36 minute read

De musical Gelmel

Er was eens: Gelmel, de musical

Wie er de voorbije weken nog niks over gehoord of gezien heeft, die heeft weinig volk gesproken of niet veel gelezen. Of nog niet moeten aanschuiven op de Vrijheid ter hoogte van het Begijnhof. Er is bier, een gigantische containeraffiche en een volledig uitverkochte ticketverkoop. Maar vooral: er is veel volk op de been om dit unieke spektakel eind november te presenteren. Vorige maand lieten we Jos Dom, de regisseur, al aan het woord. Nu stellen we u de Hoogstraatse mensen voor en achter de schermen voor: een inkijk in het wie en wat van Gelmel, de musical. Beginnen doen we met de bezielster van het hele project: Ann Leemans.

PRODUCTIE

Ann Leemans – Productieleiding

Ann Leemans

Ann Leemans

DHM: Dag Ann! Hoe staan de zaken er voor momenteel? “Leef” je nog?

Ann: Ja, hoor. Het is momenteel wel druk. Gelukkig heb ik niet veel slaap nodig (lacht). Of het nog leuk is? Ja natuurlijk! Vooral om de vooruitgang te zien bij de repetities, het kostuumatelier en het decor. Dat geeft vertrouwen. Er zijn nog wel wat zaken die hangende zijn, financieel en administratief. Nee, op voorhand had ik het nooit zo groot gezien. Eerst was de bedoeling om in mei te spelen. Goed dat we uiteindelijk meer tijd hebben gekregen om alles in elkaar te zetten. Maar ik heb wel het gevoel dat we altijd de controle hebben kunnen bewaren.

DHM: Hoe zit zo’n productie financieel in elkaar?

Ann: We hebben Kevin Houben, de componist, betaald voor zijn compositie. Waar ik dat geld vandaan haalde op dat moment? Wel, die afspraak is gemaakt op basis van goodwill. Ik heb gezegd: ‘Ge zult betaald worden!’. Naast de componist worden ook de regisseur, Jos Dom, de choreografe, Tina Van Roy, de kostuumontwerpster Elvira Van Bavinckhove en dirigent Hans vergoed. Omdat dit hun job is. De totale kost van de musical bedraagt 150 000 euro. Zo’n begroting opmaken is niet zo simpel, daar is al zoveel in geschoven. Er zijn meevallers geweest, tegenvallers. Omdat de kaartenverkoop mee is gevallen, kunnen we ons nu een extra act veroorloven in het slot van het stuk, een ‘finishing touch’. Maar dat wordt een verrassing.

DHM: Je hebt een grote groep mensen op de been gebracht. Vertel eens!

Ann: In totaal doet er toch zeker zo’n 450 man mee (het exacte cijfer vindt u in het kaderstukje, red.), een 250 tal mensen voor de schermen, orkest, koor, figuranten, dansers en hoofdcast. Achter de schermen, bij de kostuums, het decor en de logistieke ondersteuning, is dat nog eens een 200 mensen.

DHM: Wat verwacht je van het laatste weekeind van november/opvoeringsweekend?

Ann: Gewoon, heel veel traantjes. En het gevoel dat alle werk iets opgeleverd heeft. Over de voorstelling zelf hoop ik dat er tevredenheid heerst, dat we iedereen, zeker de toeschouwers, een aangename avond bezorgen. En dat we het ‘Hoogstraatse gevoel’, namelijk trots te zijn op Hoogstraten, een beetje hebben versterkt. Dat de Hoogstratenaar meer chauvinistisch is geworden na afloop. En dat men de legende van Gelmel leert kennen.

DHM: En wat nadien? Komt er nog een vervolg op dit verhaal?

Ann: De muziek met een beknopt scenario wordt uitgegeven door uitgeverij de Haske. Wat we met de decor en kostuums zullen doen weten we nog niet. Misschien kunnen die laatste verhuurd worden in de toekomst. Misschien komt er nog een Dvd-registratie, maar dat hangt af van de financiën. De opvoeringsperiode had, zeker met zo’n goeie ticketverkoop, verlengd kunnen worden. Wie weet doen we in de zomer een buitenvoorstelling, bij het Gelmelslot (glimlacht).(ms)

Veel + nog meer = heel veel:

De cijfers

215 acteurs, zangers, dansers en andere acts op het podium. - 52 muzikanten in de orkestbak. - 204 administratieve, ondersteunende, technische en logistieke medewerkers vooraf en tijdens de voorstellingen achter de schermen. - 407 unieke kostuums gemaakt door 38 vrijwillige naaisters. - 72 unieke decorstukken en rekwisieten gemaakt door 21 vrijwillige decorbouwers. - 97 repetitiedagen of -avonden voor de verschillende groepen, verspreid over de deelgemeenten. - 65 minuten nieuw gecomponeerde muziek. - 384 gesmeerde boterhammen, véél drinken per repetitiezondag (+/-). - gemiddeld 106 websitebezoekers per dag. - meer dan 3000 tickets verkocht (Topdag : 998 tickets).

Het productieteam dat Ann en Maarten ondersteunt: (vlnr) Maarten Leemans (secretaris, PR en techniek), Sara Van Opstal (voorbereiding koor), Ariane Van Hasselt (stemcoaching en artistiek advies), Peter Sabbe (stage manager), Mieke Brusselaers (assistente choreografie), Rein Vanneste (assistente regie), Mietje Hooyberghs (medewerker zaal), Yasmine Raes (PR + communicatie) en Ann Leemans (productieleiding). Niet op de foto maar wel in het team: Inge Leemans (penningmeester + verantwoordelijke medewerkers) en Erwin Van Reusel (medewerker techniek).

Het productieteam dat Ann en Maarten ondersteunt: (vlnr) Maarten Leemans (secretaris, PR en techniek), Sara Van Opstal (voorbereiding koor), Ariane Van Hasselt (stemcoaching en artistiek advies), Peter Sabbe (stage manager), Mieke Brusselaers (assistente choreografie), Rein Vanneste (assistente regie), Mietje Hooyberghs (medewerker zaal), Yasmine Raes (PR + communicatie) en Ann Leemans (productieleiding). Niet op de foto maar wel in het team: Inge Leemans (penningmeester + verantwoordelijke medewerkers) en Erwin Van Reusel (medewerker techniek).

