7 minute read

Lessen uit verleden helpen kiemgroentespecialist coronatijd door

V.l.n.r.: Pepijn, Eva en Sven van der Plas

Zo gek als in 2011, toen tijdens de EHEC-crisis binnen 24 uur 70% van de omzet verloren ging, was het afgelopen jaar niet, maar ook de coronacrisis trof kiemgroentenspecialist Van der Plas Sprouts. Ruim anderhalf jaar na het uitbreken van de crisis lijkt het ergste achter de rug. De productie was hartje zomer zelfs weer helemaal terug op peil. Dusdanig zelfs, dat het een uitdaging was om de aantrekkende markt weer volop te beleveren nu ook het eigen personeel de terrasjes eindelijk weer eens kon opzoeken. Maar Eva van der Plas, algemeen directeur bij het familiebedrijf waar inmiddels met ook broers Sven en Pepijn de derde generatie aan het roer staat, klaagt niet. In 2020 werd quitte gedraaid en voor dit jaar ziet het er positief uit.

“We draaien inmiddels weer heel lekker,” vertelt Eva eind juli in de fabriek in Broek op Langedijk. Steeds grotere delen van Europa gaan immers weer ‘open’ en dat doet de consumptie van kiemgroenten goed. Eerder was dat ook al in de zomer van 2020 zo. “Zodra mensen de terrassen weer opzochten, zag je onze afzet aantrekken. Maar het is zeker niet zo dat wij net zo zwaar getroffen zijn als horecaondernemers. Ook de retail beleveren wij. Niet als grootste afzetmarkt, maar het heeft er wel voor gezorgd dat we goed hebben kunnen overleven en uiteindelijk in 2020 bijna geen verlies hebben gemaakt. Dat is in coronatijd best een prestatie.”

DRAAIBOEK

Nu kijkt men bij de kiemgroentespecialist allang niet meer op van een crisis hier en

daar. Voedselveiligheidsrisico’s liggen continu op de loer en zodra het ergens in de keten fout gaat, straalt dat ook af op de producten van anderen. Eva kan zich de EHEC-crisis in 2011 nog goed herinneren. Destijds stond haar vader Theo nog aan het roer. Hij maakte in die tijd een draaiboek waarvan Eva en haar broers, die de EHEC-crisis ook al van dichtbij meemaakten, vandaag de dag nog steeds profijt hebben. “Van wat er toen is gebeurd, hebben we veel geleerd. Zodra corona toesloeg in Italië, zijn we gaan anticiperen en hebben we zaden en grondstoffen ingeslagen voor het geval de grenzen zouden sluiten. Ook hebben we helaas afscheid moeten nemen van uitzendkrachten toen duidelijk werd dat onze markt geraakt zou worden. Eerst leek het nog een voorbarige stap, maar vier dagen later was het ook hier raak. Dat we mede dankzij de lessen uit het verleden zo snel hebben weten te anticiperen is nu onze kracht geweest.”

Een belangrijk deel van de kiemgroenten van Van der Plas Sprouts is bestemd voor export. Het merendeel van dat product wordt door de kiemgroentenspecialist in exportverpakkingen verpakt en gaat via tussenhandel naar het buitenland. Een enkele klant belevert men vanuit Broek op Langedijk ook zelf. Vrijwel al het product blijft uiteindelijk in Europa. Bang voor steeds meer lokale concurrentie is Eva niet. “Ook hier in Nederland hebben we volop concurrentie, maar dat geeft niet. Het daagt ons uit om beter te worden. Bijvoorbeeld ook op het gebied van voedselveiligheid. Daarin willen we vooroplopen. Het maakt dat de retail voor ons kiest.”

Rode bieten smoothie bowl

Taugé

TESTEN EN TRACEREN

Maar hoe zorg je dat je hierin vooroploopt? “Vooral door al tijdens het productieproces, waarbij wij kiemen op water telen, water op te vangen en naar het laboratorium te sturen voor testen. Dat betekent dat wij voordat wij gaan oogsten al weten of er listeria, E. coli of salmonella is gevonden. Dat is uniek. Het kost ons zo’n vijftienduizend euro per maand, maar maakt wel dat wij kiemen van hele hoge kwaliteit en met hele hoge voedselveiligheidsstandaarden kunnen leveren. Daarbovenop testen we uiteraard ook de zaden al vooraf, zoals bij wet is verplicht. Maar juist het testen tijdens de productie is iets waarin wij ons onderscheiden. Het is ook belangrijk om vanwege eerdere crisissen in de sector het vertrouwen terug te winnen.”

