Hr interactif 1030 archives du papier a la brique nl

Page 1

Schaarbeek VAN PAPIER TOT BAKSTEEN Geschiedenis van het gemeentehuis

Onthullingen van het archief



Schaarbeek

VAN PAPIER TOT BAKSTEEN Geschiedenis van het gemeentehuis


 G e m ee nte h ui s va n Sch a a r b e e k, an sic ht kaar t [ GA S ]

4

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


I NH OU D Voorwoord 07 De oude gemeentehuizen

08

De bouw van een nieuw gemeentehuis

10

De wedstrijd

11

De verliezers van de wedstrijd

12

De inhuldiging van het gemeentehuis door Leopold II

14

De brand

16

Een eerste waarschuwing

16

De grote brand

16

De methode van brandstichting

18

De dag na de ramp

18

Heel de pers spreekt erover

20

Het onderzoek

21

Een geĂŻnspireerde schilder

22

Politieke gevolgen

23

De wederopbouw en uitbreiding

24

Achter een Van Ysendyck kan een andere schuilgaan

24

Werken in tijden van oorlog

26

De tweede inhuldiging

27

Plaatsbezoek 28

Schaarbeek 2018

Een huwelijk van oud en nieuw

28

De Loketzaal

30

De gebrandschilderde ramen

31

Van Ysendyck-stijl voor de gebrandschilderde ramen

32

Wandtapijten

38

De panelen voor de sectiezaal en de collegezaal

39

De verdwenen panelen

43

De beeldhouwwerken, schilderijen en tekeningen

44

Het houtwerk, smeedwerk en andere afwerkingen

47

BiografieĂŤn van de architecten

49

Jules-Jacques Van Ysendyck

49

Maurice Van Ysendyck

50

Bibliografie 51

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

5


Onderzoek en opmaak Aline Wachtelaer, kunsthistorica en gemeentelijke adjunct-archivaris te Schaarbeek Martine Goldberg, gemeentearchivaris Schaarbeek Hartelijk dank aan Françoise Jurion, kunsthistorica, voor haar medewerking aan de opmaak Credits foto’s Gemeentearchieven van Schaarbeek [GAS]: 4, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 26, 27, 28, 30, 37, 38, 39, 42, 43, 44, 45, 46, 47. Kunstcollectie van Schaarbeek [ACS]: 12, 22, 36, 37, 42 De volgende afbeeldingen worden gereproduceerd met toestemming van het Stadsarchief van Brussel [SAB]: 26, 29, 30, 31, 32, 33, 43, 48 De volgende afbeeldingen worden gereproduceerd met toestemming van Mevr. Laure Hammes-Quittelier: 36, 37 Grafische vormgeving Kramik bvba Verantwoordelijke uitgever Gemeente van Schaarbeek, Bernard Clerfayt, Burgemeester, Colignonplein - 1030 Schaarbeek © Alle rechten voorbehouden

6

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


VO O R WO O R D In dit tweede nummer van Onthullingen van het archief heeft onze gemeentedienst het over een interessant thema dat iedereen zal aanspreken. Hierin ontdekt u het verhaal achter de bouw van het Schaarbeekse gemeentehuis die niet altijd even makkelijk is verlopen. Het is algemeen geweten dat het gebouw in 1911 werd verwoest door een verschrikkelijke brand. Wat minder bekend is, is de koppigheid waarmee de Schaarbekenaren het heropbouwden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ook hieruit blijkt het devies van onze gemeente: pertinax sed fructifer. De bouw van het gemeentehuis is ook een familiegeschiedenis. Namelijk die van Jules-Jacques Van Ysendyck, de eerste architect, en zijn zoon Maurice die verantwoordelijk was voor de wederopbouw en uitbreiding. Zij zorgden voor een elegant huwelijk tussen de Vlaamse renaissancestijl en de Italiaanse renaissancestijl, maar ook met art nouveau. We mogen ook de belangrijke bijdrage niet vergeten van de kunstenaars en ambachtslieden die het gebouw hielpen inrichten. Vandaag hoeven we enkel naar de verbaasde blikken van sommige bezoekers te kijken die dit imposante gebouw betreden, om te beseffen dat al deze inspanningen hun vruchten hebben afgeworpen. Het gemeentehuis is een afspiegeling van Schaarbeek: het heeft een rijke geschiedenis en een rijk erfgoed, maar is ook op de toekomst gericht. Veel leesplezier,

B e r n ar d C l e r fay t B u rg e m e e s te r

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

7


D E OU D E G EM E EN TE H UIZ E N De gemeente Schaarbeek ontstond in 1795 als administratieve entiteit. Dit was het gevolg van een beslissing die in Parijs werd genomen door het Comité van Algemeen Welzijn, na de Franse overwinning op de Oostenrijkse Nederlanden. De nieuwe, Franse bezetter schaft de “Kuip van Brussel” af, die uit 1301 dateerde, waardoor de stad haar grondgebied “buiten de muren” kwijt raakte. Schaarbeek werd toen een zelfstandige gemeente, als onderdeel van het kanton SintStevens-Woluwe, en annexeerde het gehucht Helmet.

De problemen in verband met een uitbraak van cholera brachten de gemeentelijke verantwoordelijken ertoe om er een ziekenhuis in onder te brengen. Daarom besloot de gemeenteraad op 13 augustus 1849 om in de Sint-Paulusstraat 24 een ruimte te huren voor haar administratieve diensten. Dit gebouw, precies gelegen op de plaats waar de Koninklijke Sinte-Mariastraat begint, achter de kerk met dezelfde naam, werd tot in 1864 gebruikt.

Eind 1799 werd het administratieve bestaan van de gemeente officieel erkend met de benoeming van een burgemeester (André Goossens), een adjunct (schepen) en een gemeenteraad. Het principe van gemeentelijke autonomie werd echter pas definitief toegepast na de revolutie van 1830 en de oprichting van België. Dat jaar voerde de voorlopige Belgische regering ook de verkiezing van gemeentelijke mandatarissen in. Het eerste gebruik van een gemeentehuis in Schaarbeek dateert uit 1829. Het gebouw bestaat nu niet meer, maar bevond zich op de hoek van de huidige Louis Bertrandlaan en de Haachtsesteenweg. Op de verdieping vonden de vergaderingen van het College en de gemeenteraad plaats, terwijl het gelijkvloers als klaslokaal en woning voor de leraar dienst deed. Op 14 april 1831 vond er de eerste eedaflegging van de lokale bestuurders plaats.

8

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

 He t d o r p Sch a a r b e e k i n h e t b e g i n va n d e 1 9 d e e e uw, te ke n a a r J ean - B apt iste De J o n gh e, lit h o [ GA S ]


Maar toen de Koningsstraat werd doorgetrokken en zo de Sint-Paulusstraat deed verdwijnen, moesten de Schaarbeekse mandatarissen op zoek naar een derde locatie. Anderzijds speelde de bevolkingsgroei ook een sleutelrol bij het

verlangen om een meer aangepaste plek te vinden om de burger van dienst te zijn. Hiertoe kocht het gemeentebestuur een gebouw in de Paleizenstraat 81.