Even recapituleren…

In ’t kort: Ann schreef als eindproject van haar opleiding in het Lemmensinstituut een cantate (zeg maar: een zangstuk). Deze duurde 15 minuten en bezong de legende van Gelmel. Het idee was toen om deze opvoering ‘ooit’ nog eens te herhalen in Hoogstraten. Na de oproep voor ‘800 jaar Hoogstraten’ in 2008 stofte Ann haar project af, schreef een dossier en vroeg Hoogstraatse bekenden van haar om hun mening. Iedereen bleek dolenthousiast. Kortom: Hoogstraten zat echt te wachten op een dergelijk project. Dit werd groter en groter, dossier en begroting moesten worden herzien en professionele mensen werden aangetrokken. Via het Leaderproject van Markante Kempen werd een subsidie bekomen: driekwart werd door Leader betaald en de stad bekostigde het andere kwart. Zo ging bal aan het rollen… Het verhaaltje wat Ann oorspronkelijk schreef is hetzelfde gebleven, maar al de rest is ondertussen veranderd…En hoe!(ms)

Maarten Leemans – PR, Techniek en Secretariaat

Het antwoord op de vraag waarom Maarten Leemans meewerkt aan De Gelmel ligt eigenlijk bij zijn ouders: zij hebben er in tempore non supecto voor gezorgd dat hij de broer is van Ann, aan wiens creatief brein de musical ontsproten is. Alleen bleek dat daar veel meer voor nodig was dan muziek, teksten, decors, kostuums, muzikanten en acteurs. Er was ook nood aan organisatie, aan centen, aan reclame, aan tickets. Kortom om te voorkomen dat die artiesten daar louter voor zichzelf stonden te zingen en dansen moest er publiek zijn.

Maarten Leemans

Maarten Leemans

Bestuur

En dat was meer een kolfje naar de hand van Maarten. Met bekwame spoed werd een bestuur opgericht dat de zaak organisatorisch zou leiden. Bij elk gesprek groeide het project. Dachten de initiatiefnemers aanvankelijk aan één opvoering met 700 toeschouwers, dan maakte de vertegenwoordigers van het stadsbestuur daar meteen 1.000 van. Het bestuur wilde het deskundig aanpakken en stelde een organogram op, met een duidelijke taakverdeling en een takenlijst. Maarten nam de PR (public relations), de communicatie, de technische organisatie en de ticketverkoop voor zijn rekening, samen met een team van een 10-tal mensen.

Locatie

Werd eerst gedacht aan de Rabboenizaal, moest men al snel vaststellen dat de muzikanten en koren daarin geen plaats vonden. Uiteindelijk bleek alleen de veiling over de ruimte te beschikken die het geheel kan herbergen. Maar dat is geen ‘zaal’, dus moest er een groot podium komen – speciaal voor 300 zangers en muzikanten - en een zittribune voor de 1200 toeschouwers. “Gelukkig kunnen we daar op veel technische medewerking rekenen van de veiling zelf"

De centen

“Het budget bij elkaar krijgen was een lastige klus. Bovendien liep dat op met de groei van project. Met de gemeente was een vast bedrag afgesproken, maar dat dekt helaas maar een klein deel van de kosten. Ook sponsoring liep niet goed. Maar weinig bedrijven hebben onze vraag positief beantwoord. Het grootste deel van ons budget komt van de ticketverkoop en die stelde niet teleur. Zoals het er nu voorstaat, zullen we daarmee break-even spelen.”

Reclame en tickets

“Van in het begin hebben we een mediapad uitgestippeld. We konden daarbij rekenen op medewerking van de lokale pers. Telkens we iets te melden hadden, brachten we dat onder de aandacht. De gemeente had het uiteraard van in het begin in zijn programma staan. Daarnaast hebben we – en dat is nieuw – zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de nieuwe media. Een eigen website en – niet te verwaarlozen bij een project waar veel jongeren bij betrokken zijn – een Facebookpagina.”

Ticketsite

“Ook de ticketverkoop gebeurt via het internet. Je kon ze bestellen en betalen via een ticketsite. Bleek dat niet via alle banken kon betaald worden, werd dat telkens opgelost via mijn telefonische tussenkomst. Ik heb veel getelefoneerd die dagen. Nadat de vooropgestelde 2400 tickets de deur uit waren, hebben we besloten een 3 de opvoering toe te voegen. Na de melding daarvan in de pers, waren de bijkomende 1200 tickets op enkele uren verkocht. Nooit meegemaakt! Toen volgens ons mediaplan de affiches in het straatbeeld verschenen en de brede reclame op de Dexia-container, was er geen ticket meer te krijgen.”

Nog werk op de plank

“Er is veel gebeurd, veel en hard gewerkt. Denk maar aan de catering voor de repetities van 300 man. Niet vanzelfsprekend om hen van voedsel en drinken te voorzien. We hebben al veel soep gekookt en veel boterhammen gesmeerd. En dat zullen we nog moeten doen. Voor de opvoeringen zelf doen we beroep op ervaren cateraars. Er komt nog veel op ons af, maar elke taak uit ons plan die afgewerkt is, ontlokt een zucht van verlichting. We hebben er dus goede hoop op dat alles in orde komt. “Tegelijk hoop ik wel dat ik na Gelmel – De Musical nog een lief heb, want die heeft me weinig gezien de laatste maanden.” (jaf)

Oproep

Nòg medewerkers gezocht! Wie een handje wil toesteken achter de schermen van GELMEL (catering, ontvangst, decor, podium, kleding, schmink ...) en de adrenaline meemaken van een Hoogstraatse megatheatervoorstelling? Mail of bel naar Inge: inge@musicalgelmel.be – 0488/362 959!

Toen een eerste deel tickets de deur uit waren, 2400 om precies te zijn, werden de 1200 extra tickets die daarna volgden op enkele uren tijd uitverkocht. Kortom, toen volgens het mediaplan de brede reclame op de Dexia-container in het straatbeeld verscheen, was er al geen ticket meer te krijgen.

Toen een eerste deel tickets de deur uit waren, 2400 om precies te zijn, werden de 1200 extra tickets die daarna volgden op enkele uren tijd uitverkocht. Kortom, toen volgens het mediaplan de brede reclame op de Dexia-container in het straatbeeld verscheen, was er al geen ticket meer te krijgen.

HOOFDCAST

Kenneth Swaenen en Dries De Bakker

Kenneth Swaenen, afkomstig van Minderhout, speelt de rol van Jelle, een tienerjongen die het verhaal van Gelmel vertelt. Dries de Bakker, uit Hoogstraten, speelt niemand minder dan onze held, Gelmel.

