12 minute read

Meer dan terecht de "Tofste Pee"

Benny Goetschalckx

Ze pompen bloed door onze dorpsaders, zuurstof door onze buurt en laten het verenigingsleven bloeien: het zijn de vleesgeworden defibrillators. Zonder hen zou de wereld er maar grauw uitzien. Ze staan altijd paraat maar werken vaak in stilte achter de schermen, de Benny’s van deze wereld. Het was dan ook heel terecht dat Benny Goetschalckx enkele jaren terug de eerste trofee “tofste pee van Wortel” in ontvangst mocht nemen voor zijn vele verdiensten voor het verenigingsleven van Wortel.

Zoals vaak spelen ook hier de genen een belangrijke rol, want vader Marcel Goetschalckx heeft zich ook altijd ingezet voor tal van verenigingen, zoals meer recent Ziekenzorg, maar al jarenlang voor de Landelijke gilde en vooral van in zijn jonge jaren voor de LRV paardensport (de Landelijke Rijverenigingen), waar ook Benny tot voor enkele jaren zeer actief in was.

Benny, geboren in 1964, groeide samen met zijn zus Rit en zijn broers Koen en Steven op in Wortel-kolonie, waar zijn vader werkte. Later verhuist het gezin eerst naar Worteldorp en vervolgens naar de Grote Plaats. Een groot stuk van zijn jeugd brengt Benny er door tussen de pony’s en de paardensport.

“Telkens als ik van vakantie terugkom en ik passeer het bordje ‘Wortel’, dan valt er rust over mij.”

“Telkens als ik van vakantie terugkom en ik passeer het bordje ‘Wortel’, dan valt er rust over mij.”

Tussen potten en pannen…

Van opleiding is Benny kok. Omdat de hotelschool in Hoogstraten in die tijd nog niet gemengd is, moet hij daarvoor eerst naar Geel, waar hij als vooropleiding een oriëntatiejaar volgt, en later naar het KTA in Turnhout. En, zoals dat toen nog verplicht was, moet ook Benny daarna naar „den troep”. Toen hij daar dan als echte man afzwaaide was er niet direct werk en kiest hij ervoor om nog een jaar extra te studeren. Hij specialiseert zich in grootkeuken en kan daarna vrij snel en op verschillende plaatsen aan de slag gaan.

Zo roert hij in potten aan de grens in Meer, in CM-Hooydonck Zandhoven (toen nog vakantiecentrum voor bejaarden en gehandicapten, nu een revalidatiecentrum), in Deurne en in Malle in het provinciaal vormingscentrum.

Benny: “Omdat daar een kok wegviel moest ik opeens veel meer weekends werken en dat stak toch wel wat tegen op de duur. Voor de grap deed ik dan maar mee aan een examen voor de uitleendienst en ik kreeg de job”

In 2011 kreeg Benny van de dorpsraad de eerste trofee van Tofste Pee, een trofee die slechts tweemaal werd toegekend. De dorpsraad loofde Benny als duivel-doet-al in verschillende verenigingen, die ook altijd klaar staat om hand en spandiensten te verlenen. Op de foto links Benny Goetschalckx en verder Brigitta Wenndrickx, Jan Donkers en Luc Hendrinckx, toenmalig voorzitter van de dorpsraad.

In 2011 kreeg Benny van de dorpsraad de eerste trofee van Tofste Pee, een trofee die slechts tweemaal werd toegekend. De dorpsraad loofde Benny als duivel-doet-al in verschillende verenigingen, die ook altijd klaar staat om hand en spandiensten te verlenen. Op de foto links Benny Goetschalckx en verder Brigitta Wenndrickx, Jan Donkers en Luc Hendrinckx, toenmalig voorzitter van de dorpsraad.