 H e t g e b o uw n a a s t h e t Vr e d e g e r e cht i n d e Pa l e i ze n s t r a at d e e d va n 1 864 tot 1 8 87 d i e n s t a l s g e me e nte h ui s , a l vo r e n s h e t e e n b e r o e p s - en h ui s h o ud s ch o o l we r d , an sic ht kaar t [ GA S]

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

9


DE BOUW VAN E EN NIE UW G EM E EN TE H UIS De wed str i j d Vanaf 1871 wordt het plaatsgebrek in het gemeentehuis in de Paleizenstraat voelbaar. Het plan om het gebouw uit te breiden vond geen genade in de ogen van de gemeenteraad, die daarop besloot dat Schaarbeek een nieuw gebouw moest krijgen. Wegens financiële problemen kon de gemeenteraad pas in 1881 de bouw van een gemeentehuis goedkeuren. Toen moest enkel nog een locatie worden gevonden. De gemeenteraad koos voor het centrum van een nieuwe, nauwelijks bebouwde wijk die zich rond de Koninklijke Sinte-Mariastraat moest ontwikkelen, tussen de Sint-Servaaskerk en de Berenkuil. Een maand later werd een wedstrijdprogramma uitgewerkt, dat voorzag in een maximumbedrag van 1.200.000 frank voor de bouw, de binneninrichting en het meubilair. Achtentwintig dossiers werden voorgelegd aan de jury, die koos voor het dossier van architect Jules-Jacques Van Ysendyck. Twee niet-gekozen kandidaten, Valère Dumortier en Charles Neute, verzetten zich meteen tegen deze keuze; volgens hen zou het ontwerp van Van Ysendyck, door zijn omvang, niet aan de opgelegde budgettaire limieten voldoen. Andere mededingers sloten zich hierbij aan. Daarop vroeg de jury aan architect Willem Kuhnen om het weerhouden project te onderzoeken.

10

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

Kuhnen maakte een bestek en een meetstaat op die bevestigden dat de werken waarschijnlijk te duur zouden worden. Maar na een tweede beraadslaging stelde de jury vast dat geen enkel ingediend voorstel aan de voorwaarden voldeed. Op advies van de jury besloot de gemeenteraad dan maar om de wedstrijd te annuleren.

 Aa n ko n d i g i n g va n d e we d s t r i jd vo o r d e b o uw va n h e t g e me e nte h ui s , 8 ju li 1 881 , af f ic h e [ GA S ]


De verliezers van de wedstrijd Elke deelnemer aan de wedstrijd diende zijn dossier anoniem in onder een motto, om een onpartijdige keuze van de toekomstige architect te garanderen. Jules-Jacques Van Ysendyck, die op de eerste plaats eindigde, koos als motto: “Monumenten zijn een uiting van de levenskracht van een volk”. Drie ontwerpen eindigden ex aequo op de tweede plaats: “Van’t ouw’t nieuw”, van Octave Van Rysselberghe (1855-1929), “De rode ster ”, van Valère Dumortier (1848-1903) en “De letters S en H met elkaar verstrengeld”, van Charles Neute. In zijn nummer uit 1885 stelde het dagblad L’Émulation, van de Société Centrale d’Architecture de Belgique (SCAB), de ontwerpen van Valère Dumortier en Octave Van Rysselberge voor. De SCAB benadrukte in het bijzonder de kwaliteiten van de twee ontwerpen die aan de programmavereisten beantwoordden, ondanks praktische en esthetische bezwaren. Het ontwerp van Charles Neute werd het jaar daarop gepubliceerd.

 Ontw e rp va n Va lè re Du m or tie r, p re nt van L’É m u lat io n va n d e ce mb e r 18 8 5 [ GA S ]

Ont we r p va n Ch a r l e s N e ute , pr ent van  L’ Ému l at i o n va n 1 886 [ GA S ]

 Ont we r p va n Octave Va n R ys s e l b e rg h e , pr ent van L’ Ému l at i o n van dec em ber 1 885 [ GA S ]

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

11


Na de annulatie van de wedstrijd stelde de gemeenteraad op 10 april 1883 een bijzondere commissie aan, om het met Van Ysendyck eens te worden over de plannen voor het toekomstige

gemeentehuis en om een contract met hem op te stellen. De commissie vroeg om een voorontwerp, rekening houdend met enkele kleine aanpassingen aan het wedstrijdprogramma.

 Ont we r p va n J ul e s - J a cq ue s Va n Ys e n d yck , r epr o du c t ie van een teken in g [ GA S ]

 “J u le s -J a c q ue s Va n Ys e n d yck s te l t d e p l a n n e n vo o r h e t g e me e nte h ui s voor a a n d e l e d e n va n h e t C o l l e g e ”, o nt w er p vo o r een dr ielu ik vo o r de C o llegezaal, sc h ilder : A lexan dr e M ar kelbac h [ KC S ]

12

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


In januari 1884 werd het contract ondertekend tussen de gemeente en Jules-Jacques Van Ysendyck. De werken werden gegund aan de algemene aannemers Snaps en Mège. De eerste steen werd op 15 maart 1885 gelegd. De werken waren snel klaar, in minder dan drie jaar tijd. Na afloop van de bouw bedroegen de kosten 1.140.000 frank, minder dan het aanvankelijk voorziene bedrag. Op 21 juli 1887 werd het “gemeentepaleis” ingehuldigd, met veel bombarie en in aanwezigheid van koning Leopold II, de graaf van Vlaanderen en prins Boudewijn.

C ontra c t m e t J u le s -J a c qu e s Va n Ys e n d yck ,  13 j a n u a r i 1 884 [ GA S ]

 Ee r s te s te e n l e g g i n g , 1 5 m aar t 1 885, foto [ GA S]

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

13


De inhuldiging van het gemeentehuis door Leopold II Op 21 juli 1887 werd het gemeentehuis ingehuldigd onder een zonovergoten hemel. Overal in de gemeente werden vlaggen uitgehangen. De menigte dromde samen in de grote trouwen raadszaal. Daar bevonden zich de officiële genodigden, de burgemeesters en schepenen van de andere Brusselse gemeenten. Achille Colignon, burgemeester van Schaarbeek, opende de inhuldigingszitting van de gemeenteraad. Daarna arriveerde de koninklijke stoet via de Koninklijke Sinte-Mariastraat. Koning Leopold II, de graaf van Vlaanderen, prins Boudewijn en enkele ministers werden ontvangen door de gemeenteraadsleden en woonden in het gebouw de toespraak van de burgemeester bij. Terug onder het inkomportaal woonden ze het door fanfares begeleide defilé van de burgerwacht, scholieren en Schaarbeekse verenigingen bij. Na het vertrek van de koninklijke delegatie werd het publiek uitgenodigd om het gebouw te bezoeken. Een ballon werd opgelaten en landde een uur later zonder enig incident in de buurt van Ninove. Het vuurwerk, het hoogtepunt van het spektakel, werd afgeschoten met als pronkstuk een beeld van de gevel van het gemeentehuis. In de daaropvolgende dagen vonden in de wijken van de gemeente tal van volksfeesten plaats (meibomen, spelen, koersen en wedstrijden).

 I nhuldiging van he t ge m e e nte hu is d oor Le opo l d II, d e f i l é va n d e s ch o l e n , 21 ju li 1 887, foto [ GA S ]

14

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


Het gebouw kampte algauw met onderhouds- en conservatieproblemen. Stenen barstten en vielen op de grond. Daarom werd architect Jules Barbier, een leerling van Jules-Jacques Van Ysendyck, in januari 1905 belast met de renovatiewerken. Die begonnen met de wederopbouw van de toren. Maar in 1910 stierf Barbier; hij werd opgevolgd door Vital Rosseels. De renovatie was allesbehalve klaar toen de brand uitbrak.

De a c hte rz ij d e va n  he t ge m e e nte hu is tij d e n s d e re no vatie , oms tre e k s 19 10 [GA S ]

 De eretra p v óór d e bra nd , a n s i chtka a r t [ GA S ]

 He t g e me e nte h ui s vó ó r d e b r a n d , foto [ GA S]

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

15


D E B R AND Een eerste waars c h u w i n g Op 17 april 1911, op Paasmaandag en een kermisdag, krioelde het van de mensen op het Colignonplein voor het gemeentehuis. Rond 19u15 merkten voorbijgangers een gloed op achter de vensters van het kantoor van de controleur, op het gelijkvloers in de linkervleugel, boven het politiecommissariaat, aan de kant van de Florisstraat. De brand was snel onder controle, maar op de plaats van de brand vond men houtsnippers die in een brandbare vloeistof waren gedrenkt (ongetwijfeld terpentijn), en resten van een varkens-

blaas. Bovendien was het kantoor waar de brand uitbrak, al drie dagen gesloten. Dat het om kwaad opzet ging, stond snel vast. Auguste Reyers, de toenmalige burgemeester, verwittigde meteen het parket. Nadat deze eerste brand was geblust, inspecteerde Reyers samen met de schepen van financiën, de gemeentelijke ontvanger en de commissaris de lokalen naast het kantoor van de controleur om zich ervan te vergewissen dat alles normaal was. De vier mannen vonden niets.

