Marte Kaan Een keurig meisje

Page 1


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 9

Een keurig meisje

Het was mijn eerste baan. Publiciteitsmedewerker bij een kleine maar gerenommeerde uitgeverij. Een goede manier om in aanraking te komen met de literaire wereld. Ik droomde ervan daar ooit zelf deel van uit te maken, maar durfde dat niet te zeggen omdat ik bang was dat mensen me ijdel zouden vinden. Liever glipte ik via de achterdeur naar binnen. Dan zou ik vanzelf worden ontdekt door iemand die mijn talenten haarscherp zag en vastbesloten was deze in mij wakker te kussen. Dus verdroeg ik de tenenkrommende aanwijzingen van mijn bazin die mij de mores van haar wereld probeerde bij te brengen. Bij het opstellen van een persbericht sloeg ik de plank een keer volledig mis. Bazin herinnerde mij fijntjes aan mijn schrijfambities – die ik in een vlaag van openhartigheid ter sprake had gebracht – en zette daar tussen de regels een venijnig vraagteken bij. En wat deed ik? Ik boog mijn hoofd en schaamde me. Terwijl. De eerste keer dat ik haar knappe gezicht zag mijn nekharen recht overeind gingen staan. Mijn antipathie was acuut

9


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 10

en onomkeerbaar. Ik had een hekel aan alles waar ze voor stond. Er was iemand die met het idee kwam een boek te maken met verstandelijk gehandicapten. Ze liep lichtpaars aan van opwinding toen ze de opdracht had binnengesleept. Alle huiveringwekkende clichés over ‘dit soort mensen’ passeerden de revue. Ze waren echt, spontaan, naturel. Misschien genoten ze wel meer dan wij. En, o horror: wij konden nog wel wat van ze leren. 10

Het was erger: ik snakte naar haar goedkeuring. Droomde ervan dat ze mij geweldig vond, goed, intelligent, leuk. Een vriendschap waardig. Daarvoor deed ik als zij. Ik ging netjes en stijlvol gekleed, niet te conservatief, niet te ordinair, net als zij, oefende me in sociale acrobatie, zorgde voor een sensueel maar fris parfum en droeg een minimum aan make-up. Als ze me vroeg of ik de lunch wilde regelen, bezorgde dat me een ijzige rilling. En wat deed ik? Ik schoot in de houding. Riep opgewekt: ‘Met plezier!’ Onderweg naar de bakker hapte ik naar adem, bevrijd van het verstikkende harnas van haar aanwezigheid. Na een dag met haar in een ruimte te hebben verkeerd voelde ik me ziek. Ik vertelde verhalen waarmee ik mezelf boeiend probeerde te maken. Liet bekende namen vallen, gaf mijn vrienden en familie interessantere beroepen dan ze hadden. Arts werd bijzonder hoogleraar, journalist werd schrijver, psycholoog werd psychotherapeut. Ik kreeg het warm als ze me een compliment maakte – wat


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 11

een enige oorbelletjes, een prachtige sjaal, wat ruik je heerlijk – en verguisde mezelf daar vervolgens om. Waarna ik bedacht dat ik haar wel iets soortgelijks cadeau zou kunnen geven. Dat heel terloops op haar bureau neerleggen, en zeggen: ‘Misschien is dit iets voor jou? Ik had het nog liggen.’ Ik heb het nooit gedurfd. Als ik dat al niet durfde, hoe ben ik hier dan beland? Dat is de vraag. Als ik terugkijk en het hele verhaal oppervlakkig bezie zou ik zeggen dat ik handelde uit angst. Maar dat is een te makkelijke verklaring, al ben ik hoe dan ook geen moedig persoon. De telefoon is eindelijk stil. Ik durf de stekker er niet uit te trekken, het antwoordapparaat moet gewoon aanspringen. Ik zit bij het open raam met een glas wijn. Er slingert een dronken fietser over straat, ik kan zijn onregelmatige ademhaling horen. Binnen is het donker, licht kan ik nu slecht verdragen. De smaak van de rode wijn explodeert in mijn mond, ik kan me niet meer herinneren wanneer ik voor het laatst gegeten heb. Uit de laptop klinkt een monotone technobeat die wordt doorsneden door sireneachtig geloei. Wild in Captivity. Ik ben niet in staat me te verroeren. Drink tot ik mijn ogen niet meer open kan houden. De kater blijft al weken uit. Elke dag ruim ik de post op. Beantwoord ik haar mails. De benedenbuurvrouw loert. Op reis, zeg ik en glimlach. Zaken. Ze gromt terug bij wijze van antwoord. Ongevaarlijk, deze vrouw. Haar loeren heeft met iets anders te maken. Sommige mensen zien me. Ik ver-

11


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 12

trouw jou niet, siste ze me een keer toe in het voorbijgaan. Voorzichtig bracht ik toen mijn hoofd naar haar oor. Ik bijt zachtjes, net niet door. Er gleed een machteloze traan over haar wang. Het is nooit mijn bedoeling geweest de rollen om te draaien. Of misschien ook wel. Nu het eenmaal zover is voelt het in ieder geval niet alsof ik ergens in geslaagd ben. Het moment dat ik boven haar stond was vooral eenzaam. 12

