4 minute read

Breda: stad van (gezondheids)zorg en onderwijs

Religieuzen in Breda

Eeuwenlang zijn de zorg en de gezondheidszorg, maar ook het onderwijs in Breda in religieuze handen geweest. Dit heeft geleid tot prachtige gebouwen, die later vaak tot gemeente- of rijksmonument zijn verklaard. De religieuze inbreng is niet persé vanuit een christelijke achtergrond. Na de Tweede Wereldoorlog brachten buitenlandse arbeiders hun godsdienst mee en werden er moskeeën gebouwd. De geloofsbeleving in Nederland nam sterk af, wat gevolgen had voor kloosters en kerken. Leegstand, afbraak of veranderd gebruik zijn daar een voorbeeld van.

Advertisement

De zielzorgers en priesters

De mensen buiten de stadsmuren werden bijgestaan door zielzorgers en priesters van drie hulpkerken. In 1294 bestond in de Boschstraat de Gasthuiskapel. Die behoorde tot het gasthuiscomplex.

De Markendaalse Kerk (Prinsenkade) was ook een hulpkerk, gebouwd vóór

1344. Na 1419 kwam er een kerkhof. In 1843 verkocht de Nederlands-hervormde gemeente de kerk voor afbraak. Omstreeks 1436 kwam de derde en oudste Sint-Joostkapel in de Ginnekenstraat. Gasthuis- en St. Joostkapel lagen buiten de oude stad, maar binnen het gebied der Heren van Breda. Het gezag hadden de magistraat en het collegiaal kapittel van Onze Lieve Vrouw van Breda. Sint Joost was de patroonheilige van pestlijders. Daarom lag de kapel buiten de stadsmuren.

Detail gebrandschilderd raam in Sint Joostkapel: Poolse bevrijding.

Congregatie Zusters

Franciscanessen

‘Alles voor Allen’

In 1826 wordt de congregatie Zusters Franciscanessen ‘Alles voor Allen’ gesticht in Breda. Zij hadden verplegend personeel nodig. Ze haalden drie vrouwen uit Leuven naar Breda. Bij de stichting was de (financiële) steun onontbeerlijk van Ludovicus IngenHousz (1778-1861), advocaat en stichter van het RK Gasthuis. De drie vrouwen waren Barbara

Saelmaeckers (moeder Maria Theresia), haar zus Anna Maria Saelmaeckers en Catharina Corbusie (zr. Constantia). De al in het Gasthuis aanwezige Catharina Brouwers voegde zich bij hen.

Naast de (gezondheids)zorg werkten de zusters ook in het onderwijs, vooral de middelbare scholen voor meisjes, waar het huishoudelijk werk voorop stond.

De broeders van Huijbergen De Congregatie der Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis uit Huijbergen werd gesticht op 25 september 1854 door Mgr. Joannes van Hooijdonk (1782-1868), bisschop van Breda. Het moederhuis stond in Huijbergen in het overgebleven Wilhelmietenklooster.

In 1890 komen de broeders in Breda. Ze stichtten een weeshuis, een voogdijhuis en diverse basisscholen verspreid over de stad. Ze woonden op meerdere plaatsen in Breda: Karrestraat, Dieststraat en Dr. Jan IngenHouszplein (Kweekschool).

Rond 1950 kwamen daar ook het Sint Jansklooster en de Sint Jansschool (speciaal onderwijs) bij. Ook een tweetal middelbare scholen ( Lambertus en Sylvester). Deze zijn opgegaan in scholengemeenschap

Markenhage. De kweekschool (PABO) werd Hogeschool

Avans. Langzaam maar zeker verdwenen de broeders uit het sociale leven en uit het onderwijs.

Kloosters

Op 14 maart 1853 werd Breda de zetel van een bisdom met Joannes van Hooydonk als eerste bisschop. Dat feit stimuleerde de bouw van kerken, kloosters en instellingen. Het profiel van Breda werd toen bepaald door talrijke kerktorens.

Tien vrouwen- en vijf mannencongregaties zijn er sinds de negentiende eeuw gevestigd in Breda. Samen hadden zij 30 kloosters, waar vaak ook een kapel werd aangebouwd. De secularisatie zorgt dat kerken en kloosters tegenwoordig voor allerlei andere zaken dienen, zoals woningen, restaurants, hotels, opslagruimtes. De hoofdkerk van bisdom Breda is de SintAntoniuskathedraal. De huidige bisschop is Jan Liesen.

Kloosters voor de zorg

Het klooster, gast- en moederhuis aan de Haagdijk (Franciscanessen) werd in 1894 ingezegend als Sint Elisabeth-gasthuis voor 100 tot 120 patiënten. In 1899 kwam een geheel nieuwe behuizing. Nu valt het onder woonzorgcentrum Surplus.