De grote b ran d Om 22u15 brak er een nieuwe brand uit op de zolder van de rechtervleugel, langs de Eenensstraat, boven de kantoren van de dienst werken.

Hij kreeg een metalen ornament op zijn hoofd en liep een schedelbreuk op.

De brand woedde zo hevig dat de kantoren van de burgerwacht en de toren al snel in lichterlaaie stonden. Niet veel later stond de hele rechtervleugel in brand. De vlammen bereikten ook de stellingen voor de renovatiewerken en zetten uiteindelijk het hele gebouw in lichterlaaie. De waterstralen van de brandweer raakten met moeite tot aan de top van de toren, die voor de ogen van de menigte instortte. In alle paniek vergat men vijf dronkaards in de “ontnuchteringscel” van het commissariaat. Een brandweerman raakte gewond en werd afgevoerd.

16

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

 He t g e me e nte h ui s i n b r a n d , an sic ht kaar t [ GA S ]


De brandweer van Sint-Joost-ten-Node, Brussel-Stad, Laken en Woluwe kwamen de Schaarbeekse brandweer ter hulp. Reyers woonde de ramp bij, net als Adolphe Max, burgemeester van Brussel-Stad. Telkens het vuur een ander deel van het dak bereikte, werd het nog heviger. De radeloze marktkramers probeerden hun kraampjes te redden, terwijl hele stukken van het gebouw naar beneden vielen en een tweede brandweerman gewond raakte. Een explosie werd gehoord: de patronen van de burgerwacht, opgeslagen in het gemeentehuis, hadden vuur gevat.

Omstreeks drie uur ‘s ochtends was de brand eindelijk onder controle.

Zeven brandweerslangen waren in actie, maar de brand verminderde niet. De vlammen reikten tot aan de top van de toren, op dertig meter hoogte. Desondanks wisten de ordediensten de menigte onder controle te houden. Men zag zelfs enkele inwoners verschijnen achter de vensters en balkons van de huizen rondom het plein. Doordat de stellingen voor de renovatie in brand stonden, raakten de brandweermannen niet tot bij de brandhaard binnenin het gebouw. De brand woedde het hevigst aan de rechterkant, waar zich de diensten van de burgerlijke stand bevonden, met hun eigen papieren, waaronder die van de volkstelling en nog tal van andere. De linkerkant werd daarentegen minder zwaar getroffen. Daar bevonden zich in een kluis de gemeentekas, de boekhouding en de archieven van de politie; al deze documenten konden worden gered.

 He t g e me e nte h ui s i n b r a n d , an sic ht kaar t [ GA S]

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

17


De methode van brandstichting De brandstichter gebruikte een vernuftig systeem om de brand met vertraging aan te steken. Hiervoor vulde hij een varkensblaas met terpentijn of nafta, een brandbare vloeistof. Die sloot hij af met een touw en hing hij met een nagel aan de muur. Daar plaatste hij houtsnippers en een kaars onder die hij aanstak. Die kaars zou dan de houtsnippers in brand steken en door de vrijgekomen warmte zou de blaas ontploffen en de brandbare vloeistof verspreiden op de muren en het houtwerk. En klaar is kees.  N a ge m a a kte me t h o d e va n b r a n d s t i cht i n g : va r ke n s b l a a s , hou ts nipper s e n ka a r s , foto [ GA S ]

De dag na de ramp Op dinsdag 18 april, de dag na de brand, liet Auguste Reyers in heel de gemeente een bericht aan de bevolking ophangen, waarin werd meegedeeld dat de gemeentediensten onmiddellijk en provisorisch naar de technische school in de Bijenkorfstraat zouden verhuizen.

volksgezondheid, alsook de op zolder opgeslagen archieven, gingen daarentegen allemaal verloren. De kunstwerken die niet verloren gingen, werden op een veilige plaats opgeslagen.

De Brusselse Trammaatschappij stelde twee voertuigen ter beschikking, waarin de politiediensten en telefonie werden ondergebracht. Vanaf 20 april maakte Reyers de balans van de ramp op voor de gemeenteraad: het secretariaat, de militie, het onderwijs, de waterdienst, het economaat, de boekhouding, de controle, de gemeentekas, het kadaster, de burgerlijke stand, de begrafenissen, de kieslijsten, de werkbeurs, de administratieve dienst voor werken en de hygiënische dienst werden gespaard, hoewel tal van documenten waterschade opliepen. De documenten van de bevolkingsdienst, de dossiers en de bibliotheek van het plaatselijke Comité van

18

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

He t g e me e nte h ui s  na de brand, an sic ht kaar t [ GA S ]


 Van bo ven tot bene d e n e n va n l i n k s tot re chts : Ee n b r a n d we e r ma n a a n d e i n g a n g , foto [ GA S ] - De t r o uw- e n r a adszaal ( zic ht op d e trou w ka nt), p a n s i chtkaar t [ GA S ] - He t ka b i n e t va n d e b urg e me e s te r, foto u it h et d agblad L’Excelsior, 2 0 a p ri l 19 11 [G A S] - G e re d d e vo o r we r p e n , an sic ht kaar t [ GA S ] - He t g e ïmp r o vi s e e r d e p olitiebureau, ans i chtka a r t [ G A S] - Ac hte rz ij d e va n h e t g e me e nte h ui s n a d e b r a n d , foto [ GA S ]

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

19


Heel de pers spreekt erover In de dagen na de brand ging het in de Belgische pers vooral over het misdrijf dat de gemeente Schaarbeek getroffen had. De gebeurtenis vond ook een internationale weerklank. Uitreksel uit La Dernière heure, donderdag 20 april 1911: De stellingen rond het gemeentehuis stortten in; zwartgeblakerd of gesmolten puin lag her en der op de vloer. In hun val hadden ze de twee rijk versierde, smeedijzeren luchters in de hoofdingang gemist. De witte stenen in de torens en kroonlijsten waren verbrokkeld als ging het om zandsteen; ze losten op tot een grijsachtig poeder dat als een fijne regen neerviel op het Colignonplein. Al pleit dat niet in hun voordeel; het arduinen portaal werd ook zwaar aangetast; de eretrap lag bedekt onder een laag van puin. Dit was echter niet aan de brand te wijten, maar wel aan de val van enorme balken op deze plaats.

 He t p ui n i n h e t p o r ta a l n a d e b r a n d , foto [ GA S ]

 Da g b l a d La De r n i è r e h e ur e , edit ie van 1 9 apr il 1 91 1 [ GA S ]

20

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


H et ond erzo ek Het onderzoek werd toevertrouwd aan instructierechter Babut du Marès. De deskundigen vonden zes brandhaarden, verspreid over het gebouw. Doordat men de eerste brand onder controle had gekregen, kende het parket de methode waarmee de brandstichter(s) brand had(den) gesticht. De politie deed navraag bij de slagers, charcutiers en drogisten van Schaarbeek om te achterhalen of iemand het materiaal had gekocht waarmee de brand was aangestoken. Wie kon er binnen in het gemeentehuis op een dag waarop het niet open was voor het publiek? De schuldige(n) leken het gebouw goed te kennen en moesten wel een sleutel of loper hebben waarover enkel bepaalde gemeentelijke medewerkers konden beschikken. Getuigen werden ondervraagd. De conciërge was die dag ziek en bedlegerig, zij kon niet controleren wie er binnen en buiten liep.

anarchist, een criticus met een persoonlijke wraak tegen het gemeentebestuur, een aannemer die jaloers was dat hij het contract voor de renovatie van het gebouw niet had binnengehaald, zoals sommigen meenden? Het gonsde van de geruchten. Op de dag van de feiten zou men gesprekken hebben opgevangen waarin de brand werd gepland, ook zou men verdachte individuen op het Colignonplein hebben opgemerkt. Er waren tal van anonieme brieven en fantasierijke beschuldigingen. Het onderzoek geraakte geen meter vooruit. Ondanks een premie van 10.000 frank die door de gemeenteraad was uitgeloofd voor al wie de schuldige(n) hielp ontdekken, blijft het mysterie tot op de dag van vandaag onopgehelderd.