Kenneth Swaenen, afkomstig van Minderhout, speelt de rol van Jelle, een tienerjongen die het verhaal van Gelmel vertelt. Dries de Bakker, uit Hoogstraten, speelt niemand minder dan onze held, Gelmel.

DHM: Vertel eens, hoe waren de audities?

Kenneth: ,,Ik vond de audities zeer Idool-achtig. Ik heb zelf met idool meegedaan, maar dit was meer confronterend. Ik schrok van de hoeveelheid mensen aan de tafel. Ik bracht het nummer ‘mea culpa’ en dat is een heel moeilijk en hoog nummer. Dit liep helemaal fout. Ik zong zo vals als een kat! Maar gelukkig mochten we ook een eigen nummer brengen, dus ik koos voor een liedje van Bart Peeters. Dat is blijkbaar in de smaak gevallen.”

Dries: ,,Bij mij is het een heel ander verhaal. Ik heb niet met de eerste audities meegedaan. Het initieel plan was dat ik en een vriend mee zouden helpen met de regie. Ann heeft ons nog met koffiekoeken proberen te overtuigen, maar we vonden het te groots en dachten dat we het niet zouden kunnen. Toen zijn ze professionele mensen gaan zoeken en bij Jos Dom terechtgekomen. Toen vroeg Ann of ik mee wilde spelen. Eerst zei ik nee omdat ik het te druk had. Ze konden niemand vinden voor de hoofdrol en ik besloot toch mee te doen aan de extra audities. Dit hield in: duetjes zingen, een keer doodvallen,.. Uiteindelijk bleek ik de geschikte kandidaat voor de rol “Gelmel”. Het was wel spannend.”

Kenneth: ,,Voor mij was die dag niet zo spannend. Want ik was de enige jongen die voor ‘Jelle’ auditie aan het doen was. Er waren nog drie meisjes die voor ‘Lore’ gingen en ik vroeg mij af wie mijn concurrent zou zijn. Maar de andere jongens gingen allemaal voor de rol ‘Gelmel’.”

DHM: Hoe geven jullie je rol gestalte? Wat doen jullie om je personage om te vormen tot het personage dat het moet zijn?

Dries: ,,Tijdens het repeteren vertelt Jos Dom heel uitgebreid over de personages. Dat personage heeft deze emotie en moet op die manier met bepaalde situaties omgaan. Bij mij was dat helemaal niet. Hij zei, ja, jij bent gewoon de held. Dat was het. Ik moest zelf maar uitzoeken wat dat precies betekende. Dat is heel makkelijk en heel moeilijk tegelijk. Ik ben gewoon om kleine rollen te spelen, en nu is het plots heel groots en stoer. Ik hou wel van die uitdaging. Het is een groot stuk met veel volk en een orkest waar ik soms tegenin moet of wat mij soms draagt. Ik beweeg veel, bvb. met het zwaardvechten, en ik heb goede technieken geleerd om juist te bewegen op een podium. Dit is helemaal anders dan wat Kenneth moet doen.”

Kenneth: ,, Ja, inderdaad. Ik speel Jelle, een vertellende instantie die het verhaal van Gelmel vertelt. Ik heb vooral tekst en ik zing altijd tweede stem. Ze zeiden dat deze rol perfect op mijn lijf geschreven was. Op de site stond : ,we zoeken een hedendaagse tienerjongen.’ Ik dacht, ik ben 19, dat moet nog net lukken. Op tv zijn de mannen ook vaak ouder dan ze lijken! Ik vond het moeilijk om een puberjongen te spelen, want Ik vind van mezelf dat ik geen typische puber ben geweest en ik moest ineens alle clichés van een puber op tafel gooien. Het kijken naar jeugdseries, zoals Spring, heeft mij daar bij geholpen. Nu zeg ik tegen mezelf: Denk Timo Descamps! En dan speel ik “over the top”, ik geef liever te veel dan te weinig. Zo kan ik, naarmate de voorstelling nadert, altijd nog wat bijsnijden. Wat ik leuk vind is dat ik kan zien wat er op het podium gebeurt. Ik zit in een boomhut en moet continu reageren op wat er in het verhaal gebeurt.”

DHM: Hadden jullie hiervoor al ervaring met zang? Hebben jullie op dit vlak veel geleerd?

Dries: ,,Ik ben muzikaal en heb het altijd leuk gevonden om te zingen. Maar zingen voor publiek vond ik eng. Tijdens de repetities hebben we veel geoefend en daardoor heb ik veel meer zelfvertrouwen gekregen. Ook op vlak van ademhaling heb ik veel geleerd. Toch blijf ik bang voor het uitzingen van de musical. Op het ene moment sta ik te brullen en op het andere moment zing ik heel hoog. We leren om onze ademhaling goed onder controle te houden. Goh, als iemand problemen zou krijgen met zijn of haar stem dan hebben we een probleem, want we hebben geen stand-ins.”

DHM: Voldoet de musical aan jullie initiële verwachtingen?

Kenneth: ,,Veel groter en beter dan ik had verwacht. Ik zie dat vooral nu iedereen samenkomt. Echt prachtig! De tickets zijn zelfs al uitverkocht.”

Dries: ,,Dan moeten we alle seizoenen spelen, hé!”

Kenneth: ,, Ja, of we gaan toeren. En misschien winnen we zelfs wel een prijs! In Nederland worden de musicals toch vaak opgevolgd en zo,...”

Dries: ,,Haha, maar dan zullen we toch in de buurt van de Mark moeten blijven!”

Kenneth: ,,Alhoewel, de Schelde…”

DHM: ,,Ik hoor het al, hoge verwachtingen! Is het trouwens moeilijk het werken voor de musical te combineren met je privéleven?”

Dries: ,,Op dit moment zijn wij een huis aan het bouwen. Dit is de reden waarom ik het in het begin niet zag zitten om mee te doen. Er kruipt nogal veel werk in. Ik wilde echt graag, maar het kwam een beetje ongelegen. Vooral in het begin was het moeilijk, maar nu alles wat in gang gezet is valt het nog mee. Het is goed dat de repetities op zondag zijn. Want doordeweeks is het nogal druk. Mijn vrouw zit ook in het koor. Als we samen moeten repeteren moeten we uiteraard een babysit zoeken. Maar het gaat. Ik kijk naar elke zondag uit om te repeteren!”

