http://www.xr-magazine.nl/sites/default/files/XR_Magazine_19_2010

Page 1

XR.

Editie 19 | December 2010 www.xr-magazine.nl

XR Magazine | Kennisdeling over de praktijktoepassing van Enterprise Architectuur

Thema

Het Nieuwe Werken Verandering is op komst!

Enterprise ICT 2.0 Hoeveel 2.0 wil een onderneming zijn?

Architectuureisen ICT-omgeving voor Het Nieuwe Werken De optimale ICT-omgeving voor HNW

De Nederlandse Overheid in de Wolken Introductie van ‘The Cloud Cube’


“Er is geen receptuur van Het Nieuwe Werken: elke organisatie mag zijn eigen ingrediënten kiezen” - Merijn Zee en Ronald van Eerten in ‘Het implementeren van Het Nieuwe Werken is een duivelspact’

“Wat zijn de technologische uitdagingen waar organisaties tegenaan lopen bij Het Nieuwe Werken?” - Aizo Wiebenga, Maarten Mullender en Mark Meerbeek in ‘Cloud Computing: De driver voor Het Nieuwe Werken?’

“Elke organisatie dient zich af te vragen hoeveel 2.0 ze wil zijn; misschien is Enterprise 1.4 wel genoeg” - Harry Potma in ‘Enterprise ICT 2.0: Vertrouwen in relaties’

“De architectuur achter Twitter is in mijn ogen een goed voorbeeld van hoe een moderne architectuur eruit kan zien” - Ad Gerrits in ‘Twitterarchitectuur en #hnw’

“Het centrale karakter van de ESB maakt dat het een potentiële bottleneck wordt” - Viktor Grgic en Mark van Holsteijn in ‘NoESB, een alternatief voor een ESB’

“Een architectuurvisualisatie dient de vertaalslag van logische functie naar technische vorm te tonen” - Mark Paauwe in ‘Dragon1 visualisaties van de vernieuwing bij gemeente Veluweloo’


Do you know how to

eXcelleRate?

We do! Het Nieuwe Werken, wat is dat?

4

Het implementeren van Het Nieuwe Werken is een duivelspact

8

We doen Het Nieuwe Werken

11

Cloud Computing: De ‘driver’ voor Het Nieuwe Werken?

12

Architectuureisen aan de ICTomgeving voor Het Nieuwe Werken

18

Enterprise ICT 2.0: Vertrouwen in relaties

22

Twitterarchitectuur en #hnw

26

Poster: Wat is Het Nieuwe Werken

29

NoESB, een alternatief voor een ESB

30

Dragon1 visualisaties van de vernieuwing bij gemeente Veluweloo

34

De Nederlandse Overheid in de Wolken

38

Voorwoord De wereld verandert, de onderneming verandert, de mens verandert en dus ook de manier waarop wij leven en werken verandert. Momenteel bevinden we ons in een transformatieproces van formaat dat valt onder de noemer Het Nieuwe Werken (HNW). Alles en iedereen dient mee te veranderen om deze nieuwe manier van werken te kunnen ‘implementeren’ en te doen laten slagen. Kortom, verandering is op komst! Maar wat is deze nieuwe manier van werken nu precies en wat verandert er daadwerkelijk? Welke vernieuwingen dient de onderneming in haar organisatie, informatievoorziening en ICT-infrastructuur door te voeren om HNW mogelijk te maken? Op welke wijze kunnen deze vernieuwingen dan het beste doorgevoerd worden? Dit zijn vragen die momenteel bij veel ondernemingen intensief bestudeerd en bediscussieerd worden. Ook voor de werknemer vinden er natuurlijk veel veranderingen plaats. Aan veranderingen zitten echter positieve en negatieve kanten. De werknemer kan steeds meer plaats- en tijdsonafhankelijk werken en op de manier zoals hij of zij dit het prettigste vindt. Maar hoe zorg je ervoor dat het plaats- en tijdsonafhankelijk kunnen werken niet veranderd in altijd en overal aan het werk zijn? Een vraagstuk wat steeds meer de kop opsteekt nu de baas en je collega’s je steeds gemakkelijker kunnen ‘bestoken’ met nieuw werk. Verschuilen is niet meer mogelijk. Zoals wel duidelijk is geworden gaan er veranderingen plaatsvinden. En waar veranderingen plaatsvinden binnen de onderneming speelt architectuur een grote rol. Het is tijd om door de bril van de architecten van de onderneming te kijken naar HNW.

Koen van Boekel december 2010 XR Magazine

3


Het Nieuwe Werken

Het Nieuwe Werken, wat is dat? In onze huidige maatschappij vindt er een snelle opeenvolging van ‘nieuwe’ begrippen plaats. Na de Cloud Computing hype is het nu hot om het over ‘Het Nieuwe Werken’ (NHW) te discussiëren. Nu is het echter normaal dat bij ‘nieuwe’ begrippen, de omschrijving, definitie en verankering van het begrip nog niet helemaal vastgelegd is. Er is nog in het geheel geen consensus over het begrip, zodat een ieder het begrip gebruikt ervan uitgaat dat de ander hetzelfde zal bedoelen. Met ander woorden, de zender en de ontvanger gaan ervan uit dat ze hetzelfde bedoelen, maar dat hoeft nog niet het geval te zijn. Dit artikel is een poging om een bijdrage te leveren aan het omschrijven en definiëren van het begrip ‘Het Nieuwe Werken’, zodat de discussie hierover zuiverder wordt. Leendert Hinds

Wat is Het Nieuwe Werken Zoals in de introductie al duidelijk wordt gemaakt, zijn er diverse definities te vinden van het begrip ‘Het Nieuwe Werken’. Bill Gates introduceert in zijn whitepaper ‘The New World of Work’1 eigenlijk voor het eerst het concept en kan daarmee gezien worden als één van de grondleggers van dit begrip. Een andere bekende en veel gehanteerde definitie is die van Dik Bijl: “Het Nieuwe Werken is een visie waarbij recente ontwikkelingen in de informatietechnologie als aanjager gelden voor een beter(e) inrichting en bestuur van het kenniswerk. Het gaat om vernieuwing van de fysieke werkplek(ken), de organisatiestructuur en -cultuur, de managementstijl en niet te vergeten de mentaliteit van de kenniswerker en zijn manager.” 2 Deze definitie uit 2007 spreekt van kenniswerk. In de huidige omschrijving van dit begrip, zoals hieronder wordt weergegeven, is de scope van Het Nieuwe Werken verruimd naar alle beroepen in de dienstverlening. Het Nieuwe Werken kan in eerste instantie omschreven worden als “het plaats- en tijdonafhankelijk uitvoeren van werkzaamheden”. In tweede instantie is de “onafhankelijke wijze van werken eraan toegevoegd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van moderne mobiele technologie.” Diverse bedrijven hebben hun werkomgevingen inmiddels ingericht conform Het Nieuwe Werken. Eigenschappen van dit soort werkomgevingen zijn onder andere het 4

XR Magazine december 2010

gebruik van diverse soorten werkplekken; zo zijn er concentratiewerkplekken, teamwerkplekken en loungeplekken terug te vinden. De medewerkers komen op kantoor om elkaar te ontmoeten en bij te praten en zijn niet per definitie gericht op het aanwezig zijn van 9 tot 5. Binnen het werkplekconcept van deze werkomgevingen is dan

HNW kan omschreven worden als “het plaats- en tijdonafhankelijk uitvoeren van werkzaamheden” ook rekening gehouden met het feit dat medewerkers elkaar in een ongedwongen sfeer kunnen ontmoeten. Dit wordt vaak gestimuleerd door bijvoorbeeld de aanwezigheid van een koffiecorner en andere ontspanningsruimtes. Het Nieuwe Werken is meer dan flexibele werkplekken en werktijden Het Nieuwe Werken is niet alleen het aanleggen van flexibele werkplekken, in combinatie met kantoortuinen en de verruiming van de start- en eindwerktijden. Het Nieu-


“Het kantoor wordt meer een plek om collega’s te ontmoeten en steeds minder een plek om daadwerkelijk te werken”

we Werken is ook de vraag naar een gedragsverandering, zowel van werknemer als van werkgever. De werknemer zal eraan moeten wennen dat er in principe geen vaste werkplekken en werktijden meer zijn. Het is vaak de bedoeling dat men op het kantoor de collega’s opzoekt die men op dat moment nodig heeft om vervolgens aan het werk te gaan. Dit hoeft niet per definitie steeds op dezelfde plek te zijn. De aard van het werk kan per dag verschillen waardoor er ook steeds behoefte is aan een ander soort werkplek. Voor de werkgever betekent Het Nieuwe Werken dat er vertrouwen gegeven moet worden aan de medewerkers over het op te leveren resultaat binnen de tijd die ervoor staat. Vertrouwen is nodig omdat de manager de medewerker niet meer zo vaak op de afdeling heeft zitten en daarmee dus het toezicht kwijtraakt. De manager zal dus moeten sturen op resultaat en niet meer op aanwezigheid. Kennisoverdracht, vernieuwing en verandering De komende jaren zullen er veel mensen uit het arbeidsproces stromen. Het werk wat zij doen en de kennis die zij hebben zal moeten worden overgenomen. Voor bedrijven is het dus belangrijk om de nieuwe generatie, die de komende jaren hun intrede in de arbeidsmarkt zullen doen, binnen te halen. Deze nieuwe generatie is echter opgegroeid met moderne mobiele technologie en bedient zich van allerlei sociale netwerken om met elkaar

en de rest van de wereld in contact te blijven. Een organisatie die dus is ingericht met moderne technologie heeft een grotere aantrekkingskracht op jongeren dan bedrijven die nog op de conventionele manier werken. Om Het Nieuwe Werken toe te passen is een moderne technologische omgeving, goede beveiliging, management bereid-

Om HNW toe te passen is een moderne technologische omgeving en een andere mindset noodzakelijk heid, algemene acceptatie, betrouwbaar en vakkundig personeel en een andere mindset noodzakelijk. Het Nieuwe Werken maakt gebruik van nieuwe technologieën en kan leiden tot slimmer, efficiënter en effectiever werken en zal nieuwe verwachtingen scheppen ten aanzien van nieuwe manieren van leidinggeven, eigen verantwoordelijkheid, eigen creativiteit en oplossingsgerichtheid. Nieuwe professionals stellen andere wensen en eisen aan hun werkgever of opdrachtgever en aan de inrichting van hun werk en werkomgeving. Organisaties zullen andere eisen stellen aan werknemers. Het is duidelijk dat de december 2010 XR Magazine

5


manier waarop organisaties zijn ingericht daardoor behoorlijk kan gaan verschillen van de manier waarop wij dat momenteel kennen. Een eenvoudig voorbeeld van Het Nieuwe Werken 14 jaar geleden moest ik één keer per week naar Maastricht om database beheertaken uit te voeren. 5 jaar geleden was deze wekelijkse reis niet meer noodzakelijk. Vanwege de technologie om op afstand te werken kon ik de database op elk willekeurig moment en op elk willekeurig tijdstip en op elk willekeurige locatie monitoren en eventueel acties ondernemen. De technologie om remote te werken was 14 jaar geleden al aanwezig, maar de bereidheid van het management, de beveiligingsaspecten en de acceptatie van deze wijze van werken was nog niet zover. Dit is natuurlijk niet het meest flitsende voorbeeld van Het Nieuwe Werken, maar ik probeer hiermee aan te geven dat Anytime, Anyplace en Anyhow drie belangrijke basisprincipes zijn van Het Nieuwe Werken. Anytime; aangezien creativiteit en inspiratie niet gebonden is aan tijd. De beste ideeën ontstaan zelfs niet in het 9 tot 5 tijdsinterval, maar vaak in de kleine uurtjes of op onverwachte momenten. Anyplace; aangezien door de mobiele technologie de resources om het werk uit te voeren niet meer plaatsgebonden is, maar overal benaderbaar zijn. Hierdoor is het ook mogelijk dat niet alle medewerkers op hetzelfde moment op dezelfde plaats aanwezig hoeven te zijn. Anyhow; aangezien door de moderne technologie de medewerker op meerdere wijzen en met meerdere hulpmiddelen het werk kan uitvoeren. Tot slot Door de nieuwe mogelijkheden die het internet biedt, maar ook door nieuwe werkmethodes, de nieuwe generatie werknemers - die gewend zijn met moderne mobiele technologie en sociaal media te werken - en de eisen die aan het werk zullen worden gesteld, zal het werken in de aard ingrijpend veranderen. De vraagstukken die Het Nieuwe Werken oproept zijn multidisciplinair: technologisch, organisatiekundig, sociologisch en cultureel. De vraag is hoe snel de ontwikkelingen zullen verlopen en vooral hoe de organisaties met deze maatschappelijke ontwikkelingen om zullen gaan. Referenties 1

The New World of Work, Bill Gates, 2005

2

Het Nieuwe Werken, Dik Bijl, 2007

3

Het Nieuwe Werken bij het Rijk

Leendert Hinds is applicatie- en databasespecialist bij Hints Company B.V. www.hints.nl 6

XR Magazine december 2010

9 principes van HNW In het document ‘Het Nieuwe Werken bij het Rijk’ 3 gaat men nog een stapje verder door negen principes van Het Nieuwe Werken te onderkennen: 1. Zelf bepalen hoe, waar, wanneer, met wie men werkt aan concrete resultaten; 2. Niet de functie, maar talent bepaalt iemands waarde; 3. Iedereen is zelf verantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling; 4. Variëteit en maatwerk zijn de nieuwe standaard; 5. Thema’s en taken zijn leidend, niet de grenzen van organisaties; 6. Transparantie tenzij; 7. Inspireren en sturen met behulp van collectieve ambities; 8. Digitale kennis & vaardigheden maken onderdeel uit van het vak van de medewerker; 9. Werkplekken zijn activiteitsgerelateerd en ICT-ondersteuning staat altijd in dienst van de medewerker.