Wie had er belang bij een brand in het gemeentehuis? Was het het werk van een gek, een

 De leden van het pa rke t kom e n te r pla ats e , a nsic ht kaar t [ GA S ]

 B e r i cht i n ve r b a n d me t d e b e l o n i n g d i e we r d ui t g e l o o fd o m d e s ch ul d i g e ( n ) te vi n d e n , 5 m ei 1 91 1 [ GA S ]

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

21


Een geïnspireerde schilder Paul Leduc (1876-1943) was een schilder met een voorkeur voor landschappen en stadsgezichten die hij in een neo-impressionistische stijl en palet schilderde. Hoewel hij afkomstig was uit de Borinage, besloot hij zich te vestigen in Schaarbeek, een stad van kunstenaars, waar hij tot zijn dood woonde. Enige tijd na de brand maakte hij een schets van het verwoeste gemeentehuis. Hij stelde het College voor om een groot schilderij te maken op basis van deze schets. Het College aanvaarde zijn voorstel en kocht ook de schets. Het schilderij hangt momenteel in een van de schepenkabinetten, terwijl de schets de zaal siert waar het College elke week vergadert.

 “He t g e me e nte h ui s n a d e b r a n d ”, 1 91 1 , sc h et s en sc h ilder ij, sc h ilder : Pau l Ledu c [ KC S ] 

22

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


Politieke gevo l gen De brand zorgde voor polemieken en spanningen tussen de katholieken en het liberaalsocialistische kartel dat de meerderheid had in de gemeenteraad. Met nog enkele maanden te gaan tot de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1911 vlogen de beschuldigingen en verwijten over en weer. De oppositie had tal van grieven. In de eerste plaats betreurden ze dat de commandant van de Schaarbeekse brandweer niet gedomicilieerd was in de gemeente, dat hij pas om 2 uur ‘s ochtends ter plaatse was gekomen in de nacht van het drama en de reddingsacties dus niet correct kon organiseren. Het antwoord hierop was dat het College vóór de brand om zijn ontslag had gevraagd. Een tweede punt van kritiek, waarop geen reactie kwam, was dat de burgemeester het gebouw niet grondig had laten doorzoeken nadat de eerste brand was geblust. Hierdoor had men misschien de andere brandstichtingsmiddelen kunnen ontdekken. Ook werden de geredde documenten snel verhuisd naar voorlopige lokalen van het gemeentebestuur, zonder zich te bekommeren om aanwijzingen die ze hadden kunnen opleveren. Deze opmerking brengt ons bij belangrijkste beschuldiging van de katholieken: het gemeenteAffic he va n he t libe ra a l-  so c ia lis tis c he ka r te l, gemeenteraa d s ve rk i e z i n g e n van 15 ok tob e r 19 11 [G A S]

huis zou in brand zijn gestoken om compromitterende papieren te doen verdwijnen. De oppositie beschuldigde Louis Bertrand, schepen van financiën, immers van malversaties. De katholieken verwezen ook naar het schandaal dat in 1908 was uitgebroken rond de liberale schepen van openbare werken Émile Vanden Putte, om de meerderheidspartijen in diskrediet te brengen.

 A f f i ch e va n d e kat h o l i e ke p a r t i j, gem eenter aadsver kiez in gen van 1 5 o kto ber 1 91 1 [ GA S ]

Die schepen werd indertijd beschuldigd van passieve corruptie bij de uitvoering van bestratingswerken. Het antwoord van de liberaal-socialisten op deze laatste twee kritieken was dat, aangezien de boekhouding gespaard was gebleven, het enkel om het verbergen van enkele oneerlijke praktijken kon gaan. Ze voegden eraan toe dat de verantwoordelijkheid van Vanden Putte, die trouwens overleed na de brand, zich niet kon uitstrekken tot zijn collega’s. Tot slot keerden ze het argument om: de katholieken hadden net zo goed baat kunnen hebben bij een brand in het gemeentehuis, om al hun beschuldigingen te kunnen uiten. Met de verkiezingen kwam er een einde aan de polemiek; de uittredende meerderheid en burgemeester wonnen immers.

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

23


D E WE D ER OP B OU W EN U I TBR E I DIN G Achter een Van Ys en dyc k kan e e n a n d e re sc h u i l g a a n De dag na de brand moesten de autoriteiten enkele dringende beslissingen nemen: heropbouwen zoals het was of een nieuw gebouw optrekken? Met welke architect? Met welke middelen? Op 19 april 1911 liet Maurice Van Ysendyck het College weten dat hij alle plannen van zijn overleden vader in zijn bezit had. Daarom werd enkele maanden later een overeenkomst gesloten met hem. Dit contract voorzag in de renovatie van de afgebrande gedeelten en een uitbreiding van het gebouw, aan de achterzijde. In zijn vooruitziendheid had College al het nodige terrein voorzien voor de uitbreiding van het gebouw. Zo tekende de architect een grote loket-

zaal in het nieuwe gedeelte. De afbraakwerken aan de te zwaar beschadigde gedeelten konden beginnen. In tegenstelling tot de eerste keer koos men ditmaal niet voor een algemene aannemer die de verschillende werken uitbesteedde aan onderaannemers. De werken werden opgedeeld in een veertigtal verschillende opdrachten. In juli 1912 werd de ruwbouw toegewezen aan aannemers ClĂŠment en Desneux. Om nieuwe kwaliteitsgebreken achteraf te vermijden, zagen het gemeentebestuur en de architect in het bijzonder toe op de keuze van de materialen en eisten ze de beste kwaliteit.

B r i e f va n M a ur i ce Va n Ys e n d yck  o ve r d e ke uze va n d e b a k s te e n , 9 septem ber 1 91 2 [ GA S ]

24

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

25


Werken in t i j den van o o rl o g De wederopbouw, die meteen werd aangevat, verliep goed. Men dacht al in oktober 1914 bepaalde diensten te kunnen installeren. Eind juli 1914 vond de voorlopige oplevering van de ruwbouw plaats, maar op 4 augustus viel Duitsland België binnen. De werken vielen nagenoeg stil, bij gebrek aan arbeiders. Toch wou Schaarbeek “een voorbeeld van burgermoed en een onwrikbaar geloof in de toekomst” zijn. De aannemers verlengden de contracten en het College verbond zich ertoe om de lonen te betalen. De werken gingen door, zij het minder snel, maar vanaf 1915 waren er honderden arbeiders aan de slag. Zo kon ook worden vermeden dat ze als dwangarbeider werden ingezet in Duitsland. De staat van oorlog bracht tal van moeilijkheden met zich mee. Zo moest de afwerking van de toren en de daken worden uitgesteld. Anderzijds moesten bepaalde loten meermaals worden aanbesteed alvorens een aannemer werd gevonden. Ook konden de stalen ramen die aanvankelijk bij de firma Henry Hope & Sons waren besteld, niet worden geleverd omdat ze uit Groot-Brittannië kwamen. Ondanks alles raakte het werk af en vond in juli 1915 de definitieve