Hij was oud. Ooit aantrekkelijk, wellicht. Een vooraanstaand literair criticus. De eerste keer dat ik hem ontmoette schudde hij mijn hand zonder me aan te kijken en toen ik aanbood zijn jas aan te nemen hing hij deze over mijn arm alsof ik een kapstok was. Het liefst had ik hem een trap in zijn knieholte gegeven, maar in plaats daarvan bedankte ik hem. De criticus en zij gingen haar kantoor binnen, hij had zijn hand op haar net wat te dikke, middelbare heup gelegd. Ik glipte de wc binnen met de jas nog over mijn arm. Het was een ranzig vod, de kraag grijsbruin van het vuil. Toch kon ik het niet laten eraan te ruiken. Sigarettenrook, oud zweet. Oude huid. Ik moest kokhalzen. Daarna deed ik het nog een keer, net zo lang tot ik eraan gewend was. Tijdens een ‘borrel’ zag hij me staan. Waarschijnlijk door een combinatie van de vele glazen wijn die hij naar binnen had gegoten en mijn rokje. Zij was naar huis gegaan met hoofdpijn, ik moest tot het eind blijven om het gezelschap, een allegaartje van onsuccesvolle schrijvers en personeel, uit-


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 13

geleide te doen. Het rokje was niet overdreven kort. Toen ik de bakjes nog eens bijvulde met verse macadamianoten legde hij zijn hand op mijn heup, net zoals ik hem die ene keer bij haar had zien doen. Ik onderdrukte een golf van misselijkheid en glimlachte naar hem, precies zoals zij dat deed: kwajongensachtig maar gepast. Weerzinwekkend. Zij. Ik. Die avond kneedden zijn handen – dezelfde handen die elke week een schrijver naar God tikten – mijn billen alsof ze van deeg waren. Ze waren niet van deeg maar van rubber en te klein bovendien voor zijn greep. Ik kon merken dat hij anders gewend was en dacht aan haar, hoe ik de volgende dag koffie zou brengen, dat alles gewoon zou lijken maar nooit meer zou zijn. Het was een kwestie van tijd. En het was aan mij. Voor het eerst in jaren keek ik ergens naar uit. De criticus vatte mijn opgewekte stemming op als aanmoediging en scheurde mijn onderbroek van m’n billen. Zoals vaker met scharnierpunten in mijn leven, momenten waarop allesbepalende keuzes worden gemaakt, heb ik geen idee wat dat punt precies is geweest. Waarschijnlijk was het ook niet één moment, maar waren het een heleboel kleine momenten die uiteindelijk hebben geleid tot de situatie waar ik me in bevind. Een situatie waarvan het lijkt of die me opgedrongen is en waarmee ik niks te maken heb, behalve dan dat ik zelf alle noodzakelijke stappen heb gezet die leidden tot de totstandkoming ervan. Het gebeurt me regelmatig. Dat ik wakker word naast iemand die ik niet ken, verward en beurs. Dat ik

13


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 14

haar d’r kwaaie dronk op me laat botvieren, ’s nachts aan de telefoon, omdat er iets mis is gegaan – een van haar auteurs is de grond in geschreven, ze is niet uitgenodigd op een belangrijk feestje – en ze het op de een of andere manier in haar hoofd heeft gehaald dat ik daar iets mee te maken heb, waarna ik door het stof ga, op de fiets spring en een pakje sigaretten voor haar koop en bij haar aflever. ‘Leg het maar op de stoep.’ En dat doe ik. Ik zorg ervoor dat het pakje niet opvalt voor een toevallige voorbijganger, dat het droog ligt en ze erbij kan zonder 14

een voet over de drempel te hoeven zetten. Met het zweet in mijn handen fiets ik terug naar huis. Jankend. Woedend. Mijn leven is een aaneenschakeling van momenten die niet de bedoeling waren. Maar zo ver van mijn gedroomde pad als nu ben ik nog nooit geraakt. Als ik toch zo’n moment uit zou moeten kiezen, dan zou ik kunnen zeggen dat het begon toen de criticus aanbelde op die verstikkende zomeravond. Ook al wist ik niet exact waar ik op hoopte of wat ik vreesde, de volgende ochtend stapte ik met bonzend hart haar kantoor binnen. Ik had extra mijn best gedaan op haar cappuccino, het schuim was weldadig stevig zodat er een theelepeltje op kon rusten, zoals het hoort. Het colbertje dat ik droeg was van een merk dat zij me had aangeraden. De criticus had in mijn nek gebeten. Nonchalant had ik een sjaaltje, van hetzelfde merk, om mijn hals gedrapeerd. Ze was aan het bellen en glimlachte vaag toen ik de koffiemok op het onderzettertje zette. Ik draalde een paar secon-


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 15

den, friemelde aan mijn sjaaltje en snoof voorzichtig haar parfum op dat nadrukkelijk in de ruimte hing. Ondertussen gleed mijn blik over de foto’s aan de wand, vertrouwde beelden inmiddels waar ik maar naar bleef kijken, alsof ik me haar op die manier eigen kon maken. Het waren foto’s waarop zij te zien was in verre oorden, in het hart van een Chinese metropool, op een tropisch eiland, op een besneeuwde bergtop, voor een bedoeïenentent in een woestijn. Overal hetzelfde gebruinde smoelwerk met de gebeitelde lach. Haar geluk was een fort. De moedeloosheid die me elke ochtend overviel als ik haar verliet omdat het me weer niet gelukt was iets in beweging te zetten – bij haar, bij mezelf, tussen ons – werd opzij geveegd door het besef dat ik een spion binnen had. Zelfs toen ze ons dagelijkse overleg afzegde bleef mijn goede humeur intact. En toen er vervolgens een hijgerig sms’je van de criticus binnenkwam – een haiku-achtig bedoelde lofzang op mijn billen – liep ik de rest van de dag met een verweesde grijns op mijn gezicht rond. De bel. Van de schrik laat ik mijn plas lopen. De natte warmte verspreidt zich langzaam in de stugge stof van mijn spijkerbroek, de scherpe urinegeur prikt in mijn neus. Ik laat de broek van me afglijden en gooi ’m in de badkuip omdat ik bang ben dat de lucht zich via de kieren van het huis door het trappenhuis verspreidt. Ik gris een vuile onderbroek uit de wasmand. Het is er een van haar, een laven-