Kenneth: ,, Ik ben student in Gent. Nu we op zondag repeteren gaat het goed. We stoppen altijd op tijd. Maar nu komen er veel repetities op woensdag en dat gaat moeilijker worden. Twee weken voor de musical repeteren we trouwens elke dag. Dan zal ik elke dag op neer moeten gaan. Het wordt heel zwaar, maar ik heb die moeite daar voor over. Kijk, iedereen doet zijn best. Iedereen heeft het druk. We gaan er gewoon voor!” Dries: ,,Voor de liefde van het vak!”

Kenneth: ,,Voor de bekendheid!”

Dries: ,,De roem en de eer! ”

DHM: ,,Mooi! Ik heb er het volste vertrouwen in ! Hartelijk dank voor het gesprek!”

Kenneth en Dries: ,,Graag gedaan!”(dd)

Flore Weyler

Flore Weyler (15) was eigenlijk niet van plan om auditie te doen voor de Musical Gelmel. “Een vriendin van mij wilde het graag proberen, en zij vroeg aan mij of ik meeging. Ik was door de eerste ronde, en werd daarna uitgekozen om Lore te spelen.

Flore Weyler

Flore Weyler

Lore is een hedendaags meisje dat het verhaal vertelt vanuit haar boomhut. Maar het blijft niet bij vertellen alleen, want ze wordt verliefd… Oorspronkelijk stond er in het script zelfs een kusscène, en toen ik die las, dacht ik ‘oh nee!’ – maar gelukkig is de regisseur intussen van gedacht veranderd.

Het engste vind ik dat ik aan het begin van de musical helemaal alleen een liedje moet zingen. Ik doe het met mijn ogen toe, maar toch, als ik bedenk dat er zoveel mensen komen kijken en luisteren, dan word ik al zenuwachtig.

Eerst was er nog een ander meisje, wij zouden afwisselend Lore spelen. Maar ineens kwam ze niet meer naar de repetities, omdat ze met een andere musical meedoet. En dat vond ik wel moeilijk, want wij waren goeie vriendjes geworden, en plots moest ik alleen spelen. Ik denk wel dat het mooi wordt, er zijn heel veel scènes waar ik tijdens de repetities al kippenvel van krijg, als ik de muziek hoor, en de dansers zie. Dan denk ik: ‘oh, ik had met de dans moeten meedoen’! Maar als ik danseres was geweest, dan was ik weer jaloers geweest op dat meisje in de boomhut… Ik zou heel graag verder gaan in musical later, zoals Anne Van Opstal. Ik ben nu al veel bezig met zang en piano, ik studeer Muziek aan het Heilig Graf in Turnhout. Op school weten ze niet zo veel over de musical, er hangt wel een poster, maar ze weten niet dat ik meedoe, ik wil er niet over stoefen. Ik dacht vroeger altijd ‘ik heb maar een klein rolletje’, maar nu, met dit interview en de foto’s, besef ik pas dat ik een hoofdrol heb!” (kh)

KOOR

Lut Goetschalckx en Sara Van Opstal - Koordirigenten

Dat Ann Leemans voor de begeleiding van het koor een beroep deed op Sara Van Opstal en Lut Goetschalckx zal wel geen toeval zijn. Lut, leerkracht muziek op het Seminarie in Hoogstraten en het Lemmensinstituut in Leuven, leidde gedurende tien jaar het Piuskoor, maar heeft vooral ook heel wat ervaring in het begeleiden en dirigeren van kinderkoren. Sara is vooral gekend als dirigente van het Hoogstraatse Kamerkoor Vialta. Beiden namen met plezier het aanbod aan en kijken met spanning uit naar de grote dag.

Lut Goetschalckx en Sara Van Opstal

Lut Goetschalckx en Sara Van Opstal

DHM: Hoe zijn jullie bij de musical betrokken geraakt?

Sara: Ik ben vóór de zomer van 2009 al aangesproken door Ann Leemans om het volwassenenkoor te dirigeren. Er waren toen nog geen teksten of liederen. Ik heb direct ja gezegd. Ik volg momenteel nog koordirectie in Lier, ben al vijf jaar dirigente van Vialta en sinds mei dirigeer ik ook een gospelkoor in Merksplas. In die zin heb ik al wat ervaring met het leiden van een koor.

Lut: Ann wist wel dat ik gewend was om met grote groepen en koren te werken en ik denk dat ze me daarom vroeg om het kinderkoor onder mijn hoede te nemen. Het werken met kinderen leerde ik ook in de jeugdmuziekscholen van Westmalle en Hoogstraten. Daarnaast heb ik vaak liturgische zangstondes gegeven. Ik geef ook al jaren dirigeercursussen georganiseerd door het Madrigaal (gevestigd in het Lemmensinstituut). Momenteel zing ik mee in het vocaal ensemble Cantando in Ekeren.

DHM: Hoe hebben jullie al die zangers gevonden?

Lut: Wij hebben vooral gerekruteerd uit de bestaande kinderkoren uit de fusiegemeente en in die zin ook veel hulp gekregen van de plaatselijke dirigenten. Zo hebben we vooral kinderen uit het kinderkoor van Wortel onder leiding van Mieke Bols, kinderen uit Meerle met als begeleiders Chris Mertens en Marleen Proost en natuurlijk ook het kinderkoor van Hoogstraten dat door Ann Leemans en Annemie Ooms geleid wordt. Daarnaast heeft Anke Seeuws liederen aangeleerd in haar klassen van de Academie voor Muziek en Woord. Wij hebben vooraf met de dirigenten samengezeten om alle partituren door te nemen. Van de 70 kinderen die uiteindelijk zullen deelnemen, zijn maar een paar kinderen die niet aangesloten zijn bij één of ander kinderkoor. Sara: Voor de volwassenen, een 80-tal, hebben wij vooral kunnen putten uit ons Vialtakoor en uit het dameskoor Marcanto met als dirigente Anke Seeuws. Wij hebben geen specifieke audities gedaan voor de koren. Voor de hoofdrollen is dat wel gebeurd. Die solisten hebben wij dan ook moeten begeleiden in het zingen. Er is heel wat energie in gekropen. Soms was ik al danig moe als ik naar de repetitie vertrok, maar daar kreeg ik telkens zoveel energie dat ik me weer helemaal opgeladen voelde.

DHM: Verliep het allemaal zoals je verwacht had?