 De ac htergevel, foto [ G A S]

26

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

 De a chte rg eve l , 1 91 2, plan [ S A B ]

oplevering van de ruwbouw plaats - met enkele beperkingen: sommige belangrijke elementen ontbraken en tal van tegels uit gewapend glas moesten worden vervangen in de dakramen van de lokethal en museumzaal. Maar de fabrieken lagen stil. Dankzij Joseph Francq, hoofd van de administratieve afdeling voor de werken, kon worden vermeden dat het gebouw werd opgevorderd door de Duitsers om er een lazaret van te maken. Met datzelfde doel namen de gemeentediensten het nog onafgewerkte gebouw in gebruik vanaf oktober 1915, ook al waren de trappenhuizen voor het publiek nog niet klaar. Uiteindelijk was de gemeente blij dat ze op die manier te werk was gegaan: als ze de werken had onderbroken om ze pas na de Wapenstilstand te hervatten, was het gemeentehuis misschien nooit af geraakt, wegens de beperkte beschikbaarheid en hoge prijzen van de materialen, die vervijfvoudigd waren. Tot slot koste alles samen ongeveer vier miljoen frank.


De tweede inhuldiging De verschillende Brusselse gemeenten kozen voor het gemeentehuis van Schaarbeek om er eer te betuigen aan koning Albert I en koningin Elizabeth voor hun houding tijdens de oorlog. Dat was ook een goede gelegenheid voor de tweede inhuldiging van het gebouw, ook al was de binneninrichting nog niet volledig klaar. Die 1 juni 1919 was een symbolische dag. De avond ervoor had in het gemeentehuis immers al een be-

 Ko n i n g A l b e r t I e n ko n i n g i n E l i za b e t h i n d e t r o uw- e n r a a d s za a l , 1 91 9, foto [ GA S ]

grafenisplechtigheid plaatsgevonden voor drie verzetsstrijders die door de Duitsers waren gefusilleerd op de Nationale Schietbaan: Gabrielle Petit, Mathieu Bodson en AimĂŠ Smekens. Burgemeester Auguste Reyers ontving het koninklijke paar en hield een toespraak waarin hij in naam van alle gemeentelijke

mandatarissen

van

Brussel zijn erkentenis betuigde aan

Ko n i n g A l b e r t I e n ko n i n g i n E l i za b e t h b o ve n d e l o ke t h a l , 1 91 9, foto [ GA S ] 

het vorstenpaar. De koning retourneerde het compliment aan de Brusselse verkozenen en bedankte hen voor hun voorbeeldige gedrag tijdens de oorlog. Na het recital van de muziekschool van Sint-Joost-ten-Node te hebben beluisterd en het gemeentehuis te hebben bezocht, vertrokken de koning en koningin onder het gejuich van de menigte op het plein.

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

27


P L A AT SB EZOE K Een huweli j k van o u d en n i euw Het ontwerp van Jules-Jacques Van Ysendyck stelde een gebouw voor in Vlaamse renaissancestijl van eind zestiende eeuw, een stijl die toen in de mode was. Hij herinnerde immers aan een tijdperk van vitaliteit en rijkdom, toen de gemeenten hun hoogtepunt beleefden. De architect liet zich inspireren door het werk dat hij in 1880 publiceerde, Documents classés de l'art dans les Pays-Bas, du Xe au XVIIIe siècle, in de geest van de grote decoratieen architectuurcompendia over de renaissance, zoals die van Hans Vredeman de Vries of Cornelis Floris de Vriendt. Maurice Van Ysendyck veranderde niets aan het door zijn vader getekende buitenaanzicht.

 Do o r s n e d e n e n vo o r a a n zi cht va n d e t r a p n a a r d e b i n n e n ko e r, 23 ju li 1 91 2, plan [ GA S ]

Hij breidde het gebouw uit door de zijgevels te verlengen en omsloot de binnenkoer achteraan met lokalen, soberder dan vroeger, maar nog net zo monumentaal.

 Zi jgevel, foto 2011

28

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

Door van het gebouw een vierhoek te maken verdubbelde het oppervlak. Het gebruik van verschillende materialen gaf de gevels een zekere dynamiek: van arduin voor de onderbouw, een mix van geverniste rode en zwarte bakstenen, naast witte stenen voor de verdiepingen, en mozaïeken


uit gekleurde en geëmailleerde tegels voor de vensterbanken. Hoewel de zoon voor het te herbouwen gedeelte op alle punten trouw bleef aan de plannen en tekeningen van zijn vader, innoveerde hij wel door een Italiaanse renaissancestijl te gebruiken in de lokethal, met o.a. marmer, Toscaanse zuilen of bogen. De compositie werd vervolledigd met een dakraam met een metalen structuur die het daglicht binnenlaat en die paste in het toenmalige modernisme. Dit modernisme blijkt ook het gebruik van bepaalde materialen en technieken, zoals gewapend beton of de installatie van liften in plaats van trappenhuizen zoals in de originele constructie.

 Ve n s te r s o p d e 2 d e ve r d i e p i n g , 1 884 , plan ( detail) [ S A B ]

 Detail van de m oza ï e ke n in e e n ve ns te rba nk op d e 1 ste ve r d i e p i n g , foto 20 1 1

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

29


De lokethal De grote lokethal, een monumentale hal die een centrale plaats inneemt in het gebouw, strekt zich uit over twee verdiepingen. Alle loketdiensten bevinden zich op het gelijkvloers en een galerij loopt helemaal rond de eerste verdieping. Boven dit alles torent een dakraam met een stalen structuur die heel het jaar door daglicht binnenlaat. De oorspronkelijke loketten omvatten de gemeentekas, de mili-

tie, de burgerlijke stand, de bevolking, de belastingen, de werkbeurs, de kieslijsten en de waterdienst. Hoewel het gebouw zelf is opgetrokken in een zogenaamd “Vlaamse” neo-renaissancestijl, is de lokethal eerder geïnspireerd op de Italiaanse renaissance, meer bepaald door zijn indeling, de grote bogen, de balustrade... Het gebruik van marmer en polychrome stenen zorgt voor een luxueus tintje. Ook zijn in bas-reliëf de twaalf tekens van de dierenriem te zien.

 Te ke n va n wate r ma n vo o r d e l o ke t h a l , oms tr eeks 1 91 2, teken in g [ S A B ]  De loke t h a l , 1 91 2, plan [ GA S ]

 De lo kethal, foto 2 011

30

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


De gebran ds c h i l derde ram e n De gebrandschilderde ramen waren zonder twijfel de belangrijkste en indrukwekkendste elementen van de binnendecoratie. Naast hun decoratieve aspect vertellen ze de geschiedenis van Schaarbeek en de verschillende bouwfasen van het gemeentehuis. Via een reeks symbolen herinneren ze ook aan de rol en plichten van de gemeente en haar verkozenen. In 1913 deed Maurice Van Ysendyck een beroep op Louis De Contini, meester-glazenmaker, om de gebrandschilderde ramen na te maken die de ambachtsman voor de rijk versierde lokalen van het eerste gebouw (trouwzaal, raadszaal, collegezaal en sectiezaal) en voor de eretrap had gemaakt. De gebrandschilderde ramen van deze grote zalen vormen een homogeen geheel. Onder de vorm van medaillons tonen ze de deugden (Wijsheid, Kracht, Waarheid, Eendracht…).

De drie gebrandschilderde ramen van de eretrap tonen de geschiedenis van het gemeentehuis onder de vorm van teksten in cartouches en medaillons, afgeboord met guirlandes van bloemen, fruit en vogels. Vóór de brand toonde het linker gebrandschilderde raam de beslissing van de gemeenteraad omtrent de aanleg van een nieuwe wijk, de goedkeuring van de plannen en de bouw van een nieuw gemeentehuis. Het rechter gebrandschilderde raam herinnert aan het begin en einde van de werken. Om de teksten te actualiseren, herwerkte De Contini de modellen van J.-J. Van Ysendyck. Het linker gebrandschilderde raam herdenkt nu de bouw van het gemeentehuis, terwijl het rechterraam de wederopbouw en de uitbreiding na de brand herdenkt. Enkel het middelste raam is hetzelfde gebleven; het herdenkt de inhuldiging van 1887.

