Kunst en psychiatrie, mei 2014

Page 1

Lezing

Kunst en psychiatrie

Jan van Blarikom Mei 2014


Deel I: Kunst en stemming

Het is een wijdverbreide gedachte dat kunstenaars op een of andere wijze een verwantschap hebben met psychiatrie. Er zijn op dit gebied slechts een beperkt aantal onderzoeken voorhanden, die overigens deze verwantschap wel bevestigen1. Opmerkelijk zijn het vooral dichters die last hebben van psychiatrische stoornissen, mogelijk wel tot 50%. De tweede groep is de componisten, gevolgd door schrijvers en schilders. Ongeveer 15% tot 20% van alle kunstenaars is minstens een keer opgenomen, en stemmingsstoornissen lijken de belangrijkste psychiatrische klachten te vormen. Kay Redfield Jamison gaat in haar boek Touched with fire2, in op de mogelijke relatie tussen de manisch-depressieve stoornis en een artistieke / kunstzinnige aanleg. Ze bestudeert in het bijzonder een groep Ierse en Britse dichters geboren tussen 1705 en 1805. Thomas Chatterton (1752-1770) die al op 17 jarige leeftijd zelfmoord pleegde3. Als kind had hij al last van stemmingswisselingen, bekend met ernstige melancholische depressies afgewisseld door periodes van wild enthousiasme en beleving van eigen grootheid. Zijn zus was opgenomen in de psychiatrie. Samuel Taylor Coleridge (1772-1834) met William Wordsworth een van de romantische dichters van het Lake District. Hij leed aan terugkerende melancholische depressies. Maar er waren ook periodes van extravagant, grandioos en geagiteerd gedrag. Hij leed aan een opiumverslaving. But why drives on that ship so fast Without or wave or wind The air is cut away before And closes from behind4 En natuurlijk Lord Byron (1788-1824). Bekend van zijn dichterlijk epos Don Juan. Hij had last van recidiverende depressies, in combinatie met een opvliegend temperament. Hij had talloze liefdesaffaires . Sloot zich aan bij de Griekse vrijheidsstrijders tegen de Turken en stierf uiteindelijk aan moeraskoorts. Zijn familie was ernstig belast met psychiatrische aandoeningen. Een vergelijking tussen het chaotische, opvliegende, enthousiaste gedrag en dan weer teruggetrokken, uitgeputte bestaan, van een manisch-depressieve patiënt en dat van een kunstenaar ligt voor de hand. Een kunstenaar heeft een onregelmatig levensstijl en hij bevindt zich in een milieu waarin afwijkend gedrag meer is toegestaan, (soms) wordt er toegewerkt naar een prestatie, waarna vrij en los gedrag, al dan niet in combinatie met alcohol en drugs is toegestaan.

De vraag is echter of het alleen om een oppervlakkig verband gaat of dat stemmingsstoornissen daadwerkelijk bijdragen aan creativiteit, wat opmerkelijk zou zijn want de manisch-depressieve stoornis is een ernstige psychiatrische ziekte die dikwijls leidt tot een achteruitgang in functioneren. Genoemde onderzoeken laten echter zien dat er daadwerkelijk meer mensen met een stemmingsstoornis in het kunstenaars milieu voorkomen. We richten ons in de komende bespreking