15


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 16

delkleurige met een strookje geborduurde roosjes dat het kleine harige driehoekje bedekt, ik heb het net zo geschoren als zij, de rest is van doorzichtig kant. Ik doe de deur van de badkamer dicht en ga languit op de vloer liggen. Voor het eerst in mijn leven probeer ik te bidden. Ik wist niet hoe ik mijn paard van Troje zou gaan inzetten. Tot die tijd mestte ik hem vet. Ik liet soms weken niks van me horen, waarna ik onaangekondigd voor hem stond. Hij be16

woonde een bovenwoning in een kapitaal pand in het hart van de stad, al na twee ontmoetingen gaf hij me een sleutel, de verliefde dwaas. Ik ging zijn huis binnen, besloop hem van achter en verslond hem wanhopig alsof we de twee laatst levende zielen op aarde waren. Of ik het erg vond dat hij haar nog zag. We lagen op de grond, hij had een haardvuur gemaakt en goot cognac in mijn keel om het me te leren drinken. De alcohol zorgde voor kippenvel op mijn huid waarmee ik mijn status als braaf meisje verder vervolmaakte. Mijn tepels schuurden tegen de ruwe stof van mijn overhemd – zijn overhemd, dat vond hij ontroerend. Even dacht ik een traan in zijn ooghoek te zien glinsteren. Ik rilde van ergernis. Zijn kwetsbaarheid maakte me razend. Ik acteerde gekrenktheid. Alsof ik niet wist van hun wekelijkse ontmoetingen. Alsof zij niet de reden was dat ik mijn neus in zijn oude vlees begroef, mijn handen over zijn onfrisse huid liet gaan, het kokhalzen wist te onderdrukken wan-


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 17

neer ik zijn halfzachte geslacht in mijn mond nam. Zijn gezicht, dat van een groteske lelijkheid was, leek in lichterlaaie te staan. Nog even en hij zou in janken uitbarsten. Dat mocht niet. Hem troosten zou ik niet op kunnen brengen. Ik glimlachte, voorzichtig, gevaarloos, zoals een verlegen kind naar een vreemde. ‘Ik begrijp het,’ zei ik. ‘Ze is zo eenzaam.’ Weer leek de criticus in huilen uit te barsten. Het schijnheil. Om te voorkomen dat hij het voor elkaar kreeg er een traan uit te persen omdat hij zijn eigen bullshit ging geloven duwde ik zijn gezicht tussen mijn benen. Ondanks het emotionele geweld van zijn verliefdheid vermoedde de criticus een adder onder het gras. Maar juist omdat hij verliefd was dacht hij de adder te kunnen verleiden en trotseren. ‘Wil je me misschien eens iets laten lezen?’ vroeg hij op een middag toen we met rauwe huid naast elkaar lagen op zijn verwaarloosde dakterras. Ik keek in de blauwe leegte boven me, het maakte duizelig, de diepe hoogte. ‘Ik weet dat je schrijft,’ zei hij. Het was plagerig bedoeld, maar het klonk krampachtig. Ik herkende onmiddellijk de ruilhandel en deed of ik schoorvoetend akkoord ging. Nu was er een impliciet contract. Het maakte mijn speelruimte alleen maar groter.

17


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 18

Er zijn mensen in het trappenhuis. Het loeder van beneden moet de voordeur open hebben gedaan. Ik probeer door mijn buik adem te halen, zoals ik heb geleerd in het yogaklasje waar ze me mee naartoe had genomen. Ze leende me een yoga-outfit, een broek en een shirt van een soepele stof, grijs en oudblauw. Als het me beviel kon ik zelf wat aanschaffen, ze wist waar je de goede spullen kon krijgen. We lagen naast elkaar op onze rug terwijl de yogajuf om ons heen liep en ons zei dankbaar te zijn voor deze dag. Voorzichtig draaide ik mijn hoofd 18

en keek naar haar. Ze riep deernis op, hoe ze daar lag, in zo’n belachelijke yogapose. Ze leek echt te geloven dat ouder worden een state of mind was in plaats van een biologische onvermijdelijkheid. Ik ga voorzichtig wat verliggen. Er bonst iemand op de deur. Ik was nog steeds dezelfde, dacht ik. Gedroeg me opgewekt maar niet overdreven vrolijk, was ijverig en stelde vragen om mijn leergierigheid te tonen. Vragen waar bewondering in doorklonk, voor haar werk, haar leven. Wat had ze gestudeerd, hoe kwam ze in dit vak terecht, van wie had ze het meest geleerd. Hoe zou ik zo goed kunnen worden als zij. Deze vragen stelde ik wanneer ze me bij zich uitnodigde voor de ochtendkoffie. Ik zat op een leren designstoel, voeten naast elkaar op de grond, rug recht en mijn handen om de koffiemok gevouwen, kapot te gaan van het ongemak. Haar ruime en lichte kantoorruimte schreeuwde succes, de meubels, de kunst aan de muur – alles precies goed. Vanuit haar kamer leek zelfs het weer beter. En hoe zorgvuldig ik mijn kleren ook


