit te ver van de kust om direct gebruik te kunnen maken van elektriciteit van offshore windparken. Je kunt dure kabels trekken of de bestaande gastransportsystemen gebruiken. Dan moeten die verbindingen nog wel worden aangepast, maar dat is stukken goedkoper en eenvoudiger dan kabels aanleggen.’

Schipstra kijkt naar nieuwe kansen voor de Eemshaven energiehub.

Demystificatie

En als Zuid-Limburg haalbaar is, waarom dan ook niet het Duitse Ruhrgebied? ‘De kansen zijn groot’, zegt Schipstra, ‘maar de Nederlandse overheid moet zich wel realiseren dat we niet alleen staan in de ambities. De Duitse en Franse overheid hebben net zulke ambitieuze plannen met waterstof en ondersteunen de energiebedrijven en industrie met harmonisering van regelgeving en subsidies. De Nederlandse minister van Economische Zaken en Klimaat heeft een prachtig visiedocument gemaakt waarin hij een grote rol ziet voor groene en blauwe waterstof. Het ministerie moet daar nu ondersteunend beleid aan koppelen zodat het voor bedrijven net zo aantrekkelijk wordt om in Nederland te investeren als in Duitsland of Frankrijk.’ Uiteindelijk kiest het Nederlandse volk zijn vertegenwoordiging, en daar lijkt de schoen met name te wringen. Schipstra: ‘De Nederlanders lijken wat ambivalent te staan tegenover de energietransitie. De ene helft denkt dat we het met kernenergie of zelfs thoriumcentrales redden en ziet niets in windturbines of zonneparken. De ander denkt juist dat we met duurzame energie alles kunnen afdekken. Ik wil mezelf graag inzetten voor demystificatie van de energietransitie. Mensen die met de energietransitie te maken krijgen doordat ze grote zonneparken of een windturbine voor hun deur krijgen, zien alleen de nadelen ervan. We zullen als branche meer het eerlijke verhaal moeten vertellen van het energiesysteem. Hoe het nu werkt en hoe we het straks zouden willen zien. Als we mensen nu al niet meekrijgen, kunnen we nog een zware dobber verwachten in de toekomst. Het toekomstbeeld mét duurzame energie is een stuk aantrekkelijker. Maar mensen moeten wel het gevoel krijgen dat ze daar zelf aan meewerken.’

Onderhoud en bescherming van opslagtanks in agressieve omgevingen

Betonnen structuren, zoals opslagtanks voor afvalwater, worden vaak blootgesteld aan agressieve invloeden. Biogene zuren tasten het beton aan, scheuren ontstaan, zuren dringen verder door, het beton brokkelt af en de structuur wordt onbruikbaar. De nieuwe coating MasterSeal 7000-CR gebaseerd op de nieuwe technologie Xolutec™ biedt een weerstand tegen extreme chemische invloeden met de juiste elasticiteit om barsten in het beton van deze tanks doeltreffend te overbruggen. De levensduur van het beton wordt verlengd en het onderhoud vermindert aanzienlijk.

Voor meer informatie bezoek onze website of contacteer ons.

www.master-builders-solutions.nl

mbs-cc-be@mbcc-group.com Tel. +32 11 34 04 31