vooral op de hypomane episode. Dat is de fase waarin een manisch-depressieve patiënt op weg is naar het hoogtepunt van de manie, maar ondanks toenemende drukte nog enigszins aangepast weet te functioneren. Volgens de criteria van DSM IV kan er tijdens de hypomane fase sprake zijn van een verminderde behoefte aan slaap, een overdreven groot zelfvertrouwen, veel praten, gedachtevlucht, verhoogde afleidbaarheid, maar ook een toegenomen doelgerichtheid. In DSM III was er zelfs nog sprake van een ‘scherpe en buitengewone creatieve gedachtegang’. Onderzoeken laten zien dat bij mensen met een manische-depressieve stoornis tijdens de hypomane fase sprake is van een groter vermogen tot het leggen van bijzondere verbanden , in hun denken zijn ze creatiever (combinatory thinking).5 Ideeën hangen op een losse wijze samen en worden op een buitensporige wijze gecombineerd en uitgewerkt. Niet altijd de meest ideale eigenschappen voor het dagelijkse leven, maar in de kunst kan dit tot bijzondere resultaten leiden. Daarbij stellen hypomane mensen zich in de sociale interactie op een speelse wijze op en zeggen ze sneller wat ze op dat moment vinden.6 Een door Jamison onderzochte groep van Britse schrijvers en kunstenaars lieten weten dat aan een intense creatieve periode vaak een verhoogde stemming vooraf ging.7 Onderzoekers op Harvard8 constateerden dat er bij eminente kunstenaars vaker sprake is van een bipolaire stoornis en dat zij de grootse periode van creativiteit ervaren tijdens een verhoogde stemming. Het lijken dan vooral de toegenomen snelheid tot het maken van associaties, het gemak waarmee het denken zich voltrekt, en het ontstaan van een overvloed aan nieuwe ideeën te zijn, waardoor het creatieve proces versterkt wordt. Er lijkt ook een verband te staan tussen de persoonlijke eigenschappen van mensen met een bipolaire stoornis en creatieve personen9. Jamison stelt dat bepaalde eigenschappen die veroorzaakt worden door de (hypomane fase van de) bipolaire stoornis: durf, een grootse visie, een overmaat aan zelfvertrouwen, risico nemen, onvermoeibaar, tegen de stroom in, speelsheid en humor dezelfde eigenschappen zijn die we bij zeer creatieve en ondernemende mensen terugvinden.10 We kunnen tot de volgende conclusie komen.11 Mensen met een bipolaire stoornis hebben vooral in hun hypomane fase de beschikking over twee ‘componenten’ die een overeenkomst vertonen met zeer creatieve en ondernemingsgezinde mensen. De eerste heeft te maken met het creatieve proces zelf: een buitengewone manier van ideeën produceren. De tweede component heeft te maken met de persoon: een groot zelfvertrouwen en een bereidheid tot het nemen van risico’s. Als een mens beschikt over de nodige creatieve vaardigheden en talenten; als er dus al in aanleg en ontwikkeling sprake is van een creatieve persoon, dan kan het feit dat deze mens lijdt aan een bipolaire stoornis ervoor zorgen dat, tijdens de hypomane fase, dit creatieve proces nog geïntensifieerd wordt. De hypomane episode zorgt dan voor de vleugels waardoor de kunstenaar nog hoger kan stijgen. Maar dat maakt een psychiatrische stoornis op zich nog niet tot een ‘romantisch’ gegeven, tot iets wat haast per definitie met het kunstenaarschap te maken heeft. Een mens met een manischdepressieve stoornis, zonder creatieve mogelijkheden heeft niets aan die overvloed aan ideeën en de ongebreidelde, risicovolle dadendrang. Meestal lijdt de manische fase tot absurde ondernemingen zoals het opkopen van tweedehandsauto’s waarbij de patiënt zelf met een schuldenlast achterblijft, impulsief ontslag nemen of destructief gedrag naar zichzelf en de omgeving. 2


De hypomane episode versterkt ook eigenschappen die op zijn best weinig schade toebrengen, maar die ook een spoor van vernieling kunnen achterlaten. Het ‘voordeel’ van kunstenaars, die lijden aan een bipolaire stoornis is dat zij het vermogen hebben de energie die vrijkomt bij een bipolaire stoornis tot op zekere hoogte vorm te geven. De creatieve gebieden: dichten, schrijven, regisseren, schilderen, lenen zich goed voor de stroom aan nieuwe, originele associaties en de neiging om zich op onbetreden paden te begeven. Maar ondertussen vraagt juist die stroom aan associaties en die ongebreidelde dadendrang ook om veel techniek en discipline. Dat stelt Charles Lamb (1775-1834) een Engelse schrijver, die leed aan een bipolaire stoornis, waarvoor hij ook een keer is opgenomen. Bekend is ook zijn zus Mary Lamb, die haar moeder in een vlaag van waanzin doodstak, en meerdere malen is opgenomen. In zijn Essays of Elia schrijft Charles Lamb dat een ‘waanzinnige Shakespeare’ ondenkbaar is. Bij de kunstenaars gaat het om een ‘uitgebalanceerde aanwezigheid’ van alle geestelijke vermogens. Waanzin houdt in dat een vermogen doorschiet ten koste van anderen. De grootste kunstenaars weten hun originele scheppingsdrang altijd in gelijke tred te houden met hun techniek, doorzettingsvermogen en discipline. Deel II: Kunst en psychose Een psychiatrische ziekte heeft op zich niets met creativiteit of romantiek te maken. Hoewel dat gegeven in de geschiedenis van de psychiatrie en de kunst telkens, in een andere vorm, weer terugkeert. We vinden dit terug bij de Duitse expressionisten (1900-1914). Een jonge groep schilders, die naar buiten trokken en met snelle schetsen de essentie van het leven wilden vastleggen. In de jaren net voor de Eerste Wereldoorlog vertegenwoordigde de psychiatrische patiënt binnen de expressionistische kring het ideaalbeeld van de ‘nieuwe, waarachtige mens,’12. De expressionisten waren geïnspireerd door Edvard Munch (1863-1944) en Vincent van Gogh (18531890). Edvard Munch was in de winter van 1908/1909 voor korte tijd opgenomen in een rusthuis in Kopenhagen, vanwege een ‘zenuwinzinking’. Vincent Van Gogh werd zoals bekend, later in zijn leven opgenomen en stierf uiteindelijk aan een zelfmoordpoging. Tijdens de internationale Sonderbund – Ausstellung 1912 in Keulen, werden werken van Munch en van Van Gogh als ‘voorlopers’ met de generatie expressionisten vergeleken. Van Munch werden een aantal werken rond het thema melancholie vertoond, een portret van zijn zieke zus, die op 15 jarige leeftijd aan TBC is gestorven en een portret van zijn zus Laura die aan ernstige depressies leed. Van Vincent van Gogh werden meer dan 100 werken tentoongesteld. Vooral het leven en werk van Vincent van Gogh heeft bijgedragen aan het romantisch beeld van de uitzonderlijk begaafde kunstenaar die tegelijkertijd lijdt aan een psychiatrische stoornis. Maar de werkelijkheid van de mens met een psychiatrische stoornis is zelden romantisch. Een van de Duitse expressionisten, Erich Heckel (1883-1970) schilderde in de oorspronkelijke privékliniek – maar inmiddels door de stad Berlijn gebruikt om een overschot aan psychiatrische patiënten te herbergen – Maison de Santé, het portret Blinde Irre beim Essen (1914). Psychiatrische patiënten, die ook nog blind waren, aangrijpend en met mededogen in beeld gebracht. De blik van de 3