Sara: Bij volwassenen duurt het vaak wel langer om er de juiste expressie in te krijgen en dat is hier toch wel nodig. Bepaalde scènes hebben we soms wel anderhalf uur moeten oefenen om het expressief te krijgen. Kinderen zijn over het algemeen veel spontaner. Het is voor mij een geweldige ervaring geworden en hoe dichter we bij 26 november komen , hoe meer kriebels ik krijg.

Lut: Voor de kinderen is het ook heel intensief. Maar ik vind het een fantastische groep lieve zangers en zangeresjes waar ik ontzettend graag mee gewerkt heb! Zij zijn heel aandachtig en gemotiveerd, zodanig dat zij soms zelfs de volwassenen meetrekken. Zij durven er veel meer invliegen. De muziek van het stuk is zo geschreven dat zij nooit alleen moeten zingen. Zij zingen, samen met volwassenen, telkens de hoogste stem in het geheel.

DHM: En als grote dag daar is, is jullie rol uitgespeeld?

Lut: Nee, want wij zingen zelf ook mee, maar dan achter de schermen. Dat is ons ‘pitchoir’. Dat bestaat uit negentien zangers, mannen en vrouwen, ongeveer gelijk verdeeld over bassen, tenoren, alten, sopranen. Wij zingen buiten beeld versterkt mee en geven zo meer draagkracht aan het koor. En dan hopen we dat we mee kunnen genieten van de appreciatie van het publiek. Dit is tenslotte een echt, zeg maar bijna uitsluitend, Hoogstraats gebeuren en iedereen die dat wou, heeft de kans gekregen dit te kunnen meemaken.

Sara: Sommigen hebben zelfs vastgesteld dat er meer in hen zit dan ze vermoed hadden en hebben echt de zin gekregen om verder te zingen, ook al hadden ze nog nooit gezongen. En dat is wel heel leuk.

Lut en Sara: Het was voor ons tot dusverre een heel aangename ervaring , vooral ook dank zij Ann Leemans. Zij heeft een warm hart en een luisterend oor, maar ze werkt ook heel georganiseerd en gestructureerd. En dat maakte het voor ons gemakkelijker en aangenamer.

MUZIEK

Hans Casteleyn – (Orkest)dirigent

Hans Casteleyn

Hans Casteleyn

DHM: Hans, vertel eens: waarom ben jij gevraagd als dirigent?

Hans: Omdat ik in Hoogstraten woon. Ik ben ook al lang bezig als dirigent bij verschillende symfonieorkesten, zoals het Euregio Jeugdorkest (EJO), en het Leuvens Alumni Orkest. Maar dit is de eerste keer dat ik ‘officieel’ iets in Hoogstraten doe. Wat me erg aanspreekt bij dit project is de groepsgeest die heerst bij iedereen die meedoet: het samen iets willen bereiken.

DHM: Wat houdt je taak in?

Hans: Het muzikaal leiden van zo’n project. In begin heb ik samen met Ann de regisseur gezocht, met hem het verhaal doorlopen. Daarna was er de Cd-opname. Dat was eigenlijk het eerste moment waarop de muziek echt tot leven kwam voor de regisseur, de hoofdcast en het koor. Praktisch is zo’n opname ook nodig voor de repetitie van de zangers.

Hans Casteleyn

Hans Casteleyn

Uiteindelijk wordt alles samengebracht tot één geheel. Tijdens de voorstelling zal ik alles leiden: het orkest, de hoofdcast, de figuranten en het koor. Gelukkig heb ik al wel wat ervaring met het dirigeren van zo’n grote voorstelling. Dus nee, het geeft me geen zenuwen, wel kriebels en vooral: veel goesting.

DHM: Wat is voor jou de uitdaging bij zo’n project?

Hans: Werken met een orkest dat bestaat uit liefhebbers. Waarom? Omdat deze mensen echt zin hebben om aan zoiets mee te werken èn zich voor 100 procent willen geven. Verder spreekt het ‘sociale aspect’ van de musical me erg aan. Op professioneel vlak ben ik nog complexere muziek gewend, maar hier is de grootste uitdaging om alles bijeen te brengen straks èn het goed te laten draaien.

DHM: Welke eisen stel je aan de muzikanten?

Hans: Ik probeer de lat zo hoog mogelijk te leggen. Dat is eerst even aftasten: met wie werk ik? En bij liefhebbers probeer ik de lat daar te krijgen waar die hen beter maakt. Ik verwacht van iedereen ook meer dan 100 procent inzet. Het was even spannend bij aanvang: welk vlees heb ik in de kuip? Maar ondertussen heb ik ontdekt dat het geëngageerde muzikanten zijn.

DHM: Hoe is het orkest samengesteld?

Hans: Dit is een harmonieorkest. De fanfares en harmonieën uit de streek hebben een oproep gekregen om mee te werken. Daarop hebben verschillende muzikanten gereageerd. Dus de meeste leden van het orkest komen uit of uit de buurt van Hoogstraten. Voor de instrumenten waarvoor niemand zich aanbood, zoals hobo of fagot, hebben we dan zelf mensen van elders gevraagd.

Omdat het vrijwilligers zijn, moet je in begin goede en klare afspraken maken wat betreft inzet en aanwezigheid. Maar dat gaat heel goed. En de repetities vallen op mijn eigen vrije avond, dus dat is een geluk voor mij.

DHM: Zorgt het dirigeren van een musical niet voor extra druk of spanning?

Hans: De spanning zal wel komen als we in de Veiling kunnen repeteren. Op één november hebben we een tweede en laatste ‘grote’ muzikale repetitie met koren, solisten en orkest. En pas de week op voorhand wordt alles en iedereen bijeengebracht op locatie. Dat wordt elke dag en heel laat oefenen! Maar het is een leuke spanning, hoor: genieten door hard te werken. Eentje waar ik veel ervaring uit haal.

Hans Casteleyn

Hans Casteleyn

Ik ben vooral blij dat ik eens iets voor en ìn mijn woonplaats kan doen, als inwoner van Hoogstraten. En wie weet krijg ik hierdoor wel de kans om hier ooit met m’n eigen orkest op te treden. (ms)

Els Pauwels – Muzikant

Els Pauwels speelt al ruim 27 jaar cornet en bugel bij fanfare Sint-Cecilia in Meerle. Ze voelde zich geroepen om mee te doen met het musicalorkest. Els is ingedeeld in de zes koppige trompetsectie.