Het Nieuwe Werken

Het implementeren van Het Nieuwe Werken is een duivelspact Nederland adopteert Het Nieuwe Werken. Tenminste als we het mediageweld mogen geloven. Billboards op stations, een explosie van internetgroepen en een veelvoud aan websites. Artikelen hierover verschijnen in de gewone kranten en weekbladen. Elke week wel een congres en nu ook een week van Het Nieuwe Werken. Iedereen is ermee bezig, achterblijven is geen optie. De revolutie is nabij en eraan ontsnappen is onmogelijk. Toch? Merijn Zee en Ronald van Eerten

Een nieuwe werkelijkheid voor werkend Nederland Werkend Nederland lijkt op weg naar een nieuwe werkelijkheid. Er is consensus ten aanzien van de manier waarop de kantoor- of kenniswerkers zoals de adviseur, beleidsmedewerker, inspecteur, secretaresse en helpdeskmedewerker hoort te werken. Het Nieuwe Werken is een soort provotijd van deze kantoorwerker. Er moet veel worden gesloopt: de negen tot vijf mentaliteit, de functiehuizen die door een overmaat aan specialisatie en

Er moet veel gesloopt worden: 9 tot 5 mentaliteit, functiehuizen, organisatievormen en allerlei sectorale ICT-systemen arbeidsdeling bol staan van betekenisloze en uitgeholde functies, organisatievormen die fungeren als harnassen waarin nauwelijks te werken is, planning en controle cycli die wantrouwen institutionaliseren, de eigen werkplek en allerlei sectorale ICT-systemen waarin informatie niet op orde is. 8

XR Magazine december 2010

Vernieuwings- en vooruitgangsstreven Er is een groot vernieuwings- en vooruitgangsstreven. Nederlandse bedrijven, instellingen en niet in de laatste plaats de werkende mens zelf, zien uit naar de nieuwe manier van werken die grenzeloos, plaats- en tijdonafhankelijk is, mensen de ruimte biedt om naar eigen inzicht te regelen en te organiseren, samen te werken en (kennis) te delen. De vooruitgang vraagt om een andere houding, meer vertrouwen en ruimte voor zelfontplooiing. Modern ingerichte kantoren en ‘state of the art’ technologie zijn de iconen van Het Nieuwe Werken. Maar net als in de jaren zestig draait het ook nu om het vinden van een balans tussen behouden en vernieuwen. Het Nieuwe Werken zet organisaties aan tot bezinning en stimuleert een integrale, samenhangende aanpak van organisatie- en de bedrijfsvoeringsvraagstukken. Het brengt beslissingen op het gebied van organisatievormgeving, proces(her)ontwerp, informatiearchitectuur, bedrijfsvoering en sourcing bij elkaar. De implementatie, waarvan hieronder de essentie wordt geschetst, is geen gemakkelijke opgave. Toch laat menig organisatie zich gemakkelijk verleiden door de ’bling‘ van Het Nieuwe Werken zoals: de belofte van de hoog presenterend medewerker, nooit meer in de file,


“Ontsnappen aan Het Nieuwe Werken is onmogelijk. Toch?”

mooie kantoren, gebruiksvriendelijke technologie en hoge besparingen. Maar behoed u! De ‘bling’ is een duivelspact. De aanschaf van een laptop gaat in Het Nieuwe Werken over meer dan de aanschaf van een ICT-middel en de herinrichting van het kantoor over meer dan een verbouwing. Simpele bedrijfsvoeringbeslissingen verworden tot een nauwelijks ontwarbare kluwen waarin alles met alles samenhangt en waarin zelfs de structuur of het fundament van de organisatie ter discussie kan komen te staan. Het pact tot een goed einde brengen, is geen gemakkelijk opgave. Het nieuwe werken is van alles, maar niet nieuw Het grootste cliché van Het Nieuwe Werken is natuurlijk dat het niet nieuw is. In 1963 werd reeds in het hoofdkantoor van Osram in München het zogenaamde Bürolandschaft geïmplementeerd. Een werkomgeving die sterke gelijkenis heeft met hedendaagse flexibel ingerichte kantoren en waarin het doorbreken van hiërarchie en het stimuleren van afdelingsoverstijgende communicatie centraal stond. Maar ook de platte organisatie en het zelfsturende team zijn bijvoorbeeld geen nieuwe fenomenen. Het Nieuwe Werken is dan ook een containerbegrip van enkele nieuwe, maar dikwijls oude or-

ganisatie-ideeën, begrippen en managementtheorieën. Organisaties kunnen hierin naar believen winkelen. Er is geen receptuur van Het Nieuwe Werken: elke organisatie mag zijn eigen ingrediënten kiezen. Aspecten van Het Nieuwe Werken zijn: plaats- en tijdonafhankelijk werken, worklife-balance, (zelf)sturing op resultaat, manage-

Het grootste cliché van Het Nieuwe Werken is natuurlijk dat het niet nieuw is mentstijl, leiderschap, ‘state of the art’ technologie, zelfontplooiing, vermindering van bureaucratie, kantoorinnovatie en duurzaamheid. Het ‘vernieuwende’ van Het Nieuwe Werken is dat het organisaties op het spoor zet van een integrale aanpak waarin wordt gezocht naar de samenhang van de afzonderlijke aspecten. De essentie van het implementeren van Het Nieuwe Werken Verhalen over Het Nieuwe Werken sporen organisaties aan om integraal te kijken naar de relatie december 2010 XR Magazine

9


tussen het werk (doet de organisatie de dingen die ze moet doen?), de medewerker (benut de organisatie de capaciteiten van mensen ten volle om het werk goed te doen?) en de bedrijfsmiddelen zoals de werkomgeving en technologie (biedt de organisatie de juiste hulpmiddelen aan de medewerkers om makkelijk en efficiënt te werken?). Door deze integrale focus heeft Het Nieuwe Werken voor veel organisaties tevens het karakter gekregen van bezinning. Hoe geloofwaardig zijn we voor onze klanten? Doen we wat we moeten doen? Hoeveel tijd zijn medewerkers kwijt aan zaken die niet bijdragen aan het resultaat? Waarom geven we bakken met geld uit aan bedrijfsmiddelen die weinig of niet gebruikt worden? Onze kantoren staan meer dan de helft van de tijd leeg. Onze bedrijfsapplicaties worden niet gebruikt en door de medewerker zelf vervangen door internet alternatieven, zoals GMail. Wat ons naast zo’n moment van bezinning ook opvalt aan een organisatie die zegt succes te hebben met Het Nieuwe Werken, is niet het mooie nieuwe kantoor, de mate waarin medewerkers hun eigen baas zijn, of de ‘state of the art’ ICT-middelen, maar het impliciete verhaal over de wijze waarop de bedrijfsmiddelen weer dingen van de gebruiker zijn geworden. We zien dat die gebruiker zich bovendien (weer) verantwoordelijk voelt voor zijn bedrijfsvoering en niet langer als beste stuurman aan wal blijft staan.

Het implementeren van HNW vereist minimaal een integrale aanpak van de bedrijfsvoering en is daarmee per definitie complex Het implementeren van Het Nieuwe Werken lijkt in essentie dus uit twee stappen te bestaan. Ten eerste terug naar de basis. Het kritisch nadenken over de bedrijfsdoelen en -strategie, die goed en integraal afstemmen op de bedrijfsvoering en daarbij heilige huizen niet sparen! Ten tweede het (opnieuw) centraal stellen van het werk, de mens en de werkwijzen in de bedrijfsvoering en niet de middelen. Aangezet door verhalen over een nieuwe manier van werken, zien we dat organisaties de afzonder lijke bedrijfsvoeringdomeinen (PIOFACH) weer 10

XR Magazine december 2010

Communicatie

Huisvesting

Organisatie

Techniek

Personeel

COPAFIJTH

Administratieve Organisatie

Juridisch

Informatievoorziening

Financiën

Figuur 1: COPAFIJTH methode kan voor grip zorgen bij het implementeren van Het Nieuwe Werken als communicerende vaten benaderen. Meer technologie dan minder kantoorruimte. Keuzes worden domeinoverstijgend beoordeeld, in samenhang geïmplementeerd en gestuurd vanuit een brede dialoog over de inhoud van het werk, de mensen, de werkwijzen en/of het proces. Bij de implementatie van Het Nieuwe Werken moet in de verschillende domeinen van de bedrijfsvoering tegelijk worden geacteerd en dienen tevens bruggen te worden gebouwd. Het implementeren van Het Nieuwe Werken vereist minimaal een integrale aanpak van de bedrijfsvoering en is daarmee per definitie complex. Wie Het Nieuwe Werken adopteert doet er verstandig aan ook methode en technieken te adopteren waarmee grip kan worden gehouden op de complexiteit van zo’n integrale aanpak, zoals bijvoorbeeld de COPAFIJTH methode. Dergelijke methoden zijn onmisbare hulpmiddelen bij de implementatie van Het Nieuwe Werken. Ze helpen organisaties het duivelspact tot een goed einde te brengen.

Merijn Zee is verbonden aan Stichting PIOFA; een platform voor bedrijfsvoering bij overheidsorganisaties. Ronald van Eerten is verbonden aan Stichting PIOFA. Ga voor meer informatie over Stichting PIOFA naar www.piofa.nl.


We doen Het Nieuwe Werken OVER-gemeenten is begin 2010 gestart met het actief uitdragen van een visie rondom het thema Het Nieuwe Werken. Door Ronald Smit van OVER-gemeenten en Gerben van der Heide van Inter Access is gezamenlijk gewerkt aan de visie op en bekendheid geven aan het thema Het Nieuwe Werken. Voor het vergroten van de bekendheid onder medewerkers is gebruik gemaakt van een poster die in dit nummer van XR Magazine is geplaatst (pagina 29). Ronald Smit en Gerben van der Heide

Om de visie op Het Nieuwe Werken (HNW) ook daadwerkelijk vorm en inhoud te geven is het noodzakelijk dat HNW ook in de praktijk wordt gebracht. Over het implementeren van HNW in gemeentelijke organisaties is nog relatief weinig kennis en ervaring beschikbaar. Een brainstormsessie in de vorm van een wiki heeft meer dan 70 ideeën opgeleverd die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van HNW bij OVER-gemeenten.

weest en of het aan de vooraf vastgestelde doelstellingen heeft voldaan. Tevens wordt op dat moment bepaald of en hoe de activiteiten van de pilot in de praktijk kunnen worden voortgezet. Bij iedere pilot wordt de voortgang door een managementlid bewaakt. Het directieteam heeft via een wiki de mogelijkheid om tussentijds een beknopt overzicht te krijgen van de lopende pilots met daarin een beschrijving van de status van de pilots.

Pilots Na schifting en samenvoeging van ideeën is een set van acht pilots gedefinieerd waarmee de HNW visie in praktijk wordt gebracht. De set pilots beslaat een brede selectie van activiteiten die elk een bijdrage leveren aan de cultuurverandering, de manier waarop wordt samengewerkt, de fysieke context van de werkomgeving en de diverse (hard- en software)hulpmiddelen die met HNW samengaan. De acht pilots missen elk een business case. Het is vooraf nauwelijks vast te stellen wat het oplevert in de zin van besparing in vierkante meters, minder reistijd, meer kennis, meer productieve uren of vermindering van reiskosten.

De acht pilots De pilots die worden uitgevoerd zijn: 1. Werken met social media 2. Werken met een Wiki 3. Flexibel werken en betere bereikbaarheid 4. Van inspanning naar resultaatgericht 5. Instroom nieuwe medewerkers 6. Digitaal samenwerken, hoe doe je dat? 7. Bloggen 8. Werkplek van de toekomst De acht pilots zijn de eerste stappen op weg naar die andere manier van werken. Na uitvoering van de pilots houdt HNW niet op te bestaan. In tegendeel. Het zal de komende jaren meer en meer gewoonte worden om plaats- en tijdsonafhankelijk te gaan werken. Nieuwe mogelijkheden doen zich voor en worden door middel van pilots beproefd, beoordeeld en opgenomen in de dagelijkse praktijk. De wijze waarop de acht pilots worden uitgevoerd kan een beproefde manier blijken waarop de komende jaren nieuwe aspecten worden binnengebracht.

Onze werkwijze Doordat de effectiviteit van menselijke samenwerking afhangt van veel complexe factoren (zoals: motivatie, werkbare technologie, cultuur, gewenning en leeftijd) is dit ‘complexe’ menselijke systeem alleen proefondervindelijk vast te stellen. Door experimenten en pilots uit te voeren kunnen patronen worden herkend en kan per pilot worden vastgesteld of het voor OVER-gemeenten werkt of niet. Op basis van de ervaringen kunnen de pilots worden overgezet naar de dagelijkse praktijk (beheersituatie). De pilots kennen een looptijd van 2 tot 6 maanden waarin de gehele of een deel van de organisatie wordt betrokken. Praktisch iedere pilot-deelnemer wordt na afloop door middel van een digitale vragenlijst gevraagd zijn of haar mening te geven. Iedere pilot krijgt een evaluatiemoment op basis van deze bevindingen. In dat evaluatiemoment wordt beoordeeld of de pilot succesvol is ge-

Voor inhoudelijke informatie rondom de pilots wordt verwezen naar het document ‘HNW Pilots OVER-Gemeente’. Ronald Smit is HRM medewerker bij OVERgemeenten (Oostzaan en Wormerland). ronald.smit@over-gemeenten.nl Gerben van der Heide is Senior Management Consultant bij Inter Access. gerben.van.der.heide@interaccess.nl december 2010 XR Magazine

11


Het Nieuwe Werken

Cloud Computing: De ‘driver’ voor Het Nieuwe Werken? Dit artikel behandelt de vraag of Cloud Computing dé driver is voor Het Nieuwe Werken? En, als dit niet het geval is, kan Cloud Computing dan wel een substantiële bijdrage leveren aan Het Nieuwe Werken? En vooral hoe? Hoe kan Cloud Computing bijvoorbeeld bijdragen aan de technologische uitdagingen bij Het Nieuwe Werken en wat voor adoptie uitdagingen doen zich daarbij voor? Met andere woorden, heeft Cloud Computing invloed op het werk an sich en daarmee dus ook op Het Nieuwe Werken? Aizo Wiebenga, Maarten Mullender en Mark Meerbeek

Ons wordt wel eens de vraag gesteld of Cloud Computing dé driver is voor Het Nieuwe Werken (HNW)? Hier kunnen we kort en bondig over zijn, het antwoord is nee. Drivers voor Het Nieuwe Werken komen namelijk voort uit geheel andere beweegredenen. Denk bijvoorbeeld aan kostenbesparing, aantrekkelijk werkgeverschap, een hogere klanttevredenheid of duurzaamheid. Een belangrijk element van Het Nieuwe Werken is wel de behoefte om ‘flexibel’ te kunnen werken. Om flexibel te kunnen werken is het nodig om activiteiten plaats- en

Cloud Computing maakt plaats- en tijdsonafhankelijk werken mogelijk tijdsonafhankelijk uit te kunnen voeren en de technologie maakt dit mogelijk. Denk hierbij aan aspecten als virtueel vergaderen, papierloos werken, ideeën uitwisselen en mensen kunnen vinden (zie kader ‘Wat is Het Nieuwe Werken voor Microsoft?’). In het mogelijk maken van deze flexibiliteit zit een directe link naar Cloud Computing. Cloud Computing maakt dit (en nog veel meer) mogelijk daar waar een oplossing binnen het eigen datacenter van een organisatie doorgaans complexer is om te realiseren. 12

XR Magazine december 2010

Maar als Cloud Computing niet de driver voor Het Nieuwe Werken is, kan Cloud Computing dan wel een substantiële bijdrage leveren aan Het Nieuwe Werken? Laten we eerst Het Nieuwe Werken en de daarbij horende technologische uitdagingen eens wat nader bekijken en vervolgens zien wat Cloud Computing hieraan kan bijdragen. Technologische uitdagingen bij HNW Om te beginnen, wat zijn een aantal van de technologische uitdagingen waar organisaties tegenaan lopen bij Het Nieuwe Werken? Werk waar je bent Ten eerste verandert de werkplek van de medewerkers. De medewerkers willen de mogelijkheid om altijd en overal te kunnen werken en het liefst met hard- en software van hun eigen keuze. Daarnaast wil een medewerker op verschillende plaatsen aan hetzelfde werken. Bijvoorbeeld door ’s ochtends thuis op de PC te beginnen, dan onderweg naar kantoor of de klant via de smartphone de e-mail te checken, op kantoor of bij de klant verder te werken en uiteindelijk ’s avonds nog wat af te maken. Dit vereist dat gebruikers op elke locatie (werk, thuis, onderweg) moeten kunnen werken. Dit heeft implicaties voor de middelen die zij daarvoor (willen) gebruiken. Zo wil de ene medewerker een tablet PC, omdat die zo handig is om mee te nemen, terwijl de andere juist een laptop


Wat is Het Nieuwe Werken voor Microsoft? Het Nieuwe Werken is een andere manier van werken en samenwerken, ondersteund door de laatste technologie. In Het Nieuwe Werken gaan mensen en organisaties flexibeler om met arbeidstijd en werkomgeving. Hierdoor voelen mensen zich prettiger en wordt de organisatie productiever. Het Nieuwe Werken is in de praktijk voor elke organisatie anders. Wij als Microsoft Nederland zijn enige jaren geleden begonnen met onze reis naar Het Nieuwe Werken. Op de website http://www. microsoft.com/netherlands/het_nieuwe_werken delen we onze ervaringen en hopen we u te inspireren op een andere manier naar werk en de werkomgeving te kijken.

met een groot scherm wil, zodat hij meerdere vensters naast elkaar kan openen. Dit veranderde wensenpatroon is door een IT-afdeling haast niet meer te managen. Vandaar dat er steeds vaker wordt gesproken van het concept ‘bring your own’, waarin de gebruiker een budget of vergoeding krijgt om zelf een computer met bijbehorend supportcontract aan te schaffen. Dit apparaat moet wel toegang hebben tot de beschikbare bedrijfstoepassingen. Hoe kan deze werkomgeving worden geboden zonder een vermogen kwijt te zijn aan het implementeren van de infrastructuur, beveiliging, installeren en updaten van de software en nieuwe IT governance structuren? Werk samen met anderen Ten tweede verandert de manier waarop de medewerkers hun werk uitvoeren. Ook wel ‘activiteit gebaseerd werken’ genoemd. Medewerkers kiezen bewuster hoe zij een bepaalde activiteit uitvoeren, op welk locatie zij dit doen en welke technologie ze hiervoor gebruiken. Hierdoor wordt het samenwerken binnen organisaties explicieter gemaakt. Dit resulteert in het feit dat medewerkers een ruime set aan technologieën tot hun beschikking willen hebben om te kunnen samenwerken met andere medewerkers. Denk hierbij aan e-mail, kalender, chat, presence, video-, audio- en web-conferencing, maar ook aan samenwerkingsruimtes (portals) om documenten en informatie te delen. Hoe kan deze brede set aan samen-

werkingstechnologieën geboden worden, zonder grote investeringen in hardware, software en beveiliging? Werk samen met andere organisaties Ten derde verandert de manier waarop medewerkers communiceren met de wereld buiten de organisatie. Medewerkers werken steeds directer samen met personen uit andere organisaties. Veel organisaties leggen technische beperkingen op ten behoeve van de veiligheid, zoals beperkingen op corporate e-mail en beveiligde