centrale figuur verinnerlijkt zoals dat blinde mensen eigen is. Het werk vertoont overeenkomst met een werk, de slaapkamer (1888) van Van Gogh – een werk dat hij in de maanden voor zijn eerste opname (24 dec. 1888) schilderde. De overeenkomst valt op in de wijze waarop de ruimte is weergegeven: klein, begrensd, alsof je een kast binnen kijkt.13 Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam de psychiatrie nog dichter aan de huid van de kunstenaars. Door het oorlogsgeweld stort een aantal kunstenaars die deelnamen aan de oorlog volledig in, onder hen Ernst Ludwig Kirchner (1880-1939). Het portret Selbstbildnis als Soldat (1915) is daar getuige van. In 1917 wordt Kirchner behandeld door Ludwig Binswanger in zijn Zwitsers Sanatorium Bellevue. Kirchner raakt daar geweldig onder de indruk van het werk van een zeer gestoorde psychiatrische patiënte Els Blankenhorn. “Het verbaast mij welke krachten soms door ziekte vrijkomen,” schrijft hij.14 Maar na de Eerste Wereldoorlog verandert Kirchner van standpunt, wanneer het erop aankomt dat het werk van psychiatrische patiënten wordt vergeleken met dat van ‘echte’ kunstenaars. Een aantal artsen en psychiaters legden de nadruk op de ‘degeneratieve’ aspecten van de moderne kunst. Argumenten die later grif door de nazi’s worden overgenomen. In 1937 worden 637 van Kirchner zijn werken als ‘entartete’ kunst in beslag genomen. In 1938 brengt hij zichzelf met een pistool om het leven15. Van een psychiatrische stoornis word je als mens niet beter, creatiever of kunstzinniger. En een kunstenaar die lijdt aan een psychiatrische ziekte heeft er vooral last van. En toch, soms lijkt er een unieke wisselwerking te zijn tussen de mens, de tijd waarin hij leeft, zijn talenten én het optreden van een psychiatrische stoornis. Een voorbeeld is het leven en werk van Elfriede Lohse-Wächtler16 (1899-1940). Ze behoorde tot de ‘tweede generatie’ Duitse expressionisten. Haar spontane, levendige natuur, was in de tijd dat ze nog kind was al verantwoordelijk voor een gespannen verhouding met haar vader. Ze gaf blijk van grote kunstzinnige talenten en gaf zich zodra ze het huis uit was over aan een onconventionele levensstijl: ze stelde zich voor als jongeman en rookte een pijp. Na de nodige omzwervingen belandt zij in het kunstenaarsmilieu van Hamburg. Ze neemt deel aan tentoonstellingen, verkoopt haar werk voor de eerste keer aan een museum. Tegelijkertijd gaat het in de winter van 1928-29 volledig mis met haar: ze lijdt aan ernstige vervolgingswanen en wordt kort opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. De 2 jaar die dan op haar geestelijke ineenstorting volgen zijn op artistiek gebied de succesvolste uit haar carrière. Ze duikt het nachtleven van Hamburg rond 1930 in – en geeft dit op een sublieme, expressionistische wijze weer. Mensen geportretteerd aan de zelfkant van de samenleving. Maar de prijs is hoog. Vrienden – de avant-garde – van Hamburg, nemen afstand van haar. Ze weten zich geen raad, met haar ontremde en zichzelf verwaarlozende levensstijl. De prijs van een psychose is hoog. Altijd te hoog. Ondanks de schitterende werken die door een bijzondere samenloop van omstandigheden eruit voort kunnen komen. ‘Een kunstenaar gaat naar huis, aan het einde van de voorstelling,’17 stelt Wouter Kusters, maar voor de psychotische persoon komt aan de voorstelling geen einde. Een ernstige psychiatrische ziekte houdt een ingrijpende ontregeling van het dagelijkse leven in. Deze ontregeling kan, door een bijzondere samenloop van omstandigheden, bij de mens met een manisch-depressieve stoornis en 4