Els Pauwels (rechts)

Els Pauwels (rechts)

Els: “Trompet verschilt qua techniek niet erg van cornet, je moet alleen harder blazen. Dat had ik snel onder de knie. En ik had er veel zin in, het is een keer wat anders dan in een fanfare spelen. Voor mij is het een echte uitdaging en ik heb er nog geen moment spijt van gehad. Het is een enthousiaste groep, een fijne sfeer, ik ga heel graag naar de repetities. Eerst hebben we de muziek moeten instuderen, nu we die onder de knie hebben, oefenen we met de zangers en met de koren om goed op elkaar ingespeeld te raken. Het gaat lukken, ik voel het gewoon. Het wordt een geweldig spektakel en ik ben heel blij dat ik er deel mag van uitmaken. Ook al zit ik met de andere muzikanten in de orkestbak en ziet het publiek ons niet, ze gaan ons wel horen! (jaf)

FIGURANTEN

Joren Thys, zwaardvechter

Joren, 17 en geboren en getogen in Wortel, figureert mee in ‘Gelmel’, en wel in één van de spectaculairdere onderdelen: hij mag vechten!

Joren Thys

Joren Thys

“Via een mail aan mijn vader kwam ik op het idee om mee te doen. Ik ben gewoon naar de auditie gegaan. Helaas, ik was er niet door. Waarom? Ik kon blijkbaar niet zingen. Je kon je ook inschrijven voor figuranten, dat heb ik dan maar gedaan. Als figurant speel ik een Brabander: wij moeten vechten! De Brabanders, dat zijn de plaatselijke bewoners, de vroegere Hoogstratenaren. Wij vechten tegen de Vikingen. Als je wil weten hoe het afloop, dan moet je natuurlijk maar komen kijken.

We zorgen er als figurant voor dat het podium wat opgevuld is. Want een dorp met slechts drie bewoners, tja, dat klopt niet echt, hè. We hebben eerst vier schermlessen gehad, de techniek aangeleerd: werken met stokken en met pasjes erbij. Nu zijn we het echte gevecht ineen aan ’t steken. Ik doe dat samen met Lysander Fockaert uit Hoogstraten, da’s mijn gevechtspartner. En natuurlijk met Jos, de regisseur, dat is onze leraar. We zijn met een stuk of tien duo’s, sommigen vechten met drie, twee Brabanders en een Viking.

Het is een gecontroleerd gevecht dat er spectaculair uit zal zien. Alles is al perfect voorbereid, dus het ‘gevaar’ valt wel mee: je weet hoe de andere aan zal vallen. Ik had vooraf niet zoveel verwachtingen, maar nu, naar het einde toe, heb ik wel iets van: Wow! Het wordt ècht groots!”(ms)

Paul Embrechts, zanger

Paul Embrechts

Paul Embrechts

Paul Embrechts is met zijn 71 lentes één van de oudere deelnemers aan de musical. Hij vertelt over zijn ervaring als zanger tot nu toe:

“Ik heb gereageerd op een folder waarin men vroeg naar kandidaat-deelnemers. Ik maak deel uit van het PITCHOIR. Dit koor is samengesteld uit 20 mensen waarvan het grootste deel uit zangers van het Hoogstratens VIALTA koor bestaat, aangevuld met een aantal gelegenheidszangers zoals ik.

Wij worden ergens op een bescheiden plaats opgesteld en zorgen voor muzikale aanvulling van het gebeuren of dienen als background bij bepaalde zangpartijen. Tot nu toe werd er per deelgroep gerepeteerd. Onze repetities zijn al maandenlang geleden begonnen, telkens met grote tussenpauzen, zodat we geleidelijk aan vertrouwd raakten aan de muziek en de teksten. Vanaf nu komen de deelgroepen vaker bijeen en zullen we meer zicht krijgen op het totaalspektakel.

Als geboren Hoogstratenaar heb ik een hele tijd elders gewoond. Sedert twee jaar woon ik terug hier. Ik wilde graag ergens betrokken zijn in het gebeuren rond 800-jaar Hoogstraten. Ik ben de oudste. Had ik dit op voorhand geweten, dan had ik misschien getwijfeld om me kandidaat te stellen. Het grootste probleem is om de muziek en de teksten van buiten te leren. Ik moet wat langer huiswerk doen. Gelukkig zijn we tijdig begonnen en heb ik toch heel wat jaren koorervaring. Ik werk graag samen met de ‘jongeren’ in het koor en ik hoop dat dit wederzijds is.” (dd)

Bruno Schollen, kinderkoor

Bruno Schollen

Bruno Schollen

Bruno is 12 en woont sinds een jaar in Meer. Hij kwam via de muziekles in contact met de musical. Hoewel hij liever had meegevochten, vertelt hij met plezier over zijn rol als zanger:

“Ik had liever meegevochten, een mes gekregen en zo. Maar ja, omdat ze enkel Vikingmannen zochten, was ik niet echt geschikt, hè. Allee ja, een Vikingjongen die mee gaat vechten (lacht)! Ze zochten wel zangers. Als zanger speel je automatisch mee als kind. We hoeven bijna nooit iets te zeggen. Soms wordt er wel gevraagd om iets te doen, maar nooit opvallend. Ik moet lijken alsof ik vol schaamte zit, omdat Gelmel alle families heeft gedood, en wij Vikingkinderen dan schuldig moeten kijken. Dat lukt best goed, hoor, al schiet ik soms in de lach (lacht). ‘t Is niet moeilijk wat we moeten doen. Ik moet enkel oppassen dat ik niet vals zing. Heel soms gebeurt dat weleens, vooral bij de hoge noten. Maar ik moet niet alleen spelen en zingen: ik moet ook dansen. We repeteren wel vrij vaak, soms een uurtje, maar soms ook een hele dag. Dat is dan best wel lang. Toch is het leuk, die repetities. De laatste veertien dagen voor het optreden moeten we wel vaker en langer repeteren. Of dit naar meer smaakt? Sowieso komen er op dit moment al zeker meer optredens, en er komt misschien zelfs nóg een extra optreden. Het beste nieuws is trouwens: ik heb geen plankenkoorts!”

DECOR

Lieve Boeykens – Decorontwerpster

Lieve Boeykens was jaren docent aan het IKO en zou samen met een collega zorgen voor het ontwerp en de realisatie van het decor. Maar van die samenwerking kwam niets in huis, waardoor Lieve er alleen voor stond en de volle verantwoordelijkheid moest dragen. Lieve en haar man Leo Seeuws zingen ook nog in het koor. Hun dochter Anke doet het koorwerk en hun schoonzoon Hans Casteleyn is dirigent.