Medewerkers werken steeds directer samen met personen uit andere organisaties USB-poorten. Hierdoor gaan medewerkers eerder gebruikmaken van publieke diensten. Denk bijvoorbeeld aan het versturen van grote bestanden via Hotmail of Gmail of het aanmaken van een samenwerkingsomgeving op Office Live Workspace of Google Docs. Door dit te doen ‘omzeilen’ zij de corporate policies, met alle gevaren van dien. Hoe kun je hen als organisatie nu zo goed en veilig mogelijk ondersteunen met de juiste middelen, zodat zij december 2010 XR Magazine

13


geen gebruik hoeven te maken van publieke internetdiensten die geboden worden zonder governance, controle en support? Het werk verandert Als laatste verandert de manier van zakendoen binnen organisaties en de toenemende rol die technologie daarin speelt. Hierbij een aantal voorbeelden: • Manieren van sociale interactie veranderen, bijvoorbeeld doordat medewerkers sociale media gebruiken om informatie over mensen te zoeken op sites als LinkedIn. Of doordat zij bloggen of twitteren om informatie te delen en anderen ’volgen‘ om die informatie te ontdekken. Hierdoor verandert ook de manier van rekrutering doordat de HR-afdeling gebruik maakt van netwerksites als LinkedIn voor het werven van nieuwe medewerkers. • Manieren van marketing veranderen, bijvoorbeeld een marketingafdeling die gebruik maakt van een tijdelijke website of social media tools als Facebook en Twitter om een bepaalde doelgroep aan te spreken. • Manieren van sourcing veranderen, bijvoorbeeld steeds meer organisaties huren tijdelijke krachten in of besteden delen van het werk uit waardoor behoefte ontstaat om onderdelen van de bedrijfsinformatie te delen, maar zeker niet alles. Hoe kun je als organisatie op deze veranderende manier van zakendoen inspelen en dit, voor zover mogelijk, ondersteunen of regisseren? Kortom, er zijn in Het Nieuwe Werken voldoende technologie gerelateerde uitdagingen voor organisaties om de behoeftes van de gebruikersorganisatie in te vullen. Het is lastig om daarin de juiste balans te vinden. Enerzijds kun je accepteren dat mensen hun eigen PC of telefoon aan het netwerk koppelen en informatie delen via publieke internetdiensten, met grote voordelen in efficiënter werken en ruime mogelijkheden tot netwerken. Anderzijds wil je als organisatie toch graag controle houden over bedrijfskritische informatiestromen, centrale bedrijfstoepassingen en processen. Kortom, nieuwe technologie en nieuwe bedrijfsprocessen gaan samen met nieuwe keuzes en nieuwe mogelijkheden. Cloud Computing en Het Nieuwe Werken? Als Cloud Computing niet dé driver is voor Het Nieuwe Werken, hoe kan Cloud Computing dan een substantiële bijdrage leveren aan de eerder beschreven technologische uitdagingen bij Het Nieuwe Werken? In de basis is Cloud Computing niets anders dan diensten die aangeboden worden via het internet, met het bijbehorende business model, delivery model en deployment model (zie kader ‘Wat is Cloud Computing?’). De driver voor Cloud Computing is in de meeste gevallen kostenbesparing (zie kader ‘Economy of Scale’). Meestal 14

XR Magazine december 2010

Wat is Cloud Computing Een goede samenvatting schrijft Jack van Hoof op www.xr-magazine.nl in het artikel ‘Cloud Computing: het concept ontrafeld’: “De grote winst van het afnemen van Cloud diensten zit in de snelheid en flexibiliteit van leveren, optimalisatie door marktbreed gedeeld gebruik van middelen en een hoge kwaliteit door verregaande standaardisatie en uitsluiten van menselijke interacties. Clouddiensten worden in de markt op drie niveaus van de ICT-services stack (ICTwaardeketen) aangeboden: software, platform en infrastructuur. Daarnaast kunnen Cloud diensten op vier verschillende manieren geïmplementeerd worden: private, community, public en hybrid (dit is een combinatie voor drie voorgaande deployment modellen). Grote bedrijven zullen vanwege de technologische heterogeniteit van hun applicatielandschap in de praktijk Cloud diensten op alle drie de niveaus van de stack afnemen. Tevens zullen grote bedrijven, zoals de Nederlandse Spoorwegen, migratiestrategieën ontwikkelen die gebaseerd zijn op hybride deployment modellen.”

komt daarna dan de vraag of er niet meer voordelen uit te halen zijn. Laten we eens kijken wat de rol van Cloud Computing kan zijn voor de technologische uitdagingen in Het Nieuwe Werken. Werk waar je bent Als Cloud diensten over het internet worden aangeboden, dan dringt zich de vraag op of die diensten dan niet direct overal vandaan geconsumeerd of gebruikt kunnen worden? Dat kan, en het is vaak ook eenvoudiger dan die diensten via het eigen netwerk aan te bieden. Een nieuw bedrijf kan een abonnement afsluiten en beginnen. Een bestaand bedrijf, met bestaande infrastructuur, moet toegang tot de dienst bieden via het internet. De security, aanpassing aan de benodigde capaciteit en bandbreedte, wordt door de Cloud provider verzorgd, maar zaken als single sign-on moeten nog wel verzorgd worden. Dat is extra werk dat gedaan moet worden, maar ook eenmalig werk dat voor elke volgende dienst hergebruikt kan worden. Er is een parallelle ontwikkeling gaande door diensten zoveel mogelijk via de browser aan te bieden om ze onafhankelijk te maken van de specifieke werkplek. Dat betekent dat het gemakkelijker wordt om verschillende apparaten (Windows PC, iPad, Android phone) te gebruiken en met die diensten te kunnen werken. Dit betekent ook dat het mogelijk is om over langere tijd, vanaf verschil-


Economy of Scale Binnen Het Nieuwe Werken wordt uitgegaan van flexibele werkplekken en dat mensen niet van 9 tot 5 op kantoor zitten. Hierdoor is het mogelijk om te rekenen met 0.6 of 0.8 werkplek per medewerker om zo kosten te besparen. Jij ‘shared’ de werkplek met andere personen. Voor een Cloud wordt uitgegaan van flexibel gebruik van de diensten. De dienst wordt niet door iedereen 24x7 gebruikt, maar is wel 24x7 beschikbaar. Bij Cloud Computing staat er een rekencentrum waarin de capaciteit aanzienlijk kleiner is dan de som van de loads. Jij ‘shared’ de dienst met andere gebruikers. Tevens is de schaal van een Cloud rekencentrum veel groter dan een eigen rekencentrum en daardoor zijn de aanschafkosten per eenheid ook lager. Meer informatie over vierde generatie rekencentra: Microsoft NHS Resource Centre - Microsoft’s Generation 4 Data Centre strategy (http://www.micro soft.com/uk/nhs/content/articles/microsofts-gene ration-4-data-center-strategy.aspx)

lende plaatsen en met verschillende apparaten, ergens aan te werken en steeds daar door te gaan waar je de vorige keer gebleven was. Zo maakt het dus niet meer uit met welk apparaat een gebruiker wil werken, aangezien hij apparaat-, tijd- en plaats onafhankelijk toegang heeft tot zijn werkomgeving via de browser of een aan het netwerk gekoppelde applicatie. Werk samen met anderen De tweede uitdaging betreft optimaal samenwerken. Direct na e-mail en document collaboration komen diensten als presence (beschikbaarheid van mensen), tekstberichten, telefonie en videoconferencing voor de Cloud in aanmerking. Dit soort applicaties maakt het voor medewerkers gemakkelijker om contact met elkaar te zoeken, te overleggen maar zeker ook met elkaar te discussiëren en samen te werken vanaf verschillende locaties. Het is tevens mogelijk om samen interactief aan één en hetzelfde document te werken, daar samen in te wijzigen, tekeningen te delen, kortom om echt samen te werken. Voor Het Nieuwe Werken is het van belang juist ook deze diensten via het internet beschikbaar te stellen en de Cloud kan daarbij een belangrijke vereenvoudigende rol spelen. Vervolgstappen, zoals complete integratie met het telefoonnetwerk worden vaak wat later genomen omdat die moeilijker aan de eigen infrastructuur zijn te koppelen.

Microsoft biedt bijvoorbeeld met haar Software as a Service-oplossing Office 365 (nu nog bekend als BPOS) een complete set aan productiviteitstools (bijvoorbeeld Email, Document Management, Chat, Telefonie en Office) vanuit de Cloud aan, die dit soort samenwerking volledig ondersteunt. En Microsoft is niet de enige. De ontwikkelingen gaan snel en veel partijen werken aan diensten. Dit maakt de concurrentie groot, wat goed is voor de ontwikkeling van nieuwe mogelijkheden. Werk samen met andere organisaties De derde technologische uitdaging die we hebben beschreven had te maken met de wijze waarop medewerkers communiceren met de wereld buiten de organisatie. We spraken hier over de directere samenwerking tussen medewerkers van organisaties en de beperkingen die organisaties daarin opleggen. Op het eerste gezicht lijkt het alsof de twee voorgaande topics deze uitdaging al beantwoorden, maar er is meer voor nodig. Medewerkers van verschillende organisaties moeten toegang krijgen tot bepaalde delen van de informatie (bijvoorbeeld bepaalde documenten, projecten en applicaties), maar alle anderen mogen die toegang niet krijgen. Door middel van open standaarden is het mogelijk om een federatie te leggen tussen de directories van bedrijven. Hiermee is het mogelijk om expliciet de directory van een partner te federeren met de directory van het bedrijf waarmee het mogelijk wordt om toegang te verlenen tot systemen. Het werk verandert De laatste technologische uitdaging die we benoemd hebben is de veranderende manier van zaken- doen binnen organisaties en de toenemende rol van de technologie daarin. Hier kwamen verschillende aspecten aan de orde als de veranderende wijze van rekruteren, marketing, sourcing en dienstverlening. Graag willen we per punt wat dieper ingaan op wat voor bijdrage Cloud Computing hieraan kan leveren: • Manieren van sociale interactie veranderen. Al deze diensten worden publiek als Software as a Service aangeboden en kunnen de effectiviteit van de interactie met externen verhogen. Ook worden dit soort diensten, zeker in grotere organisaties, intern ingevoerd. Aan de andere kant zijn er organisaties die overwegen deze diensten te blokkeren in verband met mogelijk productiviteitsverlies. Wij geloven juist dat de organisatie zich als geheel ontwikkelt door medewerkers de flexibiliteit en mogelijkheden te bieden. Als organisatie is het daarom juist raadzaam om na te denken over hoe deze ontwikkelingen omarmd en geïncorporeerd kunnen worden in de activiteiten van de medewerkers en het bedrijf, door bijvoorbeeld communities te vormen. december 2010 XR Magazine

15


Manieren van marketing veranderen. Voor een marketingafdeling is het bijvoorbeeld belangrijk snel websites op te kunnen zetten die veel bezoekers kunnen afhandelen, maar vaak voor een korte periode. Platform as a Service biedt de mogelijkheid voor snelle ontwikkeling van applicaties met de voordelen van schaalbaarheid. Zo kan bijvoorbeeld gedurende de drukbezochte campagne capaciteit ingehuurd worden ter ondersteuning van 500.000 bezoekers per dag en gedurende de rest van het jaar terug geschaald worden naar capaciteit voor 5000 bezoekers. Manieren van sourcing veranderen. Fluctuaties in het aantal gebruikers wordt door middel van Cloud diensten efficiënter ondersteund. Het is een simpele stap om de toegang tot de collaboration tooling met mensen buiten de eigen organisatie uit te breiden. Via federatie krijgen zij toegang tot de informatie.

Cloud uitdagingen Het is duidelijk dat Cloud Computing op verschillende manieren kan bijdragen aan de technologische uitdagingen bij HNW. Maar Cloud Computing heeft ook zijn eigen adoptie uitdagingen. We lichten er een drietal uitdagingen uit die direct gerelateerd zijn aan HNW:

1

De eerste uitdaging is het ontsluiten van de bestaande omgeving aan de Cloud zodanig dat het een uniforme gebruikerservaring oplevert, de Cloud adoptie strategie genoemd. De eerste kandidaten voor zulke Cloud diensten zijn dan ook applicaties zoals email en document collaboration. Deze applicaties zijn belangrijk voor HNW, voor het bedrijf niet onderscheidend en kunnen eenvoudig naar de Cloud gebracht worden en daar als standaard dienst aangeboden worden. Ook applicaties als CRM en internet sites worden veelvuldig vanuit de Cloud gebruikt. Andere diensten, zoals financiële administratie, budgettering en business intelligence, dienen ook vanuit huis benaderbaar te zijn. Ook deze applicaties kunnen vanuit de Cloud worden aangeboden. Daarvoor moeten die applicaties vaak worden aangepast en dat is duur en soms niet mogelijk. Voor nieuwe of vervangende applicaties kan het zeker interessant zijn om de Cloud optie te overwegen, al is het maar om applicaties te kiezen die Cloud-ready zijn. Dit leidt tot een roadmap voor de Cloud adoptie waarbij de organisatie, architectuur en applicaties worden voorbereid op het verhuizen naar de Cloud.

2

De tweede uitdaging is het regisseren en beheren van de Cloud diensten. Er zijn vele Cloud diensten die door verschillende partijen worden aangeboden. Hoe regisseer je als organisatie het gebruik van deze verschillende diensten? Uiteindelijk kan iedere gebruiker met een creditcard deze diensten afnemen. Op het moment 16

XR Magazine december 2010

dat de organisatie op deze diensten is aangesloten is er echter beheer nodig. Gebruikers verwachten nog steeds een centrale plek voor het aanvragen van ICT diensten en support als ze vastlopen. Aan de andere kant is het nodig om te monitoren of de SLA afspraken worden nagekomen en dat de juiste mensen rechten hebben om nieuwe diensten aan te vragen; na te gaan of de diensten voldoen aan het bedrijfsbeleid. Kortom ook Cloud diensten vereisen governance structuren en service management.

3

De laatste uitdaging, die wij willen noemen, heeft te maken met het managen van identiteiten en autorisaties. Met HNW werken organisaties steeds vaker samen en wordt het beheren van identiteiten en autorisaties complexer. Als resultaat krijgt een medewerker meerdere digitale identiteiten, maar hij wil maar een keer inloggen. Als bedrijf wil je wel controle houden op de toegang tot informatie en applicaties. Dit wordt snel complex als er veel bedrijven willen meedoen. We kunnen nu al veel doen om toegang tot elkaars informatie te verschaffen en goed te managen, maar de eisen worden steeds hoger en om die te ondersteunen verwachten we dat nog vele ontwikkelingen zullen volgen. Marktwerking, identiteitsbrokers, maar ook overheden kunnen hierin een rol spelen. Samenvattend Cloud Computing is niet dé driver voor HNW. Wel levert Cloud Computing een substantiële bijdrage aan HNW doordat de behoefte om flexibel te kunnen werken met nieuwe mogelijkheden ondersteund wordt. Het wordt eenvoudiger om informatie vanaf verschillende locaties te benaderen en het wordt eenvoudiger om die informatie met behulp van een browser vanaf een willekeurig apparaat te benaderen. Het is nu al mogelijk om klanten, een partners- en leverancierstoegang te geven tot die informatie, waardoor HNW ook naar partners kan worden uitgebreid. Technologie is een versneller voor allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Wij geloven dat de Cloud ook de manier van hoe mensen met elkaar communiceren, omgaan en zakendoen verandert. Dit heeft zeker zijn invloed op het werk en dus ook op HNW.