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 19

gekozen had die ochtend, hoeveel aandacht ik ook had besteed aan mijn haar, mijn make-up, mijn handen, alles aan me leek afgetrapt en goedkoop. Haar commentaar, dat in het begin nog voornamelijk ging over de manier waarop ik me presenteerde – de telefoon opnam, mijn mails beantwoordde, mensen begroette –, ontving ik als een waardevol cadeau. Alsof ik wilde laten blijken hoe blij ik was dat ze de moeite nam me iets te leren, een beter mens van me te maken. Een representatiever mens. Wierp ze me een complimentje toe, dan gedroeg ik me als een hond die zijn baasje weer ziet na te lang alleen te zijn gelaten. Aan het eind van een werkdag had ik minimaal een fles wijn nodig om de gore smaak in mijn mond weg te spoelen. In het weekend ging ik uit, alleen, omdat ik mezelf niet in de hand had. Met mijn ziel onder mijn arm doolde ik door het bomvolle centrum. Er werd naar me gelachen door het uitgaanspubliek, hun kleren eerst nog schoon en recht om het lijf, geurend naar verse haarlak, parfum, poeder. In de loop van de avond veranderde er iets. Ze werden dronken, de sfeer werd grimmig. Er werd nu om me gelachen en ik lachte schaapachtig mee. Liet me aanraken. Mijn dociele houding riep agressie op. Pas na een stortvloed van kleverige monden en ruwe handen ging ik naar huis, beurs gebeukt en smerig was ik voor even verlost van de walging. De maandag erna verscheen ik weer op mijn werk en zorgde ik ervoor zo min mogelijk op te vallen. Ze moet iets aan me

19


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 20

gemerkt hebben. Maar niet genoeg. Anders had ze me nooit zo dichtbij laten komen. ‘Ben je tevreden met je huidige woning?’ We dronken wijn in haar kantoor. Het was vijf uur, vrijdagmiddag, en ze had zin gehad in een borreltje. De enigen die hun snor niet hadden durven drukken waren ik, Jona, een zwaarlijvig meisje dat net zo’n hekel aan haar had als ik maar 20

met wie ik het daar niet over kon hebben, en een jonge stagiair van begin twintig met zo’n wankele mentale constitutie dat ik vergeleken met hem een baken van rust leek. Meerdere keren per dag onderdrukte ik de neiging hem te adviseren om op de vlucht te slaan omdat ik bang was dat hij deze stageplek niet zou overleven. Soms wierp ik automatisch een blik op zijn kruis, in de verwachting daar een donkere plek te zien. Rupert heette hij. Ik keek haar glimlachend aan terwijl ik ondertussen koortsachtig nadacht over haar vraag. Was het een opmaat tot een praatje over niks, bedoeld als achtergrondmuziek terwijl we ondertussen de witte wijn wegwerkten, een manier om via een omweg iets te weten te komen over mijn leven om me vervolgens te strikken voor een of ander rotklusje in het weekend? Of wilde ze oprecht iets meer over me te weten komen? Die laatste mogelijkheid kon ik meteen wegstrepen. Rotklusje of achtergrondmuziek dus, maar omdat ik in beide gevallen niet zo snel kon beredeneren welk antwoord dan ge-


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 21

past en tegelijkertijd strategisch verstandig zou zijn, besloot ik de waarheid te zeggen. ‘Niet echt. Of echt niet eigenlijk. Mijn huisbaas is alcoholist. En zijn kat is psychotisch.’ Ik haperde omdat ze haar hand had opgestoken. ‘Genoeg’ zei die hand. ‘Je verveelt me. Stop.’ Ik voelde mijn gezicht warm worden en keek snel naar mijn schoenen, waardoor mijn schaamte alleen maar toenam omdat ik haar die morgen vragend naar mijn voeten had zien kijken. Rode pumps. Hip vintage of ordinair goedkoop, het was maar hoe je ernaar keek. Ik voelde me goed die ochtend, ze had me die avond ervoor een compliment gemaakt over een flyer die ik had laten ontwerpen voor het boek van een van haar grote schrijvers, en in die vlaag van zelfvertrouwen had ik de rode schoenen durven aantrekken. Dom. ‘Mijn zolder staat leeg. Dus als je wilt.’ Ze stak een sigaret op en ging in de vensterbank bij het open raam zitten. Het raam keek uit op de riante binnentuin die zich achter het grachtenpand verschool waarin de uitgeverij gehuisvest was. Precies onder dit raam was een klein stenen terrasje, rond betegeld. Het was niet de eerste keer dat ik bedacht hoe ze daar zou liggen, het gezicht recht naar beneden, benen en armen in rare hoeken gebogen. In mijn fantasie draagt ze rood, dat contrasteert mooi met de groen uitgeslagen tegels, en lijkt haar levenloze lichaam op een swastika. Ik op haar zolder. In haar huis. Haar in haar ochtendjas aantreffen op de trap, onze gezichten zonder make-up, bei-

21


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 22

den geurend naar slaap. Hoe we elkaar mompelend goedemorgen wensen, ieder onze eigen kant op gaan, met de vertrouwdheid van huisgenoten, getrouwen, zussen. Ik koop een extra avocado op de biologische markt omdat ik weet dat ze daar zo van houdt. Zij laat mij haar krant lezen, legt ’m netjes opgevouwen op de trap. Als ik de krant lees kan ik zien welke stukken ze heeft gelezen. Ik lees ze ook. We praten erover, terloops, als ik een glas wijn bij haar kom drinken rond 22

borreltijd. Ze is bezig in de keuken – er komen eters –, braadt een kip en probeert een nieuw recept voor het dessert. Broodpap. Klinkt armoedig, zeg ik, smerig. Zo thuis voel ik me bij haar, al lach ik er wel bij als ik dat zeg. Ik lach sowieso veel als ik bij haar ben. Soms voel ik het in mijn kaken. Ze probeert me te overtuigen, roept dat het zalig is. Vraagt of ik blijf eten. Terloops. Ik stem in. Haar gasten zijn een oude schrijfster en de criticus. De broodpap is zoeter dan ik verwacht. Ik pijp de criticus op het toilet. Al met al een geslaagde avond, verzucht zij, wanneer we samen de kolossale afwas doen. De criticus is weg, hij wilde thuis slapen. Eigenlijk wel lekker, zegt ze zachtjes tegen me als we hem uitzwaaien. Op de achtergrond klinkt Billie Holiday, we legen samen de laatste fles rode wijn. Vriendinnen. Ik staarde naar haar rug, was verbaasd en dankbaar. Doodsbang. Ik, met mijn schim van een persoonlijkheid, op jouw zolder? glimlachte ik. Ze blies een vette rookwolk naar buiten.