Lieve Boeykens

Lieve Boeykens

DHM: Een familiezaak dus

Lieve: Nee, noem het eerder een zaak van de familie Leemans.

DHM: Hoe begin je aan zoiets

Lieve: Eerst veel vergaderen…. en dan zoeken naar sponsors. Er komt een podium van 20 op 20 meter met daarvoor een ‘orkestbak’. Het podium zelf bestaat uit een kleine en een grote speelruimte, gescheiden door een waterbak die de Mark voorstelt. Achteraan op het podium wordt er een stelling gebouwd waarop gespeeld wordt en waartegen men beelden projecteert. Jos Dom werkt in zijn producties vaak met projecties. Voor die projectie maakte ik twaalf tekeningen op klein formaat die 50 maal vergroot worden tot 17,50 meter breed. Hoe ziet zo’n tekening eruit als je ze vijftigmaal vergroot? Ik heb er nachten van wakker gelegen. We hebben al proeven gedaan en in theorie klopt alles. Maar omdat het podium pas veertien dagen voor de première geplaatst wordt blijft het spannend tot het laatste moment. Voor het ontwerp van het decor zelf zijn we met een aantal mensen inspiratie gaan opdoen in ‘Wijk bij Duurstede’ in Nederland. Daar is een boeiend museum over de Vikingen.

DHM: Hoeveel grote decorstukken hebben jullie moeten maken?

Lieve: Er zijn vier heel grote constructies. Een ijsbeer in piepschuim, een troon in hout en metaal die uit het decor komt, een boot uit metaal, hout en piepschuim van 4,75 op 6 meter en de toren van de burcht van dezelfde hoogte. In de toren, die soms verplaatst wordt, wordt ook gespeeld.

DHM: Waar en met hoeveel mensen werkten jullie aan het decor?

Lieve: We maakten het decor in een leegstaande loods langs de Houtelweg. Maar omdat die nu verhuurd is staat een gedeelte al in de Veiling en een ander deel is opgeborgen in een schuur. Om het decor te maken vonden we medewerkers langs een infoavond en spraken ook vakmensen aan, zoals Benny Cox die het laswerk en het vervoer doet en Ronny Van Boxel die veel houtwerk gedaan heeft, om er maar twee te noemen. Al deze mensen werken als vrijwilliger.

DHM: En hoelang zijn jullie er al aan bezig?

Lieve: We zijn in april met het decor begonnen en werken op maandag-, woensdag- en vrijdagavond van 19 tot 22 uur met vier of vijf mensen, afhankelijk van het soort werk dat er moet gebeuren. Alles samen hebben er toch een vijftiental mensen aan meegewerkt.

DHM: Je sprak al over het zoeken naar sponsors. Viel dat mee.

Lieve: Enorm, zeker als het gaat om levering van materialen en logistieke hulp. Het budget van gans de musical is klein en het decor mocht liefst niets kosten. Waar we aanklopten konden we rekenen op hulp. Het is bijna ontroerend vast te stellen dat het project zo leeft… dus kan het niet mislukken (fh)

V.l.n.r. Leo Seeuws, Ronny Van Boxel, Maria Jansen en Lieve Boeykens

V.l.n.r. Leo Seeuws, Ronny Van Boxel, Maria Jansen en Lieve Boeykens

KOSTUUMS

Leen Dockx – Naaister

Leen Dockx

Leen Dockx

In het oude winkelpand van Limada op de Vrijheid, naaiatelier in Gelmeltaal, worden deze dagen parels van kostuums gecreëerd. Leen Dockx uit Hoogstraten, naaister van het eerste uur, legt uit:

“Na de ‘grote vergadering’ waarin allerlei medewerkers werden gevraagd, was er een eerste ‘naaivergadering’. Daar kregen we onze eerste naailes van Elvira, de kostuumontwerpster. Het was vooral uitleggen hoe de kostuums gemaakt zouden worden. Daar hebben we ook de eerste simpele kostuums gemaakt: dat was naaien aan de lopende band, heel eenvoudig, zodat iedereen in gang kon schieten. De meer ingewikkelde kostuums worden voornamelijk door Elvira gemaakt, maar sommige ook door de naaisters met meer ervaring. Ieder heeft haar eigen kostuum, dat door dezelfde naaister wordt afgewerkt. Zo heb ik het kostuum van de Nar zelf ineen gezet. Door de drukte is het soms moeilijk om elke keer tot hier te komen, maar tijdens de ‘openingsuren’ probeer ik af en toe te komen. Minstens een paar uur, anders heeft het weinig zin. In totaal ben ik hier, denk ik, al een week bezig geweest, maar ik was liever nog meer gekomen. Het is heel plezierig om te doen voor iedereen, Het sociaal contact is fijn en het is een ervaring om dit mee te maken.

We hebben het er hier onder elkaar al over gehad, wat er met de kostuums gedaan wordt achteraf: men zou ze kunnen verhuren, of zo. In ieder geval, er zeker iets mee doen: ’t zou zonde zijn als al die prachtige kleren in een kelder belanden.”(ms)

(Vlnr): Renild Janssens, Rie Kustermans, Bieke Struyf, Rita Geerts, Karla Lauwerens, Godelieve Loos, Inge Van Haeren, Monique Stessels, Rosa Stessels, achteraan Ann Leemans en Veerle Dingenen.

DANS

Gust Koyen - Volksdans

Gust Koyen

Gust Koyen

SHILSHOEL, wedden dat jullie niet weten wat dit woord betekent?

Luistert dan goed. ‘Shilshoel’ is Hebreeuws voor ‘regenworm’. Als we er dan nog bijvertellen dat Shilshoel met Meerle te maken heeft, dan is de stap naar de Mjeelse Pieren geen zeven mijlen ver. En dan zijn w’ er. Bij die van Mjeel.

Shilshoel is de naam van de Meerlese volksdansgroep die eigenlijk zijn oorsprong vond in de Meerlese Chiro. Gust Koyen, eertijds in Meerle de leider van deze jeugdbeweging, zag zijn eigen wat ouder worden, hield de Chiro voor bekeken en stichtte de eerder genoemde regenwormse volksdansgroep.