Aizo Wiebenga is Consultant bij Microsoft met als focus innovatieve toepassingen voor verbetering van samenwerking. Maarten Mullender is Enterprise Architect bij Microsoft en heeft meer dan 30 jaar ervaring in de IT industrie. Mark Meerbeek is Enterprise Strategy Consultant bij Microsoft en publiceert regelmatig over innovatief samenwerken en HNW.


Gratis uw evenement op de XR website? Heeft u een training, workshop, congres of seminar die u graag onder de aandacht wil brengen bij een breed publiek? Op de XR website kunt u gratis uw evenement plaatsen. Kijk voor meer informatie op: www.xr-magazine.nl/events


Het Nieuwe Werken

Architectuureisen aan de ICT-omgeving voor Het Nieuwe Werken Dit artikel gaat over de (architectuur)eisen die gesteld dienen te worden aan een optimale ICT-omgeving voor Het Nieuwe Werken; waaraan moet een dergelijke ICT-omgeving voldoen om echt effectief, efficiënt en locatie- en tijdsonafhankelijk te kunnen werken? De auteur heeft 17 belangrijke eisen opgesteld als kader voor de meest optimale ICT-omgeving. Edgar Johannsmann

Definitie van Het Nieuwe Werken Er wordt veel gesproken over Het Nieuwe Werken (HNW). Ik ben altijd nogal sceptisch bij dit soort hypegedreven termen. In dit artikel zal ik dan ook niet uitgebreid ingaan op een wetenschappelijke definitie. Ik hanteer hier een eenvoudige operationele definitie van wat er mijns inziens onder kan worden verstaan vanuit ICT-optiek, namelijk: ‘Het op effectieve en efficiënte wijze tijd- en locatieonafhankelijk werken met ICT-hulpmiddelen.’

ten en diensten en in de nagenoeg volledig ontbrekende standaardisatie op het gebied van gegevensdefinities (zowel syntactisch als semantisch). Desondanks is er reeds een aantal zaken beschikbaar waarmee Het Nieuwe Werken kan worden gefaciliteerd. In dit artikel gaan we in op de eisen die aan een dergelijke omgeving kunnen worden gesteld; welke eisen of principes waaraan deze ICT-omgeving moet voldoen, kunnen we nu definiëren?

Ontwikkelingen Sinds enkele jaren komen er steeds meer technologieën, standaarden, producten en diensten (denk aan zaken als DSL, UMTS, Wifi, smartphones

Belemmeringen door legacy bestaande systemen Bestaande organisaties hebben een legacy aan bedrijfsapplicaties en in hun veelal beperkte mate van integratie zit ‘m nu net de restrictie. Als deze onderliggende bedrijfsapplicaties niet goed geïntegreerd zijn, zal er geen sprake kunnen zijn van Het Nieuwe Werken volgens de hier gehanteerde definitie. Effectiviteit en zeker efficiency zullen dan veel te wensen overlaten. In het geval men reeds een breed geïntegreerd pakket heeft, moeten modules eenvoudig uitgeschakeld kunnen worden en moet men kunnen kiezen om deze functionaliteit door webservices van derden of door een point solution te laten uitvoeren. Integratie en koppeling van componenten en

De beperkte integratie van de legacy belemmert HNW en ASP/SaaS-oplossingen, om er maar enkele te noemen), die Het Nieuwe Werken mogelijk maken. Voor die tijd waren er geen betaalbare technologieën beschikbaar. Het probleem zit ‘m nu nog in de beperkte integratie van technologieën, produc18

XR Magazine december 2010


applicaties van diverse leveranciers dient kinderspel te zijn. Dit is momenteel nog niet mogelijk. Als er al standaardinterfaces tussen marktapplicaties zijn, dan zijn dit bilaterale interfaces. De huidige softwarearchitecturen van legacy systemen zijn derhalve minder geschikt voor HNW. In dit artikel gaan we echter uit van een greenfieldbenadering: welke functionaliteiten moeten op welke wijze worden aangeboden om Het Nieuwe Werken optimaal te faciliteren? In de volgende paragraaf worden de eisen weergegeven, die men aan de ICT-omgeving van HNW kan stellen. Eisen aan ICT-omgeving voor HNW In onderstaande opsomming worden de belangrijkste eisen ten behoeve van de ICT-omgeving weergegeven. Volledigheid is in het kader van dit artikel niet mogelijk en wordt derhalve ook niet gepretendeerd.

1

Proven technology: De aangeboden technologie voor bedrijfskritische applicaties dient betrouwbaar te zijn (Proven technology).

2

Eenmalig inloggen per gebruikssessie: Inloggen dient slechts eenmalig per sessie te hoeven geschieden (Single Sign On – SSO).

Deze eerste twee eisen vormen generieke eisen die niet slechts gelden voor Het Nieuwe Werken, maar wel in het bijzonder voor de factoren effectiviteit en efficiency.

3

Potentiële 24 x 7 uur beschikbaarheid: Zoals uit de operationele definitie valt af te leiden dient een werkomgeving voor internationaal opererende organisaties 24 x 7 uur beschikbaar te zijn en gesupport te worden.

4

Locatieonafhankelijkheid: Alle applicaties en bestanden dienen locatieonafhankelijk benaderbaar te zijn. In de praktijk zal dit betekenen dat applicaties web-based zijn. Met een standaard webbrowser dienen alle relevante bedrijfsapplicaties benaderd te kunnen worden. Vandaag de dag zijn er ook nog zogenaamde Thin Client omgevingen actief (dit zijn omgevingen waarbij Windowsbased applicaties via een server en een ‘dunne’ client beschikbaar worden gemaakt op afstand). Ik acht dit echter een uitstervende architectuur. Op termijn zullen al deze applicaties worden vervangen door web-based applicaties. Zeker door de sterk verbeterde browserfunctionaliteiten. De architectuur dient gebaseerd te zijn op Server Based Computing (SBC). Bij SBC draait alle software op december 2010 XR Magazine

19


centrale servers en ook alle data worden centraal opgeslagen. Op de computer van de gebruiker draait geen software en staan geen brongegevens (webclient).

5

Componentenarchitectuur: Functionele componenten en applicaties dienen op eenvoudige wijze als legoblokken te kunnen worden gekoppeld. Organisaties moeten eenvoudig kunnen kiezen om bepaalde functionele componenten al dan niet te gebruiken.

6

Collaboration functionaliteit: Alle functionaliteiten voor het samenwerken in virtuele teams dienen beschikbaar te zijn. Zo moet tegelijkertijd kunnen worden samengewerkt aan documenten, videoconferencing en groepsagenda’s. Dit alles behoort tot de basisfunctionaliteit voor Het Nieuwe Werken.

7

Meerdere fysieke gebruikersinterfaces - apparaatonafhankelijkheid: Alle applicaties en bestanden dienen apparaatonafhankelijk benaderbaar te zijn. Het moet niet uitmaken of een applicatie via een laptop, PC, smartphone of om het even welk ander apparaat, wordt benaderd.

8

Eén generieke logische gebruikersinterface: De logische gebruikersinterface dient zoveel mogelijk gestandaardiseerd te zijn en onafhankelijk van de applicatielaag. Door de vele aangeboden componenten mag het niet zo zijn dat ieder functioneel component een eigen gebruikersinterface en ‘look and feel’ heeft. De gebruiker dient bij voorkeur voor z’n hele omgeving de gewenste gebruikersinterface en ‘look and feel’ te kunnen instellen.

9

Eén mediumonafhankelijke communicatieomgeving en Unified Messaging: Een medewerker dient één mediumonafhankelijke communicatieomgeving te hebben (unified messaging). Mensen willen slechts één e-mailomgeving (email client) en niet meerdere e-mailomgevingen, zoals momenteel het geval is. Ongeacht hoe een bericht binnenkomt (SMS, e-mail, telefoon of voicemail), dient het bericht op de door de gebruiker gewenste wijze gepresenteerd te kunnen worden. Een binnengekomen voicemail dient bijvoorbeeld tekstueel in de e-mailomgeving te kunnen worden weergegeven. Voorts dient het verschil tussen vaste en mobiele telefonie voor de gebruiker te vervallen (dus niet in technische zin). De gebruiker wil niet een aparte voicemail voor vast en mobiel 20

XR Magazine december 2010

hebben. Tenslotte wil hij ook slechts één telefoonapparaat hebben, in plaats van aparte mobiele, vaste (DECT) en IP-telefoon.

10

Enkelvoudig gegevensbeheer: Een medewerker dient te kunnen beschikken over een consistente gegevensverzameling en al z’n gegevens maar eenmalig te hoeven beheren.

11

Digitale duurzaamheid – universele bestandsformaten: Gegevens dienen onafhankelijk van applicatieprogrammatuur altijd benaderbaar te blijven. Dit betekent dat gegevens in universele bestandsformaten (applicatie- en leveranciersonafhankelijk) moeten worden opgeslagen. Denk hierbij aan open formaten zoals ODF en ODT.

12

Gescheiden logische en fysieke opslagwijze van informatie: Een medewerker dient niet belast te worden met keuzes inzake (fysieke) opslagproblematiek. Alle soorten bestanden (tekstdocumenten, e-mails, beeld en geluid) dienen te worden beschouwd als informatieobjecten die in een database worden opgeslagen. De gebruiker dient de bestanden slechts te (laten) indexeren, terwijl het systeem de fysieke opslaglocatie bepaalt. E-mails worden momenteel opgeslagen in een andere fysieke structuur dan de overige bestanden; hierdoor kan er niet integraal worden gezocht; alle e-mails worden opgeslagen in één proprietary plat fysiek bestand dat niet kan worden benaderd door een andere applicatie dan de emailapplicatie. E-mails zijn echter niets anders dan informatieobjecten; inhoudelijke tekstberichten met daaraan gekoppeld een aantal metagegevens, zoals afzender, datum en onderwerp. Er is derhalve geen enkele reden waarom e-mails niet als informatieobjecten (naast geluiden, afbeeldingen, videofragmenten en presentaties) in een database opgeslagen kunnen worden.

13

Integratie privé en zakelijk ICT-gebruik: Er dient rekening te worden gehouden met privégebruik van ICT-voorzieningen. De medewerker wil ook tussen zijn zakelijke en privé-ICT integratie zien. Zijn zakelijk en privéleven lopen immers steeds meer door elkaar en dat geldt zeker voor de zogenaamde Flexwerker. Denk aan zeer belangrijke zaken als communicatie (e-mail en telefonie) en zijn agenda. Iemand heeft maar één agenda en niet een zakelijke en een privéagenda. Voorbeeld: als hij een zakelijke afspraak gaat plannen die in de avond valt, wil hij weten of zijn levenspartner haar agenda dan nog vrij heeft en dan op de kin-


deren kan passen. Hij wil deze afspraak direct met zijn levenspartner kunnen afstemmen en daarvoor initieel in haar agenda kijken. Bovendien dient werk- en privécommunicatie in dezelfde omgeving plaats te kunnen vinden; uiteraard zonder dat de werkgever de privécommunicatie kan inzien. Ook dient een medewerker als hij in dienst treedt, zijn persoonlijke (relatie)gegevens te kunnen invoeren en bij uitdiensttreding dient hij ze te kunnen meenemen.

14

Alle communicatie dient via één centrale omgeving plaats te vinden: Iedere e-mail die men aan een relatie stuurt dient in één oogopslag in de relatie contacthistorie te zien te zijn, evenals de metagegevens van telefoongesprekken en alle andere contactmomenten. Dit betekent bijvoorbeeld dat een gebruiker geen losse e-mailclient meer heeft, maar dat zijn e-mail in zijn CRM-omgeving is geïntegreerd.

15

Altijd actuele relatie contactgegevens: Mensen willen altijd beschikken over de actuele contactgegevens van hun relaties, zonder wijzigingen zelf steeds handmatig te hoeven invoeren. Als men eenmaal een relatie met iemand heeft, moeten wijzigingen altijd automatisch worden doorgevoerd. Tijdrovend handmatig invoeren van visitekaartjes dient verleden tijd te zijn.

16

Eenvoudig standaardfunctionaliteiten toevoegen en verwijderen: De beheerder en / of gebruiker dient op eenvoudige wijze nieuwe functionaliteit op ‘plug-and-play’ wijze te kunnen toevoegen en verwijderen. Hiertoe dient hij uit een overzichtelijke bibliotheek, waarin de componenten in voor gebruikers heldere taal zijn beschreven, de componenten met spreekwoordelijk één muisklik te kunnen installeren en in werking te stellen.

17

Eenvoudig maatwerk ontwikkelen: Met de komst van Business Process Managementtools (BPM) en 5GL ontwikkelomgevingen kunnen niet-programmeurs, zoals hoger opgeleide gebruikers en businessanalisten zelf applicaties ontwikkelen zonder programmeerwerk. Met deze tools kunnen bedrijfsprocessen en bedrijfsregels worden gemodelleerd, waarna de tool zelf de applicatie genereert. Als aan deze voorwaarden is voldaan heeft de gebruiker één geïntegreerde werkomgeving die hij eenvoudig aan zijn behoeften kan aanpassen en

hoeft hij zich niet meer te bekommeren welk document op welk schijf staat. Ook hoeft hij niet op diverse plaatsen dezelfde gegevens in te voeren en iedere dag in meerdere postbussen te kijken of hij nieuwe e-mail heeft. Hoe ziet de toekomst eruit? Zolang als er nog zeer grote monopolistische softwaregiganten aan de macht zijn die hun standaard opleggen aan de rest van de wereld (defacto standaarden zoals de gesloten MS Office-bestandsformaten) in plaats van de vorming van mondiale open standaarden in onafhankelijke consortia (zoals IP-standaarden en ODF), is er weinig verbetering te verwachten; de industrie is op korte termijn immers niet gebaat bij standaardisatie en eenvoudige uitwisseling tussen diverse technologieën. Gelukkig gloort er licht aan de horizon door de opkomst van open source software en partijen die de oude situatie proberen te doorbreken.

De gebruiker wil één geïntegreerde werkomgeving Social media platformen als LinkedIn vormen weliswaar veelgebruikte diensten met nuttige functionaliteiten, maar ze zijn nog niet optimaal als het gaat om volledige relatiebeheer functionaliteit en (real time) gegevensuitwisseling met andere applicaties. Willen dit soort webdiensten op langere termijn overleven, dan zouden ze beter in de ICTomgeving van de gebruiker geïntegreerd moeten worden. Niemand kan exact de toekomst voorspellen, maar het is aan te nemen dat de rol van de langverwachte netwerkcomputer steeds voornamer wordt. Gebruikers werken met een zeer ‘dunne’ client en applicaties draaien centraal (in de ‘Cloud’). Er zullen door eisen vanuit de markt steeds betere component- en applicatie-interfaces komen en ook gegevensstandaardisatie zal een volgende golf in de ICT-integratie moeten worden. Pas dan kan HNW ten volle worden uitgenut. De grootste mogelijkheden voor verbetering zitten echter niet in technologische vooruitgang, maar in betere logische concepten en een hoger niveau van standaardisatie.

