5 minute read

Materiaalinnovators Pierre Oskam

ECHT ECOLOGISCH DENKEN IS ONTVANKELIJK ZIJN VOOR DE OMGEVING EN VANUIT VEEL PERSPECTIEVEN KIJKEN. DOOR MEER INTEGRATIE VAN NATUURLIJKE PROCESSEN IN ONZE ONTWERPMETHODEN, ONTWERPEN WE MET RUIMTE VOOR HET ONVERWACHTE

Zoo Reef lijkt op een draakachtige ecokathedraal en bedoeld om stedelijke gebieden te vergroenen.

MATERIAALINNOVATOR

SPONTANE WILDERNIS IN VERSTEENDE STEDEN

VEEL ONTWERPERS ZIJN UITERST CREATIEF ALS HET GAAT OVER MATERIAALINNOVATIES OF HET OP EEN NIEUWE MANIER GEBRUIKEN VAN BESTAANDE MATERIALEN. ZO IS MYCELIUM EEN PERFECT ISOLEREND BOUWMATERIAAL, WORDEN UIT PFASVERVUILDE GROND SCHONE BAKSTENEN GEMAAKT EN CREËREN LANDSCHAPSONTWERPER EN ONDERZOEKER PIERRE OSKAM EN ARCHITECT EN COMPUTATIONAL DESIGNER EN ONDERZOEKER MAX LATOUR 3D-GEPRINTE ‘URBAN REEFS’ OP BASIS VAN KLEI, MYCELIUM, KOFFIE EN ZADEN.

TEKST VIVEKA VAN DE VLIET

Max Latour en Pierre Oskam van Urban Reefs

Hun ambitie: een bio-inclusieve stad. Daarvoor startten Pierre Oskam en Max Latour de startup Urban Reef. Ze betrokken een nieuwe werkplek op het RDM-terrein in Rotterdam, waar ze onderdeel zijn van het Innovation Dock. Hier hebben ze een kavel van 40 m2 waar ze experimenteren met biomaterialen en ecosystemen.

Maar ook met de vorm van objecten die natuurlijke omstandigheden nabootsen en die als een habitat voor een verscheidenheid aan organismen dienen, zoals planten, insecten en dieren.

“Er is te weinig ruimte voor ‘spontane wildernis’ in de versteende steden”, meent Oskam. “Dat steden moeten vergroenen is tegenwoordig haast een hype, maar de manier waarop dat gebeurt is vaak top-down: mensen bepalen waar en hoe ze iets laten groeien. Ze halen een paar tegels uit de stoep en planten er een boom. Wij gaan een stap verder door condities te scheppen waarop de natuur zijn eigen gang kan gaan”, vult Latour aan.

Via interventies in de openbare ruimte met ‘stedelijk meubilair’ voor mens en natuur, geven de twee architecten ecologische processen de ruimte om te groeien. Ze stimuleren biodiversiteit, zorgen voor oplossingen voor klimaatadaptatie en mogelijk voor een paradigmaverschuiving van onze relatie met de natuur in de stad door meer begrip en acceptatie hiervoor te creëren.