…en geluidsinstallaties

Nochtans had Benny van geluid en licht niet veel kaas gegeten , maar na een grondige opleiding is hij er helemaal mee weg en werkt hij er intussen al zo’n 16 jaar. Het provinciaal vormingscentrum biedt verenigingen en scholen een goedkope service aan om hun activiteiten van geluid, licht en alles wat daarbij nodig is te voorzien. Deze uitleendienst wordt bemand door zes personen waarvan Benny ploegbaas is. Het behelst een zeer groot assorti- ment, gaande van DJ-sets, foto-en filmtoestellen, beamers, schermen, spots, mengpanelen, versterkers, micro’s, kabels, statieven enz, te veel om op te noemen.

Zijn team verzorgt zo’n 3000 klanten per jaar: “We maken de bestellingen klaar en volgen ze op, we testen ze vooraf én nadat ze teruggebracht zijn en herstellen ze indien dat nodig is”. Maar er gaan geruchten dat er op provinciaal niveau bezuinigd zou worden. Meer daarover, en over de werking van het provinciaal vormingscentrum, lees verderop in dit blad.

Provinciaal Vormingscentrum Uitleendienst

Zoals gezegd, Benny verhuisde van de keuken naar de uitleendienst van het provinciaal vormingscentrum in Malle. Voor kok spelen in een keuken, dat is gekende materie. Maar een uitleendienst, wat is dat, en wat doet men daar?

Door de sterke aanwas van de jeugdbewegingen eind de zestiger jaren groeide bij de provinciale jeugdraad het idee om deze bewegingen logistiek te helpen door de oprichting van een uitleendienst van didactisch materiaal. Een idee dat vorm kreeg toen de provincie in 1974 een subsidie van 500.000 BEF ter beschikking stelde om van start te gaan in de lokalen van het jeugdverblijf Drieboomkensberg in Westmalle. Van waaruit deze uitleendienst in 1977 verhuisde naar het kersverse provinciaal vormingscentrum Malle te Oostmalle. Waar aanvankelijk enkel materiaal werd uitgeleend aan jeugdbewegingen maar in 1984 het aanbod ook voor volwassenen beschikbaar werd gesteld.

Benny Goetschalckx doende met het gerieven van een klant in de uitleendienst van het provinciaal vormingscentrum Malle.

Benny Goetschalckx doende met het gerieven van een klant in de uitleendienst van het provinciaal vormingscentrum Malle.

Begin de negentiger jaren begonnen de bestaande lokalen uit hun voegen te barsten. Een nieuwbouw van zowat 400 m2 werd dan ook door toenmalig gouverneur Paulus in januari 1994 plechtig ingehuldigd. In deze ruimte zijn nu zowat 2.500 verschillende toestellen voor uitlening gestockeerd. Alles wat je nodig hebt voor een spetterend feestje, een tentoonstelling, een vergadering… Van geluidsinstallaties tot beamers, van spots tot videocamera’s, van decibelmeters tot toegankelijkheidsfaciliteiten… Surf naar vormingscentrum Malle/uitleendienst/ catalogus en vorm u een volledig beeld van de mogelijkheden, en van wat het u gaat kosten. Mogelijk wordt je dan de zoveelste in de rij na de 1697 uitleningen in het jaar 2015, toen quasi 28.500 units hun weg naar allerhande organisatoren hebben gevonden. Hetzij 33,98% naar jeugdverenigingen, 44,64% naar onderwijsinstellingen, 17,87% naar volwassenenorganisaties en 3,44% naar overheidsinitiatieven.

Mogen uitlenen: alle organisaties erkend door, of lid van de gemeentelijke, provinciale of Vlaamse Gemeenschapsraden van jeugd, sport of cultuur, de gesubsidieerde onderwijsinstellingen en de overheidsinstellingen. De organisaties dienen gevestigd te zijn in de provincie Antwerpen of er een activiteit van socioculturele of vormende aard organiseren. Aan initiatieven met een commerciële doelstelling wordt niet ontleend.