Edgar Johannsmann is organisatieadviseur en eigenaar van Atlanticman Management Consulting. december 2010 XR Magazine

21


Het Nieuwe Werken

Enterprise ICT 2.0 Vertrouwen in relaties

Het Nieuwe Werken is overal. Iedereen is op Internet sociaal actief en de Y-generatie is alom aanwezig. Behalve in grotere bedrijven, waar een nieuw glazen plafond lijkt te ontstaan. Hoe kan dat? Bij de consument gaat het vanzelf, het MKB doet het gewoon, maar grotere organisaties lijken wat moeite te hebben met het invoegen op de nieuwe digitale snelweg. Een nieuwe generatie verlangt een nieuwe relatie. De relatie-blik op Het Nieuwe Werken (HNW) geeft nieuw inzicht en opent het potentieel van Het Nieuwe Werken voor grotere organisaties. Harry Potma

De voordelen van HNW lijken inmiddels goed geaccepteerd in de maatschappij. Natuurlijk blijft er discussie over de exacte duiding van het begrip en is de generatiekloof niet helemaal overbrugd. De gesprekken her en der gaan meer over h贸e je het doet, dan nog over 贸f je het doet. Het onderscheid tussen grotere en kleinere organisaties, tussen werkgever en werknemer op dit gebied groeit. De praktijk toont, dat grotere organisaties HNW niet zo gemakkelijk invoeren. Er zijn discussies over heel wisselende drijfveren en implementatievormen; ook tussen

De praktijk toont, dat grotere organisaties HNW niet zo gemakkelijk invoeren afdelingen binnen eenzelfde organisatie. Soms gedreven vanuit een pure real-estate business case, soms gedreven door sterk gadget geloof en ook wel eens vanuit een groene overtuiging met betrekking tot thuiswerken. Waarom kleinere organisaties wel en grotere organisaties niet? Wat is de onderliggende oorzaak van het beeld, dat grotere organisaties niet zo gemakkelijk overstappen op 22

XR Magazine december 2010

HNW als kleinere? Ze hebben toch inmiddels allemaal een Shared Service Center voor de ondersteunende diensten, inclusief ICT? Dus een koerswijziging zou gemakkelijk in te voeren zijn over de hele breedte, want dat was toch een van de voordelen van een centralistisch model. Wat is de onderliggende oorzaak van het beeld, dat grotere organisaties niet zo gemakkelijk komen tot HNW? En hoe kan het dan wel? De onderliggende oorzaak is niet vanuit 茅茅n van de ondersteunende diensten te duiden. Het onderwerp HNW raakt verschillende aspecten: Processen & Procedures, Virtuele werkplek, Technische Infrastructuur, Fysieke werkplek & Huisvesting en Leiderschap & Cultuur. En dat gaat over de gehele breedte van de organisatie. De ondersteunende diensten zijn voortgekomen uit het vorige tijdperk waarin standaardisatie en schaalgrootte hoogtij vierden. Alles werd vervat in een proces wat zo optimaal mogelijk werd ingericht op een zo breed mogelijke schaal, dus heel vaak centraal. Maar de eindgebruiker lijken we her en der wel te zijn kwijtgeraakt. En als ICTer moet ik ook toegeven, dat we de implementatie ervan in de verschillende systemen niet altijd even vlekkeloos hebben gedaan. Dagelijks kom ik gebruikers tegen, die een centrale dienst op een geheel eigen manier bejegenen; van omzeilen, gebruik van achterdeurtjes tot laat maar zitten. Een verandering richting HNW zal dus niet makkelijk gaan in deze context.


Supply

Demand

Business

Employee

Supply

Demand

Business

Employee

Figuur 1: De relatie context van de enterprise verandert

De relatie met de werknemer stagneert Dus terug naar de tekentafel. Waar was die ook alweer? Laten we bovenaan beginnen bij de context waarin een grotere organisatie als geheel opereert. Die context van een enterprise wordt bepaald door de relaties die ze heeft met haar omgeving. En daar schuift het een en ander. De relaties met leveranciers en afnemers zijn veranderd van afstandelijk naar erg intiem. Voorbeelden hiervan zijn just in time levering en outsourcing aan de toevoerzijde. Maar ook B2C marketing, prijserosie en time to market aan de afnemerzijde. En dat vinden we inmiddels erg gewoon. Maar nu de verschuiving in de derde relatie, die met de werknemer. Die is de laatste jaren snel aan het veranderen. De richting staat van erg intiem naar afstandelijk. De grote en groeiende groep ZZP-ers is daar een sprekend voorbeeld van. Werknemers zijn niet meer gebonden aan een werkgever voor langere tijd. Daarnaast is de dynamiek in de activiteiten veel groter. Alles moet snel, overal en morgen weer anders. Flexibiliteit van de organisatie en aanpassingsvermogen van de werknemers zijn sleutels tot overleven. Dit leidt tot een grote behoefte aan kenniswerkers, en wat minder aan taakwerkers, die dan toch ook erg flexibel moeten zijn. De relaties zijn dus aan het schuiven en de vraag rijst of dat nu komt dankzij of ondanks de recente ICT ontwikkelingen. Beide visies hebben zo hun goeroes (ik laat mijn eigen mening, dat het een maatschappelijk en geen tech-

nisch fenomeen is, dan ook maar achterwege), maar het maakt niet uit! De relaties schuiven en daar moet een moderne enterprise mee omgaan. Een Enterprise 2.0 opereert aan de ‘moderne’ zijde van het relatie spectrum en een Enterprise 1.0 aan de ‘oude’ zijde. Dat is geen goed of fout oordeel, maar als je niet op de goede plek zit, dan is er wel een probleem. Elke organisatie moet zich afvragen wat de goede plek is. Of 2.0 wel het juist doel is, of dat misschien Enterprise 1.4 wel genoeg is.

Elke organisatie dient zich af te vragen hoeveel 2.0 ze wil zijn; misschien is Enterprise 1.4 wel genoeg Hoeveel 2.0 wil een enterprise zijn? Maar wat is nu eigenlijk zo’n relatie? Zouden we kunnen duiden wat een relatie omvat en er wellicht een schaal aan koppelen opdat we kunnen kwantificeren? Dat zou mogelijkheden bieden om, over de verschillende disciplines heen, te bepalen waar een enterprise zich nu bevindt en waar die zou moeten zitten. Om te duiden wat een relatie vormt, komen er vanuit de ICT meteen formuleringen december 2010 XR Magazine

23


E1.5

E1.0

Controle

Vrijheid Vertrouwen

E1.x

Legal

E1.5 E1.y

HR Finance Engineering

E1.0

Controle

Vrijheid Vertrouwen

Figuur 2: Vertrouwen-Interface matrix

Figuur 3: Relatie beschouwing over gehele enterprise

op als standaarden, communicatie en protocollen. Uit de marketing hoek misschien meer kreten als binding, branding en loyaliteit. En bij de juridische afdeling denkt men wellicht in termen als beveiliging, wetgeving en controle. Allemaal logische duidingen vanuit de betreffende discipline. Maar om nu de disciplineoogkleppen op te rekken en een frisse, gemeenschappelijke blik te werpen kunnen we de volgende algemene definitie hanteren:

De mensen en cultuur van een enterprise zijn nauw verbonden met de visie en missie. Toch geeft het inzicht om apart op het onderwerp van mens en cultuur de relatievraag te beschouwen. De bewegingen tussen mensen en cultuur enerzijds en de visie anderzijds, zijn niet altijd mooi synchroon. De visie kan vooruitlopen op de mensen. Of de mensen lopen vooruit op de visie. De wet- en regelgeving is een volgend aspect. We gaan ervan uit, dat de enterprise binnen de regels van de wet wil opereren en daarbij spelen geo politieke overwegingen een rol. Wat hier mag, mag elders niet. En gerelateerd aan het mens- en cultuuraspect; wat hier gebruikelijk is, is ergens anders notdone. Vervolgens kunnen we de vraag voorleggen aan de verschillende processen binnen de enterprise. In de breedte. Dus de primaire processen én de ondersteunende processen. En ieder proces opereert natuurlijk binnen de visie en missie, het mens- en cultuurbeleid en de locale wet- en regelgeving van de enterprise. Toch is het te adviseren om hier bewust bij stil te staan, omdat gewoonte, gedrag, afstand van de werkvloer tot de board en interpretatieruimte de relatievraag beïnvloeden.

Relatie = Vertrouwen + Interface Door een schaal met een bereik van 1.0 tot 2.0 te hanteren koppelen we dit aan Het Nieuwe Werken en dus ook aan Het Oude Werken. De tweedimensionale opzet geeft dan de mogelijkheid om zachte en harde aspecten te onderscheiden. Met deze definitie kunnen we voor een enterprise bepalen waar HNW past en waar (nog) niet. Of in een andere formulering. Hoeveel 2.0 wil een enterprise zijn? En daarbij de alternatieve hypothese: Is 1.0 misschien ook goed? Als we deze relatievraag opvoeren voor de enterprise dan dienen we dit te doen op het hoogste niveau om te voorkomen dat vooringenomenheid of gewoontes van een van de ondersteunende disciplines een kleuring geeft. De business moet aangeven waar ze naar toe wil. En als het even kan ook aangeven waar ze nu is, opdat we er ook een plan van kunnen maken. Dit lijkt rechttoe rechtaan, maar nu dient de vraag zich aan, hoe we de business deze vraag goed gaan stellen. Het bestaan, het doel en de context van een enterprise is vervat in de visie en missie. Dit is een goed beginpunt, want er worden principiële posities ingenomen. Deze principes zijn geldig voor alle delen van de enterprise en dus ook leidend voor relatieoverwegingen. Als de missie van een bedrijf bijvoorbeeld is om de beste partij voor vertrouwelijke informatie te zijn, dan zijn er direct conclusies te trekken over het 1.x gehalte. En van daaruit dus ook over HNW. Echter, als een enterprise hoog opgeeft over de kennis en innovatie van haar werknemers, dan schieten we vlot naar een 2.0 niveau. 24

Productie Mens & Cultuur

Rigide

Rigide

E1.y

E1.z

Interface

Interface

E1.z

E1.x

E2.0

Flexibel

Flexibel

E2.0

XR Magazine december 2010

De Vertrouwen-Interface matrix Bovenstaande geeft een eerste indruk van het huidige en gewenste Enterprise 1.x niveau. Nu dienen we de enterprise te confronteren met de controls die er zijn binnen de organisatie. Over de tijd zijn er mechanismen gegroeid die de enterprise reguleren. Hier moeten we oppassen om niet te vervallen in technische maatregelen als toegangscontrole en firewalls. Het gaat hier om business controls zoals ethische richtlijnen, communicatiestandaarden, financiële verificatie en duurzaamheid. Deze business controls kunnen op gespannen voet staan met de bevindingen in de relatievraag van de processen. Bijvoorbeeld een duurzaamheiddoelstelling versus een verplichte relocatie naar een centraal kantoor. Een sociaal verantwoordelijk maatschappelijke partner versus een verregaande outsourcing/offshoring strategie. Strikte informatiebeveiliging maar toch vrij e-mailverkeer.


Support 5 4

Beveiliging

Infrastructuur 3 2 1

Mobiliteit

0

Communicatie

Werkplek

Collaboratie Ist Soll

Connectiviteit

Figuur 4: Mogelijke uitkomst van een assessment over de ICT functie

De relatievraag helpt hiermee een beeld te vormen waar de enterprise is, waar ze naartoe wil en waar er onderscheid zit tussen de verschillende delen. Dit inzicht kan meteen leiden tot tactische keuzes. Bijvoorbeeld als er geen juridische ruimte is om informatie buiten de poort te ontsluiten, hebben praktische HNW aspecten als thuiswerken nog geen zin. Daarentegen helpt het ook om wat stoffige controls nu snel op te ruimen. Dat geeft ruimte voor HNW voordelen en kan ook nog kostenvoordelen opleveren. Een praktisch voorbeeld hierin is het afschaffen van internetfilters voor de werknemers. Dit haalt kosten weg en brengt een IT maatregel in lijn met de HR afspraken die er toch al zijn. Iedere entiteit in de enterprise kan nu een stapje dieper gaan en zichzelf gaan afvragen in hoeverre ze bijdragen aan het gewenste 1.x niveau. Dit kan ook tot een conclusie leiden, dat een afdeling veel te ver voorloopt op de rest. Voor de ICT functie kan dit gedaan worden via een assessment. Deze dient niet alleen te worden gedaan in de IT gemeenschap, maar juist ook daarbuiten om te voorkomen, dat gewoontes en vooringenomenheid de uitkomsten kleuren. Eindgebruikers en business vertegenwoordigers moeten gevraagd worden op onderwerpen als support processen, eindgebruiker devices, connectiviteit, collaboratie, beveiliging en functionaliteit. De uitkomst kan dan in bijvoorbeeld een spider diagram worden uitgezet. En daaruit zijn vrij gemakkelijk de juiste

acties te distilleren voor de onderdelen Policies, Processen, Dienstenportfolio, Infrastructuur en Contracten binnen de ICT. En dat is dan het ICT programma naar HNW in de context van de Enterprise. Of in andere woorden het pad naar Enterprise ICT 2.0. Samenvattend zien we dat de relatie beschouwing in drie stappen een concreet plan oplevert om de enterprise naar het juiste 1.x niveau te brengen. Als eerste stap wordt de relatie beschouwing op enterprise niveau gedaan over de assen Vertrouwen en Interface. Dit geeft een bewuste huidige en gewenste positie tussen 1.0 en 2.0 en laat mogelijke verschillen zien tussen de verschillende delen van de enterprise. De tweede stap gaat per discipline verder en analyseert de huidige en gewenste situatie voor die discipline in de context van de gewenste overall positie van de gehele enterprise. En de derde stap is het opstellen van een programma van projecten en activiteiten om daar te komen. Het ontsluiten van de potentie van HNW in grote organisaties is geen gemakkelijke opgave. De relatie blik is een hulpmiddel over de gehele enterprise heen om op een bewuste manier de potentie van HNW in de juiste mate te ontsluiten.

Harry Potma is Principal Consultant tussen ICT en business bij Atos Consulting. www.nl.atosconsulting.com december 2010 XR Magazine

25


Het Nieuwe Werken

Twitterarchitectuur en #hnw Twitter is niet stom. Twitter is een middel. Wat je er wel of niet mee doet bepaal je zelf. Twitter stom noemen zegt dus vooral iets over jezelf. Twitter is één van de mooiste toepassingen van ICT die ik ken. Bijna 200 miljoen mensen over de hele wereld, die dagelijks 65 miljoen berichten kunnen uitwisselen. Onder andere vanwege de toegepaste architectuur. “Architectuur? Maar architectuur gaat toch over bij ‘de business’ aansluitende principes en modellen? Die je dan later via ingewikkelde platen uit moet gaan leggen?” Met dit artikel wil ik aangeven waarom die kleine Twitterberichtjes belangrijk zijn voor HNW en waarom daar een nieuwe manier van werken onder architectuur voor nodig is. Ad Gerrits

Het onafhankelijke werken Mensen willen steeds onafhankelijker kunnen werken. Van tijd, van plaats en van apparaat. Zo heel ‘nieuw’ is dat nou ook weer niet. Maar wat wel echt nieuw is, is dat moderne technologie het nu mogelijk maakt om op steeds meer onderdelen verregaand onafhankelijk te worden. Waarom zou een hoofdwerker nog steeds van 9 tot 5 achter een kantoor-pc moeten zitten? Met behulp van moderne hulpmiddelen kan hij net zo goed werken op een zelf gekozen plaats, op een zelf gekozen tijdstip en met een zelf gekozen apparaat. De techniek daar-

Er moet op resultaat gestuurd gaan worden wat niet iedereen gegeven is voor is er al. Nou nog leren om ermee om te gaan. Stap 1 is beseffen dat het kan. Daarna wacht de uitdaging om al die nieuwe mogelijkheden ook echt slim toe te gaan passen. De grootste hobbel daarbij zijn de ingesleten denkpatronen en gewoontes van mensen die nog hetzelfde werken als twintig jaar geleden. Menig manager ontdekt tot zijn 26