zelfs bij de mens met schizofrenie – specifieke eigenschappen versterken die deze mens zonder zijn stoornis ook al had. Vooral bij uitzonderlijke kunstzinnige begaafdheid lijkt een wisselwerking mogelijk te zijn. Dit levert werken op van uitzonderlijke kwaliteit, met een hoge prijs die betaald wordt door de kunstenaar zelf in de vorm van een ernstig lijden.

Noten

1

Zie voor een overzicht van deze studies: Goodwin, F. & Jamison, K. (2007) Manic-depressive illness. Second edition. New York: Oxford University Press. Het overzicht is terug te vinden in hoofdstuk 12 Creativity, van dit onovertroffen handboek. Voor het eerste deel van mijn lezing, het verband tussen stemmingsstoornissen, voor de hypomane episode, en creativiteit, leun ik zwaar op dit hoofdstuk. 2 Jamison, K. (1993) Touched with fire. Manic-depressive illness and the artistic temperament. New York: The Free Press 3 Zie ook: Goodwin, F. & Jamison, K. (2007) Manic-depressive illness., p. 386-387. 4 Zie Touched with fire, p. 219 – oorspronkelijk: Samuel Taylor Coleridge The Rime of the Ancient Mariner 5 Goodwin, F. & Jamison, K. (2007) Manic-depressive illness., p. 397 6 Solovay, M., Shenton, M., and Holzman, P. (1987) Comparative studies of thought disorders: I. Mania and schizophrenia. Archives of General Psychiatrty, 44, 13-20. 7 Jamison, K. (1989) Mood disorders and seasonal patterns in British writers and artists. Psychiatry,52, 125-134. 8 Richards, R. & Kinney, D. (1990) Mood swings and creativity. Creativity Research Journal,3, 202-217. - Richards, R., Kinney, D., Lunde, I., Bente, M. and Merzel, A. (1988). Creativity in manic-depressives, cyclothymes, their normal relatives, and control subjects. Journal of Abnormal Psychology, 97, 281-288. Zie ook: Goodwin, F. & Jamison, K. (2007) Manic-depressive illness., p. 398-399. 9 Nowakowska, C., Strong, C., Santosa, C., Wang, P. and Ketter, T. (2005)Temperamental commonalities and differences in euthymic mood disorders patients, creative controls, and healthy controls. Journal of Affective Disorders, 85, 207-215. 10 Goodwin, F. & Jamison, K. (2007) Manic-depressive illness., p. 399. 11 Idem, p. 399. 12 Augat, S. (2003) Das Bild des “Irren” im Expressionismus. In: Expressionismus und Wahnsinn. Herausgegeben von. H. Guratzsch. München: Prestel. p. 18. 13 Idem, p. 19. 14 Röske, T. (2003) Ernst Ludwig Kirchner und das ‘Kranke’in der Kunst. In: Expressionismus und Wahnsinn. Herausgegeben von. H. Guratzsch. Münche:. Prestel. p. 157 15 Zie over de ommedraai van Kirchner, uitgebreider, bovenstaande referentie. 16 Eerder heb ik uitgebreider haar levensgeschiedenis verhaald in: Blarikom, J. van. (2005) Vreemde ogen dwingen. 17 Kusters, W. (2004) Pure waanzin. Amsterdam: Nieuwzijds. p. 27

5


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.