Het gebrand s c hild e rd e ra a m  van de e re tra p, te ke n i n g (detail) [S AB] e n foto 2 011

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

31


Van Ysendyck-stijl voor de gebrandschilderde ramen In 1880, naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van België, werd er een nationale tentoonstelling gehouden om het beste te verzamelen wat het nog jonge land te bieden had. Jules-Jacques Van Ysendyck toonde er een “Vlaamse zaal met bijgebouw” in de geest van eind zestiende eeuw. Hoewel hij het ontwerp bedacht, deed hij een beroep op anderen voor de verschillende onderdelen ervan (schrijnwerk, metaal, marmer, parket, meubilair…). Sommige van deze ambachtslieden werkten ook mee aan de inrichting van het gemeentehuis van Schaarbeek, zoals Adolphe Demol of de Mechelse ateliers van Braquenié. Zelf tekende Van Ysendyck de vijf grote gebrandschilderde ramen: Poëzie die de kunst inspireert, de Schilderkunst, de Beeldhouwkunst, de Architectuur en de Muziek, vergezeld door gedichten van Emmanuel Hiel. De ontwerpen van deze ramen zijn terug te vinden in de plannen van het gemeentehuis die in het Stadsarchief van Brussel worden bewaard. Ze laten zien dat Jules-Jacques zich door deze tekeningen liet inspireren om de gebrandschilderde ramen van Schaarbeek te ontwerpen.

 Kar to n vo o r het ge bra nd s c hild e rd e ra a m “ P ict ur a ” ( Sch i l d e r k un s t ) , 1 880 [ S A B ]

32

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


Na het overlijden van De Contini in april 1915 werd de afwerking van deze gebrandschilderde ramen toevertrouwd aan Charles Baes. Hij legde de laatste hand aan het gebrandschilderde raam in het midden van de trouw- en raadszaal, met daarop het wapenschild en het devies van België. Hij maakte ook de twee gebrandschilderde zijramen van de grote zaal (momenteel beter gekend als de “hal van de burgemeesters”, op de eerste verdieping) die eer betuigen aan de gemeenteraadslieden die de bouw en wederopbouw van het gebouw goedkeurden.

 Ka riatid e va n h e t c e ntra le g e bra nd s c hild e rd e r a a m in d e trou w - e n r a a d s za a l, te ke n i n g [ S AB] e n foto 2 011

 M e d a i l l o n va n h e t ce nt r a le g e b r a n d s ch i l d e r d e r a a m i n d e t r o uw- e n r a a d s za a l , tekening [ S A B ] en foto 2 01 1

Va a s va n he t c e nt r a l e  ge bra nd s c hild e rd e r a a m i n d e trou w - e n ra a d s za a l , te ke n i n g [ S A B] e n foto 20 1 1

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

33


 G e b r andsc hilderd raam va n d e e re tra p, foto 2 011

34

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

35


In het voorjaar van 1915 werd een wedstrijd georganiseerd voor de gebrandschilderde ramen in het dak van de nieuwe lokethal en museumzaal. Meester-glazenmakers Colpaert Frères haalden de opdracht binnen. Deze dakramen waren discreet versierd en afgeboord met gestileerde plantenmotieven, volgens de toenmalige renaissancestijl. Het gebruik van gesneden gekleurd glas, vastgezet in lood, in plaats van beschilderde tegels zoals het geval was bij de eerder genoemde gebrandschilderde ramen, in een stijl die veel weghad van art nouveau en art deco inluidde, gaf de inrichting van het gebouw een moderne toets.  G e b r a n d s ch i l d e r d r a a m i n d e l o ke t h a l , foto 20 1 1 .

Dat vinden we ook terug in de gebrandschilderde ramen in de hal der schepenen, op het gelijkvloers. Deze ramen uit 1920-21, op basis van de kartons van schilder Henri Quittelier, werden ook gemaakt in de ateliers van Colpaert.

 Glasraam “ De Tij d ” in d e ha l d e r sc hepene n, te ke n a a r: He n ri Qu i tte l i e r, tekening [ KC S] e n foto 2 011.

36

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

De wapenschilden van 18 vakgenootschappen, die vóór de brand door Jean-Baptiste Capronnier waren gemaakt, werden vervangen door de verschillende levensfasen (Jeugd, Adolescentie, Volwassenheid en Ouderdom), de vier elementen, de seizoenen en de handelingen van de burgerlijke stand (Geboorte, Huwelijk, Militaire Dienst en Overlijden). Meester-glazenmakers Colpaert maakten ook de gebrandschilderde ramen in het kabinet van de burgemeester, van de gemeentesecretaris en de schepenen, die de deugden vertegenwoordigen (Liefdadigheid, Discretie, Trouw, Vrijgevigheid…), alsook de gebrandschilderde ramen aan de zijtrappen.


 G lasraam “De Zo m e r ” in d e ha l d e r sc hepenen, tekena a r: He n ri Qu i tte l i e r, tekening [KCS] en foto 2 011.

Ont we r pen vo o r glasram e n voor d e bo ve nlic hte n  van de vensters in de ka ntore n, 19 15, te ke n a a r: ate l i e r C ol p a e r t [ G A S]

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

37


De wand ta pi j ten In juni 1914 werd de Parijse vennootschap Braquenié et cie -, wiens weefatelier in Mechelen was gelegen – belast met de reproductie van de panelen van de wandtapijten voor de Trouwzaal/Raadzaal, die zij al voor de brand hadden gemaakt. De fabriek was in het bezit van de originele patronen van Jules-Jacques Van Ysendyck en ging te werk met het weven van de vier grote panelen aan de weerskanten van de deuren van beide zalen. Elk paneel was samengesteld uit een architecturaal kader, bloeiende of vruchtdragende kerselaars, een groen landschap, een wapenschild (België, Brussel, Brabant en Zinnik) en aanduidingen in twee cartouches: de een die naar de wapens verwees, de andere die de Gemeente en bepaalde wijken omschreef (Schaarbeek, Helmet, Linthout en Monplaisir).

 De t r o uw- e n r a a d s za a l vó ó r d e b r a n d ( t r o uwka nt ) , foto [ GA S ]

Door het uitbreken van de oorlog konden de werken niet worden uitgevoerd. De ateliers in Mechelen waren immers volledig leeggemaakt en de arbeiders waren weg. In 1919 zorgde Henri Baes voor een voorlopige inrichting van de zaal, met emblemen en wapenschilden uit passementwerk. Pas in 1921 werd het eerste van de grote panelen geplaatst. Aanvankelijk voorzag het contract ook in de reproductie van twee kleine zijpanelen over de Kunst en Nijverheid, op basis van de kartons van de Mechelse schilder Willem Geets. Maar Maurice Van Ysendyck wou liever de Oorlog symboliseren met de figuur van Mars, en Vrede met de figuur van Ceres. Op die manier wou hij eer bewijzen aan het einde van de oorlog. In 1925 waren de wandtapijten volledig klaar.