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 23

‘Dat lijkt me fantastisch,’ zei ik. Tot mijn afschuw klonk mijn stem afgeknepen, overmand door emoties. Ze nam de moeite haar bovenlichaam een halve slag te draaien, keek kort naar mijn schoenen. ‘We zien wel.’ Ik schonk mezelf nog een glas in, tot de rand, en nam een paar grote slokken. Jona keek me meewarig aan. Misbaksel. Rupert had zichzelf langzaam richting de uitgang gemanoeuvreerd. Ik herkende de methode. Zo zou hij, na te hebben aangekondigd dat hij weg zou gaan, snel de deur uit zijn. Op die manier meed hij lastige vragen en stond hij zo kort mogelijk in de aandacht. De sigaret was op. Ze draaide zich om en overzag de situatie in haar kantoor. Toen ze Rupert in de gaten kreeg, die interesse veinsde voor een schilderij, verscheen er een lachje op haar gezicht. Hij was nog maar een meter verwijderd van de deur en keek zenuwachtig om zich heen, op zoek naar een plek waar hij zijn lege glas kon zetten. Hij draaide zich om en op dat moment sloeg ze toe. ‘Rupert, schat, schenk me nog een glas in, wil je?’ Hij probeerde een lach te produceren maar zijn gezicht stond strak van de paniek. Nu kon hij weer opnieuw beginnen. Het zou hem minstens twintig minuten kosten om weg te gaan.

23


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 24

Een paar weken later legde ze een sleutel op het hoekje van mijn bureau. Ze kwam van achter op me toelopen en zei niks. Alleen het geluid van metaal op hout klonk, zacht, ze behandelde de dingen zorgvuldig. Ik durfde pas te kijken toen ik zeker wist dat ze me niet meer kon zien. Daar lag de sleutel te blikkeren in het onbarmhartige tl-licht. Zonder na te denken greep ik het kleinood en stopte het in mijn zak. Ik kon wel huilen. 24

Het was aan het einde van weer een slopende dag. ’s Ochtends had ze me bij zich geroepen. ‘Eventjes.’ Ik mompelde iets over een deadline terwijl ik zo ver mogelijk bij haar vandaan ging zitten, mijn billen op het puntje van de stoel, klaar om elk moment op te kunnen staan. Ze droeg een mantelpakje, niet zo’n vierkant geval, maar een met een stijlvolle kokerrok en een slank gesneden jasje. Het was van wol en had de kleur van lente-ui, haar make-up was zalmroze. Ze rook vaag naar snoepjes en ik had zin om haar roze gepoederde wang te likken. Toen begon ze. Over wat ze van me verwacht had, de eerste keer dat ze me zag. Een jonge vrouw, academisch geschoold, leergierig, intelligent, voorkomend. Ik huiverde. En dan mijn prestaties. Ze sloeg haar benen over elkaar heen – graskleurige panty. Ze nam het woord ondermaats niet in de mond. Teleurstellend evenmin. Ik wenste dat ze dat wel had gedaan. Zoals gewoonlijk stopte de eloquente vernedering even plotseling als ze begonnen was. Alsof ze er opeens genoeg van had. Vlak voor ze zweeg kreeg ze iets verveelds


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 25

over zich. Daarna schudde ze even verbaasd haar hoofd en maakte een verstrooid gebaar. Altijd kwam er dan een praktisch verzoek, alsof het haar eigenlijk al die tijd daarom te doen was geweest – wat kopiëren, iets op de post doen, een bloemetje laten bezorgen. De rest van de dag voelde ik me een open wond, rauw en kwetsbaar. Tot de sleutel. Een zoenoffer. Ik ben een keer gaan kijken, toen het heel stil was. Ze lag op de bank te slapen. Het zag er opgeruimd uit, de afwas was gedaan, geen spoor van het etentje. Het rook naar ontlasting. Voor het raam stond een stoel. Alsof ze geprobeerd had op de hoge vensterbank te klimmen. Het dak op. Misschien had ze dat ook wel gedaan. Ik zag het voor me: hoe ze, de benen licht gebogen en de armen slap langs het lichaam hangend, op het grinddak stond waarna ze zich langzaam op handen en knieën liet zakken en richting de rand kroop. Huiveringwekkende diepte, mensen als insecten. Misschien had ze geroepen. Ik probeerde het me voor te stellen: de wereld aan je voeten en niemand die je hoort. Het deed me weinig. Wel voelde ik de neiging even naast haar te gaan liggen en wat haren uit haar gezicht te strijken. Toen ik vlak boven haar hing rook ik een muffe lucht. Een haarlok kon ik niet weerstaan, een dikke streng die via haar wang over haar mond was gegleden. Voorzichtig duwde ik hem achter haar oor. Er ging een lichte siddering door haar heen waarna ik me terugtrok, als een valse hond die de zoveelste trap van zijn baasje verwacht.