XR Magazine december 2010

schrik dat traditioneel hiërarchisch managen op aanwezigheid van medewerkers niet meer genoeg is. Er moet op resultaat gestuurd gaan worden wat niet iedereen gegeven is. Niet verwonderlijk dus dat met name het management Het Nieuwe Werken vaak als bedreigend ervaart en hoopt dat het over zal waaien. Maar dat gaat deze keer niet gebeuren. Want binnen bedrijven werken mensen. Mensen die steeds meer kennis krijgen van wat er allemaal mogelijk is. Die thuis moderne technologie gebruiken, terwijl ze op hun werk door moeten modderen met achterhaalde spullen. En de eens zo veilige bedrijfsmuren lossen steeds meer op. Medewerkers worden, zowel binnen als buiten de organisatie, onderdeel van steeds meer netwerken. Iets waar hiërarchisch sturende managers geen grip meer op hebben. Dus linksom of rechtsom: die medewerkers worden steeds onafhankelijker en gaan steeds meer zelf bepalen. Architectuur Binnen het vakgebied van Informatiearchitectuur is de waarde van onafhankelijkheid al lang bekend. Via het toepassen van architectuur proberen we te komen tot ‘loosely coupled’ systemen. Onderdelen hoeven daarbij weinig of geen kennis te heb-


ben van hoe andere onderdelen eruit zien. Door ze maximaal onafhankelijk van elkaar te laten zijn, kan een systeem eenvoudig worden gehouden en toch flexibel zijn. Maar dit in de praktijk brengen blijkt vaak lastiger te zijn dan je zou hopen. Er zijn legio voorbeelden van draken van systemen, waarbij complexiteit en kosten de pan uit rezen. Oplossingen daarvoor worden vaak gezocht in nog grotere projecten, nog meer controles en het gaan inzetten van nieuwe methoden en technieken. In veel gevallen met als gevolg dat projecten en de opgeleverde producten nog minder agile (‘behendig’) worden dan ze al waren. Twitterarchitectuur Passend bij het ‘Twitter is stom’ idee, zullen veel architecten bij het woord ‘Twitterarchitectuur’ een negatieve associatie hebben. Dat is hier echter allesbehalve de bedoeling. De architectuur achter Twitter is in mijn ogen een goed voorbeeld van hoe een moderne architectuur eruit kan zien. Bij Twitter wordt eenvoud gekoesterd en ziet men verandering en samenwerking als kansen in plaats van bedreigingen. Wereldwijd versturen mensen op een eenvoudige manier 65 miljoen berichten per dag. Wanneer, waar en hoe die worden ver-

stuurd maakt niet uit. Gebruikers zijn de baas. Bijvoorbeeld wanneer ze massaal besluiten om voortaan mobiel te gaan twitteren (nu al meer dan 80%). Er zijn ruim 300.000 verschillende Twitterapplicaties die beschikbaar zijn voor allerlei soorten apparatuur. Naar aanleiding van het gebruik wordt door Twitter de originele slogan “What are

De architectuur achter Twitter is in mijn ogen een goed voorbeeld van hoe een moderne architectuur eruit kan zien you doing” soepel bijgesteld naar “What’s happening”. Binnen sociale media volgen de veranderingen elkaar in hoog tempo op. MySpace, twee jaar geleden nog een van de grootste spelers, is nu gedegradeerd tot een marginale speler. Hyves is voor Nederlandse begrippen groot, maar moet vol aan de bak om aan de Facebook-wals te ontsnappen. Twitter heeft het begrepen, getuige hun reactie op alle veranderingen: “It’s great to see this kind of variety and growth in the ecosystem”. december 2010 XR Magazine

27


Klassieke architectuur, waarbij gestreefd wordt naar het gaan bouwen van die prachtige kathedraal, raakt steeds meer achterhaald. ‘Agile architectuur’ is, net als bij het ontwikkelen van software al langer het geval is, een antwoord op de vraag naar flexibiliteit en onafhankelijkheid. Er worden veel eerder en vaker (tussen)producten opgeleverd. ‘Beta’ is goed, geeft aan dat er vernieuwd wordt en dat feedback welkom is. Wanneer er een keer niet aan de verwachtingen wordt voldaan, zoals dit jaar bij Google Wave het geval was, dan wordt dat niet als mislukking beschouwd maar als een nuttige leerervaring. Overigens blijft het meer dan ooit noodzakelijk om onder architectuur te werken. Want ook Twitter is heel veel meer dan een simpel blauw vogeltje met een invoerveld. Maar de manier waarop architectuur wordt toegepast is wel heel anders. De architectuur hierbij wordt gekenmerkt door eenvoud, flexibiliteit en het gedurende de rit leren

Klassieke architectuur, waarbij gestreefd wordt naar het gaan bouwen van die prachtige kathedraal, raakt steeds meer achterhaald en bijstellen. Om partners goed te bedienen worden relatief eenvoudige programmeer-interfaces aangeboden. Bijvoorbeeld REST en JSON in plaats van het complexere SOAP. Het terugvinden van informatie gaat via simpele hashtags in plaats van op de Dublin Core gebaseerde metadata. En als het nodig is wordt er heel snel overgestapt op nieuwe technieken. Vanwege de immense hoeveelheid te verwerken data wisselt Twitter relationele databases in voor NoSql databases. Omdat upgraden zo vaak en over zoveel servers plaats moet vinden, is 28

XR Magazine december 2010

het OTAP mechanisme niet meer toepasbaar maar voert men updates tegenwoordig uit op een hele nieuwe manier. Het Nieuwe Werken Om HNW voldoende mogelijk te maken moeten architecten zorgen voor een agile architectuur, waarbinnen tijd-, plaats- en apparaatonafhankelijk werken mogelijk is. Internet, Cloud toepassingen en moderne randapparatuur worden door gebruikers omarmd en zijn hierbij onmisbaar. Mogelijk maken wat nodig is vereist veranderingen in denkwijze en cultuur. Meer gedurfd en innovatief te werk gaan. Van intern gericht zijn naar samenwerking buiten de eigen organisatie. Dan pas wordt de manier waarop we met werk omgaan echt nieuw. Het feit dat miljoenen mensen zich al thuis voelen binnen een Twitterarchitectuur geeft aan dat de tijd daar ook rijp voor is. Waarschijnlijk kijken we over pakweg 10 jaar glimlachend terug op de tijd dat we het nog hadden over Het Nieuwe Werken.

Ad Gerrits is werkzaam als Informatiearchitect binnen de Gemeente Nijmegen.


Poster:

Wat is Het Nieuwe Werken De poster is onderdeel geweest van een bewustwordingscampagne bij OVER-gemeenten (Gemeenten Oostzaan & Wormerland) in het kader van de implementatie van Het Nieuwe Werken. De poster geeft weer dat de wereld en de burger veranderen en dat dus ook de manager en medewerker van een gemeente moeten veranderen. Er wordt uitleg gegeven aan het begrip Het Nieuwe Werken en dekt aspecten af zoals nieuwe media, plaats- en tijdsonafhankelijk werken en de vrijheid en verantwoordelijkheid die je krijgt als je Het Nieuwe Werken in de praktijk gaat brengen.

Het is niet toegestaan om de afbeelding te kopiĂŤren en / of te gebruiken zonder toestemming van de illustrator.

De poster is gemaakt door Ronald Smit van OVER-gemeenten en Gerben van der Heide van Inter Access. De poster is in groot formaat te downloaden via de website van XR Magazine. Van de poster is ook een prezi beschikbaar. Deze prezi is te downloaden via: http://prezi.com/yd9rt36ol76n/wat-is-het-nieuwe-werken-over-gemeenten

december 2010 XR Magazine

29


SOA en ESB

NoESB, een alternatief voor een ESB Menig applicatielandschap is gebaseerd op Service Oriented Architecture (SOA) en bevat een Enterprise Service Bus (ESB) als een centraal component waar al het verkeer doorheen zou moeten gaan. De realiteit is echter dat de voordelen van een ESB discutabel zijn en juist als een complexe bottleneck wordt ervaren. Maar wat is dan het alternatief? Viktor Grgic en Mark van Holsteijn

Inleiding In veel IT architecturen is een ESB geïntroduceerd als een essentieel component van een Service Georiënteerde Architectuur. Na grote opstartkosten komt er van het beloofde integratiegemak weinig terecht. Dit met name wegens nieuwe technische en organisatorische complexiteit. Je vraagt je af of er alternatieve oplossingen zijn. Je bent huiverig voor een ESB van een andere leverancier. Toch wil je applicaties snel, eenvoudig en goed kunnen integreren.

In veel IT architecturen is de ESB een essentieel component van de Service Georiënteerde Architectuur In dit artikel lichten we een aantal Enterprise Service Bus problemen toe en stellen wij een lichtgewicht oplossing voor die dezelfde behoefte vervult als een ESB. Deze oplossing is gebaseerd op een HTTP proxy en decentralisatie van integratiefuncties. 30

XR Magazine december 2010

Een gedistribueerde architectuur Een klassieke gedistribueerde architectuur bevat de volgende componenten: services, clients, servers, een gemeenschappelijke messaging infrastructuur en een vorm van naming en directory service. De clients roepen de services. De servers implementeren de services. De services hebben een logische naam. De aanroepen vinden plaats over een gemeenschappelijke messaging infrastructuur: zowel clients en servers kennen het transport protocol en het berichtformaat waarmee de services kunnen worden aangeboden en worden aangeroepen. De belangrijkste component van de gedistribueerde architectuur is de naming en directory service: hier worden de logische service namen vertaald naar een fysiek adres van een server die de service implementeert. De naming en directory service zorgt voor location transparency. Location transparency is essentieel voor het ondersteunen van schaalbaarheid en hoge beschikbaarheid. Het stelt de client in staat om bij elke aanroep een server op te zoeken die beschikbaar is om de service uit te voeren. Producten die een dergelijke architectuur implementeren zijn onder andere TUXEDO, DCE en JINI.


Directory

Debit @ Machine A: Server 1 Debit @ Machine B: Server 4 Credit @ Machine A: Server 1 Credit @ Machine B: Server 4 Open @ Machine A: Server 2 Open @ Machine B: Server 3 …

Machine C

Machine A Debit

Open

Server 1

Client Cli

Credit

Debit

Open

Machine D

Close

Debit Client Client

Messaging Infrastructure

Machine B

Credit Open Close

Machine E

Server 2

Debit

Debit

Debit

Credit

Client Client

Server 3

Server 4

Figuur 1: Een gedistribueerde architectuur

WebServices architectuur In een WebServices architectuur zijn alle componenten van een gedistribueerde architectuur terug te vinden. Een gemeenschappelijke messaging infrastructuur, welgedefinieerde interfaces en een communicatieprotocol tussen clients en servers voor het aanroepen van services. Als naming en directory services is ooit UDDI gedefinieerd. In het artikel ‘Integrating WCF Services into UDDI based enterprise SOA’1 wordt nog een poging gedaan om deze architectuur te realiseren in een Microsoft omgeving. Helaas is de adoptie van UDDI niet van de grond gekomen en is de ondersteuning door vendors inmiddels ter ziele (zie referentie 2 en 3). Door het ontbreken van een naming en directory service in een WebService architectuur, bevatten de webservices clients harde referenties naar fysieke adressen van de logische services. Het gebruik van fysieke adressen leidt tot een moeilijk te wijzigen, point-to-point integratie architectuur. Om toch enige ontkoppeling tussen de clients en de servers te verkrijgen, wordt vaak gekozen voor de inzet van een ESB. Hierbij communiceren alle clients en servers via de ESB. De point-to-point architectuur is nu omgezet in een hub-and-spoke architectuur. Het nadeel van een hub-and-spoke model, is dat de point-to-point koppelingen niet

verdwijnen: ze worden alleen gecentraliseerd in de ESB. Het centrale karakter van de ESB maakt dat het een potentiële bottleneck wordt. Een bottleneck voor de beschikbaarheid, een bottleneck voor de performance en een bottleneck voor wijzigingen.

Het centrale karakter van de ESB maakt dat het een potentiële bottleneck wordt Een bottleneck voor beschikbaarheid en performance is evident: al het verkeer tussen clients en servers moet via de ESB verlopen. De load van al dit verkeer kan leiden tot performance en schaalbaarheidsproblemen. De ESB is een ‘single point of failure’, ondanks het feit dat leveranciers clustering technologie gebruiken om dit risico te minimaliseren. De ESB kan ook een bottleneck vormen voor wijzigingen. Omdat al het verkeer tussen client en server over de ESB moet lopen, betekent dit dat voor elke koppeling wijzigingen moeten worden aangebracht in de ESB. Deze wijzigingen bestaan december 2010 XR Magazine

31


ESB

Figuur 2: Point-to-point architectuur

Figuur 3: Hub-and-spoke architectuur

meestal uit het configureren van berichtenstroom in een vendor specifieke programmeertaal. Dit is een specialisme in een niche, waar minder IT professionals van zijn die daar kennis en ervaring mee hebben. Zij zijn wel bij alle projecten nodig. Tot slot zorgt het toevoegen van een ESB voor een extra systeem in de keten tussen client en server. Dit vergroot de kans op fouten en een verminderde beschikbaarheid. De ESB vergroot de complexiteit van het landschap.

DNS records vertraging kunnen oplopen. Door een DNS record te laten verwijzen naar een Reverse Proxy, kan deze op basis van de hostnaam in de URL het verzoek doorsturen naar de eigenlijke server(s). De meeste Reverse Proxies ondersteunen standaard load-balancing en failover configuraties.

Het alternatief Het alternatief bestaat uit een HTTP Reverse Proxy en gedistribueerde adapters ten behoeve van bericht- en protocoltransformatie. De HTTP Reverse Proxy is prima in staat om in combinatie met internetstandaarden zoals URL Load Balancing en failover functionaliteit de benodigde functionaliteit te leveren voor webservice gebaseerde applicatie architecturen. De Reverse Proxy is volledig transparant, bewezen technologie, en standaard internet infrastructuur en levert location transparency voor webservice clients. Daarnaast past dit alternatief naadloos bij de REST architectuurstijl. Location Transparency De HTTP Reverse Proxy server zorgt voor location transparency voor de clients, waardoor hoge beschikbaarheid en schaalbaarheid kan worden gerealiseerd. Clients kunnen een URL als logische naam voor de service beschouwen. Zoals in iedere browser wordt door middel van DNS een URL naar een fysiek adres van de service vertaald. DNS alleen is echter onvoldoende: DNS implementeert een gedistribueerde cache, waardoor wijzigingen in de 32

XR Magazine december 2010

Bewezen technologie HTTP Reverse Proxies zijn bewezen technologie. Op het internet zijn honderdduizenden sites die gebruik maken van Reverse Proxies voor het ontsluiten van websites. Van Squid, Apache tot HAProxy. De Reverse Proxies zijn betrouwbare, hoog performante en schaalbare systemen, die in staat zijn om duizenden verzoeken per seconde af te handelen (zie referentie 4 en 5). Standaard functionaliteit HTTP Reverse Proxies leveren standaard functionaliteit voor load balancing, caching, beveiliging en performance verbeteringen rondom het HTTP protocol. Vaak is een HTTP Reverse Proxy geconfigureerd als een device in de infrastructuur. Dit zorgt ervoor dat een proxy eenvoudig is te vervangen door een andere proxy implementatie. Volledig transparant Voor zowel de client als de server is het gebruik van een Reverse Proxy volledig transparant. Zelfs zonder proxy zal het systeem in staat zijn om de gewenste functionaliteit te leveren. Wat kan een Reverse Proxy niet? Een Reverse Proxy bevat geen functionaliteit uit het applicatie integratie domein. Je kunt er geen


Afnemer + Transformatie

Service + Transformatie

HTTP Reverse Proxy

Figuur 4: HTTP Reverse Proxy

berichttransformaties mee uitvoeren. Ook is het niet mogelijk om protocol conversies uit te voeren: bijvoorbeeld van HTTP naar SFTP. De essentie van dit alternatief ten opzichte van een oplossing met een ESB is decentralisatie van integratiefuncties zoals bericht- en transporttransformaties. Het centraliseren van deze functionaliteit kan zelfs gezien worden als een verkeerde plaatsing van verantwoordelijkheden en verlies van cohesie in het systeem: een transformatie van een bericht hoort gezien de benodigde kennis bij de service of de afnemer zelf. Ook een protocolconversie hoort in dezelfde categorie. Een adapter als deze is in vele vormen en in verschillende technologieën te verkrijgen. Dit sluit ook aan bij de belangrijkste boodschap van Stefan Tiklov6 in zijn presentatie over pragmatisch SOA: “don’t put it in the middle”. Conclusie Voor de belangrijkste functionaliteit van een ESB, het ontkoppelen van systemen, is het gebruik van DNS in combinatie met een HTTP Reverse Proxy afdoende. Het is volledig transparant voor de afnemers en leveranciers van de services, het is standaard internet infrastructuur en bewezen techno-

logie. Het vermindert het aantal componenten en afhankelijkheden in de architectuur en reduceert daarmee de complexiteit. In de keynote van “Does my Bus look big in this” van Martin Fowler7 wordt dezelfde visie uitgedragen. Referenties 1

Integrating WCF Services into UDDI based enterprise SOA, The

Code Project, Tobias Manthey, 2009 2

Removal of UDDI Services from Server Operating System, Microsoft,

2010 3

Microsoft, IBM, SAP To Discontinue UDDI Web Services Registry Ef-

fort, SOA World, 2005 4

HAProxy documentation, Willy Tarreau

5

Reverse proxy performance Varnish vs Squid, Bryan Migliorisi, 2009

6

Pragmatic SOA, beyond buzzwords en flame war, InfoQ, Stefan

Tilkov, 2010 7

Does my Bus look big in this, InfoQ, Martin Fowler en Jim Webber,

2008

Viktor Grgic is zelfstandig Agile/Lean IT architect en eigenaar van LeanArch B.V. www.leanarch.eu Mark van Holsteijn is Senior Consultant bij Xebia. www.xebia.com december 2010 XR Magazine

33


Architectuurvisualisaties

Dragon1 visualisaties van de vernieuwing bij gemeente Veluweloo De vorige maand heb ik in het artikel ‘NORA en GEMMA visualisaties kunnen veel beter’ een voorbeeld laten zien hoe je met Dragon1 op geheel nieuwe wijze architectuur effectief kunt visualiseren. De komende maanden gaan we in deze serie werken aan hoe je verschillende belangrijke onderdelen van ‘de moderne Gemeente’ ontwerpt en dan met name visualiseert en communiceert. We gaan de standaard GEMMA visualisaties, concepten en principes handen en voeten geven om ze ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Een doel daarbij is dat een gemeente die haar e-dienstverlening conform GEMMA wil ontwikkelen zelf de regie in handen heeft en deze niet onnodig bij leveranciers neerlegt. Mark Paauwe

Aanleiding en inleiding De visualisaties van de architectuur van e-dienstverlening die in GEMMA (een overheidsreferentiearchitectuur) staan, worden in de praktijk niet of nauwelijks gebruikt ter ondersteuning van het nemen van beslissingen door directie en management bij gemeenten. Ook worden de visualisaties in GEMMA onvoldoende gebruikt bij het ontwerp en realisatie. Dit blijkt uit een rondgang langs een tiental gemeenten voor het DORA-onderzoek.