Als hoofdmagazijnier bijgestaan door 2 voltijdse assistenten en een halftijdse technicus manoeuvreert Benny Goetschalckx zich heelder dagen doorheen deze wereld van allerlei logistieke hulpmiddelen voor activiteiten die aan de gestelde voorwaarden voldoen. En zoals we hem kennen, ten allen tijde bereid om voor alles en nog wat een oplossing uit zijn brede mouw te schudden. (nad)

Plechtige communie te paard

Van jongs af aan al zit er galop in de benen. Ook in die van Benny. “Thuis was het al paard wat de klok sloeg en ook bij de KLJ was dat zo” zegt Benny . Van zijn twaalfde al reedt hij op pony’s. Het eerste pony-tornooi herinnert hij zich als was het gisteren. En zijn moeder zeker ook !: „Net op de dag van mijn plechtige communie neem ik in Meer, samen met Ludo Voet, deel aan die wedstrijd. Vader dacht dat dat wel te combineren viel; zo nog rap efkes gaan tornooien voor de mis. Voor de groepsdressuur met acht kreeg ik het geregeld dat we al in alle vroegte konden opdraven . Anders konden die andere zes niet deelnemen natuurlijk. Zo gezegd zo gedaan, maar het duurde allemaal wat langer dan voorzien waardoor we nog halsbrekende toeren hebben moeten uithalen om tijdig in de mis te geraken! Ik heb mijn moeder nooit zo zenuwachtig gezien”.

Thuis waren er altijd paarden en bij de KLJ werd er ook veel gedraafd. Later werd Benny er leider en zat hij ook een hele tijd in het bestuur van het gewest. Intussen heeft hij vele paarden „zadelmak” gemaakt, vaak samen met zijn vader.

“Vanaf hun vierde jaar worden paarden gericht opgeleid om ruiters op hun rug te verdragen en allerlei kunstjes uit te voeren”, zegt Benny “Ik heb wel zo’n twintigtal paarden opgeleerd denk ik, maar van het moment dat dat voorbij was, als ik ermee moest gaan springen en dressuur doen en zo was het voor mij gedaan. Dan werd het wat moeilijker, ook al door tijdsgebrek”

De verenigingen van Wortel weten Benny wonen als er pannenkoeken of ander lekkers moet gebakken worden. Van de KLJ kreeg hij zelf de titel KLJ-Topchef.

De verenigingen van Wortel weten Benny wonen als er pannenkoeken of ander lekkers moet gebakken worden. Van de KLJ kreeg hij zelf de titel KLJ-Topchef.

De KLJ was eigenlijk de brug naar alle verenigingen waar Benny later bij aansloot. “En tot vandaag weten ze me nog altijd te vinden als er pannenkoeken moeten gebakken worden en dat niet enkel bij de KLJ, maar zowat bij alle evenementen in Wortel. Men beslist eerst dat ik best weer kan komen bakken en daarna vraagt men het mij” lacht Benny, “Ik doe dat graag. Ik zit sinds kort wel niet meer in het KLJ bestuur, maar mijn hart is er nog wel”.

Willen is Kunnen

Voor de meeste jongeren en dus ook voor Benny waren de plezantste momenten met de jeugdbeweging de bonte avonden en het kampvuur met knotsgekke sketches .

“Ik deed daar altijd heel graag aan mee; eens lekker uit de bol gaan. Toen enkele jaren later, in 1987, Sus Snels acteurs zocht om mee te spelen in zijn toneelgezelschap ‘Willen is Kunnen’ moest ik niet lang nadenken. Intussen zijn er na Sus nog veel regisseurs gekomen en gegaan (Riet Siebelinck , Guy Claes , Rik Braspennings , Paul Vincks die ik nog kende van de KLJ en nu Patrick Verheyen). En ik heb ze allemaal overleefd want ik speel tot vandaag nog altijd mee . “Meestal baseren we ons bij de zoektocht naar een toneelstuk op het aantal spelers die willen meedoen. Zijn er dat tien dan zoeken we een stuk met tien acteurs. In andere toneelgezelschappen ligt dat anders. In ‘t Heidebloempje uit Meer bijvoorbeeld kiest men gewoon een stuk en kan men acteurs kiezen uit wel twee groepen”.