Aanvankelijk was deze groep bemand, of liever bevrouwd (het zijn bijna allemaal vrouwen, enkel Gust en nog twee dansers zijn van mannelijk kunnen) met pur sang Mjeelsen. Maar alras kwam er interesse uit zowel Hoogstraten, als Meer, Minderhout, Wortel, Chaam, Rijkevorsel, en zelfs uit het verre Loenhout. Wat uiteindelijk uitmondde in een groep van zowat 45 v/m, die zich elke maandagavond vermeien in de danskunst. Want dansen is hunne regel wél, en puur voor het plezier moet je weten. Publieke optredens zijn eerder zeldzaam, en alsnog niet de betrachting.

Zeer bijzonder aan deze groep, zij putten uit een internationaal repertoire. De Balkan, Israël, Amerika, Scandinavië, England…, wat ze daar kunnen, kan Shilshoel ook. Met recht en reden kunnen ze het zich dan ook veroorloven om zich de enigste internationale volksdansgroep van groot Hoogstraten te noemen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de organisatie van de musical Gelmel wist waar ze moest zijn. Voor de uitvoering van de Meiboomdans en de Hofdans. Een deel van het choreografisch luik van de musical. En het moest geen tweede keer gevraagd worden.

Graag hadden we van Gust nog geweten hoe die twee dansen zich situeren in het verhaal. Maar hij wist het niet. Licht gegeneerd moest hij toegeven dat hij zich met het verhaal nog niet had kunnen bezig houden. Vanaf eind augustus waren ze keihard aan de slag gegaan om vooral die moeilijke Meiboomdans in te oefenen. Het was nu (10 oktober) de eerste van de nog veelvuldig te houden gezamenlijke repetities. De ware toedracht van de geschiedenis zou hem dra dan wel duidelijk worden. Maar wij weten het wél, wij hebben zo onze bronnen. De Meiboomdans kadert in de feestelijke intocht van de Brabanders, die Gelmel en zijn Vikings hebben verdreven. Geen dank Gust, graag gedaan.

Stiekem konden we tijdens die repetitie getuige zijn van de dans. Het lijkt ons voor zover wij daar iets van kennen, inderdaad niet simpel. Vanaf de top van de meiboom zijn 22 linten gespannen die door evenveel danseuses in een cirkelvormige beweging rond de boom worden gedanst. Makkelijk zat, hoor ik u al zeggen. Opgepast. Op zeker moment gaan de dansers met hun linten in tegengestelde richting in elkaar verweven. Door beurtelings in de juiste stapmaat onder het lint van de tegenligger door te dansen. Waarbij we het ons kunnen voorstellen dat, indien er eentje in de fout gaat, het gehele gebeuren tot een ongewenste chaotische bedoening verwordt.

Van de Hofdans hebben we niks gezien. Wordt iets voor 27 of 28 november aanstaande. In de Veiling. (nad)

Hanne Meynen – Danseres

Hanne Meynen

Hanne Meynen

Naast Volksdans, is er ook een groep gewone dansers die optreed. Hoewel, ‘gewoon’?

Hanne Meynen uit Wortel danst mee en legt uit:

“Net zoals de zang en het acteerwerk, is dans ook echt een onderdeel van het verhaal. De repetities zijn net voor de grote vakantie gestart, o.l.v. Tina, de danslerares. We ondersteunen bepaalde scènes met onze dans. Zo beelden we ‘al dansend’ een zee van water en vuur uit, maar ook gaan we een gevecht aan met Gelmel. Het is dus geen ‘echte’ dans, maar meer bewegingsexpressie. Ik was meer jazzdans gewend met vaste danspassen. Hoewel ik er eerst niet zo voor te vinden was, ben ik het stilaan wel gaan appreciëren: het past zelfs verrassend mooi in het geheel van de musical. We repeteren drie keer per week, en naar het einde toe wordt het nog intensiever. Kortom, een goede planning van schoolwerk zal nodig zijn, ook voor mij, als leerkracht. Al zagen en klagen we af en toe wel eens over de vele uren die we al hebben moeten repeteren, je kan wel stellen dat ik toch heel blij ben dat ik meedoe.”(ms)

Gelmel, de musical is te zien op: donderdag 25 november om 19u30 (avant-première) vrijdag 26 november om 19u30 zaterdag 27 november om 19u30 en zondag 28 november, 14u00. Alle voorstellingen zijn uitverkocht! Meer weten? www.musicalgelmel.be

Katlijn Bilcke – Jongste Figurant

An, Katlijn en Tom

An, Katlijn en Tom

Katlijn, dochter van An Kustermans en Tom Bilcke, werd geboren op 30 maart van dit jaar. Ze is de allerjongste figurant in de musical. Zelf is ze nog te klein om ons te woord te staan, baby Katlijn.

Mama An speelt graag woordvoerster: “Tom en ik doen allebei ook mee. We hadden haar eens meegebracht naar een repetitie. Jos, de regisseur, zag haar en dacht: ‘Goh, leuk, zo’n baby op scène.” Wij dachten dat het om te lachen was en zeiden: ‘Da’s goed!’, zonder te beseffen dat hij het meende. Het geeft wel een levensechter beeld van de ‘bevolking’, met een baby erbij. Ondertussen ging iedereen ervan uit dat het geregeld was.

We hebben nu afgesproken dat ze mee figureert, maar enkel in de voorstelling op zondagnamiddag. Op voorwaarde dat we een persoonlijke babysit mogen meebrengen die haar voor en na backstage verzorgt. In totaal zal ze voor een minuutje of tien optreden, op mijn arm of die van Tom, daar zijn we nog niet uit. Maar ze is op zich heel rustig, en ze heeft nog geen schrik van anderen. Dus dat moet wel lukken.(ms)

Gelmelbier

Gelmelbier

Gelmelbier

Hoogstraten - Speciaal voor de musical werd er ook Gelmelbier gebrouwen. Tijdens de maanden augustus en september kon je het exclusieve bier komen proeven in de zomerbar aan de Laermolen, die er ter promotie was geopend.

Maar geen nood! Indien het water u nu al in de mond loopt, het Gelmelbier is ook te koop in De Gelmel, De Gulden Coppe, Den Bottel, De Velo, Het Bolks Heike, Café in Holland, het Knechtjeshuis, de Jachthoorn en de Lalaing. Of wie liever rechtstreeks bij de leverancier aankoopt, neemt een kijkje op de site: www.musicalgelmel.be. Hop, snel: u moest al weg zijn!

DE WERELD VAN SJAH

© Karel Huet