Een architectuurvisualisatie dient de vertaalslag van logische functie naar technische vorm te tonen Vanuit de optiek van de open methode Dragon1, voor visuele enterprise architectuur, is het verstandig om in een architectuurvisualisatie altijd de vertaalslag van logische functie naar technische vorm te tonen (bijvoorbeeld van een verkoopadministratie naar web-based open source e-sales software). En ook om de samenwerking van componenten en objecten te tonen in de architectuurvisualisatie om bepaalde gerealiseerde voordelen zichtbaar 34

XR Magazine december 2010

te maken in het kader van verander- en bedrijfsdoelen en kwaliteits- en prestatie-eisen. Wanneer je dit op een aantrekkelijke en begrijpelijk wijze doet met schetsen en tekeningen, dan zal directie en management de visualisatie vaker gebruiken ter ondersteuning van beslissingen. Met deze aanpak zijn de GEMMA visualisaties aanzienlijk te verbeteren. De visualisaties in GEMMA lenen zich in basis goed voor het verkrijgen van inzicht in een gewenste functionele decompositie (ie. gewenst volgens GEMMA). Alleen komen bepaalde indelingen in oplossingsrichtingen in deze visualisaties soms uit de lucht vallen. Ook staat onvoldoende helder in de visualisaties en GEMMA-documentatie hoe je bepaalde functies nu technisch vorm kan geven. Bijvoorbeeld hoe geef je nu vorm aan een digitaal communicatiekanaal, front office of klantcontactcentrum? Uit het onderzoek bij gemeenten blijkt dat er behoefte is aan meer handvatten (voorbeeld modellen en visualisaties van concepten en principes) bij het vertalen van de logische functie naar technische vorm in de architectuur. In dit artikel geven we de informatie architectuurplaat van GEMMA, zie figuur 1, een plek in een voorbeeld architectuurproject ‘Vernieuwing bij de gemeente Veluweloo’, om de architectuurplaat stap voor stap te kunnen verbeteren. Door de fasen van het architectuurproject conform Dragon1 uit te voeren, maken we van de informatie architectuurplaat van GEMMA een Dragon1-compliant archi-


Figuur 1: GEMMA informatie architectuurvisualisatie

tectuurvisualisatie die in de praktijk veel vaker en beter gebruikt zal worden ter ondersteuning van beslissingen. In dit artikel werk ik ook met een annotatie om bepaalde uitspraken in dit document te markeren als zijnde een propositie (ie. een uitspraak van belang voor de architect). Daar waar bijvoorbeeld een (verstopte) eis staat geformuleerd, wordt deze voorafgegaan door [EIS]. Wanneer je als architect zelf documenten scant op proposities is dit een handig mechanisme om inzichtelijk te maken welke proposities je hebt herkend in het document. Mijlpaaldocumenten In dit artikel hanteren we als architectuurproject ‘Vernieuwing bij de gemeente Veluweloo’. In Dragon1 wordt gesteld dat er bij het vernieuwen van een onderneming of overheidsorganisatie altijd de volgende mijlpalen van groot belang zijn: 1. Visie en masterplan van de opdrachtgever 2. Ontwerpopdracht van de opdrachtgever voor een bouwwerk 3. Het programma van eisen van de opdrachtgever en belanghebbenden aangaande een bouwwerk (inclusief definitiestudie en een zienswijze van belanghebbenden) 4. Het architectuurontwerp (ontwerpboek) van de opdrachtgever voor een bouwwerk 5. De realisatie van het bouwwerk

In al deze mijlpalen van het architectuurproject heeft de architect een grote rol. Bijvoorbeeld het organiseren van het proces om te komen tot een gedragen programma van eisen bij alle belanghebbenden, of het urgent maken van de toewijzing van eigenaarschap bij het laten stellen van de eisen. In al deze fasen en mijlpalen dient de architect visies te concretiseren, gemeenschappelijk beeld en begrippenkader te creëren of een beslissing te ondersteunen. Wat

De architect dient visies te concretiseren; hij gebruikt hiervoor visualisaties kan hij daar nou beter voor gebruiken dan visualisaties? Als architect doe je er verstandig aan het proces en de omgeving zoals die wordt gehanteerd inzichtelijk te maken aan de belanghebbenden. Bijvoorbeeld door de hiervoor genoemde fasen, mijlpalen en documenten te schetsen zoals in figuur 2, hoe ze onderling aan elkaar gerelateerd zijn. Tip: Zet in deze processchets ook neer welke belanghebbenden, interview- en inputdocumenten je hebt gebruikt. Dat geeft belanghebbenden houvast, zodat zij december 2010 XR Magazine

35


Figuur 2: Processchets zelf ook met voorstellen gaan komen. Een dergelijke processchets laat zien wanneer een informatie architectuurplaat gemaakt dient te worden in het project, wat de input ervoor is geweest en waar het voor gebruikt wordt. In dit geval is een programma van eisen een basis voor het architectuurdocument en is het architectuurdocument basis voor ontwerp en realisatie. Opdrachtgever en ontwerpopdracht We nemen de gemeentesecretaris van de gemeente Veluweloo als opdrachtgever. De gemeentesecretaris heeft als opdracht gegeven om de e-dienstverlening, digitalisering, ketenintegratie en regiefunctie van de gemeente in samenhang in beeld te brengen als sturend kader voor alle ontwikkelingen en projecten binnen de gemeente. De gemeentesecretaris heeft, zo lezen we in de ontwerpopdracht, de opdracht gegeven omdat uit een quickscan door een enterprise architect en een beleidsmedewerker in de sectorplannen bleek dat deze plannen qua indeling en het onderkennen van producten, diensten, processen, applicaties, strategische uitgangspunten en doelen hier en daar overlap vertoonden dan wel gaten hadden. Ook bleek uit navraag dat er onvoldoende managementinformatie beschikbaar was over de belangrijke managementbouwstenen in de gemeente en tevens ontbraken bijgewerkte inventarisaties en overzichten van producten, diensten, processen, applicaties en servers onderling en in samenhang met elkaar. De gemeentesecretaris durfde het hardop te zeggen: “Het ontbreekt in de gemeente aan besluitvorming op basis van inzicht en overzicht en impactanalyses van veranderingen. En dat frustreert bij ons het efficiënter en doelmatiger werken en de kwaliteit van dienstverlening richting de burger. [EIS001] Met onze domeinnaam www. veluweloo.nl wil ik de middenstand een duw in de rug geven richting hun klanten, onze burgers, toeristen en ondernemers. [EIS002] Weg met de saaie gemeentelijke website op die prominente plek. [EIS003] En wij gaan voortaan zelf over onze inrichting van dienstverlening, processen en ICT. Den Haag of leveranciers zijn daar volgend in.” 36

XR Magazine december 2010

Daarmee was de ontwerpopdracht voor het in beeld brengen van de architectuur van de gemeente een feit. De gemeentesecretaris wil ook dat we in het project een visualisatie maken die laat zien hoe de gemeente conform de overheidsplannen van NUP, NORA en GEMMA aan het professionaliseren is. Het is verstandig om de omgeving van hetgeen dat ontworpen moet worden ook in beeld te brengen in de vorm van een omgevingschets, zie figuur 3, samen met de processchets. Dat geeft belanghebbenden waar je mee spreekt ook een houvast. Ze kunnen zien waar zij zitten in de organisatie en hoe zij of hun middelen onderdeel van bijvoorbeeld een herontwerp zijn.

Breng ook de omgeving van hetgeen dat ontworpen moet worden in beeld in de vorm van een omgevingschets Deze omgevingschets werkt ook goed in de communicatie om het te ontwerpen bouwwerk qua scope, context, omgeving, naam en relatie en impact op de omgeving scherp te krijgen. De informatie architectuurplaat van GEMMA dekt in feite het gedeelte van de informatievoorziening af die binnen de scope van het bouwwerk ‘de vernieuwing’ valt. Zo wordt gelijk in figuur 3 duidelijk dat de informatie architectuurplaat niet de hele gemeente beslaat en ook niet de gehele informatievoorziening. In gesprekken met belanghebbenden zijn dit hele belangrijke aspecten om goed over te communiceren. Samenvatting In dit artikel hebben we een aanzet gegeven voor het maken van een visueel architectuurontwerp conform de methode Dragon1, met gebruikmaking van de referentiearchitectuur GEMMA. Na dit artikel volgen nog verschillende artikelen die deelonderwerpen behandelen om zo


Figuur 3: Voorbeeld van een omgevingschets van het bouwwerk

het hele architectuurontwerp af te kunnen maken. We hebben in het voorbeeld architectuurproject nauwkeurig gewerkt aan de ontwerpopdracht en eisen. Dit om de inhoud van de informatie architectuurplaat goed te kunnen onderbouwen. In elke fase van een project is een architect van waarde door zaken visueel te maken. Architecten kunnen nog veel voordelen behalen door schetsen van het proces en de omgeving te maken. De uiteindelijke visualisaties van deze artikelenreeks laten de vertaalslag van functie naar vorm zien, en zijn daarom echte architectuurvisualisaties, die veel verder gaan dan zomaar functionele decomposities. De visualisaties tonen hoe een probleem wordt opgelost met de inzet van een concept en de werking (het principe) van het concept. Een uiteindelijk doel is om gemeenten met begrijpelijke bouwplaten van e-dienstverlening richting leveranciers de regie in handen te laten houden. Een ander doel is om te laten zien hoe je in een gemeente waar sectormanagers zich, tot een bepaalde hoogte, willen conformeren aan standaarden je toch een gemeenschappelijk gedragen beeld kunt schetsen, waarbij de sectormanagers graag de bouwplaat willen gebruiken om in hun sector hun eigen specifieke gezicht naar burgers en bedrijven toe verder te ontwikkelen en te profileren. Dit artikel is overigens ook interessant voor architecten buiten de overheid, zoals bij banken, verzekeraars, tele-

com-organisaties en kanspelorganisaties. Ook zij hebben vaak functionele architectuurplaten beschikbaar die nog te weinig worden gebruikt bij besluitvorming, maar zou-

Functionele architectuurplaten worden weinig gebruikt bij besluitvorming den dit wel graag meer zien gebeuren in de toekomst. Hun uitdaging is dezelfde; hoe zorg je ervoor dat je zelf als organisatie de regie houdt op de vertaalslag van logische functie naar technische vorm, zodat je los van leveranciers (of er juist tegenin) voor duurzame en toekomstvaste oplossingsrichtingen kan kiezen. Nog een laatste opmerking. Aan de hand van de reacties van lezers passen we indien nodig de vervolgartikelen en voorbeeld visualisaties aan, want het gaat erom dat de visualisaties ook echt door architecten gebruikt gaan worden.

Mark Paauwe is bedenker van de Dragon1 methode en directeur van Paauwe Research. http://research.paauwe.info december 2010 XR Magazine

37


Cloud Computing

De Nederlandse Overheid in de Wolken Cloud Computing geeft de instrumenten voor de Nederlandse overheid om te gaan besparen en tóch de dienstverlening naar bedrijven en burgers te vergroten. We moeten dat wel op een slimme manier gaan doen. Door het laten werken van de markt en door het stellen van de juiste eisen kan de Nederlandse overheid in de wolken komen. Dit kan met weinig risico én weinig kosten, er zijn tenslotte al genoeg mislukte en geldverslindende IT projecten bij de overheid aan te wijzen. Birgitte van Starrenburg en Pieter Hörchner

Cloud Computing neemt een grote vlucht in de wereld. Vele bedrijven en overheden maken al gebruik van één of meer diensten uit de Cloud. We hebben het dan over al zo’n 3 miljoen bedrijven en vele honderden, ja zelfs duizenden overheidsinstellingen. Zo heeft in de VS de regering Obama al een ‘Cloud First’ strategie voor alle overheden, zijn de ambtenaren in Mexico over naar een Cloud oplossing en plaatst de Engelse regering steeds meer basisregisters in de Cloud. De grote vraag is nu wat gaat Europa doen met Cloud Computing en wat doet Nederland?

Wat gaat Europa doen met Cloud Computing en wat doet Nederland? Gelukkig zijn deze ontwikkelingen in de wereld opgemerkt door een aantal Nederlandse parlementariërs. Er is zelfs een motie aangenomen waarin een Cloud strategie wordt gevraagd van alle overheden in Nederland. Voor de centrale overheid is de uitdaging vooral: hoe kunnen we kosten gaan besparen met Cloud Computing en met behoud of zelfs met vergroting van het serviceniveau aan lagere overheden, burgers en bedrijven? Maar ook: wat 38

XR Magazine december 2010

zijn de risico’s? En welke houding van de centrale overheid zal het meeste effect sorteren bij het invoeren van Cloud oplossingen? Cloud Computing: de definities Cloud Computing is de volledige virtualisatie van business functionaliteit, informatieopslag en rekencapaciteit en wordt vandaag de dag al geleverd door Cloud providers. Deze services zijn daarmee echte commodities, vergelijkbaar met water, gas en licht. Voor deze diensten wordt over het algemeen per gebruik betaald (pay per use), men kan er zeer snel over beschikken (instant provisioning en self service) en er kan ook snel capaciteit worden bijgeschakeld of weer worden vrijgegeven (elasticity). Er zijn dus minder investeringen nodig en is er vooral sprake van operationele kosten. Er is op het ogenblik een levendige handel in allerlei nieuwe begrippen en termen rond Cloud Computing. Helaas geven de meeste begrippen en termen meer verwarring dan duidelijkheid. Daarom is er een eenvoudig model ontwikkeld waarin naar de Cloud wordt gekeken langs drie dimensies: de Cloud Cube©. De eerste dimensie betreft de Cloud stack die al een tijdje de ronde doet. Het bestaat uit drie lagen: Infrastructuur Services (IaaS), Platform Services (PaaS) en Business Services (SaaS), die men afzonderlijk als dienst kan afnemen. In de IaaS laag kan men beschikken over pure (virtuele)


hardware met een standaard operating systeem. In het tweede geval is deze omgeving verrijkt met diverse niet business specifieke hulpmiddelen, zoals ontwikkel- test-, e-mail en database omgevingen. En in het geval van SaaS (de derde laag) kan men beschikken over business functionaliteit. Men kan deze simpele ‘stack’ uitbreiden met zaken als Business as a Service (BaaS), Business Process as a Service (BPaaS), Data/Information as a Service (DaaS) en nog veel meer. De vraag is of dit echt wat toevoegt aan de begripsvorming. Aangezien de genoemde zaken allemaal iets te maken hebben met de (inhoudelijke) ondersteuning van de business kunnen we ze beter in de SaaSlaag plaatsen en daarmee het model simpel houden. De tweede dimensie betreft het onderscheid in type Cloud providers. Zij hebben het eigenaarschap van de Cloud hardware of Intellectual Property en bieden dit aan. Zo zijn er Public Cloud providers, zij bieden hun diensten aan iedereen aan. Ook zijn er Private Cloud providers die de Cloud diensten aanbieden aan de eigen organisatie en er zijn constructies die er wat tussenin zitten; de Hybride Cloud providers. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Private Cloud providers die tijdens drukte uitwijken naar een Public Cloud of hosting partijen die een Cloud aanbieden aan een beperkte groep gebruikers en daarmee niet echt ’public‘ te noemen zijn. De derde dimensie betreft het onderscheid in het type gebruik van de Cloud diensten; de Cloud usage. Zo kan

een organisatie een gesloten Cloud omgeving beschikbaar stellen voor de eigen medewerkers, dit wordt dan een Enterprise Cloud genoemd. Indien deze Cloud ook gebruikt kan worden door leveranciers, klanten en andere partijen in het eco-systeem of een constructie waarbij meerdere organisaties/partijen betrokken zijn is de geslotenheid minder en is er sprake van een Community Cloud. Wanneer er sprake is van vormen waarbij iedereen gebruik kan gaan maken van één of meer Cloud diensten spreken we van Open Cloud gebruik.