Sinds kort is er bij Willen is Kunnen een technische ploeg die de acteurs wat ontlast, maar het is ooit anders geweest. Vroeger werd er tijdens de repetities omzeggens 14 dagen gekampeerd in de zaal . Het was „aankomen van het werk, rap rap eten en dan naar de zaal alles opstellen, repeteren en achteraf natuurlijk nog een evaluatie-afsluitertje in De Guld”

Als we vragen aan welke voorstelling Benny de beste herinneringen heeft, moet hij niet lang nadenken en kiest hij voor de opvoering van dit jaar, namelijk “De Slappe Der Wet” „Dit jaar hebben we een filmpje gemaakt met bloopers van de repetities. Heel leuk! Ook het toneelstuk zelf begon met een filmpje opgenomen in Wortel. In de kolonie, waar een gevangene ontsnapt, die zich in het dorp eerst moed gaat indrinken in café „De Nieuwen Buiten” om vervolgens een grote slag te slaan door de bank leeg te plunderen. Maar als hij daarna in „De Guld” op zijn overwinning gaat klinken wordt hij door „commissaris” Wim Strijbos en de échte Wortelse flik Guy Aerts ingerekend”.

Het filmpje is te zien op de website van “Willen is Kunnen” en de bloopers zijn te zien op hun facebookpagina. Ook de facebookgroep ”Wortel” wordt verzorgd Benny.

Naar aanleiding van 25 jaar toneel Willen is Kunnen nieuwe stijl, bracht men in 2011 zo goed als alle acteurs en regisseurs die ooit aan toneelvoorstellingen meegewerkt hebben samen. Benny herkennen we uiterst links op de foto.

Naar aanleiding van 25 jaar toneel Willen is Kunnen nieuwe stijl, bracht men in 2011 zo goed als alle acteurs en regisseurs die ooit aan toneelvoorstellingen meegewerkt hebben samen. Benny herkennen we uiterst links op de foto.

„Bij het toneel doen wij alles zelf: we verzorgen de techniek, de decors, de opkuis en uiteraard het spelen. Het is telkens een groot succes want elk jaar is de Wortelse parochiezaal tot 6 keer toe uitverkocht” (en zes keer 150 personen dat is bijna de hele bevolking van Wortel )

Landlopers-jogging

Lang geleden, de eerste maal in 1988, organiseerde het Slot elk jaar in september de zogenaamde „Wortelfeesten” onder „de Boomkes”. Het was de bedoeling om, naast Wortelkermis een tweede feestmoment te organiseren in het dorp. Op vrijdagavond was er een avondmarkt en een jogging, op zaterdag een wedstrijd versierde kinderfietsen, een ruil- en rommelmarkt, een wedstrijd bierproeven en een tentoonstelling met schilderijen van Wortelse niet professionele schilders. De dapperste jongeren, waaronder Benny na een weddingschap, liepen zich onderwijl 3, 6 of 13 km in het zweet.

In 2001 loopt Benny, tijdens de Wortelfeesten, de zes kilometer mee. Het wordt de voorloper van nu zo succesvolle Landlopersjogging.

In 2001 loopt Benny, tijdens de Wortelfeesten, de zes kilometer mee. Het wordt de voorloper van nu zo succesvolle Landlopersjogging.

Toen de Wortelfeesten na enkele jaren verwaterden en uiteindelijk verdwenen miste men die gezelligheid en vooral het lopen. „Met zijn zessen bleven we samenkomen om te lopen en daarna in De Guld onze dorst te lessen, iets waar meestal meer tijd in kroop. Wat later zijn we aangesloten bij AVN (Atletiek Vereniging Noorderkempen), een bloeiende atletiekvereniging voor jongeren en volwassenen.