38

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

 Ee n va n d e wa n d ta p i jte n i n d e t r o uw- e n r a a d s za a l ( r a a d ka nt ) , fabr ikant : atelier s B r aqu en ié & C o, foto 20 1 1


De p ane l en vo o r de s ec t i eza a l e n c o l l e g e za a l Met hun identieke indeling was er in de sectiezaal en de collegezaal plaats voor een schilderij boven de schoorsteen en voor twee grote panelen naast de deuren naar de trouwzaal en de raadszaal (één aan de kant van de trouwzaal, één aan de kant van de raadszaal). Twee Schaarbeekse kunstenaars schonken elk een van hun werken aan de gemeente, om boven de schoorstenen te hangen. Dat waren Jules-Jacques Van Ysendyck stelt de plannen van het gemeentehuis voor aan het College van Alexandre Markelbach voor de collegezaal en De liefdesfontein van Jean-Emmanuel Vanden Bussche voor de sectiezaal. In 1892 schonk Émile Van Damme-Sylva zijn paneel De oude Sint-Servaaskerk, dat in de collegezaal werd gehangen.

 De t r o uw- e n r a a d s za a l ( r a a d ka nt ) vó ó r d e b r a n d , an sic ht kaar t [ GA S ]

 D e s e ct i e za a l vó ó r d e b r a n d , foto [ GA S ]

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

39


In 1898 organiseerde de gemeente een wedstrijd om de twee zalen verder in te richten. De thema’s waren een afbeelding van allegorieën over het huwelijk voor de sectiezaal en een pittoresk hoekje van Schaarbeek (om naast het reeds aanwezige paneel van Van Damme-Sylva te hangen) voor de collegezaal. Omdat ze niet tevreden was over de ingediende projecten, annuleerde de jury de wedstrijd. Uiteindelijk bestelde het college in 1900 een tweede paneel bij Van Damme-Sylva (Entrée de la vallée Josaphat). Ook werden drie kunstenaars - Herman Richir, Privat-Livemont en Josse Impens - gevraagd om een ontwerp in te dienen voor de inrichting van de sectiezaal. Alleen Richir diende een voorstel in, dat werd aanvaard. Daarop veranderde Privat-Livemont van gedachten en diende hij op zijn beurt een ontwerp in. Om tot een oplossing te komen, deed de gemeenteraad een beroep op de jury van de geannuleerde wedstrijd uit 1898. Uiteindelijk viel de keuze op Privat-Livemont. De inrichting van beide zalen zou volledig verloren gaan in de brand. Daarop stelde Privat-Livemont voor om de werken opnieuw te maken, maar Maurice Van Ysendyck - oh ironie van het lot wendde zich in 1918 tot Herman Richir om drie nieuwe panelen te maken voor de sectiezaal. Richir nam het onderwerp van de Liefdesfontein

40

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

over voor de schoorsteen en vervolledigde dit met de thema’s Arbeid en Rust voor de zijpanelen.

 De co r at i eve p a n e l e n “De l i e fd e s fo nte i n ”, “Ar b e i d ” e n “R us t ” i n d e s e ct i e za a l , sc h ilder : H er m an R ic h ir, foto ’ s 20 1 1 .


Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

41


Pas in 1928 begon de gemeente na te denken over de inrichting van de collegezaal. Diverse kunstenaars dienden achtereenvolgens een ontwerp in voor de drie panelen samen. De eerste was Maurice Langaskens, die een stapje opzij zette voor zijn vriend Constant Montald, maar Van Ysendyck was niet tevreden over de schetsen van deze laatste. In 1929 stelde Émile Vermeersch zijn ontwerp voor, dat zeer middelmatig was volgens de architect. Tot slot diende George Frédéric in 1932 een voorstel in. Aangezien geen van de voorgestelde modellen genade vond in de ogen van Van Ysendyck, heeft de collegezaal tot op heden geen afwerking die te vergelijken is met die van haar tweelingzaal, de sectiezaal.

 De co r at i e o nt we r p e n vo o r d e zi jp a n e l e n i n d e co l l e g e za a l , 1 932, sc h ilder : Geo rge Fr édér ic [ KC S ]

  De co r at i e o nt we r p e n vo o r d e s ch o o r s te e n i n d e co l l e g e za a l , 1 928, teken aar : C o n stant M o ntald [ GA S ]

42

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


De verd wen en pan el en De decoratie in de grote zaal van het oorspronkelijke gemeentehuis omvatte zes panelen uit geschakeerd beschilderd faience die de deugden Liefdadigheid, Goeheid, Voorzichtigheid, Voorzienigheid, Volharding en Waakzaamheid afbeelden. Deze panelen waren gemaakt in de ateliers van Boch Frères, op basis van de tekeningen van Adolphe De Mol wat de figuren betreft, en van J.-J. Van Ysendyck wat de omkadering betreft. In 1915 stelde Maurice Van Ysendyck aan de gemeente voor om de tekeningen te kopen die in het bezit waren van schilder De Mol, zodat de door de brand verwoeste panelen konden worden nagemaakt. Het college aanvaardde zijn voorstel, maar wegens de oorlog moest dat plan worden opgegeven.

 De grote zaal vó ó r d e bra nd , foto [G A S]

“Go edheid ” , te ke ning voor e e n va n  de panele n u it fa ie nc e in d e grote zaal, oms tre e k s 18 8 3, te ke n a a r: Ad ol p h e De M ol [S AB]

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

43


In 1918 werd Adolphe Crespin gevraagd om zes decoratieve panelen op doek te maken voor de eretrap. Daarop beeldde hij de wapenschilden van de geallieerden uit de Eerste Wereldoorlog af: België, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië en Japan. Deze panelen werden waarschijnlijk verwijderd door de gemeentelijke overheid, in de jaren 1930. Men mag immers aannemen dat een symbolische weergave van Italië en Japan, twee bevriende landen van nazi-Duitsland, niet opportuun was in een openbaar gebouw.

De e re tra p m e t d e pa ne le n  va n Ad olphe C re s pin, foto [ G A S]

De beeld h o u wwerken , s c h i l d e r i j e n e n te ke n i n g e n De vier gevels van het gebouw werden versierd met gebeeldhouwde balken, waarop de namen van de burgemeesters, de wijken van Schaarbeek, de schone kunsten en wapenschilden te lezen stonden. De oorspronkelijke werken waren van de hand van beeldhouwer Georges Houtstont, naar tekeningen van Jules-Jacques Van Ysendyck. Voor de wederopbouw werden ze nagemaakt door de Schaarbeekse beeldhouwer Charles Grimée. Oorspronkelijk stonden er op de twee sokkels links en rechts van de ingang een bronzen leeuw, van kunstenaar Joseph Jacquet, die ze aan de gemeente had geschonken. Deze beeldhouwwerken waren na de brand verplaatst, maar zijn verdwenen; tot op de dag van vandaag weet men niet wat ermee gebeurd is. In 1917 wendde de gemeente zich tot dierenbeeldhouwer JeanMarie Gaspar om twee nieuwe beelden te maken, maar dit plan werd uiteindelijk opgegeven.

44

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

 De i n ko mt r a p n a d e b r a n d , an sic ht kaar t [ GA S ]


Naast de kunstwerken die uit de brand werden gered en die weer op hun oorspronkelijke plaats terechtkwamen, werden door Maurice Van Ysendyck nieuwe werken besteld, speciaal voor de wederopbouw. Zo vertrouwde hij de realisatie van twee beeldengroepen uit verguld brons voor de inkomhal toe aan George Vandevoorde. Die vertegenwoordigen De huwelijksplechtigheid en De geboorteaangifte. De architect deed een beroep op Égide Rombaux voor de realisatie van De schikgodinnen, drie beelden uit citroenhout voor op de schoorsteen in het kabinet van de burgerlijke stand. Het kabinet van openbare werken werd versierd met een schilderij van Jules Merckaert, De

oude Sint-Servaaskerk gezien vanaf de Teniersstraat, en etsen van Maurice Blieck die de oude hoekjes van Schaarbeek afbeelden. Deze laatste maakte ook een andere reeks etsen (oude hoekjes van Brugge en Ieper) voor het kabinet van de gemeentelijke ontvanger. Maurice Langaskens maakte een decoratief paneel, De Smidse, om boven de schoorsteen in het kabinet van de schepen der regies te hangen. Tot slot bracht Godefroid Devreese een eerbetoon aan de twee architecten Van Ysendyck met een marmeren portret in de trouw- en raadszaal (raadkant). In de lokethal zijn twaalf medaillons te zien die de dierenriem afbeelden, een werk van Auguste Grimée, zoon van Charles.