25


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 26

Om hem niet teleur te stellen en een afdoende verklaring te geven voor mijn gulheid op het seksuele vlak, schreef ik een verhaal. Ik had het, zoals het een nerveuze jonge vrouw met heimelijke schrijfambities betaamt, keurig uitgeprint en ’s nachts bij hem door de brievenbus geduwd, waarna ik hem twee weken meed. Alsof het me kon schelen. Het zou me eigenlijk ook moeten schelen, bedacht ik, mijn schrijfsels onder ogen van ’s lands meest gevreesde lezer te laten komen, maar 26

ik had wat anders aan mijn hoofd dan mijn gedroomde carrière als schrijfster die nu in de kiem gesmoord dreigde te worden. De vijftiende dag nadat ik het pakketje in zijn bus had gegooid nam ik de telefoon op toen ik C. in het scherm zag staan. Ik hoorde eerst zijn ademhaling, toen pas zijn stem. Ik reageerde met alle vriendelijkheid die ik in me had. ‘Ik was niet helemaal lekker, sorry, de afgelopen weken. En nou ja, mijn verhaal natuurlijk, dat ook een beetje,’ loog ik. Weer die ademhaling. ‘Ik weet niet goed wat ik moet zeggen,’ begon hij. Even was er een lichte teleurstelling, toch. ‘Het is zo laag dat het bijna verheven wordt.’ Mijn huid voelde opeens te klein. ‘Hoe je dat doet, zo’n abject personage neerzetten, daar buig ik voor.’ ‘Eén ding.’ Ik had het gevoel of er een stalen pin in mijn ruggengraat werd gestoken, een zinderende zenuwpijn trok


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 27

door tot in mijn benen. Het voelde fantastisch. Hij stak van wal. Buiten adem, alsof hij haast had, vertelde hij hoe hij het personage zag, de vrouw in het verhaal dat ik hem had toegestuurd. Wat ze miste, wat ik haar moest laten doen, hoe ik haar kon dresseren, manipuleren, knechten, kwellen, dwarszitten, forceren om zo tot in de diepste krochten van haar persoonlijkheid door te dringen. Hoe ik haar vorm kon geven door haar te fileren en ontleden. Hij had het over de scheppende kracht van pijn, waarom je moest putten uit de tegenstelling tussen de haat en de liefde die je voelde voor je personage. Wat ik haar aan moest doen om te ontdekken wie ze was. Misselijk van opwinding hing ik op. De rest van de dag bleef ik op mijn bed liggen met een doods gevoel in mijn onderlichaam. We bekeken foto’s van de boekpresentatie van het mongolenboek, kunstzinnig bedoelde foto’s van mongooltjes met geschreven portretten van bekende schrijvers. Een zwartwitfoto van een engelachtig meisje, grote ogen in een bleek gezichtje, liggend op een modderige ondergrond met de schouders bloot, hing aan de wand van het prestigieuze debatcentrum waar de presentatie plaatshad. Misplaatste goeddoenerij. Haar gezicht vertrok van afschuw. Ik zocht de bron van haar ongenoegen. Tussen de mensen stond zij, stralend la-

27


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 28

chend, in een jurk van nachtblauw chiffon. Haar rug was zichtbaar door de dunne stof. ‘Die rug.’ Ik keek nog eens goed. Zag wat ze bedoelde. De rug van een oudere vrouw. Dik was niet het goede woord, maar de rug had iets spekkigs. Het bergafwaarts. ‘Nee joh,’ suste ik. En ik raakte haar aan, voor het eerst. Legde mijn hand op haar zachte, romige rug. Ik voelde haar spie28

ren spannen, trok snel terug. Toen keek ze me aan. Ik waagde de gok en glimlachte. Ze glimlachte terug. Ik zegde mijn kamer bij de alcoholist op en mailde haar om te zeggen dat ik het komende weekend graag bij haar zou intrekken. De sleutel gleed soepel in het slot, ondanks mijn trillende handen. De weinige spullen die ik had sjouwde ik samen met een vriend naar boven. Het trappenhuis was stil, en ook toen ik de deur van haar woning passeerde was er niks te horen. Ze had een dienblad met broodjes en een pak melk op de overloop van de zolder gezet. Tussen de broodjes stak een briefje, handgeschreven. Het enige wat ik zag was ‘Lieve’. Ik kon niet meer verder lezen. We waren binnen een uur klaar en aten de broodjes zittend op de vensterbank van het zolderraam. Het uitzicht was magistraal, de stad schitterde ons tegemoet. De vriend nam afscheid. Ik opende een fles wijn en haalde het verfrommelde


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 29

briefje uit mijn achterzak. ‘Lieve, welkom. Ben naar Londen met C. Wil je Poes doen? Sleutel onder mat, brokken in gootsteenkast. Grind ook. Gewoon kraanwater. Voel je thuis.’ Ik herinnerde me het weer, dat weekend. De criticus had het met veel omhaal gebracht. Ik dacht aan haar en deed of ik er niet over wilde praten. Ik deed alsof ik het zag als een mogelijkheid tot onderhandeling. ‘Iets over mijn verhaal,’ dwong ik. Opgelucht verschikte hij zijn buik. ‘Ken je haar zwakke plek?’ Ik haalde mijn schouders op. Mijn gedachten dwaalden af naar die middag. Hoe ze me een compliment had gemaakt. Een aaipoesje-rotkat. Met mijn tekstje voor een brochure in haar hand: ‘Lang niet slecht.’ Toen: ‘Wel erg horkerig opgeschreven.’ Rotkat. Een klotetraan brandde in mijn ooghoek, ik kantelde mijn hoofd licht zodat hij niet zou gaan glijden. Haar radarblik scande mijn gezicht. Geamuseerde trek om de mond, meelevende blik. ‘Ach. Het is van jou.’ De vermoorde onschuld. ‘Zullen we straks wat drinken?’ Aaipoes. Ik knikte ‘graag’, knieën week van opluchting. ‘Zoek haar zwakke plek. De wond die aan het genezen is.’ Hij keek me aan met een hongerige blik, maar het was anders. De dommige geilheid ontbrak. Het was minder pijnlijk dan normaal en toen hij klaar was voelde ik me wonderlijk dankbaar.