Zo’n 15 jaar geleden stak men die bezwete koppen terug bijeen en gaf men het startschot voor wat vandaag uitgegroeid is tot een druk bijgewoond evenement: de Landlopers-jogging die gelopen wordt op de laatste vrijdag van augustus en een organisatie is van KWB Wortel in samenwerking met de Hoogstraatse sportdienst. De loopwedstrijd maakt deel uit van de criteriums van “de Noordloper” en van CM-fit en er nemen telkens weer zo’n 400 lopers aan deel. Benny neemt de promotie en publiciteit, de techniek en het geluid voor zijn rekening en verder zal hij ook hier weer, net als op tal van andere plaatsen de duivel-doet-al zijn. De andere drijvende krachten achter de organisatie zijn nu Han Joosen, Johan Mostmans, Brigitta Wendrickx, Martijn Sommen, Wannes Gysen, Wim Strijbos, Wim Van Scharen en Dirk Fransen. Samen zorgen zij dat die dag alles in goede banen geleid wordt. De taakverdeling is prima geregeld De opbrengst gaat elk jaar naar een goed doel . „Lopen is echt wel in tegenwoordig”, zegt Benny, “en er zijn veel gelegenheden ook: Naast onze Landlopersjogging is er de Minderhoutse Kapellekesloop, de Hoogstraatse stratenloop enz.. Er wordt hier in ons grensgebied heel wat gejogd ”

Samen sterk

„Wortelse verenigingen steunen mekaar door dik en dun” zegt Benny. “Het is belangrijk dat we mekaar helpen. De fanfare komt bij ons tappen en wij gaan op onze beurt bij hen eens helpen… Dat schept een band en is volgens Benny wellicht ook de reden dat bijvoorbeeld de kermis hier zo goed en door bijna iedereen gevierd wordt .

Intussen heeft Benny de microbe al doorgegeven aan dochter Hanne, die nu 21 jaar wordt. Die wil ook overal, en dan vooral bij de KLJ, bij zijn en zegt Benny “net als ik geen nee kan zeggen”. Zoon 23-jarige zoon Sven is op zijn manier in de voetsporen van Benny getreden, niet als kok maar als garçon bij Hof Ter Smisse. Mama Magd Vermeiren, waarmee Benny in 1988 trouwde, is afkomstig van Loenhout. Ze leerden elkaar drie jaar eerder kennen op een bruiloftsfeest van een gezamenlijke KLJ kennis. Magd draagt de corso in haar ziel en troont Benny elk jaar opnieuw mee om er bloemekes te gaan steken. „Dat is echt ontspanning voor mij want daar heb ik niks aan mijne kop, ik voer uit wat me gevraagd wordt. Bij de jogging en toneel is dat anders; daar moet je zelf alles regelen en is de verantwoordelijkheid dus veel groter.” Op het Wortelse karnaval en de buurt-BBQ staat Benny ook steeds paraat, niet om te pintelieren maar – u raad het al - om te helpen.

De familie Goetschalckx v.l.n.r.: Gerda Aerts, Steve Goetschalckx, moeder Gerda Aerts, Koen Goetschalckx, vader Marcel Goetschalckx, Kristel Brokken, Rita Goetschalckx, Magda Vermeiren de vrouw van Benny, Luc Van Dun en Benny Goetschalckx zelf.

De familie Goetschalckx v.l.n.r.: Gerda Aerts, Steve Goetschalckx, moeder Gerda Aerts, Koen Goetschalckx, vader Marcel Goetschalckx, Kristel Brokken, Rita Goetschalckx, Magda Vermeiren de vrouw van Benny, Luc Van Dun en Benny Goetschalckx zelf.

Het blijkt dat verenigingen vandaag steeds meer moeite hebben om hun ledenaantal op peil te houden. Benny denkt dat het met een overaanbod te maken heeft: “Vroeger had je in elk dorp een fanfare en het voetbal en dat was het zo wat. Nu is er altijd en overal van alles te doen en zijn er ook veel verenigingen bijgekomen, je mag al blij zijn dat je eens een zaterdag thuis bent”

We voelen ons al schuldig dat we Benny voor dit interview uit zijn kot hebben gehaald. Sorry daarvoor Benny maar toch van harte bedankt voor de leuke babbel over het wel en wee met onze Tofste Pee van Wortel.

Die trofee, die nog maar tweemaal door de dorpsraad werd toegekend, kreeg Benny in 2011 als eerste. Meer dan terecht (ch)

De wereld van SJAH

© Karel Huet

© Karel Huet