Brandveilig.com nr. 4 september 2013

Page 13

Onderzoek

V

roeger namen ondernemers voornamelijk maatregelen op het gebied van brandveiligheid omdat het moest volgens de regels van de wetgeving en/of de verzekering. Tegenwoordig ligt de nadruk steeds vaker op de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers. Het nemen van brandveiligheidsmaatregelen dekt vooral risico’s af, want de gevolgen van een brand kunnen namelijk groot zijn. Door opgelopen (rook-)schade kan het lang duren voor de ondernemer om alles weer goed te herstellen. De omzetschade kan hierdoor behoorlijk oplopen.

Onderzoek

VEBON doet sinds 2008 onder haar leden onderzoek naar het onderhoud en de inzet van kleine blusmiddelen. Ook over 2012 stelde de brancheorganisatie vragen op vier gebieden: het onderhoud van draagbare blussers, het onderhoud van brandslanghaspels, projectie en advies en brand en blussing. Onderhoudsmonteurs hebben bij het periodieke onderhoud van de blusmiddelen anonieme enquêtes ingevuld. De bedrijven die hebben meegedaan aan het onderzoek kunnen allemaal tot de grootste onderhoudsbedrijven worden gerekend. Gezamenlijk wordt hun marktaandeel op meer dan 25 procent geschat. Uit de resultaten van de verschillende jaren blijken de uitkomsten redelijk op één lijn te liggen. Brancheorganisatie VEBON laat in haar onderzoek zien dat het onderhouden en gebruiken van blusmiddelen positief bijdraagt aan het bevorderen van de brandveiligheid. Als een brand in het beginstadium ontdekt wordt, kan deze succesvol bestreden worden met een blusmiddel. Periodiek onderhoud is daarbij belangrijk: dan weet de ondernemer zeker dat het blusmiddel werkt op het moment dat het nodig is.

Inzet en onderhoud draagbare blussers en brandslanghaspels

Het onderhoud van de draagbare blussers wordt uitgevoerd volgens de Nederlandse standaard NEN 2559. Volgens de brancheorganisatie is de Europese norm echter beter. Veel bedrijven werken tegenwoordig internationaal en zowel voor de opdrachtgever als voor de leverancier is

het prettiger om volgens een eenduidige norm in heel Europa te kunnen werken. Op dit moment doet de CEN (het Europese normalisatie-instituut) een serieuze poging om te komen tot een Europese onderhoudsnorm. In 2012 werd op 19 procent van de draagbare blussers een reparatie uitgevoerd, tegenover ‘slechts’ 13 procent in 2011. Het percentage reparaties neemt dus toe. Het onderhoud van de brandslanghaspels wordt uitgevoerd volgens de Europese standaard NEN-EN 671-3. Ook hier is het reparatiepercentage toegenomen van 13 procent in 2011 naar 19 procent in 2012. Dit relatief hoge percentage heeft volgens de VEBON overigens niets te maken met de kwaliteit van de

het Bouwbesluit op de eigen zorgplicht. De gebruiker van het pand is verantwoordelijk voor het invullen van de zorgplicht. Het beleid van de overheid is om steeds minder via de wetgeving eisen te stellen aan maatregelen ten behoeve van brandveiligheid. De ondernemer is zelf verantwoordelijk voor een goede brandveiligheid in zijn gebouwen. Uit het rapport blijkt dat 2-3 op de 100 ondernemers per jaar te maken hebben met een brand in hun bedrijf. In het geval van brand weet negentig procent van de ondernemers deze brand zelf te blussen of onder controle te krijgen met behulp van een draagbare blusser of een brandslanghaspel.

Kleine blusmiddelen vertegenwoordigen een onderschatte waarde als het gaat om brandveiligheid blussers zelf: het gaat voornamelijk om invloed van buitenaf, vandalisme of verkeerd beheer. Voor de projectering van kleine blusmiddelen bestaat er in Nederland de NEN-EN 4001. Deze norm wordt binnen ons land in toenemende mate gebruikt. VEBON is bezig met de ontwikkeling van een kwaliteitswaarborg voor de uitvoering van deze norm. De deskundigheid van het individu die de norm toepast, is hierin de meest bepalende factor. Uit het onderzoek blijkt dat in 2012 de meeste adviezen zijn gevraagd op het gebied van (brand) veiligheid en vluchtwegen/noodverlichting.

Eigen verantwoordelijkheid

Eisen over het onderhoud van kleine blusmiddelen komen meer en meer in uniforme wetgeving als het Gebruiksbesluit en het Bouwbesluit terecht. In het nieuwe Bouwbesluit wordt het onderhoud van draagbare blussers gekoppeld aan de NEN 2559. De overheid houdt hierbij een minimale onderhoudstermijn aan van twee jaar. Voor brandslanghaspels wijst

Conclusie

Kleine blusmiddelen vertegenwoordigen dus een belangrijke en misschien wel onderschatte waarde als het gaat om de brandveiligheid in ondernemingen. Ondanks jaarlijks onderhoud moet bij gemiddeld 14 procent van de blusmiddelen een extra ingreep worden gepleegd door een onderhoudsmonteur om ervoor te zorgen dat het blusmiddel gebruiksklaar is. Periodiek onderhoud is dus belangrijk. Het loont om te investeren in kleine blusmiddelen, in het onderhoud ervan door een vakbekwaam persoon en in het opleiden van personeel voor het omgaan met kleine blusmiddelen. Volgens VEBON kunnen ondermemers nog meer verantwoordelijkheid nemen en nog beter letten op het gebruiksklaar zijn van kleine blusmiddelen. In geval van twijfel moeten ze contact zoeken met een deskundige. Verder kan de aandacht voor een juiste projectering, zichtbaarheid en bereikbaarheid van kleine blusmiddelen nog flink verbeterd worden. * Aline de Bruin is journalist bij Vakmedianet

nummer 4

september 2013

13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Brandveilig.com nr. 4 september 2013 by VMN Media - Issuu