29


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 30

Haar woning was van een even ziedend makende perfectie als haar kantoor. Visgraatparket (net voldoende versleten), vleugel in de hoek, erker met een antieke vaas met bloemen. Rustieke keuken, kookeiland, ijzeren stang met potten en pannen, Aga-fornuis. Zelfs de kat, Poes, kleurde bij de inrichting. Dat ze me hier liet lopen. En waarom ook niet? Ik drukte alleen maar even mijn neus in haar kussen, aaide haar satijnen 30

slipjes met mijn mond, sneed een stukje zeep af en stopte het in mijn bh, zoog aan haar nog vochtige tandenborstel. De geopende fles wijn had ik mee naar beneden genomen. Toen die leeg was schonk ik een glas cognac in. Het werd donker buiten, ik deed een klein licht in de keuken aan, zette een muziekje op. Danste door haar woonkamer op haar nieuwe suède laarzen, het zachte leer lekker strak om mijn kuiten. Poes schrok van mijn schaduw en schoot onder de vleugel. Haar zijden ochtendjas stond me goed, ik rook naar haar. Ik viel in slaap op haar bed, aan het voeteneinde, de plek waar een hond zou gaan liggen. Daar droomde ik over een vrouw die als een paard aan haar teugels trok. Ze gooide haar hoofd in de nek, haar ogen draaiden tot je bijna alleen het wit nog zag, schuimvlokken trilden in haar mondhoeken. Ik keek werkeloos toe, mijn armen hingen doods langs mijn lichaam, ik voelde ze niet. De vrouw bokte en rukte tot haar mond begon te bloeden.


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 31

Toen kwamen onze wittebroodsweken. De criticus hield ik op afstand. Zei hem dat ik wilde schrijven. Moest schrijven. Grandioos vond hij die onzin. De enige momenten waarop ik hem zag was als hij in haar keuken zat te ontbijten, de haren nat van het douchen en de mond vol knapperig geroosterd brood met de zoete honing die ik voor haar kocht. Schuldbewust slikte hij zijn eten weg, te snel, hij stikte bijna. In het voorbijgaan gaf ik hem een klap op zijn gebochelde rug, hij proestte en liep paars aan. ‘Sorry, liefje,’ zei ik zonder geluid en zette grote ogen op. Daarna pakte ik dat wat ik kwam halen – de krant, een espresso, een likje van haar dure gezichtscrème, ik mocht alles pakken – en glipte weer de trap op naar boven. Niet veel later hoorde ik haar deur dichtslaan en hem aarzelend de trap opkomen. Altijd keerde hij halverwege om. Soms kreeg ik bijna medelijden met hem. Maar nooit deed ik de deur open. Het bonzen is opgehouden. De stemmen zijn er nog. Ik hoor het gelispel van het benedenloeder en een mannenstem. Verstaan kan ik ze niet. Het doet me denken aan verstoppertje spelen vroeger, de duizelingwekkende sensatie dichtbij en onzichtbaar te zijn. Ik kreeg er pijn van in mijn buik maar kon er geen genoeg van krijgen. Dan gebeurt waar ik de hele tijd bang voor ben geweest. Ze gaan nog een trap op, naar de zolder. De overloop is keurig, de deur op slot. Godzijdank heb ik gisteren nog schoongemaakt, de stank was niet te harden. Ik kan alleen maar blijven liggen en ervoor zorgen dat ik niet vergeet te ademen.

31


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 32

Ondanks mijn koele houding bleef de criticus aandringen en omdat ik niet sterk genoeg was gingen onze wezenloze sekspartijen gewoon door. Ook bleef hij vragen naar mijn verhaal, of het al vlotte en wanneer hij weer wat mocht lezen. Uit een misplaatst verlangen hem ook daarin ter wille te zijn schreef ik verder. Ik deed maar wat, kopieerde af en toe een zin uit een bekende roman en borduurde daar zelf een eindje op voort. Zo nu en dan herkende de criticus zo’n zin, wat hem vervulde 32

van trots over zijn eigen eruditie, iets wat me eigenlijk wel ontroerde. Veel aandacht had ik er niet voor, ik was vol van mijn nieuwe leven met haar. Ik haatte haar nog steeds hartgrondig en genoot van de momenten waarop die haat verdween omdat ze naar me glimlachte of me goedkeurend bekeek wanneer ik haar ’s ochtends op kwam halen om samen naar de uitgeverij te gaan. Ik ging zelfs wat op haar lijken. Droeg mijn haren op dezelfde lengte en ik was een paar kilo aangekomen zodat ik dezelfde maat had. We kleedden ons allebei in dezelfde chicnonchalante stijl en behingen ons met dezelfde klassieke witgouden sieraden. Ook al wist ik dat alles tijdelijk is en dat niemand wezenlijk te vertrouwen is, het kwam toch als een schok. De baan was me op het lijf geschreven, en het lag vanuit zakelijk oogpunt voor de hand dat ik hoofd publiciteit en dus haar rechterhand zou worden.


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 33

De volgende ochtend lag er een enveloppe voor mijn kamerdeur. Er zaten twee treinkaartjes in naar Parijs, een voor mij en een voor haar. Ik liet ze op mijn tafel liggen en keek er af en toe naar. Na een paar uur wist ik wat ik ermee zou doen, maar vlak voor de tickets goed vlam dreigden te vatten sloeg ik het vuur uit, met mijn blote hand. De blaar is nu een litteken, een stukje zachtroze huid in de vorm van een espenblad. Mijn aandenken aan haar. 33

‘Je verzandt,’ zei hij. Zijn botte vingers deden een poging het gebied rondom mijn nek te liefkozen, hij tokkelde onhandig op mijn sleutelbeen. Ik had hem net zijn gang laten gaan terwijl ik ondertussen bedacht wat ik die avond voor haar zou koken. Iets met vis. Hij was klaar voor ik besloten had welke. Ik zou de visboer om advies vragen. ‘Je verzandt,’ zei hij nog een keer. Mijn poging de opmerking te negeren was mislukt. ‘O?’ ‘Je bent te snel tevreden. Personages opgetuigd, situatie geschetst, en dan scènes bedenken alsof het een invuloefening is. Je bent lui.’ Ik lag op zijn bed en staarde naar de ornamenten op zijn plafond terwijl zijn woorden op me neer regenden. Het was alsof iemand met een steen mijn slaap bewerkte, met kracht, precies op de goede plek. Mijn ogen brandden, ik sloot ze op het moment dat hij zijn grote hand tussen mijn benen drukte.