NIEUWE WILDERNIS

De eerste ideeën ontstonden toen Pierre Oskam na zijn opleiding tot landschapsarchitect aan de TU Delft gefascineerd raakte door verlaten overwoekerde fabrieksterreinen overal in Europa. De bevindingen van zijn verkennend onderzoek verwerkte hij in zijn PhD Design & Ecosophy. Wat als hij zulke plekken spontaan kan laten ontstaan binnen versteende steden, werd vervolgens de vraag die hij binnen zijn Rotterdamse praktijk probeert te beantwoorden. Daarvoor startte hij vorig jaar de samenwerking met architect, onderzoeker en computational designer Max Latour. Binnen het Robotic Building Lab van de architectuurfaculteit van de TU Delft gaat Latour samen met studenten architectuuropgaves aan met gebruik van algoritmes. “We begrijpen elkaar als onderzoekers (Oskam is docent en onderzoeker bij Landschapsarchitectuur aan de TU Delft) en vullen elkaar goed aan. Dat landschapsarchitecten met technologie ontwerpen, is een combinatie van expertises die je vrij weinig ziet”, weten ze. “Wij streven ernaar om de juiste condities te scheppen waarop mensen, robots en ecologie als een soort ecosysteem kunnen samenwerken aan de nieuwe wildernis.” Met de subsidie van het Stimuleringsfonds kunnen ze experimenteren met biomaterialen met als doel een materiaal te ontwikkelen dat poreus, duurzaam en bio-receptief is. “Het is net als koken. Het kost tijd om met de juiste ingrediënten en recepturen, na veel mislukkingen, gebalanceerde gerechten te maken”, zeggen ze. Na keramische objecten te hebben ontwikkeld, zochten ze naar een duurzamer alternatief. Dat werd met de hand geknede klei gemixt met koffie, mycelium en zaden. Daarmee zijn allerlei sterktes, diktes en structuren geprint. Vervolgens zochten ze naar objectvormen die de groei van mycelium of planten het beste kunnen ondersteunen. “Het 3D-printen bleek na de eerste experimenten het meest geschikt, omdat je vormen kunt creëren die niet met een mal

gemaakt kunnen worden of met de hand getekend”, weet Latour. “Met gebruik van algoritmes kun je complexe computer-gegenereerde objecten printen van een veelheid aan materialen. Daarbij vinden wij het belangrijk dat functionaliteit en esthetiek in onze designs samengaan.”

3D-GEPRINTE ECOKATHEDRAAL

Vooralsnog zijn twee van die objecten gerealiseerd die voor nieuw leven tussen het steen moeten zorgen. Zoo Reef lijkt op een draakachtige ecokathedraal en is in eerste instantie bedoeld om stedelijke gebieden te vergroenen. Als een architect die een gebouw ontwerpt voor een inclusieve bewonersgroep, zo bedachten Oskam en Latour deze esthetische 3D-geprinte sculpturen met een labyrint aan diverse ruimtes. Door ook te differentiëren in de oriëntatie ten opzichte van zon, wind en regen, ontstaan verschillende microklimaten. “In plaats van top-down te bepalen welke organismen waar zouden moeten leven, bieden we een grote diversiteit aan ‘woningen’ aan”, zeggen de architecten. Rain Reef is een grillig gevormde, 3D-geprinte, regencollector die een regenpijp loskoppelt van het riool. De complexe geometrie en het poreuze materiaal zorgen ervoor dat er zoveel mogelijk water wordt opgenomen en dat de variëteit aan microklimaten het potentiële groeioppervlak voor vegetatie verhoogt. Het regenwater stimuleert biodiversiteit en creëert een buffer. Om dit te optimaliseren anticipeert de regencollector op de weersvoorspelling via ingebouwde sensoren. Urban Reef wil verder groeien. Tijdens Dutch Design Week 2021 maakte de startup hun werk inzichtelijk door objecten met klaverzaden te tonen die uitkiemden tot jonge plantjes. De presentatie leidde weer tot een filmpje van het World Economic Forum, een uitnodiging om te exposeren op de Floriade 2022 en tot een grote interesse van (landschaps-)architectenbureaus. Ook de gemeente Rotterdam denkt vanuit de actuele klimaatopgave actief mee door gezamenlijk te experimenteren in de buitenruimte. Ook ziet Urban Reef potentie in de samenwerking met bouwbedrijven om Urban Reef-gevelelementen te realiseren op gebouwen of deels onder water geplaatste damwanden in steden als Rotterdam. Met subsidie van Citylab010 kan Urban Reef verhuizen naar een twee keer zo groot kavel in de RDM Innovation Dock waar ze met de aanschaf van een kas en een klimaatkamer diverse ecosystemen kunnen nabootsen. Ook willen ze meer onderzoek doen naar andere reststromen als algen en bagger en naar de mogelijkheid om sensoren in objecten te plaatsen waardoor ze verschillende microklimaten kunnen monitoren. n

Tijdens Dutch Design Week 2021 maakte de startup hun werk inzichtelijk door objecten met klaverzaden te tonen die uitkiemden tot jonge plantjes.

Onder: Urban reefs brengen ‘spontane wildernis’ in de versteende steden.