Hoewel met de loop der jaren al grote stappen zijn gezet op hygiënegebied, blijven er ook nog steeds stappen gezet worden. Zo investeerde Van der Plas Sprouts in een nieuw ERP-systeem, waardoor het mogelijk is binnen één uur tijd tot op het lotnummer van een partij zaden product te traceren in het schap. En het kan nog sneller, weet Eva. “In de nabije toekomst verwacht ik dat het zelfs mogelijk is binnen een half uur het product in de keten van zaad tot bakje te traceren.” Naast traceren, gaat ook de productie steeds sneller. Voor een belangrijk deel vanwege automatisering. “In de teelt en bij de oogst automatiseren we al veel en is nog meer doen moeilijk, maar zeker bij het verpakken zijn nog veel stappen te zetten. Dat willen we ook zeker doen in de toekomst. Overigens niet om ‘handjes’ te besparen. Ik denk namelijk niet dat de investering in machines maakt dat je veel minder mensen nodig hebt. Je hebt alleen andere mensen nodig. Mensen die machines kunnen aansturen. Zulke mensen moet je opleiden.” Anders dan bij het verpakken werkt Van der Plas Sprouts in de teelt en bij de oogst vooral met vaste krachten. “Dit is heel specifiek werk. Ook omdat de helft van je dagtaak bestaat uit schoonmaken. Dat is namelijk zó belangrijk. Mensen realiseren zich dat vaak niet als ze hier solliciteren. Daarom vertellen wij het altijd direct.”

LOEMPIAKARREN

In totaal telt het assortiment van Van der Plas Sprouts momenteel 20 verschillende soorten kiemgroenten. Met de jaren is dat zo gegroeid. De eerste generatie, Eva’s opa Arie van der Plas, begon samen met zijn broer ooit met taugé. Nog steeds een belangrijk product, waarvan er veel naar de supermarkten gaat, maar waarvan ook nog steeds eigenaren van lokale loempiakarren dagelijks een aantal kilo los komen halen. “Anders dan vroeger bestellen ze nu wel een dag van tevoren. We zijn vanwege de groei van ons bedrijf (waar in normale tijden doordeweeks zo’n 125 man werkt red.) niet meer zo flexibel als toen die klanten dertig jaar geleden bij ons langskwamen, maar het blijft mooi om ze terug te zien komen. Lopend in Alkmaar weet ik nog steeds bij welke loempiakar ik onze taugé tegenkom. Dat blijft bijzonder.”

Maar er is veel meer dan taugé. Bij Van der Plas Sprouts weten ze dat als geen ander. Nog steeds worden er nieuwe soorten ontdekt, waarmee vooral broer Pepijn zich bezighoudt. Ook komen er koks met ideeën, al was dat vanwege corona door moeilijker en was het contact de afgelopen anderhalf jaar minder dan normaal.

MET HANDEL NAAR CONSUMENT

Nu komt die vraag enerzijds vanuit de foodservice en horeca en anderzijds uit de retail. Een uitdaging voor Van der Plas Sprouts is om ook rechtstreeks de consument te bereiken. “Daarom zijn we actief met foodbloggers. Zo hebben we met ‘Uit Paulines Keuken’ samengewerkt om ons product te promoten. Al is het vaak zo dat de promotie niet zozeer met onze naam erbij is, maar meer in zijn algemeenheid voor de productgroep kiemgroenten. In supermarkten ligt bovendien vaak private label. Bij de promotie kan het net zo goed om tuinkers, een product dat wij niet hebben, gaan. Voor ons ook prima. Het belangrijkste is dat mensen kiemgroenten leren kennen.”

Van der Plas Sprouts denkt, zeker nu de horeca weer aan het opkrabbelen is, aan het aanhalen van de banden met die sector. Vlak voordat corona uitbrak in Nederland werden hierin samen met een horecagroothandel al stappen gezet. Diverse chefs kwamen in de kiemgroentenfabriek over de vloer om over de mogelijkheden met het product te leren. “Helaas gooide corona hier roet in het eten, maar nu willen we dat zeker weer oppakken.” Overigens ziet Eva vooral kansen in de samenwerking met horecagroothandels bij het aanhalen van de banden met de horeca. “Wij hebben zelf een eigen productontwikkelaar met mooie recepten en ideeën, maar uiteindelijk zijn het de horecaondernemers, waaronder in ons geval veel broodjeszaken, brasseries en lunchrooms, die onze ogen en oren in de markt zijn. En ook chefs, al zie je daar in het hogere horecasegment nu nog vooral cressen op het bord en minder kiemgroenten. Dat mag van mij zeker meer worden. Al ben ik wel nuchter en reëel: Acht soorten kiemgroenten op één bord zie ik niet zomaar gebeuren.”

This article is from: