Stroom!18

Page 1

©Gil Plaquet

V.U. Eva Mangelschots, Lange Lozanastraat 200, 2018 Antwerpen. P916172 © coverbeeld Gil Plaquet

Driemaandelijks magazine van CAW Antwerpen editie apr-mei-jun 2018

INHOUD LOREM ISPUM DOLOR SIC

STROOM! FORENSISCHE HULPVERLENING

DE HERSTELGEDACHTE STAAT CENTRAAL

BRUG BINNEN BUITEN: EX-GEDETINEERDEN KRIJGEN STEUN VAN EEN BUDDY

1


2

EDITO VOOR WE BEGINNEN

HERSTEL Mijn opa had vroeger een prachtige, olijfgroene Daf. De 40+ collega’s kennen het autootje nog wel van de acheruitrijraces in Ter land, ter zee en in de lucht. Door de Variomatic kon zo’n Daf namelijk even snel achter- als vooruit rijden. Dat leverde toen spectaculaire televisie op. Voor mij toch. Ik herinner mij ook dat de Daf op een dag de geest gaf. Hij startte niet meer en reed dus voor-, noch achteruit. Geld voor de garage was er niet, dus mijn opa probeerde hem zelf aan de praat te krijgen. Tevergeefs…

INHOUD

EDITIE 18, LENTE 2018

5

CAWPRAAT Welke regel zou jij afschaffen?

Darna stond de Daf in mijn opa’s garage, stof te vergaren. Regelmatig ging hij eens kijken “ofdat ie ’t al weer deed.” Maar zo’n auto herstelt natuurlijk niet vanzelf. Ik associeer het met hoe onze samenleving omgaat met met ‘kapotte mensen’. Ze doen iets fout, we steken ze in de gevangenis en verwachten dat ze het daarna ‘weer doen’. Dat ze als vanzelf ‘hersteld’ zijn. Maar zo werkt het niet. Ook mensen moeten we soms herstellen. We moeten er mee aan de slag. Dit nummer van Stroom! gaat over hoe wij als CAW vanuit een welzijnsbril kijken naar justitie. Over ons geloof dat herstelrecht veel meer effect heeft dan strafrecht, omdat herstellen verbindt en straffen uitsluit. Met de Daf van mijn opa is het niet meer goedgekomen. Hij is uiteindelijk op de schroothoop beland. En het was zo’n schoon machine!

Wilbert

6

Een gesprek met Minister van Justitie Koen Geens Over de samenwerking tussen Justitie en Welzijn.

23 KOEKJE BIJ DE KOFFIE Cosa gaat over tweede kansen geven en nemen.


n.

INHOUD EEN OVERZICHT

Aan tafel ! Met de coördinatoren van de forensische teams

18

10

Achter de gevel Ohana biedt tijdelijke opvang aan vrouwen (en hun kinderen) in een noodsituatie.

STEUN CAW ANTWERPEN GIFTEN, LEGATEN EN SCHENKINGEN ZIJN ERG WELKOM! VANAF 40 EURO KRIJG JE EEN FISCAAL ATTEST. REK NR BE93 7775 9057 3967 (BIC: GKCCBEBB) UW STEUN IS NODIG EN MAAKT EEN VERSCHIL !

14

Brug Binnen Buiten “Ik zou het traject echt aanraden aan anderen. Ik denk dat heel veel mensen er baat bij zouden hebben.”

Colofon Hoofdredactie Sofie Guns Wilbert Van Cromvoirt

Fotografie Atilla Erdem, Wilbert Van Cromvoirt, Saar Serrien

Vormgeving Jean-Marc Wojciechowski Sofie Guns

Reacties, in- of uitschrijvingen stroom@cawantwerpen.be

Redactieraad Atilla Erdem, Elise Goos, Ilse Schoofs, Saar Serrien, Manuela Smolders, Mohamed Taamouti, Lies Uytterhoeven, Tessa Verschure, Ann Van Pelt,

Illustratie Vraagetaan Mohamed Taamouti

Drukkerij EPO

Coverfoto Gil Plaquet

Illustratie Inhoudspag Rob Geertsen

3


4

METEN & LEREN SIGNIFICANTE CIJFERS OVER FORENSISCHE HULPVERLENING

Veel jongeren komen de gevangenis binnen zonder diploma of werk. De CAW Topcoaches slaagden erin het werkloosheidspercentage van ex-gedetineerden te doen dalen van 83% tot 37,50%.

162

(bron: jaarverslag Topcoaches 2017)

45,5%

bro

n: h

ttp:/

/igvm

-iefh

.belg

ium

10163 gedetineerden in Belgische gevangenissen

.be/

nl

il 20

18

minder werkloosheid onder ex-gedetineerde jongeren dankzij de Topcoaches

personen zijn in 2013 gestorven door partnergeweld

211

017 er 2 ktob 18 o ws,

van die gedetineerden veroordeeld tot een levenslange straf

RT n

FORENSISCHE HULPVERLENING IN 8 CIJFERS

bro

n: V

bro

oproepen over geweld kreeg de hulplijn 1712 gemiddeld per werkdag in 2017

n: V

RT n

ws,

10

apr

19

350

bezoeken tussen ouder en kind in de Bezoekruimte van CAW Antwerpen in 2017 De Bezoekruimte van CAW Antwerpen biedt een plaats waar bijvoorbeeld een omgangsregeling tussen ouder en kind kan worden uitgebouwd. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de regeling kan worden verdergezet zonder tussenkomst van het CAW. (bron: cijfers Bezoekruimte 2017)

8 jaar

55%

is de gemiddelde tijd in detentie waarna familie en vrienden beginnen ‘afhaken’

van de misdrijven, die aanleiding waren tot een aanmelding bij de Dienst Slachtofferhulp van het CAW, zijn misdrijven tegen personen. (bron: dataset 2017, CAW Antwerpen)

TEKST: ILSE SCHOOFS


CAW-PRAAT WE VROEGEN HET AAN JULLIE

WELKE WET ZOU JIJ AFSCHAFFEN, INVOEREN OF ZEKER BEHOUDEN ? ANKE Kwadraat

JOHAN Aankoopdienst

MANUELA Stagiaire

MAXIM Dienst Schuldhulpverlening

PATRICIA De Linde en De Passant

Als ik een wet kon invoeren, dan zou het één zijn die de automatische toekenning van rechten vergemakkelijkt. De bureaucratie neemt in België Kafkaiaanse vormen aan. Wanneer mijn Nederlandse man wil stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen, moet hij zich eerst registreren via een formulier. Op het districtshuis horen ze het in Keulen donderen wanneer je naar zo’n formulier vraagt. De systemen zouden zich moeten aanpassen aan de mensen in plaats van andersom. Alle gegevens die vandaag overal in databases zitten, zouden dan misschien eens voor iets goeds gebruikt kunnen worden.

Ik ben nogal gecharmeerd door artikel 1383 van ons Burgerlijk wetboek dat stelt dat je ook aansprakelijk bent voor schade die je door je nalatigheid of onvoorzichtigheid hebt veroorzaakt. Je moet je dus als een goede huisvader gedragen. Enerzijds is dit een oproep om na te denken voor je iets doet en als dusdanig een uitgangspunt voor ‘interne preventie’. Ook belangrijk is dat je leert van je fouten en dat je dezelfde fout niet tweemaal maakt. Anderzijds is het ook een illustratie van hoe mensen zijn. Het vertrekt van het besef dat men niet altijd handelt als een goede huisvader. Het is daarom bijvoorbeeld een goede zaak dat je je kan verzekeren voor je burgerlijke aansprakelijkheid.

Over wetgeving weet ik eigenlijk niets, maar in een wetenschappelijk onderzoek dat ik onlangs las, werd gesteld dat de mens biologisch niet gemaakt is om voor 10 uur in de ochtend te beginnen aan zijn of haar werkdag. Dus je kan het al raden, ik zou een wet invoeren die bepaalt dat een werkdag pas na 10 uur begint. Daarnaast ben ik absoluut geen fan van GAS boetes. In Schaarbeek krijg je een GAS boete voor het uitkloppen of uitschudden van je tapijt boven de openbare weg, in Hasselt wanneer je op de leuning van een bankje zit en in Leuven riskeren zelfs vals spelende straatmuzikanten een boete. Dat vind ik allemaal zwaar overdreven.

Ik zou een soort Wet Lejeune invoeren voor penale boetes. Bij een penale boete, heb je een misdrijf begaan. Je overtreedt de wet, je wordt gestraft en de gedane schade moet hersteld worden. Als deze persoon zich ‘herpakt’, via begeleiding werk vindt, zijn leven stabiliseert, belastingen betaalt enzovoort, dan zou je dat wenselijk gedrag kunnen belonen door als overheid de schuld te herleiden tot een percentage van de boete. Hierdoor kunnen uitzichtloze dossiers toch gemotiveerd worden.

25 jaar in de hulpverlening en mijn vergrijzingsproces hebben mijn visie rond wetgeving en straffen veranderd. Van anarchistische dromer en barricade springer naar rechtvaardige realist. Ik kan me vinden in regelgeving om een maatschappij in goede banen te leiden. Ik denk dat het goed is om regelmatig te bekijken welke wetten afgeschaft, aangepast en ingevoerd moeten worden en met welk doel.Ik geloof in wetten en regels die ook oog hebben voor billijkheid, op maat van mensen die ze moeten ondergaan.Dit vraagt een regelmatige maatschappelijke dialoog. Wetten zijn slechts een middel om zaken te regelen in een maatschappij en geen toverstaf voor een perfecte maatschappij.

TEKST: MANUELA SMOLDERS

5


6

IN GESPREK MET MINISTER VAN JUSTITIE KOEN GEENS

OP HET RAAKVLAK VAN WELZIJN EN JUSTITIE ©Gil Plaquet

ID

KOEN(RAAD) GEENS GEBOREN: 22 JANUARI 1958 IN BRASSCHAAT STUDIES: RECHTEN AAN UA EN KUL, MASTER IN LAWS IN HARVARD HOOGLERAAR SINDS 1992 ADVOCATENKANTOOR EUBELIUS OPGESTART IN 1994 2013: CD&V MINISTER VAN FINANCIËN ONDER DI RUPO 2014: CD&V MINISTER VAN JUSTITIE ONDER MICHEL


IN GESPREK MET MINISTER VAN JUSTITIE KOEN GEENS

De Stroom redactie was heel content. We hadden zowaar een interview met minister Koen Geens te pakken. Maar een semana horribilis voor de voedselindustrie gooide de agenda van onze minister van Justitie om. Het geplande interview werd een schriftelijke neerslag. In de drukte van het leven, met vleesschandalen en het dagelijkse werk, vond Minister Geens nog tijd om onze vragen te beantwoorden. TEKST: TESSA VERSCHURE EN ANN CASTREL • BEELD: GIL PLAQUET

Welzijn en justitie zijn twee verschillende departementen. Forensische hulpverlening bevindt zich op het snijvlak van deze twee. Hoe ziet u de verhouding tussen welzijn en justitie? Waarin verschillen ze en hoe kunnen ze elkaar aanvullen? “De eigenheid van de forensische hulpverlening zit inderdaad op het raakvlak van hulpverlening en recht. Die eigenheid brengt ook een zekere spanning met zich mee. Welzijn en Justitie hebben elk een andere finaliteit. Zo legt Welzijn het accent op zorg en kijkt Justitie meer naar het beveiligingsaspect. Dat is hun natuur en dat hoeft ook niet te veranderen. Maar dat wil niet zeggen dat ze elkaar niet kunnen versterken, integendeel.

”De samenwerking tussen Volksgezondheid, Welzijn en Justitie werpt vruchten af. We zijn er nog niet, maar zijn zeker op de goede weg.” De afgelopen drie jaar hebben we getoond uitstekend te kunnen samenwerken. Zo kwamen er verschillende bijzondere zorgeenheden waaronder eenheden voor langdurige zorg in Bierbeek en Doornik en een behandelingsunit voor vrouwelijke geïnterneerden in Zelzate. Daarboven is het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) in Gent vandaag klaar voor de verdere uitstroom van geïnterneerden. Het FPC in Antwerpen is dan weer klaar om geïnterneerde personen op te vangen en ook die groep voor te bereiden op hun uitstroom. Eind december telden we nog 1.130 geïnterneerden in onze gevangenissen, vandaag zijn dat er nog 560. Er zal trouwens altijd een categorie geïnterneerden in de gevangenis verblijven, zolang er geen zekerheid is over de status van deze mensen. Met de nieuwe interneringswet die op 1 oktober 2016 van kracht werd, hebben we het systeem vernieuwd en vermenselijkt. In de interneringskamers worden professionele magistraten bijgestaan door psychologen en sociaal assistenten.

We werken ook aan een verdere integratie van de penitentiaire gezondheidszorg in de reguliere gezondheidszorg. Heel wat geïnterneerde personen worden vandaag geplaatst in privéinrichtingen. Sinds 2018 worden ook de medische kosten van geïnterneerden die zijn geplaatst, in een privé-inrichting of in een FPC, ten laste genomen door Volksgezondheid zoals vandaag reeds het geval is voor geïnterneerde personen die vrij zijn op proef. De samenwerking tussen Volksgezondheid, Welzijn en Justitie werpt vruchten af. We zijn er nog niet, maar zijn zeker op de goede weg. Ook op het vlak van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden vinden Justitie en hulpverlening elkaar zeker. Hier bestaat immers de gemeenschappelijke doelstelling om gedetineerden zo goed mogelijk voor te bereiden op een re-integratie in de samenleving. In het nieuwe wetboek van strafuitvoering zal de sociale integratie van de veroordeelde als een van de doelstellingen van de strafuitvoering uitdrukkelijk worden bepaald. Begeleiding van de veroordeelde is noodzakelijk en voorkomt in vele gevallen recidive.” In het kader van terreur worden maatregelen genomen rond meldingsplicht, de druk op hulpverlening neemt toe, maar waar kunnen mensen heen als ze worstelen met problemen? Hoe waarborg je de vrijplaatsen voor cliënten? “De wet Van Peel bepaalt twee zaken. Ten eerste is er de vraag aan instellingen van sociale zekerheid om bepaalde administratieve informatie te delen wanneer de Procureur des Koning daar om zou vragen. Ten tweede is er de vraag aan personeelsleden van een instelling van sociale zekerheid om info te delen die een ernstige aanwijzing zou kunnen zijn van een terroristisch misdrijf. Uiteraard en gelukkig zijn dergelijke situaties een uitzondering.Maar als overheid hebben we ook een plicht om de burger te beschermen en dus ook om mechanismen te creëren om het delen van informatie mogelijk te maken. Dat deden we met de invoering van de Vijfde Potpourri-wet. Daar maakten we het mogelijk dat informatie gedeeld kán worden, dat is allesbehalve een meldingsplicht. Maar wel een mogelijkheid aanbieden aan de hulpverlener om informatie te delen in het kader van een casusoverleg wanneer hij of zij dat nodig zou vinden.

7


8

IN GESPREK MET MINISTER VAN JUSTITIE KOEN GEENS

Beide wetgevende initiatieven verhinderen niet dat de vertrouwensberoepen binnen de hulpverlening belangrijke vrijplaatsen blijven waar een cliënt of patiënt in alle vertrouwen terecht kan en vrijuit kan spreken. Ik ben ervan overtuigd dat we binnen de complexe wereld van vandaag met dit soort interdisciplinaire aanpak de juiste richting uitgaan. Kan u dit verduidelijken? Wat bedoelt u met “dit soort interdisciplinaire aanpak”? Wie beslist zo’n casusoverleg? “We zijn volop bezig om dit soort samenwerkingen binnen de wet te institutionaliseren. Binnen de context van bijvoorbeeld een Family Justice Center is het toegelaten om onder toezicht van het parket geheimen te delen. Het biedt de politie, het parket en de welzijnsdiensten de kans om de situatie en de oorzaken van geweld te begrijpen en zo samen tot concrete oplossingen te komen. De Family Justice Centers die vandaag in Antwerpen en Hasselt actief zijn, tonen ons alvast dat een multidisciplinaire aanpak rond intrafamiliaal geweld effectief werkt. Ze zijn het bewijs dat het delen van geheimen – tenminste binnen de juiste wettelijke context en een sfeer van wederzijds vertrouwen – bijdragen tot constructieve resultaten.” In het Groenboek wordt aangegeven om het klassieke tornooimodel te verlaten*. Er wordt geopperd om meer in te zetten op andere methodieken en echt herstel. Welke pistes ziet u zelf? “Het zogeheten tornooimodel is inderdaad niet voor elk geschil de beste oplossing. Recht moet niet enkel sanctioneren, maar ook herstel voor ogen hebben. Het gevoel dat mensen hebben als zij een rechtbank verlaten met een winnaar en een verliezer verschilt fundamenteel van het gevoel als zij na een bemiddeling met een compromis de zaal verlaten. Bij bemiddeling is meer ruimte om de oorzaak van het onderliggende conflict te bespreken en het vertrouwen en de relaties te herstellen. Het wetsontwerp Diverse Bepalingen Burgerlijk Recht I, met daarin een belangrijk luik ‘Bemiddeling’, wordt op dit moment besproken in de Commissie Justitie. Daarbij zal de rechter de partijen in eerste instantie kunnen verplichten om te investeren in bemiddeling. Deze buitengerechtelijke oplossing van geschillen zullen we, eens het wettelijk kader goedgekeurd is door het parlement, promoten met campagnes. De beslechting van een geschil door een rechtbank moet als vangnet dienen wanneer alle andere (minnelijke) oplossingstrajecten niet mogelijk zijn. De rol van de rechter wordt in de nieuwe wetgeving verduidelijkt. Hij mag nooit zelf als bemiddelaar optreden, maar hij kan wel de partijen bevragen over de pogingen die zij vóór het geding ondernomen hebben om tot een minnelijke oplossing te komen.Ook de definitie van bemiddeling wordt in de wet ingeschreven en het beroep van erkende bemiddelaar beschermd. Bemiddelaars zullen moeten slagen in een nieuw bekwaamheidsexamen en een bekwaamheidsproef. Meer bemiddeling en minder rechtszaken, zonder aan het rechtvaardigheidsgevoel te raken, dat is ons doel.” *Groenboek, 15 voorstellen voor een betere justitie, Mechelen, 2017 klassieke tornooimodel: burgers hebben een conflict, stappen naar de rechtbank waarbij ze ieder hevig hun standpunt laten verdedigen, waarna de rechter de knoop doorhakt.

“De reïntegratie van gevangenen begint al van bij het begin van een detentie. Dat is een proces van dag één tot het einde.” Justitie stopt als de straf is afgelopen. Wie heeft welke verantwoordelijkheid in de gevangenis voor de zorg rond problemen of het werken aan reïntegratie? Wat zijn daar de uitdagingen? Hoe ziet u de gevangenissen van de toekomst? “Voor de reïntegratie van gedetineerden in onze samenleving werken we uitstekend samen met de Vlaamse gemeenschap en het departement Welzijn van mijn collega Jo Vandeurzen. Onze visie is duidelijk. De reïntegratie van gevangenen begint al van bij het begin van een detentie. Dat is een proces van dag één tot het einde. De laatste rechte lijn van de detentie is cruciaal. Ik hoop dat we uiterlijk begin 2019 met enkele transitiehuizen kunnen starten. Dat zijn kleinere entiteiten waar gevangenen echt worden voorbereid op de laatste stappen in hun re-integratie in de samenleving. Ze kunnen vrij gaan werken vanuit die huizen. Dat gebeurt nu ook al vanuit reguliere gevangenissen, maar in transitiehuizen zou dat veel met veel meer structuur kunnen gebeuren. De wet om deze transitiehuizen te verwezenlijken wordt op dit moment in het parlement behandeld. Want gedetineerden afgeschermd houden van de buitenwereld werkt vaak averechts. Dan institutionaliseren we bij wijze van spreken de zinloosheid van de detentie. Voeling verkrijgen met het leven buiten de muren in de laatste rechte lijn van een detentie kan zeker een positief effect hebben.” Kunnen gevangenen ook al direct bij de start van hun detentie in zulk een transitiehuis terecht? “We moeten natuurlijk realistisch zijn. Een transitiehuis is niet voor iedere gedetineerde een ideale oplossing. Er zijn ook veroordeelden die zelf aangeven dat ze in een dergelijk systeem niet op hun plaats zouden zijn. Daarom biedt het gevangeniswezen ook tal van projecten en initiatieven aan binnen de gevangenismuren om de reïntegratie op termijn vlot te laten verlopen. Denk maar aan onderwijsmogelijkheden, werktrajecten, sport en cultuur. Een ander aspect is uiteraard het veiligheidsaspect. Gedetineerden worden gescreend tijdens hun detentie om te kunnen beslissen of een overplaatsing naar een transitiehuis in de laatste periode van detentie wenselijk zou zijn. Een onmiddellijke start van de detentie in een transitiehuis is dus niet evident. Het project is natuurlijk jong en zal op geregelde tijdstippen geëvalueerd worden.”


9

©Gil Plaquet

IN GESPREK MET MINISTER VAN JUSTITIE KOEN GEENS

Hoe kan je justitie dichter bij de burger brengen? Dit is volgens ons belangrijk, want in heel wat levenskwesties zitten er toch veel juridische componenten? “Om de burger meer te betrekken bij de werking van Justitie moeten we maximaal de vruchten plukken van de nieuwe technologieën. We hebben er allemaal belang bij om justitie laagdrempelig en toegankelijk te maken. Met de pc kan je thuis een reis boeken zonder problemen. Zo moet het ook mogelijk zijn om zonder verplaatsingen inzage te hebben in je gerechtsdossier. Voor de meest kwetsbare mensen zullen we altijd ook een alternatief voorzien, bijvoorbeeld inzage in je dossier in de meest nabije rechtbank en met de hulp van een griffier.” In tijden van niet-terreur wat zou dan uw prioriteit zijn? “De maatregelen die we met de regering namen na de terreuraanslagen waren noodzakelijk om de veiligheid van de burger te garanderen. Vanuit Justitie probeer ik mijn bijdrage te leveren tot het bewaren van dit evenwicht tussen de veiligheid van onze samenleving en het behoud van de fundamentele rechten en vrijheden. Toen in het heetst van de strijd en de emoties van het moment na de aanslagen van 22 maart onze grondrechten onder druk kwamen te staan, heb ik als Minister van Justitie steeds dit evenwicht verdedigd en me verzet tegen overhaaste beslissingen. Maar dat heeft mij nooit tegengehouden om hard te werken aan de hervorming van de vele andere domeinen binnen Justitie. Veiligheid is slecht een deel van een groot geheel. Ik publiceerde daarom ook reeds drie visieteksten op Justitie, allen deel van de hink-stap-sprong op Justitie. Met

het Justitieplan en het Hercodificatieplan werken we aan een efficiëntere Justitie en de grondige modernisering van het burgerlijk recht, economisch recht en strafrecht. Het nieuwe erfrecht werd reeds goedgekeurd in de kamer, het nieuwe ondernemingsrecht kreeg onlangs groen licht in de commissie en het hervormde huwelijksvermogensrecht wordt binnenkort ingeleid in de commissie. Dit jaar plannen we onder andere nog de hervorming van het vennootschapsrecht, het verbintenissen- en goederenrecht, en het strafrecht. Ook willen we tal van kleinere –maar daarom niet minder belangrijke- ontwerpen zoals de wet op de medeeigendom door het parlement krijgen. Daarnaast bereiden we een beleidsplan voor met voorstellen tot modernisering van de juridische beroepen. Terreur heeft dus nooit onze hervormingsplannen gedwarsboomd.” Welke aanbeveling geeft u aan het CAW ? “Ik zou aan de CAW’s vooral willen vragen goed voor de kinderen van families in moeilijkheden te willen zorgen. Een kind is heel sterk, maar ook heel breekbaar en broos. De warmte en de aandacht die het in zijn jeugdjaren ondervindt, maken het mee tot wie het voor de rest van zijn leven zal zijn.” Met dank aan kabinetmedewerker Matthias Colpaert voor de accurate opvolging bij de totstandkoming van het artikel.


10

ACHTER DE GEVEL VAN BINNENKIJKEN BIJ EEN CAW TEAM

BINNENKIJKEN BIJ … OHANA


ACHTER DE GEVEL VAN BINNENKIJKEN BIJ EEN CAW TEAM

De dag waarop ik Ohana bezoek, is veel te grijs en nat om de naam (het Hawaiaanse woord voor familie) eer aan te doen, maar bij het binnenkomen komt de warmte me al snel tegemoet. Een gezellige en veilige omgeving bieden voor vrouwen die zich losgewrikt hebben uit een moeilijke situatie, is dan ook wat ze hier willen doen. TEKST: LIES UYTTERHOEVEN • BEELD: ATILLA ERDEM

“We zijn er voor vrouwen met of zonder kinderen die nood hebben aan tijdelijke opvang. We zorgen voor een veilige, warme en stimulerende omgeving waar mensen mogen zijn en de eigenwaarde weer wordt opgekrikt. Zo hopen we dat vrouwen de kracht vinden om aan hun toekomstplannen te bouwen.” Ik krijg een rondleiding van Nancy en Annelies. Er is veel om te tonen, want hier wonen veel vrouwen samen onder een dak. Het vroegere weeshuis biedt nu onderdak aan 11 vrouwen met hun kinderen. Achter de grote gevel zitten 7 kamers, 2 woonkamers, 3 badkamers, een refter en 2 keukens. En ook 4 studio’s met hun eigen ingang. De living oogt gezellig, de keuken is ruim en proper. Elke verdieping heeft ook een mooie kleinere living en verzorgde badkamers. Allemaal niet groot, maar praktisch én gezellig. Het lijkt mij een geborgen omgeving om in opgevangen te worden als je niet in je eigen huis kan blijven. Elke ruimte heeft zijn betekenis en wil mensen een thuisgevoel geven en toewerken naar zelfstandig wonen. Zo is de keuken groot genoeg om iedereen de ruimte te geven om individueel te koken. Er is wel mogelijkheid om op maandag samen te koken, maar het is geen verplichting. Zo wil men de zelfredzaamheid van de gezinnen behouden en de zorg voor zichzelf en kinderen niet overnemen. Er komt wat geregel bij kijken en het zou waarschijnlijk gemakkelijker zijn om de gezinnen als één grote groep te zien en hun dagritme voor hen te bepalen, maar daar wordt hier duidelijk niet voor gekozen. Er wordt een minimum aan afspraken gemaakt (over het gebruik van het waslokaal, de netheid van de keuken, …)maar zelfs van dat gegeven wordt een empowerend traject gemaakt. Zo krijgt iedereen die hier toekomt een buddy toegewezen: één van de vrouwen die er al langer verblijft leert hen het reilen en zeilen van het huis (rondleiding, afspraken, wegwijs maken in de omgeving,, ...).

Nancy en Annelies van Ohana

Dit is een werking waar begrip en erkenning altijd aanwezig zijn.

11


12

ACHTER DE GEVEL VAN BINNENKIJKEN BIJ EEN CAW TEAM


ACHTER DE GEVEL VAN BINNENKIJKEN BIJ EEN CAW TEAM

Annelies en Nancy vertellen ook over de kleinigheden die grote betekenis hebben. Zoals het welkomstpakket met verzorgingsproducten dat ze kunnen aanbieden dankzij giften uit de buurt. Of de opgemaakte bedden wanneer de vrouwen toekomen. We nemen een kijkje in de kamers. En die zijn niet groot. Ik vind het best confronterend om in de ruimte te staan die mensen tijdelijk hun thuis noemen. De kracht van deze vrouwen moet groot zijn. Annelies en Nancy benadrukken dit regelmatig tijdens ons gesprek: dat het niet evident is om hier te komen wonen. Dat het moedig is van de vrouwen om die stap te nemen. We hebben het regelmatig over heel praktische zaken, er wonen hier immers veel mensen. De groepsbegeleiding focust niet alleen op de afspraken in de groep, maar ook op allerlei vormingen rond opvoeding, hygiëne, weerbaarheid, koken met weinig geld, grenzen stellen… In Ohana krijgen de gezinnen -ook de betrokken manneneen totaalbegeleiding. De kleine gespreksruimte, vlakbij de ingang, is daardoor een heel belangrijke plek in dit grote huis. Hier worden de begeleidingsgesprekken gevoerd met de vrouwen, de kinderen en de mannen, vanuit een gezinsgerichte benadering. Er wordt dus ook heel bewust gekozen voor begeleiding van de papa van de kinderen. Als dit moeilijk is voor de vrouw, dan wordt er gefocust op contactherstel met de kinderen via de bezoekruimte. Voor de kinderen is het immers niet goed om hun papa lang niet te zien en dan plots weer verplicht te worden weekends bij hem door te brengen. Voorzichtig vraag ik hoe de vrouwen reageren op deze focus op gezinsbegeleiding, verliezen ze het gevoel van een veilige haven niet? Dat blijkt niet het geval. Het vertrouwen dat de kinderen bij Ohana ‘veilig’ zijn, is groot. “Geen goeie partner, wel een goeie papa”, is een uitspraak die het team regelmatig hoort. Ohana zal ook - in overleg - contact opnemen met de betrokken man om te laten weten dat zijn vrouw en kinderen veilig bij hen zijn. Dit is een werking waar begrip en erkenning altijd aanwezig zijn. Als ik buiten kom, regent het opnieuw. Atilla moet terugkomen om foto’s te trekken die dit warme huis wél eer aan doen, maar ik geniet even van het contrast met de striemende koude.

In Ohana krijgen de gezinnen -ook de betrokken manneneen totaalbegeleiding.

13


14

STROOMOPWAARTS PROJECT BRUG BINNEN BUITEN

Brug Binnen Buiten BUDDY’S VOOR EX-GEDETINEERDEN Brug Binnen Buiten biedt met de hulp van vrijwilligers ondersteuning aan gedetineerden in de periode na vrijlating. Het project werd in 2016 door Justitieel Welzijnswerk en het beleidsteam van de gevangenis van Antwerpen opgestart naar aanleiding van een behoefte-onderzoek. TEKST EN BEELD: ELISE GOOS

“Uit dit onderzoek bleek dat 50% van alle gedetineerden aangaf nood te hebben aan ondersteuning na vrijlating”, vertelt projectmedewerker Ilse Ielegems. “Het project Brug Binnen Buiten probeert daar antwoord op te bieden door een vrijwilliger te koppelen aan een ex-gedetineerde. Als buddy biedt de vrijwilliger een luisterend oor en hulp bij praktische zaken die na detentie in orde gemaakt moeten worden: een inkomen aanvragen, administratie in orde brengen, een woonst zoeken… De vrijwilliger verwijst indien nodig naar de hulpverlening en kan zelfs meegaan naar de eerste afspraak om zo de stap naar de hulpverlening gemakkelijker te maken. We merken immers dat de drempel anders soms te hoog is”, legt Ilse uit.

“Momenteel bestaat onze ploeg uit 22 gemotiveerde vrijwilligers. Ik probeer hen zo goed mogelijk te matchen aan een ex-gedetineerde en ik geef hen de nodige ondersteuning tijdens hun gezamenlijk traject. Ik heb al heel mooie trajecten gezien”, vertelt Ilse enthousiast, “maar natuurlijk is het niet altijd rozengeur en maneschijn en zijn er soms cliënten die afhaken.” Ilse stelt me voor aan deelnemer Neomie en vrijwilliger Erica, een duo dat al een paar maanden samen aan de slag is. Hoe hebben jullie het project leren kennen? Erica: ”Ik ben op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk omdat ik in de harde sector werkte en eigenlijk wilde overschakelen naar de sociale sector. De vacature van dit project sprak me direct aan. Ik vond vooral de doelgroep erg interessant. Exgedetineerden komen dikwijls in aanraking met vooroordelen en worden soms gestigmatiseerd. Dit maakte dat ik mij juist voor hen wou inzetten.” Neomie: “Ilse kwam het project voorstellen in de gevangenis en vroeg me of ik misschien hulp zou nodig hebben als ik vrij kwam. Ik zag dat direct zitten, want ik heb niet veel vrienden en familie. En ik zat al enkele jaren te sukkelen met papieren en dergelijke.


STROOMOPWAARTS PROJECT BRUG BINNEN BUITEN

“ De laatste weken had ik het wel moeilijk. Dan ben ik blij dat ik er niet alleen voor sta, dat er mensen achter mij staan. Dat er iemand voor mij opkomt.“

ondersteund worden en bij Ilse terecht kunnen met al onze vragen. Het is fijn om te voelen dat het JWA team (Justitieel Welzijnswerk Antwerpen) dankbaar is voor onze inzet. Het vrijwilligerswerk is echt een verrijking. Ik ben heel onervaren gestart, maar heb al veel bijgeleerd en het heeft mijn blik verruimd. “ Neomie: “Voor mij is het belangrijk dat het een vrijwilliger is die me ondersteunt. Bij een hulpverlener heb ik toch het gevoel dat die dat doet omdat die ervoor betaald wordt en dan zou ik sneller afhaken. Een vrijwilliger doet dat echt gemeend, recht uit het hart en die staat meer naast mij i.p.v. boven mij. Ik zou het traject echt aanraden aan anderen. Ik denk dat heel veel mensen er baat bij zouden hebben.”

Toen ik buitenkwam, werd ik via Ilse voorgesteld aan Erica. Het klikte meteen. De verwachtingen waren laag, maar het vertrouwen was er en het deed deugd om op iemand te kunnen rekenen. Er zijn veel mensen die willen helpen in het begin maar na een tijdje haken ze vaak af…” Hoe verloopt jullie traject? Neomie: “Wij spreken wekelijks af en dan bekijken we wat we in orde moeten brengen, wie we moeten bellen of we gaan samen naar instanties. Soms gaan we samen een koffie drinken. Dan praten we over dagelijkse dingen en over mijn “nieuwe ik” na de gevangenis. Het gaat dus zeker niet enkel om hulp op administratief vlak. Erica is voor mij ook een steunfiguur.” Erica: “Ik moet wel eens achter het papierwerk zitten, maar het sociale aspect is ook belangrijk. De administratieve zaken lopen en we moeten nu vooral afwachten. Maar eigenlijk doet Neomie administratief al heel veel zelf.” Neomie: “Hiervoor heb ik ook al dikwijls papieren in orde gebracht, maar ik verloor steeds de moed als het eens tegen zat en dan worden de problemen groter, dat weet ik ook. De laatste weken had ik het wel moeilijk. Dan ben ik blij dat ik er niet alleen voor sta, dat er mensen achter mij staan. Dat er iemand voor mij opkomt. “ Wat is voor jullie de meerwaarde van het project? Neomie: “Die is groot. Ik probeer al 3 jaar mijn leven op de rails te krijgen en nu begint dit eindelijk te lukken. Stap voor stap. Ik ben ook wel fier op mezelf. Ik kreeg amper schouderklopjes in mijn jeugd en dat maakte me soms onzeker. Maar als ik nu iets gedaan heb, dan durf ik tevreden zijn en ben ik soms verrast van mezelf dat ik stappen kan vooruit zetten. Ik ben een ander persoon aan het worden. En er zijn nog steeds moeilijke momenten, maar ik sta er nu niet helemaal alleen voor.” Erica: “Het is voor mij de eerste keer dat ik vrijwilligerswerk doe en ik vind het heel tof. Het is ook erg laagdrempelig zowel voor mij als voor de cliënten. Ik heb nog nooit zoveel voldoening gehaald uit mijn werk als nu met mijn vrijwilligerswerk. Gek want ik word er niet voor betaald. Voor mij is het ook belangrijk dat we als vrijwilliger goed

“ Het vrijwilligerswerk is echt een verrijking. Ik ben heel onervaren gestart, maar heb al veel bijgeleerd en het heeft mijn blik verruimd.“

15


Zij denkt niet in teleurstellingen maar in kansen en dat is een superkracht waarmee zij de wereld

tekst: schepje suiker • beeld: Atilla Erdem

kan laten dansen.



18

IN GESPREK DE FORENSISCHE TEAMS SAMEN ROND TAFEL

DE FORENSISCHE DIENSTEN AAN TAFEL TEKST: MANUELA SMOLDERS • BEELD: ATILLA ERDEM

ID JONI JANSSENS IS COÖRDINATOR VAN SLACHTOFFERHULP, WAAR ZE AL 9 JAAR WERKT. SINDS 4 JAAR IS DAAR DE DIENST 1712 BIJGEKOMEN. JONI BESCHRIJFT ZICHZELF ALS EEN GECONTROLEERDE CHAOOT.

STEVE VAN VELDHOVEN STARTTE 11 JAAR GELEDEN BIJ JUSTITIEEL WELZIJNSWERK ( JWA) EN WERKT NU ALS COÖRDINATOR BIJ TEAM ASTERISK. STEVE VINDT DAT KASTDEUREN ALTIJD OPEN HOREN TE STAAN.

MARC VAN DEN BRANDEN WERKT 15 JAAR BIJ ADAM WAAR HIJ INTUSSEN HET TEAM BEGELEIDT ALS COÖRDINATOR. IN ZIJN VRIJE TIJD IS MARC EEN GROOT LIEFHEBBER VAN GEZELSCHAPSSPELEN.

MARC VAN DIEVEL IS COÖRDINATOR AD INTERIM BIJ JUSTITIEEL WELZIJNSWERK (JWA) EN TOP-COACHING: (TERUG OP HET PAD, COACHING AAN JONGVOLWASSEN GEDETINEERDEN). MARC KOMT - NAAR EIGEN ZEGGEN- ALTIJD OP ZIJN POOTJES TERECHT.


IN GESPREK DE FORENSISCHE TEAMS SAMEN ROND TAFEL

DE TEAMS Justitieel Welzijnswerk Antwerpen (JWA) JWA biedt onthaal en begeleiding aan mensen in de gevangenis van Antwerpen. Ze staan in voor ‘eerste hulp bij aanhouding’ : JWA probeert alle vragen en moeilijkheden die voortkomen uit die detentie op te nemen. De eerste werkdag na binnenkomst in de gevangenis krijgen de mensen die zijn aangehouden een gesprek: Is de familie verwittigd? Ken je het wettelijk statuut? Is de werkgever op de hoogte? Zijn er dringende zaken die nog moeten gebeuren? Maar JWA kijkt ook naar de dingen die fout liepen voor de aanhouding en welke hulp of doorverwijzing ze daarvoor kunnen bieden. JWA heeft vorig jaar het project Brug Binnen Buiten opgestart; een vrijwilligerswerking die mensen die vrij komen, begeleidt en ondersteunt. ADAM ADAM (Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen) begeleidt minderjarigen tussen 12 en 18 jaar oud, die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd. Ze bieden 4 werkvormen: gemeenschapsdienst, leerproject, herstelbemiddeling en het innovatieve HAlte (Herstelgericht Alternatief). Ze zijn één van de elf erkende diensten in Vlaanderen die zichzelf HCA mogen noemen. HCA staat voor Herstelgerichte en Constructieve Afhandeling: de herstelgedachte staat centraal. ASTERISK Asterisk (Ambulante Dienst voor daderhulpverlening) biedt een aantal projecten aan. Asterisk staat in voor gedwongen en vrijwillige hulpverlening, zowel individueel als in groep. Dader-in-zicht biedt een individueel traject van 15 á 20 uur aan. Slachtoffer-in-beeld is een groepsaanbod van 30 uur. Artemis staat voor ambulante individuele hulpverlening aan seksueel delinquenten. Cosa tenslotte is het jongste project van het team. Cosa staat voor Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid en is een project waarin vrijwilligers zedendelinquenten begeleiden ( gedurende anderhalf tot twee jaar). SLACHTOFFERHULP Slachtofferhulp helpt mensen die slachtoffer zijn geworden van misdrijven. Ze ondersteunen personen die slachtoffer, veroorzaker of getuige zijn van een verkeersongeval met dodelijke en niet-dodelijke afloop. Ze helpen ook nabestaanden van mensen die zichzelf van het leven hebben beroofd. Daarnaast maken ze deel uit van het rampenplan van de overheid. En tenslotte maakt ook de hulplijn 1712 het nummer dat je belt, bij vragen over geweld - deel uit van de job als hulpverlener bij Slachtofferhulp.

Dinsdag 12 maart, twintig voor twee. Ik moet me haasten naar mijn afspraak van twee uur in TOKO 139, een bruisend ondernemersatelier in Berchem dat mensen met elkaar verbindt. Precies zoals het CAW dat doet. Een ideale locatie om af te spreken met de coördinatoren van de forensische diensten. Wanneer ik aankom, zitten de anderen al aan een kopje thee. Lichtjes buiten adem neem ik plaats in het knusse maar hippe interieur van TOKO 139 en gaan we van start. De andere kant Wat hen met elkaar verbindt, wil ik weten? Daar hoeven ze niet lang over na te denken. Herstel! Dát is voor alle vier de kern. Ze helpen bij het herstellen van schade die is opgelopen. Er is iets stukgegaan, bij de slachtoffers, maar ook bij de daders. In elke werking wordt ook echt gezocht naar die andere kant, het andere perspectief. “Jongeren die bij ADAM aankomen, zijn vaak zelf slachtoffer van hun eigen omgeving”, zegt Marc. “We zien jongeren die niet goed in hun vel zitten, die aan het experimenteren zijn of die onvoldoende normen en waarden kennen. Die moeten ze nog leren.”

19


20

IN GESPREK DE FORENSISCHE TEAMS SAMEN ROND TAFEL

De forensische teams zijn ook naar elkaar toe aanvullend en ondersteunend. Steve vertelt dat zijn collega’s een tijdje geleden aan de vrijwilligers van Slachtofferhulp een vorming gaven over het verantwoordelijkheidsproces bij daders. Na de vorming kregen ze als feedback dat het proces heel gelijklopend is met het verwerkingsproces van een slachtoffer. Op die manier op zoek gaan naar ‘de andere kant’ zal nog vaak een rode draad blijken in het gesprek. Het dogma van de hulpvraag bestaat niet De meeste partners van de forensische diensten werken vooral tweedelijns, terwijl de teams rond de tafel écht eerstelijns werken en een zeer brede kijk hebben op het dagelijkse leven van de mens. Ze stappen mee in hun leven om dat ‘gewone leven’ te herstellen. Daarom leggen ze veel nadruk op een integrale benadering. Ze werken ongeacht iemands achtergrond en kijken verder dan de termen ‘dader’ of ‘slachtoffer’. Niemand wordt afgerekend op basis van een label. Samen met de cliënt kijken ze naar wat de wensen en noden zijn. Het doel is mensen terug in hun kracht te zetten, zodat ze zelf weer hun pad kunnen opbouwen. Ook als dat gebeurt vanuit een gedwongen kader, loopt het op een gelijklopende manier als in een vrijwillig kader. Het dogma van de hulpvraag bestaat niet in deze teams. Cliënten moeten geen hulpvraag hebben. Het enige dat er moet zijn, is de bereidheid om te praten.

We werken ongeacht iemands achtergrond en kijken verder dan de termen ‘dader’ of ‘slachtoffer’. Niemand wordt afgerekend op basis van een label. Asterisk schuift heel bewust de kant van het slachtoffer naar voren. Dat doen ze onder andere via de groepsvorming ‘Slachtoffer in beeld’. Een programma dat de dader laat zien wat de impact op het slachtoffer is, om zo te vermijden dat er nieuwe slachtoffers vallen. Bij Slachtofferhulp staat de gedachte van herstel centraal. Met elk individu gaan ze in een begeleiding op maat van de cliënt kijken waar zijn of haar noden liggen. Daarbij zullen ze steeds de andere kant - de daderdimensie - mee in de begeleiding binnenbrengen.

Een stommiteit kan en moet hersteld worden De omgeving waarin de forensische teams werken is niet altijd de gemakkelijkste of meest vrolijke. Ik vraag me af hoe ze daarmee omgaan en waar ze hun voldoening uit halen? Ze vertellen eensgezind dat ze zelf regelmatig versteld staan van de manier waarop cliënten reageren en de veerkracht die ze tonen. Hen ondersteunen in het terugvinden van die veerkracht en zelfredzaamheid, dat is waarvoor ze het alle vier doen. Ze werken dagelijks met mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd, maar ieder mens is meer dan zijn feiten. Een stommiteit kan en moet hersteld worden. De forensische teams halen kracht uit de overtuiging dat ze met hun aanbod het verschil kunnen maken. Misschien niet nu, misschien niet morgen, maar misschien over een paar jaar. Hoe zij zelf hun meerwaarde zien? Ook daar moeten ze niet lang over nadenken. Stel jezelf de vraag hoe de situatie zou zijn zonder hun hulp? Of bekijk het zo: Als iemand vrijkomt en naast jou komt wonen, dan wil je toch dat die persoon goed begeleid wordt en dat er ook gewerkt wordt aan herstel. Tenslotte is ook het vermijden van nieuwe slachtoffers een krachtige drijfveer. Natuurlijk gaan ze voor nul nieuwe slachtoffers, maar elk slachtoffer dat ze kunnen vermijden betekent winst voor de samenleving.


IN GESPREK DE FORENSISCHE TEAMS SAMEN ROND TAFEL

Herstel en samenwerking zijn de sleutel Alle vier zien de teamcoördinatoren veel opportuniteiten in de toekomstige samenwerking tussen welzijn en justitie. Ze geloven sterk dat meer samenwerking met sterke, hulpverlenende partners en meer informatieuitwisseling binnen de grenzen van het beroepsgeheim, ervoor zal zorgen dat cliënten eerder gedetecteerd en begeleid kunnen worden. Marc geeft een duidelijk voorbeeld voor ADAM: “Heel veel jongeren komen pas bij de jeugdrechter terecht als ze 16 of 17 jaar oud zijn. Terwijl het vaak veel eerder misloopt. Je ziet een jongere die al op zijn 12 jaar niet meer naar school gaat of waar sprake is van intrafamiliaal geweld. Hij of zij haalt kattenkwaad uit op straat en daarna volgt een eerste feit, bijvoorbeeld een winkeldiefstal. Dat is niet ernstig genoeg om naar de jeugdrechtbank te gaan, maar soms escaleert het verder. Wanneer die jongere dan bij ADAM terecht komt, heeft hij al 4 of 5 jaar van zijn puberteit achter de rug. Meer overleg en samenwerking kan ervoor zorgen dat die jongere snel gedetecteerd wordt om te voorkomen dat hij/zij op zijn 16e bij de jeugdrechter belandt. Daarom werkt ADAM in het kader van KOMPAS+ nu al samen met de Sociale Dienst Jeugdrechtbank, het onderwijs, diensten van de Stad Antwerpen, organisaties binnen de Bijzondere Jeugdzorg, de jeugdadvocatuur, de politie en het Openbaar Ministerie.” Iedereen aan tafel wil in de toekomst volop verder inzetten op herstelgerichte justitie. Nu botsen ze nog vaak op de mening dat daders er goedkoop vanaf komen door het inzetten van leerstraffen. ‘Die gasten volgen even een cursusje van twintig uur en ze zijn er vanaf.’ Maar op zoek gaan naar alternatieven, is de sleutel tot herstel. Er wordt meer en meer gekeken naar de verantwoordelijkheidszin van de dader. Een mooi voorbeeld van zo’n alternatief zijn de samenwerkingen die ADAM realiseert tussen cliënten en werkgevers in het kader van gemeenschapsdienst. Dan gaat een jongere werken bij een organisatie van maatschappelijk nut. Aan de start zijn er vaak vooroordelen,mensen die meteen op hun handtas letten omdat er iemand is die een fout heeft begaan. Maar eens ze elkaar beter leren kennen, verdwijnen die vooroordelen meestal. Dat zou meer moeten gebeuren in de toekomst, het creëren van die verbindingen. ‘Laten zien wat wij als welzijnsorganisatie kunnen!’ klinkt het als afsluiter. Daar liggen nog veel kansen en daar willen deze teams in de toekomst absoluut mee op inzetten. Om onze meerwaarde in de verf te zetten en ze duidelijk te maken voor de hele samenleving. Daarnaast is het ook belangrijk mensen bewust te maken van hun eigen verantwoordelijkheid. Niet enkel het CAW heeft impact, maar ook andere mensen hebben impact op het welzijn van anderen. Zo heeft bijvoorbeeld het succes op de oproepen voor vrijwilligers voor Brug Binnen Buiten zelfs Marc verbaasd. Veel burgers gaan zelf actief op zoek naar verbinding. Een hoopvolle noot om dit fijne gesprek mee af te sluiten.

Op zoek gaan naar alternatieven,is de sleutel tot herstel. Er wordt meer en meer gekeken naar de verantwoordelijkheidszin van de dader.

21


22

KOEKJE BIJ DE KOFFIE HOE HET CAW HET VERSCHIL MAAKT

COSA

GEDRAGEN DOOR VRIJWILLIGERS TEKST EN BEELD: SAAR SERRIEN

Donderdag 15 maart, 18u. Ik heb een afspraak bij COSA. Cosa staat voor Cirkels voor Ondersteuning Samenwerking en Aanspreekbaarheid.Het project richt zich op de re-integratie in de samenleving van plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag. COSA staat voor zorg voor elkaar, maatschappelijk engagement, tweede kansen geven en nemen en respect. Zorg voor elkaar COSA wordt gedragen door vrijwilligers. Zij nemen de begeleiding op en worden hierbij ondersteund door de cirkelcoördinator. Binnen COSA gebruiken ze de term kernlid in plaats van cliënt. Dat klinkt alvast veelbelovend. Elk kernlid wordt omringd door 4 vrijwilligers, dat is zijn cirkel. Vandaag heb ik een gesprek met Lieven (fictieve naam), een kernlid en één van zijn cirkelvrijwilligers Maija. Maatschappelijk engagement Lieven vertelt dat hij via het gerecht bij COSA terechtgekomen is. De begeleiding is niet verplicht. Lieven kreeg uitleg over het project en dacht ‘dat wil ik doen’. Ondertussen is hij 1,5 jaar in begeleiding en hij is nog steeds blij met die keuze. “ COSA heeft me helemaal veranderd. Toen ik hier de eerste keer kwam, was ik niet sociaal, ik durfde mensen niet aanspreken, was heel erg teruggetrokken. En zie, nu geef ik een

interview. Dat was een jaar geleden ondenkbaar. Ik durf op alle vlak meer“, besluit Lieven. “Door hele concrete tips en samen met mijn vrijwilligers naar buiten te gaan, ben ik een andere mens geworden. Ik heb vrijwilligerswerk gedaan en volg nu een cursus van de VDAB. In mijn vrije tijd ga ik graag naar toneel en ik lees graag boeken. Mijn favoriete boek ? De Rode Ridder. Ik zit zelfs in een leesclub. Twee jaar geleden zat ik enkel thuis, ik kwam niet buiten, had weinig contact met de wereld. Ik ben opengebloeid.” Maija bevestigt dit. “Lieven is een andere mens geworden. Het is een succesverhaal, een mooie ervaring, ook als vrijwilliger. “ Er wordt op een heel laagdrempelige manier samen naar buiten gegaan. Voor een koffie, een wandeling, een film. Als vrijwilliger geef je concrete tips, emotioneel, sociaal en praktisch. Tweede kansen geven en nemen Voor Maija was het al een boeiende fijne reis als vrijwilligster bij COSA. “Ik was op zoek naar vrijwilligerswerk en kwam uit bij COSA. Mijn eerste idee was dat ik iets luchtigers wilde doen maar mijn nieuwsgierigheid heeft gewonnen. Ik heb me geïnformeerd en ben de uitdaging aangegaan. Het stigma over een pleger van zedenfeiten is er. Het

is belangrijk dat je dit opzij zet. Je moet open staan: wie is die mens ? Er is een verschil tussen een persoon en het gedrag dat iemand gesteld heeft.” Lieven geeft aan dat hij zichzelf ook meer en meer terug als mens ziet. “Ik ben iemand, ik kan iets en heb interesses. Ik zag mezelf enkel nog als dader.” De eerste keer dat ik mijn cirkel ging ontmoeten was ik super zenuwachtig. Wat gaan ze van mij denken?” Het is geen therapeutische begeleiding. De vrijwilligers weten welke feiten er gepleegd zijn, maar de feiten zijn niet het focuspunt. De focus ligt op krachten, op het terug deel uitmaken van onze maatschappij. “Als vrijwilliger zet ik mijn eigen kwaliteiten in om de kwaliteiten van Lieven te stimuleren.” Respect Ik voel veel respect tijdens dit gesprek. Respect voor wie de andere is en wat de andere doet. Respect voor het mens zijn en respect voor de tweede kansen die gegeven en genomen worden. Het was fijn om even deel uit te maken van deze cirkel. Een cirkel om de cirkel waar iemand in zit te doorbreken. Voel je je aangesproken om COSA vrijwilliger te worden? Neem contact op via cosa@cawantwerpen.be of 0470/19.47.91


KOEKJE BIJ DE KOFFIE HOE HET CAW HET VERSCHIL MAAKT

COSA staat voor zorg voor elkaar, maatschappelijk engagement, tweede kansen geven en nemen en respect.

23


24 VRAAGETAAN

BEKENDE VLAMINGEN GEVEN ZICH BLOOT

KOEN DE VYLDER VOORMALIG DIRECTEUR VAN CAW ANTWERPEN, ORGANISATIE-ACTIVIST EN PROFESSIONEEL BARRICADESPRINGER. KANDIDAAT VOOR GROEN! Wanneer laat je je leiden door je intuïtie? Altijd. In ‘Het einde van het mamagement’ schrijft Gary Hamel dat intuïtie het goud van de volgende tijden is. Goede beslissingen nemen op basis van te weinig informatie, intuïtie dus, is een kunst die we moeten en kunnen ontwikkelen. ‘t Is een basishouding, open en verwonderd in de wereld staan en een behoorlijke portie lef hebben om fouten te maken en er van te leren. Waaruit put je troost? Muziek, voornamelijk klassieke muziek. Ik ben een melomaan, ik kan werkelijk verzwelgen in een melodie. Mijn traanklieren zijn hypersensitief en zo’n potje wenen, in de opera bijvoorbeeld, vind ik heel troostend. Wat is je favoriete geur? Die van mijn eigen uitgevonden gemberthee. Met citroenrasp, citroensap, rooibosthee met vanilletoets, kaneelstokje, honing en veel gember.. Noem een ding dat de kwaliteit van je leven zou verbeteren. Genezen. Ik heb prostaatkanker, na de operatie blijkt die nu uitgezaaid en moet ik een bestralingsbehandeling ondergaan. Ik word daar heel opstandig en met vlagen wanhopig van. Dus als er iemand een toverstokje heeft liggen... Met wie zou je het liefst eens op cafe gaan? Het gaat niet meer natuurlijk, maar mijn spontane reactie is Jacques Brel. Hij bezingt in zijn chansons de passionele onvolmaaktheid van het leven, ik vind dat prachtig. Het zou wel niet goed aflopen, die sortie. Welke waarheid had je liever nooit gehoord? Dat van die kanker dus. ILLUSTRATIE: MOHAMED TAAMOUTI

Welke levende persoon bewonder je? Michele Obama, ik hoop dat ze opkomt met de presidentsverkiezingen en die griezelige kwal uit het witte huis verdrijft. Yes she can! Wat is de belangrijkste les die het leven je geleerd heeft? Dat we niet bang moeten zijn. Dat we elkaar goed moeten vasthouden als het tegen zit en elkaar veel vrijheid moeten geven. Wat is je slechtste gewoonte? Ik lever al heel mijn leven strijd tegen ‘het moest maar niet zo lekker zijn’. Dat goed glas wijn, die heerlijke trappist van Rochefort. Kijk je vaak achterom? Ja, voor ‘t eerst geen paaseikes verstoppen wegens alle kids uitgevlogen, ik verwonder mij over het lopen van de tijd. Ik kijk ernaar uit om als bompa in de zoölogie te gaan pousette stoefen, tegen wat oude vrienden. Over welk onderwerp zou je graag meer willen weten? Future Studies, recent ontdekt: wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke toekomsten. Beetje geflipt, maar dat komt waarschijnlijk omdat ik het nog niet helemaal snap. En over hoe je verkiezingen kan winnen zonder brakke praat uit te slaan. Met wie zou je willen ruilen voor één dag? Farinelli als hij ‘lascia ch’io pianga’ van Händel zingt. Eén dag maar hé, hij was een kastraat. Van welk liedje wordt je altijd vrolijk? ‘Batti batti o bel Mazetto’ uit Don Giovanni van Mozart. Een ondeugend meiske dat een scheve schaats heeft gereden vraagt vergiffenis aan haar lief, zogenaamd onderdanig maar o zo verleidelijk. Ze wint dus. En wat een melodie! Welk kunstwerk heeft je het meest geraakt? La Traviata van Verdi en het Koor der gevangenen uit Fidelio van Beethoven.