De Cloud Cube heeft drie dimensies: Cloud stack, Cloud providers en Cloud usage Door aanbieding en gebruik uitdrukkelijk te scheiden krijgen we gelukkig weer een heldere discussie. Zo kan bijvoorbeeld een Enterprise Cloud door middel van een Public Cloud provider worden gerealiseerd, of kan een Community Cloud door een Private Cloud provider ingevuld worden. De 27 blokjes die door dit model ontstaan hebben zo allemaal een eigen dynamiek en een eigen december 2010 XR Magazine

39


set van producten en (beveiligings)regels. In toekomstige artikelen wordt dit nog verder uitgewerkt. Hé? Waar is de Overheids-Cloud? In de Cloud Cube© komt vooralsnog geen OverheidsCloud of G-Cloud voor. Als je namelijk goed kijkt naar de taken van de overheid kom je tot de conclusie dat er geen specifiek blokje, kolom of rij aan te wijzen is die de Overheids-Cloud compleet beschrijft. De overheid kan namelijk zowel aanbieder als afnemer zijn van capaciteit, platformen en business functionaliteit. De verwachting is dat een ‘Overheid in de Wolken’ de volledige kubus zal omvatten. Ter illustratie: Delen van de informatie zullen binnen departementen moeten blijven; het blokje ‘SaaS, Private, Enterprise’. Andere informatie dient tussen overheden gedeeld en/of overgedragen te worden; het blokje ‘SaaS, Private, Community’. Dienstverlening naar de burgers en bedrijven zal waarschijnlijk het beste passen in het blokje; ‘SaaS, Public, Open’. Bij optimalisatie van de opgestelde hardware is het denkbaar dat bijvoorbeeld de Belastingdienst gebruik maakt van een minimale eigen configuratie en bij drukte in april en mei uitwijkt naar een Public Cloud of een Cloud die door de Nederlandse overheid speciaal voor dit soort zaken beschikbaar wordt gesteld; het blokje ‘Enterprise, Hybride, IaaS’. Kortom de Overheids-Cloud is de hele kubus. Motie van Van der Burg Op 19 mei 2010 is in de Kamer een motie aangenomen die stelt dat dienstverlening aan bedrijven en burgers kan verbeteren en de kosten kunnen dalen door gebruik te gaan maken van Cloud Computing. Voorbeelden uit het buitenland tonen dit duidelijk aan. Men heeft zich ten doel gesteld om op korte termijn hierover een standpunt en een strategie te hebben. Deze strategievorming geldt niet alleen voor de centrale overheid maar in principe voor alle overheden. Belangrijk bij de visie en strategievorming is om goed te kijken hoe zaken zich aan het ontwikkelen zijn in landen die er al een tijdje mee bezig zijn. Welke constructies werken wel en welke niet? Worden kostendoelstellingen wel gehaald? Wat zijn de belemmeringen? Wat is de weerstand van de overheden, bedrijven en het publiek? Is het allemaal wel goed te beveiligen? Ontwikkelingen in de wereld In IJsland is recentelijk een wet aangenomen die de voorwaarden schept om Cloud Computing door zowel de overheid als organisaties breed te mogen toepassen. Tevens biedt de wet een ideale basis voor vestiging van Cloud providers op IJsland. IJsland ligt comfortabel tussen Europa en Noord Amerika, heeft veel witte stroom en door het koele klimaat van IJsland zijn de kosten voor koeling van Cloud rekencentra minimaal. De IJslandse 40

XR Magazine december 2010

regering hoopt zo op een nieuwe inkomstenbron. Helaas ligt IJsland wel op de Atlantische breuk en zijn er actieve vulkanen. In Engeland is in het kader van het ASPIRE programma van de Engelse belastingdienst een eerste prototype van een Government Cloud gemaakt. Deze G-Cloud wordt de komende tijd verder getoetst en uitgebreid. Een uitgebreide business case toont aan dat door toepassing van Cloud Computing het aantal data centra voor de hele Engelse overheid teruggebracht kan worden van ca. 245 naar ca. 25. Hiermee kan flink op kosten worden bespaard. Diverse lokale Amerikaanse overheden gaan over naar de Public Cloud en een eigen Government Cloud variant, dit voornamelijk uit kostenoverweging en ’Time To Market‘. In het visie document over dit thema van de regering Obama wordt duidelijk gesteld: ’Cloud First’ en daarbij wordt sterk gestuurd op het toepassen van Cloud oplossingen; ‘Apply or Explain’. Dat wil zeggen dat bij de behoefte naar nieuwe functionaliteit er eerst gekeken moet worden naar de mogelijkheden binnen Cloud Computing voordat andere opties mogen worden verkend.

Diverse lokale Amerikaanse overheden gaan over naar de Cloud uit kostenoverweging De steden Los Angeles en New York en landen zoals Mexico hebben al veel overheidsinformatie in de Cloud staan en maken uitgebreid gebruik van bijvoorbeeld Google Mail. Met veel minder kosten heeft men nu een veel betere toegang en bescherming. De ’killer app‘ in de VS De ’killer app‘ in de VS is overduidelijk de marktplaats die de Amerikaanse overheid heeft gecreëerd voor de markt. Een ieder die een Cloud oplossing (SaaS, PaaS of IaaS) kan bieden kan zich aanmelden en na acceptatie worden toegevoegd aan de ’Gov App Store’. De marktplaats wordt op het ogenblik overspoeld met partijen die een graantje willen meepikken. Helaas controleert de Amerikaanse overheid wel op technische fouten en misbruik van informatie maar geeft vervolgens geen garanties. Ook worden er geen interface en informatiemodel afspraken afgedwongen. Het is dus maar de vraag of de diverse SaaS diensten te koppelen zijn en met elkaar kunnen samenwerken. Een groot voordeel van de ’Gov App Store’ is natuurlijk wel dat het een concrete invulling geeft aan de ’Cloud First‘ strategie en marktpartijen kunnen met meer kans op succes in een Cloud oplossing gaan investeren.


Figuur 4: Uitkomst van assesment ICT functie

De ’killer app‘ in Engeland In Engeland lijkt een ander model de ‘killer app‘ te zijn. De Engelse overheid heeft namelijk een aantal basisregisters beschikbaar gesteld aan de markt om hier allerlei diensten op te gaan baseren. Zo is het Geo-informatieregister een belangrijk basisregister dat in Engeland beschikbaar is gekomen. Het kadaster, makelaars maar ook ’grondroerders‘, wegenbouwers en aannemers maken via verschillende ‘markt apps’ op hun eigen manier gebruik van deze informatie. De ’killer app‘ in Nederland Nederland heeft nog geen ‘killer app’ maar indien je kijkt naar de bovenstaande voorbeelden dan zou een combinatie van de Amerikaanse én de Engelse ‘killer apps’ voor Nederland heel aantrekkelijk kunnen zijn. De overheid dient hiervoor twee dingen te regelen: A) Het beschikbaar krijgen van diverse basisregisters; de informatiebron voor vele overheids-, bedrijfs- en particuliere toepassingen. B) De inrichting van een marktplaats met twee categorieën applicaties: 1. De vrije apps: applicaties door en voor organisaties en particulieren die gebruik maken van één of meer basisregisters. 2. Apps die streng voldoen aan kaders, richtlijnen, beveiligingseisen en informatiemodellen. Hierdoor wordt de interoperabiliteit en informatie-uitwisseling

tussen de apps van de laatste categorie gegarandeerd en wordt het gaan gebruiken van deze apps door lokale of centrale overheden eenvoudig. Efficiënter werken en nog beter gaan samenwerken tussen de diverse departementen ligt daardoor in het verschiet. Door dit model is er ruimte voor ontwikkeling en innovatie en daarmee vergroting van het aanbod van Cloud apps. Als je dan ook nog de toelatingscriteria voor categorie 1 apps benoemt, en je kunt een basisgarantie afgeven, dan ontstaat een eerste klas killer app, die het Cloud denken en doen een flinke boost kan geven: voor burgers en bedrijven en daarbij ook als opstap naar categorie 2 applicaties kan werken.

De Nederlandse overheid heeft op dit moment nog geen ‘killer app’ Overheids-Cloud of niet? Zoals eerder gemeld bestaat de uiteindelijke OverheidsCloud uit een mengvorm van IaaS, PaaS, SaaS en krijgt de Cloud-enabled overheid de rol van zowel provider als afnemer, voor zichzelf, voor bedrijven én voor burgers. december 2010 XR Magazine

41


Maar de overheid moet dat wel op een slimme manier gaan doen. De risico’s en kosten moeten worden beperkt, de marktwerking moet worden gestimuleerd en de veiligheid van informatie moet zijn gegarandeerd. De beschreven ’killer app‘ voor Nederland kan voor een goede invulling van de Overheids-Cloud zorgen maar er zijn nog veel hobbels te nemen. Zo zijn er natuurlijk de wetten uit de tijd van het papieren dossier waar we nog steeds last van hebben. De starheid van diverse groepen mensen in onze samenleving die iedere verandering als een bedreiging zien en het allerbelangrijkste; is de noodzaak (bijvoorbeeld een miljardenbesparing) wel groot genoeg om van koers te veranderen? Nederland of Europa? Nederland wil wel voorloper zijn als kennisland maar lijkt steeds meer van dit doel af te raken. De flexibiliteit om nieuwe paden te bewandelen en nieuwe ontwikkelingen voortvarend op te pakken zijn we een beetje kwijt. Gelukkig zijn we onderdeel van de Europese Unie. Hier zitten landen bij die wel de daadkracht hebben om vernieuwingen door te voeren, om sterk groeiende landen zoals China, Brazilië en India het hoofd te kunnen bieden. Want China, Brazilië en India gaan razendsnel en zijn ons op diverse technologische gebieden al ver voorbij. De hoop is dat de Europese Unie zich snel gaat buigen over het sourcing en Cloud vraagstuk en daarmee Nederland het 42

XR Magazine december 2010

De hoop is dat de Europese Unie zich snel gaat buigen over het sourcing en Cloud vraagstuk extra duwtje kan geven om de koers te veranderen. Zo van: “We doen het maar want het moet nu eenmaal van de EU.” De auteurs hebben dit artikel op persoonlijke titel geschreven. Het artikel betreft dus de mening van de auteurs en niet die van de directe werkgever.

Birgitte van Starrenburg is Managing Consultant / Certified Senior Architect bij Capgemini.

Pieter Hörchner is Principal Consultant / Certified Enterprise Architect / Cloud Leader NL bij Capgemini.


Volgende editie van XR Magazine:

Trends en Architectuur Voor de februari editie van XR Magazine met als thema ‘Trends en Architectuur’ zijn wij op zoek naar interessante bijdragen. Heeft u een duidelijke mening of eigen visie over dit onderwerp? Dan zitten de lezers van XR Magazine op uw bijdrage te wachten! Een nieuw jaar vol met nieuwe kansen, uitdagingen en ontwikkelingen staat weer voor de boeg. De top 10 lijstjes op het gebied van trends voor het komende jaar vliegen ons om de oren. Nieuwe hypes en buzzwords worden geïntroduceerd en de achterliggende technologieën en concepten doen haar intreden in de onderneming. En wie is er verantwoordelijk om al deze vernieuwingen op passende en juiste wijze in en door te voeren? Juist, de architecten binnen de onderneming. Ook binnen het enterprise architectuur vakgebied vinden natuurlijk weer volop ontwikkelingen en vernieuwingen plaats. Kortom, in de februari editie van XR Magazine staan zowel trends en innovaties binnen de onderneming als binnen het architectuurvakgebied centraal. Wij zijn bijvoorbeeld op zoek naar artikelen met de volgende onderwerpen: • De toekomst van Enterprise Architectuur • Uitdagingen voor de Enterprise Architect in 2011 • Een ‘groene en duurzame’ Enterprise Architectuur • De toekomst van de overheidsreferentie architecturen • Welke nieuwe architectuurstijlen zijn in opkomst? • Ontwikkelingen op architectuurgebied binnen diverse sectoren • Welke innovatieve bedrijfskundige concepten of informatiekundige concepten hebben gefaald of zijn juist geslaagd in de afgelopen jaren en verdienen een vervolg? • Ontwikkelingen op architectuurgebied in het buitenland • Ontwikkelingen op het gebied van architectuurmethoden- en aanpakken • Ontwikkelingen op het gebied van invloedrijke concepten en technologieën binnen de onderneming Bijdragen voor de februari editie kunnen ingezonden worden tot dinsdag 1 februari. Indien u van plan bent een artikel te schrijven stuur dan zo snel mogelijk een e-mail naar redactie@xr-magazine.nl met daarin een globale omschrijving van de inhoud en onderwerp van het artikel. Op deze wijze kan plaatsing van het artikel in het magazine eerder gegarandeerd worden.

Colofon XR Magazine: het online platform en vakblad voor managers en architecten uit het bedrijfsleven en bij de overheid over de praktijktoepassing van Enterprise-, Bedrijfs-, Informatie- en ICT-architectuur, BPM, SOA, ITSM en aanverwante vakgebieden. Op de website van XR kunt u de nieuwste en alle voorgaande edities van XR Magazine bekijken en ook alle edities downloaden. Tevens worden deze edities als e-magazine maandelijks in de vorm van een pdf naar onze mailinglist verstuurd waar u zich ook voor kunt aanmelden. Oplage en attentiewaarde: Steeds vaker zijn de artikelen uit XR Magazine het gesprek van de dag op kantoor! XR Magazine verschijnt 10 keer per jaar en wordt gratis verspreid via e-mail in Nederland en België in een oplage van 2.500 exemplaren. Meer dan 25% van de abonnees bezoekt naar aanleiding hiervan binnen vier uur de XR website en leest het XR Magazine. Het XR website bezoek groeit momenteel elke maand met 15%.

Volg XR Magazine: XR Magazine maakt intensief gebruik van sociale media om nieuwe content zo snel mogelijk te verspreiden. Hiervoor maakt XR Magazine o.a. gebruik van Twitter, LinkedIn, NUjij.nl en RSS-feeds. Hoofdredacteur: Koen van Boekel, 0317 41 13 41, redactie@xr-magazine.nl Advertenties: Afdeling Marketing, 0317 41 13 41, info@xr-magazine.nl Artikelen uit XR Magazine mogen alleen worden overgenomen, gekopieerd enz. na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van XR Magazine. Website: www.xr-magazine.nl

december 2010 XR Magazine

43


Woensdag 16 maart ‘Get Inspired’ EAM2011 gaat vanuit de praktijkervaring van een groot aantal organisaties in op de toegevoegde waarde van enterprise architectuur voor de bedrijfsvoering van organisaties. Vragen als wat is de waarde van enterprise architectuur, hoe creëer en gebruik je enterprise architectuur, en wat bereik je met enterprise architectuur, staan tijdens EAM2011 centraal. Best-practices en voorbeelden uit de dagelijkse praktijk worden gedeeld en besproken. Schrijf je dus vandaag nog in via: www.eam-congres.nl.

WWW.EAM-CONGRES.NL BiZZdesign Academy