 “ De hu w e lij ks ple c htighe i d ” e n “De g e b o o r te a a n g i f te ”, 1 91 7-1 91 8, b e e l d h ou w e r: G e org e s Va n devo o r de, gip sm o dellen , foto ’ s [ GA S ] en ve rg u l d e b e e l d h ou w w e rke n , foto ’ s 20 1 1

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

45


 “De sc hikgo dinnen” in he t ka bine t va n d e s c he pe n va n d e b urg e r l i jke s ta n d , b e e l dhouwer : Égide R omb a u x , foto 2 011

 Ont w erp vo o r een ree ks e ts e n o ve r “ Ou d e hoe kj e s va n B r ug g e e n Ie p e r ” i n h e t ka nto o r van de gemeentelij ke ont va nge r, , 19 24, te ke n a a r: M au r ic e B liec k [ GA S ]

46

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


H et hout werk , s meedwerk e n a n d e re af we r k i n g e n Ook aan de versiering van de lokalen werd bijzondere zorg besteed. Dankzij het vakmanschap van de ambachtslieden konden de lokalen rijkelijk worden versierd en kregen ze een onverwachte uitstraling voor een administratief gebouw. Ondanks de oorlog gingen de aanbestedingen en werken door. De firma Podevain maakte de lambrisering voor de grote zalen en de kabinetten. De tribunes in de trouw- en raadszaal en al het parket zijn van de hand van de firma Louis De Waele. De

muren werden met hout bekleed, maar ook met marmer uit Belgische groeven, geleverd door de firma Merbes-le-Château. Vanderborght Frères was verantwoordelijk voor het meubilair in de kabinetten. De luchters kwamen van de Compagnie des Bronzes en van J. Alexis. Het verguldsel op de plafonds en de panelen boven de deuren werd door schilder-decorateur Félix Janlet gedaan. Tot slot werd al het smeedwerk uitgevoerd door F. Alexandre en werd Adolphe Crespin belast met het schilderen en vergulden.

 Tribu ne s va n d e geme e nte r a a d , 19 12 , p l a n ( d e ta i l ) [ GA S ] en foto 20 1 1

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

47


 Kanto o r van de b u rgem eester te ke ning [S AB]

 Ho ute n b e k l e d i n g i n d e t r o uw- e n r a a d s za a l , o m st r eeks 1 884 , plan [ S A B ] en detail van een van de h o u ten leeu w en , foto 20 1 1

 S me e d we r k a a n d e e r e t r a p, foto 20 1 1 .

48

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis


BIOGRAF IE Ë N VAN D E A RCH IT ECT E N Jules-Jac qu es Van Ys en dyc k

Parijs, 17 oktober 183 – Ukkel, 17 maar t 1901 Jules-Jacques, zoon van schilder Antoine Van Ysendyck, studeerde vanaf 1856 aan de Academie van Brussel en rondde zijn opleiding af aan de Parijse School van Schone Kunsten, waar hij onder andere omging met Eugène Viollet-le-Duc. Een van zijn eerste realisaties was de kerk van Jemappes, in neo-romaanse stijl (1863). Hij werkte kort als provinciaal architect in het arrondissement Brussel (1871-1874). Hij was verantwoordelijk voor de bouw van scholen (Malderen, Ieper, Ternat, Anderlecht…) en privéwoningen (villa Delbouille in Oostende, villa Vanden Corput in Ukkel…). Als aanhanger van historische stijlen, met een voorkeur voor de Vlaamse renaissance, bouwde hij een reeks gebouwen in deze stijl, waaronder het gemeentehuis van Anderlecht (1875-1877), van Schaarbeek (1885-1887) en van Jette

(1898), kasteel De Eester, bij Antwerpen, de gouverneurswoning in Gent (1896-1897) en de overdekte markt van Sint-Joost-ten-Node. Samen met ingenieur Gérard richtte hij drie instellingen op in het Leopoldpark: die voor Elektrobiologie, Hygiëne en Bacteriologie (vanaf 1892). Als restaurateur hielp hij ook tal van oude monumenten herstellen, zoals de kerk van Poperinge, de collegiale kerk van Dinant, het stadhuis van Brussel en de abdij van Grimbergen. Hij was lid van de Koninklijke Commissie voor Monumenten, de Koninklijke Academie van België en de Hoge Raad voor Hygiëne. Zijn werken worden gekenmerkt door een “archeologische” zorg voor detail, terwijl ze volledig pasten in het toenmalige tijdperk. Wegens zijn veelkleurige werken, te danken aan zijn materiaalkeuze, staat hij ook bekend als “architect-colorist”.

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

49


Ma u r i c e Va n Yse n d yc k Schaarbeek, 21 oktober 1868 Sint-Gillis, 22 oktober 1941

 Mar meren po r tret va n J u le s -J a c qu e s Va n Ys e nd yck in de tro uw - en raad s za a l (ra a d ka nt), b e e l d h ou d e r : d e G odefroid Devr ees e , foto 2 011

 Mar meren po r tret va n Ma u ric e Va n Ys e nd yc k in d e t r ou w- en raadszaa l (ra a d ka nt), b e e l d h ou w e r: d e G o de fr oid Dev reese, foto 2 011

50

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

Maurice, zoon van Jules-Jacques en Isabelle Geefs, de zus van Guillaume Geefs, beeldhouwer en burgemeester van Schaarbeek, studeerde architectuur aan de Academie van Brussel (1888 1892). Hij begin zijn carrière door samen te werken met zijn vader (o.a. voor de instellingen in het Leopoldpark, de Sint-Pieterskerk in Anderlecht, de kerk van Beersel, de Sint-Martinusbasiliek van Halle…). Na het overlijden van Jules-Jacques nam hij zijn onafgewerkte projecten over, waaronder het Zuidstation van Antwerpen en de Grenadierskazerne in Brussel, maar vooral de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Zavelkerk, die maar half af was. Hij bouwde onder andere het Crédit Lyonnais-gebouw in de Koningsstraat 84 en de gemeentelijke kantoren van Brussel-Stad in het Palais du Midi. Voor particulieren bouwde hij verschillende herenhuizen in Brussel (Wolstraat 56, Franz Merjaystraat 199, Molièrelaan 209, SintBernardusstraat 96-98, enz.). Net als zijn vader restaureerde hij ook gebouwen: de Onze-LieveVrouw-van-de-Kapelkerk of de universiteitshallen van Leuven. Hij was lid van de Société centrale d’Architecture de Belgique en van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen.


B IB LIOGRAF IE COMMUNE DE SCHAERBEEK, L’hôtel communal, Bruxelles, 1921. COMMUNE DE SCHAERBEEK, L’hôtel communal. Une maison, une mémoire. 1887-1987, Bruxelles (Crédit communal), 1987. G. FREYNE-ALIATES, Schaerbeek. L’hôtel communal. 1887-1987, Bruxelles (Éditions Louis Musin), 1987. DENHAENE Godelieve, L’incendie de l’hôtel communal de Schaerbeek (1911): répercussion sur la conservation des archives, mise sur pied d’un service central d’archives (1915) et démantèlement de celui-ci (1930), in Archives et bibliothèques de Belgique, Bruxelles, 2002, tome LXXIII, n°1-4, pp. 40-62. DIANE de CROMBRUGGHE, L’hôtel communal de Schaerbeek et la place Colignon, collection “Bruxelles, Ville d’art et d’histoire”, Bruxelles, 2007.

Van papier tot baksteen - Geschiedenis van het gemeentehuis

51


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.