Het voormalige Sint Ignatiusziekenhuis annex klooster werd voor de Franciscanessen in 1922-1923 gebouwd. In de jaren negentig werd het een ROCopleiding, het Florijn College. Nu behoort het tot het Curio-college.

Het Sint-Annagesticht ( Princenhage 1908 Franciscanessen) was bestemd voor voogdijkinderen. In de oorlog werd het zwaar beschadigd door een V1 bom. Na

1945 verzorgde men er psychogeriatrische patiënten. Daarna begon een lange periode van renovaties, nieuwbouw en naamsveranderingen (o.a. Huize Lucia). Vanaf 2008 is het genaamd WesterwieckNoord.

De Norbertinessen bouwden rond 1295 het klooster Sint Catharinadal op het huidige Kloosterplein. De kloosterkerk is van 1502. In 1647 verhuisden ze naar Oosterhout naar het slotje de Blauwe Kamer. In 1814 werd het een kazerne (kloosterkazerne). In 1992 is de kazerne opgeheven. De oude kloosterkerk is nu onderdeel van het Holland Casino.

De Poolse Mariakapel is een geschenk van Breda aan de Poolse gemeenschap als dank voor de bevrijding.

Kapellen

Een kapel is meestal een klein bedehuis. Veel veldkapellen zijn gebouwd op plaatsen waar een wonder zou zijn gebeurd. Vaak is een kapel een herdenkingskapel (oorlog). Breda heeft een aantal van deze kapellen.

Nog meer zorg in Breda

Naast het Katholieke St. Ignatius kende Breda meerdere ziekenhuizen. Ginneken had het St. Laurensgesticht. Aan de Galderseweg vond je het medisch Centrum De Klokkenberg (long-patiënten en later hartkliniek). Aan de Langendijk stond het Protestantse Diaconessenziekenhuis, aan de Valkenierslaan Moederheil (kraamkliek). Jarenlang kwamen er fusies met nieuwe namen (bijvoorbeeld De Baronie). Daarna afbraak en ander gebruik. Uiteindelijk komt de grote fusie, het huidige Amphiaziekenhuis.

Eén persoon moeten we nog noemen: de Bredase dokter Jan IngenHousz (1730-1799). Als arts en natuuronderzoeker (fysioloog en plantkundige) bekend geworden vanwege de inenting tegen pokken en onderzoek naar fotosynthese. Tijdens de pokkenepidemie in Engeland (1765) entte IngenHousz patiënten (zoals de familie van koning George III) preventief in met pus van pokken. Daarna entte hij de kinderen van keizerin Maria Theresia in Wenen in. Hij werd haar lijfarts.

Basisonderwijs

Breda is een kinderrijke stad met tientallen basisscholen. Ouders hebben veel keuze voor hun kroost: er is openbaar- , katholiek-, protestant-, islamitisch en nutsonderwijs.

Daarnaast kunnen ouders kiezen voor Montessori onderwijs, of onderwijs volgens de principes van Rudolf Steiner. Basisonderwijs en kinderopvang werken nauw samen in Integrale Kindcentra. In 1985 fuseerden kleuterschool en lagere school tot basisschool.

Middelbaar- en beroepsonderwijs

Thorbecke (1863) voerde de wettelijke verplichting in een openbare Hogere Burger School te stichten. Op het Kasteelplein kwam de eerste Gemeentelijke HBS (1867), nu het Koningin Wilhelmina Paviljoen. Later werd deze HBS de scholengemeenschap Graaf Engelbrecht in de Haagse Beemden. Van oudsher had Breda lager technisch onderwijs voor jongens en voor meisjes het huishoudonderwijs.

Het Mencia de Mendoza Lyceum, was een belangrijke stap voor meisjes die “verder wilden leren”.

Dit als tegenhanger van het OLV Lyceum dat aanvankelijk voor jongens bestemd was. Eind jaren 50 kwam het Newmancollege in de Hoge Vught. Huidige scholengemeenschappen zijn van diverse godsdienstige of neutrale signatuur, of gebaseerd op onderwijskundige principes zoals de Vrije School.

Middelbaar en hoger beroepsonderwijs zijn goed vertegenwoordigd in Breda. Een bekende school is de Rooi Pannen, waar onder andere Horecaopleidingen verzorgd worden.

Breda is een typische HBO stad: voorbeelden zijn BUAS (Breda University of Applied Sciences), Avans en de NLDA (Nederlandse Defensie Academie). De laatste heeft officieel een universitaire status. In Breda studeren ongeveer 15.000 studenten.

Willemstraat, nieuw ingericht, gezien vanaf het parkeerdek op het station.