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 34

Daar ging hij weer. Ik was niet in staat me te verzetten. Hij had gelijk en dat gaf hem het recht te nemen waar hij zin in had. Toen het voorbij was stond hij abrupt op. Ik kende hem nu lang genoeg om te weten dat hij zich schuldig voelde. Het was een weekhartige man. ‘Maar je moet er zeker mee doorgaan, het wordt echt goed,’ mompelde hij voor hij afdroop richting de badkamer. Toen hij de deur sloot liet ik me van het bed af glijden en trok mijn kle34

ren aan. Geen douche, voor straf zou ik hem de hele dag op mezelf blijven ruiken, zijn oudemannensperma als een geheugensteuntje zodat ik niet zou vergeten wat hij had gezegd. Voor de duidelijkheid: dat hele verhaal kon me gestolen worden. Ik had haar uitgenodigd voor het eten. Gevulde olijven groot als koeienogen lagen te glimmen in de olie, de wijn stond gekoeld. Ik rookte een sigaret en keek uit over de stad. Ze klopte aan en omdat ik al een beetje aangeschoten was kon ik het opbrengen de deur met een royaal gebaar te openen. Het was een beklemmend warme avond, er leek geen einde te komen aan de zomer, ik droeg een lange jurk van lichte stof. Blote voeten en om mijn enkel het zilveren bandje dat we samen bij een antiekzaakje hadden gekocht waar ze Aziatische prulsieraden voor te veel geld verkopen. Ze droeg eenzelfde soort bandje waardoor je duidelijk zag hoeveel dikker haar enkels waren. Haar lichaam boezemde me opeens weerzin in, ik


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 35

rook een lichte zweetlucht door haar parfum en nam snel een slok wijn. Het zelfvertrouwen waarmee ze bezit nam van mijn kamer was nauwelijks te verkroppen. Nadat ze met een minzame blik de stof van mijn jurk tussen de vingers had vastgepakt kromp ik op vertrouwde wijze ineen en begon te sloven. Of ze lekker zat zo, nog een glas wijn wilde, waar ze het liefst wilde eten. Met weke knieën zette ik haar een bord verse pasta voor – simpel en vers, precies zoals ze haar pasta graag at. Ik kon niet slikken totdat zij tevreden had geknikt, wat pas na vier trage happen gebeurde. Opeens hadden we het over hem, iets wat ik altijd zorgvuldig vermeed, maar wat onvermijdelijk was geworden. Ook al had ik inmiddels talloze grenzen overschreden, toch werd ik er nerveus van haar over hem te horen praten, over hoe charmant en tegelijkertijd afstotelijk hij kon zijn. In de keuken dronk ik uit een ander glas, zodat mijn glas op tafel niet te snel leeg zou raken. Net nadat ik twee espresso’s en twee glazen grappa had neergezet klonk het geluid van een sms-bericht. Hij stond beneden en moest me zien. Om me voor te zijn berichtte hij er meteen achteraan te weten dat ik thuis was, de ramen stonden open, mijn fiets stond voor het huis. Ik voelde me opvallend ontspannen toen ik tegen haar zei dat ik even naar de avondwinkel ging voor een stuk chocolade. Ze lag op de bank met een sigaret en knikte afwezig. Het leek zo logisch de deur op slot te doen.

35


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 36

‘Je moet haar nog een stap verder laten gaan,’ hijgde hij toen ik hem in het trappenhuis tegemoetkwam. We stonden voor de deur van haar woning. ‘Net verder dan je van plan was.’ Haar deur was open, ik pakte zijn hand en trok hem mee naar haar slaapkamer. Toen ik geroep van boven hoorde kroop ik onder hem vandaan om muziek aan te zetten. Ik koos het requiem van Fauré. Zo genoot ik er meer van, dacht 36

hij. Geen walging dit keer. En toen we erna samen naar de muziek lagen te luisteren, vond ik hem bijna aardig. Voor het eerst vielen we samen in slaap. Hij vertrok de volgende ochtend. Meer mensen in het trappenhuis, ze hebben geen haast, waarom zouden ze. Ik stel me voor hoe ze haar optillen, een grote, stinkende pop. Nog meer voetstappen, feller dit keer. Ze stoppen op deze verdieping. De deur wordt opengeramd. De agente knielt naast me neer. Ze heeft lieve ogen. Haar handen voelen koel op mijn huid, ze ruikt naar wasmiddel. Ik tril, heel diep in mijn buik. Wat zou het fijn zijn als ze me even vastpakte. De ambulancebroeder, een Surinamer, onderzoekt me, zorgvuldig maar onpersoonlijk, alsof ik een gewond dier ben. De mensen praten zacht, als in een kerk. Het kippenvel springt op mijn benen als ik naar een auto word gebracht. Iemand gooit een ruwe deken over mijn schouders. Ik wankel. De regen striemt tegen de voorruit. Pas als we een paar straten verder zijn zie ik dat de zomer voorbij is. Als tot me doordringt wat dat betekent


Saboteur:M. Kaan - def.

06-01-2014

13:20

Pagina 37

sluit ik mijn ogen. Het missen voelt als een val zonder de verlossing van een einde.

37


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.