faro | tijdschrift over cultureel erfgoed, 7(2014)2

Page 43

Focus striperfgoed | Restauratie

Tussen kunst, cultus en ambacht De restauratie van een klassieker “De strip is een artistiek medium!” Deze uitspraak, die vandaag de dag vanzelfsprekend is, was een halve eeuw geleden nog provocerend. Het stripverhaal maakt nu gewoon deel uit van de literatuur, de auteur en de tekenaar hebben hetzelfde statuut. Deze kentering in het denken in termen van ambacht naar kunst heeft van de uitgevers van strips echter geen uitgevers van kunstboeken gemaakt. We illustreren dit aan de hand van een voorbeeld: De fantastische avonturen van Corentin Feldoé van Paul Cuvelier. tekst Philippe Capart

Een bliksemsnelle start In 1946 publiceert Paul Cuvelier op 22-jarige leeftijd zijn vervolgverhaal in het eerste nummer van het weekblad Kuifje, dat toen door Uitgeverij Le Lombard werd uitgegeven. Hij wordt aangemoedigd door de oudere generatie, Hergé en Jacobs, die in hun stripverhalen een grote ambitie leggen. Paul Cuvelier maakt van zijn stripvakjes gewassen tekeningen, die worden omgeven door de zwart/wit-pagina’s van het weekblad. Zijn anatomische kennis en zijn zin voor empathie en kinesthesie geven zijn tekeningen een ongewone emotionele kracht. De eerste maanden waarin Kuifje verschijnt, onder leiding van kunstenaar en kunstcriticus Jacques Van Melkebeke, is het magazine van een uitzonderlijke kwaliteit. In het Franstalig landsgedeelte hebben deze vier mannen de ontspanningsmedia voor ‘imbecielen’ veranderd in een volwassen expressiemiddel.

Een eerste worp De platen werden door de firma Constant Van Cortenbergh, die gespecialiseerd was in luxueus drukwerk, gedrukt met het heliogravureprocedé, een fotomechanische diep■■ Prinses die in de armen van Corentin flauwgevallen is terwijl hij naar Beëlzebub roept. Uit het album Les Aventures Extraordinaires de Corentin Feldoé van Paul Cuvelier. © Familie Cuvelier / Ed.La Crypte Tonique 2014

drukmethode. De machines van de firma Van Cortenbergh bevonden zich op een boogscheut van de redactie in de Lombardstraat, wat de contacten tussen de redactie en de drukkerij vergemakkelijkte. Tussen de plaat en het gedrukte weekblad waren talrijke specialisten in de weer: de maquettemaker, de letteraar of typograaf, de kleurenretoucheur, de clichémaker, de retoucheur en ten slotte de drukker. De kwaliteit van de reproductie was uitstekend, rekening houdend met de beschikbare middelen. Hergé stelde, net zoals Jacobs, heel wat eisen aan het weekblad. In 1950 lanceert Uitgeverij Le Lombard, tot dan toe een mediabedrijf, haar eerste twee albums: De fantastische avonturen van Corentin Feldoé van Paul Cuvelier en Het geheim van de zwaardvis van Edgar P. Jacobs.

Een traag verval Eens het mooie drukwerk tot de verleden tijd behoort, vermindert Uitgeverij Le Lombard, op dat moment in volle commerciële expansie, de kwaliteit van haar drukwerk en homogeniseert ze haar productie naar het evenbeeld van haar collectie ‘Jong Europa’. Hergé trekt zich terug uit het weekblad en de artistieke directie bekommert zich enkel om kwantiteit en rendabiliteit. Sinds de jaren 1960 ondergaat het eerste verhaal van Paul Cuvelier, De fantastische avonturen van Corentin Feldoé inkleuring na inkleuring, slechte druk na slechte druk, vernedering na vernedering. Ondanks enorme technische vernieuwingen evenaarde geen enkele faro | tijdschrift over cultureel erfgoed | 7 (2014) 2

41


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.